TerNeuzensche Courant Voensdag 21 Maart 1928. No. 8198. TVEEDE BLAD. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. VAN Vergadering van Donderdag 15 Maart 1928, des namiddags 2 uur. Voorzifcter de heer J. Huizinga, burge- nucctcr- Tegen woordig de leden J. J- de Jager, L. J. (ieelhoedt, D. Scheele, C. A. Verlinde, A. de Braijne, F. P. de Bakker, H. J. Colsen L. .r. van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en n Bedet; later ook de heer P. van Cadsanfl. Afwezig de heer N. A. Hamelink. Be VOORZITTER opent de vergadering. Hii deelt mede, dat de heer Hamelink heeft tjarieht wegens ambtsbezigheden de vsrgaae- rw niet te kunnen bijwonen, terwijl de heer Van Cadsand bij den aanvang niet kon tegen- weordig zijn, doch in den loop der vergadering nog hoopt te komen. Aan de orde komt: 1. Ingekomen stukken. a. Bericht van W. Bedet, dat fiij zijne be noeming tot lid van het burgerlijk armbestuur aaaneemt. Aangenomen voor kennisgeving. -H,Bericht van D. J. van Wijck, dat-hij zijne benoeming tot lid der commissie van toe- zicht op het iager onderwijs in de kom aan- neemt. Aiangenomen voor kenniisgeving. c. Het raadsbesluit van 2 Februari 1928 tot verkoop van een. perceel gemeentegrond aan L. de Bruijne voorzien van het bewijs der goed keuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. d. Het raadsbesluit van 2 Februari 1928 tot bedchikbaarstelling van de raadzaal voor het beystuur van de afde-eling Zeeland van den Nederl. Bond van Gemeenteambtenaren, voor- ajicn van het bewijs der goedkeuring van ge- dq»uteerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Het raadsbesluit van 2 Februari 1928 onr aam Th. P. Vaal een stukje gemeentegrond in gebruik te geven, voorzien van het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. f. Het raadsbesluit van 2 Februari 1928 tot het aangaan eener geldleening groot f 28.550, voorzien van het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. g. Een missive van gedeputeerde staten Id. 15 Februari 1928, waarbij de goedkeuring vrordt bericht van het raadsbesluit dd. 8 De cember 1927, nader vastgesteld bij raadsbe- sJuit van 2 Februari 1928, tot wijzigmg van l»et reglement voor het burgerlijk armbestuur. Aangenomen voor kennisgeving. k. Een missive van gedeputeerde staten van Zeeland, dd. 15 Februari 1928, waarbij de goedkeuring wordt bericht van de bij raads- benluit van 2 Februari 1.1. vastgestelde wijzi gmg der Algemeene Politieverordening. Aangenomen voor kennisgeving. i. Verklaring van Th. P. Vaal, dat hij de voorwaarden aanvaardt hem bij raadsbesluit van 2 Februari 1.1. gesteld, voor het in gebruik verkrijgen van gemeentegrond. Aiangenomen voor kennisgeving. j. Een missive van burgemeester en wet houders van Breskens, dat het toegezonden raadsbesluit van 2 Februari 1.1. met bijlagen in zake de Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding, rfwor (lien gemeenteraad voor kennisgeving is aangenomen. Aangenomen voor kennisgeving. k. Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland, dd. 17 Februari 1928, houdende goed- kenring der gemeentebegrooting voor 1928. Aangenomen voor kennisgeving. 1. Een kennisgeving van H. A. Pabbruwe, dat hij zich genoodzaiakt voelt ontslag te vra- gan als lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. Aangenomen voor kennisgeving. ■i. Het jaarverslag der commissie tot we- riwg van schoolverzuim te Sluiskil, over den ♦iienst 1927, waaruiit blijkt dat werden opge- roepen 11 personen, waarvan 7 voor de com missie verschenen. Bij de niet verschenen 4 werd huisbezoek afgelegd. In alle gevallen liep het verzuim over zeer weinig schooltijden, zalfs over een. De redenen van het schoolver- ztiim waren van verschillenden aard, o.a. werk- zaamiheden in huis' of op 't veld. Hoewel er in 1927 meer personen werden op- geroepen dan het voorgaande jaar is het •ehoolverzuim toch nog verminderd, iets wat »ijn oorzaak vindt in't behandelen van school verzuim en van 1 of 2 schooltijden. Er werden 11 vergaderingen gehouden. Steeds heerschfte bij de leden der commissie eetisgezindheid en eendrachtig samenwerken. Aiangenomen voor kenniisgeving. Het raadsbesluit van 2 Februari 1928, tot wijziging der begrooting voor den dienst 1®27, voorzien van het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. o. Het jaarverslag der Vereeniging Zee- ▼aartschool te Vlissingen, over 1927, betref- fende de De Ruyterschool. Aiangenomen voor kenniisgeving. p. Rakening der commissie tot wering van schoolverzuim over 1927. De ontvangsten heb- ban bedragen f 218,30%, de uitgaven 96,65, hatig slot 121,65%. Burgemeester en wethouders stellen voor rloze rekening goed te keuren. Met algemeene stemmen wordt aldus be- *k>ten. q. Een adres van J. van Wijck, die daarin verzoekt hem afwijking toe te staan van art. 10 der Bouwverordening, door het afbreken, herbouwen en vergrooten van een keuken met privaat aan het perceel Donze-Visserstraat mo. 7. Burgemeester en wethouders stellen voor dit adres te stellen in hunne handen om bericht en raad. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. r. De VOORZITTER deelt met betrekking »ot de aan burgemeester en wethouders ge- viaagde voorbereiding van een voorstel tot in- voering van vrije artsenkeuze voor genees- kundige behaudeling der armlastige patienten mede, dat zij daaromtrent advies gevraagd bebben aan den Geneeskundigen kring in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het antwoord daarop is •erst gisteren ingekomen, zoodat burgemeester •n wethouders nog niet in de gelegenheid wa ren zich daaromtrent te beraden en een rege- hng voor te stellen. De heer COLSEN vraagt, of de gemeente raad voor deze zaak een regeling van de ge- •eesheeren van Zeeuwsch-Vlaanderen moet af- wachtenhij meende, dat de raad deze zelf heeft vast te stellen. De VOORZITTER antwoordt, dat de ge meenteraad geen regeling behoeft af te wac>- ten van de geneesheeren, maar dat het toch meer en meer gebruikelijk wordt, om voor het invoeren van regelingen overleg te plegen met organisaties die daarVoor in aanmerking kun- nen komen en dat daarvoor met betrekking tot dit onderwerp zeker wel aanleiding was. On- dertusschen kan men zoo'n advies, als men ei zich niet mee vereenigen kan naast zich neer- leggen. Burgemeester en wethouders hebben getracht inlichtingen te vefkrijgen om een goede regeling te treffen. la. Aanschaffen schoolbanken. De VOORZITTER vraagt voor burgemeester en wethouders machtiging ter completeering van het meubiiair van de openbare school te Sluiskil een crediet te verleenen van f 450 vooi het aanschaffen van 20 schoolbanken. Met algemeene stemmen wordt die mach tiging verleend. lb. Verkoop otid niateriaal. De VOORZITTER verzoekt burgemeester en wethouders te machtigen tot het verkoopen van een oud rijwiel van de poliitie en de handbrand- spuiten A en B. Spuit C wenschen zij nog te behouden; die kan altijd gereed staan om in tijd van nood te gebruiken, als de motorspui- ten eens zouden weigeren en voor bijzondere gevallen. De heer VAN DRIEL vraagt of de brand- weer daarover is gehoord. De VOORZITTER antwoordt bevestigend; dit steunt het voorstel. De heer VAN DRIEL meent, dat die oude spuiten zijn aangehouden, omdat men met het nieuwe materieel bij brand het midden van de Tholensstraat of de Donze-Visserstraat niet zou kunnen bereiken. Is dat nu wel mogelijk De VOORZITTER deelt mede, dat de brand- weer voor de auto-motorbrand spuit thans over zooveel slangen beschikt, dat men ook die stadsgedeelten zou kunnen bedienen. De heer VERLINDE wenscht bij deze ge legenheid op iets te wijzen in verband met de bediening der auto-motorspuit. We hebben daarbij een chauffeur-chefmachinist, en aan dezen zijn 2 plaatsvervangers toegevoegd. Naar hij vernam zijn de reservisten echter nog niet in de gelegenheid gesteld met de auto- motorspuit te rijden of te werken. Nu is toch de mogelijkheid niet uitgesloten, dat in tijd van nood de chauffeur-chef-monteur niet aan- wezig of door ziekte ver'hinderd zou zijn. Dan zou het toch een bezwaar zijn, dat de spuit moest bediend worden door menschen, die er nog nooit mee gewerkt hebben. De VOORZITTER dankt voor deze opmer- king en zal het bestuur der brandweer er mede in kennis stellen. De gevraagde machtiging voor den verkoop van het oude materiaal wordt met algemeene stemmen verleend. 2. Verkoop van houwterrein. Naar aanleiding van een verzoek van W. Scheele, te Ter Neuzen, stellen burgemeester en wethouders voor aan hem te verkoopen een perceel gemeentegrond, ter oppervlakte van 123 M2., gelegen aan de Burgemeester Geill- straat, deel van sectie L no. 2238, voor den prijs van f 8 per M2., en voorts onder de voor den verkoop van bouwgrond aan deze straat gebruikelijke voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 3. Uitgifte van gemeentegrond in erfpacht. Naar aanleiding van een adres van Johanna van de Bilt, die verzoekt haar in erfpacht te willen geven een stukje gemeentegrond, groot pLm. 5 M2., gelegen in, haar woonhuis, staande aan de Lange Kerkstraat 25, stellen burge meester en wethouders voor het verzoek in te willigen en den gevraagden grond in erfpacht uit te geven overeenkomstig de daarvoor vast gestelde voorwaarden, en tegen een canon van 10 cent per M2. alzoo in totaal 50 cent. Blijkens het rapport van den gemeentebouw- meester diende de in dit perceel gelegen ge meentegrond vroeger voor stoep voor deze woning, doch is bij de verbouwing daarbij ge- nomen om den voorgevel van dit gebouw in de richting van de aangrenzende woningen te kunnen bouwen. In verband met de verkoop- waarde van den grond schat hij de huurwaarde op 20 cent per M2. en per jaar. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. 4. Afwijking van art. 10 derBouwveror dening. Naar aanleiding van een adres van J. van Luik, slager te Ter Neeuzen, die daarin ver zoekt hem afwijking toe te staan van den eisch gesteld in art. 10 der Bouwverordening, met betrekking tot de open ruinate, voor het aanbrengen van eenige veranderingen aan zijne slachtplaats, stellen burgemeester .en wethou ders voor, gelet op het advies van den ge- meentebouwmeester en van de Gezondheids- commiissie, op dat verzoek gunstig te beschik- ken. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 5. Plaatsen van een heining op den muur langs de Scheldekade. Waar in de algemeene kosten der afgraving van den Scheldedijk begrepen is het plaatsen van een hek op den muur en waar zeer kort geleden zich aldaar een ongeluk heeft voor- gedaan, dat voorkomen zou zijn, indien er een hek had gestaan, komt het ons schrijven burgemeester en wethouders aan den raad gewenscht voor, thans niet langer te wachten met het plaatsen van een eenvoudig ijzeren hek, waarvan de kosten geraamd worden op f 2100. Met het voorstel van een der leden der com missie van bijstand voor de publieke werken, om alleen op de gevaarlijkste punten een af- scheiding te zetten, doch dan een met meer versiermgen dan thans het plan is, kunnen wij ons niet vereenigen, omdat dan geen behoorlijk geheel verkregen zou worden, wat zeker niet mooi kan zijn, en het toch veel geld zou kos ten, want de raming daarvan is 2000. Ons voorstel is zeer eenvoudig, doch heeft het voordeel dat, wanneer de gemeente later nog geld wil beschikbaar stellen voor het hek, door het aanbrengen van versieringen het ge heel kan veifraaid worden. In verband met vorenstaande stellen wij u dan ook voor, het plan van f 2100 aan te nemen. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat het aan zijne fractie is voorgekomen, dat het ongeval aan de hoot, toen iemand uit Philip pine een verkeerde richting insloeg en bij de waehtkamer van de provincial boot van d n muur der Scheldekade liep, waardoor hij op den weg naar de aanlegplaats te land kwam, de aanleiding is geweest, dat burgemeester en wethouders nu eensklaps dat nieuwe hek noo dig achten, omdat zij den muur, zonder hek, gevaarlijk achten voor het verkeer. Hij is nog niet van de noodzakelijkheid van dit werk overtuigd. lets anders zou het nog zijn, indien dit de eenige plaats was in onze gemeente, welke gevaarlijk kan worden geacht, maar er zijn, als we zoo eens rondzien langs den water- kant heel wat gevaarlijke plaatsen, en ook ge- vaarlijker plaatsen, daar men aan de Schelde- e van een muur ter hoogte van pl.m. 1,50 M. op het droge kan vallen, doch langs. der. :ati - kant steile muren staan met water tot. een diepte van 8 M. Ziet ook eens naar de schut- kolken. Daar staat ook geen hek langs en die zijn zeer diep. Daarbij komt, dat het hek naar de meening van. sprekers fractie ook niet zal dienen tot versiering. Komt er een hek met een stang tusschen de palen, dan zal men het eene ge- vaar wegnemen om het andere te krijgen, want de schooljeugd zal daarvan dan gebruik maken om kopje te buitelen, met het gevaar van den muur te tuimelen, en kwetsuren te beloopen. In zijn jeugd is het ook zoo geweest en hij is er dan ook niet altijd zonder kleerscheuren af- gekomen. Hij ziet het aldus in: dat een hek het gevaar feitelijk vergroot en hij het onnoodig acht. De kosten van een hek acht hij iets van lateren aard. Wel wil hij nog zeggen, dat, in dien men toch tot het plaatsen van een. hek overgaat, een hek met twee stangen z.i. het meest practisch bruikbaar is, aangezien daar- door het kopje duikelen door de jeugd zal wor den tegengegaan. Overigens meent hij dat ieder die daar loopt behoort evenals zulks op andere plaatsen ook het geval is heeft uit te kijken, dat hij er niet afstort. De heer COLSEN deelt mede, dat hij onge veer hetzelfde wilde zeggen. Volgens hem zit het uitzicht dat men van de Scheldekade ge- niet juist in het vrije, het onbelemmerde; door het plaatsen van een hek gaat dat mooie weg. Werd het een mooi hek, dan was het nog iets anders, maar hij acht het niet nocdig. In an dere, grootere plaatsen, waar het ergens af- storten doodsgevaar beteekent, staat geen hek, dus hier is het ook niet noodig. lets anders is het met een trapje naar de aanlegplaats, dat zou voor het publiek een gemak zijn. Als men da&r een hek zet, mag men dat wel zetten rond geheel Ter Neuzen. De heer VAN AKEN verklaart ook nog iets te willen te berde brengen. omtrent dit hek. Hij heeft zich eens ingedacht de lengte van den muur waarop dit hek zou moeten ge- plaatst worden en dit is een respectabele leng te. Het gemaakte on twerp, komt hem ook een ongelukkig hekje voor, waarvan door ae schooljeugd een verkeerd gebruik zal worden gemaakt, n.l. om er aan te hangen en kopje te duikelen. Indien burgemeester en wethouders op financieele gronden met geen ander plan kunnen komen, acht hij het beter het ook maar te laten. Als het niet tegelijk tot versiering kan strekken is het beter het achterwege te laten, dan wordt het toch niet degelijk; men •moet flink uit'den hoek kunnen schieten of het niet doen. De heer SCHEELE wijst er op, dat het ge- heele plan van het bouwen van den muur er op gebaseerd is er een hek op te plaatsen. Nu kan men het gevaar voor het voetgangersver- keer meer of minder zwaar inzien., maar men moet in aanmerking nemen, dat het ook een rijweg is. £)eze is niet zoo breed en daarom acht spreker het door voorzichtigheid geboden en lang niet overtollig er een hek te plaatsen; een paard zou vlug bezijden den muur zitten. Een hek, al was het er maar een met een stang, zou dat gevaar reeds aanmerkelijk be- perken, maar kan het er een zijn met 2 stan gen, dan is dat des te beter. Omdat men langs den weg bij het postkantoor zoo gemak- kelijk op de Scheldekade loopt, is onlangs ook dat ongeluk voorgekomen en spreker meent, dat het plaatsen van het hek een goede ver- betering zou zijn. Wel zou hij gaarne zien, dat langs den muur, bij de waehtkamer der boot, een trap werd geplaatst. Dit zal den passa- giers voor de boot ten goede komen. Men loopt argeloos op de Scheldek->de en ziet dan, bij de waehtkamer komende, dat men naar beneden moet. Dan moet tjen weer den weg naar het postkantoor terug, of men moet heelemaai langs -den april voorbij de waehtkamer, waar- langs de omweg nog grooter geworden is nu het terredn langs den grond die aan de provin- cie in gebruik is gegeven met zoo'n hoog hek wordt afgesloten. De heer VERLINDE geeft te kennen, dat hij nog hetzelfde standpunt inneemt, dat hij heeft uiteengezet in de vergadering der com missie van bijsfand. Hij acht het plaatsen van een hek zooals is voor.gesteld niet raadzaam, aangezien dit niet strekken zal tot versiering van de Scheldekade en zou daarom alleen op de hoeken en tegenover de op de Scheldekade uitkomende straten een fatsoenlijk, mooi hek willen zetten. Hij is het er ook volkomen mede eens, dat er in onze stad veel plaatsen zijn waar het even gevaarlijk, of nog wel ge- vaarlijker is dan aan de Scheldekade en waar toch ook geen heiningen staan. De heer SCHEELE is van oordeel, dat, in- dien men hier en daar over zekere lengte een stuk hekwerk zou plaatsen, dit nog onooglijkei zou worden. Hij wijst er voorts op, dat men gedurig aanhaalt, dat er in onze stad nog meei plaatsen zijn, waar het gevaarlijk of gevaas- lijker is. Hij kan daarmede instemme men bedoelt daarmede langs het kanaal en de slui- zen. Men zou echter ook wel eens kunnen pro- bee ren of de njkswaterstaat misschien niet genegen zou zijn om op die gevaarlijke plaat sen een hek te plaatsen. De heer DE BRUIJNE vraagt, of het niei mogelijk zou zijn nog een derde stang aan te brengen tusschen de twee ontworpene. Verschillende leden achten dit niet noodig, twee is voldoende om te voorkomen, dat de jeugd den bovensten stang als rekstok bezigt. De heer VAN DRIEL is het daarmede ook eens; als het hek 1,20 M. hoog is en men brengt ook op 60 c.M. een tweeden stang aan, dan kan men er niet aan duikelen. Aan de vischmarkt, vroeger het terrein voor die gym- nastiek, was maar een stang. De heer VAN CADSAND (die gedurende de behandeling van dit punt ter vergadering is gekomen) geeft te kennen, dat hij het meest gevoelt voor het plaatsen van een heining met gasbuizen, zooals door den heer Hamelink in de commissie werd bedogld. Hij zou er tegen zijn om een heining te plaatsen met recht staande spijlen op zoodanigen afstand, dat de kinderen er door kunnen kruipen, want dan blijft her net zoo gevaarlijk, dan beloopt men de kans, dat er nog meer aftuimelen. En er geen hek zetten, dat zou een groote verantwoordelijk heid zijn voor den gemeenteraad. Het is ee. muur ter hoogte van 1,50 a 1,75 M. en wan neer op den rijweg voor een wagen gespannen paarden schrikken en er aftuimelen de weg is niet breed dan zouden er groote ongeluk- ken kunnen gebeuren. Hij zou een hek wen schen met 2 stangen van gasbuizen. De heer GEELHOEDT geeft als zijn mee ning te kennen, dat het te gevaarlijk zou moe ten worden geacht om- geen hekwerk te zetten. Nu stonden burgemeester en wethouders niet alleen voor het ongeval aan de Scheldekade, maar zij hebben ook rekening te houden met het besluit, dat destijds genomen is tot aanleg van de Scheldekade en het bouwen van den muur, in welk plan het plaatsen van een hek is inbegrepen. Men had daarvoor toen wel andere voornemens, maar de financieele toe- stand is veel veranderd, waarom burgemeester en wethouders zouden willen volstaan met een eenvoudig hek, teneinde de kosten daarvan te beperken. Zij hebben evenwel drie ontwerpen laten maken, ook van een hek met eenige ver siering, waaruit de gemeenteraad nu een keuze kan doen. Indien zou besloten worden tot het plaatsen van een hek volgens teekening no. 1, dan zou, naar de gemeentebouwmeester verzekert, later, als' de gemeente wat beter in het geld zit, nog versiering kunnen worden aangebracht, Al wordt thans tot het plaatsen van een goed- kocp hek besloten, dan sluit dit dus niet uit, dat dit ook in de toekomst zoo eenvoudig blij- ven zal. Voor f 2000 a f 3000 hebben we ech ter een hek dat er mee door kan. Het is volkomen juist, wat door de heeren Scheele en -Van Cadsand is opgemerkt, dat de Scheldekade ook een rijweg is, gebeurt er een ongeluk met paarden en yj- of voertuigen, dan zou de gemeenteraad de schuld krijgen. En met een goedkoop hek, van f 2000 tot 2100 wordt in de veiligheid van het verkeer voor zien. Dat het te plaatsen hek, zooals de heer Col sen meent, het gezicht op de Scheldekade zou benemen, is toch wel onjuist, want zelfs al was het een gesloten hek, dan komen de wandelaars daar over het algemeen voldoende bovenuit, om er over'heen te zien. Spreker staat op het standpunt, dat er een hek behoort te komen en. dat daarvoor moet worden genomen het hekwerk volgens het goedkoopste plan, zijnde plan no. 2, geraamd op 2106. De heer BEDET kan er zich niet mee ver eenigen om daar niets te zetten; het is gevaar lijk voor menschen zoowel als paarden die zich door een of ander zenuwachtig zouden maken en er aftuimelen. Toch zou hij de kosten van f 2100 nog willen verminderen en vraagt daar om of het niet mogelijk zou zijn, dat de Am- bachtsschool, die zoo'n flinke subsidie geniet, dit aan de gemeente leverde. Op die manier kreeg de gemeente dan nog wat terug. De heer VAN DRIEL wil eerlijk erkennen, dat het motief, dat een hek noodig zou zijn in het belang van de dieren aan de aandacht van zijn fractie is ontsnapt, zij zou anders niet nagelaten hebben, daarop de aandacht te ves- tigen, want zij wil daarin bij de heeren die voor de paarden opkwamen niet onderdoen. Zij zou den dan echter, als er iets zijn moet voor be- veiliging, hebben voorgesteld den muur met een borstwering te maken, in den zin zooals dien van den strandboulevard te Vlissingen, want als het er op aankomt om gevaar voor schrikkende of op hoi slaande paarden te kee- ren, zal zoo'n hek als men hier maken wil niet veel beteekenen, hetgeen wel is gebleken aan de leuning van de rolbrug, waar een paard doorheen viel. Wat betreft het maken van een hek door de leerlingen der Ambachtsschool, spreker wil daarover niet veel zeggen, alleen dat, indien deze dat moesten_ klaar maken, het zooveel jaren zou duren eer het klaar was dat we evengoed konden zeggen er komt er geen. Dit is iets geheel anders dan het hekje rond de muziektent, het moet worden gezegd, dat de Ambachtsschool daar een heel aardig hekje heeft gebouwd, doch spreker herinnert, dat zijn fractie uit prineipieele leden tegen het plaat sen daarvan bezwaar heeft gemaakt, omdat zij van oordeel is, dat men de menschen en kinde ren zoodanig moet opvoeden, dat ze uit eigen beweging zoo'n bloementuintje ongemoeid laten. Maar enfin, 't moet gezegd, dat dit hekje wel iets helpt tegen de honden. Indien men echter van oordeel is, dat op den muur der Scheldekade een hek noodig is voor de veiligheid spreekt hij als zijn meening uit, dat het voor menschen niet noodig is en voor dieren niet sterk genoeg. De heer VAN CADSAND merkt op, dat de heer Van Driel wel wat laat komt met zijn opmerking over een borstwering. De heer VAN DRIEL wijst er op, zelf te hebben erkend, dat dit destijds over het hoofd is gezien. De heer SOHEELE meent, dat, al zou er, als 't er op aankomt, een paard door het hek vallen, het hek voor de leiding van het ver keer toch een gemak zal zijn. 't Spreekt van zelf, de heer Van Driel en zijn fractie zijn internationaal, die willen in het algemeen alle hekke'n weg, en spreker zou daar ook mee kunnen instemmen De heer VAN DRIEL: Dus nu komt u naar mijn kant? De heer SCHEELE: Maar, daar aap de Scheldekade kan het niet! De' VOORZITTER wil op een en ander ant- woorden en deelt in de eerste plaats aan den heer Bedet mede, dat het, naar aanleiding van vroeger gehouden besprekingen in den raad, bij het bestuur der Ambachtsschool al eens een punt van beraadslaging heeft uitgemaakt, of deze het hek zou kunnen maken. Daarbij is gebleken, dat, in verband met de weinige les- uren, die de betrokken leerlingen daarvoor beschikbaar hebben, het jaren zou duren, eer het hek voltooad was. Men moet in aanmerking nemen, dat dit hek is voor een zeer langeri afstand. Dan komt daar nog bij, dat het be stuur er bezwaar tegen maakte om in deze op te treden als concurrent tegenover de men schen, die van het vervaardigen en I eve ren van zoo'n hek hun beroep maken. De raming voor het maken van een hek, volgens het oorspronkelijk plan, beliep f 7000. Burgemeester en wethouders hebben gezegd: dat kan niet, maar echter ligt er het besluit van het jaar '14 of '15 om er een te zetten. Dat men de noodzakelijkheid daarvan heeft ingezien, blijkt wel uit de palen, die daar, om te waarschuwen voor het gevaar, gezet zijn op den hoek bij de door mej. De Smidt gestichte woning. Naar sprekers meening wordt het htk daai niet gezet voor schichtige paarden en onvoor- zichtige menschen, doch om in het algemeen aan de menschen een gevoel van gerustheid te geven, daar er hen uit blijken kan, dat ze be- schermd worden. Het voorgestelde hek bestaat uit eenvoudige ijzeren palen, waarin twee ge- trokkeri ijzeren buizen als stangen zullen wor den aangebracht. Deze kunnen later versierd worden. En wat de opmerkingen betreft over andere gevaarlijke plaatsen in de gemeente dit neemt niet weg, dat daarom de gemeente haar plicht niet zou do^n. De andere wegen, die men op het oog heeft, behooren niet aan de gemeente, daaraan kan zij niets doen, maar gevaarlijke plaatsen zijn het zeker, vooral daar aan de Oostschutkolk. Er zou misschien aanleiding kunnen zijn aan Waterstaat te verzoeken, ook voorzienir gen tegen ongelukken te willen treffen. De heer VAN DEN BULCK zou dan ook zeker de aandacht willen gevestigd zien op den steilen muur langs het kanaal bij de midden- sluis. Er is daar aan de Westzijde zeer drukke passage en het is er gevaarlijk. De VOORZITTER: Misschien komt het er wel toe, dat er voorzdening wordt aangebracht. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt aangenomen met 9 tegen 3 stem-' men. Voor stemmen de heeren De Bruijne, De Bakker, Colsen, Van den Bulck, Van Aken, De Jager, Geelhoedt, Scheele en Van Cadsand; tegen stemmen de heeren Verlinde, Van Driel en Bedet. v (Wordt vervolgd. Vergadering van Vrijdag 16 Maart 1928. des namiddags 1,30 uur. Voorzitter de heer J. de Feijter, Burge meester. Tegenwoordig de leden: A. de Feijter, S. van Hoeve, A. de Koeijer, D. Dees, C. H. H. Wisse, M. Dekker, A. Haak, A. Dees, H. Bak ker, J. de Regt en A. Jansen, benevens de Secretaris J. Stolk. 1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. 2Notulen. Het vaststellen van de notulen der verga dering van 24 Februari 1.1. wordt aangehouden, aangezien de notulen nog niet in druk zijn ver schenen. 3. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van den heer D. J. Dees, houdende bericht van aanneming, onder dank- betuiging, Van zijne benoeming tot vleesch- keuringsveearts. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit schrijven aan te nemen voor keryiisgeving. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. b. Een schrijven van A. Hamelink te Othene, daarbij verzoekende eene bijdrage uit tie gemeentekas te willen verleenen tot bestrij- ding van de kosten van verpleging van zijn zevenjarig zoontje in het gesticht 's Heerenloo te Ermelo. Bij dat schrijven deelt hij*mede, dat de diaco- nie der Ned. Herv. gemeente eene bijdrage zal verleenen van f 50 per jaar. Na gehouden briefwisseling met adressant, deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat zij Hamelink meldden bereid te zijn aan den raad vooH% stellen van gemeentewege eene bijdrage te verleenen van f 250 per jaar. Onder mededeeling, dat opname in een ge sticht, volgens geneeskundige verklaring, van het hier bedoelcfe jongetje noodzakelijk is, stel len Burgemeester en Wethouders voor eene bijdrage te verleenen van /250 per jaar. De heer WISSE merkt op, dat de diaconie der Ned. Herv. Kerk wel wat weinig geeft. Zal de man nu met de voorgestelde bijdrage vol doende geholpen zijn? De VOORZITTER deelt mede. dat de man bereid is om zelf ook een tamelijk bedrag in de verplegingskosten van zijn zoontje bij te dragen; nu moet zijn vrouw er voor thuis blij- ven, maar als dat zoontje in een gesticht is, kan zij ook uit werken gaan of veldarbeid gaan verrichten, en Burgemeester en Wethou ders kregen de overtuiging, dat zij dan op de ze wijze die zaak voor elkaar zouden kunnen krijgen. Zij hebben geoordeeld, dat de toestand zoo niet kon blijven en het met het oog op de belamgen der omgeving gewenscht was, dat het kind in een gesticht wordt opgenomen. Wat de hoegrootheid der bijdrage van de ker- kelijke diaconie betreft, daar kunnen Burge meester en Wethouders niet tusschen komen, dat is een zaak tusschen den belanghebbende en die diaconie. De heer HAAK vraagt, hoe groot de ver plegingskosten per jaar kunnen zijn. De VOORZITTER: Tusschen de vijf of zes honderd gulden, doch wij hebben den indruk gekregen, dat, als de man eens met den di- recteur der inrichting gaat onderhandelen, dat bedrag nog wel wat verminderen zal; wij kun nen daar echter verder niets van zeggen. De heer HAAK merkt' op, dat dan, met de bijdrage van de kerkelijke diaconie, adressant f 300 toelage krijgt, maar hij dan toch zelf nog f 300 moet betalen. Hij acht het tooh nog- al bezwaarlijk, dat iemand van den werkenden stand uit zijn. verdiensten f 300 moet afzonde- ren voor het verplegen van een kind in een gesticht. Mogelijk wordt het wat verminderd, maar als ze er aan vasthouden komt de man toch voor een zeer bezwarende uitgaaf. De reden, waarom de diaconie niet meer geeft, is hem niet bekend. De heer VAN HOEVE merkt op, dat adres sant aan Burgemeester en Wethouders heeft geschreven dat, indien de zaak geregeld wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemees ter en Wethouders, zij loopt. Hij begrijpt dus niet, waar alles in orde is, waarom het noodig is hierover n.u nog redevoeringen te houden. De heer HAAK was daarvan niet op de hoog te en kan zich na de mededeeling van den heer Van Hoeve met het voorstel vereenigen. De heer JANSEN merkt op, dat adressant met de 250 van de gemeente, nu 300 krijgt, en men heeft van den Voorzitter ge hoord dat de verplegingskosten f 700 zullen be loopen, zoodat de man jaarlijks voor f 400 zal blijven zitten. Hij is van oordeel, dat de ker kelijke diaconie in deze al zeer stiefmoederlijk voor den dag komt. De VOORZITTER: Dat is geen zaak van ons; de man heeft ons echter meegedeeld dat hi) er zoo mee voort kan. U moet in aanmerking nemen, dat hij #an toch ook heel wat gemak- kelijker komt te zitten; hij moet dan toch ook niet voor voedsel en kleeding voor het jongetje zorgen, terwijl zijn vrouw door uit werken te gaan in de gelegenheid komt de gezinskosten te versterken. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. c. Een schrijven luidende als volgt: Ondergeteekende P. E. Dieleman te Honte- nisse, geeft met verschuldigden eeibied te ken nen, dat zij met ingang 1 Januari 1928 tij- delijk is benoemd als vakonderwijzeres hi de nuttige handwerken aan de openbare lagere school te Groote Huijssenspolder voor den tijd van een jaar; dat haar d,eze benoeming heel zonderling voorkomt, omdat, na het eindigen van het jaar, toch zeker wel een vakonderwijzeres noodig zal blijven, dus doorloopend en niet tijdelijk; dat er voor de gemeente wsl een kleln 1 or- deeltje aan verbonden is aan een dergelijke benoeming, doch de nadeelen voor ondergetee kende zeer bezwarend zijn, te weten: dat, volgens uitspraak van den Minister, een tijdelijke onderwijzeres nooit in vasten d:'enst kan overgaan; dat elk jaar als diensttijd. verloi en is en niet meetelt; dat zij bij sollicitatie naar een nieuwe be trekking, verre ten achter staat bij de andere sollieitantenomdat de nieuwe gemeente direct de tijdelijke dienstjaren moet inkoopen voor pensioen voor haar en dat uitstel, door moge-- lijke veranderin.g van wetten in de toekomst, voor haar onbetwistbaar beteekent: geen kans meer voor benoeming tot onderwijzeres in een andere gemeente. Burgemeester en Wethouders heriu'neren er den raad aan, dat mej. Dieleman in de verga dering van 30 December 1.1. werd benoemd tot vakonderwijs in de nuttige handwerken aan de openbare lagere school in den Grooten Huijssenspolder, voorloopig voor den tijd van een jaar. De raad besloot daartoe, op voorstel van Bur gemeester en Wethouders, op grond van de overweging, dat aan de school in den Grooten Huijssenspolder eene wijziging in den aard van het personeel moest plaats hebben. Zij waren daarbij uitgegaan van den gedach- tengang van de benoeming van mej. Dieleman te doen plaats hebben voorloopig voor een jaar, om, na in het jaar 1928 opgedane ervaring, tijdig met voorstellen te komen hoe in 1929 de zaak te regelen. Mej. Dieleman kreeg, bij schrijven van Bur- gemeestef en Wethouders van 30 December 1927, kennis als hoedanig zij was benoemd en nam die benoeming zonder voorbehoud, b'ijkeiis bericht van 2 Januari 1928, aan. Burgemeester en Wethouders meenen dus, hun vorenvermeld standpunt handhavende, dat

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5