BIN NENLANO. B UII T EN LA NO. Esn product der Sunlight Zeep Fabrieken rNGEZONDEM MEDEDEELINGEN. \A\ TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De behandeling van het wetsontwerp lot vervroegde invoering van den 7jarigen leerplicht wordt voortgezet. De heer v. d. Heuvel (A.-R.) li«ht een amendement op art. 3 toe, strekkende. 1 leexlingen, die 7 jaar school hebben ge- gaan en de 7 klassen geheel doorloopen hebben, niet te dwingen tot hun Hde jaar de school te bezoeKen; 2. gemeente- en schoolbesturen niet te dwingen een 8ste leerjaar in te richten; 3. te voorko- men, dat niet in de eerste helft van een schooljaar leerlingen de school verlaten. De heer Gerhard (S.-D.) bestrijdt het amendement, de bedoeling van de Leer- plichtwet is toch ook, dat de kinderen niet voor een bepaaiden leeftijd de school ver laten. i>e heer Suring (R.-K.) heeft eveneens ernstige bezwaren tegen het amendement. Laat men liever aandringen op wijziging van de bepaling, dat een kind van 5x/> jaar op scliool Kan worden toegelaten. Mej. Westerman (V.-B.sluit zich ge heel bij den heer Suring aan. De heer Van VVijnoergen (R.-K.) is van oordeel, dat toch met die kinderen die op d1/2 )aar op school zijn gekomen en de zevenjaarslessen hebben doorloopen, rekening wordt gehouden. De heer Wintermans (R.-K.), is bereid tegen het amendement te stemmen, als de Minister den toelatingsleeftijd voor de school op zes jaar zal willen stellen. De heer Ketelaar (V.-D.geeft den heer Van den Heuvel in overweging zijn amendement in te trekken, omdat d* wet niet behoort te worden ingesteid op een uitzonderingsgeval. De heer Kersten (S.G.P.) is tegen de vernoog.ng van den toeiatingsieettijd tot zes jaar. Minister Waszink heeft ernstige be zwaren tegen het amendement en sluit zich ie dien aanzien aan bij de bestrijders. De vraag, oi hij bereid is te bevorderen den toelatingsleeftijd op zes jaar te bren- gen, kan spreker niet zoo dadelijk beant- woorden. Hij zal dat nagaan. De ge- meentehesturen zijn reeds nu bevoegd, een hoogeren toelatingsleeftijd vast te stellen. Na re- en dupliek wordt het amende- ment-Van den Heuvel verworpen met 56 tegen 23 stemmen. Bij artikel drie wijst' de heer Van Za- delhoff (S.-D.) op de slappe toepassing van de wet ten aanzien van de vervolging van onwettig schoolverzuim. Minister Waszink zegt toe op strenge uitvoering van de Leerpiichtwet te zullen aandringen. Bij art. 4 licht de heer Bijleveld (A.-R.) een amendement toe, om te bepalen, dat de kinderen, die op 30 Juni a.s. vrij zullen zijn van de leerverplichting, vrij zullen bliiven. De heeren Gerhard (S.-D.) en Ketelaar (V.-D.) verdedigen het amendement, dat door den Minister wordt overgenomen. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 60 tegen 19 stemmen. RADIO-TELEFONIE NEDERLAND—INDIe. Men meldt, dat de Minister van Wa- terstaat, Mr. Van de Vegte, gistermiddag omstreeks twee uur (Indische tijd: om- streeks negen uur in den avond) een tele- fonisch gesprek heeft gehad met den di- recteur van het departement van Gouver- nementsbedrijven in Ned.-Indie, ir. D. de 1 Jongh, te Bandoeng. \v ederkeerig werden woorden van hulde geuit aan het adres van degenen, die de radio-verbinding tusschen Neder- land en Indie tot stand brachten. Het gesprek duurde enkele minuten; de stemmen klonken even duidelijk als bij een gewoon stads-telefoongesprek. DE ONRUST IN ARABIe. Het gerucht, dat Ibn Saoed, de koning van Nedzjd en Hedzjas zijn noordelijke buren Koweit, Irak en Transjordanie den heiligen oorlog zou hebben verklaard is, schrijft de N. R. Crt, uit Basrah, waar men het weten kan, tegengesproken en Maandag heeft Amery, de Engelsche mi nister van kolonien, dat dementi beves- tigd, zij het in den min stelligen vorm, dat het gerucht ..klaarblijkelijk overdreven was. De opvatting van den minister, dat de jongste |ianvallen van de Wahabieten in de grensstreken waarschijnlijk tegen den zin van den Arabischen heerscher zijn on- dernomen, was eqhter in strijd met de tijdingen uit Basrah, die inhouden, dat Ibn Saoed zich niet langer verzet tegen de strooptochten van de krijgszuchtige stammen tegen de randstaten in het noor- den. In een soort krijgsraad, te Rijad (beoosten Medina) gehouden, moet hij zelfs de leiders dier stammen hebben aan- gemoedigd en hun geweren, munitie, ten- ten en levensmiddelen hebben verschaft en beloofd. Minder optimistisch dan de vertegen woordiger der regeering, vraagt de pers in Engeland, onder welks bescherming de drie bedreigde gebieden staan, zich af wat Ibn Saoed tot zijn onverwachte ver- andering van houding kan hebben be- wogen. Ofschoon de Wahabieten fana- tieke Mohammedaansche puriteinen zijn, heeft de zwenking met pan-Islamisme ver- moedelijk niets gemeen. Enkele bladen opperen de onderstelling, dat de koning wiens invloed aan het tanen zou zijn, tegen den aandrang van de machtigste sjeichs niet meer op kan en nu maar is ge- zwicht. Als drt juist is, zal het metter- tijd wel blijken, maar voorshands zijn we geneigd er aan te twijfelen, daar Ibn Saoed een te krachtige en te zelfbewuste figuur is, om de leiding uit handen te geven en zich tegen zijn zin in een avon- tuur te laten betrekken, dat onbereken- bare gevolgen kan hebben. Aannemelij- ker lijkt het, dat de koning de door mis- oogst aangewakkerde stxijdlustige stem ming zijner stamhoofden te baat wil ne- men om met name tegen Irak op te tre- den, welker bevolking met den door En geland op den troon gezetten koning beisal al even ontevreden moet zijn, als de bevolking van Hedzjas het voor zijn onttroning door Ibn Saoed was met ko ning Hoessein. Misschien rekent Ibn Saoed er op, dat Engeland Eeisal even gemakkelijk zal laten schieten als inder- tijd Hoessein, maar dan misrekent hij zich stellig. Bij Irak zijn wegens de petro leum in Mosoel veel grootere Britsche beiangen becrokken dan bij Hedzjas en bovendien is Irak een mandaat, door den V olcenoond aan Engeland toevertrouwd. De Engelsche diplomatic zal op dit stuk Ibn Saoed wel gauw uit den droom hel- pen en deze zal zich dan nog wel eens tweemaal bedenken voor hij met een zoo machtig tegenstander den strijd aanbindt. TER NEUZEN, 14 Maart 1928. Uit „HULP IN NOOD". de laatste kwartaalrekening van het Uitkeeringsfonds bij zieMe „Hulp in nood" alhier, blijkt, dat over de maanden December-bebruari is ontvangen f 608,25 wegens contributie, buitengewone 4nkom- sten f 240,02, samen 848,27; de uitga- ven waren wegens uitkeering aan zieken f 1193,25, bodeloon 78, buitengewone uitgaven 130,74, totaal f 1401,99. Het nadeelig verschil is dus f 553,72, waar- door het bezit van het fonds daalde tot 6883. Uit vorenstaande blijkt, dat het fonds over dit kwartaal een belangrijk tekort heeft te boeken. lets, dat een dergelijke vereeniging zorg moet baren, aangezien de reserve, in verband met het aantal leden van het fonds, niet zoo sterk kan worden geacht. Geconstateerd kan wor den, dat het fonds gedurende zijn bestaan voor velen inderdaad ,,Hulp in den nood' heeft beteekend. Het is zeker een der nuttigste vereenigingen onzer gemeente; zij is opgericht door initiatief uit de ar- beiderskringen en wordt steeds met groo- te toewijding door personen uit die krin- gen beheerd. Moge de aanwijzing, dat ,,Hulp in nood" door zulke resullaten zelf wel eens ,,in nood' zou kunnen komen te verkeeren, aanleiding zijn tot toetre- ding van nieuwe leden, vooral van bui tengewone leden", op wier financieelen steun hoogen prijs wordt gesteld. MANNENVEREENIGING MATH. 12 20. Omtrent deze in het lokaal ,,Eben- Haezer" in de Kerkhoflaan alhier g^ves- tigde vereeniging schrijft men ons van bevriende zijde, dat zij dezer dagen haar 25jarig bestaan herdacht. Het ledental blijft klein, doch was den laatsten tijd weer stijgende. De vereeniging begon met een schuld van f 2200, welke was ge- daald tot f 100 en men hoopt het tij dstip te beleven, dat die schuld geheel zal zijn aangezuiverd. Dat, ondanks, het geringe aantal leden, in de eerste jaren zooveel kon worden afgelost, werd mogelijk ge- maakt door collecten en giften van hier en uit de omgeving, zelfs ook uit Vlissin- voor landbouw en veeteelt, "Industrie en verkeerswezen, middenstand en arbeid, volksgezondheid een algemeene wel- vaart, bet brengen ook tot hooger peil van beschaving. Voor- en tegenstanders: ook tegenstanders die inderdaad toch wel eens blijk geven hun oppositie moeilijk te kunnen laten varen en door een te vroege critiek zoo moeilijk objectief kunnen oor- deelen; tegenstanders zelfs die blijk gaven hun oppositie te ontleenen aan persoon- lijkheden of verdachtmakingen van perso nen. Hoe ignobel dat ook was, er is hier niets te verbergen. De Raad van Toe- zioht zoowel als van Commissarissen stond steeds op den voorgrond het belang van Z.-Vlaanderen, van ons eigen land en volk. Groot was de teleurstelling dan ook zoowel bij Provincie als Rijk en bij Commissarissen, dat waar met zoo'n groote voortvarendheid was doorgewerkt, na het met algemeene stemmen genomen besluit der genteenten-aandeelhoudsters, dat er stremming moest komen in de werk- zaamheden door een oppositie van meer- dere zijdeji. Ware dit anders geweest, men zoude met den bouw reeds bezig zijn, waardoor meteen een prachtige werke- loosheidbestrijding zoude zijn bereikt. Regeering, Rijksbureau, Commissaris sen, en zoovele anderen stelden volledig vertrouwen in de zaak en konden geen oogenblik ter goeder trouw er ook maar aan denken, dat nu de zaak zoover was gevorderd en slechts formeel besluiten moesten worden genomen, ter uitvoering van een eerder genomen besluit, sommige raden daarop zouden reageeren. Intusschen de oppositie is er. De taak Uwer Commissie is deze samen te vatten. want de een heeft geheel andere redem tot oppositie dan de ander. Ligt het bij som- migen in persoonlijkheden, bij anderen ligt dit in de vraag of niet alleen voor Oostelijk Z.-Vlaanderen de waterleiding er moet komen, dewijl dat veel goedkoo per zal zijn, naar men verwacht. Bij weder anderen ligt het in de vraag of de oecono mische toestand van het heden toelaat te eischen, dat men slecht ot onvoldoende drinkwater hebbend, aansluiten moet, dus bezwaar tegen de van het Rijk geeischte aansluitingsplicht. "Weder anderen willen ae vermoeaeiijbe tarieven, al moeten deze in overleg met elkander nog worden vastgesteta, nog eens onderzoeicen en vin- den aie oogenscbijnJijk te hoog. Nog eens anderen, en dat is bet zwarte conserva tisme, zijn perse er tegen. Uok vroeger ging het goed en werden de menschen V elen hebben bovendien van meetaf niet aiies geiezen en gevoigd en kunnen zoo moemjJc besluiten het werk hunner voorgangers en besturen Voort te zetten ot veruouwen te geven aan nen, die er zich voor gaven. Uaarnevens beerschte veel misverstand. Dit anes zai de Commissie moeten onder zoeicen. Haar taax is in een overzicbt de oppositie te vereenigen en te onderzoeken onoevangen, onbeKrompen, met eerlijk- heid, oujectiet; onderzoeKen ook, of in vergelijking met andere deelen van ons laiia, van Zeeiand speciaal, de plannen der Mij. zoo nadeelig zijn wat den opzet betreit; ot bier een onevenred.g dure ta- rietsbetfmg noodig zal zijn, vergeleken met bcbouwen, 1 holen en andere deelen van bet gewest. UnderzoeKen of ver- piichting tot aansluiting noodig is, ook met de restrictien die er later bijgevoegd zijn. OnderzoeKen ot de oeconomische suuatie van Z.-Vlaanderen zoodanig stecbt is, dat bijzondere hulp van Rijks- wege in het aicjemeen belang moet wor den geboden. Onderzoeken of de ligging van z^.-v laanderen een zooaanig bijzon dere is, dat de biiiijkheid eischt, dat een bijzondere voorziening met bijzondere huip worde getrotten. Die taak is hoogst verancwoordeii]K. Want van Uw rapport kan voor de verre toekomst voor Z.- Viaanderen zoo oneindig veel afhangen. Z.- v iaanderen kan nog meer achteruit- gaan; net Kan ook bij weder opleving der INGEZONDEN MED EDEELINGEN. ideermalen is de vraag geopperd, wat zaken tot grooter bloei worden gebracht; met het lokaal zal geschieden, indien dit door een waterleiding, waaidoor geheel het eigendom der vereeniging is geworden en deze door gebrek aan be- langstelling zou worden opgeheven. Hier- omtrent kan worden meegedeeld, dat als- dan door de overgebleven leden en eere- leden.over de eigendommen zal worden beschikt overeenkomstig de bepaalde regelen van het Burgerlijk Wetboek, d.w. z., dat eerst alle schulden moeten worden afgelost en dat alsdan het overschot zal worden b?stemd voor zaken, die het meest met het doel der vereeniging in overeen- stemming zijn. COMMISSIE VAN ONDERZOEK ZEEUWSCH-V LAAMSCHE WATERLEIDING. Dinsdag j.l. kwam te Ter Neuzen de Commissie bijeen, die ingevolge een be sluit van de Algemeene Vergadering van Aa»deelhouders der Naamlooze Vennoot- schap Zeeuwsch-Vlaamsche Waterlei ding Maatschappij werd ingesteid om een onderzoek in te stellen naar de plannen en den opzet van de Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding en zulks naar aanleiding van de oppositie uit velerlei kring, welke zch den laatsten tijd deed gelden. De Voorzitter der N.V. Mr. P. Diele- man presideerde de bijeenkomst en hield de volgende •installatierede: Met instemming der algemeene verga dering van Aandeelhouders is Uwe Com missie benoemd door den Raad van Com missarissen. Deze hebben de aandeel- houdsters in de gelegenheid gesteld per sonen voor te dragen. Zij hebben zich gesteld op een onbe- krompen standpunt en mannen genomen uit geheel Zeeuwsch-Vlaanderen, uit el- ken kring, zoowel uitgesproken tegenstan ders als voorstanders, omdat steeds dit alras eenheid van verzorgingsgebied op den voorgrond stond, daarop steeds ge- baseerd was de hulp van, Rijk en Provin cie, het initiatief zelfs uitging van het Westen en dit nooit dan tegen veel te hooge kosten anders den zegen van een waterleiding zou krijgen om dit toch vooi zijn ontwikkeling evenzeer behoeft als ieder ander deel van Zeeiand. Uit elken kring: omdat het een algemeen belang is overigens de energie, het taaie volhar- dingsvermogen en de noeste vlijt van het Z.-Viaamscbe volk waarborgen biedt. Wat nu geschtedt is, is een unicum, n.l. dat men besioot tot een groot werk in het algemeen belang en nog in de voorberei- ding zijnde, zich weer terugtrok. In ons land is zulk een voorbeeld niet bekend. Zeker maakt dit geen verheffenden in- druk. Laat het rapport der Commissie toonen hoe men geheel objectief in staat is met open oog en verren blik in den toe komst de zaak te bezien. De Commissie is natuuriijk te groot voor werkcommissie. Het is veel eerder de bedoeling dat deze commissie een kleine werkcommissie van b.v. 7 personen benoemt, die het onderzoek leidt, het rap port voorbereid en dit daarna in de breede commissie behandelt. Dit wordt zoo toch een atgemeen vastgesteld rapport, aan Commissarissen uit te brengen. Deze kun nen zich naar aanleiding daarvan beraden welke voorstellen zij aan de aandeelhoud- sters zullen doen of eventueel ook aan de Regeering. Wij wiiden niet U eenig voor- stel doen om dezen of genen te benoemen, zelfs niet den voorzitter van wiens leiding voor# den gang van de werkzaamheden zoov'eel kan afhangen. Niet ieder is trou- wens daarvoor bereid en nog veel minder gesohikt. Benoem in ieder geval iemand die tijd heeft en bekwaamheid, want waarlijk het zijn moeilijke zaken. Hoeveel moeite kostte het de meesten onder U om den gang van zaken en den opzet eener waterleiding te begrijpen, vooral ook finantieel met de risicogarantie en het buiten bezwaar blijvend der gemeentekas. Politiek blijve aan de beoordeeiing vreemd. Deskundige voorlichting is on- getwijfeld noodig: het Rijksbureau is be reid deze te geven. De Minister geeft daartoe vrijheid. Dit bureau gaf zich ge heel aan de zaak, beschikt over ervaring over het gehcele land en heeft geen ander belang bij de zaak dan het dienen van het algemeene. De Minister heeft nog eeniige gelden voor de Commissie be- schikbaar gesteld om de noodigste kosten uit te betalen. De noodige stukken zijn natuuriijk op het Rijksbureau ter inzage. aswmfflm Persoonlijk wanhoop ik nog niet aan Z.-Vlaamsche trouw, aan Z.-Vlaamsche onbevangenheid. Er is meer moeilijk werk van groote beteekenis in eendracht en on- derling vertrouwen tot stand gebracht. Moge de bevordering van de ontwikke- ling en den bloei van Z.-Vlaanderen in Uw handen veilig blijken te zijn. Laat in eendracht en hartelijk vertrouwen daartoe worden samengewerkt. Ik verklaar hiermede Uw Commissie voor gei'nstalleerd. Deze eerste vergadering wil ik gaarne leiden voor de benoeming van een Voor zitter en een moderamen. Ik zou raden dat het moderamen zelf een secretaris be- noemde. Hei moderamen kan zelf eventueel op een tweede vergadering met U in overleg de werkwijze bepalen. Daarna werd overgegaan tot de ver- kiezing van een Voorzitter en zes leden van het uit 7 personen samen te stellen moderamen. Voorzitter werd den heer J. G. van Niftrik te Dordrecht, oud lid van Gede- puteerde Staten van Zeeiand en oud-wet- houder van Vlissingen. In het moderamen werden gekozen: uit de groep der industrieelen: A. H. L. de Bel te Sas van Gent; uit de groep hygiene: Dr. W. J. Mazola te Hulst; uit de' groep der gemeenten: Dr. G. Ramaker te Breskens; uit den groep van den arbeid: M. C. GSerts te Hulst; uit den groep van den landbouw: A. I. Leenhouts te Retranchement; uit de groep van den middenstand: N. Harte te Ter Neuzen. RIJKSPOSTSPAARBANK. Aan het postkantoor alhier, werd in den loop der maaud Februari, op spaarbank- boekjes ingeiegd f 15.2/2,73, en terugbe- taafd J !4./U2,/9. Uerhalve meer ingeiegd dan terugbe- taald f 569,94. Het aantal nieuw uitgegeven spaar- bankboekjes bedroeg 21. Door tusschenkomst dezer kantoren werd ter Dir'ectie op staatsschuldboekjes ingeschreven nominaal f 1.700. Uerhalve meer in- dan afgeschreven f 1.700. Het aantal nieuw uitgegeven staats schuldboekjes bedroeg 2. Tot aankoop van Nationale Schuld ten behoeve van inleggers werd uitgevoerd 1 order, tot een nominaal bedrag van 400. Maatrsgelen in het belang van den socialen en economischen toestand van Zeeuwsch-Vlaanderen. De Minister van Financien, voorzitter van den raad van Ministers, heeft geant- woord op vragen van den heer Korten- horst betreftende het nemen van maat- regelen in het belang van den socialen en econpmischen toestand van Zeeuwsch- Vlaanderen. De hogveelheid wenschen, welke zoo wel uit Zeeuwsch-Vlaanderen als uit an dere deelen van het rijk aan de regeering bekend wordt, is onbeperkt en breidt zich dan ook voortdurend uit. V'ele regee- ringsdaden zijn het gevolg van wenschen van eenig deel der bevolking, welke aan de regeering bekend zijn geworden. Van de wenschen, welke der regeering bekend zijn geworden, is een deel redelijk, een ander deel onredelijk. Van eerstge- noemd deel is verder een gedeelte voor inwilliging vatbaar, een ander niet of nog niet. Een opsomming van alle wenschen omtrent den socialen en economischen toestand van Zeeuwsch-Vlaanderen, wel ke in den laatsten tijd aan de regeering en meer speciaal aan de Ministers van Waterstaat en van Arbeid, Handel en Nijverheid bekend zijn geworden, zou dan ook in hoofdzaak slechts aantoonen, dat ook in Zeeuwsch-Vlaanderen, evenals overal elders, naast menschen met een juist oordeel over de taak eener landsre- geering, dezulken wonen, die voor ieder euvel of vermeend euvel de landsregee- ring aansprakelijk stellen, althans van haar hulp en uitkomst verwachten. Omtrent de werkloosheid in Zeeuwsch- Vlaanderen valt het navolgende mede te deelen: Bij 15 correspondentschappen der ar- beidsbemiddeling in Zeeuwsch-Vlaande ren, vooral in het oostelijk deel, waren oo het einde van elk der maanden in 1.927 en van Januari 1928 de volgende aan.tal- len werkzoekenden ingeschreven: Januari 1927 1167 Februari 1046 Maart 1004 April 851 Mei 671 Juni 527 Juli 411 Augustus 328 Septemb. 315 October 379 Novemb. 561 Decemb. 1286 Januari 1928 1398 Uit gegevens, verzameld in het begin van Februari 1927 en begin Februari 1928 door den directeur der districtsarbeids- beurs te Ter Neuzen, waarbij van de 34 gemeenten in 1927 23 gemeenten gegevens inizonden en in 1928 25 gemeenten, en welk onderzoek omvatte zoowe4 de werk- lobzen, ingeschreven bij de organen dei arbeidsbemiddeling, als de werkloozen, niet bij de arbeidsbemiddeling ingeschre ven, blijkt, dat in Februari 1927 in bedoel- de gemeenten 1823 werkloozen waren, in Februari 1928: 2085, waarvan waren 1362 landarbeiders, 302 transportarbeiders, 128 bouwvakarbeiders (timmerlieden, metse- laars en opperlieden), 53 fabrieksarbei- ders, 12 schilders, 20 arbeiders in andere beroepen en 211 arbeiders zonder be- paaid beroep. Hoewel hierbij, gelijk uit bovenstaande cijters blijkt, de onontkoombare winter- weirkfoosheid van zeer grooten invloed is, valt niet te ontkennen, dat de economische toestand van dit gewest te wenschen overiaat, zelfs meer dan van de meeste andere dedLen van het Rijk. Vergeleken met den toestand voor den oorlog valt te constateeren, dat de bevol king thans in mindere mate haar bestaan vindt in: a. het vervoer over de haven van Ter Neuzen; b. het periodiek in min of meer groote ploegen gaan werken in Duitschland en elders; c. in den landbouw, welke thans min der arbeid van volwassen mannen vraagt. Ook is de in de oorlogsjaren tot snelle uitbreiding gekomen vlasindustrie na die abnormale periode weer snel teruggeloo- pen. Verder is van invloed op de werk loosheid het groote verschil in" levenspeiJ. althans in kosten van levensonderhoud, tusschen Belgisch- en Zeeuwsch-Vlaan deren. Gevolgen hiervan zijn o.a., dat vele Belgische arbeiders in Nederland komen werken, wat voor den oorlog in hoofd zaak het geval was in de groot-industrie; dat in Nederland wonende arbeiders in Belgie geen voldoend loon kunnen ver- dienen; dat de kleinhandel in sommige ar- tikelen zijn afnemers, nog meer dan vroe ger reeds het geval was, over de greiw hun inkoopen ziet doen. De economisch belangrijkste bedrijfstak, nl. de landbouw, wijkt, wat de uitkomsten betreft, niet in bijzondere mate af van de overeenkomstige bedrijven in andere dee len van het land. De hier vrij veel voor- komende vlasbouw heeft over de prijzen miinder te klagen dan de verbouwers van menig ander gewas. De verschiliende omstandigheden heb ben niet geleid tot financieele moeilijk- heden der gemeenten als in andere deelen van' het land blijkens het belastingpeil hier en daar voorkomen. 3. De regeering is voortdurend bezig voor het geheele land maatregelen in het economisch belang te treffen. Deze be staan in de meest uiteenloopende daden van wetgevenden en uitvoerenden aard, welke zich bezwaarlijk leenen tot een vol- ledige opsomming. Voor zoover Zeeuwsch-Vlaanderen door bijzondere oorzaken economisch schade lijdt, zijn of worden maatregelen genomen om, hetzij de oorzaken weg te nemen, hetzij de gevolgen te verzachten. Voor een belangrijk deel moet de zorg der regeering er op gevestigd zijn, daar- bij de eigen taak van de inwoners der streek en van de besturen van water- schappen, gemeenten en provincie niet aan zich te trekken en zoodoende de hoofdbron van de welvaart, welke initia tief bij de belanghebbenden berust, on- werkzaam te maken. Maatregelen van den laatsten tijd, welke in het bijzonder Zeeuwsch-Vlaan deren betreffen, in verband met locale beiangen en moeilijkheden zijn: het instellen eener permanente advies- commissie voor de vlasbewerking, meet speciaal in het zuiden des lands (door den Minister van Binnenlandsche Zaken e« Landbouw) subsidies voor werkverschaffing an* K&eykimlliiiilllll I OUU. fle?,en AmSterda™- t u>, weucx u„cV1u« uci

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 2