BIN NENLANO.
B UII T EN LA NO.
Esn product der
Sunlight Zeep
Fabrieken
rNGEZONDEM MEDEDEELINGEN.
\A\
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De behandeling van het wetsontwerp
lot vervroegde invoering van den 7jarigen
leerplicht wordt voortgezet.
De heer v. d. Heuvel (A.-R.) li«ht een
amendement op art. 3 toe, strekkende. 1
leexlingen, die 7 jaar school hebben ge-
gaan en de 7 klassen geheel doorloopen
hebben, niet te dwingen tot hun Hde
jaar de school te bezoeKen; 2. gemeente-
en schoolbesturen niet te dwingen een
8ste leerjaar in te richten; 3. te voorko-
men, dat niet in de eerste helft van een
schooljaar leerlingen de school verlaten.
De heer Gerhard (S.-D.) bestrijdt het
amendement, de bedoeling van de Leer-
plichtwet is toch ook, dat de kinderen niet
voor een bepaaiden leeftijd de school ver
laten.
i>e heer Suring (R.-K.) heeft eveneens
ernstige bezwaren tegen het amendement.
Laat men liever aandringen op wijziging
van de bepaling, dat een kind van 5x/>
jaar op scliool Kan worden toegelaten.
Mej. Westerman (V.-B.sluit zich ge
heel bij den heer Suring aan.
De heer Van VVijnoergen (R.-K.) is
van oordeel, dat toch met die kinderen
die op d1/2 )aar op school zijn gekomen en
de zevenjaarslessen hebben doorloopen,
rekening wordt gehouden.
De heer Wintermans (R.-K.), is bereid
tegen het amendement te stemmen, als de
Minister den toelatingsleeftijd voor de
school op zes jaar zal willen stellen.
De heer Ketelaar (V.-D.geeft den
heer Van den Heuvel in overweging zijn
amendement in te trekken, omdat d* wet
niet behoort te worden ingesteid op een
uitzonderingsgeval.
De heer Kersten (S.G.P.) is tegen de
vernoog.ng van den toeiatingsieettijd tot
zes jaar.
Minister Waszink heeft ernstige be
zwaren tegen het amendement en sluit
zich ie dien aanzien aan bij de bestrijders.
De vraag, oi hij bereid is te bevorderen
den toelatingsleeftijd op zes jaar te bren-
gen, kan spreker niet zoo dadelijk beant-
woorden. Hij zal dat nagaan. De ge-
meentehesturen zijn reeds nu bevoegd, een
hoogeren toelatingsleeftijd vast te stellen.
Na re- en dupliek wordt het amende-
ment-Van den Heuvel verworpen met
56 tegen 23 stemmen.
Bij artikel drie wijst' de heer Van Za-
delhoff (S.-D.) op de slappe toepassing
van de wet ten aanzien van de vervolging
van onwettig schoolverzuim.
Minister Waszink zegt toe op strenge
uitvoering van de Leerpiichtwet te zullen
aandringen.
Bij art. 4 licht de heer Bijleveld (A.-R.)
een amendement toe, om te bepalen, dat
de kinderen, die op 30 Juni a.s. vrij zullen
zijn van de leerverplichting, vrij zullen
bliiven.
De heeren Gerhard (S.-D.) en Ketelaar
(V.-D.) verdedigen het amendement, dat
door den Minister wordt overgenomen.
Het wetsontwerp wordt aangenomen
met 60 tegen 19 stemmen.
RADIO-TELEFONIE
NEDERLAND—INDIe.
Men meldt, dat de Minister van Wa-
terstaat, Mr. Van de Vegte, gistermiddag
omstreeks twee uur (Indische tijd: om-
streeks negen uur in den avond) een tele-
fonisch gesprek heeft gehad met den di-
recteur van het departement van Gouver-
nementsbedrijven in Ned.-Indie, ir. D. de
1 Jongh, te Bandoeng.
\v ederkeerig werden woorden van
hulde geuit aan het adres van degenen,
die de radio-verbinding tusschen Neder-
land en Indie tot stand brachten.
Het gesprek duurde enkele minuten; de
stemmen klonken even duidelijk als bij
een gewoon stads-telefoongesprek.
DE ONRUST IN ARABIe.
Het gerucht, dat Ibn Saoed, de koning
van Nedzjd en Hedzjas zijn noordelijke
buren Koweit, Irak en Transjordanie den
heiligen oorlog zou hebben verklaard is,
schrijft de N. R. Crt, uit Basrah, waar
men het weten kan, tegengesproken en
Maandag heeft Amery, de Engelsche mi
nister van kolonien, dat dementi beves-
tigd, zij het in den min stelligen vorm, dat
het gerucht ..klaarblijkelijk overdreven
was.
De opvatting van den minister, dat de
jongste |ianvallen van de Wahabieten in
de grensstreken waarschijnlijk tegen den
zin van den Arabischen heerscher zijn on-
dernomen, was eqhter in strijd met de
tijdingen uit Basrah, die inhouden, dat Ibn
Saoed zich niet langer verzet tegen de
strooptochten van de krijgszuchtige
stammen tegen de randstaten in het noor-
den. In een soort krijgsraad, te Rijad
(beoosten Medina) gehouden, moet hij
zelfs de leiders dier stammen hebben aan-
gemoedigd en hun geweren, munitie, ten-
ten en levensmiddelen hebben verschaft
en beloofd.
Minder optimistisch dan de vertegen
woordiger der regeering, vraagt de pers
in Engeland, onder welks bescherming de
drie bedreigde gebieden staan, zich af
wat Ibn Saoed tot zijn onverwachte ver-
andering van houding kan hebben be-
wogen. Ofschoon de Wahabieten fana-
tieke Mohammedaansche puriteinen zijn,
heeft de zwenking met pan-Islamisme ver-
moedelijk niets gemeen. Enkele bladen
opperen de onderstelling, dat de koning
wiens invloed aan het tanen zou zijn,
tegen den aandrang van de machtigste
sjeichs niet meer op kan en nu maar is ge-
zwicht. Als drt juist is, zal het metter-
tijd wel blijken, maar voorshands zijn we
geneigd er aan te twijfelen, daar Ibn
Saoed een te krachtige en te zelfbewuste
figuur is, om de leiding uit handen te
geven en zich tegen zijn zin in een avon-
tuur te laten betrekken, dat onbereken-
bare gevolgen kan hebben. Aannemelij-
ker lijkt het, dat de koning de door mis-
oogst aangewakkerde stxijdlustige stem
ming zijner stamhoofden te baat wil ne-
men om met name tegen Irak op te tre-
den, welker bevolking met den door En
geland op den troon gezetten koning
beisal al even ontevreden moet zijn, als
de bevolking van Hedzjas het voor zijn
onttroning door Ibn Saoed was met ko
ning Hoessein. Misschien rekent Ibn
Saoed er op, dat Engeland Eeisal even
gemakkelijk zal laten schieten als inder-
tijd Hoessein, maar dan misrekent hij zich
stellig. Bij Irak zijn wegens de petro
leum in Mosoel veel grootere Britsche
beiangen becrokken dan bij Hedzjas en
bovendien is Irak een mandaat, door den
V olcenoond aan Engeland toevertrouwd.
De Engelsche diplomatic zal op dit stuk
Ibn Saoed wel gauw uit den droom hel-
pen en deze zal zich dan nog wel eens
tweemaal bedenken voor hij met een zoo
machtig tegenstander den strijd aanbindt.
TER NEUZEN, 14 Maart 1928.
Uit
„HULP IN NOOD".
de laatste kwartaalrekening van
het Uitkeeringsfonds bij zieMe „Hulp in
nood" alhier, blijkt, dat over de maanden
December-bebruari is ontvangen f 608,25
wegens contributie, buitengewone 4nkom-
sten f 240,02, samen 848,27; de uitga-
ven waren wegens uitkeering aan zieken
f 1193,25, bodeloon 78, buitengewone
uitgaven 130,74, totaal f 1401,99. Het
nadeelig verschil is dus f 553,72, waar-
door het bezit van het fonds daalde tot
6883.
Uit vorenstaande blijkt, dat het fonds
over dit kwartaal een belangrijk tekort
heeft te boeken. lets, dat een dergelijke
vereeniging zorg moet baren, aangezien
de reserve, in verband met het aantal
leden van het fonds, niet zoo sterk kan
worden geacht. Geconstateerd kan wor
den, dat het fonds gedurende zijn bestaan
voor velen inderdaad ,,Hulp in den nood'
heeft beteekend. Het is zeker een der
nuttigste vereenigingen onzer gemeente;
zij is opgericht door initiatief uit de ar-
beiderskringen en wordt steeds met groo-
te toewijding door personen uit die krin-
gen beheerd. Moge de aanwijzing, dat
,,Hulp in nood" door zulke resullaten zelf
wel eens ,,in nood' zou kunnen komen
te verkeeren, aanleiding zijn tot toetre-
ding van nieuwe leden, vooral van bui
tengewone leden", op wier financieelen
steun hoogen prijs wordt gesteld.
MANNENVEREENIGING
MATH. 12 20.
Omtrent deze in het lokaal ,,Eben-
Haezer" in de Kerkhoflaan alhier g^ves-
tigde vereeniging schrijft men ons van
bevriende zijde, dat zij dezer dagen haar
25jarig bestaan herdacht. Het ledental
blijft klein, doch was den laatsten tijd
weer stijgende. De vereeniging begon
met een schuld van f 2200, welke was ge-
daald tot f 100 en men hoopt het tij dstip
te beleven, dat die schuld geheel zal zijn
aangezuiverd. Dat, ondanks, het geringe
aantal leden, in de eerste jaren zooveel
kon worden afgelost, werd mogelijk ge-
maakt door collecten en giften van hier
en uit de omgeving, zelfs ook uit Vlissin-
voor landbouw en veeteelt, "Industrie en
verkeerswezen, middenstand en arbeid,
volksgezondheid een algemeene wel-
vaart, bet brengen ook tot hooger peil van
beschaving. Voor- en tegenstanders: ook
tegenstanders die inderdaad toch wel
eens blijk geven hun oppositie moeilijk te
kunnen laten varen en door een te vroege
critiek zoo moeilijk objectief kunnen oor-
deelen; tegenstanders zelfs die blijk gaven
hun oppositie te ontleenen aan persoon-
lijkheden of verdachtmakingen van perso
nen. Hoe ignobel dat ook was, er is hier
niets te verbergen. De Raad van Toe-
zioht zoowel als van Commissarissen
stond steeds op den voorgrond het belang
van Z.-Vlaanderen, van ons eigen land
en volk. Groot was de teleurstelling dan
ook zoowel bij Provincie als Rijk en bij
Commissarissen, dat waar met zoo'n
groote voortvarendheid was doorgewerkt,
na het met algemeene stemmen genomen
besluit der genteenten-aandeelhoudsters,
dat er stremming moest komen in de werk-
zaamheden door een oppositie van meer-
dere zijdeji. Ware dit anders geweest,
men zoude met den bouw reeds bezig zijn,
waardoor meteen een prachtige werke-
loosheidbestrijding zoude zijn bereikt.
Regeering, Rijksbureau, Commissaris
sen, en zoovele anderen stelden volledig
vertrouwen in de zaak en konden geen
oogenblik ter goeder trouw er ook maar
aan denken, dat nu de zaak zoover was
gevorderd en slechts formeel besluiten
moesten worden genomen, ter uitvoering
van een eerder genomen besluit, sommige
raden daarop zouden reageeren.
Intusschen de oppositie is er. De taak
Uwer Commissie is deze samen te vatten.
want de een heeft geheel andere redem tot
oppositie dan de ander. Ligt het bij som-
migen in persoonlijkheden, bij anderen
ligt dit in de vraag of niet alleen voor
Oostelijk Z.-Vlaanderen de waterleiding
er moet komen, dewijl dat veel goedkoo
per zal zijn, naar men verwacht. Bij weder
anderen ligt het in de vraag of de oecono
mische toestand van het heden toelaat te
eischen, dat men slecht ot onvoldoende
drinkwater hebbend, aansluiten moet, dus
bezwaar tegen de van het Rijk geeischte
aansluitingsplicht. "Weder anderen willen
ae vermoeaeiijbe tarieven, al moeten deze
in overleg met elkander nog worden
vastgesteta, nog eens onderzoeicen en vin-
den aie oogenscbijnJijk te hoog. Nog eens
anderen, en dat is bet zwarte conserva
tisme, zijn perse er tegen. Uok vroeger
ging het goed en werden de menschen
V elen hebben bovendien van meetaf
niet aiies geiezen en gevoigd en kunnen
zoo moemjJc besluiten het werk hunner
voorgangers en besturen Voort te zetten
ot veruouwen te geven aan nen, die er
zich voor gaven.
Uaarnevens beerschte veel misverstand.
Dit anes zai de Commissie moeten onder
zoeicen. Haar taax is in een overzicbt de
oppositie te vereenigen en te onderzoeken
onoevangen, onbeKrompen, met eerlijk-
heid, oujectiet; onderzoeKen ook, of in
vergelijking met andere deelen van ons
laiia, van Zeeiand speciaal, de plannen
der Mij. zoo nadeelig zijn wat den opzet
betreit; ot bier een onevenred.g dure ta-
rietsbetfmg noodig zal zijn, vergeleken
met bcbouwen, 1 holen en andere deelen
van bet gewest. UnderzoeKen of ver-
piichting tot aansluiting noodig is, ook
met de restrictien die er later bijgevoegd
zijn. OnderzoeKen ot de oeconomische
suuatie van Z.-Vlaanderen zoodanig
stecbt is, dat bijzondere hulp van Rijks-
wege in het aicjemeen belang moet wor
den geboden. Onderzoeken of de ligging
van z^.-v laanderen een zooaanig bijzon
dere is, dat de biiiijkheid eischt, dat een
bijzondere voorziening met bijzondere
huip worde getrotten. Die taak is hoogst
verancwoordeii]K. Want van Uw rapport
kan voor de verre toekomst voor Z.-
Viaanderen zoo oneindig veel afhangen.
Z.- v iaanderen kan nog meer achteruit-
gaan; net Kan ook bij weder opleving der
INGEZONDEN MED EDEELINGEN.
ideermalen is de vraag geopperd, wat zaken tot grooter bloei worden gebracht;
met het lokaal zal geschieden, indien dit door een waterleiding, waaidoor
geheel het eigendom der vereeniging is
geworden en deze door gebrek aan be-
langstelling zou worden opgeheven. Hier-
omtrent kan worden meegedeeld, dat als-
dan door de overgebleven leden en eere-
leden.over de eigendommen zal worden
beschikt overeenkomstig de bepaalde
regelen van het Burgerlijk Wetboek, d.w.
z., dat eerst alle schulden moeten worden
afgelost en dat alsdan het overschot zal
worden b?stemd voor zaken, die het meest
met het doel der vereeniging in overeen-
stemming zijn.
COMMISSIE VAN ONDERZOEK
ZEEUWSCH-V LAAMSCHE
WATERLEIDING.
Dinsdag j.l. kwam te Ter Neuzen de
Commissie bijeen, die ingevolge een be
sluit van de Algemeene Vergadering van
Aa»deelhouders der Naamlooze Vennoot-
schap Zeeuwsch-Vlaamsche Waterlei
ding Maatschappij werd ingesteid om een
onderzoek in te stellen naar de plannen en
den opzet van de Zeeuwsch-Vlaamsche
Waterleiding en zulks naar aanleiding
van de oppositie uit velerlei kring, welke
zch den laatsten tijd deed gelden.
De Voorzitter der N.V. Mr. P. Diele-
man presideerde de bijeenkomst en hield
de volgende •installatierede:
Met instemming der algemeene verga
dering van Aandeelhouders is Uwe Com
missie benoemd door den Raad van Com
missarissen. Deze hebben de aandeel-
houdsters in de gelegenheid gesteld per
sonen voor te dragen.
Zij hebben zich gesteld op een onbe-
krompen standpunt en mannen genomen
uit geheel Zeeuwsch-Vlaanderen, uit el-
ken kring, zoowel uitgesproken tegenstan
ders als voorstanders, omdat steeds dit
alras eenheid van verzorgingsgebied op
den voorgrond stond, daarop steeds ge-
baseerd was de hulp van, Rijk en Provin
cie, het initiatief zelfs uitging van het
Westen en dit nooit dan tegen veel te
hooge kosten anders den zegen van een
waterleiding zou krijgen om dit toch vooi
zijn ontwikkeling evenzeer behoeft als
ieder ander deel van Zeeiand. Uit elken
kring: omdat het een algemeen belang is
overigens de energie, het taaie volhar-
dingsvermogen en de noeste vlijt van het
Z.-Viaamscbe volk waarborgen biedt.
Wat nu geschtedt is, is een unicum, n.l.
dat men besioot tot een groot werk in het
algemeen belang en nog in de voorberei-
ding zijnde, zich weer terugtrok. In ons
land is zulk een voorbeeld niet bekend.
Zeker maakt dit geen verheffenden in-
druk. Laat het rapport der Commissie
toonen hoe men geheel objectief in staat
is met open oog en verren blik in den toe
komst de zaak te bezien.
De Commissie is natuuriijk te groot
voor werkcommissie. Het is veel eerder
de bedoeling dat deze commissie een
kleine werkcommissie van b.v. 7 personen
benoemt, die het onderzoek leidt, het rap
port voorbereid en dit daarna in de breede
commissie behandelt. Dit wordt zoo toch
een atgemeen vastgesteld rapport, aan
Commissarissen uit te brengen. Deze kun
nen zich naar aanleiding daarvan beraden
welke voorstellen zij aan de aandeelhoud-
sters zullen doen of eventueel ook aan de
Regeering. Wij wiiden niet U eenig voor-
stel doen om dezen of genen te benoemen,
zelfs niet den voorzitter van wiens leiding
voor# den gang van de werkzaamheden
zoov'eel kan afhangen. Niet ieder is trou-
wens daarvoor bereid en nog veel minder
gesohikt. Benoem in ieder geval iemand
die tijd heeft en bekwaamheid, want
waarlijk het zijn moeilijke zaken. Hoeveel
moeite kostte het de meesten onder U
om den gang van zaken en den opzet
eener waterleiding te begrijpen, vooral
ook finantieel met de risicogarantie en het
buiten bezwaar blijvend der gemeentekas.
Politiek blijve aan de beoordeeiing
vreemd. Deskundige voorlichting is on-
getwijfeld noodig: het Rijksbureau is be
reid deze te geven. De Minister geeft
daartoe vrijheid. Dit bureau gaf zich ge
heel aan de zaak, beschikt over ervaring
over het gehcele land en heeft geen ander
belang bij de zaak dan het dienen van
het algemeene. De Minister heeft nog
eeniige gelden voor de Commissie be-
schikbaar gesteld om de noodigste kosten
uit te betalen. De noodige stukken zijn
natuuriijk op het Rijksbureau ter inzage.
aswmfflm
Persoonlijk wanhoop ik nog niet aan
Z.-Vlaamsche trouw, aan Z.-Vlaamsche
onbevangenheid. Er is meer moeilijk werk
van groote beteekenis in eendracht en on-
derling vertrouwen tot stand gebracht.
Moge de bevordering van de ontwikke-
ling en den bloei van Z.-Vlaanderen in
Uw handen veilig blijken te zijn. Laat in
eendracht en hartelijk vertrouwen daartoe
worden samengewerkt.
Ik verklaar hiermede Uw Commissie
voor gei'nstalleerd.
Deze eerste vergadering wil ik gaarne
leiden voor de benoeming van een Voor
zitter en een moderamen. Ik zou raden
dat het moderamen zelf een secretaris be-
noemde.
Hei moderamen kan zelf eventueel op
een tweede vergadering met U in overleg
de werkwijze bepalen.
Daarna werd overgegaan tot de ver-
kiezing van een Voorzitter en zes leden
van het uit 7 personen samen te stellen
moderamen.
Voorzitter werd den heer J. G. van
Niftrik te Dordrecht, oud lid van Gede-
puteerde Staten van Zeeiand en oud-wet-
houder van Vlissingen.
In het moderamen werden gekozen:
uit de groep der industrieelen: A. H. L.
de Bel te Sas van Gent;
uit de groep hygiene: Dr. W. J. Mazola
te Hulst;
uit de' groep der gemeenten: Dr. G.
Ramaker te Breskens;
uit den groep van den arbeid: M. C.
GSerts te Hulst;
uit den groep van den landbouw: A. I.
Leenhouts te Retranchement;
uit de groep van den middenstand: N.
Harte te Ter Neuzen.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Aan het postkantoor alhier, werd in den
loop der maaud Februari, op spaarbank-
boekjes ingeiegd f 15.2/2,73, en terugbe-
taafd J !4./U2,/9.
Uerhalve meer ingeiegd dan terugbe-
taald f 569,94.
Het aantal nieuw uitgegeven spaar-
bankboekjes bedroeg 21.
Door tusschenkomst dezer kantoren
werd ter Dir'ectie op staatsschuldboekjes
ingeschreven nominaal f 1.700.
Uerhalve meer in- dan afgeschreven
f 1.700.
Het aantal nieuw uitgegeven staats
schuldboekjes bedroeg 2.
Tot aankoop van Nationale Schuld ten
behoeve van inleggers werd uitgevoerd
1 order, tot een nominaal bedrag van
400.
Maatrsgelen in het belang van den
socialen en economischen toestand
van Zeeuwsch-Vlaanderen.
De Minister van Financien, voorzitter
van den raad van Ministers, heeft geant-
woord op vragen van den heer Korten-
horst betreftende het nemen van maat-
regelen in het belang van den socialen en
econpmischen toestand van Zeeuwsch-
Vlaanderen.
De hogveelheid wenschen, welke zoo
wel uit Zeeuwsch-Vlaanderen als uit an
dere deelen van het rijk aan de regeering
bekend wordt, is onbeperkt en breidt zich
dan ook voortdurend uit. V'ele regee-
ringsdaden zijn het gevolg van wenschen
van eenig deel der bevolking, welke aan
de regeering bekend zijn geworden.
Van de wenschen, welke der regeering
bekend zijn geworden, is een deel redelijk,
een ander deel onredelijk. Van eerstge-
noemd deel is verder een gedeelte voor
inwilliging vatbaar, een ander niet of nog
niet. Een opsomming van alle wenschen
omtrent den socialen en economischen
toestand van Zeeuwsch-Vlaanderen, wel
ke in den laatsten tijd aan de regeering
en meer speciaal aan de Ministers van
Waterstaat en van Arbeid, Handel en
Nijverheid bekend zijn geworden, zou dan
ook in hoofdzaak slechts aantoonen, dat
ook in Zeeuwsch-Vlaanderen, evenals
overal elders, naast menschen met een
juist oordeel over de taak eener landsre-
geering, dezulken wonen, die voor ieder
euvel of vermeend euvel de landsregee-
ring aansprakelijk stellen, althans van
haar hulp en uitkomst verwachten.
Omtrent de werkloosheid in Zeeuwsch-
Vlaanderen valt het navolgende mede te
deelen:
Bij 15 correspondentschappen der ar-
beidsbemiddeling in Zeeuwsch-Vlaande
ren, vooral in het oostelijk deel, waren oo
het einde van elk der maanden in 1.927
en van Januari 1928 de volgende aan.tal-
len werkzoekenden ingeschreven:
Januari 1927 1167
Februari 1046
Maart 1004
April 851
Mei 671
Juni 527
Juli 411
Augustus 328
Septemb. 315
October 379
Novemb. 561
Decemb. 1286
Januari 1928 1398
Uit gegevens, verzameld in het begin
van Februari 1927 en begin Februari 1928
door den directeur der districtsarbeids-
beurs te Ter Neuzen, waarbij van de 34
gemeenten in 1927 23 gemeenten gegevens
inizonden en in 1928 25 gemeenten, en
welk onderzoek omvatte zoowe4 de werk-
lobzen, ingeschreven bij de organen dei
arbeidsbemiddeling, als de werkloozen,
niet bij de arbeidsbemiddeling ingeschre
ven, blijkt, dat in Februari 1927 in bedoel-
de gemeenten 1823 werkloozen waren, in
Februari 1928: 2085, waarvan waren 1362
landarbeiders, 302 transportarbeiders, 128
bouwvakarbeiders (timmerlieden, metse-
laars en opperlieden), 53 fabrieksarbei-
ders, 12 schilders, 20 arbeiders in andere
beroepen en 211 arbeiders zonder be-
paaid beroep.
Hoewel hierbij, gelijk uit bovenstaande
cijters blijkt, de onontkoombare winter-
weirkfoosheid van zeer grooten invloed is,
valt niet te ontkennen, dat de economische
toestand van dit gewest te wenschen
overiaat, zelfs meer dan van de meeste
andere dedLen van het Rijk.
Vergeleken met den toestand voor den
oorlog valt te constateeren, dat de bevol
king thans in mindere mate haar bestaan
vindt in:
a. het vervoer over de haven van
Ter Neuzen;
b. het periodiek in min of meer groote
ploegen gaan werken in Duitschland en
elders;
c. in den landbouw, welke thans min
der arbeid van volwassen mannen vraagt.
Ook is de in de oorlogsjaren tot snelle
uitbreiding gekomen vlasindustrie na die
abnormale periode weer snel teruggeloo-
pen. Verder is van invloed op de werk
loosheid het groote verschil in" levenspeiJ.
althans in kosten van levensonderhoud,
tusschen Belgisch- en Zeeuwsch-Vlaan
deren. Gevolgen hiervan zijn o.a., dat vele
Belgische arbeiders in Nederland komen
werken, wat voor den oorlog in hoofd
zaak het geval was in de groot-industrie;
dat in Nederland wonende arbeiders in
Belgie geen voldoend loon kunnen ver-
dienen; dat de kleinhandel in sommige ar-
tikelen zijn afnemers, nog meer dan vroe
ger reeds het geval was, over de greiw
hun inkoopen ziet doen.
De economisch belangrijkste bedrijfstak,
nl. de landbouw, wijkt, wat de uitkomsten
betreft, niet in bijzondere mate af van de
overeenkomstige bedrijven in andere dee
len van het land. De hier vrij veel voor-
komende vlasbouw heeft over de prijzen
miinder te klagen dan de verbouwers van
menig ander gewas.
De verschiliende omstandigheden heb
ben niet geleid tot financieele moeilijk-
heden der gemeenten als in andere deelen
van' het land blijkens het belastingpeil
hier en daar voorkomen.
3. De regeering is voortdurend bezig
voor het geheele land maatregelen in het
economisch belang te treffen. Deze be
staan in de meest uiteenloopende daden
van wetgevenden en uitvoerenden aard,
welke zich bezwaarlijk leenen tot een vol-
ledige opsomming.
Voor zoover Zeeuwsch-Vlaanderen
door bijzondere oorzaken economisch
schade lijdt, zijn of worden maatregelen
genomen om, hetzij de oorzaken weg te
nemen, hetzij de gevolgen te verzachten.
Voor een belangrijk deel moet de zorg
der regeering er op gevestigd zijn, daar-
bij de eigen taak van de inwoners der
streek en van de besturen van water-
schappen, gemeenten en provincie niet
aan zich te trekken en zoodoende de
hoofdbron van de welvaart, welke initia
tief bij de belanghebbenden berust, on-
werkzaam te maken.
Maatregelen van den laatsten tijd,
welke in het bijzonder Zeeuwsch-Vlaan
deren betreffen, in verband met locale
beiangen en moeilijkheden zijn:
het instellen eener permanente advies-
commissie voor de vlasbewerking, meet
speciaal in het zuiden des lands (door den
Minister van Binnenlandsche Zaken e«
Landbouw)
subsidies voor werkverschaffing an*
K&eykimlliiiilllll I
OUU.
fle?,en AmSterda™- t u>, weucx u„cV1u« uci