Tir IT a azansche Courant
Woensdag 1 Maart 1928. Ho. 8192.
T W EED e blad.
P A ARDENFOKKERIJ
VAN
Dat er door de toonaangevende mannen
van het Nederl. Trekp. Stamboektegen
hef Zeeuwsch-Belgisch Stamboek een
sterke actie zou worden gevoerd, was
voor ons fokkers van te voren zeker. Dat
echter het eene onware bericht het andere
zou opvolgen, hadden we zeker van die
ziide niet verwacht.
We qeven nu slechts twee voorbeeldev
van een verkeerde campagne, om te doen
zien teqen welke krachten men te strgden
heeft Het zal echter na kenmsname aan
de vile fokkers uit onze gewesten duide
lijk zijn, dat men met zoo te strij-den, geen
haarbreed wint, en eigenlgk nog de zaak
V0Wef hebben allereerst de bemiddelings-
poqing door eenige Limburger heeren.
Men strooit rond, dat het bestuur van
het Z B S tot geen samenwerken bereid
was en men beschuldigt dat bestuur van
een' zeer onheusche bejegening van de
Limburgers, die men zonder eenig bericht
teverqeefs naar Vlissingen het komen.
We hebben geprobeerd de feiten te
beoordeelen, en hebben ons daartoe tot
een bestuurslid van het Z. B. S. gewend,
en kunnen nu het volgende meedeelen.
Het bestuur van het Z. B. S. is door
niemand uitgenoodigd naar V lissingen te
komen, zoodat elke aantijging van on-
heuschheid hier al zeer misplaatst is, en
terug moet vallen op het hoofd van hem,
die die beschuldiging uit.
Wei zijn eenige heeren, die lid zqn van
dat bestuur, uitgenoodigd op eene verga-
dering te Vlissingen, en ook fokkers die
qeen lid van het bestuur zijn. We kre-
gen inzage van zoo'n brief, en laten die
hier woordelijk volgen.
Kerkrade, Klooster Amstel, 14 Februari 1928.
Agendapunt: Bespreking scheuring in Zee-
land. Ingevolge opdracht van de vergadering
der afdeeling Limburg N. Tr. St. die duide-
lijk heeft laten blijken, dat een harmomsche
en eendraehtige samenwerking door alle koud-
bloedpaardenfokkers in Nederiand gewenscht
en noodzakelijk is verzoeken wij u eene ver-
gadering met de door de afdeeling Limburg
aangewezen personen, de heeren J. Poels,
K alien, P. Diederen, en ondergeteekende, te
willen bijwonen.
De vergadering wordt gehouden opi Zaterdag
18 Februari a.s. in Hotel Zeeland te Vlissingen
tegenover Station om 12 uur middag, tenemde
reis op een dag voor ons mogelijk te maken.
Hopende, dat u in het belang der gezamelijke
trekpaardfokkerij aan ons verzoek wilt vol-
doen.
Namens de aangewezen heeren,
(w.g.) J. QUAEDVLIEG.
Waar slechts enkele leden van het be
stuur van het Z. B. S. waren uitgenoo
digd en buiten dat bestuur ook nog ver
schillende heeren, daar was mijn zegsman
van meening, dat die vergadering toch
door ging, al kwamen niet alle genoodig-
Het bestuur van het Z. B. S. heeft de
zaak toch in haar vergadering besproken,
en de voorzitter, die wel een uitnoodi-
ging had ontvangen, heeft den volgenden
brief geschreven geadresseerd aan den
her Quaedvlieg ter vergadering in Vlis
singen. Wij kregen daarvan ook inzage
en kunnen ook dezen brief hier afdrukken.
Hij luidt als volgt:
Weledele Heer,
Het spijt mij u te moeten berichten, dat ik
niet aan uwe uitnoodiging kan voldoen. Ik
bericht u dit ook namens de andere bestuurs-
leden van het Z. B. S., welke door u zijn uit
genoodigd.
Het zal u bij eenig nadenken duidelijk zijn,
dat wij als bestuursleden van een stamboek
geen vrijheid kunnen vinden met andere orgs
nisaties in verbinding te treden buiten onze
organisatie om.
Mocht u samensprekingen wenschen met het
bestuur van het ZB. S., dan zal het ons aan-
genaam zijn van u te vernemen, welke punten
u in behandeling wilt brengen en welke voor-
stellen voor samenwerking gij te doen hebt.
Tevens komt Ret ons noodig voor, dat ge ons
©mschrij-ft namens. welk organisatie gij op-
t I*GGClti,
Ge zult u echter moeten plaatsen, op het
standpunt, dat door ons wordt ingenomen, dat
ge onderhandelt met een bestaand stamboc-K.
Hoogachtend,
(w.g.) W. STAAL, Voorzitter Z. B. S.
Wij kunnen niet inzien, hoe men he.
bestuur van het Z. B. S. een verwijt
maken kan van eene verkeerde behande
ling dezer quaestie, en durft uitspreken,
dat het de Limburgers onheusch beefc
behandeld. Het bestuur van het Z. B. S.
heeft het goede standpunt ingenomen, dat
het bereid is met een ieder te overleggen
over samenwerking op het gebied der
fokkerij, mits men zich van te voren
stelle op het alleen logische standpunt,
dat er is een Zeeuwsch-Belgisch Stam
boek, dat zijn bestaansrecht heeft bewe-
zen, en als gelijkwaardig wil beschouwd
worden met' andere dergelijke organisa-
ties. Het zal dan noodig zijn, dat de
Limburgers duidelijk aangeven voor wel-
ke organisatie zij optreden, of wel voor de
afdeeling Limburg, of voor het Hoofd
bestuur, o-pdat dit bij de besprekingen niet
tot moeilijkheden aanleiding geven zal en
verder kome men ter vergadering met be-
paalde punten die van te voren kunnen
worden bestudeerd. Zonder aan deze
eischen te voldoen, welke toch niets bij-
zonders zijn, is alle poging tot overleg
en samenwerking met het Z. B. S. vruch-
telD°S Limburgers hebben het bestuur
echter niet uitgenoodigd, wel enkele leden,
die ook zoo beleefd waren te antwoorden.
Aan die heeren is niet gevraagd of zij
bereid waren op dien dag een vergadering
te houden, welke alleen op hun gynstig
antwoord zou doorgaan, maar hun is een-
voudiq meegedeeld, dat er wordt gehou
18 Februari te Vlissingen een"
zij om zeer logische redenen bedankten.
en daarvan ter bevoegder piaatse kennis
qaven. W'is hisrin icts onheusch ksti
zien, moet met blindheid geslagen wezen.
Een tweede quaestie, die we even ter
sprake willen brengen, is van veel verdere
strekking. Het is de quaestie van het
royement.
Er wordt door het Hoofdbestuur van
het St. Tr. op onwettige wijze eene bui-
tenqewone vergadering uitgeschreven, te
houden op 23 Febr. te Den Haag. Op de
agenda voor deze onwettige vergadeiinq.
wordt een onwettig voorstel geplaatst,
behelzende het royement van de fokkers,
die lid zijn geworden van het Z. B. b. en
het door het bestuur weder aannemen van
mogelijk geroyeerde leden.
De onwettigheid van de vergadering en
van het voorstel wordt handig verborgen,
door voor te stellen over hetzelfde voor
stel, dat nu als zeer concreet op de agenda
staat, eerst te stemmen op eene vergade
ring te houden in Mei a.s.
Dan komt men eerst met statuten-
wijziging welke zal noodig zijn, en waar
op de Koninklijke goedkeuring zal moeten
worden aangevraagd. Zijn die statuten-
wijiziqinqen dan aanqenomen dan eerst
kan het'ro-yementsvoorstel in behandeling
komen. Men weet deze zaken zeer goed
en men hoopte, dat het royementsvoorstel
zonder discussie zou worden aangenomen.
Dit zou ook gebeurd zijn indien er niet
een stem uit de vergadering was opgeko-
men die geheel de onwettigheid en de on-
waarheid' van het gedoe van het Hooid-
b est uur in het licht had qesteld. I oen
hefeft het bestuur het voorstel tei^uggeno-
men, en werd er besloten op eene verga
dering in Mei hierover verder te spreken.
Dat is de zuivere toedracht. En wat dur-
ven de heeren in de daqbladen, zoowei
vakbladen als andere, meedeelen? Dat de
leden van het Z. B. S. nu zijn geroyeerd,
en die nog als lid zullen toetreden, op
voorhand weten, dat ze bij die toetredmg
direct geroyeerd zijn. Zelfs in het Band-
bouwblad voor Zeeland en Noord-Bra-
bant vinden we, buiten verantwoordeluk-
heid van de redactie, deze mededeelingen.
Het is treurig! Geen der heeren die lei-
ding' geven denkt er ook maar over de
leuqenberichten te weerspreken! Men
bewijst hier ook alweer opnieuw, dat het
niet qaat om het belang der fokkers maar
dat er andere belangen in het spel zqn,
die we wellicht later eens zullen uiteen-
zetten.
Een feit is het dat vaststaat:
De leden van het Z. B. S. of die het nog
zullen worden zijn niet geroyeerd, er is
zelfs niet over gestemd, wat zeer Ffnuner
is, want dan hadden die leden het Nederl.
Tr. St. kunnen aanspreken. Dat roye
ment is alleen mogelijk na statutenwijzi-
qinqen, waarop de Koningin Hare goed
keuring zal moeten verleenen. De kans
is zeer groot, dat de Koningin aan deze
oneerlijke wijze om de leden het door hen
opqebrachte geld afhandig te maken, we
nooit Hare goedkeuring zal schenken,
zoodat van royement in afzienbaren tqd
qeen sprake zal zijn. Dat zijn de nuch ere
feiten en de heeren zenden valsche leu
qenberichten de wereld in, om den gewo-
nen kleinen fokker toch maar vrees aan
te jaqen, en hem tot offeren aan het
Nederl. St. gewillig te maken. Laat ons
toch wakker'worden! We zijn toch geen
kleine kinderen meer, die door een boe-
man moeten worden bang gemaakt. bn
beantwoordt mij nu eens deze vraag:
Wordt ge niet in uw eigenwaarde ge-
krenkt, door de wijze waarop de heeren
over u denken? Het Z. B. S dat wordt uw
orqanisatie, steunt met alle macht daar
ziet men den fokker werkehjk ^rxvo1
'.aan.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergadering van Dimsdag 28 Februari 1928,
des voormiddags 10 uur.,
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester
Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, A. I..
C. Kruijs.se, M. W. Koster Ph. J. van Dnc-
hoorn, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, A. Th
't Gilde, F. Dieleman, J. de f eijter en P. de
Feijter, benevens de Secretaris, J. L. J. Mans,
later ook de heer Claessens.
De VGOBZITTEK opent de vergadering
fiooi' het uitspreken van het gebedsformulier.
Aan de orde komt:
1. Notulen.
Voorgestelci wordt de notulen der vergade
ring van 24 Januari 1.1. aan te houden tot een
volgende vergadering, aangezien deze nog met
in druk aan de leden zijn toegezonden.
Met algemeene stemmen wordt aious t>e-
sloten.
2. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van den Minister van
Waterstaat, waarin deze naar aanleiding van
het tot hem gerichte schrijven van den ge-
meenteraad in zake de inschrijv.ng voor de
levering van de carrossene- en voor de post-
auto's bericht, dat die inschrijvmg is gehouden
door het Staatsibedrijf van de artillerie-mncn-
ting te Zaandam. Het desbetreffend schrijven
is ter behandeling doorgezonden aan zij®
ambtgenoot voor oorlog.
De Minister van Oorlog schrijft na.ar aan
leiding hiervan, dat het voor de hand ligH, dat
het postautobedrijfhetwelk de directie der
artillerieinrichtingen voor het Hoofdbestuur
der Posterijen exploiteert, niet rechtstreeks
zijn bemoeienis kan raken. Z.Exc. kan onder-
tussohen mededeelen, dat de voornoemde direc-
tie zooveel dit met een behoorlijke leidmg van
het bedrijf in overeenstemming is te brengen.
met de belangen van de binnenlandsche In
dustrie in haar geheel rekenmg houdt.
Aangenomen voor kennisgeving.
Een missive van Gedeputeerde Staten
Zeeland, d.d. 10 Februari 1928, waarbij
mededeeling wordt gedaan van het besluit van
den raad der gemeente Tholen tot afschaff.ng
der kermis. Berichten omtrent eventueel be-
zwaar daartegen worden ingewacht voor 28
Maar 1928.
Aangenomen voor kennisgeving.
c Het raadsbesluit van 24 Januari 1928, tot
aankoop van een tweetal bermen van J. de
Putter e.a., voorzien van het bewijs der goed
keuring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het raadsbesluit van 3 November 1927,
tot het aangaan eener geldleening ad 650J,
voorzien van het bewijs der goedkeuring dcor
e Een missive van Burgemeester en Wet-
houders van Ter Neuzen, d^i. 2 Februari 1928,
luidende als volgt:
Bij raadsbesluit van 12 Juli 1927 werd op
voorstel van een lid van den raad dezer ge
meente bijgaand raadsbesluit genomen.
Door den burgemeester werd dit besluit ter
vernietiging voorgedragen. Schorsing is daar-
op gevolgd bij Koninklijk besluit van 29 Juii
1927, Staatsblad no. 280 tot 1 December 1927,
welke schorsing niet is verlengd.
In verband daarmedc zenden wij bovenge-
noemd raadsbesluit thans ter kennis van Uwen
raad, met verzoek ieder lid van dat college een
exemplaar te willen uitreiken.
Tevens doen wij U hierbij toekomen, af-
schrift van een missive van den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid d.d. 29 Novem
ber 1927, no. 306, B Afd. V, waarvan de m-
houd als eene toelichting beschouwd kan wor
den van het motief, waarom de schorsing niet
is verlengd.
Het raadsbesluit luidt als volgt:
De Gemeenteraad van Ter Neuzen,
Overwegende, dat de ongunstige financieele
toestand het in het algemeen bedenkelijk maakt
den ingezetenen de te hooge lasten op te leg-
gen voor' eene waterieiding,
b es 1 u it:
1°. Met medewerking van alle aangesloten
gemeenten pogingen aan te wenden dm de
N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterieiding
Maatschappij te ontbinden.
2°. Het navolgende schrijven te richten aan
de aangesloten gemeenten en afschrift
daarvan te zenden aan de leden van den
Bij nadere beschouwing der tarieven voor
aansluiting aan de waterieiding der N.V.
Zeeuwsch-Vlaamsche Waterieiding, in onze
vergadering van 12 J'uli 1927 heeft de raad
onzer gemeente een besluit genomen als volgt:
De gemeenteraad van Ter Neuzen;
besluit:
De in uitzicht gestelde tarieven zijnde:
1 kamerwoning f 8, 2 kamerwoning f 12,
3 kamerwoning f 18, 4 kamerwoning 24, 5
kamerwoning f 30, 6 kamerwoning f 36, 7 ka
merwoning f 43, 8 kamerwoning en meer 50,
ongerekend bad-, closet- en tuinsproeiwater,
wat extra betaald moet worden, kwamen onzen
raad te hoog voor om daarmede de inwoners
te belasten te meer daar nu de belastingen
een zeer hoog peil hebben bereikt.
Wanneer men rekent dat de tegenwoordige
arbeiderwoningen reeds voor het meerendeel
3 vertrekken hebben van meer dan 6 M2., zal
jhiervoor te betalen zijn 18 per jaar. Zoodra
men een eenigszins modeme woning heeft
komt men meestal aan 5 kamers en wordt de
pcijs 30 per jaar.
Om de waterieiding volgens de tarieven ren-
dabel te kunnen maken, is verplichte aanslui
ting absoluut noodzakelijk en zal ons inziens
niet soepel kunnen worden toegepast, wil men
nog niet voor een verlies komen te staan.
Wij geven Uwen raad in overweging deze
zaak onverwijld grondig onder de oogen te zien
en de financieele lasten die bij eventueele door-
voering uwe inwoners zullen drukken, wel te
willen overwegen en mocht U zich met het be
sluit van onzen raad kunnen vereanigen, dan
verzoeken wij U ons zoo spoedig mogelijk uw
bericht van instemming te zenden, wij zullen
alsdan een vergadering van afgevaardigden
der gemeenten beleggen teneinde te komen tot
een algemeene vergadering der N.V. Zeeuwsch-
Vlaamsche waterieiding, alwaar voorstellen
kunnen worden gedaan tot ontbinding der
N.V.
Voorts is hierbij gevoegd een afschrift van
de missive van Gedeputeerde Staten dd. 2 De
cember 1927, met den daarbij toegezonden brief
van den Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, d.d. 29 Nov. j.l., toegezonden ook aan
den raad van Axel, vermeld onder letter e van
punt 2 in de notulen der vergadering van 24
Januari 1.1.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de
ze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter,
ik zou over dat schrijven wel iets willen zeg
gen. In de eerste plaats dat B. en W. van Ter
Neuzen er den tijd afgenomen hebben om ons
dat raadsbesluit toe te zenden, want 1 Decem
ber van het vorig jaar was de termijn van
schorsing al vervallen en pas den tweeden Fe
bruari heeft het ons bereikt. Maar ze hebben
er dan ook'blijkbaar werk van gemaakt, want
j behalve dat raadsbesluit, dat ons uit de mede-
I deeling van de raadsmeerderheid reeds lang
I bekend was, hebben ze er ook een he-eleboel
franje bijgedaan, blijkbaar met het doel de
hoofdzaak met die franje te bedekken. Of dit
uitgevoerd is overeenkomstig den wensch en de
bedoeling van de raadsmeerderheid van Ter
Nenzen als ik mij goed herinner is het be-
overwogen dat een verwerping van het bero"p
door de Kroon in verband met het gewicht
waarmede die beslissing was omhuld fa-
taal zou geworden zijn voor de zaak der wa
terieiding en dat hij er daarom een mooi red-
middel in heeft gezien die commissie van on-
derzoek alsnog aan te halen als een kap.-tok
om daaraan het beroep van den Burgemeestei
van Ter Neuzen aan op te hangen en een be
slissing door de Kroon te ontgaan, door den tei-
mijn van schorsing te laten Verloopen, hetgeen
toch feitelijk met een verwerping van het be
roep gelijk staat.
Ik heb gemeend, mijnheer de Voorzitter, dit
te moeten te berde brengen om een verkeer-
den indruk weg te nemen die mogelijk door dat
schrijven van Burgemeester en Wethouders van
Ter Neuzen zou kunnen worden gevestigd.
Tevens wil ik opmerken, dat er, gezien den
tijd die men blijkbaar noodig heeft om de com
missie van onderzoek bijeen te roepen, hetgeen
nu zoo zoetjes aan al eon half jaar hangeiule
is, misschien meer aanleiding is voor de afge-
vaardigden der verschillende gemeenten bij de
Zeeuwsch-Vlaamsche waterieiding, om de hoof-
den maar eens bijeen te steken, statituair een
vergadering aan te vragen voor het behandelen
van een voorstel tot ontbinding en deze zaak
af te werken.
De VOORZITTER kan den heer 't Glide me
dedeelen, dat het voornemen bestaat de be-
noemde commissie op Dinsdag 13 Maart a-s.
te in-stalleeren. De hoofdzaak van den langen
tijd die het geduurd heeft was gebrek aan geid,
voor het dekken der voor die commissie te ma
ken kosten en daarover moest met den Mi
nister gecorrespondeerd worden.
De heer DIELEMAN gelooft, dat de raad
met die mededeeling niet verder komt, integen-
deel, omdat men er op rekent, dat het samen-
roepen dier commissie de reeds gemaakte kos
ten nog verhoogen zal. Het zou evenwel ook
anders kunnen gaan, indien de commissie reeds
bii eerste instantie zonder meer als hare mee
ning te kennen geeft, dat dit waterleidingplan
onuitvoerbaar is, en het maar't best is de ven-
nootschap te ontbinden. Dan kost het geen cent
meer Hij is ook van meening, dat het met
opgaat om op die manier het waterleidingplan
te willen doorzetten.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat, in
dien nad-er blijkt, dat Zeeuwsch-Vlaanderen
de waterieiding niet wil, deze er met komt. Het
is niet de bedoeling van den Minister de zaak
te forceeren, dat zit heelemaal niet voor.
De heer DIELEMAN geeft niet van forcee
ren gesproken, maar wijst er op, dat de com
missie al een half jaar geleden benoemd werd
en nu nog niet is samen geweest; dat is een
gang van zaken die nergens naar gelijkt.
Het schrijven wordt met algemeene stemmen
voor kennisgeving aangenomen.
f. Mededeelingen van gemeentebesturen
van genomen beslissingen inzake het verzoek
inzake postverzendingen in Zeeuwsch-Vlaan-
deren. j
De raad van Ter Neuzen besloot geen ad-
haesie te betuigen, omdat de gevraagde wijzi
ging in de verzending in het nadeel dier ge
meente zou zijn.
De raad van Breskens besloot adhaesie te
betuigen voor zoover het verzoek betrof het
locaal postverkeer tusschen West- en Oost-
Zeeuwsch-Vlaanderen, doch zou zich oveTigens
voor wat Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen be-
treft, tegen verandering moeten verzetten.
De raad van Hengstdijk en die van Philip
pine besloten tot adhaesiebetuigmg.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Verslag der Commissie van toezicht op
het Lager onderwijs over 1927.
De commissie heeft viermaal, op de gewone
tijdsn, vergaderd. Op deze vergadermgen werd
verslag uitgebracht van den toestand van het
onderwijs aan de verschillende scholen m deze
gemeente. Evenals vorige jaren kan de com
missie meedeelen, dat de toestand van het on
derwijs gunstig is te noemen; aan geen der
scholen was reden tot op of aanmerkingen te
maken. Ook de gebouwen zijn op enkele uit-
zonderingen na in orde.
Met teleurstelling ontving de commissie de
kennisgeving, dat de raad geen gsvolg heett
gegeven aan haar advies om over te gaan tot
vereenvoudiging van den omvang van het on
derwijs op de openbare school.
Het is de commissie aangenaam over net
jaar 1927 een gunstig verslag te kunnen aan-
bieden.
Aangenomen voor kennisgeving.
i h. Een adres van B. Seghers en 67 anderen,
luidende als volgt:
i Gezien de groote lahgdurige, en ieder jaar
terugkeerende werkeloosheid, nemen onderge-
i teekenden, alien werkeloozen (meerendeels
kositwinners) in uwe gemeente, de vrijheid u
5 met gepasten eerb-ied te verzoeken, zoo spoe-
b.
van
sluit genomen met 9 tegen 4 stemmen w^et j mogelijk werk te verschaffen, daar de nood
ik niet, maar dat zullen die heeren zelf wel th?UiS begint te stijgen, gezien kleine voorraden
met hun college van Burgemeester en We-.hou- j levensmid<lelen thans hun einde beginnen te
ders uitmaken. j
Waar ik in hoofdzaak de aandacht op wilde
vestigen is, dat Burgemeester en Wethouders i
van Ter Neuzen uit den brief van den Minis- j
ter van Arbeid aan Gedeputeerde Staten, die
ook aan ons kenbaar is gemaakt een conclu-
sie trekken, dat er m.i. niet in ligt. Zij schnj-
ven dat de inhoud van die brief kan beschouwd
worden als een toelichting „waarom de schor-
sing niet is verlengd".
Dat ben ik met die heeren met eens, mijn
heer de Voorzitter, en i k lees er een ver-
ontschuldiging van den Minister uit, waarom
hii het in dit stadium maar liever met tot een
koninklijke beslissing heeft laten komen. En
dat is heel iets anders!
I k lees in die geheele geschiedems, dat de
Minister als adviseur der Kroon door al die
beroepen van de burgemeesters tegen de raad -
besluiten welke negatief waren aan doorzet-
ting van de waterieiding, in een moeilijk pac
ket is gekomen. Ik neem aan, dat de Minister
de zaak beziende van het ambt waarin hij thans
geplaatst is, al het mogelijke wil doen om dat
waterleidingplan te zien uitgevoerd en dat hij
alles wil vermijden wat dit zou kunnen be-
lemmeren.
Door de voormannen van de waterieiding is
na het beroep door den burgemeester van Ter
Neuzen de positie van den Minister nog moei
lijker gemaakt, omdat men overal de gemeen-
teraden heeft getracht te bewerken om met
het nemen van een besluit te wachten tot de
Kroon over dat raadsbesluit van Ter Neuzen
uitspraak zou gedaan hebben. Men deed het
voorkomen, alsof daarmede de zaak zou staan
of vallen. Er werd meer gewicht aan gehecht
dan er inderdaad in besloten kan liggen, maai
daardoor kwam de Minister steeds moeilijkei
te staan. Want, dat blijkt voldoende uit het
verder verloop, en het vroeger verzoek van den
Minister om die raadsbesluiten in te trekken,
dat er wel geen voldoende wettelijke mo'.ieven
zijn aan te voeren om die raadsbesluiten te vei -
nietigen. Zijne Excellentie zou als pro-water-
leidingman anders wel niet geaarzeld hebben
(I0 Kroon in dien zin te adviseeren, en zou er
geen bezwaar in hebben gezien die raadsbe
sluiten te vernietigen, omdat de zaak den wa
terieiding er naar zijn meening sterker dooi
zou komen te staan. Juist die verzoeken om de
besluiten maar in te trekken zijn een bewijs
van zwak staan der zaak voor de in beroep ge
komen burgemeesters,
En nu kom ik tot een conclusie geheel te-
genovergesteld aan die welke Burgemeester
en Wethouders van Ter Neuzen blijkbaai
len trachten ingang te doen vinden.
Ik zie de zaak aldus, dat de Minister heeft
levensmiddelen
nade-ren en aanvullen onmogelijk is.
Daar wij van meening zijn, dat er door u
tot heden nog weinig moeite is gedaan om
werk te verschaffen, zoo vragen wij nogmaals
beleefd alsnog een emstige poging te willen
2L.3. nwen den
Daarbij spreken wij onze meening uit, clat er
veel te weinig, en op verkeerde tijden in 't jaar
met polderbesturen en particulieren geconfe-
reerd wordt.
Dat wij (ten minste velen onder ons) er van
overtuigd zijn, dat er heel wat werk tot stand
kan komen, als er ten minste van uw zijde, en
van de reeds genoemde lichamen maar mede
werking is.
Dat het een raar verschijnsel is, nu de nood
steeds groeter wordt, dat nu aan een gemeente-
fabriek, met name de gasfabriek, waar tot
heden toe nog enkele losse menschen werkzaam
waren, dit nu als het ware geheel stop gezet
wordt, iets wat wij nu niet zoo erg voorbeeldig
vinden, in het oog van andere werkgevers.
Dat het naar onze meening zoo goed als
zeker kan genoemd worden, als er geen werk
kan gegeven worden, dat dan een wreede ar-
moede, en een daaruit voortvloeiende onver-
schilligheid het gevolg zullen worden. Daarbij
spreken wij den wensch uit, dat, als het moest
blijken, dat alle pogingen aangewend, om werk
te verschaffen op niets moesten uitloopen, dat
dan zoo spoedig mogelijk een algemeene steun
regeling tot stand zal worden gebracht. Vrien-
delijk verzoeken wij, zoo mogelijk binnen en
kele dagen na uwe vergadering een bevredigepd
antwoord te mogen ontvangen, of tenminste
daden te zien.
Burgemeester en Wethouders geven te ken
nen dat, aangezien door hun college zoowei
als door de Commissie van Advies in zake
steunverleening en de plaatselijke commissie
van advies in zake Werkverruiming reeds ver
schillende plannen zijn geopperd en overwogen,
met het resultaat dat geen voorstel aan den
raad kon worden gedaan, zij moeten voorstel
len dit schrijven voor kennisgeving aan te
nemen, te meer waar zij en de Commissie van
Advies in zake steunverleening van meening
zijn, dat de thans geldende regeling geen aan
leiding geeft tot algemeene klachten.
De heer VAN DE BILT vraagt naar aan
leiding van dit adres of het geen aanbevelmg
zou verdienen, dat uit de werkloozen ook eens
een commissie werd aangewezen, en dat die
eens een conferentie hield met de Commissie
in zake Steunverleening en Burgemeester en
Wethouders, misschien dat de werkloozen iets
in 't zicht hebben dat zou kunnen dienen voor
werkverschaffing, zij het niet nu, dan toch
later. Dan konden de menschen zelf ook eens
probeeren wat te vinden. Misschien zou dat
dan eenig resultaat geven.
Spreker heeft in het adres gelezen, dat
adressanten te kennen gaven, dat er op de gas
fabriek geen werk meer is, dit is hun daar
meegedeeld, doch later zijn er weer menschen
aangenomen. Men moet dat adressanten niet
kwalijk nemen, dat ze dat hebben geschreven,
aangezien het hun was gezegd.
De VOORZITTER acht het denkbeeld niet
zoo kwaad, dat de werkloozen zelf eens denk-
beelden voor werkverschaffing aan de hand
deden. Evenwel: hij zit hier iederen dag en is
dan te spreken. Als adressanten een commis
sie uit hun midden willen benoemen om hem
het een of ander plan voor te leggen, zal hij
hen gaarne ontvangen.
De heer OGGEL merkt op, dat het beleedi-
gend zou zijn voor de Commissie- van Advies
in zake werkverruiming, en die voor Steunver
leening, indien nu nog een commissie uit de
werkloozen zou worden aangewezen om met
Burgemeester en Wethouders te confereeren,
aangezien in die commissie reeds arbeiders,
spreker nieent zelf ^werkloozen, zitting hsbo-rii.
Indien de werkloozen het een of ander zouden
weten, zouden ze dat toch aan hun makkers
die hen in die cpmmissies vertegenwoordigen
kunnen meedeelen en deze konden dat dan toch
in de commissie ter sprake brtngen? H°t is
aan de Commissie in zake Steunverleening ook
gevraagd, maar die gaf ook te kennen niets te
weten. Spreker kan dat denkbeeld van den
heer Van de Bilt niet steunen.
De heer KOSTER deelt mede, dat, bhjkens
de ervaring, als er nog pogingen in het werk
gesteld worden om werk te verschaffen, de
betrokkenen van hooger hand nog wordt tegen-
gewerkt. De polder Beoostenblij Benoorden
wenschte n.l. voor beteren afvoer van het pol-
derwater een afvoerbuis te leggen naar het
rijkskanaal, daaraan zou geruimen tijd voor
1 15 tot 20 man werk zijn geweest. Het polder-
bestuur dacht daarmede dus heel goed te doen.
Omdat werk te kunnen uitvoeren, moest voor
een goeden afvoer van het water een duiker
van 's Rijksiwaterstaat 35 c.M. verdiept wor
den. Deze bleek daartoe echter niet genegen,
onder het motief, dat dit geen waterstaats-
belang doch zuiver een landbouwbelang was.
Dit was nu niet alleen een poging om werk
loozen aan het werk te kunnen helpen, doch
tevens was het ook ^en belang van den land-
bouw, om het overtollige water zooveel te vlug-
ger te kunnen kwijt geraken. Er zou daaraan
voor een paar maanden werk geweest zijn.
Daar kwam nu ook weer niets van,
De heer VAN DE BILT'merkt op, dat men
zoo'n commissie er op zou kunnen wijzen, dat
de overheid niet meewerkt.
De VOORZITTER acht dat niet van zooveel
beteekenis, de rpenschen kunnen dit in het
raadsverslag lezen als ze iets hebben kunnen
ze bij hem komen of zich tot den raad wenden.
De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter!
Alhoewel ik met Burgemeester en Wethouders
op het standpunt sta, dat bijna al het mogelijke
is gedaan in overleg met de plaatselijke com
missie tot werkverruiming tot eenig resultaat
te komen inzake werkverschaffing van of met
steun van gemeentewege, zijn de grieven hier
door de Axelsche werkeloozen naar veren ge
bracht niet van alien rechtsgrond ontbloot.
Toch moet men van de zijde van onze werke
loozen inzien, dat het dubbel moeilijk is voor
een gemeentebestuur, dat al zoo vaak zijn goe
den wil getoond heeft om tot daden te komen.
De werkeloosheid is als het ware geworden
een permanente crisis, het heele paar door zijn
er werkeloozen en om dezen tijd zoo talloos
velen. En wat is er nu eigenlijk een-s, dat iets
om 't lijf heeft om b.v. eenige tientallen men
schen aan 't werk te zetten. Men dient toch
om met gerechtvaardigde klachten te komen
ook iets aan te kunnen wijzen. De steunrege-
ling zal natuurlijk niet ieder kunnen bevredi-
gen dn zelfs velen doen morren en datgene wat
altijd van zijn kant als een bezwaar gevoeld is
tegen de steunregelingen hier is, dat men ei
als .werkelooze nooit geen houvast aan heeft.
En ik zal noch de commissie, noch eenigen per-
soon in de commissie voor de steunregeling
van onbillijkheid verdenken of beschuldigen,
I maar men dient toch ook niet uit het oog te
verliezen, dat willekeur nooit absoluut is uit ie
sluiten, dat er altijd menschen zullen gevonden
worden die klagen en zelfs met recht. Noch
Burgemeester en Wethouders, noch de eommis-
- sie kan aan dit euvel iets verhelpen, men zal
i dit handthaven zoolang men met een derimtieve
j regeling maakt waarbij men toch eveneens
duidelijk kan omschrijven wie .in aanmerkmg-
komt en met welke gezinsbehoeften men het
eerst zal rekenen in v-erhouding tot het kinder-
tal, enz.
Om nog met polderbesturen te confereeren
zijn wij thans weer te laat maar men kan met
I dezen wenk in Burgemeester en Wethouders
1 toch voordeel doen tegen den volgenden winter.
Het ware misschien te overwegen of met het
dichten van de sloot bij den heer Koster en aan
de gasfabriek niet reeds aanstonds zou kunnen
worden begonnen.
Eveneens met de herbestrating van het door
i de gemeente overgenomen gedeelte van den
Rijksweg, terwijl men ook zou kunnen zien of
j de straten in het gemeentelijk bouwterrein niet
i spoedig kunnen worden aangelegd en het ter-
i rein waar noouig gelijk gemaakt.
1 Er komt behoefte aan arbeiderswoningbouw-
terrein, want het nog beschikbare aan de straat
gelegene is te duur voor dat doel.
Ik dring hierbij eindelijk eens aan bij Burge
meester en Wethouders op een positief ant
woord (waarop ik al zoo vaak heb aangedron-
gen) wanneer men deze straten nu eindelijk
eens zal gaan aanleggen.
Het is echter, afgezien van het feit, dat u
waarschijnlijk niet zooveel mcnscnen aan het
werk gezet kunnen worden, niet raadzaam
hetgene wat men kan doen nu noguitte ,-tellen.
Ik zou daarom aan Burgemeester en Wethou
ders dit adres, dat spontaan uit de arbeiders
zelf komt, arbeiders van alle gezindten, zoowei
naar ik gezien heb landarbeiders, als bouwvak-
arbeiders (zelf letterzetters) inplaats van dit
adres voor kennisgeving aan te nemen op wil-
^n dragen aan Burgemeester en Wethouders
en hen daartoe machtigen te verleenen, die
werken, welke na onderzoek voor spoedige uit-
voering vatbaar zijn door de werkelopzcn te
doen uitvoeren.
Ik dien daartoe in de volgende motie:
„De Raad der gemeene Axel, in vergadering
„bijeen op 28 Februari 1928, ter behandeling
„o.a. van het schrijven van de Axelsche wer-
,,keloozen, van meening, dat de werkelooshem
„thans haar hoogtepunt heeft bereikt en de
„klachten der werkloozen ten deele gegrond
overtuigd evenwel, dat het Axelsche ge
.jmeentebestuur steeds het hhre heeft willen
doen den nood der werkeloosheid tot een mmi-
"mum te beperken, zoowei door steunmtkeering
"als door werkverschaffing, besluit het mge-
^kom-en adres naar Burgemeester en Wethou-
„ders te verwijzen en hen te machtigen die
"werken te doen uitvoeren welke voor onmid-
"dellijke uitvoering vatbaar blijken;
„en gaat over tot de orde van -den dag."
De heer CLAESSENS is tijdens het betoog
van den heer't Gilde ter vergadering gekomen.
De heer OGGEL moet er zijn verwondering
over uitspreken, dat de heer 't Gilde met zoo'fi
motie komt, terwijl, toen Burgemeester en
Wethouders aan de commissie waarvan de heei
't Gilde zelf deelmaakt, over dit schrijven ad-