algemeen nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanperen. ss=JBV!rr.u=s_- ?=r:-js=zrx vssi-r: -ixsr- Vezetzalf tegen STER-TABAK Mo. 8184. Vrijdag 17 Februari 1928 67e Jaargang. Sam en zijn schat ABONHENENTSPiMIS: 8INNENLAND. FBUILLBTOS. BUITENLAND. Erketid de beste Ol. hind I"«'« •"'•"■".dot- winterhanden -voeten 10) CO U RANT EERSTE KAMER Vergadering van Wuensdag. t D« Eerste Earner is hegonnen met de hehandeliug van het ontwerp tot samen- voeging van de militaire departementen. Op de gereserveerde tribune was veel be- laagstelling van militaire autoriteiten. U« heer Do Vos van Steenwijk (c. h.) ontwikkelt de bezwaren der christ.-hist. fraetie, die in haar geheel zal tegen stem- men. Hjj betoogt, dat aan bet hoofd van de vloot een deskundige onm'sbaar is en freest bp aumenvoegiug verwaarlooz ng van onse marine, vooral 'n Indie, terwijl zp jsiet in dezen tgd daar zulk een hooge taak heeft te vervullen. Spreker ontkent, dat de minister van marine geen dagtaak heeft en meent, dat ket gevolg van de aanneming van het ont werp aal zjjn splitsing van de marine. Wie splitting niet wil, noet zieh tegen fnsie veraetten. De bezuinigiDg acht bij te geriDg em daarvoor het lands^e'ang op te oflyren. De heer Rink (v. bverklaart. dat de Vrpheidsbondeche fractie op een lid na tegen zal stemmen, op grond, dat men eehade verwacht voor het marinebeleid, verslapping van den tard tusschen Neder- laed en Indie en bezuinigiDg niet het geval zal zijn. De beer Heerkens Thijssen (r.-k.) bestrpdt het ontwerp en betoogt, dat het beheer van marine aparte eischen stelt en niet te kort mag worden gedaan aan de uitgebreide taak onzer marine. De hter De Muralt (v. b.) zal zeer waar- aehijnlijk voor stemmen. DE OPBENGST VAN KIN PERPOST- ZEGELS EN E1NDERBR1EFKAARTEN. Het Tijdscbr. v. Armwezen vaD 11 dezer geeft de volgende voorloopige ramirg van de winst op den laa*sten verkoop van de kiade'postzegels en kinderbriefkaarten sDe winst op de kinderpostzegels wordt geschat op f 120 000. d e op de kaarten op f 10.000. Van deze bedragen zullen nog propaganda- en verdeelingsko-ten moeten werden betaald, zoodat er ongeveer f 125.000 zal knnnen worden verdeeld onder de in- stellingen, die bescherming- of hulpbe- hoe ende kinderen verphgen. De winst op de postzegels gaat gestadig vooruit: van f 19.000 in 1928 - '24 op f 57.000 een jaar later, vervolgeu9 op 177.000, dan f 109 000 en nu f 120.000. Ook de wirst op de kinderbriefkaarten is hooger dan het vorige jaar, toen zjj f5 00G bedroeg; nu zijn er van de kaarten der eerste reeks nog 2900 stel verkocht, die f 1000 bi-bben opgebracht, van de tweede reeks zjjn er dit jaar naar schatting 85.000 stel verkocht, waarop ongeveer f9 000 winst wordt gemaakt Wanneer de cijfers nauwkeurig bekend zjjn, hopen we op de zaak terug te k«men- Intusschen kan worden geconstateerd, dat in allerlei plaatsen met ijver en succes voor het goede doel is gewerkt. Met dat al blijtt het een feit, dat nog slechts een klein deel der correspondence met kinderzegels wordt gefrankeerd." Uit het Enqelsch door P. G. WODEHOUSE. Vervolg.) Recept Fa. v. d. Valde, Apothek.r na.. nr. LORD ASQUITH. f Lord Oxford and Asquith is Woens- dagmorgen overleden. De Liberale oud-premier lord Oxford and Asquith werd geboren op den 12en September 1852 te Morley en restigde zich in 1876 als advocaat te Loncen. In 1886 werd hij gekozen tot lid /an het Lagerhuis, waar hij zich aansloo: bij de liberale partij en door zijn schtterend redenaarstalent uitblonk. In het in 1888 begonnen proces tegen de leidersvan de Iersche home-rule-partij trad Ascuith op als verdediger van Parnell. Hienij, zoo- wel als bij de kiesrecht-beweging in 1892 onde>rscheidde hij zich in die mete, dat Gladstone hem, die tot nu toe rooit een staatsambt had bekleed, in 1892 ce porte- feuille van binnenlandsche zaken toever- trouwde, nadat op zijn voorstel den 12 Augustus de motie van wantrouwen tegen de conservatieve regeering door net La gerhuis was aangenomen. Na denval van het ministerie-Roseberry, in ]um 1895, nam Asquith zijn practijk als advocaat weer op, hoewel hij in het parlement een van de voomaamste leiders van de libe rale oppositie bleef. Toen ii januari 1906 de liberalen bij de verkiezjhflen een overwinning behaalden en Campbell- Bannermann hoofd werd van he mmiste- rie, nam ook daarin Asquith phats, en nadat eerstgenoemde wegens cngesteld- heid in April 1908 was afgetreden, nam Asquith zyn plaats in. Hij wist en ouder- domspensioen, zonder bijdrage tan arbei- der en werkgever tot stand te b engen en den tegenstand van het Hooqenuis tegen democratische wetten te breke.n ylet be hulp van de arbeiderspartij bride toen reeds de regeering voor verschilende dee- len des lands en ook voor Inland een eiqen regeering tot stand bren?en. 'In den laatsten tijd werd de naam van Asquith ook nog dikwijls genoend in ver- band met meeningsverschillen n den boe- zem van de liberale partij, voorjl ten aan- zien van 't verkiezingsfonds. Zrifs wordt in dit verband wel de naam Aquith-libe- ralen qebezigd, een bewijs, dat :r tamely k scherp gescheiden groepen tecpnover el- kaar staan. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. Vergadering van Donderdag 2 Friruari 1928, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizhga, burge- I mTegenwoordig de leden: J. J. d< Jager, L. J. I Geelhoedt, D. Scheele, P. van Qlmnd. C. A. Verlinde, A. de Bruijne, P. F. A J. Colsen., N. A. Hamehnk, L. J.van L>riaL, C. van den Bulck en D. van Aken} later ook de heer W. Bedet. (3. Slot.) 6. Wijziging verordening op den keurings- dienst van vee en vleesch. In de vorige vergadermg w*rd naar aan- leiding van daartegen door nen heer Colsen ingebrachte bezwaren aangehoiden een voor stel van burgemeester en wethmders tot wij ziging der verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch. Het Dezwaar gold voorna- melijk de wjjziging van art. 3, dat de aangifte van het slachten bij de keurmeester moet zijn aangegeven „niinstens 24 uren voor het tijd- stip der slachting tusschen 9 en 12 uur des voormiddags". Burgemeester en wethouders schrijven thans het volgende: In de vergadering van 8 December 1927 werd aangehouden het voorstel van ons college, tot wijziging der verordening op den Keurings dienst van vee en vleesch, teneinde nog eens te onderzoeken de juistheid van enkele opmer- kingen door raadsleden gemaakt. ooraf wenschen wij op te merken, dat de uitlatingen van den heer Colsen, dat de keu- ringsveearts er is voor de slagers en de bur- gerjj, ten deele onjuist is. De keuringsveearts is er alleen ten behoeve van de burgerij, om controle uit te oefenen op de slagers, opdat deze geen minderwaardig vleesch zuilen afleve- ren aan de ingezetenen. Eveneens is de op- merking onjuist, dat de slagers den keurings veearts betalen. Die ambtenaar wordt betaald uit de gemeentekas, onafhankelijk van keu- ringsgelden, die door de slagers betaald moe ten worden. Bedoeld ambtenaar heeft dus met de slagers niets te maken en heeft krachtens zijn instructie ze alleen streng te controleeren. Wat nu de verordening zelve betreft, deelen wij mede, dat wij deze wijziging hebben ont- worpen op advies van den keuringsveearts al- hier. Deze heeft juist de grootste moeilijk- heden ondervonden van het fe.t, dat men op alle oogenblikken van den dag maar aangifte kwam doen om b.v. na 1 of 2 uur te komen keuren, daaraan is nu eenmaal niet te voldoen. En waar nu toch voor de accijns ook 24 uur te voren aangifte moet worden gedaan van het voornemen om te slachten, kan toch evengoed 24 uur te voren aangifte gedaan worden van het voornemen tot slachten bij den keurings veearts. De aangifte en bij de belasting en bij den keuringsveearts kan tegelijkertijd geschie- den en geschiedt in de practijk ook tegelijker tijd. Wij moeten dan ook voorstellen in het belang van den keuring clienst die bepaling van art. 3 te handhaven. Art. 3, letter i van het Koninklijk besluit van 6 Juni 1921, S 754, spreekt al over de bij de slagerij behoorende tallen en stelt zelfs eischen, waaraan de stallen moeten voldoen. Waar dus toch stallen aanwezig moeten zijn, eischt art. 4 nu alleen, dat de keuring voor hex slachten alaaar zal gescfueden. Het behoefi wel geen betoog, dat zulks in het belang van den dienst is. Voor de verdere wijzigingen meenen wij Uw college te kunnen verwijzen naar ons vorig rapport en naar het schrijven vpn den keu ringsveearts van 12 Januari 1928, hetwelk bij de stukken is overgelegd. In voomoemd rapport schrijft de keur meester: 1°. De heer H. J. Colsen maakt aanmerking op het voorschrift, dat er een stal bij de sla- gerijen moet zijn. Of beter gezegd, dat elke slagerij zijn vaste stalling voor de slachtdieren moet hebben. In het Koninklijk besluit 6 Juni 1921, Stbl. 574 gewijzigd by Koninklijk besluit van 10 Juli 1926, Stbl. 233, staat in art. 3, letter j, ,T>e bij de slachterij behoorende stal(len) moeten van een waterdichte vloer zijn voorzien. Het daglicht moet behoorlijk kun nen toetreden of er moet voldoende kunstl cht aanwezig zijn". Het betreft hier dus geen voorschrift van. een gemeenteverordening, (ioch een zuiver wetsartikel. 2°. De heer H. J. Colsen veronderstelt, dat er door de aan te brengen wijziging in art. 3 wel 3 maal 24 uren kunnen verloopen, eer een slager over zijn. vleesch kan beach.kken. Deze veronderstelling is onjuist. Tegelyk dat de slager aangifte doet bij den ryksontv anger, kan hij de kennisgeving van het voornemen een slachtdier te slachten ind enen by den keu ringsveearts. Dit geschiedt thans ook, en zulks geschiedt overal. Aan de groote abattoirs komt het rundvee zelfs eerst in handen van de commiezen van het geslacht, die de accyns- aangifte controleeren; pas daama heeft de levendige keuring plaats. Indien het moest voorkomen, dat een diet werd afgekeurd, of indien beslag op zou wor den gelegd, volgens de Veewet (geval van be- smettelijke ziekte) dan wordt het geld van de accyns terugbetaald. Trouwens, teruggave van de aocynsgelden heeft bij afkeuring van het geslachte dier ook steeds plaats. Art. 12 van de thans vigeerende verordening bepaait, dat de keuring voor het slachten b.n- nen 24 uur na de inlevering van de kennisge ving moet geschieden. De keuring van het ge slachte dier uiterlijk 12 uur na de slachting. De voorgestelde wyziging van art. 3 der gemeente keuringsverordening komt m.i. ge heel in overeenstemming met het bepaalde in art. 13. Ernstige bezwaren om de kennisgeving in te dienen 24 uur voor het tijdstip der slachting, bestaan er mi. niet. De heer H. J. Colsen weet als slager-vakman zeer goed, dat men de slachtdieren zooveel mogelijk moet laten uit- rusten, alvoTens tot slachting over te gaan. Het uitrusten van de slachtdieren komt de kwaliteit van het vleesch zeer ten goede. Ook art. 29 van het Koninklijk besluit van 5 Juni 1920, Stbl. no. 285 luicit in dien geest. „Bij het onderzoek der slachtdieren in het algemeen, wordt er op gelet of de dieren niet vermoeid of sterk verhit zijn". Een minimum rust van 24 uren is niet te lang. Vele slagers in de ge meente Ter Neuzen doen alzoo. De heer COLSEN is van meening, dat de toel.chting van burgemeester en wethouders geen enkel argument bevat om hun voorstel aannemelijker te maken. Hij betoogt dat de gemeenteraad in deze een ambtenaar, den keu ringsveearts, benoemt, en dat deze moet wer- ken volgens de instructie die de gemeenteraad voor hem vaststelt, doch dat bet niet aangaat, dat deze voorschriften gaat maken hoe het voor hem het best uitkomt. Waar zou het toch heen moeten, als al de gemeente-ambtena- ren eens op deze wijze gingen werken en v<x>r- schriften inzonden volgens welke ze wenscher te werken, naar hun gemak. Burgemeester en wethouders schrijven daar dat de keurmeester niet is voor de slagers, doch om op hen controle uit te oefenen, doch hij meent, dat toch in elk geval de regel.ng, voor't keuren zoo gemakkelijk mogelyk dienst te worden gemaakt. Hij veronderstelt, dat, in dien de minister indertijd had kunnen voorzien, 1 dat op de Vleeschkeuringswet nog zulke stren- ge gemeente-verordeningen zouden z(Jn ge- volgd, hij wel eens anders zou gesproken heb- Bij den rijksontvanger kan men voor het aangeven van een stuk vee terecht van des voormiddags 8 tot des namiddags 5 uur. Er staat dan bat de kommiezen uiterst 24 uur kun nen wachten om te komen, maar er staat ner- gens, dat ze 24 uur laten wachten. Dat moet <ie keuringsveearts niet zeggen. Men moet allerminst 24 uren op de rijksamb- tenaren wachten. Het is spreker meermalen gebeurd dat, indien hij om 9 uur aangifte had gedaan, dat ze er om 11 uur al waren, of als er ongeveer 11 uur aangifte gedaan werd dat ze om 2 tot 3 uur al kwamen. Men maakt het van die zijde al heel gemakkelijk. Men heeft daarom te Sluiskil ook een sub-ontvanger aangesteld. Het duurt meestal maar een uur of drie tusschen de aangifte en het tydstip dat de kommiezen zooals men dat zegt net stuk vee komen looden. Een geheel andere toestand wordt het als men ten bureele van den gemeenteambtenaar tusschen 9 en 12 uur aan gifte moet komen doen en deze dan 24 uur tijd heeft om te komen keuren. Het gaat met aan, dat deze zijn werkregeling maakt, dat moet de raad doen, in overeenstemming met de behoeften van het publiek. Door de toelich- ting kan de raad niets wyzer zyn geworden. Als er dan hier te veel werk voor hem is, laat hem dan een hulp-keurmeester vragen. Dan zullen de k;osten van den keuringsdienst we hooger worden, maar op het oogenbl k is het tarief voor de keuringen hier zeer laag. Hy meent, dat niemand in zijn bedrijf bemoeilijkt en dat zal thans voor de sdac'hters bet geval worden. Hij had gehoopt, dat voo deze regeiing, die de slagers van zem naby betreft, de Slagersbond toch ook m de ge.egen INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Sam wandelde weer verder. Om kwart over elven's avonds is er maar weinip om den drentelaar ten Oosten van Wellinq- tonstreet te vermaken, hij stak dus den weq over en zette koers naar het Westen. En hij had nog geen twee stappen ge daan, of hij stond voor het winkelraam van een klein restaurant, dat zich scheen te specialiseeren in schaaldieren. De toon- bank voor het raam was eenvoudig ge- plaveid met de verleidelijkste oes'ers. Heelemaal ontdaan bleef Sam stokstijf staan. Er is iets in een oester, lokkend in de schelp, die in de uren, nadat de schouw- iourgen gesloten zijn en Londen zich gaat eivergeven aan nachtelijke vermaken, weldenkende menschen prikkelt als een stoot op de jachthoorn. Opeens voelde Sam een knagend verlangen naar voedsel. Oesters met bruin brood en stout was nu jurist wat hij op dezen heerlijken avond verlangde, als een behoorlijke climax. Hij baalde zijn portefeuille te voorschijn. Zelfs al zou dat nu morgen een veel min der mooi kostuum beteekenen, toch zou een van de bankbiljetten op staanden voet in dit etablissement gewisseld moeten worden. Het scheen Sam wel toe als hij later aan dit oogenblik terugdadit, dat zijn portefeuille hem allerakefcgst dun was voorqekomen. Zij leek de ezellige dikte verloren te hebben, al w$ ze door een sloopende kwaal aangetast, bn toen hq haar opende, maakte ze indtraaad den m- druk van leeg te zijn. Zij was echter met htelemaal .^eg. Weliswaar was er geen encel bankbiljet I meer aanwezig, maar er was wel iets in, I een vuil stukje papier, waarop met pot- lood een paar woorden geihreven ston- den. Hij las ze bij het licht, dat uit den winkel stroomde. „Beste Sam. }e zult zeker ver baasd zijn, Sam, te hoorea, dat ik je geld geleend heb Beste Sam, ik zend het morgenochtend prompt terug. Niets kan dit beestje slaan, Sam, dus ik h£h het geld geleend. Ik hoop, dat fe et goed maakt. Je onderdarfge C. 4 od- I hunter." f Sam stond met klapperende kaken naar deze beleefde mededeeling te kijken. Een oogenblik was het hen niet heele maal duidelijk, vooral het woord 1 'beestje", was duister. i Maar, in tegensteliing net het vermiste geld kwam alles weer bij hem terug in zijn herinnering. i Het was niet meer zoo druk, het lawaai van een kwartiertje geltden was nu nog maar een zacht gegons. Het scheen, dat Londen met hem medevielde en zijn stem dempte. En het was in«erdaad zoo rustiq geworden, dat de stem lan den straatzan- qer ineens veel duidelijktr werd, en in wai hij zong, school een bittere waarheid, die Sam op het eerste hocren nog met zoo beseft had. heid zou gesteld geworden zyn eens 'n woortt)* mee te spreken. De heer SCHEELE acht het mogelyk, dat blijken zal, dat aan de voorgestelde bepalinga* gebreken kleven, doch dat is dan wel te veraa- deren, men moet echter in het oog houden, dat Ter Neuzen een uitgestrekte gemeente is en de keuringsveearts toch in de gelegenheid moat gesteld worden zyn werk te verrichten. De hear Colsen erkent zelf, dat de keurmeester de slagers zooveel mogelijk ter wille is. Het kaa nu echter voorkomen, dat hy b.v. naar Sluiskil gaat keuren, en dat hij, thuis komende, daar weer een boodschap vindt dat hy naar dia buurt terug moet. Onder zulke omstandig- heden kan men zich toch indenken, dat men een regeiing wenscht, waardoor zooiets voorkomea wordt. Men moet zich toch een practische uit- voering van de taak van den keurmeester ku»- nen indenken. Spreker kan zich daarop wel voor de voorge stelde bepalingen laten vinden. De heer HAMELINK merkt op, dat hij er in de vorige vergadering, naar aanleiding van da door den heer Colsen geopperde bezwaren vo6r was, de zaak r.og eens aan te houden, voor nader onderzoek. Hij is echter ook overtu gd, dat er voor den keurmeester mogelijkhiid moat ziji zijn taak te ver>*ichten. Ook blykt tharw, dat de regeiing niet zoo bezwarend is als door den heer Colsen werd gezegd, aangezien toch ook voor de rijksambtenaren de termyn op 24 uren na de aangifte staat. Erkend wordt bo- vendien, dat de keurmeester de slagers zoo veel mogelyk ter wille is, zoodat er op mag gerekend worden, dat hy zal doen wat mogo- ljjik is. Bovendien, als in de praktijk moeat blijken, dat de regeiing niet voldoet, dan kan zy nog altijd veranderd worden. De heer OOLSEN wyst er op, dat de keur meester de regeiing van aangifte bij den rijka- ontvanger aanhaalt, waarbij de kommiezon uiterst 24 uur kunnen wachten om naar hot aangegeven stuk vee te komen zien, hetgeoa echter veel vlugger wordt afgewerkt, maar bovendien geldt dit ook uitsluitend voor vee, terwyl het slachten van varkens een zeer voor- name factor is en daarvoor heeft men met don ontvanger niets te maken. Als iemand een drukken winkel heeft, kan hy op een geg von oogenblik tot de conclusie komen, dat hij spoe- dig zal moeten slachten. Neem b.v. dat dit V Maandags is. De varkens komen hier 's Maandags aan. De aangifte moet dan ge schieden vdor den middag. Indien dr keur meester dan 24 uur wil wachten, komt hij pas Dinsdag en is het Woensdag eer de slager over zijn vleesch kan beschikken om te verkoopon. Spreker meent, dat de zaak nu goed marcheert er zijn geen klachten on daarom zou hij de regeiing willen laten gelijk zij is. De VOORZITTER geeft te kennen, dat bet thans voorkomt, dat de keurmeester twee- ef driemaal op een dag, dezelfde richting uit- moet, hetgeen tijd kost en waardoor soms ande- ren moeten lijden. De keurmeester maakt b-t Zeelui malen er niet om." jubelde de zanqer. Zeelui malen er niet om. Dat komt door het zout in het bloed, maar ee zeeman. die maalt er niet om. HOOFDSTUK IV. Scenes bij een fijne nachtkroeq. De qeestestoestand van een man, die zich s nachts om half twaalf plotselinq zonder een cent op zak en zonder nacht- verblijf midden in een groote stad be- vLdt'is zooals vanzelf spreekt. nogal ver- ward. Sam's eerste geordemde gedachte was terug te gaan en te probeeren om dien daalder weer terug te vragen v^ d^n zwervenden minnestreel. Na een °°9en- blik nadenkens echter zag hy hier wee van af en oordeelde dit plan te fantas- tisch voor practische uitvoermg. Zyn ken- nismaking met den ander was wehswaar kort qeweest, maar hy scheen ^och met te behooren, tot die zeldzame setten, die daalders teruggeven. De troubadour was oud en gebrekkig, maar het zou nog heel wat jaren duren, eer hij aftandsch genoeq was om tot zooiets te komen. Neen, de oplossing lag in een geheel andere rich- tinq; en na eeniq diep nadenken beqon Sain zich lanqzaam in de richtinq van Charing-Cross te bewegen. Hij was nog niet wanhopig. lntegen- deel zijn stemming kon nog optimistisch qenoemd worden; want hij besefte. dat als deze ramp door het Noodlot van het be- qin af bepaald was en dat veronder- stelde hij, ofschoon de waarzegster er n.et over qesproken had dan zou het niei op een gelegener plaats hebben kunnen gebeuren. Het Wrykyn Reumstendiner was juist geeindigd, en dat beteekende, dat dit gedeelte van Londen wemelde van lui. die'met hem op school geweest wa ren en die hem zeker dolgraaq uit de pe- rikelen zouden willen h el pen met een ty- delijke leening. Hij kon nu ieder oogen blik een vriendelijken, ouden schooikame- raad tegen het lijf loopen. En dat qebeurde ook bijna onmiddellyk Of iiever, de oude schoolkameraad liep hem tegen het lijf. Hii had her aude- ville-Theater bereikt en was even onjven staan om met zich zelf te overleggen, ot het raadzaam was om de straat over te steken en het jachtqebied aan den over- kant te verkennen, toen hij een stevigen duw in den ruq kreeq. „0 pardon! Duizendmaal oardon Far- don, zeg!" Het was een stem, die Sam een paar jaar in zijn leven gemist had, maar hij had haar herkend eer hij nog zijn evenw.cht hervonden had. Hij draaide zien \erqe- noegd om naar den stevigen, roodwan- qigen jongen man, die eeniqe moe.lijk- heden ond'ervond in zijn pogingen om zyn hoed uit de goot te visschen. Neem mij niet kwalijk"*, zeide hij, ,maar u lijkt buitengewoon veel op iemand, dien ik vroeger gekend heb, I- W. Braddock.' ..Ik ben J. W. Braddock. ..O", zei Sam. ..Daarom lijk je er zoo PHij keek zijn vroegeren schoolkameraad vol genegenheid aan. Onder alle omsran- digheden zou hij blij zijn geweest om dien goeien ouden Brad te onfmoeten, maar nu was hij er al buitengewoon verheugd over. Zooals de heer Braddock zelf zou hebben gezegd, hij was blijde, hij was verheugd, verrukt, qelukkiq en meer dan verblijd. Willouqhby Braddock, die den woorden van de beide keurioe ion q el i-1 gen recht deed, was blijkbaar in een lichte wijnstemming. Maar Sam was niet preutsch en het hinderde hem niets. Het geen omtrent den heer Braddock het meeste indruk op hem maakte, was, dat de man er zoo rijk uitzag. Hij had iets over zich en dat is altijd zoo prettig, alsof hij iemand zonder een oogenblik te aarze'm vijftig pop zou willen leenen. Willouqhby Braddock had zijn hoe® weer opgevischt, en hij zette dien nu eenigszins wonderlijk op zijn hoofd. Zijn gelaat was vuurrood en zijn ooqen, die altijd ietwat puilden, schenen uit de kas- sen te springen, als bii een slak. en wel bij een buitengewoon bezopen slak. ..lkke spiegt", zeide hij. ,,Waat zeg je zeide Sam. „Ik heb gespeecht." „Ja, dat heb ik gehoord. ,,Hoe heb je mijn speech gehoord zeide de heer Braddock. blijkbaar heele maal in de war gebracht. ..Te was niet eens aan het diner. „Neen, maar „Ie kon niet aan het diner zijn ging de heer Braddock voort. logisch redeneerend. ..want avond-toilet was verplicht. Ik zal je eens wat zeggen, maar het blijft tus schen jou en mij, ik weet voor den durre1 niet. wie je bent. „Ken je me niet „Neen. ik ken je niet. „Denk nu eens even na. Brad. Ik ben Sam Shotter." ..Precies." (Wordt vervolqd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5