Tar N e azeasche Courant «hWe Wfim. ZSSZiESFSl VtiSm Woensdag 15 Febr. 1928, Ho, 8183 TWEEDK blad. gemeentbraad van TER NEUZEN. H1eiSgimfente-U^el\rertrverbamrmet d^zaak tejegelen thans niet.gunstig achten. |lAN Vergadering van Donderdag2 Februari 1928, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- Tegenwoordig de leden: J. J. Jag®r'f! 4 Geelhoedt, D. Scheele, P. van C^isand C. A. Verlinde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker H. I Col sen N. A. Hamelink, L. J. van Duel, C. van den Bulck en D. van Aken; later 00k de heer W. Bedet. (2. Vervolg.) D Een schrijven van gedeputeerde staten van Zeeland, dd. 13 Januari 1928, waann deze naar aanleiding van het raadsbesluit vanjv door sommige armbesturen die regeling reeds in p.raktijk wordt gebracht. De VOORZITTER acbt het mogelijk, dat bij verschillende heeren die bedoeling voorzat, maar heel duidelijk is dat in de bewuste ver- gadering toch niet naar voren gekomen, zoodat Lictij.c5, jit hp^triidinfiT zal ond6tvmdenWas dit het welke wijze in den dienst zal worden voor „eweest ongetwijfeld zou, ""k zoodat men dan. zonder eemge mc^ijkheid tot ondervondeh. de raad uit wil. Er zijn door de heeren ver- scMllende denkibeelden gelanceerd. De heeren wenschen verandering. Er is uitzicht, da- er binnenkort op natuurlijke wijze verandering komt door ontslagaanvraag van den functio- j naris, en dan moet toch beslist worden op liever de"bestaande regeling te behouden. De heer VAN DRIEL verklaart dat deze mededeeling op- niets trekt; hij zou zeer sterke staaltjes kunnen noemen van onaangename voorvalien die van den bestaanden toestand het gevolg zijn. Hij is hieromtrent nog m het geheel niet bevredigd en zal er nog wel eens op terugkomen. De heer HAMELINK kan zich met den loop die deze kwestie neemt, toch 00k niet yereeni- gen. Er is indertijd voor jaarwedde-verhoogmg o-estemd in het vooruitzicht, dat de verloskun- dige voor een bepaalde categorie menschen niet hooger dan een bepaald tarief zou rekenen. a- TT14 Jfloow\r\ nog Id in Provinciaal blad November 1927, tot het verleenen van ontslag aan den gemeentegeneesheer berichten, dat, zoolang de op 18 Juli 1913 door den gemeente- raad vastgestelde verordening, regelende den genees-, heel- en verloskundige dienst, welke in artikel 2 bepaalt, dat de genees-, heel- en verloskundige behandeling der behoeftigen in Ter Neuzen wordt opgedragen aan twee ge- neeskundigen en ten hoogste drie vroedvrou- wen, in haar tegenwoordigen vorm bestaat, die geneeskundigen niet worden ontslagen, on, daardoor te geraken tot het stelsel van vnje artsenkeuze. Om dat stelsel te kunnen mvoeren, moet het met wijziging of intrekking van boven- bedoelde verordening bij verordening (in gevolge art. 34, eerste lid. 1°. juncto artikel 167 der Gemeentewet aan ons mede te deelen) worden geregeld. Ontmoet die regeling geen bezwaar, dan gaat met hare inwerkingtredmg gepaard de opheffing der betrekking van ge meentegeneesheer en tevens het ontslag van de dan in functie zijnde titularissen. Op grond van een en ander maken zij be zwaar, het ingezonden raadsbesluit tot het verleenen van eervol ontslag aan den ger.ect- heer Spruitenburg in behandeling te nemen. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit schrijven aan te nemen voor kennisgeving, Zij meenen thans niets te moeten doen. Hun standpunt is, om thans niet tot wijziging van de verordening over te gaan. De heer HAMELINK is het daaromtrenv niet eens; hij wijst er op, dat de raad een be- sluit 'heeft genomen en dat burgemeester en wethouders dat heblben uit te voerenNu blijkt, dat dit niet kan in den vorm waarin zulks is geschied, hadden burgemeester en wethouders dat in een vorm moeten steken dat het wel kan, maar het gaat hierin weer zooals het steeds gaat, als het een voorstel is dat aan burgemeester en wethouders niet gevallig is, dan wordt er mede getraineerd. De heer GEELHOEDT merkt op, dat het besluit toch is uitgevoerd, maar dat gedepu teerde staten het niet willen goedkeuren. De heer HAMELINK: Omdat, naar ze zeg- gen eerst de v.erordening moet gewijzigd wor den, welnu, daarom ligt het op den weg van burgemeester en wethouders, dat ze, den weaisch van den, raad kennende, met een voor stel tot wijziging der verordening komen. Het is hier hetzelfde als met de geldleenmg. Het blijkt, dpt het eerst genomen besluit niet kan uitgevoerd worden, maar in dit geval komen burgemeester en wethouders wel met een ge- wijzigd voorstel. Het is aan u, het raadsbe sluit uit te vp-eren. De heer OOLSEN had 00k verwacht, dat burgemeester en wethouders met een voorstel tot wijziging der verordening zouden gekomen zijn. Hij is 00k niet tevreden over de wijze waarop burgemeester en wethouders deze zaak bij gedeputeerde staten hebben aanhanglg ge- maakt. Teneinde in het openbaar niet over personen te moeten spreken, is over deze kwestie in de afdeelingen, in besloten vergade- ring gesproken. Toch is daaruit gebleken, waarom de raad verandering wenscht. Nu heeft spreker aan burgemeester en wethouders verzocht, ter nadere verklaring een verslag van de besprekingen in besloten vergadering aan gedeputeerde staten in te zenden, doch dat hebben zij niet gedaan, alleen het versiag der openbare vergadering, dat niet de bepaalde gronden van het besluit aangeeft. De heer VAN AKEN spreekt als zijn mee- ning uit, dat in de bedoeling van het genomen raadsbesluit lag opgesloten de regeling, dat in de toekomst alle geneesheeren die er zich voor beschikbaar wilden stellen, in aanmerking zou den kunnen komen voor behandeling der ar- men-patienten. Ook hij is van meening, dat burgemeester en wethouders een nieuwe ver ordening, in die richting, hadden moeten voor- bereuien. De heer VERLINDE deelt mede, sinds de behandeling der begrooting vernomen te heb ben, dat de gemeentegeneesheer dit jaar het tijdstip bereikt, waarop hij met pensioen zou kunnen gaan. Hij meent, dat het geen bezwaar zou kunnen zijn, om het invperen eener nieuwe regeling tot dien datum te verschuiven. Indien dokter Spruitentourg dan met pensioen den dienst verlaat, behoeft geen ongevraagd ont slag te worden gegeven en staat de raad ge heel vrij in het maken eener nieuwe regeling. De heer SCHEELE kan niet aannemen, dai gedeputeerde staten het door hen aangevoerde motietf zoo ernstig nemen, want toen voor en- kele jaren aan dokter Buijze eervol ontslag is verleend en besloten werd geen tweeden ge- neesheer meer te benoemen, den gaheelen dienst aan dokter Spruitenburg op te dragen en het halve salaris van den anderen genees- heer mede aan hem uit te keeren, hebben zij daar toch ook niets van gezegd. Toen hebben ze niet gezegd, dat dit niet mocht, omdat er in de verordening twee geneesheeren zijn voor- geschreven. Hij meent, dat men de zaken nu niet zoo serieus moet gaan opvatten. De heer BEDET: Ik zou over de vrije artsen keuze ook nog wat willen zeggen, omdat ik hiervan wat ervaring heeft De heer HAMELINK: Heb! De heer BEDET: Heeft! Indien de vrije het dan ook - - j hostriirline hebben onuervonaen. Overigens een reorganisatie kan geraken. Daarom 1 e t h-= ok dat de heeren er wel niet ben burgemeester en wethouders ook bij de be- i vermeent mj 00^, u 1 handeling der begrooting aanneming van het raadsbesluit ontraden. De raad heeft het toch gedaan, welnu, burgemeester en wethouders hebben bet doorgezonden en daarbij overgelegd de notulen van de raadszitting, voor zooyer die op dat punt betrekking hadden Daaruit bleeh toch in elk geval de grondgedachte, die by den raad heeft voorgezeten. Dat blijkt ook uit het antwoord van gedeputeerde staten, die te ken- nen geven, dat, indien de raad een reorganisa tie in den dienst wenseht, de daarop van be trekking zijnde verordening moet worden her- zien Burgemeester en wethouders zijn van meening, dat het op dit oogenblik niet de ge- schikte tijd is, om een wijziging der verorc.e- ning in te dienen, welnu, als de raad net daar- mede niet eens is, moet zij het voorstel van burgemeester en wethouders om het schrijven van gedeputeerde staten aan te nemen voor kennisgeving verwerpen. Dat is toch de ge- wone weg? Daarin schuilt toch niets bijzon- ders? op voorbereid zullen zijn, om thans besprekin gen te gaan houden over het vraagstuk vrije artsenkeuze. Hij wil een bemiddelingsvoorstel doen en wel, dat de zaak thans blijft rusten, en dan voorts in studie zal worden genomen. Er zijn toch ook nog andere zaken die er verband mede houden, nl. die van schoolartsen. En haast behoeft er toch bij deze behandeling niet te zijn in een nadere vergadering ge- legenheid te geven dit onderwerp speciaal te hpsnr eken De heer HAMELINK kan niet meegaan met de stelling van burgemeester en wethouders, dait destijds een overijld besluit is genomen. Daarom voeren ze het maar niet uit! De heer VAN AKEN moet daar ook legen op komen, Mj verklaart voor het voorstel te hebben gestemd, omdat hij voorstander is van vrije artsenkeuze, afgedacht van den persoon van dokter Spruitenburg. De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur- gemeesicr en wethouders het oogenblik on sen, als bedoeld in rrovmciaai man no. 50 van 1923, niet gebonden was aan de strenge voor- schriften, die de Lager-Onderwijswet 1920 ten aanzien van het wettelijk vervolgondeiwijs geeft, opende toch de mogelijkheid tot differen- tiatie, waardoor eenerzijds in hoogere mate voldaan kon worden aan de bijzondeie onder- wijsbehoeften, die zich in een bepaald gedeelte van deze provincie mochten doen gevoelen, an- dererzijids in meerdere mate profijt kon worden getrokken van de capaciteiten en bevoegd- heden der individueele onderwijzers. Ten aanzien van het door den Minister ge- dat Dan zijn diensttijd, spoedig zal heengaan. hebben we ruim baan en kan de zaak geregeld worden zonder persoonlijke gevoeligheden. De opmerking van den heer Scheele over de vroegere wiiziging gaat niet parallel. Dat was niet bepaald een wijziging der verordening, aangezien daarbij in de waarnemmg m geval De heer COLSEN is van oordeel, dat de raad zich Merover niet meer moet uitspreken, doch dit door zijn besluit ai deed. Hij acht wel de- gelijk haast noodig vool de nieuwe regeling. De VOORZITTER stipt nog aan, dat het be sluit z.i. is genomen om drieerlei motieven. Ten slotte wordt met 8 tegen 5 stemmen aangenomen een voorstel van den heer Colsen, eener vacature wordt voorzien en gedeputeer- -0~. de staten konden daartegen geen bezwaar heb- waarbijb«pmee^er^en ^^ouders^worden ben, aangezien we er op goedkoopere mamer in voorzagen. Indien de raad er verder op wil doorgaan, moet een beslissing genomen worden over net systeem al of niet vrije artsenkeuze. De heer HAMELINK is het met het stand punt van den voorzitter niet eens; de raad heeft een uitspraak gedaan, hij heeft een be sluit genomen. Gedeputeerde staten geven tt kennen, dat dit besluit op de wijze zooals het is ingezonden niet kan uitgevoerd woruen, doch geven een vingerwijzing hoe dit dan wel kan. Dan is het volgens hem niet noodig, dat de raad zich nogmaals eerst uitspreekt, doch dat burgemeester en wethouders de uitvoering van het besluit voorbereiden overeenkomstig den ontvangen wenk. Indien de raad het voor stel van burgemeester en wethouders aannam, zou dat zijn een terugkomen op het genomen besluit. 1 i,.j ij De heer OOLSEN herhaalt, dat de leden hun stem aan het voorstel hebben gegeven op grond van de besprekingen in de besloten vergadering, en dat burgemeester en wethou ders dat verslag aan gedeputeerde staten had den moeten inzenden. De heer HAMELINK blijft vol houden, dat burgemeester en wethouders met een voorstel moeten komen, dat de uitvoering van het raadsbesluit mogelijk maakt. De VOORZITTER zou dat juist achten, in dien de raad het beginsel van vrije artsenkeuze had aanvaard. De heer COLSEN is van oordeel, dat de raad zich door het besluit daarvoor heeft uitge- sproken; op dien grond hebben de heeren er hun stem aan gegeven. De heer GEELHOEDT is het daarin ede niet eens; hij betoogt, dat het besluit is uitgevoerd, zooals het is genomen en dat nu uit het ant woord van gedeputeerde staten blijkt, dat daarvoor wijziging der verordening noodig is. Hij heeft echter geenszins uit de besprekingen en het nemen van een besluit den indruk ge- kregen, dat de meerderheid zich daarbij uit- sprak over het invoeren van vrije artsen-keuze. Indien bet principieel daarover gaat, zou dit vraagstuk nader onder de oogen behooren te worden gezien en de raad op de consequenties die daaraan vastzitten behooren te worden ge- wezen. Hij gelooft dat, indien die eens in het licht worden gesteld, zelfs de heer Hamelink mogelijk nog wel van zienswijze zal ver- anderen. De heer DE JAGER wijst er op, dat het be sluit van den raad strekte tot het verleenen van ontslag aan dokter Spruitenburg. Daar door zijn we gekomen in het stadium waarin we nu verkeeren. Hij vermeent, dat men over die kwestie wel wat gemakkelijk heengeloopen is, en over het hoofd heeft gezien, dat het hiei betrof het zonder vorm van proces ontslaan van een ambtenaar met een groot aantal dienstjaren. Hij weet niet, als het eens een ambtenaar van de secretarie of een politie- agent- betroffen had, of de heeren er dan ook gemakkelijk over heen gegaan zouden zijn en wat ze dan wel zouden gezegd hebben. In dien de heeren te kennen hadden gegeven, dat ze wijziging der verordening wenschten, zou den ze thans recht van spreken hebben, doch naar zijn oordeel moet het initiatief daartoe thans niet uitgaan van burgemeester en wet houders, maar van den raad. De heer HAMELINK merkt op, dat het be- toog van den heer De Jager hem noopt terug te komen op de besprekingen ter zake. Het besluit is niet genomen op grond van persoon lijke overwegingen of omstandigheden, het gold niet den persoon van dokter Spruitenburg, doch omdat de raad meen.de dat de dienst, zoo als die nu is, niet goed functioneert. Het al- gemeen belang eischt verandering van de regeling en in die gevailen stelt spreker zich op het standpunt, dat het algemeen belang moet gaan boven het persoonlijk belang van den ambtenaar. Hij ziet den stand der zaak zoo, dat de raad zich reeds heeft uitgesproken, dat hij het stelsel van vrije artsenkeuze wenscht. Dat besluit is reeds gevailen. Het tninder groote belang van den gemeente-ge- neesheer moet hier voor het algemeen belang wijken. En wat betreft het in het vooruitzicht gestelde ontslagnemen van den gemeente geneesheer, dit kan hem niet van meening doen veranideren. We hebben al zoo'n geschiedems meegemaakt, dat een noodzakelijke verande ring van toestanden ook maar steeds werd uitgesteld met het oog op het te verwachteii ontslag van een ambtenaar op leeftijd, maar die ongewensohte toestand duurde ten slotte nog 4 of 5 jaar voort. De ervaring is in deze sprekers leerschool en hij zou het wel ge- wenscht achten, dat er een verordening werd gemaakt, dat personen in dienst der gemeen- te op een te bepalen leeftijd uit den dienst moeten. Resumeerende dat de raad zich om-trent uitgenoodigd ten opzichte van de geneeskun- dige behandeling der armen een verordening te ontwerpen uitgaande van het stelsel „vrije artsenkeuze". Yoor stemmen de heeren Hamelink, Van Driel, Van den Bulck, Van Aken, Verlinde, De Bruijne, De Bakker en Colsen; tegen stemmen Bedet, De Jager, Geelhoedt, Scheele en Van Cadsand. iucl 11UV6" rr ".V 777. 7,, ,lok opperde, aan de wet ontleende, bezwaar merk- Dit komt nu met uit. Hij denkt daarop o PP j p dat hoezeer eenerzijds kon f„u te ten wq Van^noP;n) de wetgever door bet uitvaardigen van de Lager-Onderwijswet 1 de geheele daarin behandelde materie aan zich had getrokken en haar daarmede hart gestem- peld tot een zaak van Rijksbelang, waarin m- gevolge art. 150 der Gemeentewet de plaatse- lijke verordeningen niet mogen treden., van den anderen kant kon worden aangevoerd, dart, toen later door wijziging van evengenoemdewet de verplichting tot het geven van vervolgonder- wijs werd opgeheven en dit onderwijs los wercl gemaakt van de op dit gebied bestaande fi- nancieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten, dit onderdeel der materie nier- mede werd gebracht buiten de eigenlijke sfeer der Rijksbemoei'ingen en aan de gemeenten in grootere mate vrijheid werd gel at en, ten aan- zien van dit onderdeel zoodanige voorzieiungen te treffen, als zij in het belang harer mgezete- nen zouden oordeelen. Wij knoopten Meraan de opmerking vast, dat doorvoering van de zienswijze van de Minister, gelet ook op de geringe belangstellmg, die het „vervolgonderwijs", ook onder den vroegeren naam „herhalingsonderwijs", steeds heeft ge- vonden, onvermijdelijk er toe zou moeten lei- den, dat dit onderwijs of niet gegeven zou worden, of, waar het gegeven zou worden, in verreweg de meeste gevailen niet aan zijn doel zou beantwoorden. De MiMster bleek evenwel noch voor de lor- meele, noch voor de materieele argumenten ten nog wel terug te komen. s. De VOORZITTER herinnert, dat door den heer Colsen een voorstel is gedaan tot wij ziging der Algemeene Politieverordening met een bepaling, dat op Zondag na kerktijd open- bare muziekuitvoeringen zullen mogen worden gegeven. Namens burgemeester en wethouders dee 11 hij mede, dat een dergelijk voorstel niet aan- nemelijk is, aangezien dit in strijd komt met de bepalingen der Zondagswet en de uitvoering daarvan aan burgemeester en wethouders is opgedragen. De heer COLSEN meent, dat, als burgemees ter en wethouders rekening willen houden met die van 1815 dateerende wet, men daarmede indertijd bij de vaststelling der politieverorde ning wel wat meer rekening mee had behooren te houden; dan zullen er, als die verordening nog eens gewijzigd wordt, wel versclullenrte bepalingen uit moeten vervallen. De heer HAMELINK meent, dat er dan toch geen bezwaar kan zijn, dat de raad zich hieromtrent in een motie uitspreekt, om des Zondags na den middag, na 12 uur De heer COLSEN: Na kerktijd! De heer HAMELINK: Gelegenheid te geven tot het geven van openbare muziekuitvoerin gen, echter niet in de omgeving van kerk-en of op zoodamge wijze dat de godsdienstoefeningen daardoor niet worden gestoord. q. De gemeenteraad van Axel heeft aan het "Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie te Den Haag een adres gericht, houdende o.a. verzoek: 1°. voortaan het postvervoer voor deze streek per Z. VI. Tramweg Mij., richting Hol land en terug over Walsoorden te leiden. Hierdoor wordt verkregen eene groote tijds- besparimg en is men verzekerd: a. dat zoo min mogelijk stagnatie door de weersgesteldheid wordt ond-ervonden bij het ontvangen en het verzenden der post- stukken richting Holland en niet zooals dezer dagen is gebeurd, men door mist ver- stoken blijft van de Hollandsche post; De heer COLSEN betoogt, dat, indien een j ste van het z.g.n buitenwettelijk vervolg- i 1 1 11 ^4- 1i J TO- 1 -1111- voorstel als door hem bedoelt niet in de politie verordening kan worden opgenomen, als in strijd met de wet, de verordeningen van ver schillende gemeenten dan in strijd met de Zondagswet zijn. De VOORZITTER: Daaruit behoeft nog niet te volgen om dan ook hier bepalingen vast te stellen, die in strijd met de wet zijn. Overigens kan ik den heer Hamelink wel meed-eelen, dat wij, indien de raad die motie zou' aannemen, deze toch naast ons zullen neerleggen. Het betreft hier een kwestife van inwendig beheer der gemeente, waar de raad buiten staat. De heer HAMELINK wil dit nog wel eens nader onderzoeken en zal het dan voorloopig laten rusten, doch komt er op terug. artsenkeuze zou worden ingevoerd, dan zou ik yri-e artsenkeuze heeft uitgesproken en dat ge- zesrsren. dat er tiuton zullen homer, rtat er voor I Je arujcim r zeggen, dat er tijden zullen komen, dat er voor het burgerlijk armbestuur tijden zullen komen, dat men soms niet weet, hoe men het heeft. Dan krijgt men al dadelijk De VOORZITTER zal, indien dit onderwerp aan de orde komt, gaame dankbaar gebruik maken van de ervaring van spreker. Het gaat thans echter niet over vrije artsenkeuze, doch over het aan den heer Spruitenburg gegeven ontslag, en of het schrijven van gedeputeerde staten voor kennisgeving zal worden aange nomen, dan wel of we zullen voortvaren. Hij meent, dat er volstrekt geen aanleiding is, om te doen alsof dit een geweldige kwestie betreft- Het was voor dit oogenblik aan burgemeester en wethouders nog niet duidelijk welken weg deputeerde staten die regeling alleen mogelijk achten door wijziging der verordening, is zijn stelling, dat burgemeester en wethouders met een voorstel moeten komen. De heer DE JAGER heeft bezwaar een re geling der verordening voor te bereiden, zoo lang de raad zich niet heeft uitgesproken wat hjj wil. De heer HAMELINK houdt vol, dat de uit spraak van den raad er is; hij wil beslist vast- leggen, dat -het raadsbesluit niet ging tegen den heer Spruitenburg, doch dat do raad zich uitsprak voor een regeling waarbij vrije artsen keuze voor de armenpraktijk wordt ingevoerd omdat, naar uit de discussie gebleken was dat de eerste post des morgens om 5,35 uur van. hier en verder tusschen gelegen plaatsen kan vertrekken naar Walsoorden, waardoor de post om 7,54 uur te Vlake in treinrichting Holland kan worden opge nomen; c. dat des avonds alle poststukken w.o. ook de avondedities van de diverse dagbladen uit Holland, die met trein 2763 om 18,21 uur in Vlake kunnen aankomen van Wal soorden tot Sas v:k- Gent de plaats van bestemming kunnen bereiken en zoo moge lijk ook besteld, toch zeker wel afgehaald kunnen worden; 2°. voortaan ook de post voor en van Oos- telijk en Westelijk Zeenwsch-Vlaanderen per tram van bovengenoemde Maatschappij te ver- voeren en niet meer pej boot over Ter Neu zenVlissingenBreskens, waardoor eveneens wordt uitgesloten, dat zoo min mogelijk stag- natie wordt ondervonden van de weersgesteld- j heid en tevens eene betere en meer vlugge eor- respondentie tusschen beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen bevorderd zou worden. Afschrift van genoemd adres is ontvangen, met verzoek aan het bovenaangehaalde adhae- sie te willen betuigen. Uit een terzake ingesteld onderzoek is bur gemeester en wethouders gebleken, dat warn neer het Hoofdbestuur der Posterijen en Tele grafie het verzoek van Axel inwilligt, dit voor onze gemeente nadeelig zal zijn, aangezien de tram komende uit de richting Walsoorden, waarmee de post alsdan des avonds zal mee- komen, zeker een half uur later aankomt, dan de boot, die de post thans aanbrengt. Deze post zou denzelfden dag niet meer besteld kun nen worden, vanwege het late uur, waarop zij binnenkomt. Bovendien zou 's morgens om 8 uur niet de post kunnen uitgaan met de bestelling van het- geen 's avonds met de laatste boot via Hoede- kenskerke en met de eerste 's morgens over Vlissingen wordt aangevoerd, daar die twee zendingen dan pas met de eerste tram uit de richting Walsoorden omstreeks kwart voor J worden aangevoerd, de bestelling zou du-s meer dan een uur later moeten uitgaan. Verder zouden voor de verzendingen over Walsoorden alle buslichtingen moeten worden vervroegd, hetgeen natuurlijk een nadeel is. Eindelijk is het adres ingediend om stagna tie te voorkomen bij mist. Zij kunnen niet in- zien, dat op dezen grond het postverkeer an- ders geregeld zou moeten worden. Wanneer wij toch over een geheel jaar na- gaan hoeveel vertraging tengevolge van de weersgesteldheid wordt ondervonden, dan is dit zoo gering, dat eene andere regeling, waarbij dus bestaande, goede verbindingen worden prijs gegeven, beslist ongemotiveerd zou zijn. Bovendien worden onmiddellijk maatregelen genomen wanneer storing in het postverkeer wordt verwacht; de veraending heeft dan plaats via Walsoorden, vertraging wordt hier door zooveel mogelijk voorkomen. Op grond Mervan stellen zij u voor, de ge- vraagde adhaesie niet te betuigen. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. De heer SCHEELE vraagt het niet bij deze negatieve handeling te laten, doch de motieven, waarom de raad niet met het verzoek kan mee gaan, ter kennis van het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie te brengen. Ter Neu- zen is toch cen groote plaats met vele hand els- relaties en heeft er groot belang bij de post zoo vlug mogelijk te ontvangen. De VOORZITTER zegt toe, dat Meraan ge volg zal worden gegeven. r. Bij de behandeling der begrooting werd door den heer Van Driel de wenschelijkheid uit gesproken betreffende een. regeling van de ver- goeding die de verloskundige in de kom in re kening brengt voor het verleenen van verlos kundige hulp, en verzocht daaromtrent eens nader met de betrokken juffrouw te spreken. De VOORZITTER kan daaromtrent meedee- len, dat bij de betrokkene bezwaar bestaat tegen een regeling, zooals die door den heer Van Driel werd beoogd, nl. verlagmg van haar tarief tot 10 per geval, en verhooging harer jaarwedde met f 100. Zij sprak de vrees uit. dat van een en ander het gevolg zou zijn, dat bij steeds meerdere gezinnen betaling geheel t. De VOORZITTER geeft in antwoord op een door den heer Van Aken gestelde vraag, omtrent den stand der radio-distributie te ken nen, dat burgemeester en wethouders daarom trent nog in onderhandeling zijn. Er wordt ook over gecorrespondeerd met het Hoofdbe stuur der Posterijen en Telegrafie, in verband met een aangekondigde wetswijziging. u. De VOORZITTER deelt mede. dat er voor een krankzinnige, die binnenkort 65 jaar wordt, nog eenige zegels zouden moeten wor den betaald, om in aanmerking te komen voor uitkeering der invaliditeitsrente. Burgemees ter en wethouders stellen voor om het bedrag dier zegels, ten bedrage van 21, voor rekening der gemeente te nemen. Vermoedelijk kan dan later het bedrag der uitkeering aan de gemeen te ten goede komen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. onderwijs ontvankelijk. In zijn schrijven van 18 November j.l. no. 10494, Afdeeling L. O. A., verwees Zijne Ex- cell-entie cms naar de op voordracht van Zijnen Ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken en Landbouw genomen Konmklijke besluiten van 15 September 1926 nos. 4 en 5 en van 16 Sep tember 1926 no. 4, waarbij ongegrond waren verklaard de be-roepen, ingesteld tegen de oe- sluiten van orize ambtgenooten m de provincie Gelderland door de raden der gemeenten Wisch, Eoe en Rheden, waarbij goedkeuring onthouden was aan de besluiten dier raden tot wijiziging der gemeentebegrooting, bij welke Komnkhjke besluiten was uitgemaakt, dat gemeentelijke avondcursussen of cursussen voor maatscnap- pelijk onderwijs, die zijn ingesteld om m de plaats te treden van het wettelijk vervolg- onderwijs, niet voldoen aan art. 3, derde ic en aan art. 21 der Lager-Onderwijswet 1920 en dat derhalve dergelijke cursussen met uit de gemeentekas mogen worden bekostigci, Het belang der zaak heeft ons vrijheid doen vinden, na ontvangst van dit schrijven, nog maals op deze aangelegenheid terug te ko™en' Bij brief van 25 November jl. no. 24, lyte afd., meenden wij den MiMster er op te moeten wij zen, dat het Mer bedoelde onderwijs m ruim 60 van de 109 gemeenten in deze provincie werd gegeven, dat het o.m. strekte tot yoorbe- reiding voor het landbouw-huishoudonderwys en uit dien hoofde voor een provincie als Zee- land met een overwegend lanclbouwende be- volking van bijzonder belang moest worden ge- acht en dat, voor zooverre ons dienaangaande gegevens ter bescMkking staan, yan onder wijs veel gebruik wordt gemaakt, zoodat het 1. I i 1.Hn.T.n (T ,T! an rip onvat- v. Provinciaal blad no. lOle bevattende het beslMt van gedeputeerde staten van Zeeland, d.d. 2 December 1927, no. 171, betreffende bmtenwettelijke cursussen voor vervolgonder- wijs, gericht aan de colleges van burgemeester en wethouders in Zeeland, luidende als volgt: De raad eener gemeente in deze provincie, besloot tegen het einde van het vorige jaar tot opheffing met ingang van 1 November 1926 van het wettelijk vervolgonderwijs en tot m- stelling, met ingang van denzelfden datum, van een algemeene avondschool tot het geven van onderwijs aan leerlingen, die het lager onderwijs Met meer volgen, noch ook langer leerplichtig zijn. Bij onze bescMkking van 14 Januari 1927 acht en dat, voor zooverre /ens ter bescMkking st; veel gebruik wordt gemaakt, zoodat het >en -behoefte voorziet. Wij wezen er daarbij op, dat handhaving van de opvat- ting der Regeering wel aan, de bevoikmg een gelegenheid tot het ontvangen van onderw js zou ontnemen, die blijkbaar, door het gebruik, dat er van wordt gemaakt, m breede knngen op prijs wordt gesteld en waardoor de leer lingen,' in hoogere mate dan door het wettelijk vervolgonderwijs, worden toegerust voor den strijd om het bestaan, doch dat zoodoende nog allerminst verzekerd was, dat nu, m de plaat- van bet buitenwettelijk, het wettelijk vervolg onderwijs zou treden, daargelaten de vraag, o door dit laatste onderwijs dezelfde resultaten kunnen worden bereikt als door net eerste. Ook dit schrijven vermocht geen wijziging te brengen in de zienswijze van den Mmister; Mj missive van 1 December jl. no. 10917, afd L O A, decide deze Beiwmdsman mede, dat van hem, na de hierboven vermelde Konmklijke no. 8, lste afdeeliijg, onthielden wij aan dit MeTve^acht kon worden dat hij besluit onze goecikeunng op grond van de gen ander standpunt zal innemen; dat de overweging, dat door dit besluit aan de Met "^3^ argumenten be- meer leerpiichtige jeugd m die gemeente de aan de staatscommissie voor de her- gelegenheid tot het genieten van het m de wet - J ()e Lager-Onderwijswet 1920 en dat omschreven vervolgonderwijs werd ontnomen, acht moet WOrden, of zij een gewijzigde zonder dat op afdoende wijz^e in_de be''°®^e vnn het vervolgonderwijs zal voorstel- aan zoodanig onderwijs werd voorzien, aanse door de instelling van een algemeene avondschool, bedoeld als van de overheid uit gaand onderwijs, allerminst was verzekerd, dat nu ook ouders, die voor hun kinderen bijzonder onderwijs van een bepaalde richting verlangen, in staat werden gesteld, hunne kinderen zoo danig onderwijs deelachtig te doen worden. Bij Koninklijk besluit van 21 September 1927 no. 8, wend daarop, met vemietiging van ons aan- gehaald besluit, alsnog goedkeuring verleend aan het besluit van den raad, voor zooverre i daarbij met ingang van 1 November 1926 het vervolgonderwijs in de gemeente was opge heven, zulks op grond van de overweging, dat blijkens nadere inlichtingen, ingewonnen naar aanleiding van de behandeling van deze zaak in de openbare vergadering der Afdeeling van den Raad van State voor de Geschillen van Bestuur, waarin over deze zaak verslag was uitgebracht, in de Mer bedoelde gemeente niet een zoodanige behoefte aan openibaar vervolg onderwijs bestond, dat ook in den vervolge ge- legenheid behoorde te worden gegeven om dit onderwijs te genieten. In het schrijven, waarbij de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetensohappen ons in kennis stelde met evenvermeld Koninklijk be- sluit, merkte Zijne Excellence verder op, dat j een avondschool voor niet meer leerpiichtige kinderen, waarvan door kinderen van alle ge- zindten gebruik kan worden gemaakt, doch waaraan geen vervolgonderwijs wordt gegeven overeenkomstig de Lager-Onderwijswet 1920, met die wet in strijd is. In aansluiting Meraan wenschte de Minister te vernemen, of wij aan een besluit tot wijziging der gemeentebegroo- ting, waarbij voor deze avondschool gelden werden beschikbaar gesteld, onze goedkeuring hadden onthouden en, zoo neen, of dit alsnog in ons voomemen lag. Een en ander heeft aanleiding gegeven tot een uitvoerige schriftelijke gedachtenw.sseling tusschen den Minister en ons college. Onder verwijzing naar een vroeger schrijven onzerzijds d.d. 21 November 1924 no. 26, lste J afdeeling, waarin wij reeds gelegenheid hadden gevonden aan 's Ministers Ambtsvoorganger m 1 den breede uiteen te zetten, op welke gronden wii gekomen waren tot ons besluit van 26 Oc- tober 1923 no. 11, lste afdeeling, opgenomen in Provinciaal blad no. 50 van dat jaar, veroor- 5 lcofden wij ons de opmerking, dat dit besluit in vele gemeenten van ons gewest werd nageleefci 1 en, naar ons telkens weer was gebleken, tot regeling van het vervolgonderwijs len en of die alsdan door den wetgever zal wor den aanvaard, doch dat, zoolang de wet niet herzien is Met kan worden toegelaten, dat in strijd met hare bepalingen wordt gehandeld. Wij hebben gemeend ons sta dpunt tin ns niet langer te moeten handhaven en ons bij de ons kenbaar gemaakte zienswij'ze var. de' Re geering te moeten neerleggen. Wij achten het te meer noodig om voor het woord de daad in de plaats te stellen, omdat wij, hangende de met den, Minister gevoerde correspondent le, de behandeling van verschillende gerrfeentebe- grootingen voor den dienst 1928, waarop pos- ten waren ui'tgetrokken ter bestrijding van de kosten van het buitenwettelijk vervolgonder wijs, hebben aangehouden. Deze begrootingen zullen U thans, voor zooveel noodig, worden teruggezonden ter wijziging. Wij verzoeken u, den raad in overweging te geven, le hier be doelde posten van de begrooting af te voeren, onder mededeeling onzerzijds, dat, zoo de raad daartoe niet bereid mocht blijken, wij ons ge- noodzaakt zullen zien, aan aldus opgemaakte begrootingen onze goedkeuring te onthouden. Na kennisgpving van het voorafgaande be hoeft het voor u wel geen betoog, dat zoo danig besluit slechts aanleiding zou geven tot. een meer of minder langdurige admiMstratieve procedure, zonder dat verwacht mag worden, dat de zienswijze van den raad bij de Kroon instemming zal vinden. Voor zooverre begrootingen voor den dienst 1928 bereids door ons college zijn goedgekeurd en daarop bedragen zijn uitgetrokker ten e- hoeve van het meergenoemde onderwijs, gevsn wij U in overweging, te bevorderen, dat uit de daarop betrekking hebbende posten niet anders dan bij hooge noodzaak uitgaven worden ge- "p/iY het opmaken van begrootingen voor ko mende jaren gelieve u tevens met den mhoud van dit Provinciaal blad rekening te houden. Het Provinciaal blad no. 50 van 1923 wordt, voor zooveel noodig, hierbij ingetrokken. Burgemeester en wethouders deelen mede. na ontvangst van deze kennisgeving de hoofden van scbolen te Sluiskil, waar dergelijke buiten wettelijke cursussen bestonden, te hebben aan- geschreven daarmede met 1 Januari 1928 te stoppen, hetgeen geschied is. De heer OOLSEN vermeent, dat het ver. c Ml maar alleen gelegen is in het aantal uren. Dat voor een wettelijke cursus het aantal uren hooger moet gesteld worden en de kosten

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5