Tar N e azeasche Courant
«hWe Wfim. ZSSZiESFSl VtiSm
Woensdag 15 Febr. 1928,
Ho, 8183
TWEEDK blad.
gemeentbraad van
TER NEUZEN.
H1eiSgimfente-U^el\rertrverbamrmet d^zaak tejegelen thans niet.gunstig achten.
|lAN
Vergadering van Donderdag2 Februari 1928,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
Tegenwoordig de leden: J. J. Jag®r'f! 4
Geelhoedt, D. Scheele, P. van C^isand C. A.
Verlinde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker H.
I Col sen N. A. Hamelink, L. J. van Duel, C.
van den Bulck en D. van Aken; later 00k de
heer W. Bedet.
(2. Vervolg.)
D Een schrijven van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 13 Januari 1928, waann deze
naar aanleiding van het raadsbesluit vanjv
door sommige armbesturen die regeling reeds
in p.raktijk wordt gebracht.
De VOORZITTER acbt het mogelijk, dat bij
verschillende heeren die bedoeling voorzat,
maar heel duidelijk is dat in de bewuste ver-
gadering toch niet naar voren gekomen, zoodat
Lictij.c5, jit hp^triidinfiT zal ond6tvmdenWas dit het
welke wijze in den dienst zal worden voor „eweest ongetwijfeld zou, ""k
zoodat men dan. zonder eemge mc^ijkheid tot ondervondeh.
de raad uit wil. Er zijn door de heeren ver-
scMllende denkibeelden gelanceerd. De heeren
wenschen verandering. Er is uitzicht, da- er
binnenkort op natuurlijke wijze verandering
komt door ontslagaanvraag van den functio- j
naris, en dan moet toch beslist worden op
liever de"bestaande regeling te behouden.
De heer VAN DRIEL verklaart dat deze
mededeeling op- niets trekt; hij zou zeer sterke
staaltjes kunnen noemen van onaangename
voorvalien die van den bestaanden toestand
het gevolg zijn. Hij is hieromtrent nog m het
geheel niet bevredigd en zal er nog wel eens
op terugkomen.
De heer HAMELINK kan zich met den loop
die deze kwestie neemt, toch 00k niet yereeni-
gen. Er is indertijd voor jaarwedde-verhoogmg
o-estemd in het vooruitzicht, dat de verloskun-
dige voor een bepaalde categorie menschen
niet hooger dan een bepaald tarief zou rekenen.
a- TT14 Jfloow\r\ nog
Id in Provinciaal blad
November 1927, tot het verleenen van ontslag
aan den gemeentegeneesheer berichten, dat,
zoolang de op 18 Juli 1913 door den gemeente-
raad vastgestelde verordening, regelende den
genees-, heel- en verloskundige dienst, welke
in artikel 2 bepaalt, dat de genees-, heel- en
verloskundige behandeling der behoeftigen in
Ter Neuzen wordt opgedragen aan twee ge-
neeskundigen en ten hoogste drie vroedvrou-
wen, in haar tegenwoordigen vorm bestaat, die
geneeskundigen niet worden ontslagen, on,
daardoor te geraken tot het stelsel van vnje
artsenkeuze.
Om dat stelsel te kunnen mvoeren, moet het
met wijziging of intrekking van boven-
bedoelde verordening bij verordening (in
gevolge art. 34, eerste lid. 1°. juncto artikel
167 der Gemeentewet aan ons mede te deelen)
worden geregeld. Ontmoet die regeling geen
bezwaar, dan gaat met hare inwerkingtredmg
gepaard de opheffing der betrekking van ge
meentegeneesheer en tevens het ontslag van
de dan in functie zijnde titularissen.
Op grond van een en ander maken zij be
zwaar, het ingezonden raadsbesluit tot het
verleenen van eervol ontslag aan den ger.ect-
heer Spruitenburg in behandeling te nemen.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
dit schrijven aan te nemen voor kennisgeving,
Zij meenen thans niets te moeten doen. Hun
standpunt is, om thans niet tot wijziging van
de verordening over te gaan.
De heer HAMELINK is het daaromtrenv
niet eens; hij wijst er op, dat de raad een be-
sluit 'heeft genomen en dat burgemeester en
wethouders dat heblben uit te voerenNu
blijkt, dat dit niet kan in den vorm waarin
zulks is geschied, hadden burgemeester en
wethouders dat in een vorm moeten steken dat
het wel kan, maar het gaat hierin weer zooals
het steeds gaat, als het een voorstel is dat aan
burgemeester en wethouders niet gevallig is,
dan wordt er mede getraineerd.
De heer GEELHOEDT merkt op, dat het
besluit toch is uitgevoerd, maar dat gedepu
teerde staten het niet willen goedkeuren.
De heer HAMELINK: Omdat, naar ze zeg-
gen eerst de v.erordening moet gewijzigd wor
den, welnu, daarom ligt het op den weg van
burgemeester en wethouders, dat ze, den
weaisch van den, raad kennende, met een voor
stel tot wijziging der verordening komen. Het
is hier hetzelfde als met de geldleenmg. Het
blijkt, dpt het eerst genomen besluit niet kan
uitgevoerd worden, maar in dit geval komen
burgemeester en wethouders wel met een ge-
wijzigd voorstel. Het is aan u, het raadsbe
sluit uit te vp-eren.
De heer OOLSEN had 00k verwacht, dat
burgemeester en wethouders met een voorstel
tot wijziging der verordening zouden gekomen
zijn. Hij is 00k niet tevreden over de wijze
waarop burgemeester en wethouders deze zaak
bij gedeputeerde staten hebben aanhanglg ge-
maakt. Teneinde in het openbaar niet over
personen te moeten spreken, is over deze
kwestie in de afdeelingen, in besloten vergade-
ring gesproken. Toch is daaruit gebleken,
waarom de raad verandering wenscht. Nu
heeft spreker aan burgemeester en wethouders
verzocht, ter nadere verklaring een verslag
van de besprekingen in besloten vergadering
aan gedeputeerde staten in te zenden, doch
dat hebben zij niet gedaan, alleen het versiag
der openbare vergadering, dat niet de bepaalde
gronden van het besluit aangeeft.
De heer VAN AKEN spreekt als zijn mee-
ning uit, dat in de bedoeling van het genomen
raadsbesluit lag opgesloten de regeling, dat in
de toekomst alle geneesheeren die er zich voor
beschikbaar wilden stellen, in aanmerking zou
den kunnen komen voor behandeling der ar-
men-patienten. Ook hij is van meening, dat
burgemeester en wethouders een nieuwe ver
ordening, in die richting, hadden moeten voor-
bereuien.
De heer VERLINDE deelt mede, sinds de
behandeling der begrooting vernomen te heb
ben, dat de gemeentegeneesheer dit jaar het
tijdstip bereikt, waarop hij met pensioen zou
kunnen gaan. Hij meent, dat het geen bezwaar
zou kunnen zijn, om het invperen eener nieuwe
regeling tot dien datum te verschuiven. Indien
dokter Spruitentourg dan met pensioen den
dienst verlaat, behoeft geen ongevraagd ont
slag te worden gegeven en staat de raad ge
heel vrij in het maken eener nieuwe regeling.
De heer SCHEELE kan niet aannemen, dai
gedeputeerde staten het door hen aangevoerde
motietf zoo ernstig nemen, want toen voor en-
kele jaren aan dokter Buijze eervol ontslag is
verleend en besloten werd geen tweeden ge-
neesheer meer te benoemen, den gaheelen
dienst aan dokter Spruitenburg op te dragen
en het halve salaris van den anderen genees-
heer mede aan hem uit te keeren, hebben zij
daar toch ook niets van gezegd. Toen hebben
ze niet gezegd, dat dit niet mocht, omdat er
in de verordening twee geneesheeren zijn voor-
geschreven. Hij meent, dat men de zaken nu
niet zoo serieus moet gaan opvatten.
De heer BEDET: Ik zou over de vrije artsen
keuze ook nog wat willen zeggen, omdat ik
hiervan wat ervaring heeft
De heer HAMELINK: Heb!
De heer BEDET: Heeft! Indien de vrije
het dan ook
- - j hostriirline hebben onuervonaen. Overigens
een reorganisatie kan geraken. Daarom 1 e t h-= ok dat de heeren er wel niet
ben burgemeester en wethouders ook bij de be- i vermeent mj 00^, u 1
handeling der begrooting aanneming van het
raadsbesluit ontraden. De raad heeft het toch
gedaan, welnu, burgemeester en wethouders
hebben bet doorgezonden en daarbij overgelegd
de notulen van de raadszitting, voor zooyer die
op dat punt betrekking hadden Daaruit bleeh
toch in elk geval de grondgedachte, die by den
raad heeft voorgezeten. Dat blijkt ook uit het
antwoord van gedeputeerde staten, die te ken-
nen geven, dat, indien de raad een reorganisa
tie in den dienst wenseht, de daarop van be
trekking zijnde verordening moet worden her-
zien Burgemeester en wethouders zijn van
meening, dat het op dit oogenblik niet de ge-
schikte tijd is, om een wijziging der verorc.e-
ning in te dienen, welnu, als de raad net daar-
mede niet eens is, moet zij het voorstel van
burgemeester en wethouders om het schrijven
van gedeputeerde staten aan te nemen voor
kennisgeving verwerpen. Dat is toch de ge-
wone weg? Daarin schuilt toch niets bijzon-
ders?
op voorbereid zullen zijn, om thans besprekin
gen te gaan houden over het vraagstuk vrije
artsenkeuze.
Hij wil een bemiddelingsvoorstel doen en
wel, dat de zaak thans blijft rusten, en dan
voorts in studie zal worden genomen. Er zijn
toch ook nog andere zaken die er verband
mede houden, nl. die van schoolartsen. En
haast behoeft er toch bij deze behandeling
niet te zijn in een nadere vergadering ge-
legenheid te geven dit onderwerp speciaal te
hpsnr eken
De heer HAMELINK kan niet meegaan met
de stelling van burgemeester en wethouders,
dait destijds een overijld besluit is genomen.
Daarom voeren ze het maar niet uit!
De heer VAN AKEN moet daar ook legen
op komen, Mj verklaart voor het voorstel te
hebben gestemd, omdat hij voorstander is van
vrije artsenkeuze, afgedacht van den persoon
van dokter Spruitenburg.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur-
gemeesicr en wethouders het oogenblik on
sen, als bedoeld in rrovmciaai man no. 50 van
1923, niet gebonden was aan de strenge voor-
schriften, die de Lager-Onderwijswet 1920 ten
aanzien van het wettelijk vervolgondeiwijs
geeft, opende toch de mogelijkheid tot differen-
tiatie, waardoor eenerzijds in hoogere mate
voldaan kon worden aan de bijzondeie onder-
wijsbehoeften, die zich in een bepaald gedeelte
van deze provincie mochten doen gevoelen, an-
dererzijids in meerdere mate profijt kon worden
getrokken van de capaciteiten en bevoegd-
heden der individueele onderwijzers.
Ten aanzien van het door den Minister ge-
dat
Dan
zijn diensttijd, spoedig zal heengaan.
hebben we ruim baan en kan de zaak geregeld
worden zonder persoonlijke gevoeligheden.
De opmerking van den heer Scheele over de
vroegere wiiziging gaat niet parallel. Dat was
niet bepaald een wijziging der verordening,
aangezien daarbij in de waarnemmg m geval
De heer COLSEN is van oordeel, dat de raad
zich Merover niet meer moet uitspreken, doch
dit door zijn besluit ai deed. Hij acht wel de-
gelijk haast noodig vool de nieuwe regeling.
De VOORZITTER stipt nog aan, dat het be
sluit z.i. is genomen om drieerlei motieven.
Ten slotte wordt met 8 tegen 5 stemmen
aangenomen een voorstel van den heer Colsen,
eener vacature wordt voorzien en gedeputeer- -0~.
de staten konden daartegen geen bezwaar heb- waarbijb«pmee^er^en ^^ouders^worden
ben, aangezien we er op goedkoopere mamer
in voorzagen.
Indien de raad er verder op wil doorgaan,
moet een beslissing genomen worden over net
systeem al of niet vrije artsenkeuze.
De heer HAMELINK is het met het stand
punt van den voorzitter niet eens; de raad
heeft een uitspraak gedaan, hij heeft een be
sluit genomen. Gedeputeerde staten geven tt
kennen, dat dit besluit op de wijze zooals het
is ingezonden niet kan uitgevoerd woruen,
doch geven een vingerwijzing hoe dit dan wel
kan. Dan is het volgens hem niet noodig, dat
de raad zich nogmaals eerst uitspreekt, doch
dat burgemeester en wethouders de uitvoering
van het besluit voorbereiden overeenkomstig
den ontvangen wenk. Indien de raad het voor
stel van burgemeester en wethouders aannam,
zou dat zijn een terugkomen op het genomen
besluit. 1 i,.j ij
De heer OOLSEN herhaalt, dat de leden
hun stem aan het voorstel hebben gegeven op
grond van de besprekingen in de besloten
vergadering, en dat burgemeester en wethou
ders dat verslag aan gedeputeerde staten had
den moeten inzenden.
De heer HAMELINK blijft vol houden, dat
burgemeester en wethouders met een voorstel
moeten komen, dat de uitvoering van het
raadsbesluit mogelijk maakt.
De VOORZITTER zou dat juist achten, in
dien de raad het beginsel van vrije artsenkeuze
had aanvaard.
De heer COLSEN is van oordeel, dat de raad
zich door het besluit daarvoor heeft uitge-
sproken; op dien grond hebben de heeren er
hun stem aan gegeven.
De heer GEELHOEDT is het daarin ede niet
eens; hij betoogt, dat het besluit is uitgevoerd,
zooals het is genomen en dat nu uit het ant
woord van gedeputeerde staten blijkt, dat
daarvoor wijziging der verordening noodig is.
Hij heeft echter geenszins uit de besprekingen
en het nemen van een besluit den indruk ge-
kregen, dat de meerderheid zich daarbij uit-
sprak over het invoeren van vrije artsen-keuze.
Indien bet principieel daarover gaat, zou dit
vraagstuk nader onder de oogen behooren te
worden gezien en de raad op de consequenties
die daaraan vastzitten behooren te worden ge-
wezen. Hij gelooft dat, indien die eens in het
licht worden gesteld, zelfs de heer Hamelink
mogelijk nog wel van zienswijze zal ver-
anderen.
De heer DE JAGER wijst er op, dat het be
sluit van den raad strekte tot het verleenen
van ontslag aan dokter Spruitenburg. Daar
door zijn we gekomen in het stadium waarin
we nu verkeeren. Hij vermeent, dat men over
die kwestie wel wat gemakkelijk heengeloopen
is, en over het hoofd heeft gezien, dat het hiei
betrof het zonder vorm van proces ontslaan
van een ambtenaar met een groot aantal
dienstjaren. Hij weet niet, als het eens een
ambtenaar van de secretarie of een politie-
agent- betroffen had, of de heeren er dan ook
gemakkelijk over heen gegaan zouden zijn
en wat ze dan wel zouden gezegd hebben. In
dien de heeren te kennen hadden gegeven, dat
ze wijziging der verordening wenschten, zou
den ze thans recht van spreken hebben, doch
naar zijn oordeel moet het initiatief daartoe
thans niet uitgaan van burgemeester en wet
houders, maar van den raad.
De heer HAMELINK merkt op, dat het be-
toog van den heer De Jager hem noopt terug
te komen op de besprekingen ter zake. Het
besluit is niet genomen op grond van persoon
lijke overwegingen of omstandigheden, het
gold niet den persoon van dokter Spruitenburg,
doch omdat de raad meen.de dat de dienst, zoo
als die nu is, niet goed functioneert. Het al-
gemeen belang eischt verandering van de
regeling en in die gevailen stelt spreker zich
op het standpunt, dat het algemeen belang
moet gaan boven het persoonlijk belang van
den ambtenaar. Hij ziet den stand der zaak
zoo, dat de raad zich reeds heeft uitgesproken,
dat hij het stelsel van vrije artsenkeuze
wenscht. Dat besluit is reeds gevailen. Het
tninder groote belang van den gemeente-ge-
neesheer moet hier voor het algemeen belang
wijken. En wat betreft het in het vooruitzicht
gestelde ontslagnemen van den gemeente
geneesheer, dit kan hem niet van meening doen
veranideren. We hebben al zoo'n geschiedems
meegemaakt, dat een noodzakelijke verande
ring van toestanden ook maar steeds werd
uitgesteld met het oog op het te verwachteii
ontslag van een ambtenaar op leeftijd, maar
die ongewensohte toestand duurde ten slotte
nog 4 of 5 jaar voort. De ervaring is in deze
sprekers leerschool en hij zou het wel ge-
wenscht achten, dat er een verordening werd
gemaakt, dat personen in dienst der gemeen-
te op een te bepalen leeftijd uit den dienst
moeten.
Resumeerende dat de raad zich om-trent
uitgenoodigd ten opzichte van de geneeskun-
dige behandeling der armen een verordening
te ontwerpen uitgaande van het stelsel „vrije
artsenkeuze".
Yoor stemmen de heeren Hamelink, Van
Driel, Van den Bulck, Van Aken, Verlinde, De
Bruijne, De Bakker en Colsen; tegen stemmen
Bedet, De Jager, Geelhoedt, Scheele en Van
Cadsand.
iucl 11UV6" rr ".V 777. 7,, ,lok opperde, aan de wet ontleende, bezwaar merk-
Dit komt nu met uit. Hij denkt daarop o PP j p dat hoezeer eenerzijds kon
f„u te ten wq Van^noP;n) de wetgever door bet
uitvaardigen van de Lager-Onderwijswet 1
de geheele daarin behandelde materie aan zich
had getrokken en haar daarmede hart gestem-
peld tot een zaak van Rijksbelang, waarin m-
gevolge art. 150 der Gemeentewet de plaatse-
lijke verordeningen niet mogen treden., van den
anderen kant kon worden aangevoerd, dart, toen
later door wijziging van evengenoemdewet de
verplichting tot het geven van vervolgonder-
wijs werd opgeheven en dit onderwijs los wercl
gemaakt van de op dit gebied bestaande fi-
nancieele verhouding tusschen het Rijk en de
gemeenten, dit onderdeel der materie nier-
mede werd gebracht buiten de eigenlijke sfeer
der Rijksbemoei'ingen en aan de gemeenten in
grootere mate vrijheid werd gel at en, ten aan-
zien van dit onderdeel zoodanige voorzieiungen
te treffen, als zij in het belang harer mgezete-
nen zouden oordeelen.
Wij knoopten Meraan de opmerking vast, dat
doorvoering van de zienswijze van de Minister,
gelet ook op de geringe belangstellmg, die het
„vervolgonderwijs", ook onder den vroegeren
naam „herhalingsonderwijs", steeds heeft ge-
vonden, onvermijdelijk er toe zou moeten lei-
den, dat dit onderwijs of niet gegeven zou
worden, of, waar het gegeven zou worden, in
verreweg de meeste gevailen niet aan zijn doel
zou beantwoorden.
De MiMster bleek evenwel noch voor de lor-
meele, noch voor de materieele argumenten ten
nog wel terug te komen.
s. De VOORZITTER herinnert, dat door
den heer Colsen een voorstel is gedaan tot wij
ziging der Algemeene Politieverordening met
een bepaling, dat op Zondag na kerktijd open-
bare muziekuitvoeringen zullen mogen worden
gegeven.
Namens burgemeester en wethouders dee 11
hij mede, dat een dergelijk voorstel niet aan-
nemelijk is, aangezien dit in strijd komt met
de bepalingen der Zondagswet en de uitvoering
daarvan aan burgemeester en wethouders is
opgedragen.
De heer COLSEN meent, dat, als burgemees
ter en wethouders rekening willen houden met
die van 1815 dateerende wet, men daarmede
indertijd bij de vaststelling der politieverorde
ning wel wat meer rekening mee had behooren
te houden; dan zullen er, als die verordening
nog eens gewijzigd wordt, wel versclullenrte
bepalingen uit moeten vervallen.
De heer HAMELINK meent, dat er dan
toch geen bezwaar kan zijn, dat de raad zich
hieromtrent in een motie uitspreekt, om des
Zondags na den middag, na 12 uur
De heer COLSEN: Na kerktijd!
De heer HAMELINK: Gelegenheid te geven
tot het geven van openbare muziekuitvoerin
gen, echter niet in de omgeving van kerk-en of
op zoodamge wijze dat de godsdienstoefeningen
daardoor niet worden gestoord.
q. De gemeenteraad van Axel heeft aan het
"Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie te
Den Haag een adres gericht, houdende o.a.
verzoek:
1°. voortaan het postvervoer voor deze
streek per Z. VI. Tramweg Mij., richting Hol
land en terug over Walsoorden te leiden.
Hierdoor wordt verkregen eene groote tijds-
besparimg en is men verzekerd:
a. dat zoo min mogelijk stagnatie door de
weersgesteldheid wordt ond-ervonden bij
het ontvangen en het verzenden der post-
stukken richting Holland en niet zooals
dezer dagen is gebeurd, men door mist ver-
stoken blijft van de Hollandsche post;
De heer COLSEN betoogt, dat, indien een j ste van het z.g.n buitenwettelijk vervolg-
i 1 1 11 ^4- 1i J TO- 1 -1111-
voorstel als door hem bedoelt niet in de politie
verordening kan worden opgenomen, als in
strijd met de wet, de verordeningen van ver
schillende gemeenten dan in strijd met de
Zondagswet zijn.
De VOORZITTER: Daaruit behoeft nog niet
te volgen om dan ook hier bepalingen vast te
stellen, die in strijd met de wet zijn.
Overigens kan ik den heer Hamelink wel
meed-eelen, dat wij, indien de raad die motie
zou' aannemen, deze toch naast ons zullen
neerleggen. Het betreft hier een kwestife van
inwendig beheer der gemeente, waar de raad
buiten staat.
De heer HAMELINK wil dit nog wel eens
nader onderzoeken en zal het dan voorloopig
laten rusten, doch komt er op terug.
artsenkeuze zou worden ingevoerd, dan zou ik yri-e artsenkeuze heeft uitgesproken en dat ge-
zesrsren. dat er tiuton zullen homer, rtat er voor I Je arujcim r
zeggen, dat er tijden zullen komen, dat er voor
het burgerlijk armbestuur tijden zullen komen,
dat men soms niet weet, hoe men het heeft.
Dan krijgt men al dadelijk
De VOORZITTER zal, indien dit onderwerp
aan de orde komt, gaame dankbaar gebruik
maken van de ervaring van spreker. Het gaat
thans echter niet over vrije artsenkeuze, doch
over het aan den heer Spruitenburg gegeven
ontslag, en of het schrijven van gedeputeerde
staten voor kennisgeving zal worden aange
nomen, dan wel of we zullen voortvaren. Hij
meent, dat er volstrekt geen aanleiding is, om
te doen alsof dit een geweldige kwestie betreft-
Het was voor dit oogenblik aan burgemeester
en wethouders nog niet duidelijk welken weg
deputeerde staten die regeling alleen mogelijk
achten door wijziging der verordening, is zijn
stelling, dat burgemeester en wethouders met
een voorstel moeten komen.
De heer DE JAGER heeft bezwaar een re
geling der verordening voor te bereiden, zoo
lang de raad zich niet heeft uitgesproken wat
hjj wil.
De heer HAMELINK houdt vol, dat de uit
spraak van den raad er is; hij wil beslist vast-
leggen, dat -het raadsbesluit niet ging tegen
den heer Spruitenburg, doch dat do raad zich
uitsprak voor een regeling waarbij vrije artsen
keuze voor de armenpraktijk wordt ingevoerd
omdat, naar uit de discussie gebleken was
dat de eerste post des morgens om 5,35
uur van. hier en verder tusschen gelegen
plaatsen kan vertrekken naar Walsoorden,
waardoor de post om 7,54 uur te Vlake in
treinrichting Holland kan worden opge
nomen;
c. dat des avonds alle poststukken w.o. ook
de avondedities van de diverse dagbladen
uit Holland, die met trein 2763 om 18,21
uur in Vlake kunnen aankomen van Wal
soorden tot Sas v:k- Gent de plaats van
bestemming kunnen bereiken en zoo moge
lijk ook besteld, toch zeker wel afgehaald
kunnen worden;
2°. voortaan ook de post voor en van Oos-
telijk en Westelijk Zeenwsch-Vlaanderen per
tram van bovengenoemde Maatschappij te ver-
voeren en niet meer pej boot over Ter Neu
zenVlissingenBreskens, waardoor eveneens
wordt uitgesloten, dat zoo min mogelijk stag-
natie wordt ondervonden van de weersgesteld- j
heid en tevens eene betere en meer vlugge eor-
respondentie tusschen beide deelen van
Zeeuwsch-Vlaanderen bevorderd zou worden.
Afschrift van genoemd adres is ontvangen,
met verzoek aan het bovenaangehaalde adhae-
sie te willen betuigen.
Uit een terzake ingesteld onderzoek is bur
gemeester en wethouders gebleken, dat warn
neer het Hoofdbestuur der Posterijen en Tele
grafie het verzoek van Axel inwilligt, dit voor
onze gemeente nadeelig zal zijn, aangezien de
tram komende uit de richting Walsoorden,
waarmee de post alsdan des avonds zal mee-
komen, zeker een half uur later aankomt, dan
de boot, die de post thans aanbrengt. Deze
post zou denzelfden dag niet meer besteld kun
nen worden, vanwege het late uur, waarop zij
binnenkomt.
Bovendien zou 's morgens om 8 uur niet de
post kunnen uitgaan met de bestelling van het-
geen 's avonds met de laatste boot via Hoede-
kenskerke en met de eerste 's morgens over
Vlissingen wordt aangevoerd, daar die twee
zendingen dan pas met de eerste tram uit de
richting Walsoorden omstreeks kwart voor J
worden aangevoerd, de bestelling zou du-s meer
dan een uur later moeten uitgaan.
Verder zouden voor de verzendingen over
Walsoorden alle buslichtingen moeten worden
vervroegd, hetgeen natuurlijk een nadeel is.
Eindelijk is het adres ingediend om stagna
tie te voorkomen bij mist. Zij kunnen niet in-
zien, dat op dezen grond het postverkeer an-
ders geregeld zou moeten worden.
Wanneer wij toch over een geheel jaar na-
gaan hoeveel vertraging tengevolge van de
weersgesteldheid wordt ondervonden, dan is dit
zoo gering, dat eene andere regeling, waarbij
dus bestaande, goede verbindingen worden
prijs gegeven, beslist ongemotiveerd zou zijn.
Bovendien worden onmiddellijk maatregelen
genomen wanneer storing in het postverkeer
wordt verwacht; de veraending heeft dan
plaats via Walsoorden, vertraging wordt hier
door zooveel mogelijk voorkomen.
Op grond Mervan stellen zij u voor, de ge-
vraagde adhaesie niet te betuigen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
aangenomen.
De heer SCHEELE vraagt het niet bij deze
negatieve handeling te laten, doch de motieven,
waarom de raad niet met het verzoek kan mee
gaan, ter kennis van het Hoofdbestuur der
Posterijen en Telegrafie te brengen. Ter Neu-
zen is toch cen groote plaats met vele hand els-
relaties en heeft er groot belang bij de post
zoo vlug mogelijk te ontvangen.
De VOORZITTER zegt toe, dat Meraan ge
volg zal worden gegeven.
r. Bij de behandeling der begrooting werd
door den heer Van Driel de wenschelijkheid uit
gesproken betreffende een. regeling van de ver-
goeding die de verloskundige in de kom in re
kening brengt voor het verleenen van verlos
kundige hulp, en verzocht daaromtrent eens
nader met de betrokken juffrouw te spreken.
De VOORZITTER kan daaromtrent meedee-
len, dat bij de betrokkene bezwaar bestaat
tegen een regeling, zooals die door den heer
Van Driel werd beoogd, nl. verlagmg van haar
tarief tot 10 per geval, en verhooging harer
jaarwedde met f 100. Zij sprak de vrees uit.
dat van een en ander het gevolg zou zijn, dat
bij steeds meerdere gezinnen betaling geheel
t. De VOORZITTER geeft in antwoord op
een door den heer Van Aken gestelde vraag,
omtrent den stand der radio-distributie te ken
nen, dat burgemeester en wethouders daarom
trent nog in onderhandeling zijn. Er wordt
ook over gecorrespondeerd met het Hoofdbe
stuur der Posterijen en Telegrafie, in verband
met een aangekondigde wetswijziging.
u. De VOORZITTER deelt mede. dat er
voor een krankzinnige, die binnenkort 65 jaar
wordt, nog eenige zegels zouden moeten wor
den betaald, om in aanmerking te komen voor
uitkeering der invaliditeitsrente. Burgemees
ter en wethouders stellen voor om het bedrag
dier zegels, ten bedrage van 21, voor rekening
der gemeente te nemen. Vermoedelijk kan dan
later het bedrag der uitkeering aan de gemeen
te ten goede komen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
onderwijs ontvankelijk.
In zijn schrijven van 18 November j.l. no.
10494, Afdeeling L. O. A., verwees Zijne Ex-
cell-entie cms naar de op voordracht van Zijnen
Ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw genomen Konmklijke besluiten van
15 September 1926 nos. 4 en 5 en van 16 Sep
tember 1926 no. 4, waarbij ongegrond waren
verklaard de be-roepen, ingesteld tegen de oe-
sluiten van orize ambtgenooten m de provincie
Gelderland door de raden der gemeenten Wisch,
Eoe en Rheden, waarbij goedkeuring onthouden
was aan de besluiten dier raden tot wijiziging
der gemeentebegrooting, bij welke Komnkhjke
besluiten was uitgemaakt, dat gemeentelijke
avondcursussen of cursussen voor maatscnap-
pelijk onderwijs, die zijn ingesteld om m de
plaats te treden van het wettelijk vervolg-
onderwijs, niet voldoen aan art. 3, derde ic
en aan art. 21 der Lager-Onderwijswet 1920
en dat derhalve dergelijke cursussen met uit
de gemeentekas mogen worden bekostigci,
Het belang der zaak heeft ons vrijheid doen
vinden, na ontvangst van dit schrijven, nog
maals op deze aangelegenheid terug te ko™en'
Bij brief van 25 November jl. no. 24, lyte afd.,
meenden wij den MiMster er op te moeten wij
zen, dat het Mer bedoelde onderwijs m ruim
60 van de 109 gemeenten in deze provincie
werd gegeven, dat het o.m. strekte tot yoorbe-
reiding voor het landbouw-huishoudonderwys
en uit dien hoofde voor een provincie als Zee-
land met een overwegend lanclbouwende be-
volking van bijzonder belang moest worden ge-
acht en dat, voor zooverre ons dienaangaande
gegevens ter bescMkking staan, yan onder
wijs veel gebruik wordt gemaakt, zoodat het
1. I i 1.Hn.T.n (T ,T! an rip onvat-
v. Provinciaal blad no. lOle bevattende het
beslMt van gedeputeerde staten van Zeeland,
d.d. 2 December 1927, no. 171, betreffende
bmtenwettelijke cursussen voor vervolgonder-
wijs, gericht aan de colleges van burgemeester
en wethouders in Zeeland, luidende als volgt:
De raad eener gemeente in deze provincie,
besloot tegen het einde van het vorige jaar tot
opheffing met ingang van 1 November 1926
van het wettelijk vervolgonderwijs en tot m-
stelling, met ingang van denzelfden datum,
van een algemeene avondschool tot het geven
van onderwijs aan leerlingen, die het lager
onderwijs Met meer volgen, noch ook langer
leerplichtig zijn.
Bij onze bescMkking van 14 Januari 1927
acht en dat, voor zooverre
/ens ter bescMkking st;
veel gebruik wordt gemaakt, zoodat het
>en -behoefte voorziet. Wij wezen
er daarbij op, dat handhaving van de opvat-
ting der Regeering wel aan, de bevoikmg een
gelegenheid tot het ontvangen van onderw js
zou ontnemen, die blijkbaar, door het gebruik,
dat er van wordt gemaakt, m breede knngen
op prijs wordt gesteld en waardoor de leer
lingen,' in hoogere mate dan door het wettelijk
vervolgonderwijs, worden toegerust voor den
strijd om het bestaan, doch dat zoodoende nog
allerminst verzekerd was, dat nu, m de plaat-
van bet buitenwettelijk, het wettelijk vervolg
onderwijs zou treden, daargelaten de vraag, o
door dit laatste onderwijs dezelfde resultaten
kunnen worden bereikt als door net eerste.
Ook dit schrijven vermocht geen wijziging
te brengen in de zienswijze van den Mmister;
Mj missive van 1 December jl. no. 10917, afd
L O A, decide deze Beiwmdsman mede, dat
van hem, na de hierboven vermelde Konmklijke
no. 8, lste afdeeliijg, onthielden wij aan dit MeTve^acht kon worden dat hij
besluit onze goecikeunng op grond van de gen ander standpunt zal innemen; dat de
overweging, dat door dit besluit aan de Met "^3^ argumenten be-
meer leerpiichtige jeugd m die gemeente de aan de staatscommissie voor de her-
gelegenheid tot het genieten van het m de wet - J ()e Lager-Onderwijswet 1920 en dat
omschreven vervolgonderwijs werd ontnomen, acht moet WOrden, of zij een gewijzigde
zonder dat op afdoende wijz^e in_de be''°®^e vnn het vervolgonderwijs zal voorstel-
aan zoodanig onderwijs werd voorzien, aanse
door de instelling van een algemeene
avondschool, bedoeld als van de overheid uit
gaand onderwijs, allerminst was verzekerd, dat
nu ook ouders, die voor hun kinderen bijzonder
onderwijs van een bepaalde richting verlangen,
in staat werden gesteld, hunne kinderen zoo
danig onderwijs deelachtig te doen worden. Bij
Koninklijk besluit van 21 September 1927 no.
8, wend daarop, met vemietiging van ons aan-
gehaald besluit, alsnog goedkeuring verleend
aan het besluit van den raad, voor zooverre i
daarbij met ingang van 1 November 1926 het
vervolgonderwijs in de gemeente was opge
heven, zulks op grond van de overweging, dat
blijkens nadere inlichtingen, ingewonnen naar
aanleiding van de behandeling van deze zaak
in de openbare vergadering der Afdeeling van
den Raad van State voor de Geschillen van
Bestuur, waarin over deze zaak verslag was
uitgebracht, in de Mer bedoelde gemeente niet
een zoodanige behoefte aan openibaar vervolg
onderwijs bestond, dat ook in den vervolge ge-
legenheid behoorde te worden gegeven om dit
onderwijs te genieten.
In het schrijven, waarbij de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetensohappen ons in
kennis stelde met evenvermeld Koninklijk be-
sluit, merkte Zijne Excellence verder op, dat j
een avondschool voor niet meer leerpiichtige
kinderen, waarvan door kinderen van alle ge-
zindten gebruik kan worden gemaakt, doch
waaraan geen vervolgonderwijs wordt gegeven
overeenkomstig de Lager-Onderwijswet 1920,
met die wet in strijd is. In aansluiting Meraan
wenschte de Minister te vernemen, of wij aan
een besluit tot wijziging der gemeentebegroo-
ting, waarbij voor deze avondschool gelden
werden beschikbaar gesteld, onze goedkeuring
hadden onthouden en, zoo neen, of dit alsnog
in ons voomemen lag.
Een en ander heeft aanleiding gegeven tot
een uitvoerige schriftelijke gedachtenw.sseling
tusschen den Minister en ons college.
Onder verwijzing naar een vroeger schrijven
onzerzijds d.d. 21 November 1924 no. 26, lste J
afdeeling, waarin wij reeds gelegenheid hadden
gevonden aan 's Ministers Ambtsvoorganger m 1
den breede uiteen te zetten, op welke gronden
wii gekomen waren tot ons besluit van 26 Oc-
tober 1923 no. 11, lste afdeeling, opgenomen
in Provinciaal blad no. 50 van dat jaar, veroor- 5
lcofden wij ons de opmerking, dat dit besluit in
vele gemeenten van ons gewest werd nageleefci
1 en, naar ons telkens weer was gebleken, tot
regeling van het vervolgonderwijs
len en of die alsdan door den wetgever zal wor
den aanvaard, doch dat, zoolang de wet niet
herzien is Met kan worden toegelaten, dat in
strijd met hare bepalingen wordt gehandeld.
Wij hebben gemeend ons sta dpunt tin ns
niet langer te moeten handhaven en ons bij de
ons kenbaar gemaakte zienswij'ze var. de' Re
geering te moeten neerleggen. Wij achten het
te meer noodig om voor het woord de daad in
de plaats te stellen, omdat wij, hangende de
met den, Minister gevoerde correspondent le,
de behandeling van verschillende gerrfeentebe-
grootingen voor den dienst 1928, waarop pos-
ten waren ui'tgetrokken ter bestrijding van de
kosten van het buitenwettelijk vervolgonder
wijs, hebben aangehouden. Deze begrootingen
zullen U thans, voor zooveel noodig, worden
teruggezonden ter wijziging. Wij verzoeken u,
den raad in overweging te geven, le hier be
doelde posten van de begrooting af te voeren,
onder mededeeling onzerzijds, dat, zoo de raad
daartoe niet bereid mocht blijken, wij ons ge-
noodzaakt zullen zien, aan aldus opgemaakte
begrootingen onze goedkeuring te onthouden.
Na kennisgpving van het voorafgaande be
hoeft het voor u wel geen betoog, dat zoo
danig besluit slechts aanleiding zou geven tot.
een meer of minder langdurige admiMstratieve
procedure, zonder dat verwacht mag worden,
dat de zienswijze van den raad bij de Kroon
instemming zal vinden.
Voor zooverre begrootingen voor den dienst
1928 bereids door ons college zijn goedgekeurd
en daarop bedragen zijn uitgetrokker ten e-
hoeve van het meergenoemde onderwijs, gevsn
wij U in overweging, te bevorderen, dat uit de
daarop betrekking hebbende posten niet anders
dan bij hooge noodzaak uitgaven worden ge-
"p/iY het opmaken van begrootingen voor ko
mende jaren gelieve u tevens met den mhoud
van dit Provinciaal blad rekening te houden.
Het Provinciaal blad no. 50 van 1923 wordt,
voor zooveel noodig, hierbij ingetrokken.
Burgemeester en wethouders deelen mede. na
ontvangst van deze kennisgeving de hoofden
van scbolen te Sluiskil, waar dergelijke buiten
wettelijke cursussen bestonden, te hebben aan-
geschreven daarmede met 1 Januari 1928 te
stoppen, hetgeen geschied is.
De heer OOLSEN vermeent, dat het ver. c Ml
maar alleen gelegen is in het aantal uren.
Dat voor een wettelijke cursus het aantal uren
hooger moet gesteld worden en de kosten