INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
•eveling foutief was op gemaakt. Ook de heer
®aessens had bezwaar moeten maken, want
<le Gasoommissie heeft een aanbeveling opge-
aMuakt met uitschakeling van, het advies van
<iei direoteur. Toen was- het de tijd' geweest
mm reclames in te hrengen.
De heea- CLAESSENS had, als jong lid, ver-
Srouwan in de leiding van Burgemeester en
Wethoudiers, die toch weten moesteri dat
Neeuwenhuij ze te oud was, aangezien de Bur-
gwneester daamaar had geinfonmeerd.
De VOORZITTER bevestigt, inlichtingen te
kelbben gevraagd.
De heer KRUIJSSE wijst er voorts op, dat,
waar de heer Claessens de beschuldiging uit-
fj»reekt, dat de familie van den Burgemeester
hierin de hand zou hebben gehad, de schuld van
het op de aanbeveling plaatsen dan toch ligt
de Gascommissie.
De VOORZITTER stelt thans aan de leden
Gascommiisisie de vraag of hij hen over die
bemoeaning gesprokem heeft.
De heemen J. DE EEIJTER, CLAESSENS
em 't GILDE anitwoorden ontkennend.
De heer KRUIJSSE merkt op, dat, als was
diVzoo, daarin nog niets bijzonders zou te zien
aijn. Voor zichzelf is hij bereid desnoods un
der eede te verklaren met den Burgemeester
peen woord over een benoeming van Nieuwen-
httjjze te hebben besproken, hetgeen overigens
wal toevallig is.
De heer VAN DE BILT wil niet zulke dikke
woord en gebruiken als de heer 't Gilde, die
zich soms zelf voor voorzitter schijnt aan te
zien, maar verklaart de voile verantwoording
voor het protest in den brief op zich te nemen.
Bij benoemingen draait het altijd zoo, dat
een Katholiek er buiten valt. Nu is het weer
zoo, er solliciteert een Katholiek die bekwaarrl
in en die in de termen valt, maar die wordt
naet benoemd.
En als de heer Kruijsise zegt, dat hij de
Katholiek en genegen is en zulks blijkt uit de
Katholieke werklieden die hij vroeger in dienst
had, dan erkent .spreker dit, maar laat er op
volgen, dat hij dit ook doet. Daarin kijkt men
niet zoo naar de kerk, maar let er in hoofdzaak
op of de menschen goed werken. Als het over
hot vervullen van betrekkingen gaat, wordt de
toestand evenwel geheel anders.
Het is volkomen juist, dat, tijdens spreker
wethouder was, er geen Katholiek is benoemd.
Dat komt echter omdat er toen een secretaris
n*oest benoemd worden, die het al een poosje
tijdelijk was. Dan blijft dat meestal zoo. Bij
de benoeming voor het armbestuur werd ech
ter de eenige Katholiek weer niet door de
linkschan gestemd. Het kan zijn dat spreker
er niet voor deugt, maar hij noemt het feit
toch teekenend.
Wat de kwestie waar het over gaat zelf be
treft: zijn standpunt is, dat het valt ander het
W erklieden re glement.
De heer CLAESSENS stelt voor de benoe
ming ongedaan te maken en een nieuwe op- a
roeping te doen.
De heer KOSTER zou dat voorstel wel wil
len steunen, maar kan dat niet, omdat de
Gascommissie zelf de fout gemaakt heeft. Hij
veronderstelt dat, indien onder dezelfde om-
aitandigheden Payens zou zijn benoemd, er
niets zou gezegd zijn geworden.
De heer CLAESSENS wijst er op, dat Bur
gemeester en Wethouders zich toch aan den
leeftijdisgrens moeten houden.
De heer KRUIJSSE vraagt den heer Claes-
aenfl of hij van oordeel is, dat, indien er alleen
eem fitter zou gevraagd zijn, Payens dan ook
gasolliciteerd zou hebben?
De heer CLAESSENS weet dat niet.
De heer KRUIJSSE veronderstelt, dat hij
het niet zou gedaan hebben, want uit zijn sol-
licitatie alleen blijkt reeds, dat hij geen fitter
is, doch als amibtenaar hooger staat.
De heer OGGEL is het daarover eens en
heeft er den heer Payens ook over gesproken,
dat hij voor dat werk eigenlijk te hoog staat,
maar hij gaf te kennen dat, als het uitbrei-
diingswerk te Ter Neuzen klaar was, hij werk-
loo« zou worden en daarom solliciteerde. Hij
kon dan inmiddels naar een betere positie om-
c'wn, en vertrekken als hij kans kreeg.
De heer VAN DIXHOORN acht naar zijn
wieening den raad onbevoegd, de benoeming on
gedaan te maken. Hjj meent, dat men ook te-
vraden kan zijn met den henoemde, aangezien
hjj door den burgemeester van Krabbendijke
wordit gekenschetst als een zeer bekwaam
persoon. De.fout in den leeftijd berust eigen
lijk bij de Gascommissie, die de voordracht
heeft opgemaakt.
De heer CLAESSENS merkt op, dat het te
trabbemdijke een particuliere onderneming is;
den directeur dier onderneming, en niet bij
de* burgemeester hadden inlichtingen moeten
■ijn gevraagd.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
<Maessens al die dingen nu in openbare ver
gadering zegt, doch wijst hem er op, dat hij
dit in de vergadering der Gascommissie had
*aar voren kunnen brengen.
De heer CLAESSENS verklaart in elk ge
val zijn voorstel te handhaven.
De VOORZITTER betoogt, dat de raad deze
benoeming feitelijk niet ongedaan kan maken,
doch dat hij den raad wel in de gelegenheid
wil stellen een uitspraak te doen.
De heer't GILDE vraagt zich af, waar toch
die plotselinge zwenking van den heer Oggel
vand'aan komt. Zit hij misschien vast aan een
*£spraakje met de fractie Claessensv. d. Bilt
on» de gemeentebetrekkingen om beurj; te ver-
deelm. Er zit in elk geval ,wat adhter.
De heer Oggel heeft nu reeds eerlijk een
•waling van zijn kant erkend, maar begrijpt
niet, hoe hij te vinden zou zijn tot het vernie-
*igen van een eenmaal geschiede benoeming.
Dat zou een buitengewoon onzedelijke daad
■ijn.
Ten opzichte van de houding der protestee-
rende raadsleden die blijkbaar danig in mis-
brediet zijn bij hunne kiezers om het niet be-
hartigen van speciaal Katholieke belangen,
ntaat hij op hetzelfde standpunt, als zoo straks.
Be heeren missen het recht zulke beschuldigin-
ran te debiteeren. Inzonderheid wel hunne
cidhtimg. Waar wordt in eenige R.K. plaats tn
Nederland een anti-revolutionair, liheraal of
weiUce andersdenkende ook door een zoodanige
meerderheid benoemd Hij tart hen eens zulk
een plaats aan te wijzen, dus het is blijkbaar
..zoo de waard is vertrouwt hij zijn gasten!"
De berg heeft waarlijk een muis gehaard en
't is wel bedroevend, dat de heer Oggel voet
geeft aan een streven Axel in twee godsdiens-
tige helften te helpen scheiden. De consequen
ts van een dergelijke strijdmethode moeten
■U zelf maar aanvaarden. Als de heeren de
fcanden in eigen boezem steken zullen deze er
roetzwart uitkomen.
Spreker schaart zich voorts tenvolle aehter
den heer Kruijsse inzake deze benoeming en
weet zich vrij van anti-Katholieke gezindiheid.
De heer VAN DE BILT zou gaame zien,
dat il<= heer 't Gilde 't geen hij d-aar zegt, ook
•ens bewees. Mep mag alle Katholieke plaat
sen m Nederland af gaan, daar gaat het goed
■cet d>e benoemmgen.
m. ],eer. kan de logica van den heer
t Glide met begrijpen. Het is toch volkomen
logisch, dat, indien men erkent gedwaald te
bebben, het maar 't heste is om de fout te her-
/(tellen Het is juist zooals de heer Dieleman
aegt, dat, indien we een nieuwe functie schep-
pen, de raad deze moet vaststellen. Dat zou
consequent zijn. Naar het inzicht van spreker
Webben Burgemeester en Wethouders en de
Gascommissie gedwaald en wil hij daarom nog
terugkeerem.
De VOORZITTER vraagt, alvorens tot
stemming over te gaan, of de raad wel de ge-
volgen doorziet, van een eventueel intrekken
der benoeming. De man heeft te Krabbendijke
reeds ontslag gevraagd enz.
De heer DIELEMAN meent, dat de linksche
heeren wat geprikkeld zijn teigenover hunne
collega's. De heer Van Dixhobm vergelijkt de
Gascommissie al met Burgemeester en Wet
houders. Maar speciaal is spreker verwonderd
over den heer 't Gilde, welke spreekt over de
politiek van anderen. Maar welke politiek
voert hij nu Het is daarom maar't beste, dat
de debatten gesloten worden. Indien Burge
meester en Wethouders nu uitspreken, dat de
benoeming niet valt onder het Werklieden-
reglement, dan staat spreker aan de zijde van
den heer Claessens.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur
gemeester en Wethouders hun standpunt
handhaven.
Het voorstel Claessens wordt verworpen met
7 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen dd heeren Oggel, Van de Bilt,
Claessens en Dieleman; tegen stemmen de
heeren Kruijsse, Koster, Van Dixhoom, Wol-
fert, 't Gilde, J. de Feijter en P. de Feijter.
De heer CLAESSENS verklaarde met dit
besluit van den raad geen genoegen te zullen
nemen.
De heer 't GILDE: Je hebt gelijk, je moet
er een advocaat opzetten!
(Hilariteit en applaus op de publieke
tribune.)
De VOORZITTER waarschuwt, dat hij de
publieke tribune zal laten ontruimen, als zich
de inimenging van het publiek herhaalt.
o. Een ad res van Willem Koster, van be-
roep vlashandelaar, wonende te Axel, Buiten-
weg, die daarin die vrijhedd neemt den raad
nogmals onder het oog te brengen, dat langs
zijn vlasschuur en huis, zich een sioot bevind't,
welke een onverdraaglijke stank verspreidt;
dat hjj, nadat de gemeenteraad zijn voriige
klacht ter zijde geschoven heeft, nogmaals een
klacht inddemt om verandeiring in dien toestamd.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit adres aan te nemen voor kenwisgeving.
Met algemeene stemmen wordt aldus he-
sloten.
De VOORZITTER geeft in antwoord aan
den heer KOSTER te kennen wel te kunnen
toezeggen, dat daar een zinkput zal gemaakt
worden.
p. Een schrijven van den Minister van Ar-
beid, Handel en Nijverheid, d.d. 9 December
1927, waarin wordt te kennen gegeven, dat de
regeering, evenals in vorige jaren besloten
heeft, een bedrag beschikbaar te stellen, ten-
einde aan personen, die naar Canada willen
emigreeren em die niet zelf over de noodige
geldmiddelen beschikken om de reis zelf te
bekostigen, de helperude hand te bieden.
In afwijking van de in vorige jaren getrof-
fen regeling zal in het komende seizoen niet
worden gesteund door middel van voorschotten
aan de eanigranten, doch zal het beschikbare
bedrag zoo worden aangewend, dat het sfcrekt
tot een belangrijke verlaging der zeepassage-
kosten van Rotterdam naar Canada ten be-
hoeve van on- en minvermogende emigranten.
Voor die personen zullen de zeepassagekos-
ten n.1. worden verlaagd tot de hiernagenoem-
de bedragen:
a. voor personen van 10 jaar en ouder van
f 280 tot 80.
b. voor personen van 1 tot 10 jaar van
140 tot f 40.
c. voor personen jomger dan 1 jaar (naar
den maatstaf van een kind per gezin) van
f 13,75. tot 4.
Dientengevolg'e zullen dan voor rekening van
de emigranten, die voor de verminderde pas-
sagekosten in aanmerking komen, nog van de
reiskosten naar Canada de volgende bedragen
blijven:
le. de reiskosten vaji hunne woonplaats tot
Rotterdam;
2e. het deel der zeepassagekosten, dat voor
rekening van de emigranten blijft (ver-
gelijk sub a tot en met c);
3e. de reiskosten van de havenplaats (van
aankomst) in Canada tot aan de plaatis
van bestemming in, dat land, welke kosten
naar gelang van den afstand, bedragen
f 45 tot f 80 per emigrant.
Bovendiem imoeten alleenreizende emigran
ten kunnen beschikken over ten minste 25 dol
lar (f 62,50) landingsgeld, terwijl gezinnen
naar gelang van de grootte van het gezin,
moeten kunnen beschikken over ten minste
100 tot 175 dollar 250 tot f 437,50) landings-
gold (het landingsgeld blijft het eigendom van
den emigrant.
Voor de voorschrevem vermindering van de
zeepassagekosten zullen slechts in aanmerking
komen on- en minvermogende emigranten, die
door bemiddeling van de Emigratie Centrale
Holland naar Canada emigreeren, en slechts
dan, als in hunne zeepassagekosten ook de
gemeente, waar de eimgrant onmiddellijk voor
zijn vertrek naar Canada werkelijke woon
plaats had, bijdraagt. Indien het verblijf in
deze gemeente van bijzonderen aard was, zal
een andere gemeente de bijdrage kunnen ver-
strekken na overleg met mij.
De gemeente zal n.l. daartoe aan het Rijk,
als aandeel in het bedrag, met hetwelk dit
bijdraagt in de zeepassagekosten, moeten resti-
tueeren die volgende bedragen:
in gevallen sub a personen van 10 jaar en
ouder) 30 per persoon;
in gevallen sub b (personen van 1 tot 10
jaar) f 15 per persoon;
in gevallen sub c (personen jonger dan 1
jaar) f 2 per persoon.
De gemeentelijke bijdrage moet voor het ver
trek der emigranten aan de Emigratie Centrale
Holland zijn uitbetaald, of althans moet voor
het vertrek een heslissing zijn genomen en
aan de Emigratie Centrale Holland medege-
deeld, dat de gemeentelijke bijdrage zal wor
den verleend.
De keuze der emigranten, die voor toepas-
sing der in het schema aangegeven regeling
in aanmerking komen, is opgedragen aan de
Emigratie Centrale Holland.
Ik noodig U uit, om den directeur van den
Rijksdienst der Werkloosheidverzekering en
Arbeidshemiddeling spoedig mede te deelen,
of Uwe gemeente in voorkomende gevallen de
in deze circulaire bedoelde regeling wenscht
toe te passen; indien U daartoe bereid zijt,
gelieve U tegelijkertijd daarvan kennis te ge-
ven aan de Emigratie Holland.
Ik moge verder een beroep doen op de mede-
werking van Uw college, om, indien Uwe ge
meente bereid is op bovenvermelde wijze in de
zeepassagekosten bij te d'ragen het orgaan der
openbare atbeidshemiddeling in Uwe gemeente
uit te noodigen, zich te belasten met de e°rs+e
beoordeeling der aspirant-emigranten, met het
versohaffen van inlichtingen aan de Emigra
tie Centrale Holland en aan aspirant-emigran
ten, met het verschaffen van inlichtingen aan
de Emigratie Centrale Holland.
Inlichtingen ter zake zullen voorts door den
directeur van het Rijksd'enst der Werkloos-
heidsv-erzekering en Arbeidsbemiddeling bij
rondschrijven. aan de organen der arbeidsbe-
muMeling worden v-erstrekt.
De heer VAN DE BILT vraagt of er al terug
zijn uit Canada.
De VOORZITTER antwoordt, dat een zekere
Faas is terug^ekomen, doch dat door F. C.
Scheele reeds 100 dollars op zijn voorschot is
terugbet'aald.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat, behoudens goedkeuring van den gemeente
raad, aan dit werk der regeering medewerking
zal worden verleend.
Aangenomen voor kennisgeving.
q. Bij proivinciaal blad no. 101 van 1927
hebben Gedeputeerde -Staten mededeeling ge
daan van hun besluit, mede genomen in ver-
band met de beslissing van den Minister van
Onderwijis, Kunsten en Wetenschappen, waarbij
besloten is de buitenwettelijke cursussen voor
vervolgonderwijs niet meer te tolereeren, geen
ten behioeve van dergelijke cursussen op de
begrootinig uitgetrokken gelde-n te-zullen goed-
keuren.
Bij raadsbesluit van 9 October 1923 werd de
gelegenheid geopend, dat op de diverse scholen
de leerlingen, die deze reeds verlaten hadden,
des winters een avondcursus tot voortzetting
van het gevolgde onderwijs konden volgen.
Na het verschijnen van bovenbedoeld besluit
van Gedeputeerde Staten is hiervan door Bur
gemeester en Wethouders aan de betrokken
schoolbesturen kennis gegeven, waardoor de
cursussen op 3 scholen gestaakt moesten wor
den.
Zij stellen voor het raadsbesluit te schorsen
tot tijd en wijle de herziening van de Lager
Onderwijswet 1920 tot stand is gekomen.
De heer VAN DE BILT vindt het jammer,
dat zulk een besluit genomen wordt, en zou als
er doen aan is daar wel tegen willen protestee-
ren.
De VOORZITTER vind het ook jammer,
miaar denkt wel, dat er iets op zal gevonden
worden, om dat onderwijs toch voortgang te
doen hebben.
De heer 't GILDE vraagt of dit alleen geldt
voor Zeeland.
De VOORZITTER kan zulks niet zeggen.
De heer 't GILDE heeft gehoord, dat ze op
Spui dat onderwijs zullen voortzetten op eigen
kosten en vindt't jammer, dat aan de openbare
school zulks ook niet kan.
De heer OGGEL: Als men aan de openbare
school ook zoo deed, zouden Burgemeester en
Wethouders wel bereid zijn medewerking te
verleenen.
De heer't GILDE wil dit op een ouderavond
wel eens ter sprake brengen.
De heer DIELEMAN vraagt het bedrag der
onkosten van dat onderwijs, waaroo de VOOR-
ZITT^ER antwoordt 125.
r. De VOORZITTER herinnert, dat de heer
't Gilde in de laatste vergadering ter sprake
bracht een brief van den Raad van Arbedd,
betreffende het plakken van zegels voor per
sonen in dienst bij'de.werkverschaffing, welke
brief aan Burgemeester en Wethouders niet
bekend was.
Hij kan thans meedeelen, dat die brief wel
gedateerd was 7 December 1927, doch pas 16
Januari van dit jaar ter secretarie is ontvan-
gen. De inhoud heeft betrekking op losse
werkkrachten bij speciale werkverschaffing
die men hier op 't oogenblik niet heeft.
s. De VOORZITTER deelt mede, dat hem door
den heer 't Gilde schriftelijk de volgende vra-
gen zijn gesteld:
1°. Welke zijn de motieven tot weigering
in het openbaar en tolereeren in besloten kring
van opvoering- (en?) van de bekende Russi-
sche Film „Pantserkruiser Potemkin" aan de
modeme arbeidersorganisaties (resp. van
spoor- en traipwegpersoneel en fabrieksarbei-
ders) alhier?
2°. Is naar Uw oordeel een dergelijk ver-
bod moreel te rechtvaardigen en verder een
radikaal verbod van opvoering van een produlct
van- modemen kunstzin niet strijdig met de
sedert eeuwen in ons land hoog gehouden ruime
opvatting van geestesvi'ijheid en tevens met
het in de Grondwet belichaamde beginsel van
woord en vergadering.
3°. Kan geen toezegging worden verkregen
door een uitspraak van den raad, dat in den
vervolge dergelijke vertooningen vcon het pu
bliek ongehinderd in het openbaar zulleh
plaats hebben, opdat elke geestesstrooming in
de bevolking zich vrijelijk zal kunnen uitleven
en ook andersdenkenden van dergelijke vertoo
ningen desgewenscht zullen kunnen genieten?
(een en ander mits geen aanleiding tot versto
ring der openbare orde wordt gegeven).
Hoewel hij niet verplicht is de gestelde vra-
gen te beantwoorden, aangezien het een poli-
tioneele aangelegenheid betreft, welke uitslui-
tend tot de competentie van den Burgemeester,
hoofd van politie, behoort, zoo wil hij den heer
't Gilde wel het genoegen doen, die toch hier
te beantwoorden.
1°. Het motief tot weigering der vergun-
ning tot het opvoeren in het openbaar van be
doelde film is, dat de inhoud en strekking van
verschillende passages daarvan mij geen vrij-
heid gaven tot het verleenen van de gevraag-
de vergunning.
Van het tolereeren in besloten kring is geein
sprake, wijl bij het door mij verleenen van
vergunning tot het open zijn van het cafe van
de wed. Gilijamse tot het houden van een ver
gadering van de afdeeling Axel der Ned. Ver.
van Fabrieksarbeiders, mij niet bekend was,
dat meergenoemde film daar zou worden op-
gevoerd. Eerst nadien is zulks officieus bekend
geworden.
2°. Een dergelijk verbod, is m.i. alleszins
gerechtvaardigd. Van een radjkaal verbod is
echter geen sprake.
3°. In antwoord op deze vraag kan iK me-
dedeelen, dat een uitspraak, als door den heer
't Gilde bedoeld, niet verkregen kan worden,
wijl de politie over de openbare vermakelijk-
heden enz., krachtens de Gemeentewet, uit-
sluitend aan den Burgemeester behoort.
De heer 't GILDE had geen officieel ant
woord op de door hem gestelde vragen ver-
wacht en heeft ook niet de bedoeling gehad
hieruit een politiek fortuintje te slaan. Het
heeft er bij hem alleen overgegaan, dat ver
schillende A.-R. burgemeesters een zeer ver
schillende houding aannemen. Zoo is in Am
sterdam wat niet, en in Ter Neuzen wat wel
met Axel vergeleken kan worden een A.-R.
burgemeester, die de opvoeringen van deze
film toestaat.
Wat nu eigenlijk de beweegreden is om het
stuk te verbieden is hem nog niet duidelijk.
Is het de oproerige of revolutionaire tendenz
ervan, of waar zit het hem in. Over het begrip
kunst valt veel te praten. Wat verstaat de
eeh onder het al of niet oirbare en wat een
ander. Daar komt het op aan.
Spreker heeft onlangs met vreugde gezien,
dat ook de geestelijke voorgangers van de hee
ren niet afkeerig zijn van iets moois al ademt
het een eenigszins revolutionairen geest. Als
zoodanig beschouwt men toch in dien kring de
werken van Multatuli in het bijzonder. „De toe-
spraak tot de hoofden van Zabak" onlangs hier
met zoovele succes voorgedragen ihad tientail en
A.-R. hoarders, ook het slotmimimer, dat door
den heer Albert Vogel werd uitgebeeld over de
Fransche revolutie. Zooals gezegd huldigt hij
een dergelijke breedlheid van opvattingen in
dien kring, maar de vraag rijst of men zooiets
uitgaande van de tramarbeiders en hun orga-
nisatie ook zou verbieden?
Wat den 6en mooi, goed, deugdzaam en ge-
nietbaar is zou dat aanstoot kunnen geven of
slecht en ondeugdzaam kunnen zijn voor den
ander?
Ten slotte zal spreker hierover geen uit
spraak van den raad uitlokken, al loopt het
voor hem over een principe. Hij heeft als hij
een voorstel doet, toch de neuzen geteld en
daar de Burgemeester ten deze als hoofd der
politie eenige competentie beschikt is het
hem wel dat hij een verklaring zal krijgen
waarbij toegezegd wordt, dat de noodige soe-
peiheto zal cotracht worden.
In dit geval was van een radikaal venbod
geen sprake, maar de Voorzitter make deze
uitvoeringen niet aantrekkelijk door verbod.
Dan bereikt hij een tegenovergesteld resultaat.
De heer DIELEMAN: Naar hot mij voor-
komt bestaat er alle aanleiding voor den Bur
gemeester om krachtens zijne bevoegdheid art.
188 der Gemeentewet de opvoering van de
Potemkinfilm te verbieden, zulks op grond van
de volgende feiten:
1. Het feit, dat deze film afkomstig is uit
den revolutiehaard van Europa, Rusland,- ter
wijl ze met duidelijk merkbare revolutionaire
bedoelingen naar het buitenland en ook naar
Axel, wordt geexporteerd. Naar verluidt, zal
•de Potemkinfilm gevolgd worden door de film
„De bocht des Doods", die eveneens voor zoo-
ver de overheid niet ingrijpt de volksziel met
de revolutiehacil zal komen vergiftigen. Ech
ter, in Duitschland, Engeland, Belgie, Roeme-
nie en zelfs in geheel Frankrijk is deze film
verboden wegens den verderfelijken invloed, die
zij op den volksgeest uitoefent.
En niet alleen in het buitenland, maar ook
in ons eigen Vaderland, is de opvoering van
deze film niet toegelaten, wegens in strijd met
de goade zeden of openlbare orde, zoo b.v. te
Dordrecht, Harlingen, Breda, Beverwijk, Heer-
len, Amersfoort, Vlissingen, Bussuim enz. En
ik prijs de burgemeesters, die den moed heb
ben om ook op dit terrein te toonen, dat ze de
aan hun zorgentoevertrouwde bevolking niet
wenschem te voeren in de ijzige armen van het
communisme, want de Potemkinfilm verheer-
lijkt de misdaad en prikkelt in het bizonder
de lagere volksklasse, die zich gemakkelijk
laat opzweepen tot revolutionnair-verzet tegen
het wettig gezag.
Daarom is de opvoering van deze film in
strijd met de goede zeden en de openbare orde
en is een absoluut verbod van den Burgemees
ter, m.L alleszinis op zijn plaats.
In dien geest hebben dan ook de A.-R. afge-
vaardigden Mr. Heemskerk en Dr. Beumer ge
sproken in de Tweede Kamer (Hand. 2e Kamer
26/27 pag. 522).
Wat de Potemkinfilm aangaat, dat is niet
een kwestie van Chr. Politiek, maar van open-
bare orde. Ik heb den indruk, dat die Potem
kinfilm zeer goed kan worden, gecensureerd.
Naar wat ik daarvan vernomen heb bevat die
film een valsch historische voorstelling en is
ze op uitermate opruiende wijze in elkaar
gezet.
Maar sommige burgemeesters in de groote,
steeds hebben gemeend, dat ze kon worden ver-
toomd. Intusschen geloof ik, dat het vertoonen,
van een dergelijke film een groot kwaad is,
dat kan worden voorkomen.
Men moet over het verspreiden van het gif,
dat door een dergelijke filmvertooning in het
land wordt randgespreid, niet al te licht
denken.
En Dr. Beumer zeide er van, zie Hand. 2e
Kamer 26/27, pag. 546. Ten aanzien van de
opvoering van dezen film sta ik aan den kant
van hen, die hulde hebben gebracht aan de
burgemeesters, die de opvoering hebben verbo
den. En voor zoover hier woorden van afkeu-
ring aan het adres van burgemeesters gespro
ken mogen worden, schaar ik mij bij hen die
het minder goed hebben gevonden, dat er bur
gemeesters zijn, die de opvoering hebben toe
gelaten. Men is mij in menig opzicht te slap
bij het keuren, en die slappe houding wordt al
te gauw goedgepraat door te verwijzen naar
zeer schoone theorien. De kunst voor de kunst,
en dergelijke meer zijn dan uitspraken, die op-
geld doen. Daartegenover staat echter, dat
voorzichtigiheid de moeder van de porceleinkast
is, en ik heb liever, dat een burgemeester wat
aan den voorzichtigen kant dan wel aan den
breeden kant is.
Laat dan een of ander dagblad maar decri-
teeren, dat de man bekrompen is opgetreden,
dat is zoo erg niet. Erger is, dstt de film hier
en daar is opgevoerd" geworden. Moeten wij
ons volk aan zulk een propaganda bloot stel
len?
Nu heeft men wel gezegd, het is 3eo erg
niet, er wordt hier geen oproer gemaakt, maar
dat weet men pas als het te laat is. Doch
hierbij komt nog iets anders. Men zou ook
daarom gerust zoo flink kunnen zijn om iets
krasser op te treden, omdat men kan rekenen
op den steun van velen in den lande, niet allean
van A.-R. en dergelijke bekrompen en duistere
lieden neen ook van de meest vooruitstreven-
de in den lande. Waarom ben ik o.a. zoo tegen
deze film, omdat zij verruwend werkt, en de
burgemeesters zeker konden zijn, dat, als zij
maatregelen namen om de vertooning van deze
film tegen te gaan, zij konden rekenen o.a. op
den steun van den heer Schaper, onverdacht
S. D. A. P.'er.
Hij toch is zeer sterk tegen alles wat ver
ruwend werkt, hij heeft zeer belangrijke vra
gen gesteld aan den Minister van Waterstaat
over een reclameplaat, die op het perron van
het Staatsspoor te 's Gravenhage te zien is,
waarop een onnoozel stiertje en een stieren-
vechter voorkomen. En nu vraagt den heer
Schaper, hoe het toegestaan kan worden, dat
op het perron aan het Staatsspoor in Den
Haag een groote, zeer in't oog loopende recla
me wordt geplaatst, voorstellende een gruwe-
lijk en bloederig tafereel n.1. een stierengevecht
in den meest afstootende vorm. Ik heb die
vraag met de grootste belangstelling gelezen,
en mijn sympathie voor den heer Schaper ging
nog verder, toen ik in Het Volk van 30 October
las, naar aanleiding van een advertentie, die
in Het Volk geplaatst was, dat de heer Schaper
waarschuwde, dat men niet moest komen onder
de suggestie van het plaatje van Het Volk!
Neen men moest de reclameplaat zelf gezien
hebben. De reclame zelf is levensgroot er.
gekleurd. Het roode bloed straalt den stier uit
den bek, en ook overigens is hij gewond. De
schilderij is uit artistiek oogpunt goed, doch
juist daardoor is zij afstootend en verruwend
van strekking. Hoe sympathiek is dat gezegd
Stel u nu die Potemkinfilm voor. Ik zal niet
zeggen, gaat dat zien, maar "als men die ge
zien heeft weet men hoe bloederig hoe ver
ruwend ze is. De heer Beumer had het tot zijn
plicht geacht, deze film te gaan bezien, en was
er niet revolutionair door geworden, maar had
wel den indruk gekregen, dat op licht ontvlam-
bare gemoecteren deze film een zeer verderfe
lijken irvloed kan uitoefenen, en nu ik haar
van artistieke zijde beoordeeld, voor welke
wijze van bekijken de heer Schaper mij de
oogen heeft geopend, moet ik zeggen, ze is
nog veel erger dan ik bij de vertooning begre-
pen heb. Ik hoop, dat de Minister aanleiding
zal vinden tot ingrijpen, niet alleen met het
oog op deze film, maar ook met het oog op'het
feit, dat naar ons is medegedeeld meer van
datzelfde soort maar van erger gehalte ons te
wachten staat.
Aldus de heer Beumer.
Mijnheer de Voorzitter!
Het verbod tot opvoeren van de film kan
door den Burgemeester worden gemotiveerd
met de overwegende, dat hij de opvoering van
de film in strijd acht met de openbare orde of
zedelijkheid. Het persoonlijk oordeel van den
VOOR VROUWEN.
V rouwen vooral, hebben nu en dan behoefte
aan de hiulp van Foster's Rugpijn Nieren Pil-
len. Vanaf de vorming tot voorbij den middel-
baren leeftijd treden in het vrouwelijk organis-
me voortdurend veranderingen op, die veel
in spanning van de nieren vorderen. Eveneens
in het kritieke tijdperk en in de maanden voor
en na de gelboorte van kinderen, krijgen de nie
ren veel extra werk te doen. Het is daarom
geen wonder, dat vrouwen zoo vaak lijden aan
rugpijn, afmattemde pijnen, waterzuchtige
zwellingen, hoofdpijn, duizeligheid, zenuw-
achtigheid en u rinesto o rnisisen.
Vrouwen behooren te weten, dat de nieren de
gewichtige levenstaak hebben om de onzuivere
stoffen uit het bloed te filtreeren. Als de niej
ren verzwakt of overspannen zijn, wordt de
bloedsomloop geinfecteerd en het geheele ge-
stel aangedaan, waardoor spit, blaasoutsteking,
rheumatiek, lendezwakte enz. kunnen ontstaan
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen voor
vrouwen in tijd van nood een zegen blijken.
Zij worden aanbevolen door vele dankbare,
verstandige vrouwen, die haar herstel en wel-
zijn aan het tijdig gebruik van dit versterkend
niermiddel te danken hebben.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
etdket let hier vooral op) bij apotheken en
drogisten a f 1,75 per flacon. 33
Te Ter Neuzen bij Firma A. van Overbeeke
Leunds, Axelschestraat en Westkolkstraat.
Burgemeester is ten deze besiissend. Vanaf 1
Maart 1928 kan echter de burgemeester om
deze reden de opvoering niet meer belettem,
doch wel om een andere reden n.l. uit vrees
van stoornis van de openbare orde art. 19
Bioscoopwet.
Nu strekt de bevoegdheid van den Burge
meester zich niet uit tot vertooningen in z.g.
besloten gezelschappen, maar de vraag is dan
toch allereerst wat is een besloten gezelschap?
M.L mag als besloten gezelschap worden
besohouwd een vergadering van een vereeni-
ging, waartoe slechts leden der vereeniging
en enkele introduce's toegang hebben, wan-
neer dus een afdeeling van de S.D.A.P. of van
het N.V.V. de bedoelde film voor haar leden
laat afdraaien kan de burgemeester of den
raad tegen de opvoering niets doen, doch hier
bij dienen we toch het volgende aan te merken.
Het is ons toch bekend, dat't (socialistisch)
Hoofdbestuur van de Nederl. vereeniging van
Fabrieksarbeiders de opvoering van revolutio
naire films vooral in plattelandsgemeenten
sterk bevordert, en te dien einde wordt een
praktijk aanbevolen, die aan de vergaderin-
gen voor dergelijke films worden vertoond,
mj. haar besloten karakter ontneemt.
Men acht het besloten karakter van zoo'*
vertooning voldoende gewaarborgd, indien de
leden der vereeniging hunne vrouwen en bo-
vendien een beperkt aantal ongeorganiseerden
voorzian van een door het afdeelingsbestuur
onderteekende introductiekaart deze vergade
ring bijwonen. Doch zoo opgevat kunnen de
leden best op zoo'n vergadering de minder-
heid uitmaken, ten minste, wanneer de vrou
wen, die gewoonlijk geen lid zijn, trouw op-
komen. Ook leert de praktijk, dat voor derge
lijke vertooningen op zoo ruime schaal intro-
duotiebewijzen of lidimaatschapsbewijzen wor
den uitgereikt, dat er van een besloten verga
dering in het minst geen sprake meer is. Ik
meen dan ook dat er voor onzen Burgemeester
alle aanleiding was, om deze film te verbieden,
desnoods met den sterken arm.
De Burgemeester behoeft bij het oefenen
van zijn toezicht niet zonder meer af te gaan
op den vorm, doch hij heeft rekening te houden
met het wezen der zaak. En bij het volgen
van een dergelijke praktijk is er in wezen een
publieke vergadering al wordt ook formed
het karakter van besloten bijeenkomst gehand-
haafd. Een weigerende houding van den Bur
gemeester in zoo'n geval vindt zelfs in sociaaV-
democratische kringen steun. Immers in zijn
rechtskundig advies aan bovengenoemd Hoofd
bestuur heeft het S.D.A.P.'s Eerste Kamerlid
Mr. Mendds onomwonden het volgende erkend:
Wanneer b.v. een vereeniging een vertooning
geeft toegankdijk voor hare leden, benevens
voor alle personen, die een bewijs van introduc-
tie, door een der bestuursleden afgegeven, be-
zitten, en Jan en alleman wordt geintrodu-
ceerd, dan kan zulk eene vertooning niet als een
eerlijk besloten bijeenkomst worden aange-
merkt.
En daar de S.D.A.P. in Axel, naar een S.D.-
A.P-er, mij meedeelde, slechts nog 7 leden tdt,
is het toch niet te wel dehkbaar, dat voor zoo
weinig mnschen de film hier kan worden af-
gedraaid, en lijkt het mij het heste, dat de
Burgemeester er ter gelegenheid duidelijk te
verstaan geeft, slechts dan dergelijke vertoo
ningen te zullen laten passeeren, indien ze
uitsluitend gegeven worden voor leden, die als
zoodanig bekend staan, en niet voor allerled
gelegenheidsleden, en indien geen of hoogstene
enkele personen worden geintroduceerd, het
welk wij toch op z'n minst van al onze A.-R.
Burgemeesters mogen verwachten, anders loo-
pen we gevaar, dat we onze A.-R. Burgemees-
ters niet meer kunnen onderscheiden van hun
S.D.A.P.-sehe collega's.
De heer 't GILDE had niet verwacht, dat
den heer Dieleman aan deze materie zooveel
aandaeht had geschonken. Hij schijnt zich
goed op de hoogte te hebben gesteld, ook voor
wat betreft de introductie's. Hij maakt hem
daarover zijn compliment en indien hij zulk*
voorzien had, zou hij wel een en ander meer
verzameld hebben, temeer nu den heer Diele
man verschillende S. D. A. P.'ers tegen hem
uitspeelt. De heer Dieleman zij evenwel ge
rust. Spreker is op zeer jeugdigen leeftijd aan
de politiek ontgroeid. Hjj heeft mating aan
de politiek en het was te wenschen, dat dit
ook elders meer gevolgd werd, niet alleen in
het Parlement, maar ook in mindere college's,
daar de politiek de volksziel wel het meest ver-
giftigd.
Door de breed opgezette rede is hij echter
niet van meening veranderd, daar hij in ieder
geval als zoovele S. D. A. P.'ers de vrijzan-
nige gedachte wenscht hoog te houden. Spre
ker weet niet welk een verderfelijken invloed
voor de volksziel uitgaan zou van deze film.
Hij herhaalt, dat de meeningen ten deze zeer
uiteenloopen.
Het publiek snoept evenwel het gretigst van
verboden vruchten en hij verwijst naar de
werken van Zola. Ook met het bekende b°ek
van Henri Barbusse „De Hel" is dit zoo ge-
gaan. Toen men het lezen ervan tegen wilde
gaan door ingrijpen van de overheid, werd het
bij duizenden exemplaren in den lande ver-
kocht.
Spreker wijst andermaal op het hezoefee*
van kunstavonden in modemen geest door den
heer Dieleman's voorgangers en partijgenoote*
en verwijst verder naar de beslissing omtrent
het Potemkin-geval in Vlissingen. Waar da
Bioscoopwet nog niet in werking is en deze
ook wel spelens zal laten, bepleit hij ten deze
de gewenschte ruimheid van opvattingen.
De VOORZITTER kan in deze geen vasto
toezeggingen doen, doch zal in elk geval op
zichzelf beoordeelen.
(Wordt vervolgd.)