1NGEZONDEN MEDEDEEUNGE
MIJNHARDT'S
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Zenuw-Tabletten 75 ct
Staal-tabletten 90 ct
Maag-tabletten 75 ct
Bij Apoth. en D ogisten
wij heblben echter in pJaats daarvan iden
weq door den monid qekazen. Dertien
jaren lanq in totaal 230 verschillende pha-
sen werkten wij aan de verzwaikkinq van
tuberculosebacillen, tot deze eindelijik ook
ook de bijzonder qevoeliqie menschen on-
schadelij'k bleken, ook in qevallen, waariin
wij de bacterien direct in id'e buikiholte of
in de ibioedibaan bracihten. Wij orqani-
seerden een expeditie naar Afrika, om het
noodiqe ape-nmateriaal te requireeren en
sticnten later een apenfarm. Nu waren
wij zoover. dat wij kondieri beqin'nen met
onze proefneminqen op menschen toe te
passen. Onze keuze viel op de zuiqelin-
qen, daar zij nop niet door infectie zijn
aanqetast en derhalve voor immunisee
rinq het meest toeqamkielijk zijn. Ook is
kort na d'e qeboorte het darmsysteem nop
bijzonder fijnqevoeliq. Van 1924 tot 1927
heibben wij in Frankrijk in totaal aan
21.200 zuiqelinqen onze praeparaten toe-
qediend. Wij letten vooral nauwqezet op
het lot van kinderen, die uit sterk tuber-
culeuse families afkomstiq waren en die
niet van hun familie qeisoleerd konden
wonden. De moqelijkheid van infectie was
dus zeer qroot. Wij controleerden 969
van derqelijke qevallen, waarvan er 882
een of twee jaren werd'en waarqenomen.
Bij deze qevallen stelden wij een sterfte-
percentaqe vast van slechts 0.8 In 87
qevallen dnurde de waarneminq'meer dan
twee jaren; bij deze kinderen kwam qeen
enkel sterfcfeval voor. De contra-statis-
tiek, d.w.z. de sterftecijfers van de niet-
imtmuun qemaakte zuiqelinqen bedraqen
volqens Fransche, Enqelsche en Zweed-
sche waarneminqen 26 bij waarneminq
van betrekkelijk qezonde en welqestelde
families.
In tuberculeuzie families stijqt het sterfte-
cijfer van de niet van hnn familie qei'so-
leerde zuiqelinqen volqens eeniqe statistie-
ken zelfs tot 70 a 80 Onze eiqen,
qunstiqe statistieken werden door het
..Internationale comite ter bestrijdinq van
de tuberculose" en door de ..Volkslivqie-
nische .afdeelinq" van den Volkenbond
qecontroleend en juist qevonden, vervolqt
de professor. De behandelinq zelf wordt
den eersten daq na de qeboorte vroeq in
den morqen een half uur voor de eerste
voedinq udtqievoerd. Wij qeven den klei-
nem patient een centiqram ,,C.B.G."emul-
sie. qemenqd met wat lauw-warme melk
en dat herhalen wij een- of tweemaal met
tusschenpoozen van 48 uren. Wat de
duur van de immuniteit betreft hebben wij
als vaststaand vastqesteld. dat bij koeien
en kalveren iedere behandelinq een immu
niteit van vijftien tpt achttien maanden
teweeqlbrenqt. Het is dus noodiq, de
immuniseerinq later te herhalen en wij
stelden vast, dat wij op d!eze wijze weer
een immunen toestand van het lichaam
ten opzichte van de tuberculose bereikten.
Bij den mensch achten wij het einde van
het eerste en het derde levensjaar qeschiikt
voor nieuwe immuniseerinq. Onze oud-
ste qevallen zijn vier jaar oud; zij alien zijn
totdusver voor tuberculeuze infecties
qespaard qebleven, ofschoon zij in ernstiq
zieke omiqevinq leven. Ik qeloof de qe-
volqtrekkinq te moqen maken, dat wij een
zekere bescherminq teqen de ziekte kun-
nen bereiken, ind'ien wij met de immuni
seerinq in de allervroeqste jeuqd beqin-
nen.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergiadering van Dinsdag 24 Januari 1928,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Rurgeimeester.
Tegeniwoonddg de leden: J. M. Oggel, A. E. C.
Kruijsse, M. W. Koster, Ph. J. van Dixhoom,
G. Th. van de Bilt, H. Wolfent, Ch. Claessens,
A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en
P. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J.
Maris.
De VOORZITTER opent de vergadering
door he'; uitspreiken van heit gebedsfoj-mulier.
Hij wendt zich hierop tot den raad in de
volgande bewoordingen:
Mijne Heeren!
Hat is voor mij weder een voorrecht als
Voorziitter van Uwen Baad bij de eerste verga
dering in het jaar 1928, de heeren wethou-
ders en ledien van den raad alsmede de secre
taris, iedier met zijn gezin een gelukkig jaar
toe te wenschen.
Het jaar 1927 was voor onze gemeente geen
onibelangrijk jaar. Vele belangrijke besluiten
werden genamen.
Deze op te moemen lijkt mij niet noodig.
Het koude natte jaar 1927 was vooral voor
den landlbouw een onvoordeelig jaar. De op-
brengsten waren niet bevredigend. Over de
prijeen viel niet zoo te kiagen.
Ook het vladbedrijf was niet normaal.
Vele gewassen hebben geleden, en vele zijn-
geheel vemiield door den hagelramp in 1927,
waardoor vele duiizende guldens in den land-
bouwstand, sehade is geleden.
Dank aan het nationaal steuncomite, door
wier bemiddeling een bedrag van ruim 2.3000
bescMkbaar is gesteld voor de getroffenen.
De bevolking bedroeg op 31 December 1927
5826 personen alzoo eene achteruitgang van
27 personen.
Geboren werden 147 kinderen; 32 huwelijken
werden gesloten, terwijl 51 petrsonen zijn over-
leden.
Mijne heeren, ik hoop dat wij, zooals wij hier
ziten, samen de belangen van Axel in 1928
mogen dienen en dat God Zijnen Zegen in
mime mate zal geven op onzen arbeid.
De heer VAN DIXHOORN gevoelt zich als
audiste lid verplicht een woord van dank te
uiten voor den door den Voorzitter uitgespro-
ken wensch, hopende, dat het een belangrijk
en voorspoedig jaar moge zijn voor de ge
meente en ook voor den Voorzitter en zijn
gezin.
De heer OGGEL: Waar door uwe herbenoe-
ming weder eene nieuwe periode is ingetre-
den, wil ik bij mij.n dank voor uwe wenschen
tot de wethouders gericht, U de verzekering
geven, zooals ik bij Uwe installatie zeide', dat
waar het Uw streven zal zijn de belangen der
gemeente te behartigen, wij schouder aan
sehouder zullen .staan, zooals ik mijnerzijdsch
in de verloopen jaren ook steeds heb gedaan."
Alsnu komt aan de orde
1. Notulen.
Na een opmel-king van den heer 't GILDE
betreffende 't loon van den nieuw benoemden
gasfitter, worden de notulen van 3 November
1927 en 6 December 1927 met algemeene stem-
men goedgekeurd.
2. MededeelingSn en ingekomen stukken.
a. Een missive van Gedeputaerde Staten,
d.d. 30 December 1927, waarin deze te kennen
geven hunme beslissing op die gemeentebegroo-
ting te hebben verdaagd tot 1 April aanistaan-
deen het gamieentebestuu? gemachtigd wordt
om te besehikken over de helft van de op die
begrooting voor gewone uitgaven gebrachte
soramai, voor zoover die uitgaven ook op de
begrooting voor het loopende jaar voorkomen,
alsmedie am te ontvangen de goedgekeurde be-
lastingen en ■heffingen, toegekende subsddien
en inikomsten uit bezittingen.
Aaugenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van den Minister van Wa-
terstaat, d.d. 10 December 1927, waarbij wordt
toegezonxien een exemplaar van de wet van 10
December 1927, Staatsblad no. 351, betreffende
het overbrengen van een gedeelte van den
Rijksweg Axelsche SassingAxel in beheer en
onderhoud bij de gemeente Axel.
Hij voagt daaraan toe, dat aan den Hoofd-
ingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in
de ddrectie Zeeland bereids is opgedragen om
voor de levering nog in dat jaar van de in
artikel 2 onder 2e. bedoelde keien (38.000 stuks
melafierkeien, groot 13x20x15 c.M. en 2300
stuks bijbehoorende verbamdkeieni, welke keien
voor einde 1928 door de gemeente moeten wor
den gebezigd voor de vernleuwing van de be-
stratdng op het door haar overgenomen wegs-
gedeelte) terwijl op de uitkeering van het in
dezelfde wetsbepaling genoemde bedrag van
f 360 aan de gemeente eveneens in dat jaar
aan de orde zal worden gesteld.
De heer 't GILDE hoopt, dat er met het
oog op de werkeloosheid met het werk spoe-
dig een aanvang zal genomen worden.
De VOORZITTER zegt toe zooveel mogelijk
spoed te zullen betrachten. De gemeente-
opzichter, die inimiddels in dienst is getreden,
zou echter nog wat willen wachten. Er is
bovendden voor de werkloozen ook niet veel
werk aan te verrichten.
De heer VAN DE BILT vraagt, alhoewel het
eigenlijk straatmaikerswerk is, of er niet wat
gewone menschen aan 't werk der straten
kunnen gesteld worden, wat steenen, zand enz.
aanibrengen.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit reeds
gebeurt.
De heer VAN DE BILT vraagt of het ook
niet mogelijk is een Axelsch werkman het re-
pareeren van straten te leeren, men kan dan
beginnen op plaatsen waar het zoo nauw niet
ziet.
De VOORZITTER zegt dat daarmede be-
redids begonnen is, nu is de straatmaker bezig
en is er reeds een metselaar aan toegevoegd.
c. Een schrijven van den Directeur-Gene-
raal der Posterijen en Telegrafie, zijnde een
afschrift van de door het Hoofdbestuur aan de
Z.-Nederlandsche Radio-Distributiemaatschap-
pij verleende vergunning voor het distribueeren
von radio-zendingen in de gemeente Axel.
De heer VAN DIXHOORN vraagt naar de
hoogte van de te spannen draden.
De VOORZITTER: 6 Meter, waarmede de
heer Van Dixhoom genoegen neemt.
d. Een missive van Gedeputaerde Staten
van Zeeland, d.d. 25 November 1927, waarbij die
goedkeuring wordt bericht van het raadsbesluit
van 11 October 1.1. tot verlenging van den ont-
ruimingstermijn van de onbewoonbaarverklaar-
de woning K, no. 49, eigenaar H. Willemsen.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een missive van Gedeputeerde Staten van
Zealand^ d.d. 2 Decemiber 1927, waarbij zij doen
toekomen een afsfthrift van een tot hen gericht
schrijven van den Minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid, d.d. 29 November j.l., no.
306, met verzoek daarvan. mededeeling te doen
aan den raad.
Dit schrijven luidt als volgt:
„Naar aanleiding van nevenvermeld schrij-
,ven deel ik uw college mede, dat, nu een com
missi© die zaak van den waterleidinig voor
Zeeuwsch-Vlaanderen onderzoekt, er de voor-
keur aan moet worden gegeven, van de zijde
dfer regeering geen invloed uit te oefenan.
Door den loop der zaak die door de benoe-
minig der comimissie' in een geheel ander licht
is komen te staan, zou op het oogenblik een
uitepraak van de zijde der regeering een ge
heel verkeerd effect hebben.
Dit beteekent intusschen niet, dat mijm ge-
voelen over het raadsbesluit gewijzigd is.
U zult wellicht aanleiding vinden, mijn
standpunt aan de hetrokken gemeemten te doen
kennen".
(Dit schrijven betreft de raadsbesludten van
Ter Neuzen, Axel en Clinige in zake ontbdn-
dinig der Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding-
maatsohappij, die door de betrokken burge-
meesters aan de Kroon ter vernietiging waren
voorgedragen).
Aanigeniomen voor kennisgeving.
f. Een missive van het gemeentebestuur van
Goes, dat daarbij dost toekomen de begrootipg
van dlen keuringsdiemst voor waren, dienst
1928, op een eindcijfer van /72.000. Voor 1927
is geraamd f 69.000 en in 1926 is uitgegeven
f 65.226,90 y2.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Kenmasgevingen van de gemeentebestu-
ren van BoschkapelLe, Clinge, Hoek, Hontenis-
se, Hulst, Oostburg, St. Jansteen, en Zaamslag,
dat door den raad dier gemeente geheele of
op enkele puntem adhaesie is betudgd aan het
door den raad dezer gemeente gericht verzoek
tot het Hoofdbestuur der Posterijen en Tele
grafie voor verbetering van het postvervoer in
J en naar Zeeuwsch-Vlaanderen.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Kennisgevingen van het aannemen van
benoemingen, van:
lid van het Burgerlijk Armjbestuur door A.
Esselbrugge;
commissi§ van toezicht op het lager onder-
wijs door Lev. de Putter;
commissie tot wering van schoolverzuim
door A. E. C. Kruijsse D. A. van Houte, A.
Esselbrugge, A. van 't Hoff, J. L. J. Maris,
A. J. Hoi, C, F. Kesbeke, P. P. M. de Kort
en P. Koole;
(definitief) boekhouder bij het gasbedrijf
van A. P. le Feber;
gemeente-opzichter (voorloopig voer een.
jaar) van D. van den Berg.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Een schrijven van het besuur van de
Hulpverleemng voor Ohr. ondierwijs te Spui,
dat daarin dank zegt voor de door den raad
toegestane gelden voor onderwijskracht, welke
per 1 Januari 1928 aan hare school in dienst
hoopt te treden en waarvoor benoemd is mej.
N. H. van der Welle te Hoek.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Een schrijven van het bestuur der gehou-
den tentoonstelling van konijnen en fduimvee
op 24, 26 em 27 December 1927, dat daarin
dank zegt voor de ten behoeve dier tentoon
stelling geschonken medailles.
Aangenioimen voar kennisgeiving.
k. Proces-veribaal van de op 20 December
1927 ten kantore van den gemeente-ontvanger
gehoud.en opneming der boeken en kas, waairbij
is gebleken, dat ten bate van het diemstjaar
1928 komt het batig slot der vastgestelide re-
kemng over 1*925, voor zoover dat niet reeds
in het dienstjaar 1927 is verantwoord, van den
gewonen d.enst f 4532,32, van den kapitaal-
dienst f 2261,14, en dat de inkomsten van den
dienst 1927 heibben bedragen f 398.814,37 te
samen f 405.607,83; dat het nadeelig slot van
het dienstjaar 1926 blijkiems de voorloopige
vastgestelde rekening bedraagt van den gewo
nen d.enst f 430,85%, van den kapitaaldienst
15,45, e.n dat die uitgaven van den, dienst 1927
hebben bedragen f 382.509,22%, samen
f 382.955,53, zoodat in kas moest zijn
f 22.652,30, hetgeen overeenkomt met het totaal
der in de kas bevonden en hiervoren omschre-
ven waard'en.
Aangenomen voor kennisgeving.
1. Het verslag der commissie tot werimg
van schoolverzuim over 1927, waaruit blijkt,
dat de commissie in hare samenstelling geen
verandering .heeft ondeigaan. Als voorzitter
werd benoemd de heer D. A. van Houte en als
secretaris de heer J. L. J. Maris.
De werkzaamheden die van de commissie
waren geviaagd, waren belangrijk minder dan
vorige jaren. In 1924 werden 142 gevallen be-
lianioield, in 1925 97, in 1926 68 en in 1927
slechts 48.
De veizuimen hadden betrekking op de vol-
gend'e scholen: O. L. school 17, waarvan 5 wet-
tig en 12 onwettig; Chr. Nat. school 13, waar
van 6 wettig en 9 onwettig; R.K. School 9,
alle onwettig, Bijz. school te Spui 7, waarvan
4 wettig en 3 onwettig.
Van de onwettig of niet verschoonbare ver-
klaarde gevallen zijn er respeetievelijk 7, 5, 1
en 3 gevallen, ambtshalve onwettig verklaard,
omdat de ouders zich onverschillig hebben ge-
toond tegenover de commissie, om niet in de
daaivoor bepaalde vergadering te verschijnen.
Het is de commissie een aangename taak een
dergelijk gunstig rapport aan het gemeente
bestuur en aan den heer Inspecteur van het
Lager Onderwijs te Ter Neuzen te zenden.
Aangenomen voor kennisgeving.
m. Een schrijven van M. Koster, waarin hij
te kennen geeft, met met het voorstel van den
gemeenteraad betreffende rioleering en dam
ping der sloot door zijn land, dat door de'ge
meente een derde in de kosten zou worden bij-
gedragen, accoord gaat.
De heer VAN DE BILT geeft te kennen,
hierop nog eens te willen terugkomen, daar
hem de tijd voor een onderzoek heeft ontbro-
ken, doch hij is vast overtuigd, dat er ergens
wel degelijk met steun van de gemeente een
rioleering gelegd is; hij kan evenwel nog niet
zeggen waar.
Aangenomen voor kennisgeving.
n. Een schrijven van de raadsleden Ch. C.
Claessens en C. Th. van de Bilt, die daarin
protesteeren tegen de benoeming van den heer
Nieuwenhuizen tot baas-fitter aan de geaneen-
telijke gasfabriek en wel op grond van art. 7
en 8 van 't Werkliedenregleimenf der ge
meente AxeL
Zij wenschen hieraan nog toe te voegen, dat
ze 't betreuren, dat de heer Payens is gepas-
seerd, niettegenstaande de directeur d'er gas-
fabrietk en de meerderheid der gascommdssde
geinoemden heer no. 1 hebben voorgedragen,
overtuigd, dat ze aan hem 'n goede kracht zou-
den hebben.
Die overtuiging was nog versterkt door
vroegere uitlatingen van den heer burgemees-
ter tegenover't oud-raadslid Baert, dat de heer
Payens 'n uitstekende kracht zou zijn voor de
fabriek alhier.
De schrijvers zien in deze benoeming dan
ook niets and'ers dan een uitschakeling van
Kafholieken, voor wat het vervullen van de
gemeentebelangen betreft.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit schrijven aan te nemen voor kennisgeving.
De beer CLAESSENS vraagt waarom Nieu
wenhuizen benoemd is in stryid met artt. 7 en 8
van het werkliedenregleiment der gemeente.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
geemszins gaat over principieele dingen en de
bedoeling is geweest de benoeming niet te doen
in den geest van het werkliedenreglement,
maar onder die verordening gasbedrijf. Burge
meester en Wethouders zijn vrij te benoemen
wie ze willen uit de aanbeveling van de gas-
commissie.
De heer OGGEL meent, dat de benoemde
valt onder cat. 5, dat spreekt van „overige
werklieden, die per week worden betaakl".
Hij vorimde in Burgemeester en Wethouders
de nuinderheid. Toen hem uit een schrijven in
de biaSen bleek, dat de leeftijidsgrens door den
benoemde was overschreden, heeft hij zich ter-
stond met een schrijven tot den Burgemees
ter gewend, met verzoek om nadere inlichtin-
gen, en hem tevens verzocht, indien dit juist
was, te willen meewerken tot intrekking der
benoeming.
In dit verband wijst hij er op, dat de stoker
Mobach ook reeds herhaakielijk om een vaste
aanstelling heeft verzocht, doch deze hem niet
wordt verleend omdat hij de 35 is gepasseerd
en het Werkliedenregleiment voorschrijft dat
personen van 35 jaar en oudar niet kunnen
worden benoemd. Op grond daarvan bestaat
thans ook bij hem tegen de piaats gehad heb-
bende benoeming bezwaar.
Hij heeft zijn bezwaar binnen 4 dag en in-
gediend en de fout had toen zander schade voor
de gemeente kunnen worden hersteld.
De VOORZITTER ontkent dit, omdat den
benoemde terstond daarvan mededeeling is ge
daan en er dus met ontslag aanvragen enz.
op gerekend werd. Indien, zooals beweerd
wordt, de benoeming had moeten piaats heb
ben overeenkomstig he werkliedenreglement,
dan is z.i. ook de voordracht niet overeen
komstig dat reglemc it .opgemaakt, want dan
mofest een aanbeveli warden ingezonden
door den directeur. In deze is een voordracht
opgemaakt door de Gascommissie, hetgeen
overeenkomstig het Werkliedenreglement fou-
tief zou zijn. Is die stelling juist, dan heeft de
heer Claessens als lid der gascommissie zelf
aan die foutieve handeling meegewerkt. Hij
heeft de voordracht van Burgemeester en
Wethouders aanvaard.
Nu er echter lemand anders benoemd is dan
hij graag wenschte, maakt hij bezwaar. Het
loopt dus blijkbaar niet over den leeftijd, maar
over den perrsaan.
Naar sprekers oordeel is echter de benoe
ming geschied op grond der verordening voor
het gasbedrijf. Er is een instructie vastgesteld
voor de aanbeveling is opgemaakt. Daaruit
valt te concludeeren, dat de benoeming niet
valt onder het Werkliedenreglement maar on
der de verordening. Eveneens blijkt dit uit de
bewoordingen der advertentie die als oproeping
in „Het Nieuws van den Dag" is geplaatst.
Er zijn van wege de sollicitanten een aantal
vragen ingekomen, doch de directeur heeft die
naar later gebleken is, alle ter zijde gelegd.
Hij heeft naar niemand gei'nformeerd en een-
voudfg den heer Payens voorgedragen.
Omdat de gascommissie meend dat deze
zaak met goed was behandeld, heeft zij daar-
op zelf informaties verzameld en op grond van
het resultaat daarvan een voordracht opge
maakt.
Daaribij komt nog, dat Burgemeester en
Wethouders geheel vrij zijn, wie ze benoemen
willen, terwijl zij toch iemand uit da aanbe
veling der gascommissie hebben benoemd.
De heer OGGEL merkt op, dat de directeur
der gasfabriek van Nieuwenhuijze geen in-
lichthngen heeft gekregen, dat hij d en niet
kent en het alleszins te verwachten is,-dat dit
moeilijkheden zal haren.
De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat
Nieuwenhuijze bij den directeur is geweest,
doch hij geen gelegenheid had met hern ken-
nis te maken.
De heer OGGEL voert hiertegen aan, dat de
directeur toen ziek was en het toch niet aan-
gaat, dat iemand onder zulke omistand.'gh den
een 40 sollicitanten gaat ontvangen, veronder-
steld nl. dat die alle zouden gekomen zijn.
De VOORZITTER ziet niet in, welke aanlei
ding tot moeilijkheden er zou zijn.
De heer OGGEL verwacht die, omdat de op-
leiding van den benoemde niet van dien aard
is geweest, dat hij eventueel den directeur zou
kumnem vervangen. Hij is van boerenjongen
wel gasfitter geworden, maar dit zal wellicht
niet voldoende zijn om als waarnemend di
recteur op te treden.
De heer KRUIJSSE zal tegen de manier
waarop tegen deze benoeming is geprotesteerd
niet ingaan, hij gevoelt daarvoor geen beboef-
te. Zijn recht is te stemmen op wie hij wil,
ook buitenom een aanbeveling. Indien men nu
evenwel beweert en ook de heer Oggel dien
schijn op hem wil werpen als zou het er
hem om te doen zijn hier candidiaten te weren,
omdat ze Roomsch-Katholieken zijn, dan moet
hij daartegen aanvoeren dit in zijn geheele
leven nimmer te hebben getoond, aangezien hij
zelf steeds verschillende Katholieken in zijn
dienst heeft gehad.
Maar wel wil hij er op wijzen, dat hier 8
jaren een rechtsche meerderheid in den raad
is geweest, waarvan 2 Katholieken deelmaak-
ten, dat gedurende 4 jaren een Katholiek met
een anti-revolutionair wethouder was, en dat
er gedurende dien tijd nimmer een Katholieke
werkman is benoemd. Indien de anti-revolu-
tionairen zoo sympathiek tegenover de Katho
lieken staan hadden zij daarvan toch zeker in
dat tijdperk blijk kunnen geven.
De heer 't GILDE: Zeer juist!
De heer KRUIJSSE voert tegenover de be-
wering, dat deze benoeming onder het Werk
liedenreglement zou vallen aan, dat er voor
den functionaris een instructie is vastgesteld
en dat ook de heer Oggel als wethouder daar
aan heeft meegewerkt evenals aan de aanbe
veling, die, naar hij zegt, niet deugt.
Overigens, als het de bedoeling van de
Roomsch-Katholieke raadsleden is om de Pro-
testanten te prikkelen, dan zijn ze in die
richting al een goed eind op weg. Spreker kan
wel verklaren in dit opzicht een geheel ander
standpunt in te nemen dan de anti-revolutio-
nairen. Moesten ze daarvan afhangen, dan zou
het er voor de Roomsch-Kattholieken treurig
uitzien.
De heer 't GILDE staat verwoniderd en per
plex over den moed van den heer Oggel, die
hier in den raad ook nog eens komt met zijn
reeds tevoren in het publiek tegenover anderen
afgelegde verklairing, dat hij niet heeft mede-
gewenkt aan deze benoeming. AI de praatjes
evenwel van hem omtrent bet onderzoek met
den vertegenwoordiger van den Ned. Chr.
Bond van Overheidspersoneel, alsmede over de
behandeling door den directeur van verschil
lende sollicitanten, waaronder vooral Nieuwen
huijze, doen niets af aan bet fait, dat uit de
notulen tientallen staaltjes zijn op te diepen
omtrent een andere en tegenovergestelde hou-
ding van den heer Oggel bij vorige gelegen-
heden, inzonderheid tegenover de gascommissie.
De heer Oggel heeft van deze zaak een
politick relletje helpen maken en ten opzichte
van deze kwestie zou ik aan willen halen de
woorden van Gijsibregt van Aemstel uit het
beroemde treurspel van Joost van den Vonid'el:
„Wat kan de blinde staatszucht 1 uwe
Wanneer zij raast uit miisvertrouwen
Het zijn daze woorden die zoo bijzonder van
toepassing zijn op de houding van de beide
protesteerende heeren met het oog op hunne in,
maar vooral buiten den raad gevoerde actie.
En nu mag men vreemd vinden, dat ook ik mij
tegen een dergelijke oppositioneele actie ten
sterkste kant, omdat ook ik af en toe niet
van een klein geruchtje vervaard ben, zegt
spreker, men dient zich toch terdeeg af te vra
gen: is een zoodanige houding gemotiveerri.
Er moet toch eenige reden toe zijn!
Wanneer die heeren voor bepaalde zaken
meenen oppositie te moeten voeren, zullen zij
in bepaalde gevallen op hem kunnen rekenen,
echter alleen als met eerlljke en loyale strijd-
middelen wordt gevochterff Men dient zich ten
deze te plaatsen op het standpunt van de
realiteit.
De heer Claessens die de eer van het vader-
schap dezer actie toekomt, is niet alleen in den
raad, dioch ook in de gascommissie op buitein-
geiwoon bedroevende manier in gebrake ge-
bleven eenigen bewijsgrond voor de in het
schrijven vervatte hypothe.se is aan te voeren.
Maar zij moeten daarmede voorzichtig zijn.
Met dergelijke laffe insinueerende zinsneden
neer te schrijven plaatsen zij zich zelve op
een eiland en trouwens de heer Claessens weet
toch, dat het standpunt der gascommissie van
meet af is geweest een baas-fi'ter op te roe-
pen. Aldus luidt toch de anonce in de krant.
De oproeping gold wel terdege een baas-fitter!
Men wilde, zoo is er in de gascommissie be-
tpogd, iemand die vollediig, niaar vooral prak-
tisch op de hoogte zou zijn van al de voor-
komende werkzaamheden, inzonderheid fitters-
werk. Bovendden iemand met zedelijk over-
wicht op het personeel en die den directeur
^zoonoodig kan vervangen. Dat is ook het
standpunt van den heer Claessens geweest en
hij heeft zich mooit of te nimmer tegen de
plaatsing van zoodanige anonce verzet. Is nu
den heer Payens baas-fitter en in het bezit van
die capacitedten. Het kan hem niet schel^n
of men hier een Roomsch-Katholiek of een
Oud-Gerefonmeerde zou benoemenj maar hij
heeft den heer Nieuiwenhuijze op de voordracht
helpen plaatsen am den goeden indruk die hij
achterldet.
Wat heeft de directeur eigenlijk gewild -.?
Men hseft dit niet goed geweten, dan nadat hij
eerst een maand Tang een opdracht van de gas
commissie onder zich heeft gehouden en ge-
weigerd deze te plaatsen. Dit is eerst na een
nieuw besluit der gascommissie door hem ge-
beurd en dan nog schoorvoetend. En wanneer
het doel van den directeur is geweest op deze
manier de heer Payens benoemd te krijgen
kan men toch niet licht aan den indruk ont-
komen, dat dit een zeer onhandige taktiek is
geweest.
Maar de gascomimdssie heeft tenislotte de
heer Payens no. 1 op de aanbeveling geplaatst.
Het was daarom uitermate brutaal en onpar-
lementair van den heer Claessens na de benoe
ming a bout portant Brabant en Zeeland met
een perscampagne te bewecrken in „Zelandia"
en „D'agblad van Noord-Brabant". En het was
met dit oogmerk van intrige's die spreker
wel kent van welke zijde ze komen dat de
meerderheid en de minderheid der gascommis
sie, evenals de meerderheid en de minderhieid
van Burgemeester en Wethouders tegen elkaar
werden uitgespeeld.
Hoe zulke zaken buiten Burgemeester e*
Wethouders komen is mij een raadsel, zegt
spreker. want deize stemming was toch geheim
en sedert wanneer gaat men de goede gewoon-
te van geihenmhouidmg eerier stemming ver-
breken.
Burgemeester en Wethouders waren ten
voile competent uit de hen voorgelegde voor
dracht naar eer en geweten te kiezen en den
heer Oggel hoeft niet als minderheid ter ken-
ms te biengen, dat hij den Oud-Gereforme»rie
passeerde om den Roomsch-Katholiek tie
nemen. Dat doet er niets toe.
Ten slotte als de heeren geen nader bewjj*
aanrvoeren voor de hypothese, dat het hier gel
den zou de passeering van een katholiek, da*
moeten wij wel aannemen, dat zij slechts heb
ben gei'nsinuieerd en dan moeten zij ruiterlijk
deze zinsnede teruignemen. Burgemeester en
Wethouders dienen voor dergelijke ombehow-
lijke aantijgimgen en smaadredenen volkomen
te worden gerebabiliteerd.
Spreker heeft gelukkig zooveel vertrouwe*
in Burgemeester en Wethouders, dat hij hen
van zooiets niet zal verdenken en hoopt, dat de
heeren Claessens en Van de Bilt die woorden
na de uitvoerige en juiste toelichting van den
Voorzitter zullen willen terugnemem.
De heer CLAESSENS hamdhaaft zijne be-
wering, dat in strijd met art. 7 en 8 van bet
Werkliedenreglement benoemd is, en dat ait
een in zijn bezit zijnd vertrouwelijk schrijven
blijkt, dat de familie van den Burgemeester de
hand in 't spel heeft gehad en d.e (betrekking
door haar aan Nieuwenhuijize is aangeboden.
De VOORZITTER vraagt zulks dan te be-
wijzen. Hij trekt zich van die praatjes wel
niets aan, miaar het getuigt van invloed.
De heer CLAESSENS voegt er aan toe, dat,
de voorzitter ook den boekhouder van de ga»-
fabriek heeft opgebeld, en hem heeft verzocht
Nieuwenhuijze, indien deze kwam, aan te ra
den ook den heer 't Gilde te bezoeken.
De" VOORZITTER weerspreekt dit, doch rer-
klaart Nieuwenhuijze wel te hebben ingelicht,
toen deze hem vroeg of hij het gewenscht acht-
te de wethouders en de leden der gas commis
sie te bezoeken.
Hij kan eerlijk verklaren, geen poginge* te
hebben aangewend om de benoeming van
Nieuwenhuijze te bevorderen. WenscM de raad
een onderzoek naar diens capaciteiten e* de
wijze waarop de benoeming piaats vond, da*
zal spreker dit steunen. Spreker heeft de
oveirtuiging dat,- indien de directeur met hem
wil samenWerken, hij daaraan een goede*
steun zal hebben, tot beider welzjjn en in bet
belanig van het bedrijf.
De heer CLAESSENS merkt op, dat omtrent
den stoker Mobach hetzelfde kan worden ge-
zegd maar die wordt voor een benoeming te
oud geacht.
De VOORZITTER wijst er den heer Claes
sens op, dat hij onderscheid moet maken in
deze zaken. Hij weet, dat Burgemeester
Wethouders dit niet aan het Werklieden
reglement vastknoopen, wat wel het geval is
met Mobach. En in zake die aanstelling van
Mobach was spreker het eens met de gascom
missie en was het jurist de heer Oggel die er
tegen was.
De heer OGGEL erkent dat, maar merkt op,
dat het een los werkman was en dat de direc
teur tegen een vaste aanstelling was.
De VOORZITTER verzekert dat, als A?
gascommissie straks die zaak weer aan de
orde stelt, hij consequent zal blijven en z$n
stem aan Mobach geven.
De heer OGGEL protesteert er tegen, dat de
heer 't Gilde hem verwijt steeds stelling be
hebben genomen tegen de gasfabriek of den
directeur. Hij vraagt of, imdden hij dat deed,
dan zulks niet in het belang der gemeente was.
De heer 't Gilde heeft hem dat al eens meer
verweten, maar is destijds op de pertinente
vraag hfet antwoord schuldig gebleiven. Ver-
schil van meening tusschen de Gascommissie
en Burgemeester en Wethouders is reeds zo6
dikwijls voorgekomen, dat het den beer
't Gii-de wei aanleiding gaf te zeggen, dat hij
geen lid dier commissie zou willen zijn.
Niet te pas komen de beschuldigingen, dat de
directeur de sollicitanten onredelijk zou heb
ben behandeld, want de directeur kan zich
hier niet verdedigen. Omgekeerd kan spreker
zich ook verwonderen over de houding van de*
heer 't Gilde, die vroeger steeds de verdediger
van den directeur was. De heer 't Gilde weet
zeer goed, dat de directeur door zijn gezond-
heidstoestand niet in staat was iemand te ont
vangen. Als men nu zegt dat hij niet wilde,
is dat als een beleediiging te beschouwen.
De heer DIELEMAN vraagt, als deze func
tionaris niet valt onder het Werkliedenregle
ment, waaronder hij dan wel valt. Als het ee*
nieuwe functie betreft, hebben Burgemeester
en Wethouders dan het recht deze in te stel
len zonder er den raad in te kennen? Dat
de fout geweest. Hij wil wel aannemen dat te
goeder trouw gehandeld is, maar hij gel ooft
toch, dat er een luchtje aan zit.
De VOORZITTER ontkent, dat in verband
met omstandigheden de benoeming is gefor-
ceerd, maar moet met nadruk verklaren, dat
noch door hem, noch door de Wethouders, ge-
modderd is.
De heer DIELEMAN meent, dat, als er ee*
nieuwe functie is geschapen, de raad het recht
zou hebben dat te weten.
De VOORZITTER ziet daarin dan toch
geen aanleiding om Burgemeester en Wethou
ders te lijf te gaan op de wijze waarop dit
thans geschiedt. Als Burgemeester en Wet
houders overeenkomstig den wensch zouden
willen handelen, zouden ze de benoeming moe
ten intrekiken en een nieuwe benoeming doe*,
die dan toch weer hetzelfde resultaat sou
hebben.
Uit de bewoordingen van het artikel van de
betrekkelijke verordening blijkt, dat Burge
meester en Wethouders door den raad zijn ge-
machtigd om benoemingen te doen.
De heer DIELEMAN stemt zulks toe, maar
wijst er op, dat dit alleen geldt voor bestaan-
de toestanden, niet voor nieuwe fuhcties,
waarbij men zelfs den naam nog niet weet.
Want men wist niet eens den naam va* de
nieuwe functie.
De heer CLAESSENS constateert, dat in de
lijn der redeneering van den Voorzitter het
Werkliedenreglement niets meer is als een
vodje papier. Burgemeester en Wethouder*
handelen in strijd met het reglement en da*
schept men nog op, dat de directeur bij het
maken eener aanbeveling buiten zijn instruct**
gaat.
De heer OGGEL verklaart ook van meening
te zijn, dat deze benoeming valt onder het
Werkliedenreglement. Hij heeft gedwaald,
omdat hij meende, dat de man jonger was. Ak
men een fout gemaakt heeft, moet men dat
willen erkennen. Als er een nieuwe instructie
komt, moet de raad die eerst vaststellen, n
dit geval is het paard echter achter den wage*
gespannen.
De heer't GILDE: DaaT zit politiek achter.
De heer OGGEL acht dat wel mogelijk,
want de houding van den heer't Gilde al tha»s
is zeer raadselachtig.
De heer 't GILDE: Hebben jullie soms el
kaar beloofd de gemeentebetrekkingen onder-
ling te verdeelen?
De heer KRUIJSSE scbakelt den leeftijd uit,
maar betoogt, dat, indien de benoeming inder-
daad moest geschieden overeenkomstig bet
Werkliedenreglement, de heer Oggel er niet
aan had mogen meewerken, omdat dan de aan-