ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDERtN.
a vsscsrsi s? masa; yg* j? vsains bij vooruitbe tailing.
Vesetialf H
No, 8187,
Maandag 9 Januari 1928,
68e Jaargang
Een nieuwe neus
BINNENLAM 0.
FBUILIETOH.
Oit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- e« Vrijdagavond.
DE AUTO VAN EEN MINISTER
AAN GERED EN
Qnophoudelijk wordt g,eklaaq.d over
den slechten toestand van den druk be-
roden weq tuisischen Rotterdam en Den
Haacj. JL' Zaterdaq is -de Minister van
Waterstaat die met een tweetal hoofd-
amibtenaren terug-keerde van de huldiging
der be-manning van de Alhena daarvan
zelf het S'lach'toffer geworden, d.w.z. de
auto waarin het gezelschap zat. De Mi
nister en de hem vergezellen.de heeren
blerven on-gedeerd. Zij werden aangere-
den 'door een vrachtauto en het gebeur-dc
volgens Z. Exc. zoo onverwacht, dat zij
zelf's geen tijd ha-diden om te schrikken.
De Minister meende, dat wel geen der
chauffeurs aan het ongeval schuld zou
heibben want, zoo zeide hij teg-en den cor.
van de Tel. ,,zij scholden elkaar geen van
beiiden uit". De botsing had overigens
enger kunnen afloopen.
GEMACHTIGDE IN KANTON-
GERECHTSZAKEN.
Inged-ienid is een wetsontwerp, houden-
de bepalingen ibetref'fen.de den geimach-
tiq.de in kantonqerechtszaken.
De bestaande wet is, gelijk bekend, ge-
bouiwld op het denkbeeld, dat de kanton-
gerechtsprocedure weg.ens haar eenvoud
door partijen zelf kan worden gevoerd.
leder. die de behandelinq van zijn zaa.k
aan een anldier opdraaqt, doet dit duis op
eiqen risdco, d.w.z, de wet beschouwt de
vo-or rechtshulp gemaakte kosten als naet-
noodzakelijk en staat dus niet toe, dat zu
worden gebradht ten laste van de verlie-
zende tegenpartij.
De tegen woordig e maatschappeli]
verhoudinqen zijn veel ingewikkelldier dan
ten tij.de van het tot stand komen dezer
wet en het behoeft dan ook niet te ver-
bazen, dat in de prac-tijk van het zelt-
optreden weiniig terecht komt en dat ook
zij die een procedure voor het kanton
qerecht hebben te voer-en, rechtskundige
hulp inroepen. Het optreden van deskun-
digen wordt nog in de hand gewerkt,
dcordat vele kantonrechters de voorkeur
qeve.n aan schriftelijke conclusies. Maar
wan.neer partijen die hulp niet kunnen
ontiberen, willen zij niet haar proces
bij qebreke van deskundige hulp ver-
liezen, dan is het eisch van recht dat ook
deze kosten (in beginsel) verhaalbaar
zijn op de verliezende tegenpartij.
Het ondefhavige wetsvoorstel, alkom-
stiq van de Staatscommissie-L ,,i i.-g,
str'ekt daartoe. Be'houden blijft de rege
dat partijen niet verpliclht zijn zich te la-
ten vertegenwoordigen.
Voorgesteld wordt, te bepalen dat in
zaken voor den kantonrechter behandeld
door of met behulp van een qemachtag.de,
onder de kosten. waarin de verliezende
partij veTwezten wordt, een door den kan-
tonrecbter vast te stellen bedrag wordt op-
qenomen voor salaris en noodzakeluke
voorschotten van den gemachtigde, tenzn
de kantonrechter om in het yonnis te ver-
melden reidenen anders beslist.
De kantonrechter kan weigeren, bepaal-
de personen. die van het verleenen van
recihtsgeleerde hulp hun bero-ep maken en
geen advocaat of procureur zijn, als ge
machtigde toe te laten.
Hierdoor kan het optreden van zaak-
waarnemers met twijfelachtige deskundig-
heid en niet ombed'enkelijlke morahteit,
word.en voor komen.
door
ARTHUR GASK.
fNGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
geneesl kleine wondjei
PENSIOEN OP 60JARIGEN
LEEFTIJD.
De Ned. Bond van gemeente-ambte-
naren heeft aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal de volgende mededee-
linig gezoniden:
Bij adres van 30 November 1.1. heeft
het bestuur der centrale van vereenigdn-
gen van personeel in 's rijJks dienst o.m.
ter kennis van uwe Kamer g.ebracht de
wenschelijkheid van het opnemen eener
bepaling in de Pensioenwet, waardoor de
mcgelij:kiheid wordt geopend ambtenaren
op 60jarigen leeftijd in het genot van
pensioen te stellen.
Ook in de kringen der gemeente-amb-
tenaren leeft het verlangen, in de pen
sioenwet een bepaling te zien opgenomzn,
waardoor het mogelijik wordlt een ambte-
raaar, die zulks wensciht, op 60jarigen
leeftijd te pensionneeren.
Oris refereerende aan de toeliohting,
welke in het adres der centrale voor-
noemd is gegeven, heibben wij mitsdien de
eeir uwe Kamer eerbieidig te verzoeken
wel te willen bevorderen, dat in de pen
sioenwet een zoodanige wijziging wordt
aangebracht. dat daarin wordt geschapen
de bevoegdheid voor alle ambtenaren, die
zulks wenischen, op 60j?irigen leeftijd pen
sioen aan te vragen.
Mr. S. VAN HOUTEN.
Mr. S. van Houten, neemt in zijn Za-
terdag, onder den titel ,,Kritieke tijden
versc'henen Staatkundigen Brief, waar-
schijnlijk voorgoed afscheid van zijn
abomne's. De bijna 91jarige staatsman
schrijft, dat die lust tot voorlichting van
lezers ,,nog wel niet voor goed zal zijn
uiitgedoofd", maar dan allicht door een
tijidschriftaxtikel of brochure zal worden
vervangen. Zijn laatste brief bevat een
felle critiek op het tegenwoordige kies-
stelsel met de evenredige vertegenwoor-
diging en de samenstelling der lijsten. Hij
be'sluiit zijn brief met den wensch, dat het
moge gelukken om een kloeke actie te
voeren om bij de verkiezingen in 1929
weer ;,volks"-vertegenwoordigers te
krijgen.
VOOR ZENUW- EN
GEESTESZIEKTEN..
In de gisteren te Utrecht gehouden
vergaiderinig van dc Nedcrlantdschc Her-
vonmide stichtingen voor zenuw- en gees-
teszieken is besloten tot den bouw van
een stichting in de buurt van Amersfoort,
waartoe zal worlden aangekocht een ter-
rein van ongeveer 44 H..A. De kosten
zullen worden gedragen door een hypo-
thecaire leening van ,f 900.000 tegen 5
's jaars.
BENOEMING UIT
WACHTGELDERS.
Het gemeentebestuur van Amersfoort
heeft bij ministerieele beschikking ont-
heffing gekregen van de verplichting om
in de vacature voor hoofd der openbare
school Puntenburg een wachtgeldcr te
benoemen, onder voorwaarden, dat een
onderwijzer uit de gemeente tot hootd
wordt benoemd en in diens plaats een
50)
Vervolg.
Een paar minuten lang kon ik mijn ge-
liik niet begrijpen. Ik lag onder de vuile
zakken en duride nauwelijks adem halen,
uit angst, dat een voorbijganger mij zou
opmerken. Toen kwam iangzamerhand'
mijn vertrouwen terug en ik lacthte wat
zenuwachtig, omdat ik zoo gemakfcelijk
ontsnapt was. Wat een figuur sloeg de
polibie! dacht ik. Wat zou er nu gebeu-
ren? Ik was althans niet meer in onmiid-
dellijk gevaar en mijn vooruitzichten wer
den beter met iedere wielwenteling.
Ik wist niet, waar de lorrie heen ging.
Blijikbaax kwam z.e regelrecht van de
haven, en zoo volgeladen, was het best
mogdijk, dat de bestemming O' kilometers
afstanldl van de staid was. Binnen een
paar uur zou ik misschien al in de buurt
van de een of andere provinciestad kun
nen zijn en ik zou dan wel kunnen ont-
komen. Ik moest echter heel voorzichtig
zijn, want eenmaal buiten, konden zij, als
zij maar een flauw idee hadden in welken
omtrek ilk was, de honiden op mijn spoor
waohbgelder. Aan alle onderwijzers met
hoofdacte is door B. en V/. verzocht te
soilliciteeren voor hoofd.
DE COMMISSIE INZAKE HET
NOTARIAAT.
De Nederlanidsche Bond van huis- en
grDndeigenaren en be 'wondernemers te
AmiSiterdam heeft den Minister van justi-
tie verzocht de commissie tot het instel-
len van een onderzoek naar de bij het
notariaat bestaande misstanden uit te
breiden en aan te vullen met een of meer
leden uit den huis- en grondeigenaren en
bou wond er neme r ssta nd
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE
KEURING VAN FILMS.
Tihans zijn bij Kon. besluit, met ingang
van den dag, waarop de Bioscoopwet in
wenking zal trelden, benoemd in de cen
trale commissie voor de keuring van
films: -tot voorzitter de heer D. van Sta-
veren te 's Gravenlhage, en tot secretaris
de heer Mr. B. I. A. A. Ter Veer te
Utrecht.
GEEN VACATURES SERGEANT BXT
I DE INFANTERIE.
In een binnenkort te verwachten leger-
oirder zal een Miinisterieele kennisgeving
worden gepubliceerd, waarin meegedeeld
wordt, dat, vermits het rich laat aanzien
dat op 1 April 1928 geen vacatures in
den rang van sergeant bij het wapen der
infanterie zullen bestaan, de op of om-
streeks 1 October 1925 aangenomen ser-
geanten-ihulp-instructeurs niet tot een de-
finitieve verbintenis kunnen worden toe-
gelaten. Aan belanghebbenden kan, van 1
ianuari 1928 af zooveel mogelijik vrijiheid
van beweqinq of vsrlof wondcn v&rlecnd,
1 om zich e'en burgerbetrekking te verwer-
ven. Gedurende het verlof, op gronid
van deze legerorder verleend, blijft de
voile jaarwodde over het qeheele tijdvak
behouiden.
een triomf der
RADIO-TELEFOON.
De snelste verbindinq Kootwijk
Meyendell!
Bij een kort geleden gehouden radiio
telefonisoh gesprek tussohen Kootwijk en
Bandoeng deed zich het volgende rnerk-
waardige incident voor.
i Zooals bekend is, wordt de Indische
zenider te Meyendell ontvangen en het
i geluid per kabel doorgezonden naar Koot-
W1Het gebeurde nu, dat door de een of
andere oorzaak de sterkte van het te
Kootwijk aldus aankomen.de geluid plot
seling zeer veel mimder werd. Om de ver
binding in stand te houden, moest Meyen
dell snel gewaarschuwid worden. Het tot
stand komen van een telefonische veribin-
dinq duurt echter al gauw een minuut.
Onder de gegeven omstandigheden ging
het vluigger.
Hallo Bandoeng roept Kootwi]ik,
,,zoudt u aan Meyendell willen vragen ol
de ontvangst wat sterker gemaakt kan
worden?'
Oogenbliikkelijk wordt aan het verzoek
qevolg gegeven. Hallo Meyendell,
Kootwijk'vraagt of u de ontvangst wat
sterker wilt maiken!"
Meyendell reageert onmiididelli]ik, de
geluidsterkte wordt aanzienlijk beter en
even later meldt Kootwijk:
„Hallo Bandoeng, wilt u Meyendell
bedanken, het is zoo in orde", welk gezeg-
de -door Bandoeng prompt wordt overge-
bracht.
Blijlkbaar voert de kortste weg naar
Meyendell over Bandoeng!
DE HULDIGING DER BEMANNING
VAN DE „ALHENA".
Vrijdag is te Rotterdam gearriveerd
het Ned. stoomschip ,,Alhena", kapitein
Smoolenaars, welke zooals onlangs go-
meld 351 personen van het vergane Ita-
liaansche sc'hip ,,Principessa Mafalda" op
bijzonder moedige wijze heeft gered. Het
entihausiasme waarmede indertijd Piet
Hein met de zilvervloot werd ingehaald
kan niet grooter zijn geweest dan waar
mede deze kapitein en zijn bemanning zijn
begroet. Het begon al van af den wal
toen ihet stoomschip de pieren binnen-
kwam en ihet duuride voort op de vaart
naar Rotterdam. Onder hen die met een
sleepboot het stoomschip was tegemoet
gevaren was ook de Italiaansche gezant,
die gaarne den kapitein het eerst wilde
begroeten en een groote krans meevoerde,
die aan den boeg van het stoomsohip werd
bevestigd1.
Het aantal begeleidemde sleepbooten
nam steeds meer en meer toe en overal
waar istoomschenen in den waterweg
lagen begroeten zij het stoomschip met de
stoomfluiten, waarop van de ..Alhena
ook geantwoord werd.
Van wege de reederij was een aflos-
singisbemanning aan boord gebracht, op-
dat de bemanning zich kon kleeden voor
de huldiging die aanstonds na het meeren
in een groote loods aan de Lekhaven zou
plaats hebben.
Overal langs den waterweg, te Maas-
sluis, Vlaaridingen en Schiedam stonden
de mienschen in dikke rijen langs den
waterkant te juichen en aan de Lekhaven
te Rotterdam was het aantal toeschou-
wers zoo groot, dat velen op de daken
der loodsen waren geklommen, om een en
ander te kunnen zien.
Het zal den eenvoudigen kapitein
Smoolenaars, wel te moede geweest zijn,
deze ontvanqst. Als een treffende karak-
ter staaltje van zijn karakter werd door
den spreiker namens de directie van de
maatscihappij Goudriaan er op gewezen,
dat de redding van het groote aantal men-
schen, waarbij veel zeemanschap en moed
te pas kwam, door den kapitein in het
kort aldus aan de directie werd geseind:
,,Wij hadden 6 uur vertraging door het
redden van 351 schipbreukelingen. Wij
varen naar Rio. Aan den marconist had
hij voorts verboden perstelegrammen over
het gebeurde te verzenden.
Er werden verschillende bloemstukken
aangebracht en tal van telegrammen ont
vangen, waaronder ook eene van H. M.
de Koningin.
Voorts was tegenwoordig de Minister
van Waterstaat, die kapitein en beman
ning der Alhena als volqt toesprak:
„Nu ge, na in de Zuiid-Amerikaansche
wateren scih-oone daden van zeemanschap
en zelfopofferinig verricht te "hebben. vei-
lig met uw schip in het vaderland zijt
terugg-ekeerd, is het voor de Nederland-
sdhe regeering een belhoefte, o-m uitd-ruK
king te' geven aan haar gevoel van be
wondering voor hetqeen door u tezamen
is verricht en is mij opgedragen u dit te
zegtgen.
Toen het eerste korte telegram hier
kwam, was ik zeer verlangend er meer
van te weten en ik was dus blij, dat de
leider van de reederij mij kwam bezoeken,
van wien ik dacht, meer te zullen hooren.
Maar hij wist mij verder niets te verte'llen
dan alleen, dat hij mij troostte met de
mededeeling, spoediig wel een uitvoerig
rapport van den kapitein te zullen ont
vangen, waarmede hij mij dan wel in ken
nis wilde stellen.
Na eenige weken kwam hij terug; hij
had toen dit rapport ontvangen, maar het
bevatte niets anders dan het weiniqe dat
wij reeds wisten. Eerst was ik toen te-
leurgesteld, maar al spoediig begreep ik
dat qe door dezen eenvoud de kroon op
uw scihoon werk hebt gezet. Gij hebt zon-
der aan u zelf te denken, daden van groo-
ten moed en van flink beleid verricht en
zelf beschouwt qe dit als een eenvoudige
plichtsbetrachting.
Ik wil -dat voorbeeld van den kapitein
volgen, en ontlhoud mij dus met opzet van
het uitspreken van een 1-ange redevoe-
ring en wensch u alleen dit te zeggen.
Namens de Nederlandsche regeering, die
zich in dezen de tolk weet van het gan-
sche volk, zeg ik u dank voor dei door u
verric-hte redding van 500 menschen-
levems, aan de groote zorg die gij aan de
geredden hebt bewezen en voor de
schoone bladzijde, die gij door uw optre
den aan het Geschiedboek van het Neder-
andsche zeewezen hebt toegevoeg-d.
Wij zijn trotscih op u alien en ik prijs
de reederij gelukkig, die haar schepen met
zulk een bemanning kan voorzien. De
regeering wil ook uitdrukking geven aan
laar gevoel van bewonidening voor uw
daad en mede namens mijn ambtgenoot
van Binnenlandsche zaken is het mij nu
een groot genoegen u te kunnen mede-
deelen, dat het de Koningin behaagd
xeeft, de volgenlde onderscheidihgen toe
te kennen:
Rodder in de orde van Oranje-Nassau:
H. C. Smoolenaars, kapitein; de ziiveren
eerapenning voor menscihlievend hulp-be-
toon en een lo-ffelijk getuigschrift aan C.
H. Bakker, le stuurman, J. Kuiper, 2e
stuu-rman, J. van Engeld-orp Gastelaars, 2e
machinist; de bronzen eerepenniflg voor
menischlievenid hulpbetoon en een loffelijk
getuigschrift aan G. Sissingh, 3e stuur
man, W. Raden, - 4e stuurman, H. T-
Mijnen, 4e stuurman, N. Laarman, 4e
stuurman, M. van Doeselaar, bootsman,
M. Holtrop, timmerman. j. Ommering
matroos, P. Kalkman, matroos, A. Tee-
kens matroos, L. Oosterom, matroos, I.
Z-wa-art, matroos, J. Lekkerkerik, matroos;
de eere-meldaille, verbonden aan de orde
van Oranje-Nassau in zilver aan j. L
Brien, dhef-hofmeester, in brons aan B.
H. Lolke, matroos.
In .deze rij is de naam van .den marconist,
P. Wentzel, niet vermeld. Hij zal echter
niet vergeten worden, maar op een 'dag,
diie weidra zal aanbreken en die een
schoone herinneringsdag van het Neder
landsche zeewezen oplevert, een onder-
scheiding ontvangen.
Als een staaltje hoe geschiedenis ver-
basterd wordt, laten we nu nog vo-lgen
een stukje uit de Belgische ,,Soir". die een
brief bevait van een Belgischen geredde
aan zijn vrouw, en het volgende schrijft;
„lDe Formosa" een Frahsch schip, was
ons ook te hulp gesneld en. ondanks zeer
diiepe duisternis, naderde het. ^na een
mooie manoeuvre de Mafalda tot op
twintig meters en zette dadelijlk de red-
dingsibooten uit, waarmee het een moo-i
voorbeeld gaf aan twee schepen, een En-
gielsch en een Nederlandsch. die op een
afstand van een kilometer bleven zonder
ernsitige pogingen tot redding te doen.
Coimm-erutaar niet noodig
zetten.
Ilk wachtte vol spanning af, welken
weg mijn voertuiq nemen zou.
Binnen een paar minuten kwamen we
in de buitenwijlken, en de lorrie reed recht
door alsof ze dwars door de stad moest.
Iik verheug.de mij er reeds op, dat -de la
ding blijkbaar bestem-d was voor erg ens
in 'die provincie, toen plotseling vlak voor
het Hotel Groot-Australie de lorrie vaart
begon te minderen.
Iik stak angstiig mijn hoofd wat naar
buiten en zaq' tot mijn schrik, dat w-e de
zijgang naar de garage van het hotel m-
Ilk had maar een ondeelbaar oogenblik
om een besluit te nemen, maar dat was
gelukkig voldoende. De ingang van de
garage was nauw en slecht verlicht. Ik
gleed achter van de lorrie af zonider een
geluiid te maken en trok een zak met mij
mee. Gedurende mijn rijtoer ha.d ik reeds
een paar druppels regen gevoeld.
Een paar minuten bleef ik staan waar
iik afgestapt was. Ik stonid' in de schaduw
weggedoken en dacht even na.
Als iik ooit in de periikelen had gezeten.
dan was het wel nu. Ik stond midden in
de stad en welken' kant ik ook tutgiing,
altijd zou ik langs goed-verlichte en aruk-
ke straten gaan. Alle politiebureaux z-ou-
den nu w-el verwittiqd zijn en in de ar-
moedige pliinje van Scut kon ik al zeer
gemaikkelijk in. de memigte -herkenid woi-
En voor het eerst werd ik bang.
Ik hoorde leven achter mij. Er kwam
iemanid uit de garage. E-r was niets meer
aan te d-oen. Ik moest mijn lot in eiqen
haniden nemen en de Straat op gaan.
Later heb ik nog diikwijls overwogen
als ik deze periode weer eens overdacht,
dat wat ook mijn goede en kwade kansen
in dit tijldlvaik geweest -mochten zijn, de
goede altijd hadden gedomineerd en on-
getwijf.eld oo.k dien av-onid bij het hotel.
Het was natuurlij-k een uiterst kwade
kans geweest, dat -de lorrie mij -had neer-
gezet op die plek, want op het eerste ge-
zioht scheen de toestand nu wel hopel-oos,
Maar toen ik dSen tegenslag te boven
was, lachte de fortuin mij weer toe.
T-oen ik brutaaiweg de straat o-pwan-
delde, begon het te motregenen en ik trok
den zalk over mijn hoofd. Het trottoir
was stampvol en ik ontdekte verscheiden.e
politie-agenten. Twee ston.den in-der-
daad niiet meer dan een meter of twintig
van mij af en een ander stond op post
o-p den hoelk van een straat. Ofschoon
i,k er toch wel heel vreemd moet hebben
uitgezien, nam niemand eenige noti-tie
van mij. Zij schenen alien verdiept in
hun eigen zaiken of haasitten zich am uit
-den regen te komen.
Aan den amderen kant van -de straat,
recht tegenover het Hotel Groot-Australie
lag een omrasterd plantsoentje en ik ste-
vende er onmiddellijk op af, onwillekeurig
eigenilijk, maar misschien juist w-el, om
dat ik had opgemerkt, dat er aan dien
kant minder menscihen liepen en het trot
toir idaar lang niet zoo goed verlicht was.
Iik leunide tegen de lage o-mrastering en
dacht na welken weg ik moest kiezen. Ik
moest daarover wel even nadenken, want
overal, waar ik keek, stond politic en met
dien kreupelen voet van mij zou ik niet
zo-o heel ver meer komen. Spotten-d
trachtte ik mijzelf wij-s te maken, dat ik
aan het schaken was, maar al kon ik er
mijn leven mee redden, ik kon niet beslui-
ten tot den v'olqeniden zet.
Ik moet daar wel een uur naar de druk-
"te gekeken hefobent en tenslotte had ik
nog altijd geen besluit geno-men.
Alles scheen mij even hopel-oos en al
die ell-ende verlamde mijn zenuwen. Ik
doorleefde nog eens al de tobberijen van
d'en laatsten tijid en ik vroeg mijzelf wre-
veliq af, of het eigenlijk nog wel de moei-
te waard was om verder te strij-den. Ik
was de heele geschiedenis moe en voel.de
mij als iemanid, die han-delt in den droom.
En op-eens kon het me niets meer sche-
len, wat er ook met mij gebeurde.
Ik was doodmoe van al die opwinding
en verlanqde alleen maar eens. goed te
kunnen uitrusten.
Ik keek eens naar het plantsoentie
a-cihter mij. In het midden lacj een hoog
bloemperk met een laag rotsmuurtje er om
heen. „Als het maar even kan", dacht ik,
,,-dan wip ik er over en ga -daar een dutje
doen".
En meteen kon ik het doen.
Op den hoek van de straat klonk plot
seling een lui-d ge-schreeuw. een gil van
een vrouw en een groote auto, die dwars
over het trottoir r'e-gelrecht .door een win-
kelraam reed. Het stuur was blijkbaar
ontzet.
Een 1-uiid gerinkel van brekend glas, nog
meer geschreeuw en iedereen lie-p zenuw
achtig toe, om te zien, wat er plaats
qreep.
Nu kreeg ik de kans. Wat -daar ginds
gebeurde, ging mij niets aan. Voor mijn
part werden alle ruiten in Adelaide ver-
brijzeld.
Ilk klauterde zoo snel mogelijik over de
lage omra-stering. strom-pelde over het
grasveldje en lag in minder dan geen tijd
mi-did en in het bloemperk.
Tot mijn veribazing lag -daar een stuk
gegolf-d ijzer om wat zaailingen te be-
schermen tegen de nachtvorst en daaron
der was de' grond heelemaal d'-roog. Ik
wiipte het wat omihoog, kroop er met mijn
zak -onder, sneller dan ik het hier neer-
scihrijven kan en bleef voorover liggen.
Eindelijk rust!
Voor het oogenblik had ik geen betere
schuilplaats kunnen uitdenlken. Ik was
geheel omringid door een muur van chry
santhemums, .zo-owat .een eLhpog en of-
scihoon ik maar een paar ^meter af laq van
het druikste punt van Adelaide, toch was
ik zoo veiligalsof ik kilometers ver van
de -sta.d was.
Ik maakte een kussen van .den za-k en
viel, geloof ik, na enkele minuten al in
slaap. Ik was eenvoudig uitgeput.
Precies te mid-dernacht ontwaakte ik
weer. Ik geloof in.derdaad, dat het slaan
van de stadhui-sklok mij wekte en een
O'Og.enlblik kon ik me niet herinneren
waar ik was. Ik was nogal koud en de
dlruikkinig van, de ijzeren plaat had mij
kxamp in mijn scihouder gegeven.
(Wordt ve'rvolqd.)
NEUZENSCHE COURANT
mfS>
Recept Fa. v. d. Voldo, Apotheker
i