ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDERtN. a vsscsrsi s? masa; yg* j? vsains bij vooruitbe tailing. Vesetialf H No, 8187, Maandag 9 Januari 1928, 68e Jaargang Een nieuwe neus BINNENLAM 0. FBUILIETOH. Oit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- e« Vrijdagavond. DE AUTO VAN EEN MINISTER AAN GERED EN Qnophoudelijk wordt g,eklaaq.d over den slechten toestand van den druk be- roden weq tuisischen Rotterdam en Den Haacj. JL' Zaterdaq is -de Minister van Waterstaat die met een tweetal hoofd- amibtenaren terug-keerde van de huldiging der be-manning van de Alhena daarvan zelf het S'lach'toffer geworden, d.w.z. de auto waarin het gezelschap zat. De Mi nister en de hem vergezellen.de heeren blerven on-gedeerd. Zij werden aangere- den 'door een vrachtauto en het gebeur-dc volgens Z. Exc. zoo onverwacht, dat zij zelf's geen tijd ha-diden om te schrikken. De Minister meende, dat wel geen der chauffeurs aan het ongeval schuld zou heibben want, zoo zeide hij teg-en den cor. van de Tel. ,,zij scholden elkaar geen van beiiden uit". De botsing had overigens enger kunnen afloopen. GEMACHTIGDE IN KANTON- GERECHTSZAKEN. Inged-ienid is een wetsontwerp, houden- de bepalingen ibetref'fen.de den geimach- tiq.de in kantonqerechtszaken. De bestaande wet is, gelijk bekend, ge- bouiwld op het denkbeeld, dat de kanton- gerechtsprocedure weg.ens haar eenvoud door partijen zelf kan worden gevoerd. leder. die de behandelinq van zijn zaa.k aan een anldier opdraaqt, doet dit duis op eiqen risdco, d.w.z, de wet beschouwt de vo-or rechtshulp gemaakte kosten als naet- noodzakelijk en staat dus niet toe, dat zu worden gebradht ten laste van de verlie- zende tegenpartij. De tegen woordig e maatschappeli] verhoudinqen zijn veel ingewikkelldier dan ten tij.de van het tot stand komen dezer wet en het behoeft dan ook niet te ver- bazen, dat in de prac-tijk van het zelt- optreden weiniig terecht komt en dat ook zij die een procedure voor het kanton qerecht hebben te voer-en, rechtskundige hulp inroepen. Het optreden van deskun- digen wordt nog in de hand gewerkt, dcordat vele kantonrechters de voorkeur qeve.n aan schriftelijke conclusies. Maar wan.neer partijen die hulp niet kunnen ontiberen, willen zij niet haar proces bij qebreke van deskundige hulp ver- liezen, dan is het eisch van recht dat ook deze kosten (in beginsel) verhaalbaar zijn op de verliezende tegenpartij. Het ondefhavige wetsvoorstel, alkom- stiq van de Staatscommissie-L ,,i i.-g, str'ekt daartoe. Be'houden blijft de rege dat partijen niet verpliclht zijn zich te la- ten vertegenwoordigen. Voorgesteld wordt, te bepalen dat in zaken voor den kantonrechter behandeld door of met behulp van een qemachtag.de, onder de kosten. waarin de verliezende partij veTwezten wordt, een door den kan- tonrecbter vast te stellen bedrag wordt op- qenomen voor salaris en noodzakeluke voorschotten van den gemachtigde, tenzn de kantonrechter om in het yonnis te ver- melden reidenen anders beslist. De kantonrechter kan weigeren, bepaal- de personen. die van het verleenen van recihtsgeleerde hulp hun bero-ep maken en geen advocaat of procureur zijn, als ge machtigde toe te laten. Hierdoor kan het optreden van zaak- waarnemers met twijfelachtige deskundig- heid en niet ombed'enkelijlke morahteit, word.en voor komen. door ARTHUR GASK. fNGEZONDEN MEDEDEELINGEN. geneesl kleine wondjei PENSIOEN OP 60JARIGEN LEEFTIJD. De Ned. Bond van gemeente-ambte- naren heeft aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal de volgende mededee- linig gezoniden: Bij adres van 30 November 1.1. heeft het bestuur der centrale van vereenigdn- gen van personeel in 's rijJks dienst o.m. ter kennis van uwe Kamer g.ebracht de wenschelijkheid van het opnemen eener bepaling in de Pensioenwet, waardoor de mcgelij:kiheid wordt geopend ambtenaren op 60jarigen leeftijd in het genot van pensioen te stellen. Ook in de kringen der gemeente-amb- tenaren leeft het verlangen, in de pen sioenwet een bepaling te zien opgenomzn, waardoor het mogelijik wordlt een ambte- raaar, die zulks wensciht, op 60jarigen leeftijd te pensionneeren. Oris refereerende aan de toeliohting, welke in het adres der centrale voor- noemd is gegeven, heibben wij mitsdien de eeir uwe Kamer eerbieidig te verzoeken wel te willen bevorderen, dat in de pen sioenwet een zoodanige wijziging wordt aangebracht. dat daarin wordt geschapen de bevoegdheid voor alle ambtenaren, die zulks wenischen, op 60j?irigen leeftijd pen sioen aan te vragen. Mr. S. VAN HOUTEN. Mr. S. van Houten, neemt in zijn Za- terdag, onder den titel ,,Kritieke tijden versc'henen Staatkundigen Brief, waar- schijnlijk voorgoed afscheid van zijn abomne's. De bijna 91jarige staatsman schrijft, dat die lust tot voorlichting van lezers ,,nog wel niet voor goed zal zijn uiitgedoofd", maar dan allicht door een tijidschriftaxtikel of brochure zal worden vervangen. Zijn laatste brief bevat een felle critiek op het tegenwoordige kies- stelsel met de evenredige vertegenwoor- diging en de samenstelling der lijsten. Hij be'sluiit zijn brief met den wensch, dat het moge gelukken om een kloeke actie te voeren om bij de verkiezingen in 1929 weer ;,volks"-vertegenwoordigers te krijgen. VOOR ZENUW- EN GEESTESZIEKTEN.. In de gisteren te Utrecht gehouden vergaiderinig van dc Nedcrlantdschc Her- vonmide stichtingen voor zenuw- en gees- teszieken is besloten tot den bouw van een stichting in de buurt van Amersfoort, waartoe zal worlden aangekocht een ter- rein van ongeveer 44 H..A. De kosten zullen worden gedragen door een hypo- thecaire leening van ,f 900.000 tegen 5 's jaars. BENOEMING UIT WACHTGELDERS. Het gemeentebestuur van Amersfoort heeft bij ministerieele beschikking ont- heffing gekregen van de verplichting om in de vacature voor hoofd der openbare school Puntenburg een wachtgeldcr te benoemen, onder voorwaarden, dat een onderwijzer uit de gemeente tot hootd wordt benoemd en in diens plaats een 50) Vervolg. Een paar minuten lang kon ik mijn ge- liik niet begrijpen. Ik lag onder de vuile zakken en duride nauwelijks adem halen, uit angst, dat een voorbijganger mij zou opmerken. Toen kwam iangzamerhand' mijn vertrouwen terug en ik lacthte wat zenuwachtig, omdat ik zoo gemakfcelijk ontsnapt was. Wat een figuur sloeg de polibie! dacht ik. Wat zou er nu gebeu- ren? Ik was althans niet meer in onmiid- dellijk gevaar en mijn vooruitzichten wer den beter met iedere wielwenteling. Ik wist niet, waar de lorrie heen ging. Blijikbaax kwam z.e regelrecht van de haven, en zoo volgeladen, was het best mogdijk, dat de bestemming O' kilometers afstanldl van de staid was. Binnen een paar uur zou ik misschien al in de buurt van de een of andere provinciestad kun nen zijn en ik zou dan wel kunnen ont- komen. Ik moest echter heel voorzichtig zijn, want eenmaal buiten, konden zij, als zij maar een flauw idee hadden in welken omtrek ilk was, de honiden op mijn spoor waohbgelder. Aan alle onderwijzers met hoofdacte is door B. en V/. verzocht te soilliciteeren voor hoofd. DE COMMISSIE INZAKE HET NOTARIAAT. De Nederlanidsche Bond van huis- en grDndeigenaren en be 'wondernemers te AmiSiterdam heeft den Minister van justi- tie verzocht de commissie tot het instel- len van een onderzoek naar de bij het notariaat bestaande misstanden uit te breiden en aan te vullen met een of meer leden uit den huis- en grondeigenaren en bou wond er neme r ssta nd CENTRALE COMMISSIE VOOR DE KEURING VAN FILMS. Tihans zijn bij Kon. besluit, met ingang van den dag, waarop de Bioscoopwet in wenking zal trelden, benoemd in de cen trale commissie voor de keuring van films: -tot voorzitter de heer D. van Sta- veren te 's Gravenlhage, en tot secretaris de heer Mr. B. I. A. A. Ter Veer te Utrecht. GEEN VACATURES SERGEANT BXT I DE INFANTERIE. In een binnenkort te verwachten leger- oirder zal een Miinisterieele kennisgeving worden gepubliceerd, waarin meegedeeld wordt, dat, vermits het rich laat aanzien dat op 1 April 1928 geen vacatures in den rang van sergeant bij het wapen der infanterie zullen bestaan, de op of om- streeks 1 October 1925 aangenomen ser- geanten-ihulp-instructeurs niet tot een de- finitieve verbintenis kunnen worden toe- gelaten. Aan belanghebbenden kan, van 1 ianuari 1928 af zooveel mogelijik vrijiheid van beweqinq of vsrlof wondcn v&rlecnd, 1 om zich e'en burgerbetrekking te verwer- ven. Gedurende het verlof, op gronid van deze legerorder verleend, blijft de voile jaarwodde over het qeheele tijdvak behouiden. een triomf der RADIO-TELEFOON. De snelste verbindinq Kootwijk Meyendell! Bij een kort geleden gehouden radiio telefonisoh gesprek tussohen Kootwijk en Bandoeng deed zich het volgende rnerk- waardige incident voor. i Zooals bekend is, wordt de Indische zenider te Meyendell ontvangen en het i geluid per kabel doorgezonden naar Koot- W1Het gebeurde nu, dat door de een of andere oorzaak de sterkte van het te Kootwijk aldus aankomen.de geluid plot seling zeer veel mimder werd. Om de ver binding in stand te houden, moest Meyen dell snel gewaarschuwid worden. Het tot stand komen van een telefonische veribin- dinq duurt echter al gauw een minuut. Onder de gegeven omstandigheden ging het vluigger. Hallo Bandoeng roept Kootwi]ik, ,,zoudt u aan Meyendell willen vragen ol de ontvangst wat sterker gemaakt kan worden?' Oogenbliikkelijk wordt aan het verzoek qevolg gegeven. Hallo Meyendell, Kootwijk'vraagt of u de ontvangst wat sterker wilt maiken!" Meyendell reageert onmiididelli]ik, de geluidsterkte wordt aanzienlijk beter en even later meldt Kootwijk: „Hallo Bandoeng, wilt u Meyendell bedanken, het is zoo in orde", welk gezeg- de -door Bandoeng prompt wordt overge- bracht. Blijlkbaar voert de kortste weg naar Meyendell over Bandoeng! DE HULDIGING DER BEMANNING VAN DE „ALHENA". Vrijdag is te Rotterdam gearriveerd het Ned. stoomschip ,,Alhena", kapitein Smoolenaars, welke zooals onlangs go- meld 351 personen van het vergane Ita- liaansche sc'hip ,,Principessa Mafalda" op bijzonder moedige wijze heeft gered. Het entihausiasme waarmede indertijd Piet Hein met de zilvervloot werd ingehaald kan niet grooter zijn geweest dan waar mede deze kapitein en zijn bemanning zijn begroet. Het begon al van af den wal toen ihet stoomschip de pieren binnen- kwam en ihet duuride voort op de vaart naar Rotterdam. Onder hen die met een sleepboot het stoomschip was tegemoet gevaren was ook de Italiaansche gezant, die gaarne den kapitein het eerst wilde begroeten en een groote krans meevoerde, die aan den boeg van het stoomsohip werd bevestigd1. Het aantal begeleidemde sleepbooten nam steeds meer en meer toe en overal waar istoomschenen in den waterweg lagen begroeten zij het stoomschip met de stoomfluiten, waarop van de ..Alhena ook geantwoord werd. Van wege de reederij was een aflos- singisbemanning aan boord gebracht, op- dat de bemanning zich kon kleeden voor de huldiging die aanstonds na het meeren in een groote loods aan de Lekhaven zou plaats hebben. Overal langs den waterweg, te Maas- sluis, Vlaaridingen en Schiedam stonden de mienschen in dikke rijen langs den waterkant te juichen en aan de Lekhaven te Rotterdam was het aantal toeschou- wers zoo groot, dat velen op de daken der loodsen waren geklommen, om een en ander te kunnen zien. Het zal den eenvoudigen kapitein Smoolenaars, wel te moede geweest zijn, deze ontvanqst. Als een treffende karak- ter staaltje van zijn karakter werd door den spreiker namens de directie van de maatscihappij Goudriaan er op gewezen, dat de redding van het groote aantal men- schen, waarbij veel zeemanschap en moed te pas kwam, door den kapitein in het kort aldus aan de directie werd geseind: ,,Wij hadden 6 uur vertraging door het redden van 351 schipbreukelingen. Wij varen naar Rio. Aan den marconist had hij voorts verboden perstelegrammen over het gebeurde te verzenden. Er werden verschillende bloemstukken aangebracht en tal van telegrammen ont vangen, waaronder ook eene van H. M. de Koningin. Voorts was tegenwoordig de Minister van Waterstaat, die kapitein en beman ning der Alhena als volqt toesprak: „Nu ge, na in de Zuiid-Amerikaansche wateren scih-oone daden van zeemanschap en zelfopofferinig verricht te "hebben. vei- lig met uw schip in het vaderland zijt terugg-ekeerd, is het voor de Nederland- sdhe regeering een belhoefte, o-m uitd-ruK king te' geven aan haar gevoel van be wondering voor hetqeen door u tezamen is verricht en is mij opgedragen u dit te zegtgen. Toen het eerste korte telegram hier kwam, was ik zeer verlangend er meer van te weten en ik was dus blij, dat de leider van de reederij mij kwam bezoeken, van wien ik dacht, meer te zullen hooren. Maar hij wist mij verder niets te verte'llen dan alleen, dat hij mij troostte met de mededeeling, spoediig wel een uitvoerig rapport van den kapitein te zullen ont vangen, waarmede hij mij dan wel in ken nis wilde stellen. Na eenige weken kwam hij terug; hij had toen dit rapport ontvangen, maar het bevatte niets anders dan het weiniqe dat wij reeds wisten. Eerst was ik toen te- leurgesteld, maar al spoediig begreep ik dat qe door dezen eenvoud de kroon op uw scihoon werk hebt gezet. Gij hebt zon- der aan u zelf te denken, daden van groo- ten moed en van flink beleid verricht en zelf beschouwt qe dit als een eenvoudige plichtsbetrachting. Ik wil -dat voorbeeld van den kapitein volgen, en ontlhoud mij dus met opzet van het uitspreken van een 1-ange redevoe- ring en wensch u alleen dit te zeggen. Namens de Nederlandsche regeering, die zich in dezen de tolk weet van het gan- sche volk, zeg ik u dank voor dei door u verric-hte redding van 500 menschen- levems, aan de groote zorg die gij aan de geredden hebt bewezen en voor de schoone bladzijde, die gij door uw optre den aan het Geschiedboek van het Neder- andsche zeewezen hebt toegevoeg-d. Wij zijn trotscih op u alien en ik prijs de reederij gelukkig, die haar schepen met zulk een bemanning kan voorzien. De regeering wil ook uitdrukking geven aan laar gevoel van bewonidening voor uw daad en mede namens mijn ambtgenoot van Binnenlandsche zaken is het mij nu een groot genoegen u te kunnen mede- deelen, dat het de Koningin behaagd xeeft, de volgenlde onderscheidihgen toe te kennen: Rodder in de orde van Oranje-Nassau: H. C. Smoolenaars, kapitein; de ziiveren eerapenning voor menscihlievend hulp-be- toon en een lo-ffelijk getuigschrift aan C. H. Bakker, le stuurman, J. Kuiper, 2e stuu-rman, J. van Engeld-orp Gastelaars, 2e machinist; de bronzen eerepenniflg voor menischlievenid hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift aan G. Sissingh, 3e stuur man, W. Raden, - 4e stuurman, H. T- Mijnen, 4e stuurman, N. Laarman, 4e stuurman, M. van Doeselaar, bootsman, M. Holtrop, timmerman. j. Ommering matroos, P. Kalkman, matroos, A. Tee- kens matroos, L. Oosterom, matroos, I. Z-wa-art, matroos, J. Lekkerkerik, matroos; de eere-meldaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau in zilver aan j. L Brien, dhef-hofmeester, in brons aan B. H. Lolke, matroos. In .deze rij is de naam van .den marconist, P. Wentzel, niet vermeld. Hij zal echter niet vergeten worden, maar op een 'dag, diie weidra zal aanbreken en die een schoone herinneringsdag van het Neder landsche zeewezen oplevert, een onder- scheiding ontvangen. Als een staaltje hoe geschiedenis ver- basterd wordt, laten we nu nog vo-lgen een stukje uit de Belgische ,,Soir". die een brief bevait van een Belgischen geredde aan zijn vrouw, en het volgende schrijft; „lDe Formosa" een Frahsch schip, was ons ook te hulp gesneld en. ondanks zeer diiepe duisternis, naderde het. ^na een mooie manoeuvre de Mafalda tot op twintig meters en zette dadelijlk de red- dingsibooten uit, waarmee het een moo-i voorbeeld gaf aan twee schepen, een En- gielsch en een Nederlandsch. die op een afstand van een kilometer bleven zonder ernsitige pogingen tot redding te doen. Coimm-erutaar niet noodig zetten. Ilk wachtte vol spanning af, welken weg mijn voertuiq nemen zou. Binnen een paar minuten kwamen we in de buitenwijlken, en de lorrie reed recht door alsof ze dwars door de stad moest. Iik verheug.de mij er reeds op, dat -de la ding blijkbaar bestem-d was voor erg ens in 'die provincie, toen plotseling vlak voor het Hotel Groot-Australie de lorrie vaart begon te minderen. Iik stak angstiig mijn hoofd wat naar buiten en zaq' tot mijn schrik, dat w-e de zijgang naar de garage van het hotel m- Ilk had maar een ondeelbaar oogenblik om een besluit te nemen, maar dat was gelukkig voldoende. De ingang van de garage was nauw en slecht verlicht. Ik gleed achter van de lorrie af zonider een geluiid te maken en trok een zak met mij mee. Gedurende mijn rijtoer ha.d ik reeds een paar druppels regen gevoeld. Een paar minuten bleef ik staan waar iik afgestapt was. Ik stonid' in de schaduw weggedoken en dacht even na. Als iik ooit in de periikelen had gezeten. dan was het wel nu. Ik stond midden in de stad en welken' kant ik ook tutgiing, altijd zou ik langs goed-verlichte en aruk- ke straten gaan. Alle politiebureaux z-ou- den nu w-el verwittiqd zijn en in de ar- moedige pliinje van Scut kon ik al zeer gemaikkelijk in. de memigte -herkenid woi- En voor het eerst werd ik bang. Ik hoorde leven achter mij. Er kwam iemanid uit de garage. E-r was niets meer aan te d-oen. Ik moest mijn lot in eiqen haniden nemen en de Straat op gaan. Later heb ik nog diikwijls overwogen als ik deze periode weer eens overdacht, dat wat ook mijn goede en kwade kansen in dit tijldlvaik geweest -mochten zijn, de goede altijd hadden gedomineerd en on- getwijf.eld oo.k dien av-onid bij het hotel. Het was natuurlij-k een uiterst kwade kans geweest, dat -de lorrie mij -had neer- gezet op die plek, want op het eerste ge- zioht scheen de toestand nu wel hopel-oos, Maar toen ik dSen tegenslag te boven was, lachte de fortuin mij weer toe. T-oen ik brutaaiweg de straat o-pwan- delde, begon het te motregenen en ik trok den zalk over mijn hoofd. Het trottoir was stampvol en ik ontdekte verscheiden.e politie-agenten. Twee ston.den in-der- daad niiet meer dan een meter of twintig van mij af en een ander stond op post o-p den hoelk van een straat. Ofschoon i,k er toch wel heel vreemd moet hebben uitgezien, nam niemand eenige noti-tie van mij. Zij schenen alien verdiept in hun eigen zaiken of haasitten zich am uit -den regen te komen. Aan den amderen kant van -de straat, recht tegenover het Hotel Groot-Australie lag een omrasterd plantsoentje en ik ste- vende er onmiddellijk op af, onwillekeurig eigenilijk, maar misschien juist w-el, om dat ik had opgemerkt, dat er aan dien kant minder menscihen liepen en het trot toir idaar lang niet zoo goed verlicht was. Iik leunide tegen de lage o-mrastering en dacht na welken weg ik moest kiezen. Ik moest daarover wel even nadenken, want overal, waar ik keek, stond politic en met dien kreupelen voet van mij zou ik niet zo-o heel ver meer komen. Spotten-d trachtte ik mijzelf wij-s te maken, dat ik aan het schaken was, maar al kon ik er mijn leven mee redden, ik kon niet beslui- ten tot den v'olqeniden zet. Ik moet daar wel een uur naar de druk- "te gekeken hefobent en tenslotte had ik nog altijd geen besluit geno-men. Alles scheen mij even hopel-oos en al die ell-ende verlamde mijn zenuwen. Ik doorleefde nog eens al de tobberijen van d'en laatsten tijid en ik vroeg mijzelf wre- veliq af, of het eigenlijk nog wel de moei- te waard was om verder te strij-den. Ik was de heele geschiedenis moe en voel.de mij als iemanid, die han-delt in den droom. En op-eens kon het me niets meer sche- len, wat er ook met mij gebeurde. Ik was doodmoe van al die opwinding en verlanqde alleen maar eens. goed te kunnen uitrusten. Ik keek eens naar het plantsoentie a-cihter mij. In het midden lacj een hoog bloemperk met een laag rotsmuurtje er om heen. „Als het maar even kan", dacht ik, ,,-dan wip ik er over en ga -daar een dutje doen". En meteen kon ik het doen. Op den hoek van de straat klonk plot seling een lui-d ge-schreeuw. een gil van een vrouw en een groote auto, die dwars over het trottoir r'e-gelrecht .door een win- kelraam reed. Het stuur was blijkbaar ontzet. Een 1-uiid gerinkel van brekend glas, nog meer geschreeuw en iedereen lie-p zenuw achtig toe, om te zien, wat er plaats qreep. Nu kreeg ik de kans. Wat -daar ginds gebeurde, ging mij niets aan. Voor mijn part werden alle ruiten in Adelaide ver- brijzeld. Ilk klauterde zoo snel mogelijik over de lage omra-stering. strom-pelde over het grasveldje en lag in minder dan geen tijd mi-did en in het bloemperk. Tot mijn veribazing lag -daar een stuk gegolf-d ijzer om wat zaailingen te be- schermen tegen de nachtvorst en daaron der was de' grond heelemaal d'-roog. Ik wiipte het wat omihoog, kroop er met mijn zak -onder, sneller dan ik het hier neer- scihrijven kan en bleef voorover liggen. Eindelijk rust! Voor het oogenblik had ik geen betere schuilplaats kunnen uitdenlken. Ik was geheel omringid door een muur van chry santhemums, .zo-owat .een eLhpog en of- scihoon ik maar een paar ^meter af laq van het druikste punt van Adelaide, toch was ik zoo veiligalsof ik kilometers ver van de -sta.d was. Ik maakte een kussen van .den za-k en viel, geloof ik, na enkele minuten al in slaap. Ik was eenvoudig uitgeput. Precies te mid-dernacht ontwaakte ik weer. Ik geloof in.derdaad, dat het slaan van de stadhui-sklok mij wekte en een O'Og.enlblik kon ik me niet herinneren waar ik was. Ik was nogal koud en de dlruikkinig van, de ijzeren plaat had mij kxamp in mijn scihouder gegeven. (Wordt ve'rvolqd.) NEUZENSCHE COURANT mfS> Recept Fa. v. d. Voldo, Apotheker i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1