waarvan de kosten geheel door de gemeente rsdragen werden. De VOORZITTER merkt op, dat dit dan be- *rox noieenng voor u.tloozmg van de ga- meemteriolen en dus een gemeentebelang was. De heer VAN DE BILT acht dit ook een «»nieentebelang, aangezien de rioleering ten- gevoige zou hebben, dat de daar werkende ar- kedders geen last raeer zouden hebben van stank Hoofdzaak bij spreker is echter, dat hy aiet kan onderschnj en, dat nog mmmer door de o-emeente is afgeweken om voor zulke werken meer dan een derde der kosten bij te dragoner zijn gevallen, dat de volte kosten weruen betaald en hij wenscht dat een lyn retrokken wordt. De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat sulks alleen in andere omstandigheden is ge- beurd, ook voor de verlengmg der noieenng in deze sloot zijn de kosten geheel door de gemeente gedragen, doch dat was om het water uit de riolen weg te kunnen knjgen. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat hem het resultaat der pogingen van Burgemeester Wethouders om tot een goede oplossing te komen, ook zeer pover voorkomt. Het is een meer voorkomend versohijnsel, dat men van «e polderbesturen niet veel medewerking o.ider- ▼Lndt voor verbetering van zulke toestanden... De heer KOSTER: Pardon! De heer 't QILDE zou toch in overwegmg willen geven, te trachten een, radicale oplos sing te verkrijgen; het spijt hem, maar hij kan zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet vereenigen. De VOORZITTER merkt op, dat het hier ten slotte niet betreft de kwestie va.n h?t maken van een plan, maar wel wie de kosten der uitvoering van het werk betalen zal. d.en de uitgaven der gemeente stijgen, moet straks de hoofdelijke omslag weer verhoogd worden. Van de eene zijde wordt aan Burge meester en Wethouders steeds toegeroepen be- eumigen, bezuinigen, doch dat is niet te be- reiken wanneer de gemeenteraad dan beslui- ten gaat nemen tot het doen van uitgaven buiten de begrooting. De heer OGGEL geeft te kennen dat de houding van den in deze meest belanghebbende allerminst meegaande is. De adressant.de heer Koster, wilde, dat de gemeente er de bui- zen in legde en dan zou hij er den grond wel op laten gooien. Ten slotte verklaarde hy zich als uiterste concess.e bereul, een derde deel in de kosten te betalen, terwijl zijn perceel grond er onnoemlijk mede zou verbeteren; het is thans door een sloot in twee deelen gescheiden, doch werd dan een geheel. Als er vanwege de gemeente aan net eina vhn het riool een flinke put gemetseld wordt, kan de modder uit de rioleering daarin bezm- ken en komt er geen vuil uit de rioleemg m de ^Ntettegenstaande Burgemeester en Wethou ders te kennen gaven genegen te zyn voor te stellen, dat de gemeente een derde der kosten zou betalen, was de e:genaar met bere.d het overige voor zijn rekening te nemen. Spreker is van oordeel, dat het niet aangaat m deze een bijdrage van den polder te e.schen. aangezien die er heelemaal geen belang bij heeft. De VOORZITTER bevestigt, dat de polder er geen belang bij heeft; het polderbestuur kan er mede volstaan af en toe de sloot eens te laten reinigen. Het polderbestuur wil wel toestemmen, dat de sloot genoleerd wordt, maar heeft bij dat weik geen enkel belang. De heer DIELEMAN vraagt, of er geen be grooting der kosten gemaakt is. De heer VAN DIXHOORN geeft te kennen, dat het er hij hem niet af of toe doet, of er a of niet een begrooting van het werk bestaat, aangezien het gaat over het pnncipe. Indien -wordt gehandeld volgens het voorstel van Bur gemeester "en Wethouders, wordt gehandeld overeenkomstig de traditie. Hij is het met met het betoog van den heer Van de Bilt eens, want deze geeft daarmede zooveel als te ken nen dat Burgemeester en Wethouders den Raad leugens meedeelen. Ook is hij van oor deel, dat meerdere menschen een verkee denkbeeld hebben omtrent de taak der polders De belangen, waarvoor de polderbesturen te i©bben, gaan niet verder dan de gren- die polders, wat tot de belangen der -t f r»f r an If gaat, als men zulke besohuldigingen uit- spreekt, moet men ook staande de vergaderirg fe'ten kunnen noemen, die beschuld:ging trekt op niets. De heer VAN DE BILT houdt vol, dat het zijn meerwng is. De heer VAN DIXHOORN zou er ook prys op stellen, dat die beschuldiging staande de vergadering waar werd gemaakt, want of de heer Van de Bilt dit al of niet kan, kan zijn stem afhangen. De heer P. DE FEIJTER is van meemng, dat bij adressant uitslu.tend e gen belang voorzit en dat de gemeente al voldoende pres- teert, indien die een derde der kosten betaalt. De heer 't GILDE wijst op de rioleering op de Sassing, die is geheel door de gemeente betaalt en kostte veel meer. De heer KRUIJSSE merkt op, dat dit hier- mede niet te vergelijken is; daar stond het water bij de menschen onder de bedsteden en cLe waien niet anders te helpen. De VOORZITTER: Waarom is adressant nu pas gekomen De heer OGGEL: Hij heeft er vroeger ook wel eens over gesproken. De VOORZITTER: Maar hij is toch met met een verzoek gekomen. De heer KRUIJSSE: Het loopt hier over stank van de sloot. Wat is stank. Stank is wel onaangenaam, maar het is nog niet uitge- maakt, dac. stank ongezond is. Het is zeer moeuijk. Ziet eens naar den hinder die nnn op Walcheren had van de te Vlissingen ge- vestigde aspihaltfabriek, waarover te M.ddal- burg en te V lissmgen zoo geklaagd werd, by. de klachten over de lijmfabriek te Delft. En men behoeft ook niet zoover te gaan, als men z,ch herinnerd wat er al te doeh geweest is over de Westelijke waterleiding, die door Sluis- kil stioomt, hoeveel klachien daar al tal van ders, om het verzoek van adressant, strekken- de rioleering der sloot voor rekening der ge meente af te wijzen, doch hem te kennen te geven dat de gemeente bereid is een derde d el in de kosten bij te dragen, wordt aangenomen met 8 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Wolfert, J. de Feijter, Koster, Van Dixhoom, Dieleman, P. de Feijter, Oggel en Kruijsse; tegen stemmen a.. looroTi Van dp Bilt. Claessens en t Glide. jaren over gekomen zyn, dat daar zelfs een L(U1 wOlia ■orgen hebben, gaan niet verder dan de gren- ze'n van, die polders, wat tot de belangen der polders behoort, terwijl de gemeente tot taak heeft de belangen der gemeente te veizorgen. Daar valt niet over te reclameeren, en daai- aan moet men zich' houden. En al betrof het nu maar een klein bedrag, dan d ent men er z ch nog aan te houden, daar men anders van het principe afwykt. De heer J. DE FEIJTER geeft als zyn mee- ning te kennen, dat, indien adressant zijn eigen belang goed begrijpt, hij het voorstel van Bur gemeester en Wethouders met beide handen bou moeten aangrijpen. De heer KRUIJSSE merkt op, dat m het prae-advies het zinsverband eemgszms uit elkuar is gehaald. De bedoeling van Burge meester en Welhaudcrs is niets anders ge weest, dan om te kennen te geven, dat, lp reval de gemeente er ook een.g belang bij heeft, dat dan in de kosten van zulke werken een derde deel door de gemeente wordt bijge- dragen. Er is aan adressant te kennen ge- g-even, dat de gemeente gaarne aan de ver betering wilde medewerken. Men moet ech er met uit het oog verliezen, dat het een toe- stand is, die reeds jaren bestaat. Toen de hee Koster slechts van een deel van het terrem eigenaar was, heeft hij er nimmer lets van gezegd, maar nu de grond ter weerszijden van de sloot zijn eigend-om is geworden, komt hij met dit verzoek. Hij bezit nu twee stukken rrond, di'e, wanneer de sloot werd d chtge„oo eenstuk zouden vormen, wat voor hem van irroote waarde is. Het is wel opmerkelijk, dat hij nu pas met dat verzoek komt terwijl de toesland van de sloot vroeger toch ook wel hinderlijk zal geweest zijn. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat het hem genoegen doet uit de woorden van den voorzitter van de Gezondheidscomm:s- sie te kunnen afleiden, dat deze de toestand van de sloot toch ook niet vindt zooals het behoorti De heer KRUIJS&E betoogt, dat zijn functie als voorzitter van de Gezondheidscommiss e behoort gescheiden te worden van die van lit van den gemeenteraad, in welke kwaliteit hij hier tegenwoord g is. Niets ware voor Lur- gemeester en Wethouders gemakkelijker ge weest, dan om aan adressant toe te zeggen, dat die sloot van gemeentewege zou worden gerioleerd, en op hare ko ten, niets is gemak kelijker om goede vrienden te kweeken, en dan zouden zij ook geen opmerkingen daarom- trent hebben gekregen van de leden van den raad. Maar Burgemeester en Wethouders hebben te letten op de belangen der gemeente in het algemeen en ook op die der gemeente- kas. Het is gemakkelijk riemen snijd~n van eens andermans leer en den grooten en rovalen Piet uit te hangen. Dat kan echter niet het standpunt ziin van Burgemeester en Wethouders. Indien de heer Van de B It Bur gemeeder en Wethouders beschuld'gt van een onjuiste mededeeling, dan moet h" z'ch_met> tot algemeenheden bepalen, dan meet hn d e analoge feiten noemen waar anders gehan- deDe heer VAN DE BILT kan dat nu op h»t •ogerblik niet zeggen, hij wil dat wel eens ^Defheer KRUIJSSE zegt, dat dit niet aan- minister naar is komen ruiken, nu een jaar of B geieden. Er werd gezegd, dat het toen wel kiaar zou zijn, maar het stinkt nog. De heer DiELPMANRan geen begrooting van kosten worden meegedeeld. De heer OGDUIj: Rat doet niets ter zake, maar dat zal 300 zyn. De VUORaITTER: 400. De heer DiELKiviAN s-aat op het standpunt van den heer Van de Bilt, dat er toch wel al meer eens is afgeweken om't een of ander op te knappen en aangezien het bedrag dan toch met zoo hoog is en niet valt te rekenen op hulp van den powier, zou hij de vraag widen Snel len of het niet op een accoordje kan worden gegooid, dat adressant en de gemeente i_uer de helit betalen. Dat maakt dan toch zoo geen verschil met het een deide deel. Door den heer Kruijsse is toch ook meegedeeld, dat de zaak eigenlijk niet in orde is. Werd h.erop ingegaan, dan was de kwestie opgelost. Ue VUORAITTER geloott niet, dat Burge meester en Wethouders bereid zullen zijn, dit voorstel over te nemen; een derde was het uiterste dat ze wilden doen. ue neer DuuKs geioom dat Burgemeester en Wethouders met een billijk voorstel zijn gekomen. Adressant heeft er zelf het grootste belang bij. Zijn grond gaat er f 500 in waarde mede voormt, en dan is het toch een voordeel, als hij dat voor f 250 gedaan kan knjgen. Zijn nu gescheiden stukken grond vormen dan een geheel. De heer DIELEMAN zit voor de moeilijk- heid dat het een toestand is die naar zijn meening behoort opgeiost te worden. Nu wordt gezegd het is geen polderbelang en de gemeente heeft er maar weinig belang bij, maar daar aan de Sassing was het toch e gen- lijk ook een polderbelang en dat heeft de ge meente geheel opgeknapt. Dat kostte geen 200, doch f 1000. Hij vindt het jammer, dat de polder niet wil meewerken, maar, waar dit zoo is, wil hij voorstellen dat de overblijvende partijen, de gemeente en adressant, ieder de helft zullen betalen. De VOORZITTER is het eens met den heer Kruijsse, dat het wel gemakkelijk is om maar tegemoet te komen aan alle verzoeken, maar dat men toch met de financlen ook rekening moet houden. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat hij het wel een billijk voorstel vond van Bur gameester en Wethouders om een derde der kosten voor rekening der gemeente te nemen, maar hij is opgekomen tegen de stelling, dat dit altijd zoo was. De heerKOSTER deelt mede, dat aan adressant eigenlijk de pap in den mond ge- geven is, om ook met een verzoek bij het pol derbestuur te komen. Dit kan daarover ech ter niet beslissen, maar, werd er gezegd, dan kan er in de Mei-vergadering over beslist worden. Het kan best zijn, dat er dan afwij- zend zou worden beschikt, maar op htt oogen- blik kan toch niet met eenig recht gazegd worden, dat het polderbestuur niet wil mee werken. Het is voor adressant van het meeste belang." Indien de sloot gedempt wordt, dan wil dit daarom nog n.et zeggen, dat hij zon- der meer gabruik mag maken van de strook grond, ter plaatse waar de sloot gelegen heeft. Hij moet dan daarvoor vergunning hebben van het polderbestuur, die deze zeker wel verleenen zal, tegen betaling eener ge- ringe retributie, maar waarbij eventueel zeker rekening zou gehouden worden met de rente van het' kapitaal dat de polder, indien zij in de kosten zou bij dragen, daarvoor zou hebben moeten betalen. Hij wijst er op, dat adressant overigens zeer vreemd handelt, want er ligt nog een strook grond van een paar meter langs de straat, die hij ook in gebruik zou kunnen krijgen, maar die wil hij niet eens. De heer P. DE FEIJTER gelooft, dat Kos ter gevoelt, dat hij in den raad eenigen rugge- steun heeft en wil daar voordeel uit halen. Als hij zijn grond verbeteren wil, zou hij het voorstel van Burgemeester en Wethouders met beide handen moeten aangrijpen. lets anders is voor spreker de vraag, of de polder Be- oostenblij, als deze door omlegging van den afvoer van haar polderwater, deze sloot niet meer noodig heeft, niet kan weigeren verder het water uit het gemeenteriool te ontvangen. Dan zou men wel een riool hebben, maar geen uitwatering. De heer KOSTER deelt mede, dat daarom- trent door de gemeente met den polder een overeenkomst is gesloten. De heer KRUIJSSE voegt hieraan nog toe, dat er indertijd door de gemeente aan den polder recognitie werd betaald, om het riool- water in den polderwatergang te laten loopen, Later vroeg de polder om water af te voeren door de sloot van de gemeente achter de gas fabriek en dat is toen van wege de gemeente toegestaan, onder voorwaarde dat dan de door de gemeente op grond der eerst gesloten over- eenKomst betaalde recognitie verviel. De heer P. DE FEIJTER kan zich dan wel met het voorstel vereenigen om van wege de gemeente een derde deel der kosten te dragen- De heer DIELEMAN stelt voor om te onder- zoeken of de heer Koster genegen zou zijn een overeenkomst aan te gaan, dat hij en de ge meente ieder de helft betalen. Dit voorstel wo.dt verwoipen met 6 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Van de B it, C^es- sens, Wolfert, Dieleman en 't Gilde; te "en stemmen de heeren J. de Feijter, Koster, Van Dixhoorn, P. de Feijter, Oggel en Kruijsse. Het voorstel van Burgemeester en Wethou- de heeren Van de Bilt, Claessens en Een missive van den Commissar's der Koningin in Zeeland, waarbij wordt toege- zonden een uittreksel uit het kon nklijk besluit waarbij met in-gang van 16 December a.s. is herbenoemd tot burgemeester dezer gemeente de heer F. Blok. De heer VAN DIXHOORN meent de tolk te zijn der vergadering, wanneer hij den Voorzitter met deze herbenoeming geluk- j wenscht en spreekt tevens de hoop uit, dat het hem gegeven moge worden nog vele jaren werkzaam te mogen zijn tot welzijn dar ge meente. De VOORZITTER zegt dank voor deze waandeerende woorden, en wil herhalen het- geen hij heeft gezegd bij het aanvaarden van zijn ambt: dat hij zijne krachten wil geven om te werken voor de belangen der gemeente en der ingezetenen. 3. Benoeming van een lid van het Burger- lijk Armbestuur. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van een lid van het Buigerlijk Armbestuur ter voorziening in de vacature omtstaande door periodieke aftred.ng van den heer A. Esselbrugge, met welke door het be- trokken college ter benoeming wordt arnbe- volen Levs. Dieleman. Hij noodlgt de heeren Van de Bilt en Wol fert uit voor deze en de nog volgende stem- irungen met hem het stembureau te vormen. De heer Esselbrugge wordt herbenoemd met 10 stemmen; 1 stem is uitgebracht op den heer W. van Everdingen. 4. Benoeming ljd der Commissie van Toe- zicht op het Lager onderwijs. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van een lid der Commissie van Toezicht op het Lager onderwijs, wegens periodieke aftredimg van Lev. de Putter, met wie ter benoeming wordt aaribevolen Lev. van Hoeve. De heer De Putter wordt herbenoemd met 9 stemmen; op de heeren Van de Bilt en J. de Feijter is ieder 1 stem uitgebracht. 5. Benoemen leden der Commissie tot wering van schoolverzuim. De VOORZITTER deelt mede, dat wegens aftreden van alle leden der Commissie tot wering van schoolverzuim een benoeming van nieuwe leden moet plaats hebben. Voor de 9 categorien ingezetenen, waaruit die commissie moet bestaan, worden aanbe- volen de volgende dubbeltallen. 1. A. E.' C. Kruijsse, 2. J. A. van Hoeve; 1. D. A. van Houte, 2. C. Dijkwel; 1. A. Es selbrugge, 2. P. A. van Hoeve; 1. J. L. J. Maris, 2. H. J. Hoebe; 1. A. van t Hoff, 2. C. L. de Smidt; 1. A. J. Hoi, 2. A. J. Schie- man; 1. P. P. M. de Kort, 2. A. J. Claes sens; 1. C. F. Kesbeke, 2. C. B. Antheums; 1 P. Koole, 2. C. F. Dieleman De heer't GILDE spreekt zijn teleurstelhng uit, dat voor geen enkele vacature een arbei- der als candidaat wordt aanbevolen. De aan- bevolenen zijn zeker alien, achtenswaard.ge, notabele burgers, maar hij meent, dat in die commissie een arbeider toch ook wel een goed figuur zou kunnen maken, en over genoeg kennis en ervaring beschikken om aan de vverkzaamheden dier commissie te kunnen deelnemen. De heer KRUIJSSE spreekt dat met tegen, maar wijst er op, dat er geen enkele vacature is; alle aftredenden zijn besch'.kbaar en als ei geen bijzondere redenen voor zijn passeert men die toch niet op de aanbeveling De heer 't GILDE merkt op, dat men dan toch als tweede candidaat in dien kring per- sonen had kunnen aanbevelen. De heer VAN DE BILT merkt op, dat de leden toch de aanbeveling kunnen aanvullen. De heer 't GILDE weet ook wel wien hij stemmen zal. De uitslag der stemming is voor de ver- schillende categorien aldus: le. A. E. C. Kruijsse 9 stemmen, A. t Glide en W. van Everdingen 1 stem. 2e. J. L. J. Maris 10 stemmen, W. van Everdingen 1 stem. 3e. P. P. M. de Kort, 10 stemmen, W. van Everdingen 1 stem. 4e. D. A. van Houte 10 stemmen, W. van Everdingen 1 stem. 5e. A. van 't Hoff 10 stemmen, W. van Everdingen 1 stem. 6e. C. F. Kesbeke 10 stemmen, W. van Everdingen 1 stem. 7e. A. Esselbrugge 9 stemmen, P. A. van Hoeve en W. van Everdingen ieder 1 stem. 8e. A. J. Hoi 10 stemmen, W. van Everdin gen 1 stem. 9e. P. Koole 8 stemmen, C. F. Dieleman 2 en W. van Everdingen 1 stem. 6. Benoemen van 2 leden der Commissie van Advies voor steun aan werkloozen. De VOORZITTER geeft te kennen dat de leden der Commissie van Advies voor steun aan werkloozen, de heeren J. M. Baert en J. Weijns, hebben opgehouden lid van den raad te zijn, en dat mitsdien in hunne plaats 2 leden van den raad moeten worden benoemd. Door Burgemeester en Wethouders worden aanbevolen de heeren Van de Bilt en Wolfert. De heer P. DE FEIJTER vraagt, of er ook een tijdstip is bepaald waarop de leden dier commissie aftreden. De VOORZITTER antwoordt ontkennend; Burgemeester en Wethouders zouden de leden dit jaar nog eens willen laten doorwerken. De heer DIELEMAN deelt mede, dat er dan nog een derde lid zal moeten worden gekozen, want hij ziet zich in verband met zijn werk- zaamheden genoodzaakt te bedanken voor het lidmaatschap der commissie; als hij niet ge- regeld aan de werkzaamheden kan deelnemen heeft de commissie aan hem toch maar een half lid. De heer OGGEL is van gevoelen, dat de heer Dieleman toch zeker zijn lidmaatschap behoort te handhaven; de commissie bestaat voor het verzorgen van een belang dat blijkens de door hem meermalen in den gemeenteraad gehouden besprekingen ten zeerste zijne belangstelling heeft en dan kan hij daarvoor juist in de com missie zijn beste krachten gebruiken. De heer DIELEMAN verklaart het altijd met genoegen te hebben gedaan, maar men kan ten slotte. toch niet te veel van iemand eischen; het kan er bij hem niet meer af. De VOORZITTER: Dat moet de heer Die leman zelf beoordeelen, wij zouden dankbaar zijn, indien hij zijn lidmaatschap wilde hand- haven. De heer DIELEMAN blijft er bij, dat hy zijn ontslag neemt. De VOORZITTER antwoordt, daamaar ee- vraagd, dat lid der commissie zijn de heeren: P. de Feijter, Baert, Weijns en Dieleman, als I'd van den gemeenteraad, en Deurwaarder, Tatenhove, Goossen en Claessens als vertegen- woord'gers van organisaties. Voor Claessens zal ook een ander moeten worden benoemd, aangezien die geen vereeniging meer vertegen- woordigd. Er zal worden uitgezien naar iieunaiiu urt ue bouwvakivtn. Inge vol ge de mededieelmg van den heer Dieleman zal dan ook nog een ander lid u.t den gemeenteraad in zijn piaats moeten worden aangewezen. nee. vjGGEL meent, dat het ook iemand buiten den raad kan zijn. Deze vacature zou ook nog eens Ku.men worUen hangeuoudm. De VOORZITTER stemt d.t laatste toe, doen me.Ki, op, uat \oi„ens het ra^d^besluit waarbij de comm.ss.e werd ingesteld daarvan 4 raaosieden zouden deelmaken. De heer 't GinuE: En 4 werknemers. IKsmten woidt, het voorz.en in de vacature ontsiaande door de ontsiagneming door den heer uieieman in een volgende veigadering te voorzien. Voor de twee andere vacatures worden be noemd de heeren Wolfert met 9 en Van de B.H met 7 stemmen. Verder zijn uitgebracht op de heeren ',t Gilde 3, Claessens, Roster en J. de Fey ter ieder 1 stem. 7. Definitieve benoeming boekhouder gas- fabriek. Burgemtester en Wethouders stellen voor, in overeenstemmmg met het advies der gascom- m.ssie en den accountant der bedrijven, den tijdeirjken boekhouder der gemeenteg.isiabriek, den heer A. P. le Feber, definitief te benoemen, op een jaarwedde .evens penns.oengrondslag) van J ryuU, zuiks met mgang van 1 Januarl 1928. ue heer 't GILDE meent, dat de aanvangs- jaa. wtiUde toch j i860 was De voUKALi iLK: Ju.st, doch de heer Le Feber is met 1 Januari een jaar in d.enst. De heer VAN DE BILT vraagt of die func tie den geheelen mensch vergt. Wat is zijn werk? JUe VOORZITTER antwoordt, dat dit zeer omvattend is, het is reeds zeer druk en als de gasvoorz.en.ng naar Ter Neuzen geheel in orde zal zijn, zal men het zelfs met met een man af kunnen. Indien de heereii z.cli willen overtu.gen van den aard en den omvang der werkzaamheden, moeten ze op het kantoor maar eens een kijKje nemen. Ue heer VAN DE BILT verklaart geen aan- merkinig te willen maken op het traccement, doch wenschte te weten of de boekhouder werk ge.ioeg iuul om zjjn uag te vullen. Tegen- woordig moeten de menschen werken voor hun geld. y; Ue VOORZITTER deelt mede, dat de boek houder dikwyls ook nog in de avonduren werk zaam is. De heer VAN DE BILT zou het toch ge- wenscht achten, dat artikel 8 der instructie zoodan.g werd gewijzigd, dat daarin omschre- ven wordt, dat hem ook ander werk kan wor den ppgedragen, dat hem b.v. kan worden op- god.agun aas.sieniue te verleenen voor werk op de secre.arie, bij drukte of ziekte van een der ambtenaren. De VOORZITTER acht het niet noodig, dat in de insiruet.e ve b^pd'tn, a..i u. m.- Le Feber, indien dit noodig bleek, niet onge- w.llig zou zijn zulke diensten te verrichten. De heer OGGEL gevoelt er toch ook wel voor, dat vast te leggen in de instructie, dan is hij het verpl.cht, en is het geen goedigheid van hem, als hij zulk werk verricht. De VOORZITTER acht het niet noodig om de aangegeven reden en ook op grond, dat de vverKzaamneden van den boekhouder zelf, dat niet zouden mogelijk maken; hij herhaalt, dat deze het zoo volhamlig heeft, dat hij d.kwijls tot in de avonduren moet werken. De heeren kunnen dat zelf onderzoeken. De heer CLAESSENS merkt op, dat de directeur toch ook nog administratie doet. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het, bij een goede verhouding tusschen den direc teur en den boekhouder niet noodig zou zijn, dat deze bestellingen en aanvragen doet. In- d.en de heeien overeenkwamen, dat des mor- gens de post werd geopend en besproken en als de directeur dan te kennen gaf wat hij wenschte geschreven te hebben, kon dat in den loop van aen dag door den boCKhouder Worden gereedgemaakt en door den directeur bij de volgenue bijeenkomst geteekemd. De directeur behoeft dus niet zelf correspondence te voe ren. De heer VAN DE BILT: Ik blyf toch prijs stellen op wijziging der instructie. De VuORzl'i t'ER: Dat kan toch ten alien tijde? De heer OGGEL acht het ook geen bezwaar, dat hetgeen de heer Van de Bilt wenscht er in staat; mocht het dan nood g. wezen, dan kan over de boekhouder voor ander werk besch kt worden. Hij vindt het geen bezwaar aan het verlangen van den heer Van dfe Bilt te voldoen. De VOORZITTER acht het ook niet bepaald een bezwaar, doch stelt voor, het voorstel dan te renvoyeeren naar Burgemeester en Wethou ders, opdat deze hft eens op pap er kunnen zetten. De heer OGGEL wijst er op, dat de boek houder thans nog moest worden benoemd en dat het daarom .fianbeveling verdient de in structie voor dien de benoeming te wijzigen, daar er anders bezwaar tegen zou kunnen ge maakt worden. De heer CLAESSENS merkt op, dat h t moeilijkheden zou kunnen veroorzaken om op de secretarie te helpen, daar de boekhouder toch zijn kantoor moet openhouden voor het afgeven van cokes-bons enz. De heer OGGEL acht het ook mogelijk, dat de boekhouder eventueel ten zijnen kantore schrijfwerk verricht voor de secietarie. Het zal zeldzaam voorkomen, maar in die zeldzame gevallen heeft men bij wijziging der instructie recht op die hulp. De heer KRuIJSSE acht het in elk geval noodig, dat het goed omschreven woidt en meent, dat men daar niet klakkeloos zoo'n be sluit kan nemen. De heer OGGEL geeft dan in overwegmg de benoeming te doen geschieden onder de bepa- ling, dat de instructie nader zal worden her- zien. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat men de zaak van 2 kanten moet bekijken; hij gelooft, dat het weinig zal*voorkomen, maar de mogelijkheid is toch niet uitgesloten, dat het noodig kon zijn. Staat het in de instruc tie, dan kan de boekhouder er geen bezwaai tegen maken. De heer OGGEL wijst op het geval. daf de gemeente-ontvanger met verlof gaat. Dan kon de boekhouder hem vervangen. De heer VAN DIXHOORN zegt nog, dat er meestal, als extra-werk wordt opgedragen, extra-belooning gevraagd wordt Wordt deze kwestie vooraf geregeld, dan voorkomt men d^De VOORZITTER zou het toch eerst wel eens willen bekijken. De heer't GILDE zou er bezwaar te^en heb ben, dat de boekhouder der gasfabriek den gemeente-ontvanger zou moeten assisteeren. De heer OGGEL bedoelt ook niet het er- leenen van assistentie, doch het vervangen hij verlof of ontstentenis. De VOORZITTER kan er ook genoegen mee nemen, dat de benoeming gesch:edt onder vi er te wiiz'gen instructs doc1-! 7ou r'e wu- ziging zelf toch nog wel eens onder de oogen willen zien. De raad vereenigt zich hiertmede, terwyl de heer VAN DE BILT opmerkt, dat het toch beter was hierover thans te spreken, dan na de benoeming. Met 10 stemmen wordt de heer Le Feber benoemt; 1 brief je is bianco. 8. Benoeming gemeenteopzichter. Burgemeester en Wethouders stellen voor, over te gaan tot he.t benoemen van een ge meenteopzichter, ter voorziening in de vaca ture ontstaan door het aan den heer F.lius wegens vertrek naar elders verleend eervol ontslag, voorloopig op eene jaarwedde van 2vU0, met ingang van 1 Januari 1928. Uit de ingekomen sollicitaties is de volgen de alfabetische gestelde voordracht op gemaakt: D. van den Berg te 's Gravenhage; A. P. Ize- boud te Middelburg en Iz. B. van Verre te Goes, Met 7 stemmen wordt benoemd de heer V an den Berg; op den heer Izeboud zijn 4 stemmen uitgebracht. De heer 't GILDE zou "Burgemeester en Wethouders met nadruk willen verzoeken, art. 5 der instructie voor den gemeenteopzichter, waarbij het dezen verboden wordt andere amb- ten of bedieningen te vervullen of werken voor derden uit te voeren. Hij wenscht thans te meer absolute handhaving dezer bepal.ng, aangezien er nu in de gemeente ook menschen zijn die trachten in deze branche hun brood te verdienen. De VOORZITTER deelt mede, dat het aan de sollicitanten uitdrukkelijk is gezegd, dat het hun verboden wordt werk voor particulie- ren te verrichten. 9. Opheffing onbewoonbaarverklaring ran eene woning. Naar aanleiddng van een ingekomen adres van H. Willemsen, die daarin te kennen geeft, dat aan de woning staande te Kijkuit, plaat- selijk geimerkt K no. 49 de aangegeven ver- beteringen zijn aangebraeht, en hij op g.ond daarvan verzoekt de onbewoonbaarverklaring op te heffen, stellen Burgemeester en Wethou ders, overeenkomstig het advies der Gezond- heidscommissie zetelend te Ter Neuzen, voor, aldus te besluiten. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat z.i. nit dit voorstel nog niet blijkt van den £oe- den wil om te komen tot vermindering en op- ruiming van krotwoningen. Slechte woningen worden in stand gehouden, terwijl er in de Julianastraat verscheidene mooie woningen leegstaan. Dit gaat volgens hern den ver- keerden kant uit, want nu blijft men er de voorkeur aan geven in krotwoningen te wo- nen. Hij kan aan het voorstel zijn stem niet geven. De VOORZITTER merkt op, dat de onder- havige woningen bij raadsbesluit van 28 Oc tober 1926 onbewoonbaar is verklaard, wegens verschillende gebreken. Nu daarin blijkens het advies van den gemeertteopzichter en de Gezondheidscommissie is voorzien, kan niet meer gezegd worden, dat het een krotwoning is, en dient de onbewoonbaarverklaring te worden opgeheven. De heer DIELEMAN gelooft, dat de heer 't Gilde zaken verward. Hij meent, dat de raad het moet toejuichen, dat zulke woningen verbeterd. worden, waardoor ze weer bewoon- baar zijn. De heer 't Gilde moet hieraan niet vastknoopen, dat de menschen uit goede wo ningen loopen, want dat heeft een andere reden, die woningen zijn voor de menschen veel te duur om te betalen, dat huisje is na- tuurlijk veel goedkooper. Het is in Axel vol doende bekend, dat, zoodra het bekend wordt, dat er een klein huisje vacant komt, de men schen loopen om er bij te zijn om dat te kun nen huren. Spreker meent, dat het straks een onhoudbare toestand wordt. De ten op- zichte der huizen in de Julianastraat genorr.en maatregel. werkt niet goed. Hij zou de huur daar voor alle gelijk willen stellen. Er zijn nu enkele die verlaging gekregen hebben, maar dat prikkelt anderen, hij gelooft ook niet, dat het voor Burgemeester en Wethouders ge makkelijk is, om in deze te zeggen wie wel en wie niet verlaging krijgen. Waar er nu nog 13 leeg staan, bewijst het wel, dat het niet goed gaat; stelt men voor alle de huurprijs gelyk, op f 3, dan zullen ze misschien alle- maal spoedig bewoond zijn. De heer OGGEL verwacht dit niet. De heer DIELEMAN meent, dat ze dan toch vlugger zullen loopen om er in te komen, het geen ze nu niet doen, omdat buurman iets minder moet betalen, aangezien hij wordt ge- acht geen 4 te kunnen betalen. Voor da meeste menschen is f 4 onbetaalbaar. De heer OGGEL: Daarom worden ook wo ningen verhuurd voor f 3 aan de menschen die daarvoor in aanmerking komen. De heer DIELEMAN: Maar waarom most de een /4 en een ander 3 betalen voor de- zelfde woning. De VOORZITTER merkt op, dat het niet gaat over de woningen in de Julianastraat, doch over de woning K no. 49. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat het hem toch plezier doet, dat het voorstel be- treffende deze woning aanleiding is geweest tot de mededeeling dat het besluit omtrent de woningen in de Julianastraat niet goed is. De VOORZITTER verzoekt, als een daar over wil spreken, dat dan te doen bij de ora- vraag. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren Van de Bilt, Claes sens, Wolfert, J. de Feijter, Koster, Van Dix hoorn, Dieleman, P. de Feijter, Oggel en Kruijsse; tegen stemt de heer 't Gilde. De heer OGGEL vraag, of de heer 't Gilde dan geen vertrouwen stelt in het advies van den gemeenteopzichter en de Gezondheidscom missie. De heer 't GILDE heeft niet gezegd, dat hij daarin geen vertrouwen heeft, maar het gaat niet den goeden weg op. De heer KRUIJSSE wil wel mededeelen, dat het met die woning nog geen ideale toestand is, maar na de daaraan verrichte herstellingen kan toch niet meer gezegd worden, dat die onbewoonbaar is. 10. Verbetering van het postvervoer. Van den heer VAN DIXHOORN is ingeko men het volgende schrijven: Ondergeteekende doet het volgende schrif- telijke voorstel, afgezien van de reeds gedane pogingen van het Dagslijksch Bestuur, bet.ef- fende de gewensch,te plaatselyke verbeterin- gen in den dienst van de posterijen, zooals medegedeeld door onzen Voorzitter in de vo- rige zitting van 3 November 1927. „De raad der gemeente Axel, besluit Bur gemeester en Wethouders op te dragen, alle pogingen in het werk te stellen bij het Hcofd- bestuur der Posterijen, dat: 1. voortaan het postvervoer voor deze streek per tram over Walsoorden wordt ge- leid. Hierdoor wordt een groote tijdsbespa- ring verkregen en is men verzekerd: a. dat zoo min mogelijk stagnatie van d« weersgesteldheid wordt ondervonden bij het ontvangen en het verzenden der poststukken richting Holland en niet zooals dezer da "en is gebeurd men door mist verstoken blyft van alle Hollandsche post;

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 7