waarvan de kosten geheel door de gemeente
rsdragen werden.
De VOORZITTER merkt op, dat dit dan be-
*rox noieenng voor u.tloozmg van de ga-
meemteriolen en dus een gemeentebelang was.
De heer VAN DE BILT acht dit ook een
«»nieentebelang, aangezien de rioleering ten-
gevoige zou hebben, dat de daar werkende ar-
kedders geen last raeer zouden hebben van
stank Hoofdzaak bij spreker is echter, dat hy
aiet kan onderschnj en, dat nog mmmer door
de o-emeente is afgeweken om voor zulke
werken meer dan een derde der kosten bij te
dragoner zijn gevallen, dat de volte kosten
weruen betaald en hij wenscht dat een lyn
retrokken wordt.
De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat
sulks alleen in andere omstandigheden is ge-
beurd, ook voor de verlengmg der noieenng
in deze sloot zijn de kosten geheel door de
gemeente gedragen, doch dat was om het
water uit de riolen weg te kunnen knjgen.
De heer 't GILDE geeft te kennen, dat hem
het resultaat der pogingen van Burgemeester
Wethouders om tot een goede oplossing te
komen, ook zeer pover voorkomt. Het is een
meer voorkomend versohijnsel, dat men van «e
polderbesturen niet veel medewerking o.ider-
▼Lndt voor verbetering van zulke toestanden...
De heer KOSTER: Pardon!
De heer 't QILDE zou toch in overwegmg
willen geven, te trachten een, radicale oplos
sing te verkrijgen; het spijt hem, maar hij kan
zich met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders niet vereenigen.
De VOORZITTER merkt op, dat het hier
ten slotte niet betreft de kwestie va.n h?t
maken van een plan, maar wel wie de kosten
der uitvoering van het werk betalen zal.
d.en de uitgaven der gemeente stijgen, moet
straks de hoofdelijke omslag weer verhoogd
worden. Van de eene zijde wordt aan Burge
meester en Wethouders steeds toegeroepen be-
eumigen, bezuinigen, doch dat is niet te be-
reiken wanneer de gemeenteraad dan beslui-
ten gaat nemen tot het doen van uitgaven
buiten de begrooting.
De heer OGGEL geeft te kennen dat de
houding van den in deze meest belanghebbende
allerminst meegaande is. De adressant.de
heer Koster, wilde, dat de gemeente er de bui-
zen in legde en dan zou hij er den grond wel
op laten gooien. Ten slotte verklaarde hy zich
als uiterste concess.e bereul, een derde deel in
de kosten te betalen, terwijl zijn perceel grond
er onnoemlijk mede zou verbeteren; het is
thans door een sloot in twee deelen gescheiden,
doch werd dan een geheel.
Als er vanwege de gemeente aan net eina
vhn het riool een flinke put gemetseld wordt,
kan de modder uit de rioleering daarin bezm-
ken en komt er geen vuil uit de rioleemg m de
^Ntettegenstaande Burgemeester en Wethou
ders te kennen gaven genegen te zyn voor te
stellen, dat de gemeente een derde der kosten
zou betalen, was de e:genaar met bere.d het
overige voor zijn rekening te nemen. Spreker is
van oordeel, dat het niet aangaat m deze een
bijdrage van den polder te e.schen. aangezien
die er heelemaal geen belang bij heeft.
De VOORZITTER bevestigt, dat de polder
er geen belang bij heeft; het polderbestuur
kan er mede volstaan af en toe de sloot eens
te laten reinigen. Het polderbestuur wil wel
toestemmen, dat de sloot genoleerd wordt,
maar heeft bij dat weik geen enkel belang.
De heer DIELEMAN vraagt, of er geen be
grooting der kosten gemaakt is.
De heer VAN DIXHOORN geeft te kennen,
dat het er hij hem niet af of toe doet, of er a
of niet een begrooting van het werk bestaat,
aangezien het gaat over het pnncipe. Indien
-wordt gehandeld volgens het voorstel van Bur
gemeester "en Wethouders, wordt gehandeld
overeenkomstig de traditie. Hij is het met met
het betoog van den heer Van de Bilt eens,
want deze geeft daarmede zooveel als te ken
nen dat Burgemeester en Wethouders den
Raad leugens meedeelen. Ook is hij van oor
deel, dat meerdere menschen een verkee
denkbeeld hebben omtrent de taak der polders
De belangen, waarvoor de polderbesturen te
i©bben, gaan niet verder dan de gren-
die polders, wat tot de belangen der
-t f r»f r an If
gaat, als men zulke besohuldigingen uit-
spreekt, moet men ook staande de vergaderirg
fe'ten kunnen noemen, die beschuld:ging trekt
op niets.
De heer VAN DE BILT houdt vol, dat het
zijn meerwng is.
De heer VAN DIXHOORN zou er ook prys
op stellen, dat die beschuldiging staande de
vergadering waar werd gemaakt, want of de
heer Van de Bilt dit al of niet kan, kan zijn
stem afhangen.
De heer P. DE FEIJTER is van meemng,
dat bij adressant uitslu.tend e gen belang
voorzit en dat de gemeente al voldoende pres-
teert, indien die een derde der kosten betaalt.
De heer 't GILDE wijst op de rioleering op
de Sassing, die is geheel door de gemeente
betaalt en kostte veel meer.
De heer KRUIJSSE merkt op, dat dit hier-
mede niet te vergelijken is; daar stond het
water bij de menschen onder de bedsteden en
cLe waien niet anders te helpen.
De VOORZITTER: Waarom is adressant nu
pas gekomen
De heer OGGEL: Hij heeft er vroeger ook
wel eens over gesproken.
De VOORZITTER: Maar hij is toch met
met een verzoek gekomen.
De heer KRUIJSSE: Het loopt hier over
stank van de sloot. Wat is stank. Stank is
wel onaangenaam, maar het is nog niet uitge-
maakt, dac. stank ongezond is. Het is zeer
moeuijk. Ziet eens naar den hinder die nnn
op Walcheren had van de te Vlissingen ge-
vestigde aspihaltfabriek, waarover te M.ddal-
burg en te V lissmgen zoo geklaagd werd, by.
de klachten over de lijmfabriek te Delft. En
men behoeft ook niet zoover te gaan, als men
z,ch herinnerd wat er al te doeh geweest is
over de Westelijke waterleiding, die door Sluis-
kil stioomt, hoeveel klachien daar al tal van
ders, om het verzoek van adressant, strekken-
de rioleering der sloot voor rekening der ge
meente af te wijzen, doch hem te kennen te
geven dat de gemeente bereid is een derde d el
in de kosten bij te dragen, wordt aangenomen
met 8 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Wolfert, J. de
Feijter, Koster, Van Dixhoom, Dieleman, P.
de Feijter, Oggel en Kruijsse; tegen stemmen
a.. looroTi Van dp Bilt. Claessens en t Glide.
jaren over gekomen zyn,
dat daar zelfs een
L(U1 wOlia
■orgen hebben, gaan niet verder dan de gren-
ze'n van, die polders, wat tot de belangen der
polders behoort, terwijl de gemeente tot taak
heeft de belangen der gemeente te veizorgen.
Daar valt niet over te reclameeren, en daai-
aan moet men zich' houden. En al betrof het nu
maar een klein bedrag, dan d ent men er z ch
nog aan te houden, daar men anders van het
principe afwykt.
De heer J. DE FEIJTER geeft als zyn mee-
ning te kennen, dat, indien adressant zijn eigen
belang goed begrijpt, hij het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders met beide handen
bou moeten aangrijpen.
De heer KRUIJSSE merkt op, dat m het
prae-advies het zinsverband eemgszms uit
elkuar is gehaald. De bedoeling van Burge
meester en Welhaudcrs is niets anders ge
weest, dan om te kennen te geven, dat, lp
reval de gemeente er ook een.g belang bij
heeft, dat dan in de kosten van zulke werken
een derde deel door de gemeente wordt bijge-
dragen. Er is aan adressant te kennen ge-
g-even, dat de gemeente gaarne aan de ver
betering wilde medewerken. Men moet ech er
met uit het oog verliezen, dat het een toe-
stand is, die reeds jaren bestaat. Toen de hee
Koster slechts van een deel van het terrem
eigenaar was, heeft hij er nimmer lets van
gezegd, maar nu de grond ter weerszijden van
de sloot zijn eigend-om is geworden, komt hij
met dit verzoek. Hij bezit nu twee stukken
rrond, di'e, wanneer de sloot werd d chtge„oo
eenstuk zouden vormen, wat voor hem van
irroote waarde is. Het is wel opmerkelijk, dat
hij nu pas met dat verzoek komt terwijl de
toesland van de sloot vroeger toch ook wel
hinderlijk zal geweest zijn.
De heer VAN DE BILT geeft te kennen,
dat het hem genoegen doet uit de woorden
van den voorzitter van de Gezondheidscomm:s-
sie te kunnen afleiden, dat deze de toestand
van de sloot toch ook niet vindt zooals het
behoorti
De heer KRUIJS&E betoogt, dat zijn functie
als voorzitter van de Gezondheidscommiss e
behoort gescheiden te worden van die van lit
van den gemeenteraad, in welke kwaliteit hij
hier tegenwoord g is. Niets ware voor Lur-
gemeester en Wethouders gemakkelijker ge
weest, dan om aan adressant toe te zeggen,
dat die sloot van gemeentewege zou worden
gerioleerd, en op hare ko ten, niets is gemak
kelijker om goede vrienden te kweeken, en dan
zouden zij ook geen opmerkingen daarom-
trent hebben gekregen van de leden van den
raad. Maar Burgemeester en Wethouders
hebben te letten op de belangen der gemeente
in het algemeen en ook op die der gemeente-
kas. Het is gemakkelijk riemen snijd~n van
eens andermans leer en den grooten en
rovalen Piet uit te hangen. Dat kan echter
niet het standpunt ziin van Burgemeester en
Wethouders. Indien de heer Van de B It Bur
gemeeder en Wethouders beschuld'gt van een
onjuiste mededeeling, dan moet h" z'ch_met>
tot algemeenheden bepalen, dan meet hn d e
analoge feiten noemen waar anders gehan-
deDe heer VAN DE BILT kan dat nu op h»t
•ogerblik niet zeggen, hij wil dat wel eens
^Defheer KRUIJSSE zegt, dat dit niet aan-
minister naar is komen ruiken, nu een jaar of
B geieden. Er werd gezegd, dat het toen wel
kiaar zou zijn, maar het stinkt nog.
De heer DiELPMANRan geen begrooting
van kosten worden meegedeeld.
De heer OGDUIj: Rat doet niets ter zake,
maar dat zal 300 zyn.
De VUORaITTER: 400.
De heer DiELKiviAN s-aat op het standpunt
van den heer Van de Bilt, dat er toch wel al
meer eens is afgeweken om't een of ander op
te knappen en aangezien het bedrag dan toch
met zoo hoog is en niet valt te rekenen op hulp
van den powier, zou hij de vraag widen Snel
len of het niet op een accoordje kan worden
gegooid, dat adressant en de gemeente i_uer
de helit betalen. Dat maakt dan toch zoo geen
verschil met het een deide deel. Door den
heer Kruijsse is toch ook meegedeeld, dat de
zaak eigenlijk niet in orde is. Werd h.erop
ingegaan, dan was de kwestie opgelost.
Ue VUORAITTER geloott niet, dat Burge
meester en Wethouders bereid zullen zijn, dit
voorstel over te nemen; een derde was het
uiterste dat ze wilden doen.
ue neer DuuKs geioom dat Burgemeester
en Wethouders met een billijk voorstel zijn
gekomen. Adressant heeft er zelf het grootste
belang bij. Zijn grond gaat er f 500 in waarde
mede voormt, en dan is het toch een voordeel,
als hij dat voor f 250 gedaan kan knjgen.
Zijn nu gescheiden stukken grond vormen dan
een geheel.
De heer DIELEMAN zit voor de moeilijk-
heid dat het een toestand is die naar zijn
meening behoort opgeiost te worden. Nu
wordt gezegd het is geen polderbelang en de
gemeente heeft er maar weinig belang bij,
maar daar aan de Sassing was het toch e gen-
lijk ook een polderbelang en dat heeft de ge
meente geheel opgeknapt. Dat kostte geen
200, doch f 1000. Hij vindt het jammer, dat
de polder niet wil meewerken, maar, waar dit
zoo is, wil hij voorstellen dat de overblijvende
partijen, de gemeente en adressant, ieder de
helft zullen betalen.
De VOORZITTER is het eens met den heer
Kruijsse, dat het wel gemakkelijk is om maar
tegemoet te komen aan alle verzoeken, maar
dat men toch met de financlen ook rekening
moet houden.
De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat
hij het wel een billijk voorstel vond van Bur
gameester en Wethouders om een derde der
kosten voor rekening der gemeente te nemen,
maar hij is opgekomen tegen de stelling, dat
dit altijd zoo was.
De heerKOSTER deelt mede, dat aan
adressant eigenlijk de pap in den mond ge-
geven is, om ook met een verzoek bij het pol
derbestuur te komen. Dit kan daarover ech
ter niet beslissen, maar, werd er gezegd, dan
kan er in de Mei-vergadering over beslist
worden. Het kan best zijn, dat er dan afwij-
zend zou worden beschikt, maar op htt oogen-
blik kan toch niet met eenig recht gazegd
worden, dat het polderbestuur niet wil mee
werken. Het is voor adressant van het meeste
belang." Indien de sloot gedempt wordt, dan
wil dit daarom nog n.et zeggen, dat hij zon-
der meer gabruik mag maken van de strook
grond, ter plaatse waar de sloot gelegen
heeft. Hij moet dan daarvoor vergunning
hebben van het polderbestuur, die deze zeker
wel verleenen zal, tegen betaling eener ge-
ringe retributie, maar waarbij eventueel zeker
rekening zou gehouden worden met de rente
van het' kapitaal dat de polder, indien zij in de
kosten zou bij dragen, daarvoor zou hebben
moeten betalen. Hij wijst er op, dat adressant
overigens zeer vreemd handelt, want er ligt
nog een strook grond van een paar meter langs
de straat, die hij ook in gebruik zou kunnen
krijgen, maar die wil hij niet eens.
De heer P. DE FEIJTER gelooft, dat Kos
ter gevoelt, dat hij in den raad eenigen rugge-
steun heeft en wil daar voordeel uit halen.
Als hij zijn grond verbeteren wil, zou hij het
voorstel van Burgemeester en Wethouders met
beide handen moeten aangrijpen. lets anders
is voor spreker de vraag, of de polder Be-
oostenblij, als deze door omlegging van den
afvoer van haar polderwater, deze sloot niet
meer noodig heeft, niet kan weigeren verder
het water uit het gemeenteriool te ontvangen.
Dan zou men wel een riool hebben, maar geen
uitwatering.
De heer KOSTER deelt mede, dat daarom-
trent door de gemeente met den polder een
overeenkomst is gesloten.
De heer KRUIJSSE voegt hieraan nog toe,
dat er indertijd door de gemeente aan den
polder recognitie werd betaald, om het riool-
water in den polderwatergang te laten loopen,
Later vroeg de polder om water af te voeren
door de sloot van de gemeente achter de gas
fabriek en dat is toen van wege de gemeente
toegestaan, onder voorwaarde dat dan de door
de gemeente op grond der eerst gesloten over-
eenKomst betaalde recognitie verviel.
De heer P. DE FEIJTER kan zich dan wel
met het voorstel vereenigen om van wege de
gemeente een derde deel der kosten te dragen-
De heer DIELEMAN stelt voor om te onder-
zoeken of de heer Koster genegen zou zijn een
overeenkomst aan te gaan, dat hij en de ge
meente ieder de helft betalen.
Dit voorstel wo.dt verwoipen met 6 tegen
5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van de B it, C^es-
sens, Wolfert, Dieleman en 't Gilde; te "en
stemmen de heeren J. de Feijter, Koster, Van
Dixhoorn, P. de Feijter, Oggel en Kruijsse.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou-
de heeren Van de Bilt, Claessens en
Een missive van den Commissar's der
Koningin in Zeeland, waarbij wordt toege-
zonden een uittreksel uit het kon nklijk besluit
waarbij met in-gang van 16 December a.s. is
herbenoemd tot burgemeester dezer gemeente
de heer F. Blok.
De heer VAN DIXHOORN meent de tolk
te zijn der vergadering, wanneer hij den
Voorzitter met deze herbenoeming geluk- j
wenscht en spreekt tevens de hoop uit, dat
het hem gegeven moge worden nog vele jaren
werkzaam te mogen zijn tot welzijn dar ge
meente.
De VOORZITTER zegt dank voor deze
waandeerende woorden, en wil herhalen het-
geen hij heeft gezegd bij het aanvaarden van
zijn ambt: dat hij zijne krachten wil geven
om te werken voor de belangen der gemeente
en der ingezetenen.
3. Benoeming van een lid van het Burger-
lijk Armbestuur.
De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot
het benoemen van een lid van het Buigerlijk
Armbestuur ter voorziening in de vacature
omtstaande door periodieke aftred.ng van den
heer A. Esselbrugge, met welke door het be-
trokken college ter benoeming wordt arnbe-
volen Levs. Dieleman.
Hij noodlgt de heeren Van de Bilt en Wol
fert uit voor deze en de nog volgende stem-
irungen met hem het stembureau te vormen.
De heer Esselbrugge wordt herbenoemd met
10 stemmen; 1 stem is uitgebracht op den
heer W. van Everdingen.
4. Benoeming ljd der Commissie van Toe-
zicht op het Lager onderwijs.
De VOORZITTER verzoekt over te gaan
tot het benoemen van een lid der Commissie
van Toezicht op het Lager onderwijs, wegens
periodieke aftredimg van Lev. de Putter,
met wie ter benoeming wordt aaribevolen Lev.
van Hoeve.
De heer De Putter wordt herbenoemd met
9 stemmen; op de heeren Van de Bilt en J. de
Feijter is ieder 1 stem uitgebracht.
5. Benoemen leden der Commissie tot
wering van schoolverzuim.
De VOORZITTER deelt mede, dat wegens
aftreden van alle leden der Commissie tot
wering van schoolverzuim een benoeming van
nieuwe leden moet plaats hebben.
Voor de 9 categorien ingezetenen, waaruit
die commissie moet bestaan, worden aanbe-
volen de volgende dubbeltallen.
1. A. E.' C. Kruijsse, 2. J. A. van Hoeve;
1. D. A. van Houte, 2. C. Dijkwel; 1. A. Es
selbrugge, 2. P. A. van Hoeve; 1. J. L. J.
Maris, 2. H. J. Hoebe; 1. A. van t Hoff, 2.
C. L. de Smidt; 1. A. J. Hoi, 2. A. J. Schie-
man; 1. P. P. M. de Kort, 2. A. J. Claes
sens; 1. C. F. Kesbeke, 2. C. B. Antheums;
1 P. Koole, 2. C. F. Dieleman
De heer't GILDE spreekt zijn teleurstelhng
uit, dat voor geen enkele vacature een arbei-
der als candidaat wordt aanbevolen. De aan-
bevolenen zijn zeker alien, achtenswaard.ge,
notabele burgers, maar hij meent, dat in die
commissie een arbeider toch ook wel een goed
figuur zou kunnen maken, en over genoeg
kennis en ervaring beschikken om aan de
vverkzaamheden dier commissie te kunnen
deelnemen.
De heer KRUIJSSE spreekt dat met tegen,
maar wijst er op, dat er geen enkele vacature
is; alle aftredenden zijn besch'.kbaar en als ei
geen bijzondere redenen voor zijn passeert men
die toch niet op de aanbeveling
De heer 't GILDE merkt op, dat men dan
toch als tweede candidaat in dien kring per-
sonen had kunnen aanbevelen.
De heer VAN DE BILT merkt op, dat de
leden toch de aanbeveling kunnen aanvullen.
De heer 't GILDE weet ook wel wien hij
stemmen zal.
De uitslag der stemming is voor de ver-
schillende categorien aldus:
le. A. E. C. Kruijsse 9 stemmen, A. t Glide
en W. van Everdingen 1 stem.
2e. J. L. J. Maris 10 stemmen, W. van
Everdingen 1 stem.
3e. P. P. M. de Kort, 10 stemmen, W. van
Everdingen 1 stem.
4e. D. A. van Houte 10 stemmen, W. van
Everdingen 1 stem.
5e. A. van 't Hoff 10 stemmen, W. van
Everdingen 1 stem.
6e. C. F. Kesbeke 10 stemmen, W. van
Everdingen 1 stem.
7e. A. Esselbrugge 9 stemmen, P. A. van
Hoeve en W. van Everdingen ieder 1 stem.
8e. A. J. Hoi 10 stemmen, W. van Everdin
gen 1 stem.
9e. P. Koole 8 stemmen, C. F. Dieleman 2
en W. van Everdingen 1 stem.
6. Benoemen van 2 leden der Commissie
van Advies voor steun aan werkloozen.
De VOORZITTER geeft te kennen dat de
leden der Commissie van Advies voor steun
aan werkloozen, de heeren J. M. Baert en J.
Weijns, hebben opgehouden lid van den raad
te zijn, en dat mitsdien in hunne plaats 2
leden van den raad moeten worden benoemd.
Door Burgemeester en Wethouders worden
aanbevolen de heeren Van de Bilt en Wolfert.
De heer P. DE FEIJTER vraagt, of er ook
een tijdstip is bepaald waarop de leden dier
commissie aftreden.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend;
Burgemeester en Wethouders zouden de leden
dit jaar nog eens willen laten doorwerken.
De heer DIELEMAN deelt mede, dat er dan
nog een derde lid zal moeten worden gekozen,
want hij ziet zich in verband met zijn werk-
zaamheden genoodzaakt te bedanken voor het
lidmaatschap der commissie; als hij niet ge-
regeld aan de werkzaamheden kan deelnemen
heeft de commissie aan hem toch maar een
half lid.
De heer OGGEL is van gevoelen, dat de heer
Dieleman toch zeker zijn lidmaatschap behoort
te handhaven; de commissie bestaat voor het
verzorgen van een belang dat blijkens de door
hem meermalen in den gemeenteraad gehouden
besprekingen ten zeerste zijne belangstelling
heeft en dan kan hij daarvoor juist in de com
missie zijn beste krachten gebruiken.
De heer DIELEMAN verklaart het altijd
met genoegen te hebben gedaan, maar men
kan ten slotte. toch niet te veel van iemand
eischen; het kan er bij hem niet meer af.
De VOORZITTER: Dat moet de heer Die
leman zelf beoordeelen, wij zouden dankbaar
zijn, indien hij zijn lidmaatschap wilde hand-
haven.
De heer DIELEMAN blijft er bij, dat hy
zijn ontslag neemt.
De VOORZITTER antwoordt, daamaar ee-
vraagd, dat lid der commissie zijn de heeren:
P. de Feijter, Baert, Weijns en Dieleman, als
I'd van den gemeenteraad, en Deurwaarder,
Tatenhove, Goossen en Claessens als vertegen-
woord'gers van organisaties. Voor Claessens
zal ook een ander moeten worden benoemd,
aangezien die geen vereeniging meer vertegen-
woordigd. Er zal worden uitgezien naar
iieunaiiu urt ue bouwvakivtn.
Inge vol ge de mededieelmg van den heer
Dieleman zal dan ook nog een ander lid u.t den
gemeenteraad in zijn piaats moeten worden
aangewezen.
nee. vjGGEL meent, dat het ook iemand
buiten den raad kan zijn. Deze vacature zou
ook nog eens Ku.men worUen hangeuoudm.
De VOORZITTER stemt d.t laatste toe,
doen me.Ki, op, uat \oi„ens het ra^d^besluit
waarbij de comm.ss.e werd ingesteld daarvan
4 raaosieden zouden deelmaken.
De heer 't GinuE: En 4 werknemers.
IKsmten woidt, het voorz.en in de vacature
ontsiaande door de ontsiagneming door den
heer uieieman in een volgende veigadering te
voorzien.
Voor de twee andere vacatures worden be
noemd de heeren Wolfert met 9 en Van de
B.H met 7 stemmen.
Verder zijn uitgebracht op de heeren ',t Gilde
3, Claessens, Roster en J. de Fey ter ieder 1
stem.
7. Definitieve benoeming boekhouder gas-
fabriek.
Burgemtester en Wethouders stellen voor, in
overeenstemmmg met het advies der gascom-
m.ssie en den accountant der bedrijven, den
tijdeirjken boekhouder der gemeenteg.isiabriek,
den heer A. P. le Feber, definitief te benoemen,
op een jaarwedde .evens penns.oengrondslag)
van J ryuU, zuiks met mgang van 1 Januarl
1928.
ue heer 't GILDE meent, dat de aanvangs-
jaa. wtiUde toch j i860 was
De voUKALi iLK: Ju.st, doch de heer Le
Feber is met 1 Januari een jaar in d.enst.
De heer VAN DE BILT vraagt of die func
tie den geheelen mensch vergt. Wat is zijn
werk?
JUe VOORZITTER antwoordt, dat dit zeer
omvattend is, het is reeds zeer druk en als de
gasvoorz.en.ng naar Ter Neuzen geheel in orde
zal zijn, zal men het zelfs met met een man
af kunnen. Indien de heereii z.cli willen
overtu.gen van den aard en den omvang der
werkzaamheden, moeten ze op het kantoor
maar eens een kijKje nemen.
Ue heer VAN DE BILT verklaart geen aan-
merkinig te willen maken op het traccement,
doch wenschte te weten of de boekhouder werk
ge.ioeg iuul om zjjn uag te vullen. Tegen-
woordig moeten de menschen werken voor hun
geld. y;
Ue VOORZITTER deelt mede, dat de boek
houder dikwyls ook nog in de avonduren werk
zaam is.
De heer VAN DE BILT zou het toch ge-
wenscht achten, dat artikel 8 der instructie
zoodan.g werd gewijzigd, dat daarin omschre-
ven wordt, dat hem ook ander werk kan wor
den ppgedragen, dat hem b.v. kan worden op-
god.agun aas.sieniue te verleenen voor werk
op de secre.arie, bij drukte of ziekte van een
der ambtenaren.
De VOORZITTER acht het niet noodig, dat
in de insiruet.e ve b^pd'tn, a..i u. m.-
Le Feber, indien dit noodig bleek, niet onge-
w.llig zou zijn zulke diensten te verrichten.
De heer OGGEL gevoelt er toch ook wel
voor, dat vast te leggen in de instructie, dan is
hij het verpl.cht, en is het geen goedigheid
van hem, als hij zulk werk verricht.
De VOORZITTER acht het niet noodig om
de aangegeven reden en ook op grond, dat de
vverKzaamneden van den boekhouder zelf, dat
niet zouden mogelijk maken; hij herhaalt, dat
deze het zoo volhamlig heeft, dat hij d.kwijls
tot in de avonduren moet werken. De heeren
kunnen dat zelf onderzoeken.
De heer CLAESSENS merkt op, dat de
directeur toch ook nog administratie doet.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het,
bij een goede verhouding tusschen den direc
teur en den boekhouder niet noodig zou zijn,
dat deze bestellingen en aanvragen doet. In-
d.en de heeien overeenkwamen, dat des mor-
gens de post werd geopend en besproken en
als de directeur dan te kennen gaf wat hij
wenschte geschreven te hebben, kon dat in den
loop van aen dag door den boCKhouder Worden
gereedgemaakt en door den directeur bij de
volgenue bijeenkomst geteekemd. De directeur
behoeft dus niet zelf correspondence te voe
ren.
De heer VAN DE BILT: Ik blyf toch prijs
stellen op wijziging der instructie.
De VuORzl'i t'ER: Dat kan toch ten alien
tijde?
De heer OGGEL acht het ook geen bezwaar,
dat hetgeen de heer Van de Bilt wenscht er in
staat; mocht het dan nood g. wezen, dan kan
over de boekhouder voor ander werk besch kt
worden. Hij vindt het geen bezwaar aan het
verlangen van den heer Van dfe Bilt te voldoen.
De VOORZITTER acht het ook niet bepaald
een bezwaar, doch stelt voor, het voorstel dan
te renvoyeeren naar Burgemeester en Wethou
ders, opdat deze hft eens op pap er kunnen
zetten.
De heer OGGEL wijst er op, dat de boek
houder thans nog moest worden benoemd en
dat het daarom .fianbeveling verdient de in
structie voor dien de benoeming te wijzigen,
daar er anders bezwaar tegen zou kunnen ge
maakt worden.
De heer CLAESSENS merkt op, dat h t
moeilijkheden zou kunnen veroorzaken om op
de secretarie te helpen, daar de boekhouder
toch zijn kantoor moet openhouden voor het
afgeven van cokes-bons enz.
De heer OGGEL acht het ook mogelijk, dat
de boekhouder eventueel ten zijnen kantore
schrijfwerk verricht voor de secietarie. Het
zal zeldzaam voorkomen, maar in die zeldzame
gevallen heeft men bij wijziging der instructie
recht op die hulp.
De heer KRuIJSSE acht het in elk geval
noodig, dat het goed omschreven woidt en
meent, dat men daar niet klakkeloos zoo'n be
sluit kan nemen.
De heer OGGEL geeft dan in overwegmg de
benoeming te doen geschieden onder de bepa-
ling, dat de instructie nader zal worden her-
zien.
De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat
men de zaak van 2 kanten moet bekijken; hij
gelooft, dat het weinig zal*voorkomen, maar
de mogelijkheid is toch niet uitgesloten, dat
het noodig kon zijn. Staat het in de instruc
tie, dan kan de boekhouder er geen bezwaai
tegen maken.
De heer OGGEL wijst op het geval. daf de
gemeente-ontvanger met verlof gaat. Dan kon
de boekhouder hem vervangen.
De heer VAN DIXHOORN zegt nog, dat er
meestal, als extra-werk wordt opgedragen,
extra-belooning gevraagd wordt Wordt deze
kwestie vooraf geregeld, dan voorkomt men
d^De VOORZITTER zou het toch eerst wel
eens willen bekijken.
De heer't GILDE zou er bezwaar te^en heb
ben, dat de boekhouder der gasfabriek den
gemeente-ontvanger zou moeten assisteeren.
De heer OGGEL bedoelt ook niet het er-
leenen van assistentie, doch het vervangen hij
verlof of ontstentenis.
De VOORZITTER kan er ook genoegen mee
nemen, dat de benoeming gesch:edt onder
vi er te wiiz'gen instructs doc1-! 7ou r'e wu-
ziging zelf toch nog wel eens onder de oogen
willen zien.
De raad vereenigt zich hiertmede, terwyl de
heer VAN DE BILT opmerkt, dat het toch
beter was hierover thans te spreken, dan na
de benoeming.
Met 10 stemmen wordt de heer Le Feber
benoemt; 1 brief je is bianco.
8. Benoeming gemeenteopzichter.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
over te gaan tot he.t benoemen van een ge
meenteopzichter, ter voorziening in de vaca
ture ontstaan door het aan den heer F.lius
wegens vertrek naar elders verleend eervol
ontslag, voorloopig op eene jaarwedde van
2vU0, met ingang van 1 Januari 1928.
Uit de ingekomen sollicitaties is de volgen
de alfabetische gestelde voordracht op gemaakt:
D. van den Berg te 's Gravenhage; A. P. Ize-
boud te Middelburg en Iz. B. van Verre te
Goes,
Met 7 stemmen wordt benoemd de heer V an
den Berg; op den heer Izeboud zijn 4 stemmen
uitgebracht.
De heer 't GILDE zou "Burgemeester en
Wethouders met nadruk willen verzoeken, art.
5 der instructie voor den gemeenteopzichter,
waarbij het dezen verboden wordt andere amb-
ten of bedieningen te vervullen of werken
voor derden uit te voeren. Hij wenscht thans
te meer absolute handhaving dezer bepal.ng,
aangezien er nu in de gemeente ook menschen
zijn die trachten in deze branche hun brood
te verdienen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het aan
de sollicitanten uitdrukkelijk is gezegd, dat
het hun verboden wordt werk voor particulie-
ren te verrichten.
9. Opheffing onbewoonbaarverklaring ran
eene woning.
Naar aanleiddng van een ingekomen adres
van H. Willemsen, die daarin te kennen geeft,
dat aan de woning staande te Kijkuit, plaat-
selijk geimerkt K no. 49 de aangegeven ver-
beteringen zijn aangebraeht, en hij op g.ond
daarvan verzoekt de onbewoonbaarverklaring
op te heffen, stellen Burgemeester en Wethou
ders, overeenkomstig het advies der Gezond-
heidscommissie zetelend te Ter Neuzen, voor,
aldus te besluiten.
De heer 't GILDE geeft te kennen, dat z.i.
nit dit voorstel nog niet blijkt van den £oe-
den wil om te komen tot vermindering en op-
ruiming van krotwoningen. Slechte woningen
worden in stand gehouden, terwijl er in de
Julianastraat verscheidene mooie woningen
leegstaan. Dit gaat volgens hern den ver-
keerden kant uit, want nu blijft men er de
voorkeur aan geven in krotwoningen te wo-
nen. Hij kan aan het voorstel zijn stem niet
geven.
De VOORZITTER merkt op, dat de onder-
havige woningen bij raadsbesluit van 28 Oc
tober 1926 onbewoonbaar is verklaard, wegens
verschillende gebreken. Nu daarin blijkens
het advies van den gemeertteopzichter en de
Gezondheidscommissie is voorzien, kan niet
meer gezegd worden, dat het een krotwoning
is, en dient de onbewoonbaarverklaring te
worden opgeheven.
De heer DIELEMAN gelooft, dat de heer
't Gilde zaken verward. Hij meent, dat de
raad het moet toejuichen, dat zulke woningen
verbeterd. worden, waardoor ze weer bewoon-
baar zijn. De heer 't Gilde moet hieraan niet
vastknoopen, dat de menschen uit goede wo
ningen loopen, want dat heeft een andere
reden, die woningen zijn voor de menschen
veel te duur om te betalen, dat huisje is na-
tuurlijk veel goedkooper. Het is in Axel vol
doende bekend, dat, zoodra het bekend wordt,
dat er een klein huisje vacant komt, de men
schen loopen om er bij te zijn om dat te kun
nen huren. Spreker meent, dat het straks
een onhoudbare toestand wordt. De ten op-
zichte der huizen in de Julianastraat genorr.en
maatregel. werkt niet goed. Hij zou de huur
daar voor alle gelijk willen stellen. Er zijn nu
enkele die verlaging gekregen hebben, maar
dat prikkelt anderen, hij gelooft ook niet, dat
het voor Burgemeester en Wethouders ge
makkelijk is, om in deze te zeggen wie wel en
wie niet verlaging krijgen. Waar er nu nog
13 leeg staan, bewijst het wel, dat het niet
goed gaat; stelt men voor alle de huurprijs
gelyk, op f 3, dan zullen ze misschien alle-
maal spoedig bewoond zijn.
De heer OGGEL verwacht dit niet.
De heer DIELEMAN meent, dat ze dan toch
vlugger zullen loopen om er in te komen, het
geen ze nu niet doen, omdat buurman iets
minder moet betalen, aangezien hij wordt ge-
acht geen 4 te kunnen betalen. Voor da
meeste menschen is f 4 onbetaalbaar.
De heer OGGEL: Daarom worden ook wo
ningen verhuurd voor f 3 aan de menschen die
daarvoor in aanmerking komen.
De heer DIELEMAN: Maar waarom most
de een /4 en een ander 3 betalen voor de-
zelfde woning.
De VOORZITTER merkt op, dat het niet
gaat over de woningen in de Julianastraat,
doch over de woning K no. 49.
De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat
het hem toch plezier doet, dat het voorstel be-
treffende deze woning aanleiding is geweest
tot de mededeeling dat het besluit omtrent de
woningen in de Julianastraat niet goed is.
De VOORZITTER verzoekt, als een daar
over wil spreken, dat dan te doen bij de ora-
vraag.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met 10 stemmen
tegen 1.
Voor stemmen de heeren Van de Bilt, Claes
sens, Wolfert, J. de Feijter, Koster, Van Dix
hoorn, Dieleman, P. de Feijter, Oggel en
Kruijsse; tegen stemt de heer 't Gilde.
De heer OGGEL vraag, of de heer 't Gilde
dan geen vertrouwen stelt in het advies van
den gemeenteopzichter en de Gezondheidscom
missie.
De heer 't GILDE heeft niet gezegd, dat hij
daarin geen vertrouwen heeft, maar het gaat
niet den goeden weg op.
De heer KRUIJSSE wil wel mededeelen, dat
het met die woning nog geen ideale toestand
is, maar na de daaraan verrichte herstellingen
kan toch niet meer gezegd worden, dat die
onbewoonbaar is.
10. Verbetering van het postvervoer.
Van den heer VAN DIXHOORN is ingeko
men het volgende schrijven:
Ondergeteekende doet het volgende schrif-
telijke voorstel, afgezien van de reeds gedane
pogingen van het Dagslijksch Bestuur, bet.ef-
fende de gewensch,te plaatselyke verbeterin-
gen in den dienst van de posterijen, zooals
medegedeeld door onzen Voorzitter in de vo-
rige zitting van 3 November 1927.
„De raad der gemeente Axel, besluit Bur
gemeester en Wethouders op te dragen, alle
pogingen in het werk te stellen bij het Hcofd-
bestuur der Posterijen, dat:
1. voortaan het postvervoer voor deze
streek per tram over Walsoorden wordt ge-
leid. Hierdoor wordt een groote tijdsbespa-
ring verkregen en is men verzekerd:
a. dat zoo min mogelijk stagnatie van d«
weersgesteldheid wordt ondervonden bij het
ontvangen en het verzenden der poststukken
richting Holland en niet zooals dezer da "en is
gebeurd men door mist verstoken blyft van
alle Hollandsche post;