ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD YOOB ZEEUWSCH-VIAANPEREN. e wara/sr-art; wssra iissr"- -- - No. 8157. Woensdag December' 1927. 67e Jaargang. AB0HKEMENTSPRI1S: TWEEDE BLAD. GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. Dit blad verschijnt lederen Haandag-, Woensdatf. en VrUdastavond. cieelen steun te mogen ontvangen, die o.m. kan worden verleend, door toe te treden. als begunistitger, waartae reeds meerdere gemeen- ten zijn besloten; dat deze financieelen steun voor de Vey- eemging ook een groote iclieele waarde heeft, dat gemeenten en andere lichamen als be- gunstjger kunnen toetreden, met een minimum heer J. de Feijter, Burge- contributie van 10 per jaar; dat de contributie voor gewon.e leden mins- Vergadering van Vrijdag 2 December 1927, des namiddags 1 uur. de Voorzitter ■wester. j Vegenwoordig de leden: A. de Feijter, S. van Hoeve, A, de Koeijer, D. Dees, C. H. H. Wisse, M. Defeker, A. Haak, A. Dees, H. Bak ker, J. de Regt en A. Jansen, benevems de •eeretaris J. Stolk. 1. Opening. Be VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. 2. Notulen. Be heer D. DEES merkt naar aanleiding van de ter goedkeuring aangeboden notulen der vorige vergadering op, dat het vermelde v«« het door hem bij de behandeling van het voorstel tot het instellen van een afzonderlij- kon keuringsdienst voor deze gemeente ge- •prokene niet duidelijk doet uitkomen, dat het bi» hem is voorgekomen, dat de hier wonende voearts, de heer Dees, juist bij hem op het hof was gewe'est, bij een zijner dieren, en dat hij daarop voor datzelfde stuk vee den keurmgs- voearts uit Axel moest ontbieden, voor nood- •iachti ng. Hij heeft n.l. gezegd: „dat hij het nog dezen ,j»mer heeft gehad, dat hij de hulp van den „v«earts had ingeroepen voor een stuk vee, en ..boon die hulp niet naar wenseh slaagde, en jidaarom tot noodslachting moest worden over- „gegaan de eene veearts nog niet van de hoeve „was of de andere er weer bij moest gehaald .worden, ter keuring van dat uit nood ge- ..•tachte stuk vee". Spreker zou hiervan gaar- „ne aanteekendng zien in de notulen. De VOORZITTER zegt dit toe. De notulen der vergadering van 3 October 1J. worden hiema met algemeene stemmen ▼aetgesteld. 3. Mededeelingen. Dat op 25 October 1.1. zijn opgenomen boe- leeia en kas van den gemeente-ontvaniger, de •ntvangsten tot dat tijdstip bedroegen f 72.317,61 en de uitgaven f 60.173,40, zoodat in kas moest zijn f 12.144,21. Met betrekking tot het verschil geconsta- werd bij de kasopname dd. 29 September daaraanvoorgaande deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat nader is gebleken. dat •.a. bij die opname geen rekening is gehouden *et. het debetsaldo bij de Ned. Bank van ftemeenten. Aangenomen voor kennisgeving. 4. op Ingekomen stukken. a. Eene beschikking van Gedeputeerde Sta te® van Zeeland dd. 4 November 1927, nummer Jll-1 3de afdeeling, houdende besluit tot vast- atelling van de jaarwedde van C. A. Wisse als ambtenaar van den Burgerlijken Stand, «vp 80 en die van J. P. Geelhoedt op f 380, een en ander met ingang van 1 Januari 1928. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een besluit van Gedeputeerde Staten dd. 11 November 1927, nummer 60, lste af deeling houdende definitieve vaststelling van tie rekening dienst 1926. Aangenomen voor kennisgeving. t. Een beschikking van Gedeputeerde Sta ten houdende verdaging van hunne beslissing het raadsbesluit tot vorming van een af inderlijken vleeschkeuringsdienst. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een sdhrijven van de Koninklijike Neder- lamdsehe Politiehondvereeniging, luidende als volgt: Met verschuldigden eerbied brengen onder geteekenden, te zamen vormende het Hoofd- befttuur van de Koni nk 1 ijkc Nederlandsche Politiehond Vereeniging onder Uwe aandacht dat bovengenoemde vereeniging, wier sta- tuten zijn goedgekeurd bij Koninklijk Besluit ran 16 April 1909, No. 57, zich ten doel stelt: a. de africhting van den raszuiveren hond voor den speurdienst en veiligbeidsdienst in den mpeist uitgebreiden zin; b. de opleiding van daartoe geschikte per- ••nen tot bekwame leiders; e. het gebruik van den afgerichten hond beivorderen; d. het fofeken van voor bovenbedoeld doel gachikte homlen, dat zij een en ander traeht te bereiken en met succes reeds heeft bereikt door: I. jaarlijks de gelegenheid openstellen tot verkrijging van certificaten, waartoe op eenige plaatsen in het land keuringen worden gehouden; II. afdeelingen op te riohten in de ver- ••hillende provincien; III. wedstrijcten en demonstratie uit te •chrijvein. of het houden daarvan te bevorderen, IV. een officieel orgaan uit te geven, litte- ratuur, den politiehond betreffende, te ver- aamelen en inlichtingen te versdhaffen omtrent alles wat den afgerichten hond en diens ge bruik betreffen; dat het groote nut van een goed afgerichten jKditiehond meer speciaal wat betreft zijn dienst bij het opsporen van verdachten, van verloren voorwerpen (overtuigingsstukken) bet redden van dremkelingen, het optreden tegen stroopers, alsmede ter assistentie van den bij avond en naoht alleen surveilleerenden polit'ieman en vooral ook het onschatbaar pre ventief werk, door de meeste bekende politie- ft«toriteiten wordt erkend en gewaardeerd; dat de inkomsten der vereeniging bestaan •it de contributie der leden; dat de Rijkssubsidie de laatste jaren tot op de helft is teruggebracht; dat de jaarlijksche Inkomsten niet voldoende zijn om volledig te kunnen beantwoorden aan bet boven omschreven doel; dat voor de Vereeniging van overweigend Uwe gemeente finan tens 2,50 per jaar bedraagt. Burgemeester en Wethouders in aanmerking genomen, dat aan de Politiehonden-vereeni- ging „Zeeuwsch-Vlaandereri", reeds een sub- sddie is toegekend van 5 s jaars, stellen voor op het adres afwijzend te beschikken. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. e. Een adres van C. Pladdet, luidende als volgt: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat in het voor jaar van 1927 door Burgemees ter en Wethouders van Zaamslag publiek is aahbesteed het leggen van trottoirs, dat door Burgemeester en Wethouders bij de aanbeste- ding uitdrukkelijk is gezegd, dat het ven-oer der materialen rnoet geschieden door vracht- rijders van Zaamslag en onder hen gelijk moet verdeeld worden. a. dat van de buizen, banden en tegels te leve- ren, aannemer is geworden C. van Fraaijen- hove te Zaamslag-Spui, dat bovengenoemde aannemer zich geenszins heeft gehouden aan de opdraciht van Burgemeester en Wethouders, maar het grootste gedeelte heeft laten ver- voeren door zijn zwager J. A. Lensen, zoodat ondergeteekende een zeer klein gedeelte heeft. kunnen vervoeren, waardoor hij aanzienlijke schade gieleden heeft. b Dat tot op heden de aannemer hem niet betaakl heeft, daar hij eerst schriftelijk en daarna persoonlijk bij hem aan huis is geweest en betaling verzoc'ht heeft. Dat hij weigert een gedeelte te betalen, om reden dat mijn halfbroeder W. Loof uit Ter Neuzen, drie wagens op het terrein van de N.V. „De Hoop" gebracht heeft, en daar voor mij met tegels geladen, om vlugger door ms ver\-oerd te kunnen worden. Om deze reden verzoek ik U beleefd mede- .werking, dat spoedig volledige betaling ge- schiede, en wanneer geen volledige betaling volgt, mij schadeloos te stellen voor eventueele kosten van vervolging. Burgemees-ter en Wethouders deelen^ mede, dat de zaak waft het hierom gaat, zich als volgt heeft toegedragen: Bij de gunning van de levering van de be- noodigde tegels, bamlen enz., was door Burge meester en Wethouders bepaald, dat het ver- voer moest plaats hebben door voerlui van Zaamslag. Het standpunt van den aannemer voor de levering van de tegels e.a. schijnt nu te zijn, dat door W. Loof uit Ter Neuzen een drietal wagens zijn aangevoerd en hij daartoe geen order heeft gegeven en mitsdien betaling weigert. De meerdenheid van Burgemeester en W et houders is daarom van meaning, dat het hier een quaestie geldt tusschen Pladdet en Van Fraaijenhove, en het dus zaak is zicih van ge- meentewege daarmede niet in te laten, de min- derheid daarentegen wenscht den raad voor te stellen Burgemeester en Wethouders uit te noodigen Van Fraaijenhove te verzoeken Plad det ten spoedigste te betalen. De VOORZITTER merkt naar aanleiding hiervan nog op, dat alien weten, dat de alhier wonende voermans met elkaar in kwestie leven en dat is niet gemakkelijk. Een paar jaar ge- leden is hier een verbazend groat werk uit- gevoerd waarbij veel vervoer was, dooh waar- aan Pladdet niets had kunnen_ verdienen en Spreker heeft deze kwestie bij Burgemeester en Wethouders besproken en in overwegmg gegeven den aannemer eens in de vergadering van Burg, en Weth. te laten komen, dcc.h de wethouders waren het daaromtrent niet met hem eens, zoodat er geen besluit geval- len is. De man moet toch echtsr hier of daar zijn recht zoeken en dit is de oorzaak, dat hij daarom met een adres bij den raad komt. Spre ker vraagt nu hierop bet oordeel der leden. Hij meent, dat Pladdet geholpen moet worden. De heer HAAK vraagt, of, toen het met goed liep tusschen den aannemer en de voerlui Kurgemeester en Wethouders beide partij-en nooit eens bij zich hebben laten komen. De VOORZITTER: Niet de voerlui, maar wel Van Fraaijenhove, en ik heb hem gezeg 1, dat hij zich aan de voorwaarde moe^t houden. De heer HAAK acht dat optreden dan onvol- ledig; hij zou er meer in gezien hebben, als men beide partijen had ontboden, dan had men beter geweten hoe het zat, want als men maai een partij tegelijk hoort, zeg ieder zijn schoon- ste. Spreker gelooft wel, dat de aannemer geiieigd is, om de vracht voor 2340 tegels te betalen, maar niet voor 3100. Dat zal juast het verschil zijn, door die drie voer welke znn aangebracht met wagens van Gebr. Loof uit Ter Neuzen. Als nu in het bestek staat, da. de tegels moeten worden aangevoerd door voermans uit Zaamslag, dan staat de man natuurlijk formeel in zijn recht, als hij die met betaald en dan kan men hem daartoe met verplichten. Hii heeft aan spreker meegedeeld, dat hi] zijn zoon naar Pladdet gestuurd heeft met het bedrag voor de 2340 tegels, maar dat deze gewe'gend heeft, dat aan te pakken. Daaruit bljjkt dus bereidwilligheid tot betaling. De VOORZITTER komt op tegen de bewe- ring van den beer Haak, dat de aannemer m zijn recht zou zijn, om die 3 wagens met te betalen, aangezien die wel door Gebr Loof waren geladen, doch vervoerd door Pladdet alzoo door een voerman uit Zaamslag. Het was er alleen om te doen vlugger klaar te zyn Hii weet niet of dit op een Vrijd_ag_ geweest is, maar dan moet de man de vuilms m de ge meente ophalen en hij kan toch geen twee werken tegelijk doen. Er was ook nog ander vervoer, n.l. grond halen, Spreker verwondert er zich over, te hooren dat Pladdet geld zou hebben kunnen kri] gen en het niet te hebben a'hngepakt. Hi] heeft hem geadviseerd, dat eventueel te doen Plad det heeft aan spreker echter verteld, dat Vsn Fraaijenhove bij hem is geweest, terwijl hi] niet thuis was en dat hij toen weer is wegge- gaDc' heer HAAK voegt er nog aan .toe, dat Van Fraaijenhove een rekening bij zich had, voor het bedrag der 2340 tegels, maar Pladdet zeide, dat er een andere rekening moest zijn waarop de zoon te kennen had gegeven dat die andere rekening bij zijn vad-er was. Hi] w;eet nu ook niet hoe het in elkaar zit, het is moei- lil'k, want men hoort er altijd maar een. De VOORZITTER kan niet inzien, dat Van Fraaijenhove het recht zou hebben die 3 wa- sens niet te betalen. Burgemeester en Wet houders hadden geregeld wie het vervoer zou doen, doch indien dat door een ander gebeurde, dan nog had hij er niets mede te maken en was dit een zaak van Burgemeester en Wethouders Hij mengt zich dus op deze wijze m onze za ken, zegt spreker. De heer HAAK wijst er op, dat dit alles niet zou zijn voorgekomen, als de zaak goed gemarcheerd had, maar door het verschil tugchen de voerlieden. is de aannemer m moei lijksheden gekomen. De VOORZITTER: Maar het gaat toch met op, dat hij geld, dat hem door de gemeente voor anderen is uitbetaald, in den zak houdt. De heer HAAK zou het ook netter vmden, indien de aannemer alles betaalde, want hij heeft de tegels dan toch aangevoerd gekre zich daarover beklaa^d heeft. Er is toen van heeft de tegels dan toen wege Burgemeester en Wethouders ook nog gen, maar als hij het met doet vreest sp aannemer van het werk te be- dat men er.mets aan zal kunnen doen. getracht den wegen bet materiaal door voerlieden van mer te doen aanvoeren, doch die gaf te kennen, dat hij al aan menschen vast zat. Er was te voren niets bepaald en dus viel daaraan niets meei te doen. Toen nu dit jaar het leggen van de trottoirs werd aanbesteed, wilden Burge meester en Wethouders voorzorgen daartegen nomen en gaven voor de aanbesteding aan de aannemers te kennen, dat de aanvoer van de materialen gelijdelijk verdeeld moest geschie den door de voerlieden van Zaamslag. Tijdens het uitvoeren van het werk werd aan spreker meegedeeld, dat de aannemer Van Fraaijenhove zich niet aan die voorwaarden hield. Hij heeft hem toen bij zich laten komen en hem te kennen gegeven, dat spreker hoop- te, dat hij aan die bepaling de hand zou hou den, hetgeen werd toegezegd. Nu zegt van Fraaijenhove, dat Pladdet, did ook voerman is voor de gemeente voor het ophalen van de vuilms, dat Pladdet niet voldoende aanvoerde, dat hij niet kon of niet wilde en dat hij daar om een ander opdracht gaf, maar de aannemer is nimmer bij Burgemeester en Wethouders geweest om daarover te klagen, hetgeen hij dan toch had behooren te doen, waarna het college dan maatregelen had kunnen tveffen. Spreker kan dus niet zeggen, hoe het hiermede zit, maar wel weet hij, dat het niet is geloo- pen, zooals het moest. Pladdet, die tegels moest aanvoeren, doch wat moeilijk zat, heeft op zekeren dag zijn halfbroer Loof, in Ter Neuzen, geyraagd, drie wagens voor hem naar het terrein van „De Hoop'' te brengen, en die daar voor-hem te laden, opdat hij ze dan ten vervoer maar had af te halen. Dit is geschied en die tegels zijn dodt Pladdet aangebracht, maar Van Fraaijen hove wil voor die drie wagens het vervoer niet betalen, omdat van wege ,,De Hoop wa gens zijn afgegeven ten name van Loof, welke hij zegt niet te kennen, en er zich op beroe- pende, dat het vervoer door Zaamslagsche voerlieden moest geschieden. Maar bovend en is het gevolg. dot hii Ook het ve-*- e*- von de andere partij niet betaalt, zoodat Pladdet nog geen geld heeft ontvangen, waarnir ho vey- langend uitziet, aangezien hij toch ook zijn verschillende betalingen aon ambaehtsmanen wat dies meer zii moet doen. De heer 5e REGT vraagt, of het niet mo gelijk is den aannemer aan te manen het voile bedrag uit te betalen. De heer BAKKER dfeelt mede, dat Pladdet hem in den loop van den zomer al eens heeft verteld, hoe hij door de andere voerlieden be- handeld wordt. Het komt aan spreker voor, dat de raad verplicht is, hem te helpen, om van Van Fraaijenhove betaling te krijgen Deze is ook verplicht die 3 wagens te betalen, Wie die wagens gebracht heeft, daar heeft die aannemer niets mee te maken. Hij heeft zijn tegels ontvangen. De VOORZITTER: Hebt u misschien een motie voor te stellen? De heer BAKKER stelt voor, de volgende motie aan te nemen*. De raad der gemeente Zaamslag, op heden vergaderd, spreekt zijn afkeuring uit over de handelwijze van C. van Fraaijenhove, met be trekking tot de uitbetaling van het vervoer- loon aan C. Pladdet en verzoekt hem tot spoedige geheele betaling over te gaan. De heer D. DEES is van oordeel, dat het een zaak is die buiten den raad ligt en moet uitge- vochten worden tusschen Van Fraaijenhove en Pladdet. Er was gezegd, dat het vervoer gelijkelijik moest geschieden door voerlieden van Zaamslag en de raad kan hier mets aan doen. De heer DE FEIJTER weet, dat Van Fraaijenihove bereid is die 2300 tegels te be talen, maar geen 3100; hij heeft het vervoer betaald op grond van de ontvangen weeg- briefjes, daarbij zijn er drie van Gebn Loof en die kent h.j niet als voerlieden uit Zaamslag door wie het vervoer moest geschieden. De VOORZITTER als de man dan hier geen beroep heeft, zal hij nooit betaald worden. De heer D. DEES: Van Fraaijenhove wil het groote gedeelte betalen. De VOORZITTER: Dat zegt bij tegen mi] niet. Toen hij bij Pladdet kwam en dezen niet thuis vond zeide hii tegen de vrouw dan maar weg te gaan. Sedert 9 Augustus 1.1. loopt Van Fraaijenhove nu al met dat geld van Pladdet in zijn. zak. De heer WISSE sluit zich aan bij de woor- den van den heer Dees, dat deze zaak ivet in den raad thuis hoort. het is een kwestie tus schen den aannemer en onder-aannemer, die per deurwaarder moet worden uitgemaakt. Het werk is uitgevoerd, door Burgemeester en Wethouders opgenomen en goedgekeurd, het werk is daarop betaald, maar dat college of de raad staat er geheel buiten hoe die zijn onder- aannemers betaalt. Natuurlijk vindt spreker het billijk. dat de man betaald wordt, en hij vertrouwt dan o-ok wel, dat Van Fraaijenhove het doen zal. Hii had in het geheel niet verwacht, dat het zoover zou ziin geloopen en dat het adres zonder meer voor kennisgeving zou ziin aan<renomen, Nu het besproken wordt. wil hii wel me-»depbn. ook met Van FraaTenhove d'e kwe=t;p te heb ben besoraken. Hii gaf te kennen het vervopr te willen betalen behalve die 760. Spreker heeft hem er toen op gewezen, dat hy toch zedelijk verplicht was, die ook te betalen, aan gezien hij ze ontvangen had, Hij heeft hem nog gezegd: „als Pladdet nu eens bij je kwam, om die kwestie te bespreken, zou je dan niet genegen zyn ook die laatste te betalen 1 Hij antwoordde: ,,dat zou ik zeker gedaan heb ben". In de eerste plaats is er echter kwestie geweest tuschen de voerlui en daar is Van Fraaijenhove ook bij betrokken, en toen is hij gaan zeggen: ,,ik betaal die 3 voer uit Ter Neuzen niet". Laat die menschen dat nu maar uitzoeken, daar kan de raad niets aan doen, daar mag de raad niet inkomen. De VOORZITTER: Ik had niet gedacht, dat u, zelf aannemer, zoo zou hebben gesproken. De heer WISSE: Juist omdat ik aannemer ben en bet zoo goed weet, kan ik het zeggen. De VOORZITTER beziet de zaak zoo, dat j het een post is, die aan den aannemer is uit- betaald, waarin ook gelden van derden zitten. Hij gelooft wel degelijk, dat de raad hierin kan tusschenbeide komen, en aanidrang uit- oefenen, dat Van Fraaijenhove betaalt, of dat j de gemeente hem anders in de toekomst niet meer als aannemer kan aanvaarden. Hij ge looft, dat er in deze wel degelijk beroep op den raad is. i De heer WISSE betoogt, dat, indien het da- j gelijksch be&tuur bepaalt, dat het vervoer gelijkelijk onder de voerlieden moet verdeeld worden, het dan ook moet zorgen, dat daaraan de hand gehouden wordt. Het komt hem on- dertusschen wel vreemd voor, dat deze maat- regel alleen ter. behoeve van de voerl'pden in toepassing wordt gebracht, doch niet voor de andere beidrijven. Bij leveringen gaat het anders, schoolbehoeften worden o.m. naar hij vermeent geleverd door iemand uit Gelder- land. De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze maatregel nopens de voerlieden wordt toege- past uit het oogpunt van werkverruiming. Er zijn hierover vroeger ook in den gemeente- raad reeds opmerkingen gemaakt en het kwam aan Burgemeester en Wethouders niet billijk voor, dat hier werken worden uitgevoerd en de voerlieden uit de gemeente het vervoer niet zouden hebben. De heer WISSE kan daarmede wel instem- men, maar meent, dat men ook in andere ge- zoo zou moeten oordeelen. De VOORZITTER vraagt, of er bezwaar bestaat de door den beer voorgestelde motie aan te nemen. Die ko&t toch geen geld? De heer WISSE acht het onnoodig, de eenten liggen gereed. En als Van Fraaijenhove die 3 voer niet betalen wil, kan de raad hem toch niet dwingen, die heeft er ook niets mee te maken. De heer BAKKER gelooft, dat de raad er wel degelijk wat aan doen moet, door er zich over uit te spreken. Hij zou Pladdet wil len helpen. Ook het andere, het kleinere be drag dient hem betaald te worden. De heer HAAK weet niet of dit zoo is. De heer WISSE geeft te kennen, er Van Fraaijenhove op te hebben gewezen, dat hij dat aantal tegels heeft ontvangen en dus zedelijk verplicht is die alle te betalen, al is het ook, dat voor drie voer een briefje is afgegeven op Gel) r. Loof. Overigens zegt spreker, dat, indien hij aan nemer was van een werk, en er was voor den goeden gang van het werk materiaal noodig, en de voerman zou te kennen geven vandaag kan ik dat niet halen, en morgen heb ik geen gelegenheid en overmorgen ook niet, hij er niet Lang over zou praktizeeren, docher zonder meer een ander om sturen. Het werk moet geregeld kunnen voortgaan en dat mag niet door een voerman die geen gelegenheid heeft materialen aan te voeren worden opgehouden. Met de betaling heeft de raad niets te maken. De VOORZITTER: Als Pladdet niet had willen ryden„ had de aannemer bij Burge meester en Wethouders moeten komen, dat heeft hij echter nooit gedaan, Mogelijk is het, dat Pladdet wel eens niet gekunnen heeft en men kan geen ijzer met hand en brekien. De heer HAAK vraagt, of het niet mogelijk zou zijn, adressant en den aannemer nog eens bij Burgemeester en Wethouders te laten ko men. Hij gelooft, dat bij alsdan te houden besprekjngen Van Fraaijenhove wel zal te overtuigen zijn. Overigens kan hij wel aan- nemen, dat do wethouders daarop niet grootsch zullen zijn. De heer JANSEN vindt, dat het vcor den raad zeer moeilijk is; die kan toch niet gaan fungeeren als deurwaarder. Ze zullen het maar onder elkaar moeten uitvechten. De VOORZITTER: Het eind van de con- clusie zal dan zijn, dat Pladdet niet betaald wordt. Die kan voor een bedrag van een guklen of 15 toch geen deurwaarder in't werk stellen. Maar bovendien wacht de betaling van het andere ook. Ik vind het treurig, dat, als iemand een werk heeft aangenomen en de ge meente heeft hem dit betaald, hij het daarin voor anderen begrepen geld ook terst-ond aan hen moest betalen. Dit is een gevaarlijk pre cedent en de houding van den aannemer is niet in orde. De heer JANSEN meent, dat men om er over te kunnen oordeelen, de personen samen zou moeten hooren. De heer DE KOEIJER merkt op, dat het werk is opgenomen en betaald en de raad er daarmede af is. De heer DE REGT steunt het voorstel van den heer Bakker. De heer HAAK meent, dat Burgemeester en Wethouders er toch niets op tegen kunnen hebben om ze nog eens bij elkaar te spreken? De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar. De heer DE FEIJTER: Wij zijn geen recht- bank! De heer VAN HOEVE stelt zich op het standpunt van de heeren Wisse en De Koeijer. De aannemer heeft het werk uitgevoerd, dat fe goedgekeurd eh betaald, en nu geldt het h er alleen de betaling van eeij ond.er-aann m"" Het is een voorrecht voor de voerlieden van deze gemeente geweest, dat Burgemeester en Wethouders bepaald hebben, dat het werk aan hen moest gegeven worden, hetgeen is gedaan omdat Burgemeester en Wethouders er hier meermalen hard over gevallen ziin, da het met het vervoerwerk anders geloopen wig. Spreker is ook van meening, dat Burgemeester en Wethouders hier niet als tribunaal kunnen gaan zitten en dat de betrokkenc-n bet zelf maar uit elkaar moeten halen. De heer HAAK wil dat niet aan Bure-«- meester en Wethouders opdringen en zal dan geen voorstel doen. Het voorstel van de meerderhe'd van Burge meester en Wethouders, om 1 t adres voor kennisgeving aan te nemen, wordt aangerom-en met- 9 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren De Koeiier. Wb«, Jansen, A. Dees. Haak, Van Hoeve, De Feh'ter, D. Dees en Dekker; tegen stemmen de heere* De Regt en Bakker. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot wijziging van het Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur. Burgemeester en Wethouders b:eden ter vaststelling aan het navolgende besluit: De raad der gemeente Zaamslag, gelet op een sdhrijven van heeren Gedenu- teerde Staten dd. 7 October 1927, nummer 137. 2de afdeeling; gelet op de Armenwet; op voorstel van Burgemeester en Wethou ders, besluit: Aan artikel 15 van het Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur der gemeente Zaam slag eene alinea toe te voegen luidende: „Tot uitbesteding van een arme zal niet worden overgegaan, alvorens door een ge- neeskundige schriftelijk is verklaard, dat hem na een opzettelijk daartoe ingesteld onderzoek van alle leden van het gezin, waaraan de uit besteding zal worden toevertrouwd, is geble ken, dat de gezondheidstoestand van geen bun- ner een gevaar oplevert voor hunne huis- genooten". De VOORZITTER deelt mede, dat van hoo- ger hand verzocht is een dergelijke wijziging vast te stellen. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 6a. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders om aan C. J. de Vries met ingang van 1 Januari a.s. eervol ontslag te geven als secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur. Ingekomen is het navolgende verzoek van C. J. de Vries, luidende: Ondergeteekende, Cornells Johannes de Vries, secretaris-penningm. van het Alg. Bur gerlijk Armbestuur der gemeente Zaamslag, geeft met verschuldigden eerbied aan Uw ge- eerd college te kennen, dat hy wegens voort- durende ziekte niet meer in staat is de daar aan verbonden werkzaambeden naar behooren. te verrichten; redenen, waarom hij beleefd eervol ontslag vraagt met ingang van 1 Januari 1928; dat dit besluit hem zeer moeilijk valt, zal hij niet nader behoeven te verklaren, temeer nog dewijl hij daardoor met het oog op zijn uit te keeren pensioen, vermindert in zijn levenson- derhoud; redenen, waarom hij Uw geaoht college eer- biedig en beleefd verzoekt hem boven zijn pensioen een zoodanigen toeslag van de ge meente te verleeinen, dat dit pensioen gelijk blijft aan het salaris thans aan de betrekking verbonden opdat het leven in dit opzicht voor hem en zijne vrouw niet zwaarder zou drukken in de tijden, die hun mogelijkerwijze nog zouden toebeschikt worden; Hopenide, dat hij op zijn beleefd verzoek een goedgunstig antwoord zal mogen ontvan gen door Uwe welwillende medewerking, heeft hij de eer met verschuldigden eerbied en de meeste hoogaohting t(e zijn van U edelaeht- baren. Burgemeester en wethouders stellen voor, het advies gevraagd van het Burgerlijk Arm bestuur aan den heer C. J. de Vries, met in gang van 1 Januari a.s. op zijn verzoek eer vol ontslag te willen verleenen als secretaris- penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur in deze gemeente. Wat het verzoek van den heer De Vries be treft om toekenning van een toeslag op zijn pensioen tot 'n zoodanig bedrag, dat dit gelijk blijft aan het salaris thans aan die betrekking verbonden en waarover het Burgerlijk Arm bestuur meent goedgunstig te moeten advi- seeren, stellen Burgemeester en Wethouders voor dien toeslag niet hooger te stellen dan het verschil tusschen het pensioen, dat aan hem thans zal worden toegekend en, hetgeen hij als maximum zou heblben kunnen bereikt. Komende deze toeslag op ongeveer f 45 per jaar. Deze toeslag zou dan als een jaarlijksche uitgaafpost op de begrooting van het Burger lijk Armbestuur moeten worden gebracht. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 6b. Benoeming secretaris-penningmeoter van het Burgerlijk Armbestuur. Sollicitanten zyn: J. C. Eijke; M. Dees; A. P. van Sweden en L. de Visser. Burgemeester en Wethouders leggen over eene overeenkomstig art. 29 van het Regle ment opgemaakte voordracht luidende:

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 5