ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 8155.
Vrijdag 9 December 1927
67" Jaargang.
buitenland.
Een nieuwe neus
do^1
dad**
STER-TABAK
EERSTE BLAD.
BINNENLANO.
FEU ILLS TON.
tl6EMEN8DE'|BERICHTEN.
ABONNEMENTSPRIJS: ZZl£3^XTanc7 VSS-^""SSS ui vooUe***. 01
Dit blad verschilnt lederen
Maandag-, Woensdai- en Vrijdagavond.
U1TVAART VAN
JHR. DR. VAN VREDENBURCH.
Onder buiteugewoon groote deelr.etuing
had Woensdagochtend te Brussel de plech-
fcige uitva rt plaats van H.M,'h gezant jhr.
dr. C. G. W F. van Vredenburch.
De grgze mist, die over de bovenstad
hi de zwarte boomer, op de breede aristo-
eratieche Ringboulevard hing, de d cbte
menigte belangstellenden, de sterke eere-
wacht van bered'n in onbereden troepen,
•pgesteld in de onmiddelpe omgeving van
ket hgatiegebouw, het gaf alles aan deze
treurige plecbtigheid een zier voornaam
•it indrukkend karakter.
Uevrouw Van Vredenburch was Dinsdae
reed* naar Den Baag vertiokken, zij werd
aan ket station te Brussel uitgeleide gedaan
door prins L op'Jd van Belgie.
Tan voor tien uur was het in de rouvr-
kapel voorbfl het stoff lp oversehot van
dea overleden gezant eea onophoudelp
difile van ambassadeurs, gezanten, ministers
en andere hoogwaard gbeids >tkleeders. Zjj
werden bg hun aankomst ontvangen door
ridder Huissen van Kattendpe, tijdelp
zaakgelastigde, jhr. H. van Vredenburgh,
zooa, en jhr. Jan van Vredenburch, broeder
van den gezant, den consul-generaal Van
Romburgh en de andere leden van het
l#gatiep8rsoneel.
Voor het gezantschapsgebouw wetd de
militaire eer bewezen door vbr detache-
menten infanterie, ongeveer 300 man met
regimentsvaandel en stafmuziek. Decavahrie
twee detachementen sterk, wachtte in de
mabpeid. Een generaal voerde het bevel
over deze troepen.
De vertegenwoordiger van den Koning
der Belgen, generaal de Jonghe d Ardoye,
adjndant des Konirgs, en majoor de Meeus,
•rdonnans-officier kwamen met den statie-
koets van het flof. Verder meikten wij
op: jhr Loudon, den Nederlardschen gezant
te Parijs, al de Nederlandsche consula re
ambtenaren in Belgie, mr. Zimmerman,
end-burgemeester van Rotterdam, de Bel-
gisehe minister president Jaspard en de
andere leden van de Belgische regeerii g
veriaheidene Belgische ministers van staat
en oud ministers, de veo'zitter van de
tamers, de ambassadeurs, gezan'en en zaak
gdastigden van Frank'ijk, Duitschland,
Engeland, Spanje, Denemarken, Roemenie,
China Zuid S avie, de Vereenigde Staten,
Cnba, Luxemburg, Japan. Eaypte, de Zuid-
Amerikaansche republieken, Tsjecho Slowa
kjje, Polen, de pauselpe runtius, enz., de
gonverneurs van de provincies Brabant en
Antwerpen, de burgemeester van Brussel
«d een groot aantal Belgische hooge amb
tenaren waren aanwezig.
In de rouwkapel werd een korte gods-
dienstplechtigheid gehouden. Ds Ten Rata
ran de Ned. Herv. gem. te Brunei sprak
eenige gebeden en woorden van berusting
nit. Er waren kransen van de familie van
Tredenburcb, van den Koning en de Koningin
der Belgen, van H.M. de Koningin der
Nederlanden vandeNederlandscheregeering,
bet corps diplomatique, de versehillende
ambassaden en hgatits, de Belgische
regeering, de Nederlandsche vereenigingen
in Belg e, de Brusselsche correspoudenten
van de groote Nederlandsche bladen, enz.
Te 11 uur werd bet st< ffelp oversehot
buiten het legatiegebouw gedragen, terwjjl
de trompetten we>rkfonken en de troepen
het gewei-r presenteerden. Nadat de lpkist
in d-n met vier paarden bespannen lp-
wagen was geplaatst, stelde de rouwstoet
zich in beweging, cnder het spelen van
treurmarschen door de stalmuziek van het
negende regiment infanterie.
De Belgische minister van huitenlandsche
zaken, flymans, do ambassadeur Herbette,
de gezant van Denemarken Craig, en de
gezant van Zwitserland Parbey droegen de
sbppen van het baarkleed. Daarop volgde
een lid van het lagere gezantschapspersoreel
met een kussen, waarop de ridderorden van
den gestorven gezant lagen dan kwamen
de vertegenwoord ger van den Koning der
Belgen, de lamilie, het corps diplomatique,
het personeel van de legatie. de delegaties
van de Nederlandsche vereenigingen in
Belgie. Allen vergezelden het lp van den
gezant naar bet station. Drie 'jjtuigen
g-heel ge uld met bloemen, de hofkoets en
twee detachementen cavalerie sloten den
rouwstoet.
Op heel den doortocht van den stoet
langs de groote Rir gbonlevard stonden be
langstellenden gi-sehaard. Even na 12 uur
bereikte men het Zuiderstarion, waar de
burgemeester en wethouders der voorstad
St. Grilles het stoffelp oversehot van den
gezant begroeten. Dit werd in den speci-
aLn lpwagen van den Pullmantrein ge-
plaatsti waarna de familieleden en de Neder
landsche zaakgelastigde nogmaals He innige
deelneming van het corps diplomatique, van
de Belgische autoriteitei. en de g-delegeerden
van de Nederlandsche vereenigingen in
ontvangst namen.
Om 1 uur vertrok het stoffelp oversehot
van jhr. Van Vredenburch naar 's Graven-
hage. De familie en ook jhr. Bosch van
Drakensteyn, gezantschapsattacbe, reisden
met denzt-lfden trein mede.
pas een gebaar van toenadering tegenover
Amerika gemaakt. Het heeft schrjjlt de
N. R- Crt.. aangekondigd dat het maar
van den kruiser van de drie welke op het
bouwp'Ogram van dt jaar stonder, de kit 1
zon leggen. Dit is van Engelsche zgde
uitgelegd als een I ewjjs dat de Britsche
admiraliteit ofschoon zij zich te Ger eve
ter wille van de lange verbindingsiijnen
van het rgk in beginsel meetide te moeten
verzetten tegen te stetke beperking van
het aantal kruisers, ra het fiasco van de
conferertie geen wedstrijd in wapening
wilde beginnen en door toeschietelpheid
den Vereenigden Staten gelegenheid wilde
geven in de praktijk tot een mat'ging van
het tempo mee te werken, al was men het
dan niet in theorie eens geworden. Pre
sident Coolidge heeft hierop iD zjjn bood-
schap van Woersdag niet op de wgze ge-
reageerd, waarop Engeland hoop bad. De
president kondigde aan dat Amerika voort
zou gaan met den bouw van acht nieuwe
kruisers en dat de begrooting van marine
met iets van 120 millioen gulden tot 840
millioen gulden verhoogd zou worden. Er
komt dus niets van een kleine „vloot-
PRESIDENT COOtlDGE'S BOUDSCHAP.
Ergeland heeft, boewel het op de con-
ferer tie vo ir bepersing van de lichte zee-
strgdkrachten le Get e e ten opzichte van
her krniservraagstuk niet zo ver is willen
gaan als de Vere *nigde Staten wenscbten,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
vacantie" tusschen de twee machtigste zee-
mogendbeden van de wereld. en deze aan-
kondiging van Coolidge is geen heuscb
antwoord op England's zelfbeperking. maar
een wreveltg antwooid op Engelard s wei-
gering om te Geneve tot overeenstemmirg
te geraken
De uitlegging dat Amerika zelfsbgaan-
nemirg van beperkingsprograms zou moeten
beginnen met bpouwen, is niet overtuigend.
Ook bg beroept zich nu op de eischen
der nationale verdedigirg, gelp Ergeland
op die van de rpsverdedigu g. Dit is
de gebruikelpe term. Bg bet opstellen
van militaire programma's spreekt men
over verdedigiDg en niet over aanval,
over behoud van den vrede en niet over
toerustit g ten oorlog Maar de belangen
van Amerika's verdfediging hebben te
Geneve niet zoo zwaar gewogen toen
Amerika beperking van het aantal kruisers
voorstelde. Men kan dus moeiHjk iets
anders uit het besluit der Amerikaansche
regeering opmaken dan dat de eischen
van de Vereenigde Staten zwaarder of
lichter worden, naar mate Engeland
zwaaider of lichter gewapend is. Voorts
dat, zoo Amerika in E"g<Tand ook al niet
een eventueelen tegenstander ter zee in
de toekomst ziet, het toch even sterk ter
zee wil worden, om hierin een rugsteun
te hebben voor een kracbtige politiek,
waarin het zoo lang het vrede blgft voor
Engeland niet zou behoeven te wijken.
Het nieuwe „matige" Amerikaausche
program betreffende aanbouw van nieuwe
kruisers, duikbeoten. vliegtuigen en m. eder-
schepen voor deze kan het begin worden
van een nieuwen wedstrgd in het bouwen
met Engeland. Zoo toont de mislukkiiig
van de Geneefsche conferentie reeds haar
betreurenswaardige gevolgen.
Het fiasco van Geneve heeft echter niet
alleen wat wg zouden willen noemeu een
»tecbn!schen" terugslag gehad op Amerika,
maar ook een politieRen. De stemmirg
jegens Engeland is er minder welwillend
door geworden. Coolidge's bcod chap her
innert er namelp aan, dat Amer ka^ (e
Geneve van Japan ruim choots medewerking
ondervonden heeft, maar met Ergeland
#niet tot overeecstemming kon komen'
Daar hjj hiervoor de schuld wel niet aan
zgn eigen land zal wgten, beteekent dit
dat hij Engeland aanwgst als de oorzaak
van bet fiasco.
Men zal dit in Engeland moeilijk kunDen
verdnwen. Tot in den treure hebben de
Engelschen betoogd, dat zij de oogen riet
kocden sluiten ten eerste voor het feit dat
zg op een eilard wonen, hetwelk zonder
voedselaanvoer, binnen enkele weken ver-
hongeren zou. Om maar een voorbeeld te
noemen, zouden Engeland's ievensbelangen
aangetast worden. indien in een corflict
tusschm anderen, waarin het zeif niet be
trokken was, eenzeemogendheidhet vropgere
Duitsche voorbeeld volgde met de afkon-
diging van een „onbeperkten duikboot-
oorlog.
Zou het zgn schepen met voedsel dan
slecht beschermd moeten laten. Tentweede
dient Engeland gestadig te letten op de
verdedigirg van de wgd verspreide rps-
deelen, die door de largste alstanden ter
wereld welke schepen afleggen, van het
moederland gescheiden zijn. Goed zeggen
de Amerikanen, a's gg u op zulke belangen
beroept, kunnen wg nu verwijzen naar onze
lange kusten aan twee wereldzeeen met de
rpste steden der wereld en op de nood-
zakelpheid om de onovartioffen rijkdommen
van ons binnenland te beschermen. Deze
redeneericg gaat niet heelemaal op, want
de Vereenigde Staten zouden zich ook bg
een blokkade van hun kusten zelf kurnen
voeden en hun kusten en rpe steden zp
ook te verdedigen met kustbatterijen en
vliegtuigsmaldeelen, en een vgand. die
ergens aan de Amerikaansche kust landde,
zou geen kans hebben om uit dit landings-
punt een offer sief tot verovering van het
reusachtige continent te beginnen.
Nuchter beschouwd komt de zaak thans
neer op een kwestie van prestige. De
sterkte van de oorlogsmiddelen van een
land zgn recht evenredig met de kracht
van zp politiek. En het antwoord vau
Amerika is: als Engeland niet even zwak
wil zp als wg, willen wij e?en sterk zp
als Eneeland. Voor den EDgelscben be-
lastingbetaler die ver'argend uitziet naar
vermindering der inkomstenbelastirg, geen
bemoedigend vooruitzicbt, omdat bet nu
tot een wedstrgd in uitga" en voor de vloot
moet komen.
rwORZONDEN MEDEDEELINGBM.
Het i» geen kunst, met groote
woorden iets memos in den handel
te brengen.
De STER-TABAK is geen nieuu)
merk, doch heeft sedert vele jaren
het hart van iederen pijprooker
veroverd door hare ongeeven-
aarde kwaliteit
De rookers van STER-TABAK
beantwoorden ons streven naar
kwaliteit met hun vertrouwen.
Wij zullen dit vertrouwen niet
beschamen I
N.V. Theodorus Niemeijet
Erkend de teste
40
massa bedolven, doch zp hoofd bleef^rg,
zoodat bg om bu p kon roepen. Op alle
mogelpe manieren trachtte men die te
bieden, doch hst resultaat was slicbts, dat
steeds meer grond in den put stortte. Men
werkte tot het nacht werd en zette den
vo'genden dag, bg het krieken van den
ochtend den arbeid voort. Het eenige
resultaat was, dat de arme man steeds
dieper wegzakte. Middags riep bp, dat
het water zoo boog was gestegm, dat het
spoedrg te laat zon zp en vroeg hij om
bijstand van een geestelpe. De prstoor
kwam en de man biechte. ten aanboore
van de or.troerde do-psbew oners, al zijn
kleine zonden. Torn kreeg hij de zegen
van de kerk en zweeg voorgoed. De dorpg-
gennoten waren lij gebrek aan de noodige
reddingsmiddelen gedoemd hun makker
machteloos den do d in te zien gaan.
SNEEUWSTORM BU NEW YORK.
In de omgeuDg van New Vork heeft een
hevige sneeuwstorm gewoed7 personen
zp om het leven gekomen.
DE B1ECHT VAN EEN LEVEND
BEGRAVENE.
In een klein dorp in bet Noorden van
Hongarge gebeurde onlaDgs een ongeluk.
Bg het herstel van een welpur. stortte de
rand in en sleepte een arbeider mee in
de diepte. De man kwam in het water
terecht en werd ten deele onder de aard
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
Vergadering van Donderdag
17 November 1927, des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager,
L. J. Geelhoedit, D. Scheele, P. van Cadsand,
C. A. Verlinde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker,
H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel,
C. van den Bulck, D. van Aken en B. N. van
Dijke.
Uitgaven:
226. Subsidien aan armbesturen. f 32.456-
(4. Vervolg.)
De heer VAN DIJKE wil even terugkome*
op de bemerking van den heer Hamelink over
het gebruik van stukken uit het archief van het
Burgerlijk Armbestuur door spreker, in open-
bare raadszitting. Hij meent als lid van het
Burgerlijk Armbestuur, als vertegenwoord:ger
van den gemeenteraad in dat college, volkomen
door
ARTHUR GASK.
3*1
(Vervolg.)
Het is teekenend voor den geestes-
loestand, waar ik toen in verkeerde, als
4k zeg, dat ik mijn revolver te voorschijn
(Bok en den haan spande. Ik was zoo
•verspannen door al mijn ellende, dat ik
^gastbesloten was ieder, die mij te na
fcwam neer te leggen, lieVer dan te wor
sen gevangen.
klader kwam de auto cn ik hield mijn
»dem in, toen zij op een hoogte met mij
waren. Ja ze zaten er allemaal in en
Angas Forbes werkte met het zoeklicht
mk stond naast den chauffeur. Ik zag hoe
Yertrokken zijn gezicht was, maar mis-
■chien zou er nog heel wat anders op te
keaen zijn geweest, als hij geweten had
fcoe na hij aan den dood toe was.
Ala de lichtstraal iets lager gekomen
waa, tot waar ik lag, zou er een reeks
werachrikkelijkheden heblben plaats ge-
■rcpen, die misschien hadden geleid tot
Jen dood van enkelen.
Maar <ie lichtstraal bereikte mij niet
en de auto reed snel verder. Ik wachtte,
lotdat ze een paar honderd meter ver
waren, sprong toen snel uit de sloot en
took de fiets achter mij.
De brutalen hebben de halve wereld,
dacht ik en zonder te aarzelen vblqde ik
den wagen. Een klein eindje verder wa
ren er verscihillende zijpaden, waarin ik
verdwijnen kon en die het hoogst onwaar-
schijnlijk zouden maken, dat ik onmiddel-
lijk gevonden zou worden.
Maar mijn slechte genius had mij nog
niet verlaten. Een paar honderd meter
verder reed ik in een greppel aan den
kant van den weg en werd op mijn zijde
gesmakt.
Ik deed een uiterste poging om mij niet
te bezeeren en slaagde er gedeeltelijk in
om mijn hoofd te beschermen, maar mijn
gezicht kwam in onzachte aanraking met
den bodem en mijn linkervoet lag geheel
verwrongen onder mij.
Ik was geheel met stof bedekt en het
bloed begon te vloeien uit een snede over
mijn warig, maar stof en bloed waren niet
in vergelijking met de ellendige pijn in
mijn voet.
Een oogenblik was de pijn zoo ont-
zettend, dat ik meende mijn enkel gebro-
ken te hebben.
Ik ging aan den kant van den weg zit-
ten en voelde mij zoo ellendig, dat alle
vervolgingen in de wereld mij niets meer
konden schelen.
Maar die hevige smart bedaarde spoe-
dig en ik begon weer bang te worden.
De auto zou misschien terugkeeren, of er
kon iemand aankomen. Zonder lantaarn
aan mijn fiets en zoo toegetakeld als ik
was, zou ik natuurlijk de aandacht trekken
en gemakkelijk herkend worden, ik kon
het er dus niet op wagen hier gevonden
te worden.
Ik moest onmiddellijk verder, maar
dat was gemakkelijker gezegd dan ge
daan, want zoodra ik opstond, besefte ik,
dat de fiets mij van geen nut meer zou
zijn Ik beefde zoo, dat ik er niet op kon
klauteren en bovendien was het stuur ge
heel verbogen door den val. Maar ik
begreep wel, dat ik mij ergens moest ver-
bergen en de fiets achterlatende, begon
ik moeilijik voort te strompelen.
Opeens kwam de maan van achter de
wolken te voorschijn en tot mijn verlich-
ting zag ik nu precies, waar ik was. Ik
was vlak bij de renbaan van Cheltenham
en dicht bij mij was een hek, waardoor ik
naar binnen kon.
Het hek was natuurlijk op slot, maar in
koortsachtige haast en niettegenstaande
de pijn in rnijn voet, klom ik in een oog-
wenk het hek over en lag even later veilig
in de schaduw van de boomen.
Niemand had mij er over zien klimmen,
daarvan was ik zeker, maar ik had geen
oogenblik later moeten zijn. Het geronk
van een auto kwam naderbij en langzaam,
heel langzaam zag ik de licbten opdoemen.
Tusschen twee planiken door kon ik
den weg zien en toen de auto vlak bij was,
zag ik met een oogopslag, dat mijn ver-
volgers waren teruggekeerd.
Zij schenen allemaal tegelijk te praten
en waren het blijkbaar oneens. Even
voorbij het toegangshek stopte de auto en
toen kon ik nagenoeg ieder woord ver-
staan.
Angas Forbes wilde de Torrensavenue
nog eens afzoeken, hij was zeker, dat ze
mij ergens gepasseerd waren. Maar de
politieagentwilde rechtstreeks naar het
hoofdburieau zonder verder oponbhoud.
Hij is weg, mijnheer Forbes", meende
hij botweg. „Als hij tenminste ooit hier
in de buurt is geweest, wat ik niet geloof.
In ieder geval' is hij nu opgeschrikt door
onze licbten en zal je heusch niet meer
op ons wachten. Het beste is maar zoo
gauw mogelijk naar het bureau te gaan
en overal te telephoneeren, dat hij gezocht
wordt. We hebben wel niet veel grond,
maar het is toch vreemd, dat hij zoo ge-
vlucht is en we kunnen hem arresteeren
wegens zijn aanslag op u. Dat is voor
zoover ik weet, de eenige grond. En hij
kan niet meer ontsnappen, als we maar
snel te werk gaan, voor morgenavond
hebben we hem zeker wel te pakken
De agent aprak met het grootste ver
trouwen, maar de forsche Schot had er
geen ooren naar en het duurde wel vijf
ininuten eer, tot mijn groote vreugde, de
auto werd gekeerd en wegsuisde.
Ik overlegde onmiddellijk, wat ik moest
doen, maar toevallig werd de zaak van-
zelf beslist. Toen ik weer wilde opkrab-
belen, was ik niet meer in staat om te
staan Mijn voet leek wel een klomp
lood. Ik kon hem niet op den grond zet
ten en alleen maar met moeite voort-
kruipen.
Ik geloof, dat ik toen een paar tranen
plengde. Mijn algeheele hulpeloosheid
was mij een marteling. En dan de ver-
nedering. Al de gevaren, die ik getrot-
seerd had, schoten mij te binnen, de moei-
lijkheden, die ik te boven was gekomen.
de pijnlijke toestanden waaruit ik mij zoo
i meesterlijk had gered en nu zou alles
ten slotte nog mislukken door een onbe-
duidend ongelukje, door iets, wat ik met
kon helpen. Zie, dat was uiterst bitter
voor me. Maar wat stond mij te doen/
Alles scheen even hopeloos.
Ik moet wel een uur daar gelegen heb
ben, eer het tot mij doordrong. dat ik, wat
er ook gebeurde, onmogelijk den geheelen
nacht buiten kon blijven. Het begon
zwaar te dauwen en hoe ellendig ik er ook
aan toe was, het zou me niets helpen, als
ik er nog doornat bij werd ook. Ik keek
eens rond naar een schuilplaats en de
donkere massa van de groote tribune trof
mijn oog. Dat was in ieder geval betei
dan niets.
Ik kroop letterlijk de treden van de tri
bune op, maar kon me niet verder slee-
pen dan tot de eerste rij zitplaatsen. Daar
ieund-e ik in een hoekje met mijn voet
qestrekt op de bank. Ik sloeg de slippen
van mijn jas om mijn beenen en bereidde
mij zoo goed en zoo kwaad als het ging
op den nacht voor.
En welk een nacht! Vol sterren, kalm
en schoon, zooals ik nog nimmer gezien
had. Alles met een teeren zilverglans
overtogen in het heldere maanlicht, alom
serene rust en vrede, overal, behalve in
mijn hart. Ik kon de slaap niet vatten.
Ofschoon ik bijna uitgeput was van
moeheid, lieten mijn gedachten mij flccn
rust. Ik kon probeeren. wat ik wilde.
onafgebroken zwierven mijn blikken over
de renbaan en de herinnering aan mijn
vele triomfen rezen voor mij op als eefi
bespotting van dit absolute falen.
Iedere duim grond van deze groote
baan kende ik, met iedere paal, ieder
qrasje was ik vertrouwd.
Als geesten gleden de paarden die ik
bereden had. langs mij en staarden mfi
aan met groote verwijtende oogen. Aii
schenen mij te bespotten, mij, die eens hun
meester was en die nu zoo diep qezonken
bleek.
(Wordt vervolgd.)
NEUZENSCHE COURANT.
Groningm m Rotterdam