f 133°- I I Het is mogelijk, dat er een lijsrt van kinderen die iets ontvingen bestaat, maar hoe komt het dan, vraagt hij, dat een lid van den gemeen- teraad die mec in handen kan krijgen, ten eincie te kunnen nagaan of hij al of niet ver- keerd is ingelicht Hij meent, dat ieder lid die daainaar vraagt, zoo'n lijst zou moeten kun- »en inzien. Het betreft hier het besteden van een post van 1000. De VOORZITTER erkent, dat ieder lid van den gecneenteraad in de gelegenheid moet zijn die lijst te kunnen inzien, doch het school- Iroofd die inzage aan een raadslid weigerde had daarin groot gelijk. Dat is niet de goede op]ossinig. Indien een raadslid daaromtrent i»iichtingen wenseht, kan hij die vragen over hurgemeester en wethouders, die hem dan volledig zullen inlichten. Het is een publieke swak, de raadsleden kunnen er alle inlichtingen over krijgen, er is zelfs geen bezwaar tegen dat ze als hospitant de vergaderingen der ♦ommissie bijwonen, maar dat moet alles gaan Hangs den ordelijken weg. De heer SGHEELE meent, verstaan te hab- teen, dat van iedere school het hoofd, een on- derwijzer en. een lid van het bestuur in de cecumissie zitting heeft? De VOORZITTER antwoordt, dat die al- tiians zijn uitgenoodigd. De heer SCHEELE zou gaame ingelicht worden omtrent het percentage dat der kin deren dat van elke school hiervan geniet. Hij gel ooft wel, dat er op alle scholen kinderen van arme ouders koman, maar zou er toch gaame iets meer van weten. De VOORZITTER wjjst er op, dat hij die eygaven vinden kan in de notulen dezer ver ier lering, waarin het jaarverslag der commis- »de is opgenomen. De heer SCHEELE heeft dit dan over het hoofd gezien, doch neemt zioh voor het eens itader te zullen bekijken. De heer COLSEN betuigt zijn voldoening, dat de voorzitter deze kwestie zoo goed heeft bannen oplossen. De voorzitter heeft een mooie daad verricht, door die mensehen per- «®onlijk op te zoeken. De schoolcommissie had er kennis van gekregen, dat die kinderen aonder klompen of een broekje naar school Wcvamen. De heer HAMELINK vraagt of dat nu hhristelijk is, om op de aan die kinderen ver- leende hulp aanmerking te maken. De heer COLSEN acht dat ten minste met erg menschlievend. De heer VAN CADSAND verklaart by het uiten van zijn bezwaar geheel iets anders op bat oog te hobben gehad. Overigens erkend ajj. dat het dikwijls moeilijk is; er zijn geval len dat hij ook wel eens twijfelen moet of al of »iet ondersiteuning voor iemand noodig is. De post wordt goedgekeurd, waarbij de heeren Van Cadsand en Scheele wenschen be- Mhouwd te worden tegen te hebben gestemd. 13. Middelbaar onderwijs. 206. Kosten der gemeente hoogere burger- eaholen. 25. 207. Kosten ter zake van verzekermg, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beambten. 208. Rente van geldleeningen ten laste van Boofdstuk VIII 13 komende. /2240. 209. Aflossmg van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 13 komende. f3790. 210. Kosten van handelsonderwijs. f 100. 211. Kosten van landbouwonderwijs. 100. 212. Subsidie aan het Rijk voor de oprich- »ing en instandhouding eener R. H. B. S. f 3000. 2x3. Erfp-acht van grond voor een speei- tarrein ten dienste van de R. H. B. S. aange- legd. f 300. De heer COLSEN komt terug op zyn reeds reopperd denkbeeld tot het herstelllen van de vroegere paarden- en veemarkt. Die is atge- sehaft, omdat het vee voor den aanvoer op de »arkt moet gekeurd zijn. Men was van mee ting, dat daarvoor zou noodig zijn een ge- bouw. Nu blijkt dat dit anders kan, zou hy gaame die markt weer invoeren. De VOORZITTER zou hurgemeester en wet houders will en opdragen daarover eens te •epreken met den rijksveearts, om dan hierop he rug te komen. De heer SCHEELE ziet daarvan het nut *iet in; hij gevoelt er niets voor. Er kwam toch weinig meer dan een schaap, een ruiiu, een koe en een paard, dat haalde weinig uit. Werkelijk, hij zou het niet meer doen. De heer DE BRUIJNE onderschryft de woorden van den heer Colsen. De heer SCHEELE: Zeker voor de geiten van Driewegen De heer COLSEN herinnert, dat we de laatste jaren dat de markt gehouden is, nog eaten in de periodes van mond- en klauwzeer, waardoor de aanvoer belemmerd werd, ddch •rnkele jaren daarvoor werd er op de veemarkt alhier veel handel gedreven. Misschien ziet «te heer Scheele dat zoo niet in, maar spreker aeht het wel de moeite waard. De heer SCHEELE: Men kon aan de ver- eehillende rubrieken waarvoor bij de vermel- «ling van den uitslag der bekronmgen geen premies werden uitgekeerd, met de vermelding „niet aanwezig" wel zien, hoe het er mede St*De VOORZITTER: Een bewijs dat de com- naissie het serieus deed. De raad behoeft er au nog niet verder op door te gaan. Laat bur- remeester en wethouders eerst een onderzoek iastellen en dan daarvan mededeeling doen. De heer DE BRUIJNE: Als dat dan maar volgt. 15. Nijverheidsonde rw ij s Inkomsten: 214. Bijdragen van gemeenten in de kosten van scholen voor het nijverheidsonderwijs. f 3000. x - 215. Subsidie voor scholen voor het lager wij ver'heidsonderwij s. f 14600. De heer SCHEELE vraagt of het met te bereiken is dat deze post nog eens wat ver- miniderd. De VOORZITTER: Dat hopen we te berei- j ken. Er zijn plannen aanhangig dat in ver- han'd met de verhooging van den leerplichtigen leeftijd de cursussen op de ambachtsseholen van eene 3- in eene 2-jarige zullen worden •mgezet. Dan zijn de jongens ouder als ze er •p komen. Dat zou van invloed kunnen zijn J »p de kosten. 216. Bijdragen aan gemeenten m de kosten van scholen voor het lager nijvenheidsonder- wijs. Memorie. 16. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; (niet vallende onder de 1 t/m 15). 217. Kosten voor musea of openbare bi- bliotheken. f 200. 218. Uitgaven voor volksfeesten. f 20. 219. Suibsidie aan schouwburgen of muziek- korpsen. f 450. Hoofdstuk IX. Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen. 1. Ondersteuning aan behoeftigen. Inkomsten: 220. Bijdragen van particulieren in de kos ten van verpleging van arme krankzinnigen. 221. Verihaal van Pensioenbijdragen. f 95. Uitgaven: 222. Belooning van doctoren, heelmeesters, vroedmeesters, vroedvrouwen, enz. f 3350. De heer COLSEN wil voor het oogemblik zijn voorstel betreffende het aanstellen van een sohoolarts laten rusten, in verband met de mededeeling van den voorzitter omtrent een binnenikort te houden desbetreffende verga- dering, Wel wenseht .hij te handhaven zijn voorstel om den gemeente-geneesheer, die voor de ar- menpraktijk zorgt, eervol te ontslaan, met dlen verstande, dat deze op een tractement van f 100 weer kan benoemd worden voor het verrichten van doodschouw, voor die gevallen waar het een overlijden betreft van personen waarbij geen geneesheer is geweest, en voorts om aan alle geneesheeren toe te staan, over- eenkomstig een door den raad vast te stellen tarief, per bezoek, armen-patienten te bezoe- ken. In den raad is reeds zoo dikwijls en terecht vrije artsenkeuze bepleit in andere j omstandigheden, dan zullen ook de armen d.e hebben. Spreker geeft te kennen, dat die vrije art- sen keuze reeds in verschillende gemeenten is ingevoerd en bij verschillende ziekenfondsen bestaat. Wordt dit aangenomen, dan zal er ook voor de armsten der armen vrije artsen keuze zijn. Hij heeft een staatje van het aan- tal armen-patienten, dat door den gemeente- geneesheer is behandeld, maar dat is zeer mi- niem. De jaarwed'de zou dus van f 900 tot f 100 worden teruggebracht. Er zijn nu tien maanden van het jaar verstreken, doch er is in. Shiiskil nog maar een armen-patient ge weest. Het is spreker's bedoeling, om hier- mede aan bezwaren van verschillende men sehen tegenmoet te komen. Er zijn in de af- deelingsvergadering dienaangaande verschil lende mededeelingen gedaan, doch spreker acht het niet gewemscht in openbare vergadering personen te gaan noemen. Hij beveelt zijn voorstel ten zeerste aan. Burgemeester en wet houders zeggen, dat gedeputeerde staten er wel geen vrede mee zullen hebben, maar dat wil hij afwa-chten. Hij handhaaft zijn voor stel. De heer HAMELINK merkt op, dat, volgens de toelichting van burgemeester en wethou ders op dit voorstel, men daarmede zou moe ten wachten tot de in dxenst zijnde genees heer vrijwilig bedankt. Dat gaat toch niet op. Indien een tak van gemeentedienst naar het oordeel van den raad niet goed functionneert, gaat het toch niet aan, dat men met het in voeren eener betere regeling wacht tot de daai bij in dienst zijnde ambtenaar er tusschen uit trekt? Die stelling van burgemeester en wethouders kan spreker toch niet aannemen, zij is in elk geval niet onaanvechtbaar. Het voorstel komt aan spreker zeer gemotiveerd voor. Deze kwestie treedt meer en meer naar 1 voren, nu meer en meer mensehen aangewezen zijn op den geneesheer met de armenpractijk belast, omdat zij de contributie voor het zie- kenfonds niet meer kunnen opbrengen. Men zal er toch wel van overtuigd zijn, dat er veel mensehen tot armoede zijn vervallen, en zonder dat ze met ziekte te kampen heb ben, moeilijk het hoofd boven water kunnen houden, en het dus geen verwondering moet baren, dat ze, door ziekte getroffen, bij het J armibestuur om geneeskundige verzorging en hulp in natura moeten aankloppen, zonder nog te spreken van operaties. Die mensehen vervallen dan onder den armen-dokter, terwijl 1 hun huisarts toch, door zijn behandeling, hun toestand beter kan beoordeelen. Dat is toch wel voldoende aanleiding, om eens te overwegen of daarin geen verande- ring noodig is en ook voor deze gevallen de vrije artsen-keuze in te voeren. De heer SCHEELE acht een dergelijke re geling voor de arme mensehen wel wensche- lijk. Hij wijst er evenwel op, dat men met den gemeente-geneesheer zit. Vroeger hadden we er 2. Die heeren kregen een jaarwedde, die beschouwd kon worden als een standplaats- toelage en werden daarvoor belast met de arm en-p ractijk, ieder in zijn wijken. Nu heb ben we een gemeente-geneesheer, wiens toe- lage bij het aan Dr. Buijze bij zijn vertrek ver- leend eervol ontslag nog met f 300 is verhoogd, omdat hij toen de geheele gemeente voor zijn rekening kreeg. Men moet niet uit het oog verliezen, dat deze regeling indertijd een be- paaide voorwaarde voor zijn vestiging ter plaatse is geweest. Spreker vermoedt dus, dat er moeilijk verandering in kan gebracht wor den, maar in principe is hij er ook wel voor. Het is minder aangenaam, dat een patient, die nu eenmaal in een dokter vertrouwen heeft, naar een under moet omdat hij door de omstandigheden daartoe genoopt, om een breifje moet gaan vragen bij het armibestuur. Hij deelt verder mede, dat de diaconie der kerk, waartoe hij behoort, deze zaak in den door den heer Colsen voorgestelden geest heeft opgelost. Daar is met alle doktoren een overeenkomst getroffen voor het geneeskun dig behandelen van de armen dier kerk, en hij kan wel zeggen, dat de heeren allemaal zeer billijk en tegemoetkomend zijn geweest. De diaconie offert Langs dien weg heel wat op. Misischien was het ook mogelijk, dat ten bate van de niet-kerkelijk bedeelden door an- deien ook een fonds gesticht werd om daarin te voorzien, want waar een wil is, is ook een weg. De heer VERLINDE meent, dat bij de ge meente dan een zoodanige regeling toch ook mogelijk zou zijn. Hij hoort ook wel eens een en ander vertellen, dat aanleiding geeft een andere regeling te wenschen. Hij vraagt of bij opheffmg der betrekking de gemeente- neesheer ook op wachtgeld moet gesteld worden. De VOORZITTER antwoordt, dat dit mis schien het geval zou kunnen zijn. Overigens geven burgemeester en wethouders in hun antwoord toe, dat er voldoende gronden zijn, om een andere regeling te wenschen, doch zij zouden dit willen aanhouden tot de omstan- digheden daarvoor wat gemakkolijker zijn, n.l. als er een vacature komt. Dan zou kunnen worden overwogen of er een ander systeem zal moeten worden toegepast, of men weei een vasten gemeente-geneesheer zal benoe- men, dan wel of een andere oplossing zal aan- vaard worden. Spreker zou in overwegmg willen geven, op grond van de door burge meester en wethouders aangevoende bezwaren, het voorstel vandaag niet te behandelen. Het blijft dan toch intact. We zijn alien zegt spreker mensehen van den dag. Indien men let op den leeftijd van den gemeente-genees heer, is het ook best mogelijk, dat die bmnen- kort zegt: ik vraag mijn pensioen aan. De heer COLSEN wil, naar aanleiding der mededeeling van den heer Scheele. opmerken, dat de laatste jaren van de KatholieKe armen te Sluiskil geen mensehen vanwege het arm- bestuur geneeskundige verzorging heeft ge- noten. De heer SCHEELE: Dat eert u! De heer COLSEN geeft evenwel te kennen, I dat hij niet alleen opkomt voor de armen van zijn partij, doch voor de belangen der i armen in het al gem een. Indien het ook betrof iemand op straat te zetten, die dan zonder 1 brood viel, zou hij daaraan niet denken, maar ieder weet wel, dat het hier heel wat anders is. Hij wenseht daarom zijn voorstel te hand- haven, en dit in stemming gebracht te zien. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat hij nog niet ten voile bevredigd is met be trekking tot de kestie van de vroedvrouw. Het is nu de derde maal, dat hij daarop terug komt, maar hij acht dat noodig. De tegenwoordige vroedvrouw in de kom vraagt voor hare hulp bij bevallingen f 15, zijnde 3 a 4 maal het dagtoon; juifrouw Bijl cleed dat vroeger voor f 4, hetgeen toen anuerriuil a tweemaal het dagioon was, zoodat men thans in veigeujiKxng dij vroeger er vtei acnteru.t is. De inkomsten van de werklieden zijn niet daaraan evenredig gestegen. De juffrouw in de kom heeft thans 100 minder salaris dan die te Sluiskil. Hij zou haar daarmede gelijk willen bezoldigen, doch dat op voorwaaroe, dat ze voor hare hulp niet meer dan f 10 rekent. Hij meent, dat met eenigen goeden wil zoo'n regeling wel mogelijk is. De heer SCHEELE vraagt of het ook be- kend is, hoeveel gevallen zij jaarlijks behan- deit. De heer VAN DRIEL meent, dat er jaar- lijks een 100 verlossxngen zijn, verdeeid over de twee vroedvrouwen komt dat op 50. Maar, dxe worden ook nog niet alle door de juffrou- wen behandeld. Als het nu in de instruccie kon worden ingelascht, dat voor hulp niet meer dan f 10 per geval mag worden bere- kend, doch de jaarwedde met f 100 werd ver hoogd, kwam dat dan per geval op 2 ver- goeamg. Als het bedrag maar f 10 was, zou men ook verder trachten zichzelf te helpen en de juffrouw te betalen. Men kan ook bij het armibestuur wel een bnefje voor de juffrouw of den dokter krijgen, maar men wordt daar niet te best ontvangen. Er is in de arbeiders- gezinnen veel noodig en dan moet de betaling viiei eens achtexwege blijven, .met als gevolg bij een aanmarung, een straatrelletje. Dit zou spreker door zijn voorstel willen trachten te voorkomen. De VOORZITTER: .Burgemeester en wet houders zullen eens met haar praten en, in dien ze er voor te vinden is, hierover hij den raad terugkoman. De heer HAMELINK: Dat is dus een be- paalde toezegging? De VOORZ.XTTER antwoordt bevestigend; hij weet echter niet, of zoodanige regeling mogplijk zou zijn. Daar was ook een derge lijke regeling getroffen, doch die is van hoo- ger hand niet goedgekeurd, op grond, dat de gemeenteraad met het regelen van haar par- ticulier tarief, buiten zijn bevoegdheid was gegaan. Het kan echter geprobeerd worden. De heer COLSEN vraagt nu nog stemming over zijn voorstel betreffende het verleenen van eervol ontslag aan den gemeente-genees- heDe VOORZITTER: Ja, maar dat kan niet! De heer COLSEN: Dat kunnen we dan zien. Het voorstel wordt aangenomenn met 10 tegen 3 steimmen. Voor stammem de heeren Van Cadsand, Verlinde, De Bruijne, De Bakker, Colsen, Ha- meiink, Van Driel, Van den Bulck, Van Aken en Van Dijke; tegen stemmen de heeren De Jager, Geelhoedt en Scheele. De heer COLSEN meent, dat burgemeester en wethouders in de toe'ichting op het voor stel goed moeten doen uitkomen, het motiet, dat tot het nemen van dit besluit heeft g'eleid. De heer HAMELINK meent, dat het ook van beteekenis kan zijn, dat als motief wordt aangevoerd de wenschelijkheid van een re organisatie der armen-practijk. De VOORZITTER blijft er bij, dat dit be sluit niet zal kunnen worden uitgevoerd. De heer COLSEN: Ja, het is nu eenmaal een raadslbesiuit! f Inkomsten: 223. Ouderdomsrente van voor rekening der gemeente verpleegde krankzinnigen. f 390 224. Storting door het Burgerlijk Armbe- stuur van de pensioensbijdragen voor den secretaris-penningmeester. 75. Uitgaven: 225. Kosten van overbrenging plaatsmg en verpleging van arme krankzinnigen. 8o50. De heer VAN DE BULCK vraagt welke krankzmmge de verhooging van deaen post met f 650 betreft. De VOORZITTER deelt mede, dat het iemand van Sluiskil is. Hij antwoordt Deves- tigend op de vraag van den heer Ooiseu, dat, ind'en nabestaanden in de mogelijkheid zijn om in de kosten bij te dragen, daarvoor pogm- j gen worden aangewend. 226. Subsidie aan armbesturen. 32.25U. De VOORZITTER merkt op, dat het weilicht voor een juiste behandeling dezer zaak, ge- wensoht is, de verschillende puntem, die zich daarbij voordoen, te splitsen. iVlein, heeft dan in de eerste plaats de voor- stellen om den werkloozensteun los te maken van het Burgerlijk Armibestuur, in de tweede plaats de persoon van den voorzitter, m ver band met de ten zijnen behoeve uitgetrokken gratificatie, en in de derde plaats het voor stel van den heer Van Driel, om 100 te be- stemmen als Kerstgave aan de bedeelden van het Burgerlijk Armibestuur. De heer COLSEN motiveert, m verband hiermede, het door hem ingediende voorstel tot invoermg van een steunregeling voor de werkloozen. Hij herinnert zich ook reeds in het vorig jaar te hebben verzet tegen de regeling, waarbij die mensehen naar het arm bestuur 'werden verwezen, omdat hij van oor deel is, dat iemand, die kan en wil werken, doch ondersteuning noodig heelt, onidat er voor hem geen werk is, niet bij het armbestuur thuis hoort, en het voor hem een zeer harden gang moet zijn daarheen te gaan. .iij wil voorts ook voorkomen de omstandigneid, uat de mensehen, als ze er eenmaal overheen zijn, daar ook gemakkelijker naar toe blyven loo- pen. Op grond daarvan beveelt hij aannemmg van de door hem voorgestelde regeling met voile vrij.moedigheid aan. De heer HAMELINK merkt op, dat het oe- kend is, dat door zijne fractie in de afdeelings- vergadering het voorstel is gedaan de werk loozensteun los te maken van de uitkeermg door het Burgerlijk Armbestuur. Zij hebben daarom voorgesteld, het bedrag der begrootmg te verminderen met f 12.500, het bedrag, da voor ondersteuning aan u tgetrokken werk loozen is geraamd. Nu hebben burgemeester en wethouders daaromtrent gezegd, dat de raad het recht mist de begrooting voor het armbestuur te wijzigen. Dat moge formeel juist zijn, maar spreker acht dit argument toch ver gezocht, indien zou worden gezegd dat het voorstel reeds daarom niet kan worden gesteund. Hij wil er daarom weer met vollen nadruk op wijzen, dat, indien het fowneele be zwaar in deze zoo zwaar weegt, dit reeds tijdens de afdeelingsvergadenng aou behooren te zijn meegedeeld. Er is immers door den heer Van Duel net denkbeeld geopperd om de begrooting aan het Burgerlijk Armibestuur terug te zenden, met verzoek of het college bereid zou zijn hare begrootmg te verminderen met dit bedrag en dat der gratificatie voor den voorzitter Spreker vermoedt, dat dit antwoord van bur gemeester en wethouders weer zoo formeel is gesteld, omdat het voorstel zelf niet was naar den geest van het college, te meer omdat ze zich ook daar weer beroepen op een raadsbe- sluit van 22 April 1926, waarbij de steunrege ling met ingang van 1 Mei d.a.v. werd mge- trokken. tie van spreker desitijds heeft gepleit voor niet-aannieming van dat voorstel, terwijl er toen aiie aameudmg kan zijn om thans, bij de veranderde samenstellmg van den gemeente raad, te trachten het gebeurde ongedaan te maken. u>e zaak staat er thans zelfs zoo voor, dat, indien de meening van de vroegere voorstan- ders der steunregeling los van het armbestuur met is verandeiu, er een meerderheid in den raad zal zijn voor het voorstel. Hij beroept zich daarvoor op de houding door de leden van den Vrijbeidsibond, aangenomen in de ver gadering op 2z April 1926, en het door den heer Verlinde nog in de vergadering van 4 Ivrei 1926 gedaan voorstel. Indien de heeren Geelhoedt en Verlinde niet van meening zijn veranderd, wordt het voorstel aangenomen. De heer SCHEELE geeft te kennen nog op het zextde standpunt te staan. De heer HAMELINK stemt dat toe; hij rekent dan ook niet op zijn steun, maar hij meent, dat ©r voor hem wel alie aanleiding is om na te gaan of de houding der genoemde voorstanders nog dezelfde is gebleven en of ze bereid zijn, het standpunt, dat ze toen ver- dedigd hebben, ook in practyR te brengen. Het zal nu de vraag zijn of de Vrijheiidsbond in dit opzioht al of niet een stapje is achteruit- gegaan. Het voorstel is gedaan in verband met de veranderde samensxeiung van dm ge meenteraad en ook op grond van het stand punt m verschillende vergaderingen mgeno- men door den Vnjheidsbond, bij monde van den beer Geelhoedt, die zich er voor verklaarde om althans de bootwerkers van voor het jaar 19x4, bmten het armbestuur te houden, Daar- uit bleeK, dat die partij toch ook van oordeel was, dat de vakde weiklieden niet naar het armbestuur moeten worden verwezen en hij wil hen thans in de volie gelegenheid stellen, die zaak tot een andere opiossmg te brengen, dan die welke smds 1 Mei 1926 is ingevoerd. Hij zou zelis zeggen, dat het voorstel, dat de heeren destijus zelf verdedigden, van nog ver- dere strekKxng was dan hetgeen spreker's fractie thans voorstelt. Heft spreekt van zelf, dat die fractie voile vrijneid gevoelt, om voor deze zaak te stem- men. Jammer vindt spreker het, dat de voor zitter de discussie eenigszins heeft vastgelegd, waardoor het met mogelijk is te spreken over de gestes van het Buigeriijk Armoestuur, die hiermede toch zoo nauw betrokken zijn. Spie- ker zal dit nu echter laten rusten, alleen indien door de verdere besprekingen de noodzakelxjk- heid daarvan moest blijken, zal hij daarop dieper ingaan. De heer VERLINDE begint met te verkla- ren, dat, indien hij tegen dit voorstel zal stem- men, hij dit uit voile overtuigmg doen zal. De heer Hamelink stelt nu voor een steun- regelrng los van het armbestuur. Maar, heeft hij zich al eens een voorsteiling gemaakt hoe die zal moeten z\jn? Het is volkomen juist, dat spreker vroeger heeft gezegd het jammer te vinden, dat een valide arbeider moet ondersteund worden dooi het armbestuur. Hij denkt er nog evenzoo over, maar om dat te ontgaan, moet er een goede. andere oplossing zijn. Die wordt zeker niet gegeven door het voorstel van den heer Colsen, die aan de arbeiders steun wil geven van November tot Maart. Daarmede' zijn de arbeiders alhier niet geholpen, die zullen ook buiten die maanden nog wel steun noodig heb ben. Moeten ze dan toch bij het armbestuur terecht, dan kunnen ze uit dien hoofde niet van de steunregeling genieten. Die regeling brengt dus in het geheel geen oplossing. De werk lieden zullen dan toch nog bij het armbestuur te land moeten komen. Hij kan dit voorstel dan ook niet bepaald emstig beschouwen. Hij beschouwt dit meer gedaan om de afgevaardigden van den Vrij- heidsibond eens aan den tand te voelen. De heer Colsen heeft, omdat hij geen wet- hcuder is geworden, waarvan hij vooral den Vrijbeidsibond een grief schijnt te maken, ver schillende voorstellen aangekondigd, om van de leden van den Vrijheidsbond beginselverkla- ringen uit te lokken, hoe ze ten opzichte van verschillende zaken staan, en hen, zoo moge lijk, tegenoveir hun kiezars in moeilijkheden te brengen. De heer Colsen heeft hem van dit voornemen zelf doen blijken! Nu schijnt het voorstel betreffende de steunregeling, die ten eenenmale onvoldoende is, een dier voorstellen te zijn. Sfneker zal zich daardoor met laten atlei- den om te doen wat hij in het algemeen be lano- noodig acht. Het standpunt van spreker ten°opzichte van het wezen der steunregeling is absoluut niet veranderd, maar hij wil wel verklaren zich niet gerechtigd te gevoelen tot het indienen van het voorstel waarbij een vol doende steunregeling zou worden verkregen. Hij zou dan, om niet tot een bedrag van kosten te komen, dat de gemeentefinancien niet dra gen kan, steunbedragen voor moeten stellen, waarvan hij overtuigd is, dat de mensehen fei- telijk niet kunnen leven. Nu wordt het ver leenen van steun geregeld door het Burgerlijk Armbestuur, en dit moet dan toch ten slotte aan de mensehen geven hetgeen ze voor hun leeftocht noodig hebben, en dit zal m verschil lende gevallen meer moeten zijn dan een steun verleening volgens een vasten norm hun zou verzekeren. Hij meent vervolgens, dat het hier ook met zoozeer gaat tegen de steunverleenmg zelf, als wel tegen den voorzitter van het Burgei- lijik Armibestuur. Er wordt in het algemeen gesproken over het bestaan van klachten, maar spreker moet verklaren, dat hem wege nog geen enkele positieve klacht heelt bereikt. Hij vindt dit wel vreemd. Er zijn nu feitelijk in den raad nog maar 2 positieve klachten ingebracht en het antwoord daarop heeft men kunnen lezen. Het is wel vreemd, dat wanneer er zooveel klachten zijn, spreker, die'toch ook nog al eens met de kringen der arbeiders in aanraking komt, daarvan nooit iets vemeemt. Zoolang daaromtrent dus niets meer blijkt, acht hij zich niet gerechtigd m deze aan te sturen op een andere regeling, al heeft hij ook wel het bezwaar, dat de voorzit ter bij de behandeling der zaken van het Bur gerlijk Armbestuur wel wat te veel comnien- taren maakt. Beter ware dit na te laten. Overigens moet de heer Hamelink ook niet i jj >1 ry Er moge aan herinnerd worden, dat de frac- V/VCllgtUO I. vergeten, dat, toen de steunregeling is losge- laten het vooruitzicht bestond, dat de werk lieden van voor 1914 zouden gesteund worden door werkverschaffing, en dat de raad toen, in verband met de houding van gedeputeerde statep, toch niet door kon gaan met de steun- regeling. Hij zou nu voorloopig de steunregeling wenschen laten door te gaan, zooals die nu bestaat. Hij vindt het wel ongelukkig, dat het moet, maar de werkloozen worden toch ook zooveel mogelijk tegemoet gekomen. Ze wor den op een afzonderlijken dag en ook op een andere plaats dan de gealimenteerden van het Burgerlijk Armbestuur geholpen. Het Burger- lijk Armbestuur kan direct beslissen en, waar bv f 10 voor een gezin niet genoeg blijkt, omdat het door ziekte of idts anders is ge troffen, kunnen direct maatregelen getroffen worden. Indien zoo'n gezin op een steunrege ling zou zijn aangewezen, zou het dan toch ook weer by het Burgerlijk Armbestuur moe ten aankloppen. De heer GEELHOEDT verklaart het eens te zijn met den heer Verlinde. Het voorstel der neexen gaat niet alleen tegen de steunver- leemng, maar geschiedit ook uxt gneven tegen ucii vuoi'zu,ter van het Buigeriijk Armbestuur. aij wijst er center op, uat zooveel mogelijk is gezoigiu, dat het voox de mensehen zoo wea- n_g mogeiijk gnevend is. Ze worden op een m.i.oiiuoiiijKeii oag en op een andere plaats gciioipen. XNatuuriijk zal ook dit werk met vol- aLiuii.i Z1JJ1, uooii er zai auyd iets te wenschen oiijven. xiij wil erkennen, dat de gang naar het armioestuur met gemaKKelijk moet zijn, maar geen enkel weidenKend mensch zal iemand, me door omstandigneden buiten zijn wxi genoopt wordt daar huip te zoeken, dit als scnamie aanreKenen, als een werklooze daar zyn toeviucht zoekt. xiij wyst den neer Hamelink op de meening van zyn party genoot Drees, wetnouder van Len naag, die ook tot de conclusie kwam, dat een zeKei- ueei van de werKloozen met op weikicozemsteun kon aangewezen blijven, doch zou moeten Komen by net armbestuur. SpreKer noeint het dan ook alleen schande, wanneer iemand door sJecht gedrag tot ar moede vervait en hulp komt mroepen. jtiy Kan uus de \oorstenen om tot een andere regeiing te koanen, voor dxt oogemblik niet onderschrijven. i>e heer HAMELINK moet beginnen met een verKeerde meening van den heer Verlinde weg te nemen, als zou het er alleen om te doen zyn een uxtspraak van de heeren uit te loKn-en. Zie.xs indien het waar was, dat de heer Colsen zoo iets heeft gezegd, zouden, meent hy, de aig'emeene belangen er niet aan Imogen worden opgeofferd, om alleen daarin aanleiding te vimuen tegen een voorstel ts stemmen. in elk geval is zyn fractie met van zoo'n standpunt uitgegaan en hij heeft het naar zyn meening de heeren nog al gemak- genjk gemaakt zich uit te spreken, aangezien hij met eens een regeling heeft voorgesteld, het met over de bedragen heeft, doch alleen wilde bewerkstelligen, dat de steunregeling zou worden losgamaakt van het Burgerlijk Armbestuur. Hoe men dit oplossen wil, hetzij door eene steunverleening over de vereern- gingslbesxuren, of door het mistellen van Maat- schappeiyk Hulpbetoon, is hem om het even, aangezien hij verwacht, dat dit misschieri wel een auueien kijk op de zaak zou hebben dan het Burgerlijk Armbestuur, omtrent de be- hoeften van een gezm. Hij is dan ook van meening, dat er wyziging in de Armenwet noodig is, op grond van de tijdsomstandighe- den, omdat door de bestaande opvattingen over de armenizorg, de werkloozen niet vol doende kunnen genodpen woxden. Die wetswjj- ziging is door de regeering reeds aangekon digd. Spreker heeft geen omlijnd voorstel gedaan, juist om het de voorstanders van werkioozen- verzorgmg, los van het armbestuur, zoo ge- makkeiyk mogelijk te maken. Hij zou anders best kans zien om een steunregeling te ont- werpen. Overigens meent spreker, dat er, zelfs in dien er geen andere motieven waren, toch ook naar aanleiding der handelingen van den voor- zxtxer van het Burgerlijk Armbestuur, aanlei ding zou zijn, om te trachten de werkloozen- vexzorging los te maken van het Burgerlyk Armbestuur. Door den heer Geelhoedt is g®- tracht spreker's partijgenoot Drees tegen hem uit te speien... De heer GEELHOEDT: Ik speel niet uit! De heer HAMELINK vervodgt, dat dit zoo de gewoonte 'is, het vorig jaar werd de heea- Wibaut tegen hem in 't vuur geroepen. Maar de heer Geelhoedt citeert niet volledig. Hij deelt niet alles mede wat de heer Drees heeft gezegd. Deze wilde niet de geheele steunrege ling stop zetten, het ging daar over een zeker deel van de werkloozen, die, naar zijn mee ning, niet langer bij die steunregeling zouden kunnen ondergebracht worden. Als de heer Geelhoedt daarvoor belangstellend is, moet hy hem maar eens schrijven en vragen hoe hij over werkloozenzorg denkt. Hier is de geheele steunverleening stop gezet. Hij meende, dat daar te moeten doen wegens de demoralisatie, die de werkloosheid onder de arbeiders h.eft te weeg gebracht, waardoor men. een groep beroepswerkloozen heeft gekregen. Men moet ook in aanmerking nemen, dat de gevallen van werkschuwheid in zoo'n groote plaats moeilij- ker zijn te achterhalen dan hier, waar men de mensehen alien kent. Hij heeft voorts ook sohriftelijk uiteengezet, hoe hij zich de verzor ging van werkloozen denkt, via de werklooze»- verzekering voor uitgetrokken werkloozen. Spreker herhaalt, dat bij zijn fractie ook be zwaren bestaan tegen de wijze waarop d® werkloozen door den tegenwoordigen voorzit ter van het Burgerlijk Armbestuur worden be handeld. De heeren zeggen, dat ze geen klach ten hebben gehad en dat is dan een van has reden om tegen het voorstel te stemmen. Het behoeft toch nog niet tegen bepaald® feiten te gaan, doch het kan toch ook zyn, dat de mentaliteit van zoo iemand met deugt. En als zoodanig kenmerkt deze zich door iedere werklooze zonder meer te beschouwen als arbeidsschuw. Als zoo'n voorzitter hun dat steeds voorhoudt, is er z.i. alle aanleiding om de verzorging der mensehen aan zulke han- den te onttrekken, ook omdat deze geen on- derscheid weet te maken tusschen de beham- deling van de gewone armen en de werklooze*.. Er wordt wel gezegd, dat de werkloozen op een anderem dag en andere plaats worden ge holpen dan de armen, maar daarin schuilt het niet. Indien zoo iemand van. de stelling uitgaat, dat de uitkeeringen aan de werkloozen gelyk moeten beschouwd worden met die, gegeve* aan de armen, blijkt daaruit, dat zoo ieman® niet berekend is voor zijn taak. Indien men eens de moeite wil doen om de cijfers op de lijsten der uitkeeringen na te gaan, hoe daar op voorkomemde alleenstaande personen aan wie de helft van de als norm voor een gezin aangegeven bedragen werden uitgekeerd, zijn de f 8 voor den winter en f 5 voor den zomer per week. Ga nu toch eens na, f 5 per week voor een gezin van man en vrouw! Voor ee* wediiwnaar de helft van dat bedrag. Dan \oe- len de heeren toch zeker wel, dat er geen sprake van kan zijn om de mensehen op te heffen uit de misere waarin zij leven. Spreker stelde zich voor, indien het voor stel /.ljner fractie aangenomen werd, te komen met een regeling, waarbij de mensehen rede y- ker wijze kunnen beschouwd worden te ki y- een wat ze allernoodzakelijkst noodig hebben. Als men dat stelt op f 10 per week voor een gezin van 2 personen, is dat toch zekei me te hoog. Men moet er ook rekening mee hou den, dat de behoeften voor alien met gelyk zijn Er zijn er, die 3 of meer huishuur moeten betalen, terwijl anderen een eigen huisje hebben, zij het dan ook met h>;Pot^e®1 bezwaard, doch dat dan toch belangryk der is. Indien een instellmg voor Maatschap- neliik Hulpbetoon werd gevormd, kon deze met al die omstandigheden rekening houden en daarnaar de ondersteuning regelen. Dan zou men meer in de richting gaan die desty ds ook door den heer Scheele is verdedigd. Deze heeft te kennen gegeven, dat, als de werkloozen- uitkeering werd stop gezet, dat de hulpbehoc- vende werklieden daarvan geen nadeel zouden

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 7