ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 8154. Woensdag 7 December 1927. 67e Jaargang. I ABONNEMENTSPRUS TWEED BLAD. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. CO U RANT v iuai.«mi ir noQT I HO UM 1 inaanden Bit vooruitbetaling fr. per post f6.60 per jag ir" CfAboimementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetalinfl. nit triad verschllnt lede^en mnwndg*-. Woenadad en Vrtjcl««f, vc-ret Vergadering van Donderdag 17 November 1927, des voormiddags 10 uur. VooraiUer de heer J. Huizinga, burge meester. Teigenwoordig de I0do.11J. J. de Jager, L. J. Geelhoedit, D. Scheele, P. van Cadsand, Q, A. Verlinde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker, J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, van de® Bulck, D. van Aken en B. N. van Dftke. (3. Yervolg.) Hitgaven 117. Onderhoud van wandelplaatsen en piantsoenen. f 750. HA Ondeirhoud van pomp en en riolen. 3355. De theeo VAN DEN BULCK wijst op de Mjjkena de memorie van toelichting onder d«aen post begrepen veranderinig van de rio- leeaing in de Roeiersgang. Deze strekt tot het varvangeri van 60 M. hoofdriool wij<l 0,50 M. door bui zen wijd 0,90 M. De raming is f 1200. Hy vraagt, of dat bedrag niet te laag is. Bat is een, met het oog op de daar staande nwmingen riskant werk, daar die gevaar loopen te rerzakken. Men dient daar rekening mede to houden. De VOORZITTER antwoordt, dat het thans nog maar een Taming is. Er is nog geen definitief plan. Indien na het opmaken daar van sou blijken, dat het inderdaad te laag is, dam komen burgemeester en wethouders er mede bij den raad terug, als ze het onderhan- eion wenschen te nemen. De heeir VAN DEN BULCK deelt mede, dat irken in de Roeiersgang bij het heien voor het gobouw van den heer Standaert daarvan zeer rael hinder heeft ondervonden, wegens den ekuppen ibodem. Hij wilde daarom waarschu- wea dat, indien zich door het uitvoeren van dit rioleeringswerk een of ander 7.0u voordoen, vwrzaikkingen zouden ontstaan of iets derge- Hjtks, moeilijkheden niet zouden uitblijven. De VOORZITTER geeft te kennen, dat met eea en ander niet zal worden begonnen dan noidat een onderzoek is ingesteld met betrek- leing tot de uitvoering. Do heer HAMELINK verklaart, dat hi.) nog niet gerust is gesteld, dat 00k na uitvoering van dit werk de pomp op het riool nog niet ooss lens zal slaan. Laat men nu hier een rio- leering maken met een diameter van 90 c.M. maar daarna volgt er tooh weer een eind buis van 50 c.M. Hij kan daarom niet inzien, dat tilt watertoevoer naar de pomp zal versterken. Kb betwijfelt of dit wel zoo'n belangrijke ver- ketering is als burgemeester en wethouders will en doen voorkomen. Do heer GEELHOEDT deelt mede, dat de r<*neentobouwmeester volhoudt, dat de toe- etand daardoor aanmerkelijk verbeteren zal. Wat de bemerking van den heer Van den Bulck ketreft, deelt spreker mede, dat de gemeente- bouwmeester nader heeft gezegd, dat het be drag vermoedelijk zal moeten verhoogd worden, ammgezien het werk door de verbouwing van hot cafe van den heer Van Waes wat bezwaren- d« is geworden. 119. Kosten van havens, vaarten, kaai- Mtiren, sluizen en andere waterwerken. 400. 120.' Onderhoud en bediening van klokken, wwrwerken, speelwerken en dergelijke. f 140. 121. Eosten van de algemeene begraaf- plaats en kosten van begraving. f2310. 122. Kosten van de gemeentereinigmg, voor ■cover niet vallende onder Hoofdstuk XIII. f 8000. 123. Kosten ter zake vaD verzekering, pen- ■ionneering enz. van amibtouaren en beambten. f 3455. 124. Kosten van verzekering tegen brand- •ohade. f 25. 125. Rente van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VI komende. f 4305. 120. Aflossinjr van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk 71 komende. f4590. 126a. Bijdrage aan Hoofdstuk VI van den bepitaaLdienst. 3000. 127. Vergoeding aan den gemeentebouw- meester voor het gebruik van een rijwiel in dtenst der gemeente. f 25. 128. 40 toeslag op het pensioen van den omd-grafdelver Ph. Haak. f 70. Hoofdstuk VII. Higendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. Inkomsten 129. Huur van huizen en andere gebouwen. doende kan geacht worden. De woningen ver- kaeren in zoodanigen toestand, dat de bewoners bij regen in hun bed nat worden, als ze er al- thans een hebben. De VOORZITTER zal dit aanteekenen en de heer Geelhoedt zal dan wel laten doen wat kan. 139. Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beambten. f 10. 140. Rente van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VII komende. f 1420. 141. Aflossing van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VII komende. f 1000. 141a. Biidrage aan Hoofdstuk VII van den kapitaaldienst. 50. 142. Bewaargeving van rentegevende stuk- kesn. f 15. 143. Rente te betalen bij aankoop van rentegevende stukken. f 150. Hoofdstuk VIII. Onjderwijs, Kunsten en Wetenschannen. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. Inkoms te n 144. Schoolgelden. 3200. 145. Vergoeding van het rijk. f 31.300 van hoof den van scholt"n, met o-nderwjjzers met een aantal dienstja'ren en kwam dan tot dat cijfer. De gemeente behoeft zulke leer- krachten niet aan te stellen, zij kan aanstellen tijdelijke leerkraohten op het minimum salaris. Zij bahoeft geen schoolhoofd te benoemen en de tijdelijke leerkraohten hebben 00k geen periodiieke verhoogingen Men kan een tijde lijke onderwijzer aanstelien op i200. De heer SCHEELE: En vijftig! De heer HAMELINK: Dat is mogelijk. Maar dan is er voor sommige scholen 00k nog een andere regeling mogelijk, n.l. die met min der dan 144 leerlingen, dat men daar een assistent aanstelt. Spreker is hiervan wel zoo geen groote voorstander, doch toen er destijds sprake van kwam er een aan te stellen voor de school te Sluiskil heeft hij zich daartegen niet verzet, omidat het in elk geval een verbe- tering irihield voor het onderwijs. Burgemees ter en wethouders haddeh een dergelijke op- lossing 00k kunnen overwegen en dan zouden 1 zjj andere eindcijfers hebben kunnen voor- leggen. Deze cijfers moesten natuurlijk af- scihrikkefn. Zouden zij echter niet beter hebben gedaan, indien zij hadden overwogen of een 146. Bijdragen van f 1405. 130. 131. f 35. 132. 133. Huur of pacht van landerijen. f95. Opbrengst van grasverpaehtingen. Cijnzen en erfpachten. 3990. Recognition ter zake van vergunnin- ^134.^ Renten van kapitalen. f 5185. U itg av en 135. Grondlasten. f 100. 136. Dijk- en polderlasten. f 85. 137. Erfpachten, grondrenten enz. f 85. 1'38. Onderhoud en administratie van bezit- himgen, niet voor den publieken dienst gebruikt itf werken en inrichtingen geheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gelegen. f 480. De heer HAMELINK merkt op, dat maar f 25 wondt geraamd voor het onderhoud der gemeentewoningen in den Catspolder; hij acht dat bedrag toch wel onvoldoende. Hij had ver- wacht, dat burgemeester en wethouders daar loch eens nader hun aandacht aan zouden letoben gewijd. De VOORZITTER wijst er op, dat de ge- wone reparaties geschieden door het gemeente- personeel en dat dus geen extra-kosten ver- eorzaakt. De uitgetrokken post dient dus om bewoners eens wat verf te geven, om hun in de gelegeriheid te stellen zelf eens wat op te kmippen. Dan kan men voor dat bedrag tooh nog al wat verf verstrekken. De heer DE BRUIJNE geeft te kennen, dat die woningen in een onooglijken toestand ver- heeren en dat 25 voor dat onderhoud niet vol- zake het openbaar gewoon lager onderwijs f 185. j Uitgaven: t 147, Jaarwedden en wedden der onder- wijizers. 31390. Bij dit artikel komt in behandeling het adres van het Comite van Aetie voor het openbaar onderwijs in deze gemeente om de aan school j C boventallig wordende zesde leerkracht met j ingang van 1 Januari a.s. niet te ontslaan, doch als boventallige leerkracht voor rekening der gemeente in dienst te houden. Burgemeester en wethouders hebben in het antwoord op het afdeelingsverslag uitvoerige inlichtingen verstrekt en toegelicht, dat zij op j gronid van de zware financieele offers die van j bovengenoemd verzoek voor de gemeente het j gevolg zouden zijn voorstellen daarop niet in te gaan en voorstellen am met ingang van 1 Januari a-s. mevr. J. F. de Pauw, geb. Moes, eervol ontslag te verleenen uit hare betrekkir.g I als onderwijzeres aan school C, wegens het opheffen harer betrekking. De heer HAMELINK betuigt zijn spijt, dat burgemeester en wethouders aan hun voorstel om het verzoek van het Propaganda-Oomite niet in te willigen, tegelijkertijd het voorstel hebben vastgeknoopt tot het ontslaan van een j met name genoemde leerkracht, omdat dit ter- j stand de bespreking van de zaak zelf minder gemakkelijk maakt, en kon men er gemakelij- ker het persoonlijke element buiten houden. Indien spreker tracht het standpunt, dat zijn fractie omtrent deze zaak inneemt uiteen te zetten, dan zal men hem toch wel toe moeten geven, dat de wijze waarop burgemeester en wethouders deze zaak naar voren brengen zeer overdreven lijkt. Dat zijn cijfers, waarvan men zou omvallen, en op grond waarvan men zou zeggen: over die zaak zullen we maar in- eens heenstappen. Burgemeester en wethou ders beroepen zich in dit geval 00k weer op vroegere besluiten, op besluiten van het jaar 1923 en 1926 om dan tot de conclusie te komen dat hun huidig voorstel zich beweegt in de toen aangenomen lijn. Nu acht spreker het in de eerste plaats geen standpunt, dat burgemeester en wethouders zich van een zoodanige zaak zonder meer af- maken met de overweging: vroeger is zoo en zoo gehandeld en dat zullen we thans weer maar doen, maar in de tweede plaats betwist hij, dat de raad over deze zaak reeds ten prin- cipale zou hebben beslist. Juist is het, dat destijds aan school A in de vacature-Bierle geen ander is benoemd, doch toen waren de omstandiigheden wel eenigszins anders dan nu. Er was toen een biizondere school bijgekomen en er bestond alle aanleiding om het eens af te zien, hoe de sdhoolbevolking zich zou bewegen. Bovendien leefde men toen nog onder de eerste regeling van den Minister De Visser van het jaar 1926. I Als spreker goed heeft gelezen, in de notu- len van dat jaar, heeft de heer Geel'hoedt, toen de kwestie van een assistent voor school D aan de orde kwam, 00k gemeend, dat niet direct een beslissing kon worden genomen, met het oog op de sobere toelichting van bur gemeester en wethouders, en is het toen op niets uitgeloopen. Er blijkt in elk geval uit, dat hij weifelde welke houding hij moest aan- nemen. Misschien om het verwijt van sober- heid te voorkomen, zijn burgemeester en wet houders thans in hun toelichting zeer uitvoe- rig geweest, en hebben goed doen uitkomen het aantal onderwijzers, dat als gevolg van een eventueel besluit voor rekening der ge meente kunnen komen. Dat is in orde. Maai spreker gelooft tooh niet te veel te zeggen, indien hij uitspreekt, dat het eindcijfer lijdt aan overdrijving. Dat alles over- wegende, gelooft spreker, dat de cijfers door burgemeester en wethouders gegeven n et van overdrijving zijn vrij te pleiten. Er blijkt hem 00k uit, dat zij zich niet hebben afgevraagd of hier 00k een taak voor de gemeente was weggelegd, om aanvullend op te treden, waar de regeling en van de rijkswet zoo fuenest zijn voor het onderwijs op het platteland. Burge meester en wethouders erkennen, dat het on- derwijishelang zou, vorderen, dat de onderwijs- kracht aan school C gahandihaafd bleef, en in plaats van nu eens te onderzoekan of het 00k mogelijk is in deze en andere in dit opzicht bestaande tekortkomi'ngen te voorzien, begm- nen ze maar ineens te vertellen, dat ze het aanhouden daarvan op grond van de finan cieele offers die daarvan het gevolg zijn met durven verdedigen. Spreker gelooft, dat, indien burgemeester en wethouders naar een zoodanige oplossmg hadden gezocht, ze wel tot andere eindcijfers zouiden gekomen zijn. Hij kan het zich niet indenken hoe het col lege er toe gekomen is om voor hare bereke- ning de cijfers van het rijk over te nemen. De minister heeft aangenomen gemiddelde jaar wedden van f 2000, maar dat wil toch niet zeggen, dat de gemeente dit 00k moet doen? De minister had rekening te houden met ver- schillende omstandigheden, met de benoeming andere gemeenten in goedkoopere oplossing mogelijk was, waaidoor een vender afbreken van ons onderwijs kon worden voorkomen? Op dat gezorgd zou kun nen worden, dat we nog niet meer achteraan komen dan nu reeds het geval is. Indian de bedoeling had voorgezeten om tot een gunstige oplossing te komen zouden bur gemeester en wethouders 00k eens hebben kun nen overleggen met de besturen van de bijzon- dere scholen en indien dat was gebeurd, dan gelooft hij, dat uit die samemspreking wel zou gebleken zijn, dat deze van hun te verkrijgen recht niet ten voile gebruik zouden maken en 00k wel met wat minder tevreden zijn, zoodat hy veronderstelt, dat het berekende eindcijfer wel met de helft zou zijn te verminderen. Het feit, dat burgemeester en wethouders het eind cijfer zoo hebben opgescbroefd heeft hem aan- leidiing te onderstedlen, <iat ze dit met voor- dacht aldus hebben gedaan om een gunstige oplossing onmogelijk te maken. Hij zou aan burgemeester en wethouders in overweging willen geven alsnog een samen- spreking te houden met de besturen der ver- schillende bijzondere scholen, om te onderzoe- ken of deze niet zouden genegen zijn mede te werken om bij de oplossi g dezer kwestie, die dan 00k voor hunne inrichtingen beteekenis heeft, de kosten voor de gemeente tot 't minst mogelijke te beperken. Hij twijfelt er niet aan, dat ze dan tot een ander resultaat zullen komen. Laat dan hun geste in deze eens iets meer zijn dan een platonische liefdesbetuiging. Hij beveelt met de meeste vrijmoedigheid zijn voorstel aan en verzoekt hen, hun voorstel tot het verleenen van ontslag nog eens aan te houden. De heer OOLSEN geeft te kennen, dat hij bij het lezen der memorie van toelichting over dit punt is gesChrokken. Hij kondigt aan, dat zijn fractiegenoot, de heer De Bakker hierover een voorstel zal doen. Hij gelooft 00k, dat het niet noodig zal zijn, dat men voor die en per onderwijzer niet tot een lager cijfer is terug te brengen. Spreker berekent, dat dit voor een gemeente 2e klasse op het laagste salaris genomen toch nog een bedrag van f 1248 blijft. Het zal, aangezien dan alle scholen in de gemeente voor boventallige leer- kraehten in aanmerking zullen moeten komen, een belangrijke uitgaaf blijven. De heer DE JAGER geeft te kennen, dat het voor burgemeester en wethouders geen gemak- kelijke zaak was, voor welkS ze thans ge- plaatst warden. Het moet niet verwonderen, dat bij zulke omstandigheden eens wordt na- gegaan hoe vroeger in gelijke omstandig heden gehandeld is. Ongetwijfeld is het niet in het belang Van het onderwijs, indien die zesde leerkracht van school C wordt wegge- nomen. Burgemeester en wethouders hebben zich echter afgevraagd welke gevolgen uit het aanstellen van een boventallige leerkracht voor de gemeente kunnen ontstaan. Die wensch is oak in den raad te kennen gegeven. Bur gemeester em wethouders hebben de cijfers ge- geven en nu gaat men beweren, dpt die cijfers te veel zijn opgeschroefd. Door den heer Hamelink is de meening uit- gesproken, dat men tijdelijke leerkraohten zou kunnen aanstellen. Indien dit het geval zou zijn, dan zou dit, indien men zich van ge- meentewege alleen tot de openbare school C bepaalde, toch nog ongeveer 6250 worden. Maar of dit kan is de vraag. Er zijm een hoop waahtgelders, waaruit benoemd moet worden. Er zijn er met 6, 7, 10, 12 en 20 ddenstjaren, zoodat hun jaarwedde hooger komt. Op grond daarvan kan gezegd worden, dat een gemid delde van 2000 niet te hoog is berekend. Een tijdelijke benoeming laat de wet niet toe. Een kweekeliimg met akte mag door burge meester en wethouders niet worden voorge-, steld. Alleen het hoofd der school kan, indien^ hij daarvoor aanleiding vindt, als zoodanige iemand aanwijzen, die dan onder zijn verant- woording les kan geven. Het is inderdaad een moeilijke zaak. Hij ontraadt echter aanneming van de motie van den heer De Bakker, beveelt aanneming van het voorstel tot ontslag van de leerkracht aan, dan kan er voor de gemeente geen schade uit ontstaan en kan ondertusschem verder ge- zien worden. Is dan het hoofd der school be- reid aldus voort te gaan, weet hij daarvoor een regeling te treffen, dan is de zaak opge- lost. Kan hij een andere oplossing bewerken, dan is het 00k goed. 1 Er zijn hier twee belangen in het spel, nl. het onderwijs belang en het financieele belang. Men weet, dat verschillemde hoogst noodige zaken niet ter hand kunnen worden genomen, dat verschillemde uitgaven, o.m. die voor ver- betering van straten maar steeds worden uit- gesteld. Omder deze omstandigheden acht hij het niet raadzaam op onderwijsgebied zoo'n belangrijk offer te brengen. Het vermenig- vuldigingscijfer der inkomstenbelasting is thans 1,4 doch indien op deze zaak wordt in- 1 geghan kaai men er zeker van zijn, dat dit als gevolg daarvan mdnstens tot 1,5 zal moeten worden verhoogd. Daarom konden burge- itCI/ I Id CJb iJCVl O boventalligie anderwijzers leerkrachten neemt meester en wetJiouders er niet op ing-aan. Men van f 2000 tractemetit. Men kan 00k aspiran- ten, volontairs aanstellem, voor sommige inrich tingen. Men kan toch 00k een beginneling te werk stellen, zooals dat op school A het geval Voor de kleinere scholen zouden kweeke- lingen met akte kunnen aangesteld worden. Ook spreker dringt er op aan, dat burgemees ter en wethouders zoo goed zouden willen zijn om eens met de schoolbesturen te onderhan- delen. De heer DE BAKKER wil in aansluiting in het betoog van de heeren Hamelink en Colsen het volgende voorstellen: De raad der gemeente besluit de overcom- plete onderwijzeres aan school C op conditio dat met de besturen der bijzondere scholen tot een vergelijk gekomen worden over een ver- mindende jaarlijksche gemeentelijke toelage deze schoolbesturen, die besteed moet worden voor een kweekeling met acte. De heer VAN AKEN heeft, toen hij kemnis nam van de toelichting en het groote bedrag zag, dat burgemeester en wethouders ramen aan de oplossing dezer zaak verbonden te zijn, den indruk gekregen, dat zij, aangezien zij jaarwedden berekemen ad f 2000, van het standpunt zijn uitgegaan, dat de minister eischt, dat bij benoeming van onderwijskrach- ten deze in de eerste plaats moeten worden genomen uit wachtgelders van de openbare en de bijzondere school. Maar daarmede is tech nog niet gezegd, dat men daarvoor hetzelfde bedrag zou noodig hebben Zij hadden ook naar sprekers meening wel eens kunnen over wegen, of ook geen andere oplossing mogelijk was. Hij verwijst naar de hulp d'e men aan school A bezit. Voor den tijd, dat deze een onderwijzer heeft vervangen werd voorgesteld hem een gratificatie te verleenen van f 300, hetgeen voor een onderwijskraeht die bevoegd- heid bezit onderwijs te geven, dit wil hij thans nog opmerken, toch heel minnetjes is. Spreker kan wel iets gevoelen voor het voor stel van den heer De Bakker. Burgemeester en Wethouders zouden het nader onder de oogen kunnen zien en dan later aan den raad mededeelen wat de kosten van een zoodanige oplossing zouden zijn. De heer SCHEELE kon wel denken, dat over deze zaak heel wat zou worden gezegd, en dat het voorstel van burgemeester en wethouders zou worden bestreden met het motief, dat het onderwijs zoo goed en zoo degelijk mogelijk behoort te zijn. Maar er is ook een keerzijde, die by burgemeester en wethouders zeer zwaar gewogen heeft, dat het har.dhaven van de tegenwoordige zesde leerkracht aan school C een zoodanigen loop van zaken tengevolge zou hebben, dat de gemeente daarvoor zeer zware financieele offers zou moeten brengen. Zelfs indien men met de besturen der bijzon dere scholen overeenstemming zou verkrijgen, om dit op de goedkoopste wijze te regelen zal het nog een zoo groote som geld kosten, dat spreker, hoe goed het voorstel ook bedoeld moge zijn, moet ontraden om daarop in te gajan. Nu is de vraag gesteld of de becijfering wel goed is en of dat bedrag van f 2000 per jaar moet zich toch ook afvragen, waar het ten slotte al moet vandaam komen. We kunnen in de naaste toekomst nog voor bepaalde noodzakelijke uitgaven worden gesteld. Bur gemeester en wethouders zijn van oordeel, dat Ter Neuzen geen luxe uitgaven op z'ch mag nemen, dat de tijdsomstandigheden dit niet toelaten. Met betrekking tot de zaak zelf is hij van meening, dat de wet de gemeenten verplicht om wachtgelders aan te stellen en dat de door het college gegeven cijfers niet overdreven zijn. Hij beveelt aanneming van het voorstel van burgiemeesterr en wethouders aan en dan kan men te samen den loop van zaken af- wachten. De heer HAMELINK geeft te kennen, dat hij nog versterkt is In zijn opvattdng, dat het college van burgemeester en wethouders niet op de hoogte is van deze kwestie. De gemeen ten zijn wel verplicht wachtgelders aan te stellen imdien deze behooren tot de leerkrach ten waarvan door het rijk de jaarwedden worden vergoed, op straffe dat die jaarwed den niet vergoed worden. Maar hier betreft het leerkrachten waarvoor het rijk de jaar wedden toch niet betaald. Voor deze zijn de gemeenten dus vrij in de benoeming. Er kun nen dus tijdelijke leerkrachten worden be noemd. Op grond daarvan betoogt spreker, dat burgemeester en wethouders hun cijfers op een verkeerden basis hebben berekend. Voor die tijdelijke leerkrachten tellen de dienstjaren niet mee en er kunnen zelfs voor scholen beneden de 144 leerlingen assistenten worden aangesteld. Als men zulke krachten neemt, in plaats van de voile, door burge meester en weth'ouders berekend, zal het maar een tien tot elf duizend gulden kosten, hetgeen geheel iets anders is dan de f 21.000 van bur gemeester en wethouders. Zij hebben in hun rapport de oplossing in een ongunstig* dag- lioht gesteld. Het is toch ook de vraag, of de bijzonidere scholen, die indien ook aan school D een leerkracht gegeven werd, zooals in het geval c wordt aangegeven, die dan voor twee boventallige leerkrachten in aanmerking zou den kunmen komen, die ook werkelijk zullen eischen. In elk geval staat het vast, dat het onder wijs door het gemis aan de noodige leerkrach ten, er bij zonder onder moet lijden en spreker vraagt er dan niet naar of dit openbaar dan wel bijzonder onderwijs is. Het is van groot belang, dat het onderwijs goed verzorgd wordt. Staat de gemeente dan financieel zo6 na aan den rand van den afgrond? Burgemeester en wethouders zouden moeten inzien, dat het niet in het belang van het onderwijs is, dat men zich aan de scholen gaat behelpen, dat het hier gaat om het belang van het onderwijs en er was aanleiding voor geweest om eens met de verschillende schoolbesturen ovenleg te plegen, ten einde na te gaan of er geen an dere oplossing ware te geven dan die thans door hen wordt voorgesteld. Hij vraagt bur gemeester en wethouders: houdt uw voorstel nog eens aan, overtuigt u eerst nog eens of u geen fout hebt gemaakt, het gaat om het belang van het kind! De heer DE JAGER merkt op, dat in het steisel van den heer Hamelink de boventallige leerkracht niet kan worden behouden, want die heeft een hooger salaris. De heer HAMELINK wil dit eens ere® vasthouden, en verklaart opruieuw het jammer te vimden, dat reeds een naam is genoemd, omdat het debat anders gemakkelijker zou zijn. Maar indien nu overigens alle soholem, over de geheele linie met boventallige leer krachten geholpen werden, die dan op het laagste salaris zouden kunnen worden aan gesteld, zou dat dan werkelijk moeten afsprin- gen op de hoogere jaarwedde van de thans aan school C in dienst zijnde leerkracht. Spreker heeft nog wel zooveel vertrouwen in de ver schillende schoolbesturen, dat deze, die door dezen maatregel ook belangrijk zouden worden gebaat, zullen doen wat mogelijk is om de uit gaven zooveel mogelijk te beperken. Hij blijft er bij, dat de gemeente niet verplicht is wachtgelders te benoemen. De door hem b«- pleitte oplossing zou zijn in het belang der ge heele zaak. Er schijnt hier een misverstand in het college te bestaan en hij acht dit een voldoende motief om de zaak nog eens aan t« houden. De heer SCHEELE merkt op, dat de stal ling van het college, dat alleen kunnen wor den benoemd menschen die op wachtgeld zijn gesteld, wel is betwist, maar er is toch geen afdoend bewijs gelevexd, dat het zo6 is en niet anders. Dat zou dus moeten worden onder- zocht. Door den heer Hamelink is de verwachting uitgesproken, dat de verschillende schoolbestu ren niet zoo onbillijk zouden zijn, om in ver- band met de aanstelling van boventallige leer kraohten aan de openbare scholen het voile recht te eischen van hetgeen de wet hun als- dan verzekerd. Hij wil ook wel aannemen, dat ze bij onderhandelingen zoude^ te kennen geven, dat niet te zullen doen.j^-Maar toch meent spreker, dat de raad dien tveg niet moet opgaan, want dan heeft hij het heft uit han- den en legt dat in die van de bijzondere schoolbesturen. Deze krijgen dan de zeg- i gingschap en kunnen doen wat hun welgeval- lig is. Dat is een toestand die hij onjuist acht en op grond daarvan is hij voor het aanvaar- den van het voorstel van burgemeester en wethouders. Daari.a kan aan burgemeester en wethouders gevraagd worden de cijfers nog eens na te gaan en de wetsarbikels. Mocht dan blijken, dat het mogelijk is te volstaan met een leer kracht van f 1250 dan kan daarover later nog eens emstig worden gesproken. Hij gelocft met den heer Hamelink, dat het in het belang van het onderwijs zou zijn en als het dan kan benoemt men zoo'n tijdelijke leerkracht. De heer HAMELINK zou dan toch in over weging willen geven tijdens die nadere over weging niet met het voorstel tot ontslaan eener leerkracht door te gaan. Daaruit kun nen toch geen moeilijkheden voortspruiten. Er is tegen het begin der volgende maand nog een raadszitting aangekondigd. Welk bezwaar is er, om tegen dien tijd te trachten overeen stemming te verkijgen met de besturen der bijzondere scholen? Het ontslag kan, indien men meent, dat dan toch to moeten doorzetten toch nog voor 1 Januari a.s. worden gegeven. De heer GEELHOEDT merkt op, dat zoo n overeenkomst met de bijzondere schoolbestu ren toch voor dezen nimmer bindend kan zijn. De heer HAMELINK erkent dit, maar heeft in die besturen toch wel zooveel vertrouwen, dt hij van hen verwacht, dat ze, indien zij een- maal zouden hebben verklaard accoord te gaan met een door burgemeester en wethou- ders gestelde regeling, zich daaraan ook zou den houden. De heer SCHEELE heeft ook geen wantrou- wen tegen die schoolbesturen, maar, zooals liij reeds gezegd heeft, men geeft hen dan het heft in handen en dat is verkeerd. Het is hier een zakenkwestie en die moet in goede orde geschieden. Die schoolbesturen moeten ook rekening houden met hun eigen middeien. Men moet maar eens afwaohten in welke richtdng straks het hoofd der school z:d wil len gaan, want er zou nu een besluit kunnen worden genomen, terwijl later zou kunnen blij ken, dat het hoofd der school een anderen weg zou op willen. Men kan het nog eens afzien, in een volgende vergadering kunnen misschien nog nadere inlichtingen worden ver strekt en dan kan nog altijd een besluit ge nomen worden. De heer COLSEN vraagt, of er dan bezwaar is, om het ontslag-voorstel aan te houden. Tegen dien tijd kunnen burgemeester en wet houders de schoolbesturen geraadpleegd heb ben. Hij is ook van meening, dat een boven tallige leerkracht geen waohtgelder behoeft te zijn. Indien na de onderhandelingen blijkt, dat de sommen die met een regeling gepaard zouden gaan te groot zijn, kan dit voorstel nog aangenomen worden. De heer HAMELINK stelt voor het aan te houden voor het inwinnen van nadere inlich tingen. De heer COLSEN merkt nog op, dat voor de andere scholen wellicht zou kunnen worden volstaan met het tijdelijk aanstellen van een kweekeling met akte en, voor school C zou de daar verbonden leerkracht kunnen behouden worden, tot het mogelijk was in geval van vertrek eener leerkracht of bij sterfgeval een andere regeling te treffen. De heer VERLINDE geeft te kennen, dat deze kwestie ook een onderwerp van rijpe be spreking bij zijn fractie heeft uitgemaakt. Deze zou gaame de kwestie oplossen in den door adresisanten gevraagden zin, indien dit mogelijk was met betrekkelijk geringe uitga ven. De zeer zware uitgaven die er het ge volg van zouden zijn, zijn daarvoor echter een struikeliblok. Er wordt vertrouwen uitgespro ken in de schoolbesturen. Ook hij koestert daartegen geen wantrouwen, doch men moet er zich aan verwacbten, d?t d-'e gebri1 V- ma ken van de voorrechten hun bij de wet toe- gekend. Dat ligt toch in hun lijn? Hij wijst op hetgeen te dien opzichte in Axel voorkwam. Aanvankelijk was d'iar een boventallige leer kracht aan de openbare en werd er van ge-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 5