ai rpmpfn NIFIIWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
G7e Jaargang
Maandag 5 December 1927
Een nieuwe neus
buitenland.
RA4DSVERGADERING.
8 I N N E N LA M D.
FEUILLETOH.
net j maanaen - Bi] vouruitDetaling ir. per post ;o,du per jaar
- J -llTIj O D q voor Dinnen lei Neuzen J 1.40 per J u.aa. oen - voor ouiten *te^ voor t buitenland alleen bii vooruitbetalinq.
A 80 ME# ENTSPRIJS: Voor -t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per^posi - e„ Vrlld«gBvond.
OH m«d verschljnt lederen WoennCag
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
kekend, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd op Donderdag
8 December 1927, des namlddags 2 uur.
Ter Neuzen, den 5 December 1927.
De Burgemeester voornoemd,
J. HU1ZINGA.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
Besloten wordt na de begrooting van
financien te behandelen de begrooting
van posterijen en telegrafie en daarna de
van waterstaat.
Aan de orde is de voortzetting van de
behandeling der begrooting van Finan
cien.
iDe heer J. ter Laan (s.-d.) zou afwij-
zend staan tegenover de verlaging van
het gedistilleerdaccijns, indien meer ge-
bruik het gevolg daarvan zou zijn. Ver
laging van de theebelasting zou waar-
sc'hijnlijk voor de afschaffing van den
vleeschaccijns moeten gaan. De belasting
op pleiziervaartuigen dient gehandhaafd.
De heer Van Braambreek (s.-d.) be-
pleit ingrijpende maatregelen voor oud-
gepensiioneerden.
De heer Ebels (v.-d.) bespreekt de toe-
passing van de Landarbeiderswet en de
daarop betrekking hebbende circulaire
van den Minister, wiens standpunt, vol
gens hetwelk het wedstandspercentage
verhoogd moet worden, voor betwisting
De heer Fleskens (r.,k.) behandelt de
inning van de belastingen, waarbij z.i.
goms middelen worden toeqepast, welke
miet toelaatbaar zijn. Spreker brengt nog
ten en ander in het midden over de po-
sitie der gemeente-ambtenaren, die ten
gevolg e van annexatie op wachtgeld zijn
gesteld.
De heer K. ter Laan (s.-d.) sluit zich
hierbij aan en wenscht verder gelijkstel-
ling van de oude met de nieuwe pensioe-
*en. Spreker dient een motie in, om de
oude pensioenen te herzien en weduwen
van voor 1909 gepensioneerden alsnog in
de wet op te nemen.
EEN NOG NIET UITGEVOERD
TESTAMENT.
Vragen van het Kamerlid Braat.
Het Tweede Kamerlid Braat heeft aan
den Minister van Justdtie de volgende
vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat door
wijlen Johannes baron Van Sijtzema, ge-
boren 17 September 1849 te Driesum en
overleden 6 Juni 1895 te Venlo, aan de
„algemeene armen" onder Driesum bij
testament is gelegateerd een bedrag van
/20.000, zegge twintig duizend gulden?
Is het juist, dat de algemeene armen
reeds een paar jaar het recht hebben op
deze erfenis, terwijl de executeur-testa-
mentair met de uitvoering van dit testa
ment in gebreke is gebleyen?
Is het juist, dat B. en W. der gemeente
Dantumadeel van den heer ontvanger der
registratie en domeinen te Venlo reeds
in'1925 aanschrijving hebben ontvangen,
om het successierecht, vallende op deze
nalatenschap, te voldoen?
Is het juist, dat ook de armmeester van
het burgerlijk armbestuur te Driesum van
genoemden ontvanger bericht kreeg, dat
de algemeene armen te Driesum in het ge-
not werden gesteld van de renten van ge-
noemd kapitaal?
Is de Minister bereid, de executie van
dit onuitgevoerde testament in het belang
der algemeene armen te D'riesum te be-
vorderen?
HET „VOLKSGERICHT" TE
MARUM.
De heer Schaper, lid van de Tweede
Kamer, heeft aan de Ministers van Justi-
tie en van Oorlog de volgende vragen
gesteld:
1. Zijn de Ministers bereid ten spoe-
digste een onderzoek in te stellen of het
juist, of ongeveer juist is, dat op de zit-
ting der Groningsche arrondissements-
rec'htbank, waar dezer dagen terecht
stonden de beklaagden van een geweld-
dadigen aanval op het huis van personen
te Nickerk, Taetje K., de huishoudster
van Harm B., beide de aangevallenen,
verklaarde: dat zij tevergeefs een beroep
heeft gedaan op den bijstand van de ma
rechaussee te Nlarum: dat toen de herrie
begon en zij zich per fiets naar Marum
begaf en aan den wachtmeester Toxopeus
mededeelde, dat men de ruiten bij haar
ingooide, deze ten antwoord gaf:
„Het spijt me, dat dat met al
veel eerder gebeurd is! ,,Komt mijnheer
nu of niet!" had Taetje toen geyraagd.
„Dat zal ik nog wel eens zien, luidde
het antwoord; terwijl tevens de verklaring
werd afgelegd, dat de marechaussee niet
was gekomen?
2. Indien dit verslag ongeveer juist is
en de marechaussee op deze wijze zijn
pliciht mocht hebben verzuimd, willen de
Ministers dan maatregelen treffen tegen
de betrokken marechaussee, opdat de
burgers kunnen rekenen, op bescherming
van lijf en goed tegen lieden, die op eigen
gezag „recht" willen uitoefenen en de
algemeene veiligheid bedreigen?
DUMPING IN CONFECTIE.
Dezer dagen hebben confectie-fabri-
kanten te Amsterdam en Rotterdam zich
■met een adres tot de Tweede Kamer ge-
wend met het verzoek de invoerrechten
hunner prod'ucten damesmantels en -ja-
ponnen, belangrijk te verhoogen in ver-
band met de dumping door het buiten
land, voornamelijk door de Duitsche in-
dustrie.
RADEN VAN BEROEP
DIR. BELASTINGEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot her-
ziening der wet van 19 Dec. 1914 (Stbl.
564), 'houdende instelling van Raden van
Beroep voor de directe belastingen en
vaststelling van algemeene bepalingen
betreffende het beroep op die colleges en
wijziging van de artt. 265b en 265c, der
Gemeentewet.
De voornaamste oorzaak van de wen
schelijkheid dezer herziening is, blijkens
de Memorie van Toelichting, de groo'.e
toeneming van het aantal der aan het
oordeel van de Raden van Beroep onder-
worpen zaken.
In de eerste plaats wordt voorgesteld,
de mogelijkheid te scheppen, dat bij den
Raad aangebrachte zaken kunnen worden
afgedaan' door een enkelvoudige kamer.
Verder wordt voorgesteld, de werkings-
sfeer van de Raden van Beroep in te
krimpen ten aanzien van de gemeentelijke
belastingen. Naar de Memorie van Toe
lichting'leert, is dit voorfetel niet nieuw;
men tr'ef.t het in eenigszins anderen vorm
reeds aan in 1 art. 5 van't wetsontwerp
tot wijzging Gemeentewet met betrekking
tot de plaatselij'ke belastifiqen (inqediend
zittingjaar 1923/24). Aangezien dit wets
ontwerp voorshands niet in behandeling
komt, wordt de onderwerpelijke materie
reeds thans afzonderlijk geregeld.
Jhr. Dr. C. G. W. F.
VAN VREDENBURCH
gezet of Jhr. Van Vredenburch en zijn
innemende echtgenoote wisten, steeds op
de discreetste wijze, in de ruimst moge-
lijke mate hulp te verleenen. Voor
honderden arme Nederlanders is het ge-
zantschapsgebouw te Brussel in moeilijke
tijden een toevluchtsoord geweest.
Ook wij hebben bij verschillende ge-
legenheden kunnen waardeeren de min-
za'amheid en toegankelijkheid van dezen
overleden diplomaat, die ook geen onbe-
kende was in onze stad en landstreek, en
die ook bijzonder op de hoogte was van
de havenomstandigheden van Ter Neu-
zen, in veriband met de internationale
verhoudingen, en welke belangen ook zijn
I voile belangstelling hadden.
EEN BRABANTSCHE LIGA.
Jhr. Dr. C. G. W. F. van Vredenburch,
Hr. Ms. gezant te Brussel, is Zaterdag-
avond om 8 uur 15 overleden in de kli-
niek van Dr. Mayer, waar hij in het be-
gin van de week wegens blindedarmont-
steking was geopereerd. Sedert Zater-
dagochtend was door de groote zwakheid
van het hart alle hoop verloren en ook
Prof. Dr. Otto Lanz, een dag te voren
in allerijl uit Amsterdam geroepen, vJr"
mocht niet meer te doen tegen den nade-
renden dood.
Dr. Van Vredenburch was in October
1874 te 's Gravenhage geboren. Na zijn
universitaire studies te hebben voltooid,
werd hij werkzaam gesteld aan het depar-
tement van Buitenlandsche Zaken te
's Gravenhage. Vervolgens was hij
successievelijk attache bij de legaties te
Sint Petersburg, Weenen, Berlijn en
zaakgelastigde te Lissabon. In 1910 ging
hij als gezant naar Boekarest, waar hij tot
1917 bleef. Toen ging hij naar Stock
holm. Sedert 1919 was hij buitengewoon
gezant en gevolmachtigd Minister te
Brussel.
Dr. Van Vredenburch was in de dipio-
matieke wereld der Belgische hoofdstad
een zeer geziene persoonlijkheid. Ook
onder de Belgische autoriteiten telde hij
door zijn hartelijken omgang en stillen
eenvoud niets anders dan vrienden. Zijn
diplomatieke talent wist hij te laten flU"
den als president van de in 1917 en 191 8
te Berlijn gehouden Engelsch-Duitsche
conferentie voor de behandeling van de
krijgsgevangenen en bij de onderhande-
lingen over het Nederlandsch-Belgische
verdrag. Enkele weken geleden nog on-
derteekende hij namens de Nederlandsche
regeering het Nederlandsch-Belgische in-
tellectueele accoord.
Voor de Nederlandsche kolonie in oel-
qie is het verscheiden van Jhr. Van Vre
denburch een buitengewoon zware slag.
Mede dank zij zijn werk wist deze kolonie
zich spoedig na d'en oorlog weer te groe-
peeren en vijf jaar geleden kwam dan ook
onder zijn eere-voorzitterschap de Bond
van Nederlandsche vereenigingen en
lichamen tot stand, die juist Zaterdag te
Antwerpen zijn eerste lustrum zou vierem
Deze feestelijkheid was echter in verband
met de minder gunstige berichten omtrent
den toestand van den gezant voor onbe-
paalden tijd uitgesteld.
Geen uiting van Nederlandsch leven
en Nederlandsch nationaliteitsgevoel
of de gezant nam er deel aan; geen
werk van steun ten bate van de behoet-
tiqe landgenooten werd in de Belgische
hoofdstad of elders in het land op touw
i Men meld't aan het Hbl.:
Naar aanleiding van een bericht, dat
dezer dagen. in de pers circuleerde om-
trent de poqinqen, door de Limburqsche
Liga aangewend om contact te krijgen
met Brabant, kunnen we mededeelen, dat
de Liga-gedachte in Brabant meer leeft,
dan velen vermoeden.
j Aan de uitwerking er van wordt zelts
reeds gewerkt. Een comite, bestaande
uit personen uit Midden-, Oost- en West-
Brabanit, heeft reeds meermalen verga-
derd. Door onvoorziene omstandigheden
is de uitwerking der plannen vertraagd.
In welken vorm' de actie te zijner tijd ge-
goten zal worden, is nog niet met zeker-
heid te zeggen.
Vast staat, dat ze voor alles Katholiek
i en Brabantsch zal zijn en de cultuur als
eerste doel zal hebben, met daarnaast zeer
veel zorg voor de economische belangen.
Vooral de verwaarloozing dezer laatste
heeft ook in Brabant een geest van on-
tevredenheid gewekt. De leiders zullen
echter zorg dragen. de beweging in goede
>anen te leiden.
door
ARTHUR GASK.
36)
Vervolg.)
III.
Ik nam afscheid van Margaret met
nieuwe hoop in het hart, maar het scheen
dat de goden dien middag niet met mij
waren, van af het oogenblik, dat ik Rain
tons huis verliet.
De motorfiets begon onmiddellijk te
haperen. Ik kon er maar geen snelheid
mee krijgen en na een paar kilometer ge
sukkeld te hebben, steeg ik mistroostig
af om den boel in orde te maken. Eerst
dacht ik, dat er alleen maar een buisje
verstopt was, maar al gauw merkte ik, dat
er veel meer kapot was en dat ik het el-
lendiqe ding onmogelijk meer op gang
kon krijgen.' Toen ik er weer opzat, wei-
gerde het al na een paar meter.
Mijn angst keerde onmiddellijk weer
terug.
Het was ruim vijf mijlen van de plaats
waar ik was, tot de Torens, en om met
goed gevolg te kunnen vluchten, moest ik
in ieder geval eerst naar huis.
Na mijn worsteling met Angas Forbes
te Morphettville dien middag, kon ik met
qeen mogelijkheid zeggen, wat er nu ge-
beuren zou. Een ding was zeker. Af
mijn zorgvuldig ontworpen plannen wa
ren nu te niet gedaan en ik moest weer
iets heel nieuws uitdenken. Ik moest in
ieder geval eerst weer terug naar huis.
Al het geld, dat ik verzameld had en mijn
aandeelen waren daar en ik moest tot el-
ken prijs die eerst weer in mijn bezit
hebben.
Voor het oogenblik troostte ik mi] met
de gedachte, dat niemand den tuin kon
binnenkomen en toen herinnerde ik mij
ineens met een onheilspellend gevoe dat
die ellendige Hooker een tweeden sieutei
had van de oprijlaanpoort.
Het koude zweet brak mij uit bi) het
denkbeeld van alle ellende, die nog over
mij kon komen.
Aangezien mij nu bleek, dat er niets
meer met mijn motorfiets was te beginnen,
smeet ik dat ding maar ergens in het kreu-
pelhout. En toen begaf ik me in een soort
looppas in de richting van de stad en :k
was al een heel eind op weg eer het mi]
qelukte een taxi te vinden.
Toen reed ik zoo snel mogeli]k naar
Noord-Adelaide, maar aangezien ik met
wist hoe ik thuis den boel zou vinden,
liet ik de taxi op den hoek van de straat
ophouden.
En dat was maar goed ook. want zoo-
dra ik de Torens in het gezicht kreeg, zag
ik tot mijn schrik, dat er een auto bi] het
,hek stond. Er zat een man in.
Een oogenblik was ik geneigd om e
keeren, maar met een siddering van vrees
dronq het plotseling tot mij door, dat het
een dubbeltje op zijn kant was en dat ik
binnen vijf minuten alles verloren kon
hebben. Tot elken prijs moest ik de con-
tanten en mijn aandeelen zien te bemaoh-
tigen.
Ik wandelde kalm het hek binnen en
keek eens even als terloops naar de auto.
Het was een huurauto en de chaufteur
qenoot van zijn sigaret.
Ik liep de oprijlaan op, zoolang als de
man in de auto mij zien kon op mijn
doode gemak. Zoodra was ik echter niet
door de boomen verborgen, of ik sprong
als een panter in het kreupelhout en be
gon ademloos de omgeving van het huis
te verkennen.
Ik hoorde bijna onmiddellijk stemmen
en toen ik uit mijn schuilhoek gluurde, zag
ik vier mannen op de veranda staan bi]
^DrhTvan^en herkende ik onmiddellijk.
Het waren Hooker, Angas Forbes en be-
vicka, een kassier van de bank. Den
vierden man kende ik niet, maar ik zag
aan zijn uniform, dat hij een agent van
politie moest zijn. Ze trachtten alien door
Let gekleurde glas in de deur van de
vestibule te kijken.
Als ik ook maar even geaarzeld had
was ik verloren geweest. Als ik ook maar
tien seconden gewacht had, was het spel-
letje uit geweest en zou deze geschiede
nis nooit geschreven zijn.
Maar ik aarzelde met en ik wachtte
ook niet. Ze stonden met den rug naar
mij toe en onmiddellijk sprong ik uit het
kreupelhout en rende bliksemsnel langs
den qrasrand.
Sneller, dan ik het kan neerschrqven
had ik de vriendelijke bescherming van
den zijkant van het huis bereikt en nu
snelde ik naar de achterdeur. Ik haalde
den sleitel te voorschijn, terwijl ik hep
en zonder meer leven te maken, dan he
even klikklakken van het slot, gleed ik
het "huis binnen en sloop op mijn teenen
DE BERAADSLAGINGEN TE
GENeVE.
De nieuwe commissie voor arbitrage en
veiligheid is, schrijft de N. R. Crt., voor-
oopig aan het werk en met belangstelling
zal men tegemoet zien, of zij mettertijd
tot de slotsom komt (want lang zal zij nu
wel niet bijeenblijven)dat veiligheid het
best uit ontwapening kan voortkomen ot
omgekeerid, dan wel of men aan beide
vraagstukken tegelijk en parallel moet
voortwerken. Hoewel men dus met de
bestudeering van de drie groote beginse-
len van het Protocol van 1924 dc richtinq
uit is gegaan waarin Jhr. Beelaerts in de
laatste Assemblee den V olkenbond wilde
hebben, is Lord Cushendun, de Britsche
minister, ons er nog eens aan komen her-
inneren, dat het woord Protokol voor
zijne regeering taboe is en blijft. Uit
deed hij,' nadat Paul Boncour en Politis
in d'e veiligheidscommissie op waren ge
komen voor een wederopwekking van de
voorstellen van het Protokol in zake ar
bitrage en ontwapening. Cushendun ver-
zekerde, dat Engeland zijn best zou doen
om de zaak van ontwapening, arbitrage
en veiligheid tusschen de naties te bevor-
deren. Een woord is er echter, vervolgde
hij dat ik zou willen vermijden en dat is:
Protokol. Het verleden bevat eemge din-
gen waarover reeds vonnis is gewezen.
ik wil geen bezwaar maken tegen de be
studeering van het Protokol, maar ik ge-
loof niet, dat dit ons veel verder zal hel-
pen, besloot hij. Een herhaling vrijwel
van Chamberlain's betoog in de Assem
blee.
Volgens het oorspronkelijke plan zal
de nieuwe veiligheidscommissie o.m. het
tegengestelde van ontwapening onder de
oogen moeten zien, door de samenstelling
van de politie^troepen van Geneve te be-
studeeren. In 't Fransch-Duitsch-Engel-
sche voorstel, dat de Assemblee heeft
aangenomen, is namelijk de gedachte ver-
wer'kt, dat de Geneefsche politietroepen,
die tegen aanranders van den vrede zou-
den moeten optreden, zullen bestaan uit
de legers der mogendheden die het dichtst
bij de plaats van het conflict liggen. De
leden van den Volkenbond zullen dien-
volgens de gewapende macht die zij bij
een conflict beschikbaar willen stellen.
vooraf moeten bepalen. De Volkenbond
heeft hun verzocht dit in een concreten
vorm te doen. Terloops moge opgemerkt
worden, dat het Russische voorstel tot al-
geheele ontwapening van den wrekenden
arm van den Volkenbond onmogelijk zou
maken. Dit is nog een reden, waarom
het Russische program volkomen illusoir
geacht moet worden en tegen het belang
van de internationale veiligheid in-
druischt.
D'e Russen hebben Vrijdag hun eeiste
voorstel aangevuld met een toelichting die
qrootendeels propaganda is.
Er staan echter ook enkele getallen
over de kosten en offers van den grooten
oorlog in, die op dit oogenblik te Geneve
noq weleens in herinnering gebracht mo-
qen worden. Volgens de statistieken zijn
er in dien oorlog 10.692.000 mannen ge-
dood 22.100.000 gewond en 6.989.000
qevangen genomen. De gezamenlgke
oorloqskosten worden op ruim 51/ mil
liard gulden gesohat. Deze cijfers zqn
stellig een welsprekende propaganda
tegen een nieuwen oorlog in nog vreese-
lijker vorm dan de vorige.
DE RIJKS-iKERSTMISTPUDOING
VOOR DEN KONING.
Met groote plechtigheid heeft graaf
Meath, d'e stichter van de beweging voor
den Britschen Rijksdag, Donderdag de
puddinq van het Britsche Rijk, die voor
den koninklijken Kerstdisch bestemd is,
aan den Lord Mayor van Londen over-
haWij'hebben al verteld, dat alle bestand-
deelen erin afkomstig zijn uit landen van
het Britsche Rijk.
Vertegenwoordigers van alle Britsche
landen, die de ingredienten geleverd heb
ben, waren erbij aanwezig. lndische
vrouwen in scharlaken en witte gewaden.
Sinqaleeschen met schildpadden kammen
in het haar, Iersche colleens (meisjes)
en meisjes met slappe vilthoeden uit
Canada.
Kort na twaalven trad de Lord Mayor
■in vol ornaat de keukens van het Man
sion House binnen, gevolgd door de qe-
delegeerden van het rijk en stelde Lord
Meath hem de pudding in een blauwe
porseleinen kom ter hand. De chef-kok
hielp den Lord Mayor daarop om de kom
in een koperen waterketel, die bijkans de
middellijn van een fietswiel had, te plaa
door de kamer, waarin de brandkast
L Ofschoon ik het eigenlijk niet verwacht
had. had ik alles toch in gereedheid ge
bracht om in geval van nood onmiddel
lijk te kunnen ontsnappen, en binnen twee
minuten had ik alle bankbiljetten en
geldswaardige papieren stevig om mijn
iichaam gebonden.
Zonder een geluid te maken nam ik
een donkere overjas en een zachten vilten
hoed. Toen haalde ik een automatische
revolver uit een lade en een kleinen
veldkijker, dien ik toevallig zag liggen.
Een zakveldflesch met cognac stopte ik in
mijn zak en toen was ik gereed voor het
volgende bedrijf.
De heele dag was zoo wonderlgk ver-
loopen met niets dan onverwachte dingen,
dat het mij scheen, dat ik maar moest han-
delen naar de ingeving van het oogenblik
en ik besefte met groote bitterheid. dat
ik nu qeen uitgewerkte plannen meer yol-
voeren kon. Het ongeluk had me dien
daq zoo vervolgd, dat het mij scheen, als-
of ik een nachtmerrie had en onrustig op
mijn legerstede woelde.
Het eenige wat ik nog besefte was de
noodzakelijkheid om uit het huis te ko
men. Ik zou in de val zitten, als ik er nog
langer bleef.
Het werd buiten snel donker en toen
ik zachtjes door de vestibule kroop. was
het al zoo duister, dat ik geen vrees be-
hoefde te hebben om gezien te worden
door d'e wachters daar buiten.
De noodzakelijkheid om snel en zake-
liik te handelen had mijn vrees weer ver-
dreven en met een zekeren bitteren spot
bleef ik bij de deur even luisteren, wat ze
wel van mij zeiden.
Ik stond op nog geen meter afstand en
kon ieder woord hooren, en nu eens werd
dk gloeiend van drift, dan weer ijskoud
van angst.
Zij vroegen Hooker nadrukkelijk, of hij
zeker wist, dat ik nog niet in huis kon zijn
en Hooker verklaarde pertinent, dat dit
onmogelijk was. Tot mijn groote ver-
bazing ontdekte ik, dat de ellendeling al
les wist van mijn motorfiets, en waar ik
die stalde. Hij vertelde hun, dat hij dien
middag sinds drie uur op den uitkijk had
gestaan en dat er een kwartier geleden
nog geen spoor van te zien was, en hi;
wist zeker, dat ik nu wel gauw komen zou.
Toen bleek het, dat Angas Forbes er
bij den politieagent op aandrcng om toch
een bevel tot huiszoeking te verkrijgen en
hij zwoer, dat hij zelf het huis met zijn
vrienden zou bewaken, totdat dit erkre-
gen was. Het mocht geen oogenblik uit
het oog verloren worden. Hij was zeker.
dat er' een misdaad was geschied, bleef
hij maar volhouden, en hij zou niet ver-
baasd zijn, als zijn vriend dokter Carmi-
chael vermoord was. De dokter zou nooit
zijn honden hebben weggedaan als hij
nog leefde. Toen klonk de basstem van
den politie-agent, die het wel eens scheen
te zijn met Angas Forbes, maar die toch
nog niet zoo heelemaal zeker van de fei-
teii scheen. In ieder geval zag hij de
noodzakelijkheid in om met mij in con
tact te komen en beloofde, dat een paar
van zijn mannetjes de plaats zouden be
waken tot mijn terurrkomst. Hij deelde
ook mede, dat deze menschen onderweq
waren en wel gauw hier zouden z-ij:
(Wordt vervolgd.)
___ENSCHE
W1—_,.,»Kntnlinn fr nor lUill f f> h
mi mm mrr'~-t—
"V"3 tb EL SIT IS
T