ai rpmpfn NIFIIWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. G7e Jaargang Maandag 5 December 1927 Een nieuwe neus buitenland. RA4DSVERGADERING. 8 I N N E N LA M D. FEUILLETOH. net j maanaen - Bi] vouruitDetaling ir. per post ;o,du per jaar - J -llTIj O D q voor Dinnen lei Neuzen J 1.40 per J u.aa. oen - voor ouiten *te^ voor t buitenland alleen bii vooruitbetalinq. A 80 ME# ENTSPRIJS: Voor -t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per^posi - e„ Vrlld«gBvond. OH m«d verschljnt lederen WoennCag De Burgemeester van TER NEUZEN maakt kekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd op Donderdag 8 December 1927, des namlddags 2 uur. Ter Neuzen, den 5 December 1927. De Burgemeester voornoemd, J. HU1ZINGA. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. Besloten wordt na de begrooting van financien te behandelen de begrooting van posterijen en telegrafie en daarna de van waterstaat. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling der begrooting van Finan cien. iDe heer J. ter Laan (s.-d.) zou afwij- zend staan tegenover de verlaging van het gedistilleerdaccijns, indien meer ge- bruik het gevolg daarvan zou zijn. Ver laging van de theebelasting zou waar- sc'hijnlijk voor de afschaffing van den vleeschaccijns moeten gaan. De belasting op pleiziervaartuigen dient gehandhaafd. De heer Van Braambreek (s.-d.) be- pleit ingrijpende maatregelen voor oud- gepensiioneerden. De heer Ebels (v.-d.) bespreekt de toe- passing van de Landarbeiderswet en de daarop betrekking hebbende circulaire van den Minister, wiens standpunt, vol gens hetwelk het wedstandspercentage verhoogd moet worden, voor betwisting De heer Fleskens (r.,k.) behandelt de inning van de belastingen, waarbij z.i. goms middelen worden toeqepast, welke miet toelaatbaar zijn. Spreker brengt nog ten en ander in het midden over de po- sitie der gemeente-ambtenaren, die ten gevolg e van annexatie op wachtgeld zijn gesteld. De heer K. ter Laan (s.-d.) sluit zich hierbij aan en wenscht verder gelijkstel- ling van de oude met de nieuwe pensioe- *en. Spreker dient een motie in, om de oude pensioenen te herzien en weduwen van voor 1909 gepensioneerden alsnog in de wet op te nemen. EEN NOG NIET UITGEVOERD TESTAMENT. Vragen van het Kamerlid Braat. Het Tweede Kamerlid Braat heeft aan den Minister van Justdtie de volgende vragen gesteld: Is het den Minister bekend, dat door wijlen Johannes baron Van Sijtzema, ge- boren 17 September 1849 te Driesum en overleden 6 Juni 1895 te Venlo, aan de „algemeene armen" onder Driesum bij testament is gelegateerd een bedrag van /20.000, zegge twintig duizend gulden? Is het juist, dat de algemeene armen reeds een paar jaar het recht hebben op deze erfenis, terwijl de executeur-testa- mentair met de uitvoering van dit testa ment in gebreke is gebleyen? Is het juist, dat B. en W. der gemeente Dantumadeel van den heer ontvanger der registratie en domeinen te Venlo reeds in'1925 aanschrijving hebben ontvangen, om het successierecht, vallende op deze nalatenschap, te voldoen? Is het juist, dat ook de armmeester van het burgerlijk armbestuur te Driesum van genoemden ontvanger bericht kreeg, dat de algemeene armen te Driesum in het ge- not werden gesteld van de renten van ge- noemd kapitaal? Is de Minister bereid, de executie van dit onuitgevoerde testament in het belang der algemeene armen te D'riesum te be- vorderen? HET „VOLKSGERICHT" TE MARUM. De heer Schaper, lid van de Tweede Kamer, heeft aan de Ministers van Justi- tie en van Oorlog de volgende vragen gesteld: 1. Zijn de Ministers bereid ten spoe- digste een onderzoek in te stellen of het juist, of ongeveer juist is, dat op de zit- ting der Groningsche arrondissements- rec'htbank, waar dezer dagen terecht stonden de beklaagden van een geweld- dadigen aanval op het huis van personen te Nickerk, Taetje K., de huishoudster van Harm B., beide de aangevallenen, verklaarde: dat zij tevergeefs een beroep heeft gedaan op den bijstand van de ma rechaussee te Nlarum: dat toen de herrie begon en zij zich per fiets naar Marum begaf en aan den wachtmeester Toxopeus mededeelde, dat men de ruiten bij haar ingooide, deze ten antwoord gaf: „Het spijt me, dat dat met al veel eerder gebeurd is! ,,Komt mijnheer nu of niet!" had Taetje toen geyraagd. „Dat zal ik nog wel eens zien, luidde het antwoord; terwijl tevens de verklaring werd afgelegd, dat de marechaussee niet was gekomen? 2. Indien dit verslag ongeveer juist is en de marechaussee op deze wijze zijn pliciht mocht hebben verzuimd, willen de Ministers dan maatregelen treffen tegen de betrokken marechaussee, opdat de burgers kunnen rekenen, op bescherming van lijf en goed tegen lieden, die op eigen gezag „recht" willen uitoefenen en de algemeene veiligheid bedreigen? DUMPING IN CONFECTIE. Dezer dagen hebben confectie-fabri- kanten te Amsterdam en Rotterdam zich ■met een adres tot de Tweede Kamer ge- wend met het verzoek de invoerrechten hunner prod'ucten damesmantels en -ja- ponnen, belangrijk te verhoogen in ver- band met de dumping door het buiten land, voornamelijk door de Duitsche in- dustrie. RADEN VAN BEROEP DIR. BELASTINGEN. Ingediend is een wetsontwerp tot her- ziening der wet van 19 Dec. 1914 (Stbl. 564), 'houdende instelling van Raden van Beroep voor de directe belastingen en vaststelling van algemeene bepalingen betreffende het beroep op die colleges en wijziging van de artt. 265b en 265c, der Gemeentewet. De voornaamste oorzaak van de wen schelijkheid dezer herziening is, blijkens de Memorie van Toelichting, de groo'.e toeneming van het aantal der aan het oordeel van de Raden van Beroep onder- worpen zaken. In de eerste plaats wordt voorgesteld, de mogelijkheid te scheppen, dat bij den Raad aangebrachte zaken kunnen worden afgedaan' door een enkelvoudige kamer. Verder wordt voorgesteld, de werkings- sfeer van de Raden van Beroep in te krimpen ten aanzien van de gemeentelijke belastingen. Naar de Memorie van Toe lichting'leert, is dit voorfetel niet nieuw; men tr'ef.t het in eenigszins anderen vorm reeds aan in 1 art. 5 van't wetsontwerp tot wijzging Gemeentewet met betrekking tot de plaatselij'ke belastifiqen (inqediend zittingjaar 1923/24). Aangezien dit wets ontwerp voorshands niet in behandeling komt, wordt de onderwerpelijke materie reeds thans afzonderlijk geregeld. Jhr. Dr. C. G. W. F. VAN VREDENBURCH gezet of Jhr. Van Vredenburch en zijn innemende echtgenoote wisten, steeds op de discreetste wijze, in de ruimst moge- lijke mate hulp te verleenen. Voor honderden arme Nederlanders is het ge- zantschapsgebouw te Brussel in moeilijke tijden een toevluchtsoord geweest. Ook wij hebben bij verschillende ge- legenheden kunnen waardeeren de min- za'amheid en toegankelijkheid van dezen overleden diplomaat, die ook geen onbe- kende was in onze stad en landstreek, en die ook bijzonder op de hoogte was van de havenomstandigheden van Ter Neu- zen, in veriband met de internationale verhoudingen, en welke belangen ook zijn I voile belangstelling hadden. EEN BRABANTSCHE LIGA. Jhr. Dr. C. G. W. F. van Vredenburch, Hr. Ms. gezant te Brussel, is Zaterdag- avond om 8 uur 15 overleden in de kli- niek van Dr. Mayer, waar hij in het be- gin van de week wegens blindedarmont- steking was geopereerd. Sedert Zater- dagochtend was door de groote zwakheid van het hart alle hoop verloren en ook Prof. Dr. Otto Lanz, een dag te voren in allerijl uit Amsterdam geroepen, vJr" mocht niet meer te doen tegen den nade- renden dood. Dr. Van Vredenburch was in October 1874 te 's Gravenhage geboren. Na zijn universitaire studies te hebben voltooid, werd hij werkzaam gesteld aan het depar- tement van Buitenlandsche Zaken te 's Gravenhage. Vervolgens was hij successievelijk attache bij de legaties te Sint Petersburg, Weenen, Berlijn en zaakgelastigde te Lissabon. In 1910 ging hij als gezant naar Boekarest, waar hij tot 1917 bleef. Toen ging hij naar Stock holm. Sedert 1919 was hij buitengewoon gezant en gevolmachtigd Minister te Brussel. Dr. Van Vredenburch was in de dipio- matieke wereld der Belgische hoofdstad een zeer geziene persoonlijkheid. Ook onder de Belgische autoriteiten telde hij door zijn hartelijken omgang en stillen eenvoud niets anders dan vrienden. Zijn diplomatieke talent wist hij te laten flU" den als president van de in 1917 en 191 8 te Berlijn gehouden Engelsch-Duitsche conferentie voor de behandeling van de krijgsgevangenen en bij de onderhande- lingen over het Nederlandsch-Belgische verdrag. Enkele weken geleden nog on- derteekende hij namens de Nederlandsche regeering het Nederlandsch-Belgische in- tellectueele accoord. Voor de Nederlandsche kolonie in oel- qie is het verscheiden van Jhr. Van Vre denburch een buitengewoon zware slag. Mede dank zij zijn werk wist deze kolonie zich spoedig na d'en oorlog weer te groe- peeren en vijf jaar geleden kwam dan ook onder zijn eere-voorzitterschap de Bond van Nederlandsche vereenigingen en lichamen tot stand, die juist Zaterdag te Antwerpen zijn eerste lustrum zou vierem Deze feestelijkheid was echter in verband met de minder gunstige berichten omtrent den toestand van den gezant voor onbe- paalden tijd uitgesteld. Geen uiting van Nederlandsch leven en Nederlandsch nationaliteitsgevoel of de gezant nam er deel aan; geen werk van steun ten bate van de behoet- tiqe landgenooten werd in de Belgische hoofdstad of elders in het land op touw i Men meld't aan het Hbl.: Naar aanleiding van een bericht, dat dezer dagen. in de pers circuleerde om- trent de poqinqen, door de Limburqsche Liga aangewend om contact te krijgen met Brabant, kunnen we mededeelen, dat de Liga-gedachte in Brabant meer leeft, dan velen vermoeden. j Aan de uitwerking er van wordt zelts reeds gewerkt. Een comite, bestaande uit personen uit Midden-, Oost- en West- Brabanit, heeft reeds meermalen verga- derd. Door onvoorziene omstandigheden is de uitwerking der plannen vertraagd. In welken vorm' de actie te zijner tijd ge- goten zal worden, is nog niet met zeker- heid te zeggen. Vast staat, dat ze voor alles Katholiek i en Brabantsch zal zijn en de cultuur als eerste doel zal hebben, met daarnaast zeer veel zorg voor de economische belangen. Vooral de verwaarloozing dezer laatste heeft ook in Brabant een geest van on- tevredenheid gewekt. De leiders zullen echter zorg dragen. de beweging in goede >anen te leiden. door ARTHUR GASK. 36) Vervolg.) III. Ik nam afscheid van Margaret met nieuwe hoop in het hart, maar het scheen dat de goden dien middag niet met mij waren, van af het oogenblik, dat ik Rain tons huis verliet. De motorfiets begon onmiddellijk te haperen. Ik kon er maar geen snelheid mee krijgen en na een paar kilometer ge sukkeld te hebben, steeg ik mistroostig af om den boel in orde te maken. Eerst dacht ik, dat er alleen maar een buisje verstopt was, maar al gauw merkte ik, dat er veel meer kapot was en dat ik het el- lendiqe ding onmogelijk meer op gang kon krijgen.' Toen ik er weer opzat, wei- gerde het al na een paar meter. Mijn angst keerde onmiddellijk weer terug. Het was ruim vijf mijlen van de plaats waar ik was, tot de Torens, en om met goed gevolg te kunnen vluchten, moest ik in ieder geval eerst naar huis. Na mijn worsteling met Angas Forbes te Morphettville dien middag, kon ik met qeen mogelijkheid zeggen, wat er nu ge- beuren zou. Een ding was zeker. Af mijn zorgvuldig ontworpen plannen wa ren nu te niet gedaan en ik moest weer iets heel nieuws uitdenken. Ik moest in ieder geval eerst weer terug naar huis. Al het geld, dat ik verzameld had en mijn aandeelen waren daar en ik moest tot el- ken prijs die eerst weer in mijn bezit hebben. Voor het oogenblik troostte ik mi] met de gedachte, dat niemand den tuin kon binnenkomen en toen herinnerde ik mij ineens met een onheilspellend gevoe dat die ellendige Hooker een tweeden sieutei had van de oprijlaanpoort. Het koude zweet brak mij uit bi) het denkbeeld van alle ellende, die nog over mij kon komen. Aangezien mij nu bleek, dat er niets meer met mijn motorfiets was te beginnen, smeet ik dat ding maar ergens in het kreu- pelhout. En toen begaf ik me in een soort looppas in de richting van de stad en :k was al een heel eind op weg eer het mi] qelukte een taxi te vinden. Toen reed ik zoo snel mogeli]k naar Noord-Adelaide, maar aangezien ik met wist hoe ik thuis den boel zou vinden, liet ik de taxi op den hoek van de straat ophouden. En dat was maar goed ook. want zoo- dra ik de Torens in het gezicht kreeg, zag ik tot mijn schrik, dat er een auto bi] het ,hek stond. Er zat een man in. Een oogenblik was ik geneigd om e keeren, maar met een siddering van vrees dronq het plotseling tot mij door, dat het een dubbeltje op zijn kant was en dat ik binnen vijf minuten alles verloren kon hebben. Tot elken prijs moest ik de con- tanten en mijn aandeelen zien te bemaoh- tigen. Ik wandelde kalm het hek binnen en keek eens even als terloops naar de auto. Het was een huurauto en de chaufteur qenoot van zijn sigaret. Ik liep de oprijlaan op, zoolang als de man in de auto mij zien kon op mijn doode gemak. Zoodra was ik echter niet door de boomen verborgen, of ik sprong als een panter in het kreupelhout en be gon ademloos de omgeving van het huis te verkennen. Ik hoorde bijna onmiddellijk stemmen en toen ik uit mijn schuilhoek gluurde, zag ik vier mannen op de veranda staan bi] ^DrhTvan^en herkende ik onmiddellijk. Het waren Hooker, Angas Forbes en be- vicka, een kassier van de bank. Den vierden man kende ik niet, maar ik zag aan zijn uniform, dat hij een agent van politie moest zijn. Ze trachtten alien door Let gekleurde glas in de deur van de vestibule te kijken. Als ik ook maar even geaarzeld had was ik verloren geweest. Als ik ook maar tien seconden gewacht had, was het spel- letje uit geweest en zou deze geschiede nis nooit geschreven zijn. Maar ik aarzelde met en ik wachtte ook niet. Ze stonden met den rug naar mij toe en onmiddellijk sprong ik uit het kreupelhout en rende bliksemsnel langs den qrasrand. Sneller, dan ik het kan neerschrqven had ik de vriendelijke bescherming van den zijkant van het huis bereikt en nu snelde ik naar de achterdeur. Ik haalde den sleitel te voorschijn, terwijl ik hep en zonder meer leven te maken, dan he even klikklakken van het slot, gleed ik het "huis binnen en sloop op mijn teenen DE BERAADSLAGINGEN TE GENeVE. De nieuwe commissie voor arbitrage en veiligheid is, schrijft de N. R. Crt., voor- oopig aan het werk en met belangstelling zal men tegemoet zien, of zij mettertijd tot de slotsom komt (want lang zal zij nu wel niet bijeenblijven)dat veiligheid het best uit ontwapening kan voortkomen ot omgekeerid, dan wel of men aan beide vraagstukken tegelijk en parallel moet voortwerken. Hoewel men dus met de bestudeering van de drie groote beginse- len van het Protocol van 1924 dc richtinq uit is gegaan waarin Jhr. Beelaerts in de laatste Assemblee den V olkenbond wilde hebben, is Lord Cushendun, de Britsche minister, ons er nog eens aan komen her- inneren, dat het woord Protokol voor zijne regeering taboe is en blijft. Uit deed hij,' nadat Paul Boncour en Politis in d'e veiligheidscommissie op waren ge komen voor een wederopwekking van de voorstellen van het Protokol in zake ar bitrage en ontwapening. Cushendun ver- zekerde, dat Engeland zijn best zou doen om de zaak van ontwapening, arbitrage en veiligheid tusschen de naties te bevor- deren. Een woord is er echter, vervolgde hij dat ik zou willen vermijden en dat is: Protokol. Het verleden bevat eemge din- gen waarover reeds vonnis is gewezen. ik wil geen bezwaar maken tegen de be studeering van het Protokol, maar ik ge- loof niet, dat dit ons veel verder zal hel- pen, besloot hij. Een herhaling vrijwel van Chamberlain's betoog in de Assem blee. Volgens het oorspronkelijke plan zal de nieuwe veiligheidscommissie o.m. het tegengestelde van ontwapening onder de oogen moeten zien, door de samenstelling van de politie^troepen van Geneve te be- studeeren. In 't Fransch-Duitsch-Engel- sche voorstel, dat de Assemblee heeft aangenomen, is namelijk de gedachte ver- wer'kt, dat de Geneefsche politietroepen, die tegen aanranders van den vrede zou- den moeten optreden, zullen bestaan uit de legers der mogendheden die het dichtst bij de plaats van het conflict liggen. De leden van den Volkenbond zullen dien- volgens de gewapende macht die zij bij een conflict beschikbaar willen stellen. vooraf moeten bepalen. De Volkenbond heeft hun verzocht dit in een concreten vorm te doen. Terloops moge opgemerkt worden, dat het Russische voorstel tot al- geheele ontwapening van den wrekenden arm van den Volkenbond onmogelijk zou maken. Dit is nog een reden, waarom het Russische program volkomen illusoir geacht moet worden en tegen het belang van de internationale veiligheid in- druischt. D'e Russen hebben Vrijdag hun eeiste voorstel aangevuld met een toelichting die qrootendeels propaganda is. Er staan echter ook enkele getallen over de kosten en offers van den grooten oorlog in, die op dit oogenblik te Geneve noq weleens in herinnering gebracht mo- qen worden. Volgens de statistieken zijn er in dien oorlog 10.692.000 mannen ge- dood 22.100.000 gewond en 6.989.000 qevangen genomen. De gezamenlgke oorloqskosten worden op ruim 51/ mil liard gulden gesohat. Deze cijfers zqn stellig een welsprekende propaganda tegen een nieuwen oorlog in nog vreese- lijker vorm dan de vorige. DE RIJKS-iKERSTMISTPUDOING VOOR DEN KONING. Met groote plechtigheid heeft graaf Meath, d'e stichter van de beweging voor den Britschen Rijksdag, Donderdag de puddinq van het Britsche Rijk, die voor den koninklijken Kerstdisch bestemd is, aan den Lord Mayor van Londen over- haWij'hebben al verteld, dat alle bestand- deelen erin afkomstig zijn uit landen van het Britsche Rijk. Vertegenwoordigers van alle Britsche landen, die de ingredienten geleverd heb ben, waren erbij aanwezig. lndische vrouwen in scharlaken en witte gewaden. Sinqaleeschen met schildpadden kammen in het haar, Iersche colleens (meisjes) en meisjes met slappe vilthoeden uit Canada. Kort na twaalven trad de Lord Mayor ■in vol ornaat de keukens van het Man sion House binnen, gevolgd door de qe- delegeerden van het rijk en stelde Lord Meath hem de pudding in een blauwe porseleinen kom ter hand. De chef-kok hielp den Lord Mayor daarop om de kom in een koperen waterketel, die bijkans de middellijn van een fietswiel had, te plaa door de kamer, waarin de brandkast L Ofschoon ik het eigenlijk niet verwacht had. had ik alles toch in gereedheid ge bracht om in geval van nood onmiddel lijk te kunnen ontsnappen, en binnen twee minuten had ik alle bankbiljetten en geldswaardige papieren stevig om mijn iichaam gebonden. Zonder een geluid te maken nam ik een donkere overjas en een zachten vilten hoed. Toen haalde ik een automatische revolver uit een lade en een kleinen veldkijker, dien ik toevallig zag liggen. Een zakveldflesch met cognac stopte ik in mijn zak en toen was ik gereed voor het volgende bedrijf. De heele dag was zoo wonderlgk ver- loopen met niets dan onverwachte dingen, dat het mij scheen, dat ik maar moest han- delen naar de ingeving van het oogenblik en ik besefte met groote bitterheid. dat ik nu qeen uitgewerkte plannen meer yol- voeren kon. Het ongeluk had me dien daq zoo vervolgd, dat het mij scheen, als- of ik een nachtmerrie had en onrustig op mijn legerstede woelde. Het eenige wat ik nog besefte was de noodzakelijkheid om uit het huis te ko men. Ik zou in de val zitten, als ik er nog langer bleef. Het werd buiten snel donker en toen ik zachtjes door de vestibule kroop. was het al zoo duister, dat ik geen vrees be- hoefde te hebben om gezien te worden door d'e wachters daar buiten. De noodzakelijkheid om snel en zake- liik te handelen had mijn vrees weer ver- dreven en met een zekeren bitteren spot bleef ik bij de deur even luisteren, wat ze wel van mij zeiden. Ik stond op nog geen meter afstand en kon ieder woord hooren, en nu eens werd dk gloeiend van drift, dan weer ijskoud van angst. Zij vroegen Hooker nadrukkelijk, of hij zeker wist, dat ik nog niet in huis kon zijn en Hooker verklaarde pertinent, dat dit onmogelijk was. Tot mijn groote ver- bazing ontdekte ik, dat de ellendeling al les wist van mijn motorfiets, en waar ik die stalde. Hij vertelde hun, dat hij dien middag sinds drie uur op den uitkijk had gestaan en dat er een kwartier geleden nog geen spoor van te zien was, en hi; wist zeker, dat ik nu wel gauw komen zou. Toen bleek het, dat Angas Forbes er bij den politieagent op aandrcng om toch een bevel tot huiszoeking te verkrijgen en hij zwoer, dat hij zelf het huis met zijn vrienden zou bewaken, totdat dit erkre- gen was. Het mocht geen oogenblik uit het oog verloren worden. Hij was zeker. dat er' een misdaad was geschied, bleef hij maar volhouden, en hij zou niet ver- baasd zijn, als zijn vriend dokter Carmi- chael vermoord was. De dokter zou nooit zijn honden hebben weggedaan als hij nog leefde. Toen klonk de basstem van den politie-agent, die het wel eens scheen te zijn met Angas Forbes, maar die toch nog niet zoo heelemaal zeker van de fei- teii scheen. In ieder geval zag hij de noodzakelijkheid in om met mij in con tact te komen en beloofde, dat een paar van zijn mannetjes de plaats zouden be waken tot mijn terurrkomst. Hij deelde ook mede, dat deze menschen onderweq waren en wel gauw hier zouden z-ij: (Wordt vervolgd.) ___ENSCHE W1—_,.,»Kntnlinn fr nor lUill f f> h mi mm mrr'~-t— "V"3 tb EL SIT IS T

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 1