f 18°.
T
niet bij beloften laten, en niet alleen op stof-
felijk, maar ook op geestelyk terrein doen
wat ze mogelijk achten.
Met betrekking tot het af d e eli n gsond e r zo e k
heeft spreker alleen gezegd, te zullen over-
wegen of zij diaaraan nog zouden deelnemen.
Hij heeft mot gezegd, dat bij dit zou willen
afsdhaffen. Hij krijgt den indruk, dat die
tegen zijn fractie worden gehru.-kt en zal in
verband daarmede persoonlijk zijn standpunt
bepalen.
Hij ziert in de mededeeling over de wethou
derskeuze ©en tegenstelling in de woorden
vain den beer Scheele en in die van den beer
Geelhoedt en meent uit die van eerstgenoemde
te moeten, afleiden, dat er wel degelijk een
overeenkom&t is gesloten, want deze zegt, dat
ze overeengekomen waren, en aangezien de be
grooting precies op betzelfdte pe 1 staat van
bet vorig jaar, mag verondersteld wonden, dat
ze daaromtrent ook tot overeenstemming zijii
gekomen.
Door dm heer Scheele is ook uitgeisproken,
dat zijn partij ook met verschdllende andere
partijen tot samenwerking zou kunnen komen.
Dat doet spreker in zooverre genoegen, dat
daarud blijkt, dat ook de beer Scheele over-
tudgd wordt, dat er ook een tijd kan komen,
dat men met andere elementen dan tot hiertoe
belt geval was rekening moet houden. De heer
Scheele verpnderstelt zelfs de mogelijkheid
van samemwerking met de S. D. A. P. Maar,
hoe erkiaart hij het dan dat tegenover de
chrositel ij'ke kiezars die op die partij zouden
stanarnen een banvloek wordt uitgesprcken
D&arin zit toch een incorisequentie.
Door den heer Geelhoedt is op veei wat
spreker aanlhaalde niet teruggekomen. Deze
heeft zioh gestooten aan den t:tel dien hij aan
dein Vrijiheidabond gaf, maar hij merkt op, dat
de betiteling „ouae juffrouw" heeft overge-
nomen van het jaar 1923, toen die partij zoo
ganioeand wend van wege de partij waarmede
de heer 'Geelhoedt thans samenwerkt.
De heer GEELHOEDT: Och, ik neem het
u met kwalijk!
De heer HAMELINK vervolgt, dat een nude
juffrouw ook nog wel eens jeugdig kan willen
schijnen, dat ide Vryheidstoond dus ook nog wel
eens democratisch kon willen doen, en zich
diaiarvoor jong bloed in willen pom pen van een
jeugdige partij. Maar wanneer zij dat werke-
lijik ernsitig wii, meet zij er zich toch op voor-
bereiden, dat van wege de andere partij ver-
larigens zullen worden te kennen gegeven en
men zich niet zonder meer zal binden. En
waar bekend geworden was, dat de besprekin-
gaii van de rechtsche party en niet tot eey
orvereenkomst hadden geleid, dat deze vrij
stand en en de heer Cols-en had te kennen ge
geven, dat de kattholieken met alle fracties
konuen medewerken, was het zaak geweest
niet alleen de S. D. A. P. doch ook de katho-
iieken uit te noodigen. Indien men iets
wenscht te bereiiken, meet mm toch een com-
binatre zoeken 'die een regeeringsanogelijkheid
omvat. Door alleen sprekers fractie uit te
mood.gen was practisoh resultant niet moge
lijk en moet hij aannemen, dat het zoeken van
samenwerking niet in de bedoeling lag, te-
meer, onnbat aan dm heer Geelhoedt officieus
bekend kon zijn, dat de S. D. A. P. met aan
de wethouderskeuze zou meewerken indien er
vioor haar kiezers geen voordeelen te behialen
war en.
En indim men dan terstond gaat zeggen,
dat men met bereid is een voorwaarde te ac-
oepi&eren, dan moet spreker het beleggen .dier
veagadenng zoo weimg ernstig nemen, dat hij
het niet anders kan inzien als dat het em
comedie was.
De heer Geelhoedt heeft het doen voor-
komen aisof spreker bij de katholieken met
de lijmpot zou hebben geloopen, doch dat is
gcheel bezijden de werkelijkheid. Er is ten
slotte ook van de katihokeken em verzoek ge
komen om te vergaderen. Spreker heeft toen
ook direct gezegd, dat hij de mogelijkheid om
tot een resuitaat te komen niet inzag, maar
meend-e de uitnoodiging niet te mogen weige-
ren, dat zou ombescholt geweest zijn. En in
verBand met de houding van den Vrijheids-
boml die haar was voorbygegaan, was er toch
■aker voor de katholieken geen aanleiding om
ook hare representanten uit te noodigen.
De heer GEELHOEDT: Dat heb ik ook niet
gezegd.
be heetr HAMELINK. herhaalt het een fout
to vinden, dat de Vrijheidsibond de katholieken
met heeft uitgenoodigd; de heer Geelhoedt
moet ook niet ontkennen, dat her zijn bedoe
ling was een bijeenkomst te houden van de
anti-lgsrkelijke fracties, waarop spreker aan-
stonds heeft gerepkceerd, dat zijn partij geen
anti-kerkelyke was, en men eerder op een
kerkelijk dernocraat zou stemmen' danop een
oonservatief liberaal. i
De heer GEELHOEDT geeft te kennen te
hebben gezegd, dat hij em bijeenkomst be-
doelde van de linksche fracties, hetgeen het-
Belfde beteekent als anti-kerkelijk.
De heer VERLINDE: Dat is niet gezegd
ook!
De heer HAMELINK houdt zijn mededeelmg
Staande. Die uitdrakking bewyst echter, dat
de heer Geelhoedt r.og geen inzicht heeft van
betgeen de S. D. A. P. is.
De heer GEELHOEDT: Dat is wel moge
lijk.
De heer HAMELINK: U zeide zooeven,
dat uw partij tevreaen was, maaru had
toch wel verwacht met het grootst aantal
stemmen uit de bus te komen.
Le heer GEELHOEDT meent, dat dit niets
beduidt, de S. D. A. P. had immers vast ge-
reutemd op 4 zetels?
De heer VAN DE BULCK: Op vij-f!
De hear HAMEblNK geeft te kennen. dat
er misschien in dat opzieht optimisten waren,
hi) denkt daarover nuchterder. Maarals
de Vryheiidsbond zoo tevreden was, waar ble-
ren dan de feestvergadermgen
Door den heer Van Cadsand is betoogd, dat
de uitslag der verk ezingen ook beinvloed
wordt door de personen der candidatm, en
dat daaraan by de vorige verkiezing het
groote stmiimencyfer ten gunste het gevoig
was met als terugslag de daling der laatste
verkiezing. .Spreker betwist dien invloed niet
geheel, doch wjjst er op, dat dit toch op dm
duur een strop moet worden, als mm dan over
net zulke naar voren tredmde candidaten
beschikt. Voor wat zijn eigen partij betreft
meent hij, dat die invloed niet geldt. Zij heeft
hier bij de verschillemde vertoiezingm voor
verscihilieinde colleges hetzelfde stemmmcijfer
belhaakl, waaruit wel blijkt, dat de persoon-
lykheid der candidatm geen rol speelt, en het
toont aan, dat de voorspelling door dm heer
Scheele in 1923 geuit, dat die partij zou ver-
dwijnen, niet is bewaarheid, en dat het ook
niet van de personen afhangt, dat zij nu met
8 personen in den raad is teruggekomen.
Dm heer Van Cadsand zegt hij, dat deze
niet moeit beginnen met kwaad voor kwaad te
▼ergelden m naar aanleiding van diens woor
den tot het besluit komen, dat hij niet op hem
zou kunnen stemmen; het igeidt hier met de
persoon van den heer Colsen, doch den ver-
tegenwooridiger van de katholieken. En indien
de omstandigheden eens aanleiding zouden
geven, dat de party van dm heer Van Cadsand
voor een wethouderszetel in aanmerking zou
komen, dan zou spreker op den heer Van Cari-
sand zeker niet zijn stem uitbrengen, doch dan
zou hij dat niet doen uit bezwaar tegen den
pensoon, doch omdat hij daarin ziet dm repre-
smitant van de conservatieve partij.
Door verschillemde heerm is het denkbseld
uitgesproken om niet aan de algemeene be-
schouwingen deel te nemen. Hij wil daarvoor
waarschuwen, want indien men die daardooi
in het honderd zou willen laten loopm m dus
de oppositie doodzwijgen, dan zou spreker
er wel een middel op weten om de vergade-
ring nog langer te laten duren, Dat zou hij er
dan wel voor over hebben.
De heer DE JAGER: Obstructie dus?
De heer HAMELINK meent, dat het niet
aangaat am oppositie maar zonder meer dood
te zrwij'gm, verdient toch ook met de minder-
held rekening te worden gehouden.
De heer VAN AKEN was aanvankelijk niet
voornemens aan deze algemeene beschouwin-
gen deel te nemen,, maar memt ten slotte todii
oek nog iets te moeten zeggen en wel dit, dat
de heer Van Dijke en spreker, die hier in den
raad zijn teruggekomen, zich beschouwen als
vertegenwoordiger van de Ohristelijk-hislo-
rische kiezers, zij het dan niiet van de christ-
lyk-bistorische kiesvereeniging. En daar is
reden voor, want wat moet men denken van
em partij waarop 800 stemmen warden uit-
gebracht, dat deze wordt geleid door een kies
vereeniging met een 40 tot 50 leden waarvan
er ten slotte maar hoogstms 30 naar de ver-
gadering komen en de zaken voor elkaar hren-
gen Hij hoopt dat de christelijik-historische
kiezers daar in de toekomst rekening mede
zullen houden.
Met betrekking tot de opmerking van den
heer Hamelink over dm invloed der geestelijk-
heid, wenscht hij te betwijfelen of door die
badoelde geestelykheid tea opzichte van. spre-
ker's canididatuiur bijzonder werk zou zijn
gemaakt; er is maar een geestelijke, die in
(.at geval bedoeld kan zijn en deze was in die
dagen van de verkiezing voor z.over hem be
kend is juist 3 dagen afwezig. Nem, bij die
stemming hebben de kiezers gesproken en
met den heer Van Dijke spreker in den raad
teruggebracht.
De heer VERLINDE geeft te kennen, wel
te hebben verwacht, dat de bijeenkomsten if
verband met de wethouderskeuze zouden wor-
den btvsproken. Het was wel degelijk de be
doeling om te onderzoeken of er mogelijkheid
was met de S. D. A. P. te dien opzichte tot
overeenstemming te komen. De fractie van
den Vrijiheidslbond deed dit op g.iond van naar
haar inzien bestaande gelijtoheid van meemng
omt-erat verschiillende punten in de gemeente-
politiek, doch wensclhte dit niet te doen onder-
bijzoindere vodrwaarden. Spreker gelooft, dat
dat standpunt zjjner partij in dit opzieht vol-
komen eeriijk en zuiver was. Dat bij die ver-
gadering de katholieken niet gevraagd zijn,
sproot voort uit de omstandigheid, dat men
van de meming der katholaekm op de hoogte
was, dat mm nu ook de S. D. A. P. wenschte
te polsen en dat, indien met dezen overeen
stemming zou zijn verkregen, een verdere var-
gadeiung feitelijk overbodig zou geiweest zijn,
want dat mm dan had kunnen voistaan met
de mededeeling aan den heer Golsen, dat de
zaak in orde was. Het was ook aan den heer
Golsen bekend, dat de Vrijheidsibond niet ondex
bepaaide voorwaarden wenschte in zee te gaan.
Toen bleek, dat niet op den steun van de S. D.
A. P. kon gerekend worden, was er ook geen
mogelijkheid met de katholieke fractie tot een
resuitaat te komen. De heer Golsen wilde het
wel zoover drijven en het dan bij de verwach-
te onthioudlimg der S. D. A. P. er op laten
aankornm, dat door het lot over de wethou
derskeuze zou worden beslist, doch dien weg
wilde sprekers fractie niet bewandelen.
Spreker verklaart voorts het minder gepast
te achten, dat in deze vergadering door dm
heer Hamelink gebruik is gemaakt van een
woord, dat in den aanvang der conference
dm heer Geelhoedt is ontvallen, toen hij zijn
bedoeling uiteemzette, doch welk woord door
hem terstond is ingetrokken. Het gaat niet aan
dit nu tegen hem uit te spelen. Hij gebruikte
wel eerst het woord anti-kerkelijk, doch trok
dit terstond in, dat woord kan ook niet juist
zijn, maar gaf te kennen bedoeld te hehbem
em vergiadering van de niet-kerkelijke, de
linksche fracties. Verder moet spreker zich
ontihouden, aangezien hij wegens zijn afwezig-
Iheiid bij den aanvang der vergadering niet
allies heeft gehoord.
De heer GOLSEN zet met betrekking tot de
onderhandeLngen over de wethouders keuze
uiiteem, dat het vanzelf spreekt, dat hij in deze
overleg had gepleegd met het bestuur zijner
kiesvereeniging, dat dit ook wenschen uitte
m hij dus een opdracht had. Toen hij deel-
naim aan de vergadering belegd door de recht
sche fracties, was het bekend, dat de heer
Nolet geen zetel wilde aanvaarden. Deze
was ook uitstedig, zoodat spreker alleen naar
de vergadering moest. Hij heeft toen mee-
gcdeeid, dat hij niet mocht stemmen op uiterst
rechts. Men moet niet uit het oog verliezen,
dat -over 4 jaar de meerderheid overwegend
rechts was, de verhouding was toen iets anders.
Indim er mogelijkheid van samenwerking had
bestaan, zeu daartegen van Katholieke zijde
geen bezwaar zijn gemaakt, m dit zou gebeurd
zijn, indien niet mkele wenschen, waren naar
voren gebradht waar de Katholieken zich niet
mee kunnen vereenigen, o.m. met die betref-
fende Zondagsviering. De heer Van Cadsand
heeft opgeaner.kt, dat hij voor tijdibesparing
de algemeene beschouwingen kort wilde hou
den, maar heeft toch nog aanleiding gevon-
den am de verkiezing te Aardenburg dS1 bij te
halen, in welk verband weet spreker niet, want
daar was bij de Katholieken geen sprake van
scheuring, die zijn daar vast aaneengesloten
en dat is oorzaak, dat de andere partijen, die
verdeeld optraden, met minder stemmen meer
zetels verwiervm.
Den heer Geelhoedt maakt hij er een grief
van, dat hij de Katholieken ook niet voor die
vergadering heeft gevraagd.
De heer VERLINDE: Omzin!
De heer GEELHOEDT herhaalt nogmaals
niet gesproken te hebben van anti-kerkelijk
doch van de anti-rechtsohe fracties, personen
die links stemmen.
De heer HAMELINK: Maar hoe verklaart
u dan mijn antwoord op uwe woorden?
De heer GEELHOEDT: Dat sloeg op woor
den, die ik heb ingetrokken omdat zij niet
juist warm. Dat wy de katholieken niet ge
vraagd hebben was uit overweging, dat eerst
uit het verloop der besprekingen zou volgen
of die fractie er al of niet in betrokken zou
worden. Eerst dan zou er reden geweest zij.n
die te vragem.
De heer SCHEELE merkt op, dat de recht
sche fracties zich die uitdruikking „anti-ker-
kelijk, al is zij ook gebruikt, heelemaal zoo
met aanirekken. De bedoeling is hun in elk
geval wel bekend. Het kan hun niets anders
dan genoegen doen, dat het kerkelijk leven.
bij deze beschouwingen zoo bijzonder in het
geding is gebradht. Dat behoeft in het minst
gem wig te drijven in de verhouding der par
tijen. Men blykt van liberale zyde niet van
het kerkelijk leven afkeerig, m de heer Hame
link heeft zoo hoog opgegeven van de geeste
lijke ontwikkeling die van de S. D. A. P. uit-
gaat, misschien mag van .haar ook voor het
geestelijk leven in de toekomst wat verwacht
worden, indim in dat opzieht iets wordt voor-
gesto'd.
Voorts heeft spreker te kennen, dat zijne
partij ook het stoffelijke niet over bet hoofd
ziet, maar het wordt niet voorop ge.vchoven,"
zooals bij de S. D. A. P. Hij beroept zich
hiervoor op het werk van mannen als Groeh
van Prinsterer, Dr. Kuyper, Talma en dit is
in de laatste dagen ook voldoende gebleken
bij het 25jarig bestaan van Patrimonium, wat
er gedaan is om de lagere klasism, die volgens
dm heer Hamelirik door ons zouden gehouiden
zijn aan den rand van het pauperiisme op te
heffen. Er wordt echter eerst gezocht, naar
het geestelijke en dan gezorgd voor het stof-
fe'lijke, in overeenstemming met Gods Woord,
dat daarbij groote kracht geeft. Doch eerst het
stoffelijke en daama het geestelijke kan in de
praktijk niet bestaan, dat is in stry'd met het
antireivolutionaire beginsel.
Door dm heer Hamelink wordt inconsequen-
tie gezim in de waarschuwing die tot de
antirevolutionaire kiezers is gericht om niet op
de S. D. A. P. te stemmen an de veronder-
stelling van spreker, dat het mogielijk zou zijn
met em vertegenwoordiger dier partij achter
de groene tafel te gaan zitten. Die incmse-
quentie is er echter niet. De kiezers welke
de S. D. A. P stemt, steunt daarmede het re-
voiutie-idee, en handelt alzoo in strijd met
zyn beginselAls echter de fractie van spre
ker met die van den heer Hamelink zou sa-
mmwerken voor het vormen van een wet-
houderscollege, dan zou dit alleen kunnen ge-
beuren op een welomschrevm program, waar
op voor het revolutionaire idee dier partij
gem plants zou zijn. Maar als die partij zioh
op haar revolutionair standpunt zou blijven
stellen, dan zou het niet gaan.
De heer HAMELINK wijst op MiddeJburg,
waar een antirevolutionair en een S. D. A.
P.-er wetihouder zijn.
De heer SCHEELE merkt op, dat de S. D.
A. P. ook reeds voor een groot gedeelte em
burgerlijke partij geworden is, ze wordt ler-
standiger en dan is het mogelijk, dat men ook
met hare metdewerking een vruohbbare periods
tegemoet gaat. Zij meet dan echter haar
rev on lion air idee niet op dm voorgrond stel
len.
Met betrekking tot de Katholieken en het
betoog van .den heer Colsen, merkt spreker op,
dat de Katholieken ook bij rechts behooren,
zelfs met de party van dm heer Van Cadsand,
maar het verikeerde in deze is geweest, dat de
heer Colsen niiet zijn party, dodh zijn persoon
wat te veel naar vorm heeft geschoven. In
dien het zonder meer had geloopen over de
party, dan ware misschien em scheuring tus-
schen den heer Van Cadsand en den heer Col
sen voorkomen. Hij braoht deze echter
teweeg door zijn mededeeling, dat hij niet
met medewerking van den heer Van Cadsand
wenschte gekozen te worden. Overigens is het
nog sprekers standpunt, dat al de kerkelijke
richtinigm bij elkaar hooren.
Naar aanleiding van het betoog van den
heer Van Aken, die in verband met het bij
de verkiezingen gebeurde de kiesvereeniging
wil uitsdhakelen, moet hij opmerken met die
sitelling niet te kunnen instemmen. De kies
vereeniging, en verder haar bestuur, vertegen-
woordiigt de partij. Men kan die niet op zij
zetten, men dient aan de leiding vast te hou
den, dat alleen. kan ons op den duur genoeg-
doming verschaffen. Indien men doet zooals
de heer Van Aken thians uitgeeft leeft men te
veel bij de stem van het volk, en dan weet
mm wel hoe dat gaat. Hij kan z:ch edWter,
als candidaat der kiesvereeniging niet aan
hare uitspraak onttrekken.
De heer VAN DR1EL wil nog meedeelen,
waar de heer Van Cadsand het er voor houdt,
dat zooveei vrij ziniiig-democraten op de lyst
der S. D. A. P. hebbm ge^teriid, dat de demo-
cratisdhe katholieke candidaat ditmaal ook ver
schiillende katlholiiekm heeft weehhouden op de
lyst der S. D. A. P. te stemmen. Meerderen
hebbm he mdit meegedeeld.
Naar aanleiding van het verwij.t van den
heer Scheele, dat de S. D. A. P. de stoffelijke
belangm op den voorgrond schuiven, merkt
spreker op, dat de christelijke partijen de
geestelijke belangen worden vooropgezet en
de stoffelijke verwaarloosd.
De heer SCHEELE: Dat is absoluut on-
waar.
De heer VAN DRIE.L wijst er voorts op, dat
de Ghristus destijds wel de geestelijke belan
gen in de eerste plaats naar voren heeft ge-
bracht, maar toch ook de stoffelijke n et heeft
vergeten. Tweemaal is dit gebleken bij de
bergrede, waar de hem volgende schare door
Hem werd gespijzigd met brood en met visch,
waaruit blijkt, dat de mensch by brood alleen
niet kan leven, en de derde maal bij de visoh-
vangst van Perus, torn Hij dezen zeide „werp
uw net uit#han de andere zijde", toen men aan
land kwam m Hij reeds geroosterde visschen
op het vuur had.
De heer SCHEELE: En de sociale wettei.
dan, die van onze zijde zijn uitgegaan?
De heer VAN DRIEL: Die zijn dcor jullie
juist stop gezet!
De VOORZITTER merkt op, dat^aij ditmaal
met betrekking tot de algemeene beschouwin
gen al zeer kort kan zijn, aangezien deze voor
99 langs burgemeester en wethouders zy'.n
gegaan. Alleen de heer Hamelink heeft daar
omtrent iets opgemerkt, in verband, met een
bezwaar tegen het verder bijwonen van. de af-
deelinigsvergaderingen, als zou niet voldoende
naar de stem van zijne fractie zijn geluisterd.
Indim dit zoo is, zal dat in de toekomst zeker
moeten gebeuren.
Verder heeft de beer Colsen opgemerkt, dat
hij in de begrooting niets heeft gevonden mei
betrekking tot de welvaartspolitiek onzer ge-
meente. Hieromtrent kan spreker meedeelen,
dat het voomemen bestaat 8 December a.s.
weer een vergadering van den raad te oeieg-
gen en alsdan een voorstel dat daarop betrek
king heeft ter tafel zal worden gebraoht.
Overigens moet men zijne inleidende woor
den bij de eerste vergadering van dit jaar
zoodanig beschouwen, dat er eene gelegenheid
moet zijn, dat de voorzitter ems iets kan
zeggen, voor het ontvouwen van een program-
ma, opdat zij die geroepen worden het welzijn
der gemeente te helpen behartdgm, weten
welke belangen op het spel staan m zij daar
aan hunne aandacht kunnen wijden.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
De VOORZITTER schorst te 12.30 de ver
gadering.
Voortgezette vergadering des namiddags
2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig alle ledm.
Overgegaan wordt tot de artikelsgewijze
behandeting der begrooting.
Hoofdstuk I.
Vroegere diensten.
In komsten
1. Gedeelten van het (vermoedelyk batig
slot van den gewonen dienst van bet dienst-
jaar 1926. f 21.545.
2. Achterstallige inkomstm van vorige
diienstjaren. Memorie.
Uitgaven
3. Achterstallige uitgaven van vorige
dienstjarm. Memorie.
Hoofdstuk II.
Algemeen beheer.
Inkomsten
4. Uitkeering van het rijk, overeenkomstig
de artt. 1 tot m met 9 der wet van 24 Mei
1897 (Staats'blad no. 156), laatstelijk gewij-
ziigd bij de wet van 12 November 1921 (Staats-
blad no. 1173). f 15.940.
5. Uitkeering van het rijk, overeenkomstig
art. 10 der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad
no. 156). f 600.
6. Secretarie-leges en rechten van den bur-
gerlyken stand, f 1100.
7. Redhten ingevolge het Vuurwapenregle-
ment. f 75.
Uit g aven
9. Jaarwedde van den burgemeester. 5200.
10. Jaarwedden van de wethouders. 1200.
11. Jaarwedde van den secretaris. f 5200.
De heer COLSEN is van oordeel, dat zoo-
lang de gemeente-secretaris nog bijbetrekkin-
gen bekleed, dit salaris te hoog moet geacht
worden. Daarvoor zou de gemeente over den
geheelen persoon moeten kunnen besdhikken,
terwijl deze nu iedere week een geheelen dag
niet in de gemeente is. Hij zal zich nu niet
tegen den post verzetten, doch als de jaar-
weddie nog eenis opnieuw zal worden vastge-
steld, hoopt hij, dat daarmede rekening zal
worden giehouden.
De heer iDE JAGER: U spreekt daar van
een geheelen dag afwezig, afgezien, dat zulks
niet juist is, wordt er bij afwezigtheid van den
secretaris toch in de waameming voorzim.
De heer COLSEN: Ik bedoel bijna een ge
heelen dag.
12. Jaarwedide. van den ontvanger. f 2650.
13. Presentiegelden der leden van den raad.
f 585.
De heer COLSEN heeft vernomen, dat er
raadsleden zijn, die soms meer voor hunne ver-
vanging moeten betalen voor hetibijwonm. eener
raadszittinig dan het bedrag, dat ze hier als
presentiegeld krijgen. Hij acht dit een ver-
keerdm toestand, en meent, dat het bedrag
ad 3 voor iedere vergadering hooger behoort
te worden gesteld. Er wordt hier van de
raadsleden heel wat meer gevergd voor het
deelmemen aan de vergaderingen dan in de
dorpjes. Hij zou de verhooging zoodanig wil
len zien toegepast, dat de raadsleden die er
geen behoefte aan hebben er gem gebruik van
maken. Ook wijst hij op de verhooging van
de jaarwedde der wethouders, Misschien was
het daarmede ook te vinden. Hij spreekt de
verwachting uit dat er bij de volgende begroo
ting met zyn wensich rekening zal worden ge
houden.
14. Jaarwedden van de amibtenaren en be-
diiemden der gemeentesecretarie, den concierge
m de boden en van het kantoor van den ge-
meente-ontvanger. f 10.610.
De heer COLSEN zou gaame zien, dat in
de toekomst by eventueele vacatures voor
personeel op de secretarie ook rekening zal
worden gehouden met de belangen van de
ingiezetmen. Hij wil hiermede niets afdingen
op de personen die in dimst zijn of op hun
werk, doch, waar in de laatste jaren steads
vreemdelingm zijn benoemd, acht hij het wel
noodig het eens uit te sp,token, dat het toch
niet te vermoeden is dat de jongelieden uit
deze gemeente bij die van andere plaatsen
ten adhter staan en waar er keuze is tussohen
demand van elders en een uit Ter Neuzm, zou
hij aan den laatste de voorkeur wenschen ge
geven te zien, zelfs al was die iets minder.
De heer SCHEELE kan met het eerste in
stemmen, maar moet tegen het laatste opko-
men. Men zou dan den indruk gaan 7estigen,
dat men het op de secretarie wel met minder-
waardige krachten af kon. Maar voor het
overiige kan hij wel met het betoog van den
heer Colsen inistemmen.
De heer HAMELINK merkt naar aanlei
ding hiervan op, dat vroeger altijd werd ge
zegd, dat de keuze van personen buiten de ge
meente was beinvloed door meerdere bevoegd-
heden van den benoemde, al moet betwijfeld
worden of dat altijd personen zijn geweest
met zulke bijzonidere capaciteiten. Zeker zal
daarmede toch voor de laatste benoeming gean
rekening zijn gehouden, aangezien niet de per
soon met de meeste bevoegdheden is benoemd.
De vraag is echter of het ter zake aan burge
meester en wethouders uitgebracht, advies
voor de keuze van een bepaald persoon niet
kan worden beinvloed door de omstandigheid,
dat, indien die persoon benoemd wordt, weer
een leerling wordt gekweekt, die zal gaan
studeeren om zijn diploma te behalen en de
lessen wel zal volgen die door den gemeente-
secretaris worden gegeven.
De heer VAN AKEN merkt op, dat het ook
verschil kan maken of een candidaat al of niet
praktijk heeft; het kan zijn, dat iemand zon
der diploma's maar met praktijk, voor bet
werk meer waard is dan iemand met 4
examens. Als hij zioh goed herinnert was er
onder de sollicdtanten cok een meester iai de
redhten en iemand met diploma middelbaar
onderwijs, doch zonder praktijk.
De heer HAMELINK vraagt of er ook geen
sollicitanten waren met diploma voor gemeen-
te-administratie.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bij
de benoeming van ambtenaren met drie richt-
lijnen rekening wordt gehouden, ten eerste
met de bekwaamheid, ten tweede met de groe-
peering van de bevolking en ten derde met de
soort van het werk, dat de te benoemen amb-
tenaar moet verrichten. Aldus is ook bij de
laatste benoeming voor ambtenaar ter secre
tarie gehandeld. Maar dit wil daarom niet
zeggen, dat niet in die gevallen geen rekening
wordt gehouden met de sollicitaties uit de
kringen der ingezetenen. Hij wijist er op, dat
toch ook'jongelieden uit de gemeente op de
secretarie werkzaam gesteld werden.
De heer HAMELINK: Maar dat is jar en
geleden.
De VOORZITTER verzekert, dat alleen met
de door hem genoemde zaken rekening wordt
gehouden, doch niet met de omstandigheid of
de candidaten wonen in de gemeente ja dan
neen.
De heer COLSEN geeft te kennen, dat hij
niet de laatste benoeming van ambtenaar ter
secretarie op het oog had, doch dat hij sprak
in het algemeen. Hij meent, dat er in Ter
Neuzen ook genoeg jongens zijn met vol
doende bekwaamheid om voor een benoeming
in aanmerking te komen.
De VOORZITTER spreekt de mogelijkheid
uit, dat misschien in de toekomst in dien geest
een oplossing zal geschieden. Burgemeester en
wethouders zijn in dit opzieht diligent.
15. Sohryf- en bureaubehoeften, briefpor-
ten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven.
f 15-50.
16. Druk- en bindwerk. f 1150.
De heer COLSEN zou, al kwam dit zelfs
iets duurder, gaarme 'zien, dat alle druk- en
bindwerk in de gemeente zelf werd aange-
schaft. Hij acht het tegen het belang der in
gezetenen, dat dit buiten de gemeente wordt
aangekocht, waar het hier ook voorkwam.
Op ander gebied wordt getracht werklooshe'd
tegen te gaan, doch er liep hier onlangs toch
ook een drukkersgast zonder werk. Hij meent
dat het gemeentebestuur in deze het goede
voorbeeld moet geven om de belangen der in
gezetenen in het oog te houden, aanigez en zij
de belasting moeten opbrengen die de ge
meente in stand houdt. Zoo wijst ihij ook op
het reohtstreeks van den importeur aankoc-
pen van schrijfmachines. Het komt hem aan-
ibevelenswaardig voor daarvoor een midden-
standier ter plaatse ate tussdhenpersoon to
nemen. Indien die het verlangde merk ni*t
voorhaniden hebben kunnen ze er toch we] voor
zorgen on verdienen er dan wat aan. Het to
ham bekend niet van Ter Neuzen dock
van gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen, dat
er na aanikoop van zulke dingen later pos*-
wissels bij den secretaris komen, wegens de
hem daarvoor toegakende procenten.
De SECRETARIS: Maar dat gebeurt bier
niet!
De heer COLSEN: Dat zeg ik ook niiet.
De heer SCHEELE moet tegen die woordwi
van den heer Colsen opkomen; hij zegt dat
wel niet van Ter Neuzen, maar in het verband
waarmede hij die woorden gebruikt kan men
er toch verkeerde gevolgtrekkingen aan vasfc-
knoopen.
De heer COLSEN herhaalt dat niet van TV
Neuzen te hebben gezegd.
De heer SCHEELE meent, dat het dan ook
des te beter achterwege had kunnen blijven.
De VOORZITTER noemt de woorden vac
dan heer Colsen voor verschillemde uitleggimg
vatbaar. Wat betreft de aanschaffing van b#t
drukwerk, is er in de afdeelingsver™
reeds op gewazen, dat er met de opmerkingetn
rAendmg zou worden gehouden voor zoover het
drukwerk hier geleverd kon worden, doch dat
men voor sommige zaken bij daarvoor specia*!
imgericbte instellingen tereoht moet komen.
De heer COLSEN veronderstelt, dat J
ingerichte firma's ter plaatse wel alles zullen
kunnen leveren wat noodiig is en dat ze, wan
neer een of ander niet voorhanden is, wel zul-
len zorgen, dat ze het krijgen. Ze verdie en
daar dan toch wat aan.
17. Onderhoiuden en schoonhouden van het
gebouw of vertrek, bestemd voor de vergade
ring van den raad en van burgemeester em
wethouders en voor de secretarie der ge
meente. f 675.
De heer SCHEELE vraagt naar de aanlei
ding dat die post f 90 hooger geraamd is.
Is dat schoonhouden zooveei duurder?
De VOORZITTER merkt op, dat er ook o«-
derhoud onder dezen post begrepen is.
18. Onderhoud en aankoop van meubsVi
voor die gebouwen of vertrekken. f 200.
19. Verlicbting en verwarming. f 350.
20. Abonmement op het Staatsblad, Pre-
vdmciaal blad en de dag-, week- of maand-
hladen en den aankoop van boeken. f 120.
21. Aanplabken en omroepen. f 10.
22. Plaatsen van advertentien. f 300.
23. Reis- en verblijfkosten. f 600.
24. Onkosten en eventueele rechten valtoa-
de. op de postrekeningen. f 20.
25. Abonnement op de telefoon en kocston
van telefcongesprekken. f225.
26. Contributie aan de Vereemiging to*
Nedevlandsohe gemeenten en/of aan hare pro
vinciate afdeelimgen. f 160.
27. Kieizerslijsten en het uitoefenen
kiesverrichtingen. 50.
28.Bezoldiging der ambtenaren van den
burgerlijken stand. 415.
29. Overiige kosten van den burgerlijken
stand, f 100.
30. Bevolkingsregisters en hiuisnummering.
f 100.
31. Kosten vallende op het houden der to
ting. het keuren voor den dienstplicht, het
onderzoek van verlofgangers en inkwartiering.
Memorie.
Inkomsten
33. Restitutie van te veel betaalde kosten
van verzekering tegen ongevallen. Memorie.
34. Restitutie van teveel betaalde pensioen»-
bijdragen ex art. 36 der Pensioenwet 192£.
Memorie.
Uitgaven:
41. Premie voor verzekering tegen diefstal
van kasgeld. f 20.
De heer HAMELINK wist niet, dat die post
nog noodiig was, aangezien hij van meening
was, dat men voortdurend zonder kasgeld ait.
42. Subsidie aan de Nederlandsche v»r-
eeniging voor Gemeentebelangen. f 5.
43. Kosten van uitbetaling van aflosbar®
obligates en vervallen coupons, f 25.
44. Bijdrage voor de stichiting „Rust- m
vacar t eoord" van den Nederlandschen bond
van gemeente-ambtenaren. f 15.
45. Kosten van vergaderingen. f 300.
46. Koeten van aansluiting aan het rs-
gistratuurbureau der Vereendging van Ned«r-
landsche gemeenten. 100.
47. Vergoeding aan den bode voor het gs-
bruik van een rijwiel in dienst der gemeents.
f 25.
48. 40 toeslag op het pensioen van de
weduwe van den ambtenaar ter secretarie D.
Tolihoek. f 106.
49. Toelage aan de Vereeniging van Burg,
en Seer, in Z.-Vlaanderen (Oost. deel). 11-
51. Toeslag op het pensioen van de oud-
concierge van het gemeentehuis A. Koen«.
52. Kosten in verband met de regeling der
finamcieele verhouding tussehen het rijk en de
gemeente. f 15.
53. Gedmgen en rechtskundig onderzosk.
Memorie.
54. Vergoeding aan de kantoorhouder ran
het hulptelefoonkantoor te Sludskil voor bet
openhouden van dat kantoor buiten diens
dienstiuren. f 250.
Hoofdisituk III.
Openlbare veiligheid.
Inkomsten
50. Verhaal van pensioensbijdragen. f 70S.
Uitgaven:
55. Belooning van de inspecteurs, dienasus
en verdere beambten van politie, mitsgaders
van de veldwachters. f 19.195.
56. Kleeding en uitrusitimg der politto-
dienaars en veldwachters. f 1225. -
De heer COLSEN geeft te kennen, dat hij
een, staatje heeft gekregen van het kleedgeld,
dat in anidere gemeenten aan de politie wordt
verstrekt en dan is hem daarbij gebleken, dat
deze gemeente niet aan den hoogen kant
staat. Meer zal hij daarvan thans niet zeggen,
57. Kosten van wachtgebouwen en bureaux,
alsmede licht en bramdstoffen voor die lokalaa.
555.
58. Bureaubehoeften. f 400.
59. Bewaring van gearresteerden. 1£.
De heer COLSEN merkt op, dat er vroegsr
al eens over gesproken is, am voor het ar-
restanitenlokaal te Sluiskil een bed te gevea.
Er komen daar des avonds nogal eens perso
nen, die zich bij de politie om onderdak aan-
m-elden en meestal krijgt spreker die dan to
zijn schuur te logeeren. Er was al eens toege-
zegd, dat een stroozak en dekens zouden wor
den verstrekt, maar dat is tot -nu toe niet g«-
volgd.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit vat-
hand houdt met de bepalingen van het nteuw®
Wetboek van Strafrecht over de inricbting
van de arrestantenlokalen. Indien men dat
bepaald zou gaan inrichten, moet dat aan ver
schillemde vereischten voldoen. en daarom Is
voorz'chitdgheid ten deze aan te bevelen. Hat
is dan beta:, dat er niets is.
(Wordt vervolgd.)