de partij die de grootste klappen gekregen heeft. Het op haar uitgebrachte aantal stemmen is aanmerkelijk gedaald, terwijl het totaal aantal der uitgebrachte stemmesi veel grootef was. Dat zij met 3 personen is terugg, komen is te danker! aan een oversohot. Deze uitspraak der kiezers is z.i. ndet te verwonderen, indien men in, aanmerking neemt bare houiding gedaren.de die laatste 4 jaren, hetgeen hij in eene open- bare vergadering in den breedfe heeft uiteein giezet. Geheel hare houding stond in het tee- kan van niet weten wat ze wilde, zioh te scharen aan de zijde der democratic, terwijl ze met een voet stond in het kamp van het con servatisme. Zij hoopte, dat 'het jaar 1927 haar »og een duwtje vooruit zau gegeven h ebb en, «m zich dan te ontwikkelen als dienaars van hat conservatisme. En het is aan spreker be kend, dat verschillende democraten op die par tij hebben gestemd, teneinde nog een zeker evenwioht te behouden, en met de wetenschap, dait de meest democratische partij, door op haar te stemmen niet veel zou worden ver- sterkt. Het spreekt van zelf, dat uit den uitslag dee- stemming voor den gemeenteraad voort- vloeit de wethouderskeuze. En wat zagen we «ra gebeuren? De keaze kwam in een ander stadium dan bij de vorige periode, toen we een kerkelijk college h,add en. Toch was er ook nu een meerderheid van de kerkelijke partijen, want die stoelen immers, ook met inbegrip der ka- thol.ieken, op den zelfden wortel Indien men dus op de samenstelling van den gemeenteraad let, zou men hebben mogen verwachten, dat de christelijke partijen met regeeren zouden ■ijn voortgegaan. Niu wist men met het oog op de hierin be- trokken personen wel, dat dit niet zoo ge- makkelijk zou gaan, maar men moest toch, fcr acht ens de traditie tot overeenstemming tradhten te geraken, want de scheming, die ■ich voor zoover betreft de regeering voor het land onder de rechterpartijen heeft voltrokken, was hier nog niet zoo doorgedrongen, en ook is men overigens reeds aan het werk om te trachten de gebroken sdherven aan elkaar te ljjmen. Toch zullen ook de katholieken tegenover het vormen van een college uit de rechtsche partijen wel sceptisch gestaan hebben, aan- gezien het maar moeilijk gaat dingen aan el kaar te binden, indien er geen bindmiddel is. En indien de geruchten juist zijn, omtrent de voorwaanden die op die .vergadering der rechtsche partijen werden gesteld, kon men •wel bij voorbaat inzien, dat die onderhandelin- jen geen resultaat konden hebben. De heer SCHEELE: Welke voorwaarden De heer HAMELINK: Die hijvoorbeeld omtrent de viering van den Zondag, waarover d* katholieken geheel anders denkefl dan u en de heer Van Cadsand. Het coalitiecement gaf thans geen houvast. Dat was in 1923 nog wel het geval, maar er ia inimiddels' een kleine verandering in de sa menstelling gekomen, daar thans ook de heer Cblsen een woord van medespreken had, het lid jvlioo dat door den heer Scheele wegens zijn opvattdngen op maatschappelijik terrein wel ©ems voor driekwart S. D. A. P.'er is betiteld. Die samenstelling is dus niet tot stand ge komen, omdat men ook wel voelde, dab m ver- band met de maatschappelijke sdhaidingslijn, geen overeenstemming zou kunnen worden ver- kregen. Van andere zijde zijn ook onderhandelingen aangeknoopt. De Vrijheidsbond, de oude juf- frouw, heeft onderhandeld met de S. D. A. P. Wellicht wilde zij haar oud afgeleefd lichaam versterlken met nieuw bleed, van een jonge partij. Het spreekt van zelf, dat de S. D. A. P. voor een aanzoek in aanmerking kwam. Zij is jong en heeft een toekomst voor zich. Hei jonge geslacht is echter nuchterder, het stelt eischen, niet als er liefde in 't spel is, maar wel als het een verloving uit bereke- ninig is. Zoo deed ook zij. Het spreekt vanzelf, dat Bij er niet overdachten de heeren zonder meer te steunen, maar dat daaraan voordeelen moes- ten zijn verbonden, o.m, voor die groep waarvan wij ons in de eerste plaats te ver- tagenwoordigers gevoelen. Spreker was er echter reeds bij voorbaaf van overtuigd, dat van die onderhandelingen aiets zou terecht komen. En terecht, want KMxlra nog maar een der punten werd aange- roerd, leek het wel of de Hofmandruppels reeds terstond te voorschijn moesten komen, om haar weer leven in het oude karkas te jagen, en toch werd nog maar alleen als voor- waarde tot medewerking genoemd een onder- steuning van de werkloozen, los van het bur- gerlijk armbestuur, een beginsel waarvoor de Vrijheidsbond in 1926 zelf nog had gestreden. Er werd toen door de representanten dier par tij te kennen gegeven, dat ze voor eene sa- menwerking over geen enkele voorwaarde wildeai onderhandelen. Natuurlijk is daarop door sprekersfraetie ook voor samenwerking bedankt. Uit die besprekingen bleek evenwel, dat de keer GsS5?Oedt, die thans toch een wethou- derszetel bezet, zich al den tijd dat de S. D. A. P. hier in den raad aan de werkzaamheden deelneemt, daaromtrent nog geen juist oordeel heeft kunnen vormen. Toen hem gevraagd werd waarom ook niet de katholieken waren uitgenoodigd, gaf hij te kennen, dat bedoeld was een saimenspreking van de anti-kerkelijke fracties. Spreker heeft er daarop terstond op gewezen, dat hij dan abuis was, want dat de 8. D. A. P. niet een anti-kerkelijke partij is, ma dat zij alleen op maatschappelijk gebied •en andere richting dan de iburgarlijke partijen voorstaat. Hij gaf te kennen, dat zijn partij *66 weinig anti-kerkelijk is, dat zij liever een kerkelijke democraat zal stemmen dan een •onservatief liberaal. Zoo viel die besprekirig uiteen, iets wat zooals gezegd reeds vooraf vast stond. Daarop heeft men gezien, dat een andere •ombinatie is tot stand gekomen, n.l. die van de kerkelijken en conservatief liberalen en spreker meent, dat ook deze richting, die zich in het college van burgemeester en wethou ders afspiegelt, ook beter de verhouding aan- geeft, zooals die behoort te zijn, aangezien hij •en scheidingslijn ziet op maatschappelijk ge bied. De Vrijheidsbond is nu terecht geko men waar zij behoort, bij het conservatisme. Dat is hetgeen spreker over de wethouders- beweging wensohte te zeggen. Over de begrooting zelf zal daartoe bij ver- schillende posten gelegenhedd zijn. In het al- meen wil hij zeggen, dat inzage der begroo ting den indruk gaf, dat de zaken door de •ieuwe combinatie op den oud en voet worden ▼oortgezet. Met betrekking tot het antwoord ▼an burgemeester en wethouders op het afdee- Kngsverslag wijst hij er op, dat zij verschil - lende voorstellen afwijzen, op grond van ▼roegere deswege genomen besluiten. Het komt hem echter voor, dat dit meer het ge val is met voorstellen die hen minder sym- jathiek zijn, aangezien zij toch ook geen be- ■waar hebben omtrent andere zaken, waarover ▼roeger ook andere beslissiingen gewallen zijn, daarvan afwijkende voorstellen te doen. Hij noemt in dit verbamd het voorstel tot het ver- hoogen der subsidie aan het Ziekenhuis, waar- omtrent zelf tugschen het gemeenteibestuur en het bestuur der vereeniging tot ziekenverzor- ®Lng zelfs nog wel een overeenkomst is ge- sloten. Teekent dit misschien het optreden van den heer Geelhoedt, bestuurslid dier ver- eeniging, in dit college? Spreker stipt dit maar aan, om aan te toonen, dat het dan toch niet aangiaiat, dat de heer Geelhoedt, die toch ook voor 'het antwoord van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is, in andere op- zicht aanhaalt het motief van v roeger geno men besluiten om tihans ingediende voorstellen om hals te brengen. De indruk van spreker is dus omtrent bur gemeester en wethouders, dat het bestuur er een is van stjilstand en, zooals men weet, be- teekent stilstand achteruitgang. Hij hoopt er aan made te werken het college zoo af en toe een duwtje te geven- Nog een enkel bezwaar moet hij naar voren brengen. De wijze waarop door burgemees ter en wethouders de verschillende in de af- deelingen van wege de oppositde gestelde vra- gen zijn behandeld, zal voor spreker en zijn fraotie aanleiding zijn te overwegen of zij nog langer aan het afdeelingsonderzoek zullen deelnemen, omdat zij er zich niet kunnen toe leenen, dat dit onderzoek zou dienen om zich van verschillende door de minderheid gestelde vragen zonder meer af te maken. Verschillende vragen zijn gesteld, die in het verslag in't geheel niet behandeld worden. Indien burgemeester en wethouders op die wijze zouden voortgaan zou het voor spreker ibezwarend worden aan het afdeelingsonderzoek deel te nemen en zou hij eventueel toch wel de maatregelen nemen om te zorgen, dat die verschillende zaken hier aan de orde worden gesteld. Hij zou zich in dit opzicht niet meer in den hoek laten drukken. De heer COLSEN wenscht bij deze alge- meene besohouwingen ook iets te zeggen. Hij zal het niet hebben over de verkiezingen. Toen hij de begrooting voor 1928 thuis kreeg en deze inzag, dacht hij: dat is weer precies hetzelfde, burgemeester en wethouders zou den misschien maar het beste doen om die ook te bewaren tot 1928, dan komt ze ook te pas voor 1929. Het is weer het oude liedje. De eerste post die hem opviel was die waarbij de hooge sub- sidde voor het Ziekenhuis wordt voorgesteld. Hij veirwachte, in verband met de critiek, die van de zijde van den heer Geelhoedt op het oude college is uitgeoefend, dat we nu eens verandering zouden zien. In de eerste verga dering van dit jaar is door den voorzitter een i geheele lijst opgesomd van zaken die in het belang der gemeente noodig zijn. Hij heeft toen gespnoken over de uitbreiding van de los- en laadplaatsen langs het kanaal. Hij had ver- wacht, dat in dit opzicht nu wel een en ander zou worden aanhangig gemaakt, doch: niets van dat alles, en hij ziiet aan alles, dat de ar- beiders en middenstanders het loodje weer zullen moeben leggen, docb dat er tot verbete- ring van den toestand niets wordt voorgesteld. Hij wijst in dit verband op de werkloosheid in Ter Neuzen en het by de ingekomen. stuk- ken overgelegde sc'hrijven der Firma De Meijer en had verwacht, dat wel een bedrag op de begrooting zou zijn voorgesteld, ter voorziening in de behoefte aan los- en laad plaatsen. Hij wilde dit even zeggen, omdat de begrooting hem op dat punt tegenvalt. Voorts geeft hij ook te kennen, er zich in het vervolg voor te zullen wachten in de afdee- lingsvergadering nog voorstellen te zullen indienen. Indien het voorstellen zijn naar den zin van burgemeester en wethouders, worden ze goed onder de loupe genomen, doch anders nemen ze er weinig notitie van. Over de verkiezingen wil spreker weinig zeggen, alleen dit, dat de Katholieken willen samen gaan met alle partijen, indien dit strekt ter verbeteiring van de toestanden van Teat Neuzen; zij kunnen dit dan evengoed met de sociaal-deimocraten, als met de anti-revolutio- nairen en de liberalen. Ze wenschen, dat bet onderwijs aan de lopenhare lagere school goed zal zijn, evengoed als dit aan de bijzondere school goed mbet zijn. Daarvoor rekent de Kathiolieke raadsfractie op den steun van de verscTnillende partijen en zal zij straks daar voor haar verschillende voorstellen formulee- ren. Zij hoopt behandeld te worden, als een volkomen gelijkwaardige partij en spreker meent alleen een der raadsfracties den raad te moeben geven zijn anti-paapsche houding achterwege te laten. De heer SCHEELE heeft zioh afgevraagd, of het wellicht met het oog lop den tijd niet beter was, met algemeene beschouwingen van dit soort maar op te houden, want daarmede bereiken we toch niets. Hij wil overigens wel erkennen, dat de houding van den heer Ha- melink ditmaal zeer kalm was en hij vindt het bijna niet noodig daarop wat te zeggen. De beschouwingen van den heer Colsen waren kort en krachtig evenals diens raad aan den heer Van Gadsand, en hij dezen zeggen: doet dat, daar ken nooit iets tegen zijn. Het schijnt, dat den heer Hamelink bijzon- der opgevallen is het opstelletje in het anti- revolutdonair verkiezingsblad waarin wordt gezegd, dat de christenen, die op een sociaal- democraat stemmen verraderswerk doen. Daar kan toch weinig tegen ingebracht wor den. Indien men in aanmerking neemt den grondslag der christenen en het anti-revolu- tionnaire program, dat berust op het geeste- lijke leven van ons volk, en dan beziet het streven der S. D. A. P., dat daarentegen be rust op het stoffelijke, blij'kt daaruit toch 'een niet te overbruggen verschil en lean men best begrijpen, dat van antirevolutionair standpimt het stemmen door een partijgenoot op een S. D. A. P.-er als een Judasdaad moet wor den aangemerkt. En al is het ook, dat door den heer Hamelink is gewezen op de religieu- ze sociaal-democraten en het aantal domine's dat daartoe behoort, dan weet de heer Hame link toch ook wel, al is het, dat deze nog ge- regeld wan den, kansel prediken, wat soort domine's dat zijn, hoe die staan tegenover het gejoof. Die heeren staan evengoed op het re- volutionair standpunt. Er zijn zeker wel meer socialisten die zich nog onder de christenen scharen. Spreker wijst daarvoor o.m. op den heer /Van Driel, die bij de aanvaarding van het lidmaatsbhap van den raad de eed aflegt en in dat opzicht blijkt te verschillen met zijn partijgenooten Hamelink en Van den Bulck, die de belofte afleggen. Dit kan nog het ge- volg zijn van een andere opvoeding of levens- omstanidigheden. Moge hij voor de practisohe levensbeschouwing de beginselen der S. D. A. P. zijn toegedaan, voor zijn geestelijk leven schijnt er bij den. heer Van Driel nog iets an ders te leven en gelooft hij aan God in den Hemel, die ook heerschappij heeft op de aarde. Dit doet spreker de hoop koesteren, dat deze zioh ook nog wel eens zal afvragen: ben ik op den goeden weg en is zijn meening over verschillende zaken nog tot inkeer zal komen. En hetgeen daar geschreven is omtrent de S. D. A. P. zou spreker toepassen op elke partij die ndet God erkent als den Hoogsten Gever en Bezitter van alle goed. De onderhandelingen over de wethouders keuze moet spreker aanhalen, omdat in de woordem van den heer Hamelink een zekere beschuldiging lag, als zou van wege sprekers party niet in ernst met de Katholieken onder handeld zijn, doch dat een gezochte gelegen- heid zijn geweest om van elkaar af te gaan. Ongetwijfeld sitonden voor 4 jaar de onder handelingen! er gemakkelijk voor. Men had toen de doen met de heeren De Meijer en Colsen, waarvan eerstgenoemde zich ook ter stond op het standpunt stelde, dat samenwer king gewenscht was. Nu moest hij de onder handelingen alles alleen gedaan worden door den heer Colsen. De heer De Bakker was torn geen lid van den raad en het tweede lid der fnactie van den heer Colsen vertoefde toen in het buitemlamd. De ireohtsche fractie heeft ook ditmaal een vergadering belegd met het vopropgezetce doel zoo mogelijk een gezamenlijk program te ontwerpen volgens hetwelk in de eerstvolgen- de periode zou kunnen worden geregeerd en daarna overeen te komen over de keuze van wethoudiers. De heer Colsen heeft echter in die eerste vergadering al een groote font ge maakt, door daar als voorwaarde te stellen, dat hij met alle partijen kon meegaan, behal- ve met den heer Van Cadsand. En dat had misschien de deur nog niet dicht gedaan, als hij er niet aan toegevoegd had, dat zijn fractie alleen, eene andere fractie aan bet kiezen van een wethouder kon helpen, wanneer zij zelf ook een zetel kreeg. Dat was dan toch iets, waar partijen, eerst nadat ze het over een program eens geworden zijn, ©ens nader over moeten spreken. E;r moest toch 'bovendien ook niet uit het oog verloren worden, dat de rechtsche fracties met 2 oude wethouders zaten. Hij wil er hier wel bijvoegen, dat van christelijk-historische zijde, nadat men van 3 op 2 vertegenwoordi- gers gekomen was, niet over het bezitten van een zetel hunnerzijds is gesproken. Daardoor kreeg de heer Colsen natuurlijk wel wat meer kans. Zoo ging men een tweede vergadering tege- moet en daar bleek, dat men niet tot overeen stemming kon komen, en werd besloten nader het verloop af te wachten, of mogelijk met links, waarbij echter niet op uiterst links werd gerekend, geneigdheid tot onderhande len zou bestaan. Men was voornemens, kwam een dergelijke uitnoodiging, dan gezamenlijk den toestand te bespreken. Toen we daarop zegt spreker door de partij van den heer Geelhoedt werden uitge noodigd, zijn we daarheen gegaan en tot over eenstemming gekomen. Indien we van jullie zegt hij tot den. heer Hamelink een uit noodiging hadden gekregen, hadden we ver- vermoedelyk ook gekomen, want onze fractie zou er althans onder een goed en degelijk program niet tegen op zien in het college ook plaats te nemen naast een sociaal-demo- craat, maarik voeg er nadrukkelijk bij: onder een bepaald program. We zijn nu echter overeengekomen om voor de volgende 4 jaren met de andere linksche fractie in zee te gaan. Er wordt gezegd: de begrooting ademt denizelfden geest van de vroegere. Dat spreekt toch wel van zelf, want we kunnen niet verder springen dan ons stokje lang is, we kunnen geen groote dingen doen, die de fasten voor de burgerij te zwaar drukkend zouden maken. Men mag dat nu con servatief noemen, maar er moet toch ook reke- ning worden gehouden met de stoffelijke be- langen der bevolking die thans reeds onder aanzienlijke lasten gebukt gaan, en dan noem ik het een zeer gezonde gedachte, dat men eerst over nieuwe uitgaven denkt, wanneer de middielen daarvoor gevonden zijn. De heer Hamelink heeft beweerd, dat de anti-revolutionairen er bij de verkiezingen zoo slecht zijn af gekomen, Het kan zeer best zijn, dat er enkelen van onze partij naar de Staat- kundig Gereformeerden zijn overgegaan. Onge twijfeld heeft deze partij, sinds de vorige ver- kiezing veel stemmen ingehaald. De vraag is eclhter te stellen, of die partij ook niet stem- men te danken heeft aan de ruzietjes onder de christelijk-historische partij. Hij heeft voorts gewezen op een vermindering van het stem- memcijfer der liberalen en op de wins,t voor zijn eigen partij, die in plaats van 2 met 3 zetels is teruggekomen. Hij moet echter niet uit het oog verliezen, dat bij deze stemming niet naar voren is getreden de vrijzmnig-demo- chratische partij, waarvan te vermoeden is, dat verschillende kiezers hun sitem aan de S. D. A. P. hebben gegeven. Dan weten we wel, dat er naar die partij stemmen zijn over gegaan van de liberalen, dat ligt in den aard der gescihiedenis dat van de kiezers, die niet op christelijken grondslag staan, velen overgaan naar die partij welke hun de meeste voordeelen belooft. Dat is natuurlijk erg aantrekkelijk, dat zullen de vrijzinnige partijen steeds onder vinden. Onze partij is met 2 leden teruggekomen, we hebben inderdaad op niet meer dan twee ge rekend, doch misscliieai dat in de toekomst deze nog wel eenis door zocvelen zal worden voorgestaan, dat die burgerij van Ter Neuzen ons met een man, meer in den raad brengt. De begrooting komen we straks aan toe. Ik blijf van oordeel, dat we deze algemeene beschouwingen best konden afsehaffen. Bij de behanideling der artikels bestaat nog voldoende gelegenheid, dat ieder nog het zijne zegt. Onjuist acht ik hetgeen de heer Hamelink over het ardealingsonderzoek heeft naar voren gebracht. Het gaat niet aan in deze vergade ring voorwaarden te stellen, dan moet men alles nalaten. Ondertusschen heeft deze een zeer kalm betoog geleverd en als er nader geen bijzondere aanleiding komt om nog wat te zeggen heb ik er bij deze genoeg van. De heer VAN DRIEL wil den heer Scheele waar hij het had over verschil van standpunt tusschen hem en zijn ibeide andere fractie- genooten, uit den droom helpen en verklaart nog op hetzelfde standpunt te staan, day hij bij den aanrvang der vorige vierjarige periode reeds heeft ontwikkeld. De heer Scheele kan daarvoor de notulen van het jaar 1923 nog eens opslaan. Hij staat tegenover de werke- lijkheid en het gel oof. Hij beschouwt God als het al van het gansche heelal, al is hij voor- stander van schedding van kerk en staat. De weten,schap heeft aan spreker eerst ontnomen de hoop in het hiemamaals. In plaats van goed vleesch heeft hem dit geschonken aller- lei minderwaardiig vleesch, omspannen met een vel, in den vorm van allerlei worst; en in de plaats van vet van het levende dier (in den voiim van boter)kunstboter. Spreker houdt vast aan het geloof in het h-ieniamaals en de belijdenis van de Verrijzenis. De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat het aanvankelijk de bedoeling was, dat de heer Verlinde voor die fractie van den Vrijheids bond het woord zou voeren, dodh aangezien deze het delbat niet van af dein aanvang heeft bijgewoond en dus niet weet wat er gezegd is, zal spreker dit doen. Het was te begrijpen, dat van wege de S. D. A. P. niet het minst critiek zou worden uitgeoefend op den Vrij heidsbond. De heer Hamelink heeft dat ge daan op een kleineerende manier, en heeft ge- tracht die eenigszins bespottelijk voor te stel len, om de lachers op zijn hand te krijgen, maar het blijkt ondertusschen toch altijd en bij alle gelegenheden, dat dit juist de partij is, die den heer Hamelink het meest diwars schijnt te zitten, en hem voor de vergrooting van het stemmencijfer zijner partij het meest in den weg staat. Trouwens, hij weet ook wel dat hij dit van de kiezers der Katholieken of Christelijke partijen niet moet hebben en trachi diaarom juist bij de vrijzinndgen winst te maken. Ondertusschen kan spreker den heer Hame link wel verklaren, dat ook de Vrijheidsbond over den afloop dor stemming tevreden was. En het is altijd prettig als men met tevreden mensohen te doen heeft. Toch meent spreker, dat de heer Hamelink niet te veel waarde moet hechten aan de behaaide stemmencijfers voor wat betreft de sterkte der partijen, daar in deze ook dikwijls bijzondere invloeden zich doen gelden voor het bepalen van de stem der kiezers. Ook spreker is overtuigd, dat zijn partij wel stemmen uit andere partijen heeft gekregen. En nu deelt de heer Hamelink de Vryheidsbond wel in bij de conservatiewen, maar de heer Lou de Visser deelt daarbij de partij van, den heer Hamelink ook in. En de heer Hamelink moge nu de Vrijheidsbond een oude juffrouw noemen, het is toch wel geble- ken, dat hare beginselen nog krachtig leven, aangezien zij bij de laatste algemeene verkie zingen in het geheele land door vooruitging. De heer HAMELINK: Behalve hier. De heer GEELHOEDT wijst er voorts op, dat de heer Hamelink zioh critisch uitte over bet bjjeenzoeken der scherven door de partijen ter rechterzijide, om die weer vast te lijmen, maar het is toch ook genoeg bekend, dat de S. D. A. P. reeds sinds lang met den lijmpot loopt om de R. K. aan hen vast te lijmen. Spreker verwerpt de beschuldiging van den heer Hamelink, dat de Vrijheidsbond naar de vergadering met de S. D. A. P. zou gekomen zijn om een soort comedie op te voeren. Het was werkelijk de ernstige wil om met die frac tie te beraadslagen over den toestand in het leven geroepen door den uitslag der laatste verkiezmg en te vernemen. in welke richting zij de wethouderskeuze wenschte te zien opge- iost. Wel is het juist, dat spreker's fractie de meening was toege,daan dat zij geen bepaalde voorwaarden kon aanvaarden en dat beide fracties, v,rij tegenover elkander zouden staan. Onjuist is het, dat spreker zich op het standpunt zou gesteld hebben, dat dit een conferentie was van de anti-kerkelijke frac ties De heer HAMELINK: U moet niet ontken- nan, dat woord te hebben gebruikt. De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat hij altlhans toch voldoende heeft doen blijken, dat dit met dfe bedoeling was. Door den heer Hamelink is toen verwondering uitgesproken, dat spreker maar met z'n drieen kwam, waar om de katholieken er ook niet bij waren? waar op hij te kennen gaf, dat die naar zijn meening er pas bij moesten komen indien deze frac ties tot overeenstemming waren gekomen. De heer COLSEN: Wij moesten dus voor stopgat dienen! De i.iaer SCHEELE: Daarvoor hadt ge u bij ons al aangediend! De heer GEELHOEDT vervolgt, dat, zooals de heer Hamelink terecht meedeelde de be sprekingen op niets zijn uitgeloopen. Zijne fractie heeft daarop getracht' langs anderen weg het belang der gemeente, zooals zij dat begrijpt, te dienen en heeft een oompromis ge- sloten met de christelijke fracties. Nu heeft de heer Scheele het laten voorkomen alsof voor die besprekingen een uitnoodiging was uitge- gsjcHi van. speiiker's fractie, en diiit is fornieel wel juist, maar voor de juistheid der historie moet spreker meedieelen, dat er te voren voor het samen,komen dier partijen reeds een brug was geslagen door middel van een dier rechtsche leden. De vrijheidsbond meende met een ge- rust geweten dat compromis te kunnen aan- gaan, aangezien de besprekingen met de S. D. A. P. op niets waren uitgeloopen en een overeenkomst met de fractie der R.K., slechts 2 man sterk, geen regeerings-mogelijkheid bood. En toen is met de heeren der rechterzijde op dezelfde wijze onderhandeld als dit in de bedoeling lag op de conferentie met de S. D. A. P. Er is overeenstemming verkregen om trent de wethouderskeuze en verder staan de fracties vrij tegenover elkaar. De heer Colsen interrumpeerde zooeven, dat hij voor stopgat zou gebruikt zijn. Dat is een geheel onjuiste op vat tin gHet oordeel van feprekersfractie was, dat na den uitslag der onderhandelingen van alle rechtsche frac ties een overeenkomst van haar met de R.K. alleen resultaat kon opleveren wanneer daar aan ook werd meegewerkt door de S. D. A. P. De heer Colsen heeft aan spreker ook nog te- lefonisch gevraagd hoe het kwam, dat hij niet tot een conferentie was uitgenoodigd, waarop spreker hem heeft geantwoord, dat men dit overlbodig achtte, aangezien men bij overeen stemming toch maar over 5 stemmen zou be- ochikken en dit op een gemeenteraad van 13 leden geen regeerings-mogelijkheid bood. De heer HAMELINK: Dat had u met 6 toch ook niet De heer GEELHOEDT: Volkomen juist, doch de bedoeling was dan ook om na die eerste conferentie, indien na verkregen overeenstem ming was gebleken, dat de S. D. A. P. die richting uit wilden de katholieken ook te vra gen. De weigiering der S. D. A. P. is oorzaak geweest, dat aan'dat voornemen geen uitvoe- ring is gegeven. Door den heer Colsen werd toen nog te ken nen gegeven, dat de S. D. A. P. naar hij ver- meende hare eischen wel wilde laten verval- len en drong aan op het beleggen eener nieuwe vergadering. Spreker heeft daarop geantwoord, dat, indien de mededeeling juist was, de S. D. A. P. daarvan dan toch mede deeling had beO-iooren te doen, maar dat bo- vendien, als de beer Colsen dat wist, hij toch ook een vergadering kon beleggen en daarbij S. D. A. P. en Vrijheidsbond uitnoodigen. De heer VAN CADSAND heeft zich prin- cipieel "*t>nthouden van deelneming aan de al gemeene beschouwingen, maar wil nu eens handelen in stryd met zijn priracipe. De heer HAMELINK: Dat moet je met doen! De heer VAN CADSAND zal echter zoo kort mogelijk zijn, omdat bij tijdlbesparing ge wenscht acht, en zoowel hij als de beer Col sen liever niet in den ,nacht zouden vervallen. De heer Scheele heeft er al op gewezen, dat de algemeene beschouwingen best konden achter wege gelaten worden, maar hij heeft onder tusschen ook een geheelen boom opgezet, de heer Hamelink heeft gesproken en ook de heer Colsen heeft er aan deelgenomen en wat den laatste betreft moet hij verklaren, dat hem diens rede wel voor 90 meegevallen is. Nu de andere heeren aan het debat hebben deel genomen, acht hij zich verplicht toch ook wat te zeggen. Met betrekking tot den veikiezmgsstrijd, waar de beer Hamelink er op wees, dat de anti- revolutionairen in getalsterkte gelijk zouden zijn gebleven,, doch van hun kiezers velen op sprekerspartij hebben gestemd, merkt hij op, dat de heer Scheele destijds niet heeft ge zegd ,ydan kom ik bij den heer Van Cadsand", maar wel „dan wordt ik Staatkundig Gerefor- meerd!" De heer HAMELINK acht dat een flauwe opmerking, dat is toch hetzelfde! De heer VAN CADSAND wijst voor het vergrootte aantal stemmen zijner partij op de scheuring die* bij de stemming tusschen een der rechtsche partijen bestond, welker aanhan- gers nabij de zijne staan. En wat de vermin dering van het stemmen cijfer van den Vrij heidsbond betreft, merkt hjj op, dat dit wel aan andere dan politieke redenen te wijten is. Dat deze in 1923 zoo'n groot stemmencijfer behaaide sproot wel daaruit voort, dat toen aan de dokken .pas waren opgericht die groote loodsen, waarop men in groote letters lezen kon Nelson's- Havenbedrijf". Dat heeft bij spi ker den grooten vooruitgang dier partij over 4 jaar en nu die naam verdwenen Is haren laatsten achteruitgang verklaard. En wat de S. D. A. P. betreft, deze telde in de periode die aan de laatste voorafging 3 zetels, zoodat deze is teruggekomein op de sterkte die ze vroeger bezat, dat is weer geworden zooals het reeds was. Wat nu de mededeelingen van den heer Colsen betreft, deze heeft het genoegzaam doen uitkomen, dat hij met all© partijen als wethouder zou kunnen samenwerken. Spre ker zegt den heer Golsen, omdat voldoende be kend was, dat de eerst gekozene zijner fractie, de heer Nolet wegens zijn gezondheidstoestand geen wethouderszetel zou aanvaarden. Van de katholieken restte er dus niemand als de heetr Golsen. En deze had wel gezegd met alle pax- tijen te willen samenwerken, maar tevens, dat hij niet gekozen wenschte te worden met de stem van den heer P. van Cadsand! Nu was het toch volkomen logisch, dat spreker daar rekening mode heeft gehouden, dat hij nu ook niet op den heer Golsen kon stemmen, want, al had hij sprekers stem gehad, dan zou hij de benoeming toch niet hebben willen aanvaarden. Hij had verklaard te kunnen medewerken met de S. D. A. P., met de christelijk-historischen, met de anti-revolutionairen, met den Vrij heidsbond, maar niet met de Staatkundig Ge reformeerden. De heer SCHEELE: Dat heeft hij ingetrok- ken. De heer VAN CADSAND vervolgt, dat hij na die ervaring heeft getracht een z.i. goede oplossing te verkrijgen. Door den heer GeeL hoedt is zooeven al gesproken van een over- brugging tusschen de partijen, welnu, spreker is die brug geweest. Het ging toen bij hem niet meer over de partij, maar over de per sonen en hij achtte de heer Geelhoedt als persoon de geschikte man om een wethouders- zetel in te nemen. De partijen zijn daarom somen geweest en het door hem gewenschte resultaat is verkregen. Spreker vond in 't ver loop zijner rede ook aanleiding in verband met zijn betoog tegen den heer Colsen te spreken over eene scheuring, gebleken bij de Aarden- burgsche verkiezing. De heer HAMELINK wenscht over de ver- sdhillende beschouwingen toch nog iets te zeg gen, al zal hij, in verband met de uitgedrukto wenschen tradhten niet te uitvoerig te worden. Tegenover den heer Scheele moet hij be- strijden diens stelling dat de S. D. A. P. zich alleen zou bezig houden met het behartigen der stoffelijke belangen van het volk. Met verschillende citaten van mensohen, ook be- hoorende tot de richting van den heer Scheele, zou hij kunnen aantoonen, dat onze partij zich ook wel degelijk op geestelijk gebied beweegt en vooral in den laatsten tijd zeer veel voor de volksontwikkeling heeft gedaan. Het sprak echter wel van zelf, dat de strijd eerst moest gaan over het stoffelijke, om de menschen rijp te maken voor de geestelijke ontwikkeling, moesten die sociaal-democraten hen eerst op- heffen uit den poel der ellende waarin zij dooi de mede standiers ook den heer Scheele g«- houiden zijn. Spreker wijst op de allerwege gestichte jeugd-centrales en dan zal de heer Scheele sprekers partij niet meer kunnen ver- wijten alleen te hebben gezorgd voor de stof felijke, belangen. Wel is het juist, dat in di« partij niet de stoffelijke belangen in de laatste plaats komen. Toch wil spreker er op wijzen, dat er sinds den strijd dien de S. D. A. P. heeft aangevangen, heel wat is veranderd on der de arbeiders, en dat hunne ontwikkeling, jnist in de streken waar haar invloed groot is, ook zeer is toegenomen. Maar hoe staat het over het algemeen met de ontwikkeling onder de arbeiders op het platteland, in de streken waar de S. D. A. P. nog geen ingang kon vinden, waar de geestverwanten van den heer Scheele nog overheerschend zijn? Er is niemand die in de S. D. A. P. zijn dhrisltelijk leven niet tot voile uiting kan brengen, maar hoe zal men alleen geestelijk voedsel (brengen aan hen, die aan den rand van het pauperisme gekomen zijn? Door den heer Scheele is betoogd, dat de anti-revolutionairen niet conservatief zouden zijn. Zeker, met zoo conservatief als de partij van den heer Van Cadsand. Daarom heeft spreker er reeds op gewezen, dat verschil lende kiezers der partij van den heer Scheele hebben gedaan, hetgeen deze vroeger uitsprak en terecht zijn gekomen bij de partij van den heer Van Cadsand, of, wil deze dat liever, bij de Staatkundig Gereformeerden, hetgeen toch in den grond der zaak hetzelfde is. Indien hij hier diens naam noemt, bedoelt hij niet den persoon, doch den vertegenwoordiger der par tij, eveaals men ook spreker zelf als vertpven- woordiger zijner partij dient te beschouwen. En nu kan het wel waar zijn, dat er door den strijd tusschen de kiezers der Hervormde kerk meerderen aanleiding hebben gevonden over te gaan op de lijst van den heer Van Caidsand!, omdat die zich meer met dezen dan met de anti-revolutionairen verwant gevoelen, want als het gaat om een strijd tegen de ka tholieken gaan de Staatkundig Gereformeer den en de Hervormden hand in hand. Met betrekking tot de wethouderskeuze meent de heer Scheele dat spreker zou ge zegd heibben, dat de geste van zijn fractie niets meer was dan een parade, en indien die het geval zou zijn, heeft spreker dat toch niet zoo bedoeld. Hij heeft er alleen op willen wij zen, dat de heer Scheele gedurende het afge- loopen 4jarig tijdperk gedurig heeft doen uit komen, dat de heer Colsen andere opvattingen huldigde en dat men dus daarmede bij de on derhandelingen voor de vorming van een col lege van burgemeester en wethouders reke ning had te houden. Men wist toch dat d« heer Golsen over verschillende zaken andert- denkt, en dat het dus niet zou gaan zooals in 1923, togn men met den heer De Meijer, di« oonservatdever is, te onderhandelen had. Het was nu 1927 en nu kan spreker zich indenken, dat van de zijde der andere rechtsche frac ties een program werd samengesteld waarvan vooraf bekend was, dat de heer Colsen daar mede niet zou accoord gaan, aangezien toch wel bekend is, dat bij de katholieken omtrent de Zondagsviering geheel andere denkbeelden leven dan bij hen. En indien dat er op voor- komt moest men toch bewust zijn, dat dit op een mislukking moest uitloopen. Nu heeft de heer Scheele de S. D. A. P. het verwijt gemaakt, dat ze nog niets heeft gedaan, maar dat is in hooge mate onbillijk, aangezien zij daartoe nog niet in staat zijn ge weest. Wanneer de fractie van spreker voor stellen deed, die zij in het belang van het volk noodig achtte, heeft zij dikwijls den heer Scheele als bestrijder tegenover zich gevonden en het in de meeste gevallen het tegenover hem verloren. Nu gaat het toch niet aan dat hij de S. D. A. P.-fractie er de schuld van gaat geven, dat zij alleen beloven maar niets geven, nadat hij zelf hun voorstellen heeft helpen om hals brengen. Hetzelfde verwijt werd ook in zijn verkiezingsblad Nederland en Oranje naar voren gebracht. Dat is echter zeer onbillijk, want daar de S. D. A. P. nog rammer de meerderheid heeft gehad heeft ze ook nog niets kunnen uitvoeren, ze hebben eenvoudig nog niets kunnen geven. In de col leges waar de S. D. A. P. echter meer invloed of de meerderheid hebben, blijkt dat ze het

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 7