BURGERLIJKEN STAND.
f 125-
f 10-
XI.
12.
13.
raad.
14.
22.
23.
24.
25.
zakenmenschen, waarvoor het ook niet roos-
kleurig gaat. Als deze in oorlogstijd 1000
z.g. oorlogswinst maakten, moesten ze daarvan
f 700, soms wel f 1200 belasting betalen, ter
wijl ze nu zooveel verspelen en dus feitelijk
van hun vermogen belasting hebben betaald.
De jaarwedden van de hier besproken ambte
naren zijn door Gedeputeerde Staten ingesteld
overeenkomstig de toestanden in den oorlogs
tijd en het is inconsequent die nu op het pedl
van den oorlogstoestand te houden, terwijl d«
imbomens van de particulieren alien zoo zeer
zijn omlaag gegaan. Dat is grievend voor de
menschen die zoo gruwelijk door den fisous
getroffen zijn, en er blijkt duidelijk uit, dat
het salaris en pensioen trekkend deel der natie
boven die particulieren een groot voorrecht
geniet.
De heer VAN DE BILT formuleert zijn
voorstel aldus, dat de raad besluit aan Gedepu
teerde Staten te verzoeken bij de aanstaande
herziening van de jaarwedden van burge-
meesters, secretarissen en ontvangers reke-
ninig te houden met den huidigen financieelen
toesitand der maatschappij. Is die dan op dat
tijdstip beter dan thans, dan is het ook goed.
De heer 't GILDE merkt op, dat destijds al
het mogelijke gedaan is, om in, die salarissen
verandering te krijgen, doch zonder gevolg.
Hij acht thans het tijdstip voor het verkrijgen
van verandering niet goed gekozen. Binnen
4 of 5 jaar heeft de herziening plaats.
De heer OGGEL merkt op, dat dit binnen 3
jaar moet plaats hebben en dan weten Gede
puteerde Staten hoe de raad er over denkt.
De heer 't GILDE acht het tijdstip om dit
aan de orde te stellen ontijdig en zal tegen
stemimen.
De VOORZITTER noemt de discussie over
de jaarwedde van den burgemeester een ver-
schijnsel, dat zich hier ieder jaar voordoet.
Het voorstel van den heer Van de Bilt wordt
aangenomen met 7 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Oggel, Van de Bilt,
CLaessens, J. de Feijter, Van Dixhoom, Diele-
man en P. de Feijter; tegen stemmen de
heeren Kruijsse, Wolfert, Koster en 't Gilde.
10. Jaarwedden van de Wethouders. 540.
Jaarwedde van den Secretaris. f 4000.
Jaarwedde van den Ontvanger. f 1370.
Presentiegelden der leden van den
440.
Jaarwedden van de amtbtenaren en be-
dienden der gemeentesecretarie, den concierge
en de boden en van het kantoor van den ge-
meente-ontvanger. f 4230.
15. Schrijf- en bureaubehoeften, briefpor-
ten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven.
800.
16. Druk- en bindwerk. f700.
17. Onderhouiden en schoonhouden van het
gebouw of vertrek, bestemd voor de vergade-
ring van den raad en van Burgemeester en
Wethouders en voor de secretarie der ge-
meente. /300.
18. Onderhoud en aankoop van meubelen
voor die gebouwen of vertrekken. f 100.
19. Verlichting en verwarming. f 200.
20. Abonnement op het Staatsblad, Pro-
vinciaal blad en de dag-, week- of maandbla-
den en den aankoop van boeken. f 125.
21. Arohieff 25.
Aanplakken en omroepen. f 20.
Plaatsen van advertentien. 200.
Reis- en verblijfkosten. f 225.
Onkosten en eventueele rechten vallen-
de op de postrekeningen. 30.
26. Abonnement op de telefoon en kosten
van telefoongesprekken. f210.
27. Contribute aan de Vereeniging van
Nederlandsdhe gemeenten en/of aan hare pro-
vinciale afdeelingen. f 90.
28. Kiezerslijsten en ihet uitoefenen der
kiesverrichtingenf 25.
29. Kosten van de dubbelen der loggers en
plans van het kadaster. f 5.
30. Bazoldiging der ambtenaren van den
burgerlijken stand, f 270.
31. Overige kosten van den burgerlijken
Stand. /50.
32. Bevolkingsregisters en huisnummermg.
33. Kosten vallend op het houden der lo-
ting, het keuren voor den dienstplioht, het onr
deraoek van verlofgangers en inkwartie-
rinK f 5-
44. Kosten wegens venficatie van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger. f 350.
De VOORZITTER merkt in verband met de
hierover in de afdeelingsyergadering gemaak-
te opmerkingen op, dat die post van 400 het
controleeren van de geheele gemeente-admini-
stratie, behalve het gasbedrijf betreft. Daar-
onder valt dus het grondbedrijf, armbestuur
en vleeschkeurin gsbed rij f
De heer VAN DE BILT zegt niet, dat de
controle door een accountant niet goed is,
doch is van oordeel, dat het voor deze ge-
.jneente overbodig moet geacht worden. De ge
meente heeft een burgemeester, die het diplo
ma als gemeentesecretaris heeft behaald,
heeft een gediplomeerde secretaris en nog een
gediplomeerd amibtenaar ter secretarie, zoodat
hij meent, dat Burgemeester en Wethouders
met behulp van dit personeel zeer goed de ge-
meenteaidministratie kunnen oontroleeren.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur
gemeester en Wethouders zioh op het stand-
punt stellen, dat zij het zeer op prijs stellen
die controle te bestendigen.
De heer VAN DE BILT: Als we het af-
•chaffen besparen we toch een f 1200.
De heer KRUIJSSE bestrijd dit cijfer. De
oijfers die in de begrooting genoemd zijn ko-
men te hoog. Er zijn op verschillende hoofd-
stukken bedragen voor uitgetrokken. De
controle voor de gemeente, behalve de gasfa-
brdek, zal f400 kosten. Voor het gasbedrijf
beloopt het f 500. De andere posten gaan
er af.
De heer VAN DE BILT merkt op, dat hij
alleen rekening kon houden met hetgeen
diaarvoor in de begrooting was uitgetrokken en
kwam dan tot een bedrag van f 1200. Als nu
blijkt dat het goedkooper is, kan hij voor de
verkregen inliehtingen niet anders dan dank-
baar zijn. Hij kan er zich dan wel bij neer-
leggen.
De VOORZITTER doet nog mededeelmg
van een schrijven van den accountant, waarin
deze opmerkt, dat de verschillende posten in
de begrooting zijn opgenomen zonder zijn
voorkennis, doch dat de geheele gerpeentelijke
administrate, behoudens de gasfabriek ver-
moedelijk zal kosten f 400.
De post wordt met algemeene stemmen
goedgekeurd.
45. Vergoeding aan der, gemeente-ontvan
ger voor de beschikbaarstelling van een kan
toor. 100.
46. Kosten van het officieel raadsverslag.
47. Kosten van vergaderingen. f 100.
48. Regeling van gemeenschappelijke be-
langen. f 10.
49. Toeslag op pensioenen. 708,40.
Hoofdstuk HI.
Openbare veiligheid.
51. Beloondng van de inspecteurs, dienaars
en verdere beamfoten van politie, mitsgaders
van de vddwaohters. f 3050.
52. Kleeding en uitrusting der polite-
dienaars en veldwadhters. f 250.
53. Reisgeld voor passanten en overige
uitgaven der politie. f 100.
54. Belooning en premien aan brandmees-
ters en brandspuitlieden. 720.
55. Onderhoud van brandbluschmiddelen en
reddingsmiddelen. f 450.
De VOORZITTER stelt namens Burgemees
ter en Wethouders voor deze post /200 hoo-
ger uit te trekken in verband met de verzeke-
ring tegen alle risdco's voor de automobiel-
brandspuiit
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
56. Onderhoud van brandweerkazernen en
brandspuithuiizen. f 100.
57. Onderhoud der lantaams en verdere
kosten der verlichting. 3800.
58. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van amibtenaren en beambten.
f 915.
59. Kosten van verzekering tegen brand-
schade. f 20.
60. Rente van geldleeningen ten laste van
Hoofdstuk III komende. f 310.
61. Aflossing van geldleeningen ten laste
van Hoofdstuk III komende. f 400.
62. Gratificatien aan rijks- en gemeente-
politie. f 90.
63. Vergoeding voor woninghuur aan de
veldwachters. 200.
64. Geneeskundige behandeling der veld
wachters. 50.
65. Kosten van de burgerwacht. f200.
De heer 't GILDE stelt voor dezen post te
sChrappen; het is hier een rustige gemeente
waarom men de burgerwacht wel kan missen.
De heer OGGEL merkt op, dat de burger
wacht juist is opgericht om een rustige ge
meente te behouden. We hebben in andere
landen gezien, hoe gauw soms de zaken ge-
keerd zijn en de burgerwacht moet juist die-
nen am het gevaar van soms door enkelen in-
gezette pogingen tot omkeeren der staatsorde
te keeren.
Het voorstel van den heer 't Gilde wordt
verworpen met 7 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Kruijsse, Wolfert,
Van Dixhoom en 't Gilde; tegen stemmen de
heeren Oggel, Van de Bilt, Claessens, J. de
Feijter, Koster, Dieleman en P. de Feijter.
66. Subsidie aan de Politiehondendresseer-
vereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Sas
van Gent. 10.
67. Kosten onderhoud van de Sehietbaan.
f 100.
68. Toeslag op pensioenen. f 283,20.
69. Vergoeding dienstrijwiel aan de veld
wachters. f 40.
Hoofdstuk TV.
Volksgezondhedd.
73. Toedage aan de gezondheidscommissie.
f 117,04.
De VOORZITTER merkt dp, dat thans is
uitgemaakt, dat de Gezondheidscommissie
geen presentiegelden aan de leden mag toe-
kennen. Burgemeester en Wethouders hebben
geen bezwaar om de uitgetrokken posten der
begrooting toe te staan, doch stellen zich op
het standpunt, dat geen presentiegeld zal wor
den uitgekeerd. Het saldo komt dan ten
goede aan een volgend dienstjaar. Bij de
vaststelling der rekening kan worden nage-
gaan hoe de verantwoording der gelden is
geschied.
De post wordt na deze toelichting met al
gemeene stemmen goedgekeurd.
74. Kosten ter voorkoming en bestrijding
van epidemische ziekten. f 150.
75. Bijdrage aan de centrale gemeente m
de kosten van den keuringsdienst ingevolge de
Warenwet 800.
76. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beambten.
77. Kosten van verzekering tegen brand-
schade. 10.
aan de vereemgmg „Het
f 1000.
aan de Alg. Ned. Ver. „Het
f 5.
80. Belooning van den amibtenaar belast
met het toezicht op de noodslachtingen. 28.
81. Jaarwedde van den afslager van
visch. f 20.
Hoofdstuk V.
VolkshuLsvesting.
84. Overige rente van geldleeningen ten
laste van Hoofdstuk V komende. f 60,75.
85. Overige aflossing van geldleeningen
ten laste van- hoofdstuk V komende. f 675.
86. Annui'teiten aan het rijk verschuldigd
ter zake van ontvangen voorschotten in het
belang van de verbetering der volkshuis-
vesting. f 12.764,49.
87. Bijdragen ter tegemoetkoming m de
betaling van rente en aflossing van een door
de gemeente verleend voorschot in het belang
van de verbetering der volkshuisvesting.
f 5600.
87a. Verdere kosten van maatregelen m
het ibelang van de verbetering der volkshuis-
vesting. f 1040.
Hoofdstuk VI.
78. Subsidie
Groene Kruis".
79. Subsidie
Groene Kruis".
Openbare werken.
89. Jaarwedden van het personeel ten
dienste van het beheer der openbare werken,
voor zoover niet onder de volgende artikelen
begrepen. 5655,43.
De VOORZITTER deelt mede, dat de meer-
deiiheid van Burgemeester en Wethouders
voorstelt het weekloon van den laatst aange-
stelden werkman te verhoogen met 2 per
De heer 't GILDE verklaart nog op het-
zelfde standpunt te staan als het vorig jaar;
hij ziet in die vaststelling van het weekloon
van den laatst aangestelden werkman op f 2
minder dan de anderen niets anders dan een
streven naar verlaging van het loon over de
geheele linie, terwijl de kosten van levens-
onderhoud niet in die mate gedaald zijn om
zoo'n verlaging te wettigen. Integemdeel, het
indexcijfer geeft in de laatste maanden weer
een stijging te zien. Hij acht het daarom
onbillijk om den laatst aangestelden gemeen-
tewerkman te laten werken op een loon, dat
f 2 per week lager is dan dat zijner collega s.
Hij hoopt, dat de raad zich op hetzelfde
standpunt zal stellen en het voorstel van
Burgemeester en Wethouders met bijna alge
meene stemmen zal worden aangenomen.
De heer OGGEL deelt mede, dat hij de mm-
derheid van het college uitmaakt, die niet met
het voorstel tot loonsverhooging kan mee-
gaan. Hij stelt op den voorgrond, dat de ljver
van den laatst aangestelden gemeentewerk-
man z.i. boven alien lof is verheven, en dat
dit dus niet de aanleiding is, dat hij bezwaai
moet maken om diens weekgeld te verhoogen
van 20 tot /22, maar wel, dat de loonen m
het partdculiere bedrijf zooveel lager zijn.
Toen de man solliciteerde, verklaarde hij met
het weekloon zeer ingenomen te zijn, hij had
het toen wel willen doen voor f 15 en in elk
gaval kan gezegd worden, dat de loonen in het
vrije bedrijf sterk zijn gedaald. Bij de aan-
stelling van dezen workman zijn Burgemees
ter en Wethouders van de stelling uitgegaan,
dat het raadizaam was in de toekomst te gera-
ken tot een lager weekloon, voor de mdienst-
zijnden heeft men het zoo gelaten, doch de
nieuw aangestelde kreeg /2 per week minder.
Het is te voorzien, dat er binnenkort weer een
nieuwe benoeming zal moeten plaats hebben
en dan wordt de ongelijkheid weer al klemer.
Geen enkele landarbeider kan zoo'n weekloon
verdienen en de gemeente blijft daarmede
zeker nog altijd wel een derde boven het loon
van die menschen. Dat is toch mooi!
De heer P. DE FEUTER verwondert er
zich over, dat er thans stemmen opgaan om
het loon van dien gemeentewerkman te ver
hoogen met f2 per week, aangezien het hem
voor den geest staat, dat een jaar geleden met
bijna algemeene stemmen besloten werd te be-
palen, dat het loon op dat bedrag behoorde
te worden vastgesteld. Het werd te pijnlijk
geaaht om het loon voor de in dienst zijnde
werklieden te verminderen, doch aangenomen,
dat nieuw aangestelden f 20 zouden ontvan
gen, aangezien het er anders op loopen zou,
dat men te eeniger tijd het loon van de in
dienist zijnde zou moeten verminderen.
De heer 't GILDE verwondert zich over de
gras groene stelling van den heer Oggel, hij
meent, dat de gemeente een ideaal-werkgeef-
ster moet zijn en dat het niet aangaat de ge-
meentewerklieden te stellen naast landarbei-
ders, die voor f 15 per week willen werken.
De gemeente moet tot voorbeeld strekken,
doch niet trachten op een koopje uit te zijn.
De gemeente moet het goede voorbeeld geven.
Tegenover den heer De Feijter betoogt spre-
ker, dat het hier geen kwestie van verhooging
betreft, doch alleen van gelijkstelling. Indien
men zou meenen, dat een loon van 22 te veel
was, om welke reden dan ook, zou men de
weekloonen ook over de geheele linie lager
behooren te stellen. Zooals de regeling nu is,
de ongelijkheid, is zij onbillijk en spreker vind
het wel jammer, dat dit blijkbaar niet meer
gevoeld wordt.
De heer P. DE FEIJTER herinnert hierover
ook het vorig jaar gesproken te hebben; hij
was er niet voor, om ook de andere werklie
den te verlagen, doch wees er op, dat men,
door de nieuw benoemden op f 20 aan te stel
len, en de afvloeiing van de in dienst zijnde
af te wachten, tot een lagere bezoldiging
kwam. Er waren toen voor 20 per week een
hoop Hefhebbers en de gemeentewerkman
staat daarmede nog ver boven een land
arbeider.
De VOORZITTER meent, dat de gemeente
als werkgeefster het loon toch niet mag gaan
afmeten naar de omstandigheid, dat men voor
een of anderen post nog een hoop lieflhebbers
krijgt, doch dat men de menschen een mensch-
waardig bestaan wenscht te verzekeren. Nu
zou toch niemand met een gerust geweten
kunnen zeggen, dat 15 per week een mensoh
waardig bestaan verschaft.
De heer 't GILDE: Men moet niet uit het
oog verlieizen, dat de man ook f 4 per week
moet verwonen.
De heer OGGEL merkt op, dat de zaak ver-
keerd wordt Voorgesteld. Hij heeft volstrekt
niet willen beweren, dat het loon f 15 per
week zou moeten zijn, doch heeft alleen willen
aantoonen, dat, indien men naar dat voor de
landarbeiders geldend loon ziet, niet kan ge
zegd worden, dat de gemeente schriel is, in
dien die een loon betaald van 20, met verhoo-
gingen kliimmend tot f 22.
De heer 't GILDE: Er moet toch f4 huis
huur af en hij staat beneden de anderen.
De heer OGGEL: Binnenkort valt er weer
1 af en dan is er maar een meer met een hoo-
ger salaris.
De heer DIELEMAN verklaart het voorstel
van Burgemeester en Wethouders te kunnen
toejuichen; 'hij acht het een onbillijke toe-
stand, dat bij eenzelfden dienst van de men
schen die hetzelfde werk doen de een meer
verdient. dan de ander. De heeren Oggel en
P. de Feijter hebben een beroep gedaan op de
loonen betaald in het particulier bedrijf, doch
dit gaat naar sprekers meening niet op, en
daar houden Burgemeester en Wethouders ook
geen rekening mee, voor wat hooger staat,
aangezien de gemeenteopzichter indertijd is
opgeroepen op f 1600, en nu sollicitanten wor
den gevraagd op een jaarwedde van 2400,
Voor de ambten die hooger staan als de
werklieden achten Burgemeester en Wethou
ders dus geen teruggang van loonen noodig.
Er is gezegd, dat wel gemeentewerklieden
zouden te krijgen zijn voor f 15's weeks, maar
spreker meent, dat men ook wel sollicitanten
voor gemeenteopzichter zou krijgen voor min
der dan 2400 's jaars, misschien ook nog wel
voor 15 's weeks. Spreker kan over den
gemeentewerkman gemakkelijk spreken, aan
gezien die niet tot zijn politieke richting be-
hoort en geeft dan te kennen, dat hij van oor
deel is, dat waar er 3 gemeentewerklieden
zijn zij alle 3 hetzelfde loon dienen te hebben.
Hq zal het voorstel der meerdenhedd van Bur
gemeester en Wethouders steunen.
De heer OGGEL merkt op, dat de jaarwedde
van den gemeenteopzichter door den raad
wordt vastgesteld; er is voor de oproeping
niet over een salaris gesproken.
De VOORZITTER: Er is een oproeping
van sollicitanten geschied op het bestaande
salaris, maar daarover is niet speciaal ge-
sproken.
De heer OGGEL: Het salaris wordt door
den raad vastgesteld.
De heer DIELEMAN: De heer Filius was
benoemd op f 1600, overeenkomstig besluit
van den raad, doch het was later toch een
voorstel van Burgemeester en Wethouders om
hem een gratificatie van f 200 te geven.
De heer OGGEL herinnert, dat destijds werd
besloten sollicitanten op te roepen op een
jaarwedde van 1600, en dan den eersten tijd
als proeftijd te besohouwen, terwijl het wel
terstond in bet voomemen stond de jaarwedde
hooger te stellen, mits de benoemde gemeente
opzichter voldeed. Men wenschte eerst eens te
zien wat hij presteerde.
De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat
het toch niet gaat over het loon van den ge
meenteopzichter, doch over dat der -werk
lieden.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat er
hier geschermd wordt met de jaarwedde van
den gemeenteopzichter, hij gelooft, dat men
die ook nog wel voor f 15 's weeks zou krij
gen, maar vraagt, of dat de billijke weg is.
De heer KRUIJSSE wijst er op, dat Burge
meester en Wethouders daarom ook met een
voorstel komen om het loon van den derden
werkman te verhoogen. Indien zij van mee
ning waren, dat het loon te hoog was, zouden
zij moeten komen met een voorstel tot ver
laging over de geheele linie. Hij is van oor
deel, dat een gezin best f 1200 's jaars noodig
heeft om van te leven en daar moet men als
gemeentebestuur rekening mee houden, maar
niet wat bij anderen verdiend wordt.
De heer VAN DIXHOORN verklaart het
niet eens te zijn met de stelling, dat de loo
nen van alle gemeentewerklieden gelijk moe
ten zijn. In alle bedrijven bestaat daarin
verschil in verband met de capaciteiten der
knechts; men heeft eerste, tweede en derde
kneohts en er bestaat wel degelijk verschil in
bunne loonen. Het komt er op aan of ieder
voor het werk even comptabel is. Dat is
voor hem d,e vraag.
De heer 't GILDE: Het betreft hier in
't gCheel geen derden knecht.
De heer DIELEMAN bevestigt dit, het be
treft hier drie gemeentewerklieden, die gelijk
zijn in hun werk.
De VOORZITTER geeft ook te kennen, dat
die redeneering niet op gaat.
De heer VAN DIXHOORN houdt vol, dat
er weinig particuliere bedrijven zijn, waar
geen ongelijkheid bestaat.
De heer CLAESSENS vraagt, of men het
loon niet zou kunnen bepalen in verband met
het indexcijfer. Indien dat dan daalt, dan kan
ook het loon dalen.
De VOORZITTER acht dat niet wensohelijk.
De heer CLAESSENS voelt daar wel voor.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot verhooging van het weekloon van
den derden gemeentewerkman wordt verwor
pen met 7 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Kruijsse, Wol
fert, Dieleman en 't Gilde; tegen stemmen de
heeren Oggel, Van de Bilt, Claessens, J. de
Feijter, Koster, Van Dixhoom en P. de Feijter.
90. Onderhoud van huizen, torens, poorten
en dergelijke gebouwen voor den openbaren
dienst bestemd, niet in andere hoofdstukken
begrepen. f 400.
van straten en pleinen.
van wegen en voetpaden.
van wandelplaatsen en
van pompen en riolen.
Dat was dan toch niet
de besturen steeds ter
91. Onderhoud
1750.
92. Onderhoud
f 750.
99. Onderhoud
plantsoenen. 40.
100. Onderhoud
650.
De heer KOSTER vindt het onderhoud van
de pompen nogal duur.
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders vinden dit ook, maar wat wil men er
aan doen? Als er een pomp stuk is, moet die
toch gerepareerd worden. Het wordt zoo zui-
nig mogelijk beheerd.
De heer KOSTER vraagt, of er geen pom
pen die te versleten zijn om gestaddg gere
pareerd te worden en of men die niet voor-
deeliger door een nieuwe zou vervangen.
De VOORZITTER weet niet of het in dit
moment verstandig is om tot vemieuwing
van pompen over te gaan doch zegt toe, dat
naar een door den heer Koster genoemd e
pomp speciaal zal gekeken worden.
161. Onderhoud en bediening van klokken,
uurwerken, speelwerken en dergelijke. 50.
In verband met het in deze vergadering
genomen besluit wordt dit bedrag verlaagd
tot f 50.
102. Kosten van de algemeene begraaf-
plaats en kosten van begraving. f 710.
103. Kosten van de gemeentereiniging,
voor zoover niet vallende onder Hoofdstuk
XIII. flOOO.
De heer KOSTER noemt de volgens de me-
morie van toelichting geraamde bedragen voor
onderhoud van ijzers en tuig van het paard,
f 130, nogal hoog.
De VOORZITTER wijist er op, dat het ook
maar een raming is en dat, als het niet noodig
is, het bedrag ook niet gebruikt wordt. In
verband met uitgaven die zich bijna altijd in
den loop van het jaar voordoen, is het toch
ook gemakkelijk, dat er hier en daar eens wat
ovenschiet, waarover dan voor overschrijving
beschikt kan worden. De post voor onvoor-
zien is niet zoo hoog gesteld.
104. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beambten.
1050.
105. Kosten van verzekering tegen brand-
schade. 35.
106. Rente van geldleeningen ten laste van
Hoofdstuk VI komende. f 3828,25.
107. Aflossing van geldleeningen ten laste
van Hoofdstuk VI komende. f 4350.
110. Verstrating ten behoeve van de bedrij
ven en Van derden. 1000.
111. Vergoeding aan L. M. de Groote voor
onderhoudskosten van een hand, f 100.
112. Kosten van de beerruiming. f 750.
113. Toeslag op pensioenen. f 39,20.
113a. Kosten van het besdhikbaar stellen
van drinkwater. f 25.
Hoofdstuk VII.
Eigendommen, niet voor den openbaren dienst
bestemd.
120. Grondlasten. f 40.
121. Dijk- en polderlasten. f 15.
122. Kosten van verzekering (Molest Ri-
sico). f 25.
122a. Verhurinigen en verkoopingen. f 100.
123. Innen van renten eniz. f 5.
124. Kosten van verzekering tegen brand-
schade. 15.
Hoofdstuk VIII.
Onderwijs, kunsten en wetenschappen.
2. Openbaar gewoon lager onderwijs.
129. Jaarwedden en wedden der onder-
wijzers. f 14.713.19.
130. Huur en kosten van het instandhouden
van onderwijzerswoningen. 150.
131. Kosten van het instandhouden van
sehoolgebouwen, alsmede van terreinen voor
het onderwijs in lichamelijke oefening. f680.
133. Aansohaffen en onderhouden van
schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoef-
ten. f 600.
134. Verlichting, verwarming en schoon
houden van sehoolgebouwen. f 1250.
135. Kosten van de oudercommissies 5.
De heer't GILDE vraagt of 5 wel voldoen-
de is.
De VOORZITTER antwoondt, dat de com-
missie nog nimmer meer gevraagd heeft.
Hij brengt thans in behandeling het vroeger
meegedeelde verzoek van de Vereeniging
Schoolmuseum te Middelburg om subsidie.
Het vorig jaar is een gelijk verzoek ver
worpen. Burgemeester en Wethouders stel
len voor er weer afwijzend op te beschikken.
De heer 't GILDE stelt voor er f 5 aan te
geven.
Aangezien dit voorstel alleen door den heer
CLAESSENS wordt gesteund, kan het geen
punt van benaadslaging uitmaken.
Het afwijzend voorstel van Burgemeester
en Wethouders wordt hiema met algemeene
stemmen aangenomen.
De heer VAN DE BILT vraagt, of er niets
op te vinden is, dat de bijzondere scholen
vroeger weten over welk bedrag ze voor on
derhoud van hunne inrichting kunnen beschik
ken. Nu weten ze het nog niet voor het jaar
1928.
De VOORZITTER antwoondt dat dit nu al
lang bekend is.
De heer OGGEL bevestigt dit; ongeveer een
roaand geleden is het meegedeeld, het was
f 10,01 per kind.
De heer VAN DE BILT heeft daarvan nog
niiets vernomen. -Hij wil geeperlei verwijt tot
Burgemeester en Wethouders richten, maar
vraagt, of het toch niet mogelijk zou zijn, dat
ze vroeger een schema kregen van het bedrag
waarover ze vermoedelijk zullen kunnen be
schikken. Het is nu tegen het eind van 1927
en eerst Juli of Augustus van het volgend
jaar kunnen ze weten waarover ze dit jaar
mogen beschikken.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat geen
andere regeling mogelijk is; het ciifer kan
pas vaststaand worden opgegeven na de vast
stelling der gemeenterekening. Indiien het
evenwel voor een schoolbestuur van belang is
er iets van te weten, laat dit zich dan om in
liehtingen vervoegen bij spreker, dan komt dit
wel in orde. Officieel kan het echter niet
vroeger worden bericbt dan nu geschiedt.
De heer VAN DE BILT acht het toch wel
gewenscht, dat ze ingelidht worden; het is
hem wel bekend, dat er schoolbesturen waren
die er in liepen.
De VOORZITTER:
in Axel! Wij zijn
wille.
De heer VAN DE BILT zegt daar niet* van.
De heer OGGEL wijst er nog op, dat boven-
dien de afrekendng toch ook maar om d* S
jaren plaats heeft. In September of October
op zijn vroegst kan officiiiele mededeeling
worden gedaan.
136. Kosten ter zake van verzekering, p«n-
sdonneering enz. van ambtenaren en beamb
ten. f 1258,75.
137. Kosten van verzekering tegen brand-
schade. f 70.
138. Rente van geldleeningen ten laste van
Hoofdstuk Vin 2 komende. f 450.
139. Aflossing van geldleeningen ten laste
van Hoofdstuk VIII 2 komende. 75#.
140. Advertentiekosten. f 25.
141. Teruggaaf van schoolgelden. f 24.
142. Toeslag op pensioenen. 46,40.
3. Openbaar vervolgonderwijs.
zake van verzekering,
van ambtenaren en be-
143. Kosten ter
pensionneening enz.
ambten. 4,28.
144. Bijdragen aan andere gemeenten in
zake het openbaar uitgebreid lager onderwijs.
Memorie.
7. Bij zonder gewoon lager onderwijs.
149. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 86 der Lager-onderwijswet 1920. f 100.
150. Vergoeding ingevolge art. 100 der
Lager-onderwijswet 1920, aan besturen van
bijzondere scholen, welke voor rijksvergoe-
ding in aanmerking komen, voor aan die scho
len verbonden boventallige onderwijzers.
f 5000.
151. Vergoeding van de kosten van in-
standhouding van bijzondere scholen, bedoeld
in art. 101 der Lager-onderwijswet 1920.
f 5000.
152. Uitkeering aan gemeenten ingevolg*
art. 104, eerste lid, der Lager-onderwij*wet
1920. Memorie.
153. Vergoeding voor terreinen en gebou
wen van bijzondere scholen aan besturen dier
scholen, bedoeld in art. 205 der Lager-onder
wijswet 1920. /3600.
154. Uitkeering aan andere gemeenten in
de aan schoolbesturen te betalen vergoeding
bedoeld in art. 205 der Lager-onderwijswet
1920. f 500.
155. Rente van waarbongsommen, gestort
door besturen van bijzondere scholen. f 185.
156. Rente van geldleeningen ten laste
van Hoofdstuk VIII 7 komende. f 647,50.
157. Aflossing van geldleeningen .ten
laste van Hoofdstuk VIII 7 komende. f 500.
158. Teruggaaf van schoolgelden. f 50.
9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs.
159. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 86 der Lager-onderwijswet 1920. Memorie.
160. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der Lager-onderwijswet
1920. Memorie.
161. Vergoeding voor terreinen en gebou
wen van bijzondere scholen aan besturen dier
scholen, bedoeld in art. 205 der Lager-onder-
wij swet 1920. Memorie.
11. Bijzonder voorbereidend lager onderwijs.
164. Subsidie aan of ten behoeve van bij
zondere bewaarscholen. f400.
12. Lager onderwijs.
165. Kosten van het plaatselijk schooltoe-
zioht. 100.
166. Kosten der commissie tot wering van
schoolverzuim. f 160.
167. Tegemoetkoming in of vergoeding
van de kosten van onderwijs, als bedoeld in
art. 13, eerste lid, der Lager-onderwijswet
1920. f 1350.
168. Kosten van openbaar onderwijs, in de
plaats tredend van het in de Lager-onderwijs
wet 1920 geregelde vervolgonderwijs. 125.
169. Subsidie voor bijzonder onderwijs, in
de plaats tredend van het in de Lager-onder-
wijswet 1920 geregelde vervolgonderwijs.
376.
(Wordt vervolgd.
STOPPELDUK.
Geboorten 10 Oct. Wilhelmina Virginia,
d. van Petrus Johannes Herwegh en van Maria
de Beijn. 19 Oct. Gahriella Josephinn eti
Elsa Louisa, dochters van Florent Joseph de
Boojj en van Maria Josephina van Megroot.
23 Oct. Willebrordus, z. van Petrus van lick
en van Anna Louisa Muller. 25 Oct. Rosa
Maria Louisa, d. van Jan Francies Eeman en
van Louisa Leonia van den Berghe. 29 Oct.
Rene Franciscus Petrus, z. van Alpbonaus
Theod. Franciscus van Kruijssen en van Vir-
genia Maria Elisabeth de Blok.
Overljjden. 21 Oct. Elsa Louisa de Boojj,
oud 1 d., d. van Florent Joseph en van Maria
Josephina van Megroot. 30 Oct. Appokmia
Louweret, oud 91 j., wed. van Ambrosius
Francies Rosseel. 31 Oct. Petronella Fare-
mans, oud 87 j., wed. van Jacobus de Sitet.
WESTDORPE
Huwelijiks-aangiften8 Oct. Cyriei Roe-
giers (van Assenede), oud 27 j., jm. en Cher-
mijn Maria Thomas, oud 24 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 6 Oct. Eduardus
van de Putte, oud 31 j., jm. en Esther DeL
saert, oud 25 j., jd. 29 Oct. Cyriei Roegiers,
(van Assenede), oud 27 j., jm. en Chenmij"
Maria Thomas, oud 24 j., jd.
Geboorten. 24 Oct. Annie Juliana, 4. van
Eduardus Kalle en van Brigitta Emma Pre
dentin Govaert. 28 Oct. Annie Maria, fl- va*
Prudent Vervaet en van Margaretha Jnlma
Maria SoethaerL
Overlijden. 19 Oct. Versinie Fran«i»ca
Nijskens (overl. te Ter Neuzen), oud 71 j.,
echtg. van Augustus de Ridder. 20 Oct. Leo-
poldus Kersbulck (overl. te Assenede), oud
65 j., echtg. van Emerentia Maria Kamoen.
21 ok. Barbara van Acker, oud 69 j., echtg.
van Hippolytus Mingers.
ZAAMSLAG.
Huwelijks-aangiften. 20 Oct. Willem Dek-
ker, oud 26 j., jm. en Gatharina Cornelia
Nedtje Dees, oud 19 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 6 Oct. Martinus
Verhelst (van Ter Neuzen), oud 24 j., jm. en
Catharina Cornelia Schieman, oud 22 j., jd.
11 Oct. Ferdinandus Dees (van Kapelle bij
Goes), oud 53 j., weduwn. en Tannetje Wdle-
mina Bruijnzeel, oud 40 j., jd.
Geboorten. 6 Oct. Martha Jacoba Pieter-
nella, d. van Hendrik Cornells Wissel en van
Tanneke Maria Jozina Willemsen. 11 Oct.
Oomelis Jacobus, z. van Franqois van Dron-
gelen en van Suzanna Verhelst. 14 Oct.
Adriaan Pieter, z. van Jan Bakker en van
Adriana Dingetje Bolleman. 20 Oct Damela
Jozina, d. van Daniel Jozias Dees en van
Hendrika Wilhelmina van Eck. 21 Oct. tier
rit Johan, z. van Johan Marcus de Zeeuw en
van Sara Elissib^th Dooms.