ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
17 nTe"nTa n b.
No. 8135.
Maandag 24 October 1927.
67e Jaargang.
Een nieuwe neus
AB0NNE ^ENTSPRIJS
EER8TE BLAD.
F E IT IL LET OB.
BUITENLAND.
Voor hitmen Ter Neuzen/1,40 per 3 maar <len - Voor buiten Ter Neuzen ft. per post j 1 80 per 3 maanden - Bij voormtbetaling fr. per post 60 per jaar
Voo. *t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen b») vooruitbetaling.
Olt btad verachljnt iederen Maandag., Woenadatf- en Vrljdagavond.
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
VERDRAG.
Uit het voorloopiq verslaq der Tweede
Kamer betreffende de begrooting voor
bu i tenia ndsc he zaiken lichten we het vol-
qenlde gedeelte, dat handelt over de ver-
houdinq tot Belgie.
Versciheidene leden acihtten verduide-
lij.kinq gewenscht van de zinsneden, in de
Troo'nrede aan de verfeauding tussc'hen
Nedlerland en Belgie gewijid. Is het
v rag en deze leden de bedoeling van
deze zinsneden geweest, tegenover Belgie
te doen blijken van onze bereidheid 0(m
mede te werken aan een herzieninq van
de verdragen van 1839? Zoo ja, dan moe-
ten zij overibodig te achten zijn. Iimmers
uit de beraadslagingen over het tenslotte
met qoedgekeurde tractaat van 1925 is
van het bestaan van een zoodanige be
reidheid reeds voldoen.de gebleken.
Andere leden uitten de onderstelling, dat
de regeering het nutitig heeft gevonden in
de Tiroonre.de onze goede gezindheid nog
eens uiiltdrulkkelijk tot uiting te doen
komen tegenover de houdinq van jeqens
onis onvriendelijike elementen in Belgie,
weike in woord en geschrift het bestaan
van een zoodanige gezindheid in twijfel
hebben getrokken.
Odk omtrent een ander punt bleek ver-
sclhiil van meening te bestaan. Waren
sammige le.de n van gevoelen dat het be"
lang, hetwelk ook naar hun inzien onmis-
kenbaar gelegen is in een zuivere verhou-
ding tusschen Nederlanld en Belgie, otp dit
oogenblik onzerzijds eerider onthouidlng
dan actie vordert, andere leden stelden
daartegenover als hun meening, dat het
gewenscht is onze verthouding tot Belgie
zoo spoedig mogelijk tot klaarheid te
brengen.
Sommige leden sprdken het vertrou
wen uit, dat de Troonrede niet bedoelt,
dat alle onderwerpen, welke in het niet-
aanvaarde verdrag voorkwamen, opnieuw
in bdhandeling moeten warden genomen.
Zij wenschten ondersclheid te maken tus-
schen de wenschen van Belgie en de wijizie
waarop daaraan onzerzijds tegemoet ware
te komen. De discussies over d'it laatste
ware eerst te aanvaarden, wanneer onzer-
zij'ds moet warden etkecd, dat aan die
wenschen .een redelijke grondslaq niet ont-
breekt.
Dat het samenstel der genoemde vraag-
stukken thans het voorwerp is van een
nader onder zoek hier te lan.de, werd met
ingenomenheid vernomen. Met klem
drong men erop aan, dat bij dit onderzoek
in ruime mate buiten de departementen
staanide deskunidigen en voor a 1 ook de
vertegeniwoord'igers der belanqihebbenden
zullen worden gehoord.
Ook waarschuwde men ertegen, dat in
een hetzelfde, vooraltijd gesloten tractaat
een samenstel van belangen zou worden
geregeld, welke deen natuurlijk veriband
met elkander hebben en welke voor een
deel slechts in afzonderlijke, opzegbare
verdragen op hun plaats zouden zijn.
Men daciht daarbij bij v. aan de regelinig
van het loodswezen op de Schelde.
Tenslotte vertrouwde men, dat de re-
door
ARTHUR GASK.
peering ernstig rekeniing zou houden met
hetgeen in en buiten de Staten-Generaal
omtrent het verdrag van 1925 tot uiting
is gekomen,
HET VERWEKKEN VAN
WANORDELI1KHEDEN OP DEN
PUBLIEKEN WEG DOOR
BETOOGINGEN.
De Minister van Justitie heeft zijn ant- j
woord medegedeeld op de vragen van i
het Tweede Kamerlid Braat, betreffende
het instellen van een strafvervolging tegen
laiders van volksbetoogingien, welke wan-
ordelijkheden op den publieken weg ver-
oorzaken bedoeld worden de z,g.n. Sacco-
en Vanzetti-relletjes)
Van een strafvervolging, c.q. bestraf-
fing, kan naar ons reaht eerst sprake zijn,
indien het overtrading geldt van wet of
wettelijke voorsdhriften, schrijft de Mi
nister.
Zoodanige overtrading nu heeft het ge-
drag van de leideirs der bedoelde betoo-
gingen niet opneleverd, bahoudens dat
in een neval ter gelegenlheid van dat op-
treden overtredino van een bepaling der
straatverordening heeft plaats gevonden,
welke echter, geiet mede op de beteekenis
van dat concrete feit en te meer waar het
i am and betrof, die den sterken arm der
politic reeds aan den lijve had ondervon-
den; ook naar het oordeel van den Minis
ter onvervolgd kon worden gelaten.
In verband met een en ander luidt het
antwoord van den Minister op de vraag
of bedoelde leiders streng gesfcraft moeten
worden, ont'kennend.
DE KORTEGOLF-TELEFONIE-
ZENDER VAN DE RIJKS-
TELEGRAAF TE KOOTWIJK.
In aansluiting op het bericht betreffende
het eerste geslaagde kruisgeprek door
middel van bovengenoemden zender met
Indie, kan worden medegedeeld, dat se-
dert .diea geregeld qedurende eenige
dagen per week proefuitzendingen plaats
vonden. Gebleken is, dat de telefonie
van half twee 's middags af in Indie zeer
goed overkomt en tot half vijf s middags
nog steeds in versterlking toeneemt.
Hiermad'e is bewezen, dat in de ge-
meenschappelijke dag.uren, waarin van
den kort eg olf -t el e fon i ez en der van de
Rijikstelegraaf gebruik wordt gemaakt,
goede telefonie met Indie mogelijk is.
De proeven worden voortgezet om uit
te maken, of nog vervroeging van het
eerStgenoemde tij.dstiip kan worden ver
ier eg en.
TEGEN DE WATERLEIDING.
Tegen twee raadsleden (o. w. een wet-
houder) van Oosth.uizen (N.-H.) is pro-
ces-verbaal opgemaakt, omdat zij weiger-
den hun woningen aan de waterleiding
aan te sluiten, hetgeen verplichtemd was.
De bewuste raadsleden deelen mede,
dat de reden van het verzet is het onbillijk
tardef, dat het provinciaal waterleidings-
bedrijf den aangeslotenen oplegt. „Velen.
ond'er wie de overige raadsleden en de
burgemeester zijn het met ons eens
schrijven zij, „dat er in deze tarieven
een onbillijkiheid schuilt, doch dit neemt
niet weg, dat men ons zoo noodig met den
sterken arm wil dwingen, deze tarieven
te aanvaarden".
De onwilligen zijn nu voor den kanton-
rechter gedagvaard.
19) (Venvolg.)
Alles en alles was het fortuin van dok-
ter Carmichael ongieveer een 60.000 pond
en een groot gedeelte daarvan was in
contanten of gemakkelijk verhandelbaar.
Ik ging in een arms toe 1 liggen en dacht
heel lang na.
Wat ging ik beginnen waartoe had
ik den moed en de brutaliteit? Ik stond
op een keerpunt.
Ik werd heel kou.d en overwoog en be-
scihouwde alles met de udterste nauwkeu-
rigbeid.
Om te beginnen alles, wat de doode
had' nagelaten was moreel gesproken
van mij. Hij .had het mij gegeven, toen hij
stderf, en redhtens behoorde het dus mij.
Maar... wettelijlk Wettelijk ik lachte
eens bitter bdhoorde mij geen duiit. Hij
had geen testament nagelaten. Ik lachte
eens spottend. Wat gaf ik om de wet,
vroeg ik mijzelf af. Ik knipte eens min-
achtend met de vingers en liet mijn gie-
daclhten den vrijen loop.
Nu, als alles van mij was, hoe zou ik
het dan kunnen bemachtigen De obli
gates aan toonder waren gemakkelijk ge-
noeg, maar voor de andere gelden zou de
handteekening van dokter Carmichael
voortdurend vereiisciht worden. Kon ik
dat klaarspelen Zou ik den durf hebben
om hier in dit huis te blijven, week na
week, maand na maand om de rol van
den doode te spelen, zijn handteekening
na te bootsen, herhaaldelijk, om langza
merlhand, beetje bij beetje de aandeelen te
gelde te maken. de deposito's op te zeg-
gen, totdat ik eindelijk alles veilig in han-
den zou hebben. Kon i'k het .doen Waar-
om eigenlijk niet?
Ik ken.de de geheele levenswijze van
den gestorvene. Ik kende zijn gewoonten,
zijn neiging-en en zijn voorkeur. Ik wist
precies, wat hij gewoon was te doen, met
wie hij gewend was te sprelken en de en-
kele menschen de heel enkele die
hem van aanziien kenden. De directeur
van de bank kende hem: maar hij had hem
in geen twee jaar gezien. De postbode
kende hem; maar die was ouid en suf. De
dagelijiksche leverancier kende hem; maar
het laatste jaar had hij hem maar een heel
enkelen keer gezien en dan altijd nog
door het kkine luikje bij de tuinpoort.
Precies een uur lang leunde ik achter-
over en overwoog alles zorgvuldig en hoe
meer ik overwoog, hoe gemakkelijker alles
mij scheen.
Ik had me maar kalm te houden, voor-
zichtig te zijn en dan zou niemand mij ont-
dekken.
Maar de handteekening. Daaraan had
ik niet gedacht en dat was toch bepaald
.het belang.rij.kste punt. Zou ik ze met suc-
ces kunnen nabootsen? Dokter Car
michael had al zijn correspondentie met
,een typewriter gevoerd, en ik had mij dus
gelukkig alleen maar om zijn handteeke
ning te bekommeren.
Ik haalde een reeds-ingevulde cheque
te voorschij.n en ging heel nauwkeurig,
zooals een ibankemploye dat doet, de
handteekening na.
OMKOOPING DOOR RAADSLEDEN.
Uit Veenendaal zijn verschillende per-
so.nen voor den rechter-commissaris te
Arnhem opgeroepen om getuigenis af te
leggen inzake omkooperij bij de raadsver-
kiezing te Veenendaal door twee raads
leden, strafbaar gesteld bij art. 126 Wet-
boek van Strafrecht.
DE BEZWAREN DER VACCINATIE.
Het wetsontwerp betreffende de vaccri-
natie heeft het departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid Vrijidag verlaten.
De voorzitter van den gezondheidsraad
heeft op verzoek van den Minister van
Arbeid een commissie ingesteld om de
wetenschappelijke bezwaren die zidh in
veriband met de vaccinatie voordoen, te
onderzoeken.
BRUTALE OVERVAL.
Vrijidag mid dag omstreeks twee uur is
de postbeambte Schouten, die alleen aan-
wezig was op het postkantoor te Noord
wijk aan Zee, plotseling aangevallen door
een tot nu toe onbekend persoon, die
Schouten een klap op het hoofd gaf,
waardoor de postbeambte bewusteloos
ineenzakte. De onbeken.de heeft zich uit
de voeten gemaakt met .de kas, waarin
naar schatting een bedrag van pl.m. 700
aanwezig moest zijn geweest.
NEDERLANDSCHE ROOMSCH-
KATHOLIEKE MIDDENSTANDS-
BOND.
Te Tiilburg heeft het congres van den
N ederlandschen Roomsch-Katholieken
Miiddenstandsbonid plaats gehad onder
voorziittersc'hap van den heer C. J. G.
Struyckien.
Deze herinnerde er in zijn openings-
woord aan, .dat de economische positie
van den miiflidenstand sands het laatste
congres nog steeds zeer geldrukt, de strijd
om't bestaan zeer groot is. In dit verband
wees hij op de soherpe concurrentie tegen
de groot-kapitalistisc'he winkelbedxijven,
de gie.druikte algemeene welvaart en de
zwakke innerlijke economische positie van
d'en middenstand. De groote werkloosheid
heeft ook onontkoomibaax zijn neerslag 'op
den middenstand.
Prof. Aalberse betoogde, niet te geloo-
ven aan het vermogen van den Staat, om
levenide sociale organen te scheppen. Deze
moeten in het maatschappelij'k lichaam
zelve ontstaan. De taak van den Staat is
(hiier niet en kan niet zijn, sciheppend, idoch
alleen regelen.d op te treden. Hij poneerde
ten slotte d'e volgen.de stellingen:
1. In het alge.meen genomen kan ge-
contateerd worden, dat de verhouding
tusschen werkgever en arbeider in het
midfdenstandsibedxijf beter is dan in het
grondbedrijf.
2. Ook de arbeider in het mid.den-
standsbedrijf heeft, bij belhoorlijke plichts-
betrachting zijnerzijds, recht op een
mensclhwaardig bestaan.
3. De regeling der arbeidsovereen-
komst zij daarom zoodanig, dat de arbei
der, werken.de onder behoorlijke arbeids-
voorwaarden, inzonderiheid een voldoend
loon ontvanqen, om er in zijn stand met
een gemiiddeld gezin op behoorlijke wijze
van te leven, terwijl hem de zefcerheid
moet worden gegeven, dat hij in tijden
van ziekte, ongeval, werkeloosheid, inva-
liditeit en ou.derdom het noodige levens-
}a, het zou heel gemakkelijk gaan, zeide
ik bij mijzelf. Een beetje oefening en dat
zou geen moeilijkheden meer opleveren.
onderhoud ontvange, waarnaast aan va-
ders van groote gezinnen een kindertoe-
slag moet worden toegekenid.
4. Mede met het oog op de onderlinge
concurrenitie, zal dit niet bereikt kunnen
worden, tenzij eenerzijds de Staat zorge
voor een stelsel van verplichte sociale
venzekering, waarbij de uitvoering, onder
onpartijdige controle, worde opgedragen
aan beldrijfsvereenigingen; anderzijds door
het afsluiiten van collectieve arbeidsover-
eenkomsten, welke onder bepaalde voor-
waarden bindend kunnen worden ver-
.klaard, ook voor hen, diie er rmet bij aan-
gesloten zijn.
5. Uit de bedrijfsvereenigingen en de
collectieve arbeidsovereenkomsten zal dan
geleidelijik groeien een stelsel van bedrijfs-
organisatie, als voor ons land en in de ge
geven omstan.digheden mogelijk en wen-
sdhelijk zal blijken te zijn. Deze bedrijfs-
organisatie worde niet door de wet in het
leven geroepen en van bovenaf opgelegd,
maar de wet regele en sanctionneere haar,
voor zoover idaaraan behoefte zal blijlken
te bestaan.
6. Naarmate deze bedrijfsorgani.satie
zich zal ontwikkelen, trekke de Staat zich
geleidelijik terug van het terrein der direc-
te Staatsbemoeitng met het bedrijfsleven.
VAN DEN HOOGEN DUITSCHEN
BOOM.
Op 30 Augustus 1924 hebben de mo-
gendheden die bij de Duitsdhe herstclbe-
talingen betroikken waren, de regeling van
deze betalingen overeenkomstig de aan-
bevelingen van de commissie van Dawes
aangenomen. Dienvolgens heeft Duitsch-
land over het eerste jaar (toen nog met
behulp van een budtenlandsche leening)
1 milliard goudmark betaald, over 1925
en 1926 steeg dit bedrag met een paar
honderd millioen, over 1927 tot 1750 mil-
lioen en in 1928 zal de regeling volgens
Dawes voor het eerst ten voile beginnen
te werken met jaarlijksche aflossingster-
mijnen van 2% milliarid mark. Het geld
voor de herstelbetalingen moet, schrijft de
N. R. Crt., komen uit de rente van de
spoorw eg obi i g a ties en industrieele deben
tures, de overdracht-belasting en verder
uit de begrootimg. Met het eerste zwa-
re jaar voor den boe" mocht men dus ver-
wachten, dat .de Duitsche regeering al het
mogelijke zou doen, om zuinig huis te
.houden.
Er is een kant aan de zaak waarbij
Duitsclhland's zedelijke prestige gemoeid
is. In zijn eerste verslag kenschetste Par
iker Gilbert, de Amerikaansche agent
generaal voor de herstelbetalingen, de
beginselen die de on.dertee;kenaars van de
regeling geleid hebben, aldus: ,,In het
algemeen gesproken is het een poging om
het vertrouwen on.der de vol'ken te bevor.
deren en de beginselen van rede en ge.
rechtig'heiid op een moeilijk viitaal pro
bleem toe te passen". Als men bedenkt
hoe lang de herstelbetaling aan een ver-
zoening tusschen de vroegere oorlogvoe-
renden in den weg heeft gestaan, zijn zul-
ke woorden -alieszins gerechtvaardigd.
De medewerkiing van heeler harte van
den sc'huldenaar is een eerste vereischte
voor het slag en van het plan.
Het is teekenend, dat dezelfde Parker
Gilbert die de beteekenis van de regeling
III.
Dokter Carmichael was pas een paar
dagen dood, toen ik reeds began te be-
seffen, wat een sterk karalkter hij toch
moest gehad hebben.
Om daar vijf jaar lang ip dat huis te
hebben "ewoond, zijn levensverdriet koes-
terende, geen levende ziel om tegen te
spreiken, -eheel aan zichzelven overgela-
ten, dat moest wel vrij spel hebben ge
geven aan iedere zwakheid, die hij bezat.
De eenzaamheid moest versc'hrikkelijk
zijn geweest. Ik althans ondervond dat,
eer een week was verstreiken.
Zoo door het sombere huis te dwalen,
de verre stad te bespdeden van uit den
toren, of alleen, heel st.il in den tuin te
zi'.tten, alles, alles op zijn beurt doordrong
mij van de moordende eentonigheid van
zulk een leven.
En toch had ik, in tegenstelling met
dokter Carmichael, nog zooveel van het
leven te verwacihten.
Ik had mijne heele toekomst op nuch-
tere, zakelijlke wijze uitgestippeld. en ik
had vastbesloten alle vrees voor een mo
gelijk ongeluikkig toeval teruagedron.qen.
Drie weken precies na den dood van
den dokter, en vijf weken na de operatie.
zou ik mijn eersten tocht naar de stad
doen om de cheque van vijftiq pond te in-
nen. I'k zag er tegen op en toch, tegelij-
kertijd verheugde ik mij er over. Ik was
nooit laf geweest of bang om wat te wa-
gen, en toch wist Ik, dat ik al mijn zelf-
beheersching noodig zou hebben om kalm
door de stad te wandelen en rustig de
Australisdhe bank binnen te stappen.
Maar ik was vastbesloten om er onvei
droten mee door te gaan en als de moec
.mij een oogenblik begaf, dan voelde ik m?i
weer opgewekt door de gedaclhte, hoevee
plezier dokter Carmichael zou hebben in
mijn handelingen. Het idee om hem te
personifieeren zou judst iets zijn geweest
voor hem met zijn cynischen zin voor hu
mor en ik zag in gedachte den spottenden
glimlach, waarmee hij me de bank zou
hebben zien binnentreden.
De faitale ochtend was eindelijk aange
broken en even voor tien stapte ik het
tuinlhek uit, met een onrustig kloppenc
hart. Ik droeg een bijna geheel nieuw col-
bertcostuum van den dokter, dat mij bui-
tengewoon goed paste. Ik was misschien
iets breeder over de borst en iets langer
van beenen. Ik had een lichten deukgoed
op en was niet weinig op mijn gemak ge
steld door een lorgnet met donker
gekleurde glazen, die de dokter gewoon-
lijk gebruikte als hij in den tuin zat te
leze.n.
Nadat i'k de poort zorgvuldig achter
mij gesloten had, liep ik met stevigen pas
naar de txamhalte. Ik kwaim verschillen
de menschen tegen, maar voelde mij hee
vierlichit ze merkten mij niet eens op
of zij keken mij eens terloops aan.
Binnen een kwartier was ik midden in
de stad en wandelde rustig door de over-
voile straten. Iedere miinuut nam mijn
zelfvertrouwen toe en lang voor ik de
bank bereikt had, was ik eenvoudig ver-
rukt. Iik was verscheiden kennissen voor
bij gekomen, zonder iets te verraden.
Toen ik voor een grooten spiegel van
een kleedingmagazijn stil stond, trof het
mij, dat ik zoo keurig gekleed was. Het
volgens Dawes zoo goed heeft geken-
schetst, op dit oogenblik beducht lijkt,
dat d'e schuldenaar in ernstige medewer-
cing zal te kort schieten. Een van de
concessiies die de geallieerden dan
3'uitsehland gedaan hebben, is dat
Duitschland van geen buitenlandsche
oeconomische controle of andere iilmen-
gin.g dan volgens het plan voorzien is, last
zal hebben. Dit sluit in zich, dat Parker
Gilbert zich met in de binnenlandsche
aangelegenheden kan moeien. Hij heeft
daarom ook niet meer gadaan dan een
vriendschappelijfcen brief aan de rijks-
regeering te zenden om haar onder het
oog te brengen, dat zij bezig is van den
hoogen boom af te teren. Hij waar-
sclhuwt tegen „het verschijn.sel, dat ten-
gevolge van de conjunctuur van dit
oogenblik de opbrengst uit de belastingen
iiooger is geweest dan de raming. te pro-
jecteeren op 1928 (het eerste zware jaar
van de Dawes-regeling) en volgende
jaren. Indiien men voor deze fout niet op-
>ast, zal men na eenige jaren voor de keus
com en te staan, het zij de belastingen
weder te verhoogen, hetzij te grijpen naar
de betalingen voor het herstel". De con-
clusie van Parker Hilbert is, dat met den
Stand van de rijksfinancien de schoolwet-
ten, de verihooging der ambtenaarsbezol-
diging en de verhoogiing van de schade-
vergoeding voor liquidates tijdens den
ooriog, niet te vereenigen zijn.
E)e bedoeling die Parker Gilbert gehad
heeft het schrijven van een „vriend-
schappelijiken brief - vrijwaart hem
tegen de beschuldiging. dat hij buiten zijn
boekje, waarin hij sledhts getallen te no-
teeren heeft, gegaan is. Maar zijn brief
is niettemin voor de regeering te Berlijn
wat men in .het Duitsch noemt: „ein
Wink mit dem Zaunpfaihl" of ,,mit dem
Laternenfalhl" een wenk met een schut-
ting- of een lantaarnpaal, dus een niet
mis te verstane. onzachte wenk. Als men
in Duitschland komende jaar begint te
jerimieeren over den zwaren last van de
herstelbetalinq, moet het een voorbeeld
van zuinig beheer gegeven hebben en niet
kwistig omgaan met honiderden millioenen
om het centrum voor zijn medewerking
aan de regeerinigscoalitie te beloonen
(schoolwet)of de ambtenaren en beamb-
ten tev.reden te stellen of anidere dingen
doen om de regeering te versterken tegen
de komende verlkiezing. Duitschland
maakt thans tegenover de buitenwereld
den indruk, van den hoogen boom te leven
en dit is onbegrijpelijk als het daar het
vertrouwen wil vestigen, dat het een em<
stige poging wil doen om naar zijn beste
venmogen aan de verplichtiingen van de
regeling volgens Dawes te voldoen en
weer niet aan den amderen kant den
vrede-vergiftigiden argwaan te laten op-
komen, dat er een onwil om te betalen
bestaat en dus om de volken te verzoenen.
TER NEUZEN, 24 October 1927.
EENE AANRIJDING.
Hedenmorgen ongeveer half 10 reed de
voerman A. D., wonenide alhier, die hard-
hoorend is, per rijwiel op de Axelscihe
straat in de richting Driewegen op het lin
ker rijwielpaid. Plotseling reed hij dwars
den weg over, juLst op het moment, dat
de auto van den heer G. alhier achter hem
was. De auto greep hem, sleepte hem
een eirnd mede en stond toen stil. D.
costuum van den dokter was onigetwijfeld
onberispelijk van snit en het paste mij uit-
stekend. De hoed echter beviel mij niet
zoo goed hij was wat te groot dus
ging onmiddellijk naar binnen en kocht
een nieuwe, waarvoor ilk betaalde met
twee biljetten, die oorspronkelijk bedoeld
waren voor het fonlds ter vergrooting van
de St. Snooks kerk.
Eigenaardig genoeg, voelde ik over dit
feit mijin geweten knagen en ik besloot on-
miiddellijk een gift te zenden, zoodat St.
Snook in geen geval schade zou lijden.
Eindelijk ging ik de bank binnen en
bood met e'en, naar ik mij vleide. heel
kalm gezicht, mijn cheque aan den klerk,
die haar moest endosseexen. Tegelijker-
tijd leverde ik mijn rekening-courant in,
om >die te laten bijschrijven.
De klerk nam de cheque kalm aan en
toen hij naar den naam op de rekening-
courant keek, glimlachte hij welwillend.
,,Aan u doorsturen, mijnheer vroeg
hij voorkomend. ,,Of neemt u haar mee,
als u den volgenden keer langs komt?
Ik werd wat zenuwachtiq. Natuurlijk
had ik de rekening-courant vooruit per
post moeten zenden. Nu ik haar op deze
manier overihandigde, meende de klerk
natuurlijk onmiddeliijk, dat ik dokter Car-
mli.chael zelf was. Ik moest het zoo wel
laten.
,,0, stuurt u het maar over de post
zeide ik rustig. ,,Maar maakt u er een
beetje haast mee."
,,In orde, mijnheer," antwoordde hij.
„Morqen hebt u het terug", en hij teeken-
de de cheque af.
(Wordt vervolgd.)
ZENSCHE COURANT
II IIMMMH IIIMMI I