ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. 17 nTe"nTa n b. No. 8135. Maandag 24 October 1927. 67e Jaargang. Een nieuwe neus AB0NNE ^ENTSPRIJS EER8TE BLAD. F E IT IL LET OB. BUITENLAND. Voor hitmen Ter Neuzen/1,40 per 3 maar <len - Voor buiten Ter Neuzen ft. per post j 1 80 per 3 maanden - Bij voormtbetaling fr. per post 60 per jaar Voo. *t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen b») vooruitbetaling. Olt btad verachljnt iederen Maandag., Woenadatf- en Vrljdagavond. HET NEDERLANDSCH-BELGISCH VERDRAG. Uit het voorloopiq verslaq der Tweede Kamer betreffende de begrooting voor bu i tenia ndsc he zaiken lichten we het vol- qenlde gedeelte, dat handelt over de ver- houdinq tot Belgie. Versciheidene leden acihtten verduide- lij.kinq gewenscht van de zinsneden, in de Troo'nrede aan de verfeauding tussc'hen Nedlerland en Belgie gewijid. Is het v rag en deze leden de bedoeling van deze zinsneden geweest, tegenover Belgie te doen blijken van onze bereidheid 0(m mede te werken aan een herzieninq van de verdragen van 1839? Zoo ja, dan moe- ten zij overibodig te achten zijn. Iimmers uit de beraadslagingen over het tenslotte met qoedgekeurde tractaat van 1925 is van het bestaan van een zoodanige be reidheid reeds voldoen.de gebleken. Andere leden uitten de onderstelling, dat de regeering het nutitig heeft gevonden in de Tiroonre.de onze goede gezindheid nog eens uiiltdrulkkelijk tot uiting te doen komen tegenover de houdinq van jeqens onis onvriendelijike elementen in Belgie, weike in woord en geschrift het bestaan van een zoodanige gezindheid in twijfel hebben getrokken. Odk omtrent een ander punt bleek ver- sclhiil van meening te bestaan. Waren sammige le.de n van gevoelen dat het be" lang, hetwelk ook naar hun inzien onmis- kenbaar gelegen is in een zuivere verhou- ding tusschen Nederlanld en Belgie, otp dit oogenblik onzerzijds eerider onthouidlng dan actie vordert, andere leden stelden daartegenover als hun meening, dat het gewenscht is onze verthouding tot Belgie zoo spoedig mogelijk tot klaarheid te brengen. Sommige leden sprdken het vertrou wen uit, dat de Troonrede niet bedoelt, dat alle onderwerpen, welke in het niet- aanvaarde verdrag voorkwamen, opnieuw in bdhandeling moeten warden genomen. Zij wenschten ondersclheid te maken tus- schen de wenschen van Belgie en de wijizie waarop daaraan onzerzijds tegemoet ware te komen. De discussies over d'it laatste ware eerst te aanvaarden, wanneer onzer- zij'ds moet warden etkecd, dat aan die wenschen .een redelijke grondslaq niet ont- breekt. Dat het samenstel der genoemde vraag- stukken thans het voorwerp is van een nader onder zoek hier te lan.de, werd met ingenomenheid vernomen. Met klem drong men erop aan, dat bij dit onderzoek in ruime mate buiten de departementen staanide deskunidigen en voor a 1 ook de vertegeniwoord'igers der belanqihebbenden zullen worden gehoord. Ook waarschuwde men ertegen, dat in een hetzelfde, vooraltijd gesloten tractaat een samenstel van belangen zou worden geregeld, welke deen natuurlijk veriband met elkander hebben en welke voor een deel slechts in afzonderlijke, opzegbare verdragen op hun plaats zouden zijn. Men daciht daarbij bij v. aan de regelinig van het loodswezen op de Schelde. Tenslotte vertrouwde men, dat de re- door ARTHUR GASK. peering ernstig rekeniing zou houden met hetgeen in en buiten de Staten-Generaal omtrent het verdrag van 1925 tot uiting is gekomen, HET VERWEKKEN VAN WANORDELI1KHEDEN OP DEN PUBLIEKEN WEG DOOR BETOOGINGEN. De Minister van Justitie heeft zijn ant- j woord medegedeeld op de vragen van i het Tweede Kamerlid Braat, betreffende het instellen van een strafvervolging tegen laiders van volksbetoogingien, welke wan- ordelijkheden op den publieken weg ver- oorzaken bedoeld worden de z,g.n. Sacco- en Vanzetti-relletjes) Van een strafvervolging, c.q. bestraf- fing, kan naar ons reaht eerst sprake zijn, indien het overtrading geldt van wet of wettelijke voorsdhriften, schrijft de Mi nister. Zoodanige overtrading nu heeft het ge- drag van de leideirs der bedoelde betoo- gingen niet opneleverd, bahoudens dat in een neval ter gelegenlheid van dat op- treden overtredino van een bepaling der straatverordening heeft plaats gevonden, welke echter, geiet mede op de beteekenis van dat concrete feit en te meer waar het i am and betrof, die den sterken arm der politic reeds aan den lijve had ondervon- den; ook naar het oordeel van den Minis ter onvervolgd kon worden gelaten. In verband met een en ander luidt het antwoord van den Minister op de vraag of bedoelde leiders streng gesfcraft moeten worden, ont'kennend. DE KORTEGOLF-TELEFONIE- ZENDER VAN DE RIJKS- TELEGRAAF TE KOOTWIJK. In aansluiting op het bericht betreffende het eerste geslaagde kruisgeprek door middel van bovengenoemden zender met Indie, kan worden medegedeeld, dat se- dert .diea geregeld qedurende eenige dagen per week proefuitzendingen plaats vonden. Gebleken is, dat de telefonie van half twee 's middags af in Indie zeer goed overkomt en tot half vijf s middags nog steeds in versterlking toeneemt. Hiermad'e is bewezen, dat in de ge- meenschappelijke dag.uren, waarin van den kort eg olf -t el e fon i ez en der van de Rijikstelegraaf gebruik wordt gemaakt, goede telefonie met Indie mogelijk is. De proeven worden voortgezet om uit te maken, of nog vervroeging van het eerStgenoemde tij.dstiip kan worden ver ier eg en. TEGEN DE WATERLEIDING. Tegen twee raadsleden (o. w. een wet- houder) van Oosth.uizen (N.-H.) is pro- ces-verbaal opgemaakt, omdat zij weiger- den hun woningen aan de waterleiding aan te sluiten, hetgeen verplichtemd was. De bewuste raadsleden deelen mede, dat de reden van het verzet is het onbillijk tardef, dat het provinciaal waterleidings- bedrijf den aangeslotenen oplegt. „Velen. ond'er wie de overige raadsleden en de burgemeester zijn het met ons eens schrijven zij, „dat er in deze tarieven een onbillijkiheid schuilt, doch dit neemt niet weg, dat men ons zoo noodig met den sterken arm wil dwingen, deze tarieven te aanvaarden". De onwilligen zijn nu voor den kanton- rechter gedagvaard. 19) (Venvolg.) Alles en alles was het fortuin van dok- ter Carmichael ongieveer een 60.000 pond en een groot gedeelte daarvan was in contanten of gemakkelijk verhandelbaar. Ik ging in een arms toe 1 liggen en dacht heel lang na. Wat ging ik beginnen waartoe had ik den moed en de brutaliteit? Ik stond op een keerpunt. Ik werd heel kou.d en overwoog en be- scihouwde alles met de udterste nauwkeu- rigbeid. Om te beginnen alles, wat de doode had' nagelaten was moreel gesproken van mij. Hij .had het mij gegeven, toen hij stderf, en redhtens behoorde het dus mij. Maar... wettelijlk Wettelijk ik lachte eens bitter bdhoorde mij geen duiit. Hij had geen testament nagelaten. Ik lachte eens spottend. Wat gaf ik om de wet, vroeg ik mijzelf af. Ik knipte eens min- achtend met de vingers en liet mijn gie- daclhten den vrijen loop. Nu, als alles van mij was, hoe zou ik het dan kunnen bemachtigen De obli gates aan toonder waren gemakkelijk ge- noeg, maar voor de andere gelden zou de handteekening van dokter Carmichael voortdurend vereiisciht worden. Kon ik dat klaarspelen Zou ik den durf hebben om hier in dit huis te blijven, week na week, maand na maand om de rol van den doode te spelen, zijn handteekening na te bootsen, herhaaldelijk, om langza merlhand, beetje bij beetje de aandeelen te gelde te maken. de deposito's op te zeg- gen, totdat ik eindelijk alles veilig in han- den zou hebben. Kon i'k het .doen Waar- om eigenlijk niet? Ik ken.de de geheele levenswijze van den gestorvene. Ik kende zijn gewoonten, zijn neiging-en en zijn voorkeur. Ik wist precies, wat hij gewoon was te doen, met wie hij gewend was te sprelken en de en- kele menschen de heel enkele die hem van aanziien kenden. De directeur van de bank kende hem: maar hij had hem in geen twee jaar gezien. De postbode kende hem; maar die was ouid en suf. De dagelijiksche leverancier kende hem; maar het laatste jaar had hij hem maar een heel enkelen keer gezien en dan altijd nog door het kkine luikje bij de tuinpoort. Precies een uur lang leunde ik achter- over en overwoog alles zorgvuldig en hoe meer ik overwoog, hoe gemakkelijker alles mij scheen. Ik had me maar kalm te houden, voor- zichtig te zijn en dan zou niemand mij ont- dekken. Maar de handteekening. Daaraan had ik niet gedacht en dat was toch bepaald .het belang.rij.kste punt. Zou ik ze met suc- ces kunnen nabootsen? Dokter Car michael had al zijn correspondentie met ,een typewriter gevoerd, en ik had mij dus gelukkig alleen maar om zijn handteeke ning te bekommeren. Ik haalde een reeds-ingevulde cheque te voorschij.n en ging heel nauwkeurig, zooals een ibankemploye dat doet, de handteekening na. OMKOOPING DOOR RAADSLEDEN. Uit Veenendaal zijn verschillende per- so.nen voor den rechter-commissaris te Arnhem opgeroepen om getuigenis af te leggen inzake omkooperij bij de raadsver- kiezing te Veenendaal door twee raads leden, strafbaar gesteld bij art. 126 Wet- boek van Strafrecht. DE BEZWAREN DER VACCINATIE. Het wetsontwerp betreffende de vaccri- natie heeft het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid Vrijidag verlaten. De voorzitter van den gezondheidsraad heeft op verzoek van den Minister van Arbeid een commissie ingesteld om de wetenschappelijke bezwaren die zidh in veriband met de vaccinatie voordoen, te onderzoeken. BRUTALE OVERVAL. Vrijidag mid dag omstreeks twee uur is de postbeambte Schouten, die alleen aan- wezig was op het postkantoor te Noord wijk aan Zee, plotseling aangevallen door een tot nu toe onbekend persoon, die Schouten een klap op het hoofd gaf, waardoor de postbeambte bewusteloos ineenzakte. De onbeken.de heeft zich uit de voeten gemaakt met .de kas, waarin naar schatting een bedrag van pl.m. 700 aanwezig moest zijn geweest. NEDERLANDSCHE ROOMSCH- KATHOLIEKE MIDDENSTANDS- BOND. Te Tiilburg heeft het congres van den N ederlandschen Roomsch-Katholieken Miiddenstandsbonid plaats gehad onder voorziittersc'hap van den heer C. J. G. Struyckien. Deze herinnerde er in zijn openings- woord aan, .dat de economische positie van den miiflidenstand sands het laatste congres nog steeds zeer geldrukt, de strijd om't bestaan zeer groot is. In dit verband wees hij op de soherpe concurrentie tegen de groot-kapitalistisc'he winkelbedxijven, de gie.druikte algemeene welvaart en de zwakke innerlijke economische positie van d'en middenstand. De groote werkloosheid heeft ook onontkoomibaax zijn neerslag 'op den middenstand. Prof. Aalberse betoogde, niet te geloo- ven aan het vermogen van den Staat, om levenide sociale organen te scheppen. Deze moeten in het maatschappelij'k lichaam zelve ontstaan. De taak van den Staat is (hiier niet en kan niet zijn, sciheppend, idoch alleen regelen.d op te treden. Hij poneerde ten slotte d'e volgen.de stellingen: 1. In het alge.meen genomen kan ge- contateerd worden, dat de verhouding tusschen werkgever en arbeider in het midfdenstandsibedxijf beter is dan in het grondbedrijf. 2. Ook de arbeider in het mid.den- standsbedrijf heeft, bij belhoorlijke plichts- betrachting zijnerzijds, recht op een mensclhwaardig bestaan. 3. De regeling der arbeidsovereen- komst zij daarom zoodanig, dat de arbei der, werken.de onder behoorlijke arbeids- voorwaarden, inzonderiheid een voldoend loon ontvanqen, om er in zijn stand met een gemiiddeld gezin op behoorlijke wijze van te leven, terwijl hem de zefcerheid moet worden gegeven, dat hij in tijden van ziekte, ongeval, werkeloosheid, inva- liditeit en ou.derdom het noodige levens- }a, het zou heel gemakkelijk gaan, zeide ik bij mijzelf. Een beetje oefening en dat zou geen moeilijkheden meer opleveren. onderhoud ontvange, waarnaast aan va- ders van groote gezinnen een kindertoe- slag moet worden toegekenid. 4. Mede met het oog op de onderlinge concurrenitie, zal dit niet bereikt kunnen worden, tenzij eenerzijds de Staat zorge voor een stelsel van verplichte sociale venzekering, waarbij de uitvoering, onder onpartijdige controle, worde opgedragen aan beldrijfsvereenigingen; anderzijds door het afsluiiten van collectieve arbeidsover- eenkomsten, welke onder bepaalde voor- waarden bindend kunnen worden ver- .klaard, ook voor hen, diie er rmet bij aan- gesloten zijn. 5. Uit de bedrijfsvereenigingen en de collectieve arbeidsovereenkomsten zal dan geleidelijik groeien een stelsel van bedrijfs- organisatie, als voor ons land en in de ge geven omstan.digheden mogelijk en wen- sdhelijk zal blijken te zijn. Deze bedrijfs- organisatie worde niet door de wet in het leven geroepen en van bovenaf opgelegd, maar de wet regele en sanctionneere haar, voor zoover idaaraan behoefte zal blijlken te bestaan. 6. Naarmate deze bedrijfsorgani.satie zich zal ontwikkelen, trekke de Staat zich geleidelijik terug van het terrein der direc- te Staatsbemoeitng met het bedrijfsleven. VAN DEN HOOGEN DUITSCHEN BOOM. Op 30 Augustus 1924 hebben de mo- gendheden die bij de Duitsdhe herstclbe- talingen betroikken waren, de regeling van deze betalingen overeenkomstig de aan- bevelingen van de commissie van Dawes aangenomen. Dienvolgens heeft Duitsch- land over het eerste jaar (toen nog met behulp van een budtenlandsche leening) 1 milliard goudmark betaald, over 1925 en 1926 steeg dit bedrag met een paar honderd millioen, over 1927 tot 1750 mil- lioen en in 1928 zal de regeling volgens Dawes voor het eerst ten voile beginnen te werken met jaarlijksche aflossingster- mijnen van 2% milliarid mark. Het geld voor de herstelbetalingen moet, schrijft de N. R. Crt., komen uit de rente van de spoorw eg obi i g a ties en industrieele deben tures, de overdracht-belasting en verder uit de begrootimg. Met het eerste zwa- re jaar voor den boe" mocht men dus ver- wachten, dat .de Duitsche regeering al het mogelijke zou doen, om zuinig huis te .houden. Er is een kant aan de zaak waarbij Duitsclhland's zedelijke prestige gemoeid is. In zijn eerste verslag kenschetste Par iker Gilbert, de Amerikaansche agent generaal voor de herstelbetalingen, de beginselen die de on.dertee;kenaars van de regeling geleid hebben, aldus: ,,In het algemeen gesproken is het een poging om het vertrouwen on.der de vol'ken te bevor. deren en de beginselen van rede en ge. rechtig'heiid op een moeilijk viitaal pro bleem toe te passen". Als men bedenkt hoe lang de herstelbetaling aan een ver- zoening tusschen de vroegere oorlogvoe- renden in den weg heeft gestaan, zijn zul- ke woorden -alieszins gerechtvaardigd. De medewerkiing van heeler harte van den sc'huldenaar is een eerste vereischte voor het slag en van het plan. Het is teekenend, dat dezelfde Parker Gilbert die de beteekenis van de regeling III. Dokter Carmichael was pas een paar dagen dood, toen ik reeds began te be- seffen, wat een sterk karalkter hij toch moest gehad hebben. Om daar vijf jaar lang ip dat huis te hebben "ewoond, zijn levensverdriet koes- terende, geen levende ziel om tegen te spreiken, -eheel aan zichzelven overgela- ten, dat moest wel vrij spel hebben ge geven aan iedere zwakheid, die hij bezat. De eenzaamheid moest versc'hrikkelijk zijn geweest. Ik althans ondervond dat, eer een week was verstreiken. Zoo door het sombere huis te dwalen, de verre stad te bespdeden van uit den toren, of alleen, heel st.il in den tuin te zi'.tten, alles, alles op zijn beurt doordrong mij van de moordende eentonigheid van zulk een leven. En toch had ik, in tegenstelling met dokter Carmichael, nog zooveel van het leven te verwacihten. Ik had mijne heele toekomst op nuch- tere, zakelijlke wijze uitgestippeld. en ik had vastbesloten alle vrees voor een mo gelijk ongeluikkig toeval teruagedron.qen. Drie weken precies na den dood van den dokter, en vijf weken na de operatie. zou ik mijn eersten tocht naar de stad doen om de cheque van vijftiq pond te in- nen. I'k zag er tegen op en toch, tegelij- kertijd verheugde ik mij er over. Ik was nooit laf geweest of bang om wat te wa- gen, en toch wist Ik, dat ik al mijn zelf- beheersching noodig zou hebben om kalm door de stad te wandelen en rustig de Australisdhe bank binnen te stappen. Maar ik was vastbesloten om er onvei droten mee door te gaan en als de moec .mij een oogenblik begaf, dan voelde ik m?i weer opgewekt door de gedaclhte, hoevee plezier dokter Carmichael zou hebben in mijn handelingen. Het idee om hem te personifieeren zou judst iets zijn geweest voor hem met zijn cynischen zin voor hu mor en ik zag in gedachte den spottenden glimlach, waarmee hij me de bank zou hebben zien binnentreden. De faitale ochtend was eindelijk aange broken en even voor tien stapte ik het tuinlhek uit, met een onrustig kloppenc hart. Ik droeg een bijna geheel nieuw col- bertcostuum van den dokter, dat mij bui- tengewoon goed paste. Ik was misschien iets breeder over de borst en iets langer van beenen. Ik had een lichten deukgoed op en was niet weinig op mijn gemak ge steld door een lorgnet met donker gekleurde glazen, die de dokter gewoon- lijk gebruikte als hij in den tuin zat te leze.n. Nadat i'k de poort zorgvuldig achter mij gesloten had, liep ik met stevigen pas naar de txamhalte. Ik kwaim verschillen de menschen tegen, maar voelde mij hee vierlichit ze merkten mij niet eens op of zij keken mij eens terloops aan. Binnen een kwartier was ik midden in de stad en wandelde rustig door de over- voile straten. Iedere miinuut nam mijn zelfvertrouwen toe en lang voor ik de bank bereikt had, was ik eenvoudig ver- rukt. Iik was verscheiden kennissen voor bij gekomen, zonder iets te verraden. Toen ik voor een grooten spiegel van een kleedingmagazijn stil stond, trof het mij, dat ik zoo keurig gekleed was. Het volgens Dawes zoo goed heeft geken- schetst, op dit oogenblik beducht lijkt, dat d'e schuldenaar in ernstige medewer- cing zal te kort schieten. Een van de concessiies die de geallieerden dan 3'uitsehland gedaan hebben, is dat Duitschland van geen buitenlandsche oeconomische controle of andere iilmen- gin.g dan volgens het plan voorzien is, last zal hebben. Dit sluit in zich, dat Parker Gilbert zich met in de binnenlandsche aangelegenheden kan moeien. Hij heeft daarom ook niet meer gadaan dan een vriendschappelijfcen brief aan de rijks- regeering te zenden om haar onder het oog te brengen, dat zij bezig is van den hoogen boom af te teren. Hij waar- sclhuwt tegen „het verschijn.sel, dat ten- gevolge van de conjunctuur van dit oogenblik de opbrengst uit de belastingen iiooger is geweest dan de raming. te pro- jecteeren op 1928 (het eerste zware jaar van de Dawes-regeling) en volgende jaren. Indiien men voor deze fout niet op- >ast, zal men na eenige jaren voor de keus com en te staan, het zij de belastingen weder te verhoogen, hetzij te grijpen naar de betalingen voor het herstel". De con- clusie van Parker Hilbert is, dat met den Stand van de rijksfinancien de schoolwet- ten, de verihooging der ambtenaarsbezol- diging en de verhoogiing van de schade- vergoeding voor liquidates tijdens den ooriog, niet te vereenigen zijn. E)e bedoeling die Parker Gilbert gehad heeft het schrijven van een „vriend- schappelijiken brief - vrijwaart hem tegen de beschuldiging. dat hij buiten zijn boekje, waarin hij sledhts getallen te no- teeren heeft, gegaan is. Maar zijn brief is niettemin voor de regeering te Berlijn wat men in .het Duitsch noemt: „ein Wink mit dem Zaunpfaihl" of ,,mit dem Laternenfalhl" een wenk met een schut- ting- of een lantaarnpaal, dus een niet mis te verstane. onzachte wenk. Als men in Duitschland komende jaar begint te jerimieeren over den zwaren last van de herstelbetalinq, moet het een voorbeeld van zuinig beheer gegeven hebben en niet kwistig omgaan met honiderden millioenen om het centrum voor zijn medewerking aan de regeerinigscoalitie te beloonen (schoolwet)of de ambtenaren en beamb- ten tev.reden te stellen of anidere dingen doen om de regeering te versterken tegen de komende verlkiezing. Duitschland maakt thans tegenover de buitenwereld den indruk, van den hoogen boom te leven en dit is onbegrijpelijk als het daar het vertrouwen wil vestigen, dat het een em< stige poging wil doen om naar zijn beste venmogen aan de verplichtiingen van de regeling volgens Dawes te voldoen en weer niet aan den amderen kant den vrede-vergiftigiden argwaan te laten op- komen, dat er een onwil om te betalen bestaat en dus om de volken te verzoenen. TER NEUZEN, 24 October 1927. EENE AANRIJDING. Hedenmorgen ongeveer half 10 reed de voerman A. D., wonenide alhier, die hard- hoorend is, per rijwiel op de Axelscihe straat in de richting Driewegen op het lin ker rijwielpaid. Plotseling reed hij dwars den weg over, juLst op het moment, dat de auto van den heer G. alhier achter hem was. De auto greep hem, sleepte hem een eirnd mede en stond toen stil. D. costuum van den dokter was onigetwijfeld onberispelijk van snit en het paste mij uit- stekend. De hoed echter beviel mij niet zoo goed hij was wat te groot dus ging onmiddellijk naar binnen en kocht een nieuwe, waarvoor ilk betaalde met twee biljetten, die oorspronkelijk bedoeld waren voor het fonlds ter vergrooting van de St. Snooks kerk. Eigenaardig genoeg, voelde ik over dit feit mijin geweten knagen en ik besloot on- miiddellijk een gift te zenden, zoodat St. Snook in geen geval schade zou lijden. Eindelijk ging ik de bank binnen en bood met e'en, naar ik mij vleide. heel kalm gezicht, mijn cheque aan den klerk, die haar moest endosseexen. Tegelijker- tijd leverde ik mijn rekening-courant in, om >die te laten bijschrijven. De klerk nam de cheque kalm aan en toen hij naar den naam op de rekening- courant keek, glimlachte hij welwillend. ,,Aan u doorsturen, mijnheer vroeg hij voorkomend. ,,Of neemt u haar mee, als u den volgenden keer langs komt? Ik werd wat zenuwachtiq. Natuurlijk had ik de rekening-courant vooruit per post moeten zenden. Nu ik haar op deze manier overihandigde, meende de klerk natuurlijk onmiddeliijk, dat ik dokter Car- mli.chael zelf was. Ik moest het zoo wel laten. ,,0, stuurt u het maar over de post zeide ik rustig. ,,Maar maakt u er een beetje haast mee." ,,In orde, mijnheer," antwoordde hij. „Morqen hebt u het terug", en hij teeken- de de cheque af. (Wordt vervolgd.) ZENSCHE COURANT II IIMMMH IIIMMI I

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 1