ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN.
Jachtwat.
No. 8123.
Maandag 26 September 1927.
67e Jaargang.
Een nieuwe neus.
ABONNEMENTS PRIJS:
BINNENLANP.
FETJILLETOM.
~~sm
Voor binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /6,6G per jaar
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling,
Olt bind versctiljnt iederen Vlaandag.Woensdag- en Vrljdagavond.
DIENSTPLICHT.
TH. M. KETELAAR GEHULDIGD.
Een groot aantaJ vrienden en geest-
verwanten van den heer TH. M. Ketelaar
hadden zich Donderdagavond in eeir der
zal van het American Hotel te Amsterdam
door
ARTHUR GASK.
7)
Vervolg.)
Mijn fatasie was mu gewekt door deze
kleine carresponidenitie met den heer Tup-
pins en ik vond, dat ik een niuttig half-
uurtje kon doorlbcengen met een brief
samen be stellen, ook al onderteekend
door den rechtex en bestemd om in de
dagbladen gepubliceerd te worden, han-
delende over een bekrompen denkwijze
ten opzichte van de Zondagiheiliging. Ik
schreef dtus een ondenhoudend artikeltje
aan de twee voomaamste bladen in
Adelaide, ,,De Adverbeerldier" en „De
Echo", waarin iik deze denkbeelden uit-
eenzette.
Iik schreef, dat iedereen van geidachten
kon veranderen, en dat ik dit nu ook had
gedaan.
Ik pleitte voor een dag van waarlijke
rust, een dag vol zonneschijn en zuivere
lucht, een dag, in Gods vrije Natuur,
waambij het verfrischte, uitglexuste lichaam
slechts plaats bidden kon aan n reine ziel.
Ik zetiide, dat de ingespannen moeitevolle
arbeid van een werkweek .in vele gevallen
de jonqe, nog niet volwassan menschen,
physdek ongeschikt maakte.
Ik was heel tevreden over mijzelf, toen
ik deze beiide brieven gesehreven had.
Het was heel kinderachtig, dat weet ik
wel, maar zij schenen artistiek de kroon
be zetten op alles, wat ik gedaan had om
vereenigd om den heer Th. M. Ketelaar
bij de herldenking van zijin 30-jariq Kamer-
lidmaatsclhap te huldigen. De vrijz.-tdem.
vereeniging had daartoe deze bijeenkomst
uii'tgeschreven.
'1'oen de julbilaris onder hartelijke toe-
juieihingen met zijn echtgenoote was ver-
welkomd nam Mr. A. B. Gompentz, voor
zitter van de vrijz.-dam. vereeniging het
woorld.
Melt genoegen constateerde hij, dat de
meerder'heiid der Kamerfracbie, leden van
heb ihoofdlbesbuur van den Vrijz.-Dem.
Bonid en van het hoofdbestuur van den
bond van Ned. Onlderwijzers aanwezig
waren. Ketelaar, a Idas spreker, is steeds
met beide beenen, met het hoofd en hart
midlden in het maats'chapoeli j k lev en blij-
ven staan en diaardoor is hij steeds een
goed volksvetftegenwoordiqer -ebleven,
Daarom heeft hij in Ide Kamer zijn gezag
be danken en buiten de Kamer zijn popu-
lariteit. Zijn werkzaamheden in den loop
der jaren vormen een lange lijst. Hij is be-
gonnen als ondierwijzer; behalve Kamerlid
is hij geweest, gedeputeerde, raadshd,
school apziener en eindelijik wetihouder.
Maar ook zijn semi-publieke fundi es mo-
gen genoemd worden, nl. die van centraal
bedelaar voor leniginig van nooden ont-
staan door groat e raimpen. Met de beste
wensdhen voor den heer Ketelaar en d'iens
ega eindigide spreker.
Vervolg ens sprak de voorzitter van de
Vrijz.-Dem. Kamenfractie, Mr. H. P. Mar-
chant, die groote hulde bracht aan het
groote scherpe staatkundige inzicht van
den heer Ketelaar. Tot slot ging spreker
de wetUxouderskwestie na, waarbij hij de
houding der S. D. A. P. na de stemming
laakte.
Prof. Mr. Kranenburg, voorzitter van
het hoofdbestuur, huldigde Ketelaar als
een geboren volksvertegenwoordiger. Hij
dankte hem namens den bond voor ide
trouw waarmede hij zijn taaik als zoodanig
heeft venvuld.
Mevr. PolakKiek, sprak nog namens
de vrijz.-dem. vxouwen en de heer Earners
namens den bond van Ned. Onderwijtzers.
Namens ide Kamerfractie heeft mevr.
Bakker-Nort den heer en mevr. Ketelaar
een ziilveren bloembak met inschrift aac-
geboden. Onder degenen die den heex
Ketelaar persoonlijk kwamen gelukwren-
schen waren ook Mr. H. Smeenge en
generaal R. A. Ophorst.
De heer Ketelaar dankte in hartelijke
bewoordingen voor de overstelpende bJij—
ken van Ihulide en zeide op dezelfde wijze
de belangien van het Nederlandsche volk
te zullen blijven dienen als hij tot dusver
had gedaan.
DE DRINKWATERLElDINGEN
IN ZEELAND.
Het in de „Verslagen en Mededeelin-
gen betreffende de Volksgezondheiid no.
8 opgienomen beknopt verslag omitrent de
werkzaamheden van het Rijksbureau voor
Drinkwatervoorzieningen in 1926, wordt
ingeleid met de volgende algemeene op-
merkingen, die wel niet specdaal voor
Zeeland gelden, maar na de gebeurtenis-
sen in Zeeuwsch-Vlaanderen, toch wel
bijizondere aandachit hilar zullen hebben.
Ariistolis moet gezegd hebben, idat men
de kwaliteit van een gemeentebestuur kan
afmeten naar de zorg, die het aan de
drinkwaterv oorzienii n g be st eed t
den rechter te ergeren. Alles zette ik er
op om hem belachelijik te maken, want zoo
kon ik hem het beste straffen, dat wist ik.
Ik deed de brieven in de brievenbus in de
vestibule, in de hoop, dat ze niet dadelijlk
zouben worden opgemerkt, en dat ze later
met de anidere brieven', die de f am die
zeker nog schrijven zou, geposit zouden
warden.
Zateridagmidldag waren mijn plannen
gemaakt en ilk was gereed om Zondag-
ochtend te vertrekken.
Ik had enkele kleedingsbukken uit de
gar derate van den rechter gekozen en
hiermeide meende ik een voldoende ge-
daanteverwisseliiing te hebben ondergaan
om in de duisternis te ontsnappen.
Ik besloot om het huis Zondagavond
omstreeks ach,t uur te verlaten en brutaal-
weg naar het station Noord-Terrace te
stappen. Ik zou mijn don voegen bij de
bende dagjesimenschen en een kaartje
nemen naar het een of ander bergstafion-
netje. Als ik eenmaal daar was, zou ik
mij gemakkelijk voorloopig kunnen schuil-
houden, meende ik, en dan na een poosje
den expresstreini naar Melbourne nemen,
om in de een of andene stad, ver van
Adelaide, af te staippen.
Ik geloofide wel, dat in een dag of veer-
den mijn pensoomsbesdhrijiving door ieder
een, behalve door de politie, veigeten
zou zijn. 's Menschen memorie is maar
kort.
's Middags ongeveer om vijif uur, ging
ik naar den tuin en na een rijkelijk vruch-
tenimaal trok ik mij als gewoonlijk in het
zomerlhuiis terug, om mijn sigaartje te
rooken en te lezen, totdat ik naar bed zou
giaan.
Ik maakte het mij gemakkelijk in een
hoekje en ongeveer tien minuten lang
Wanneer deize groote denker in onze
dagen een pers-abonnement van Vaz Dias
bezat en de opmerkiingen van de vele
vroede mannen in vele goede vengaderin- j
gen ten plattelamde las op het stuk van j
Iden aanleg van waterieidingenzou hij on- j
getwijifeild vaak het voonhopfd fronsen en
verbaasd staan, hoe de NederJander der
20e eeuw zicih tegen het zoete water ver-
wieert, met dezelfde kracht, waairmede zijn
vaderen het zoute keeirden.
Toch, Ihoe zonderling het den verwen-
den stedeling, die „du bout des levres" in
het plattelandshotel om een fleschje vic
toria voor mondspoeling vraagt, ook moge
toeschijnen, dat men zich verzet tegen den
bouw van een waterleidingvoor hem
die geregeld deze zaak kan bespreken met
volk en volksvertegemwoordigers, wordt
het begrijpelijk, hoe moeilijk het is voor
den van oudsher aan spaarzaam maar
schijnbaar kosteloos waiteryerbruik ge-
wende, om sympathie te gevoelen voor
wat hem overdaad lij.kt, die kosten ver-
oorzaakt.
Gelheel anders is het met electrisch
licht, dat beter waar voor minder of wei-
nig meer geld baddL
Bedenkt men daarbij, dat haast aller-
wegen de belastingdruk al te zwaar wordt
gevoeld, dat het bij groepswaterleddingen
ten plattelande gewoonlijk om kapitalen
met vele nullen gaat, dat rentaibiliteitsbe-
rekeniingen afschrilkwekkend plegen te
wer.ken en dat samenwerking van ge
meenten opruiming vergt van vele prik-
keldraadversperringen, dan zal men vol
doende beseffen, dat met het opmaken
van een plan voor een groepswaterleiding
nog maar een gering deel van de moeilij'k-
heden zijn opgelost.
Daanna kwaim gewoonlijk ,pas de strijd
die niet steedis verkwikkelijk, maar dik-
wijls ook van humor geenszins ontibloot is.
Bij weerlegigin van bezwarem kan men
ztich niet altijd zoo makkelijk van de zaak
afmaken als het Raadslid in een onzer
Zuidelij ke provincies, die op een vraag
van den burgemeester, waarop zijn bewe-
ring steunde, dlat de waterleid/ing in de
gemeente den belastingdruk met eenige
dluiizenden zou verzwaren, ten antwioord
gaif: ,,zeuk uuch dat zellef mer ens oet!"
Bij de vermekiing van de vensahillende
praviincien wordt omtrent Zeeland ver
meld:
1 De N.V. Waterleading Mij. ..Tholen"
zag nagemoeg <dle aansluitbare perceelen
in haar buiizennet gevangen, een resultaat,
dait in ruim 3 jaar tijld werd bereikt. mede
teingevolgie van de door alle gemeenten
ingevoerde ..venolichte aansluitirag".
j De Zuid-Bevelandsche Waterleiding
(24 gemeenten) is in haar 13jaxig bestaan
alle financieele moeilijikheden te boven
gekomen en was na alle statuaire af-
1 schrijvimgen tot stijving van haar reserve-
fonds in staat.
Op Walcheren begint onder de ge
meenten meer drang naar een betere
drinkwatervoorziening te komen: zoowel
O. en W. Souburg hopen eerlang van
leildbngwater te gendeten.
Vooral voor eein badplaats als Dam-
bung doet het vreemd aan, dat de gasten
nog van het comfort en de hygienische
voord'eelen van een waterleiding versto-
ken zijn!
j Zulks maaikt de houding van Renesse
bleef ik achterover leunen en overwoog
nog eens nauw'keurig al mijn plannen.
j Toen opeens, in -een doodsangst, zoo
hevig, dat ik het thans nog kan navoelen,
hoorde ik stappen op het grint, en eer ik
hand of voet bewegen kon, verlamd van
schfik als ik was, viel er een scha'duw
over den drempel van het zomerhuis, en
een oogenbldk later staple een man kalm
naar bdnnen.
j ,,Goe)den avond, mijnheer Cups", zeide
hij rustig. „Schrikt u maar niet. Ik ben
een vriend. Ik ben dokter Canmichael
van hiernaast en ik kom u waarschuwen,
dat het personeel van den rechter van-
avond al tihuiskomt".
HOOFD STUK II.
De bloedhonden van Dr. Carmichael.
Ik staarde hem vol ernstige verbazing
aan. De scihok van zijn plotseling ver-
I schijnen, en het felt, dat 'hij mij bij mijn
naam noernde, maakten mij buiten staat
om nog een woord te udten, en ik wist
niets beters te doen dian hem met open
monld aanstaren, terwijl ik mij afvroeg,
wat er aanstonds gefoeunen zou. Mijn
tong kleefde aan mijn gehemelte en ik
voelde mij onpasselijk worden en duiizelig.
Hij was 'een knappe man van ongeveer
vijif-en-veertig, met een mooi, intelligent
geziclht en donkere, peinzenide oogen. Om
zijn mond lap een harde. strenge trek,
maar de uitdrukking van zijn gezicht
wend nu verzacht door een vroolijken,
ofschoon een beetje bitteren glimlach.
,,Daar staat u van te kijken, nietwaar,
mij'nlheer Cups?" zeide hij qemoedelijk.
,,0 neen, u hoeft uw hoofd niet te schud-
den. Ik weet alles van u. Wij zijn vier
en Haamstede op Schouwen ook zeer te
betreunen; deze beide gemeenten hebben
zich ten slotte ui-t het waterleiildingiplan
voor Schouwien-Duiveland teruggetrok-
ken. Lnmiddels zette de N.V. Waterlei-
d ing -Ma a tsc happij Sclhouw en - Du i v e-
land" (die 16 overige gemeenten van het
eiland) de voorbereiding voor den bouw
kradhtig voort; het bijweriken van het
reeds van 1916 dhteerend project van het
bu'izennet bleek daarbij noodtzakelijk. In
den loop van 1927 zal met den bouw kun
nen worden aangevangen.
In Zeeuwsch-Vlaanderen trad de 20e
gemeente toe tot het voor alle 35 ge
meenten van het gewest ontworpen plan.
Het Waterleiding-Comiite meende, dat
thans genoeg op de aohterblijvers was ge-
waaht en aangezien voor 'de toegetreden
gemeenten met ruim 70 pCt. van de be-
volking van Zeeuwsch-Vlaanderen een
rendalbele waterleiding mogelijk bleek,
wend op 1 Jumi 1926 door de vertegen-
woondHgers der gemeenten met algemeene
stemmen besloten tot het oprichten van
de N.V. .Zeeuwsch-Vlaamsche Water-
leilding Maatschappij", waama het comite
onitbondien wend.
iD'e N.V! nam de voorlbereiding van den
bouw ter hand.
(De gebeurtenissen der laatste maan
den ten opzichte der Z. VI. Waterleiding
wondt natuurlijk nog niet in dat verslag
over 1926 vermeld.
In het in datzelfde nummer opgeno-
men verslag van de Centrale Commissie
voor Drinkwatervoonziening, wordt o.a.
melding gemaakt van een aan den Minis
ter uitgebraoh't adrvies van den Raad (in
strekking overeen loom end met dat van
den Directeur van het Rijksbureau) in-
zake idle Waterleiding Mij. Z.-Bevelanid.
In hoofdzaak overeeinlkomstig de beiide
adviezen berichtte de Minister:
a. Den Directeur der Vennootschap,
dat de jaarrekening over 1925 niet kon
worden goedgekeurd, omdat dlaarin niet
was rekening gehouden met het verzoek
van s Ministers Ambtsvoorganger aan
den Raad van Baheer met betrakking tot
de wijze van boeken van de uifckeering
aan de gemeenten, en omdat niet bleek,
dat met het netto-bedrijfsoverschot was
gehandeld overeenkomstig artikel 37 der
Statuten, zooals eveneens was verzodht.
b. den, Raad van Bdheer:
1°. dat met genoegan was bemerkt,
dat voldaan was aan het verzoek om bij
de gemeentebesturen aan te dringen op
invoerin- van de ,,verplichte aansluiting":
2°. onld'er opgaa'f van redenen, dat
aan het verzoek om de jaarrekening over
1924 onrveranderd goed te kauren, niet
kon worden voldaan;
3°. dat om dezelfde redlen de jaarre
kening over 1925 niet kon worden goed
gekeurd, en
4°. 'dat spoedlig beridht met de bereid-
verklaring om de wijzigingen van de jaar-
rekeninigen over 1924 en 1925 in den aan-
gegeven zin te bevorderenwerd tegemoet
gezien.
Aan het eind van het verslaniaar was
het der Commissie niet bekenid of bedoeld
berieht reeds door den Minister was ont-
vangen.
(Zooals onlangs echter ^emeld is, werd
in deze kwestie overeenistemming met de
Waterl. Mik verkregen).
Voorts wordt meldiing gemaakt van een
dagen lang buiren geweest, en ik wil u wel
zegigen, dat uw uitstapje een aardige af-
wiisseling bood in mijn wel wat eentondg
besitaan".
„Wat bedoelt u?" vroeg ik driftig, zoo-
dra ik weer macht over mijn tong kreag.
„Ik begrijp niet, waar u het over heeft".
Zijn gezic'ht wend strak en hij beet even
op zijn lip.
,,Stel u niet zoo aan, mijnheer Cups
zeide hij streng. ,,En maak u nu maar
niet zenuwachtig. Ik zeg toch kerel, dat
ik een vriiahd' ben. Ik zag je hier binnen-
komen tegen etenstijd, en toen ik het
avondblad had ingezien, wist i!k meteen,
wie je was. Ik zag je over het dak naar
binnen gaan en als ik gewild had, had ik
je dadelijlk kunnen aangeven". Hij kwam
ihet tuinlbuisje binnen en ging kalm op een
stoel tegenover mij zitten. Uit een zilve-
ren koker, dien hij uit zijn zak haalde,
bood hij mij een siigaret aan en toen ik
weigerdle, stak hij er kalm zalf een op.
,,Laat het maar, als je er geen zin in
hefot", merkte hij op en toen ging hij listig
vender: ,,Maar miissdhden bent u gedu-
rende uw verblijf hder aan sigaren ver-
slaafd geraakt", Hij lachte diol vermaa'kt
en knikite eens in de richtiing van zijn huis.
,,Ja, ik heb een uitstekenden verrekijker
daarginds en ik heb hier een heeleboel
ziien gebeuren". Een oogenblik, dat heel
lang soheen te duren, bleef hij zwi;-en en
keek me scherp en onderzoekend aan.
..Luisster eens. Cups", zeide hij eigenlijk.
„Ik zal mijn spel op tafel leggen en je
precies zeggen, wat ik van plan ben
Naidenlkend deed hij een paar trekjes aan
zijn sigaxet. Je zult wel het een en ander
over me gehoord hebben en dan weet je
ook, dat ik iets tegen de menschen in het
in 'harjilen der commissie gesteld rapport
van den directeur van het Rijksbureau
betreffende het verzoek der N.V. Waterl.
Mij. Tholen" aan den Minister van haar
jaarrekening 1926 goed te keuren.
In dat rapport stelde de directeur van
het Rijksbureau voor de N.V. te berichten
dlat- goedkeuring eerst zou kunnen plaats
hebiben, nadat enkele mader aangegeven
wijizigingen in de jaarrekeniing zoulden
zijin aargelbracht en haar voorts uit te
nocdii'lgizn voorstellen tot tariefslherziening
in overleg met den directeur voornoemd
ter goedkeuring aan te bieden: het laatste
op grond van de overweging, dat geen
voldoende toeneming der inkomsten kan
worden vemvacht voor 1 Jan. 1933 op
welk tijdstip de verleende reductie van
33 1/3 pGt. op het tarief vervalt om
uriitputting van het reservefonds te voor-
komen. In plaats van de verhoogdng met
50 pCt. van het thans geldemde tarief in
1933 af te wachten, zou het verkieslijk
zijin te aohtem, binn.en.kort de reductie op
het tarief te vermiinldleren.
De Commissie giing in (haar advies ac-
coord met het voorstel om de jaarreke
ning niet anigewijzigd goed te keuren.
Voor het nemen van bijzonidere ingrij-
penide maatregelen als de voorgestelde
adhtte zij echter het tijdstip nog niet aan-
gebroken; immers, het reservefonds is nog
niet uiitgeput terwijl bovendSen nog de
door rijk en provincie toegezegde risico-
garanitie ter beschikking staat.
Om te voorkomen, dat het vertrouwen
in de risico-garantie, niet alleen in Tho
len, maar ook tegelijkertijd bij andere
groepswaterleiding en zou worden ge-
schoikt, adviseerde de commissie die des-
betreffende conclusies van het rapport te
vervangen door een anidere volgens wel
ke der N.V. in overweging ware te geven,
de te nemen maatregelen in overleg met
dien directeur van het rijksbureau te be-
ramen.
Aan het einldle van het verslagjaar was
de beslissing van den Minister nog met
befcetnid.
BENZINE-TRACTIE BIJ DEN
R A N GEERDIEN ST.
De spoorwegen zijn voornemens. bij
den rang eerdHemst gebruik te gaan maken
van benzine-nsotortractue, verneemt de
„Volkskr,"
Momenteel is redds aan het station Hel-
mond zulk een tractor in bedrijf gesteld.
Hij heeft nagenoeg de lea^|e van een ge
wone locomotief; op het onderstel, dat
aan beide zijlden schuin oploopt voor een.
stevdg bufferstel, is een kleine benzine-
motor in kast gebouwtd, waaryoor een
open, dus van boven anbeschermde, stuur-
kirichting.
Het blad vernam, dat invoering een
groote bezuanaging brengt. Men zou den.
machinist en diens leeriing kunnen missen
en gelijk in Helmond gesdhied is, een man
uit den gewonen rangeeridienst (een vroe-
gere seinihuiswachter) na eenige opleiding
kumnien belasten met de beidliening van den
tractor. Een anidere bezuiniging is nog
deze, dat, wanneer de locomotief stil staat,
verbruikt wordt, hetgeen bij den benzine-
tractor niiet geschiedt. De tractor ver
bruikt 20 liter benzine per dag gewoonlijk.
De in gebruik zij'nde tractor is van een
Berlijnsche fabniek, heeft een capaciteit
van 30 P.K. en 4 cylinders; 30 leege wa-
algemeen heb Zijn stem werd heel hard
en bitter. „Ik haat, wat ze de maatschap
pij noemen en in geen enkele rechtszaal is
gerechtigheid te vinden. Ik las, wat je ze
onlangs hebt toegeslingerd, en dat is vol-
komen waar. Ik ben het met je eens, dat
je zucht tot wedden werd uitgebuit en dat
de getuigenvexklaringen zee-r zwak wa
ren. Ik bewonderde de wijze, waarop je
g-esproken hebt en ik bewoindeiiAe ook de
drommelscihe brutaliteit, waarmee je er
vandoor bent gegaan. Werkelijk, de cou-
ranten zijn heel boeiend sinds Dinsdag, en
nu en dan was ik meer dan half geneigd
om er hier een over de heining te gooien.
Maar daaro-ver zullen we het later nog
wel eens hebben. De quaestie is nm wat
je van plan bent. Begrijp me goed"
en hij had1 een ernstigen glimlach voor
mij, ,,je kunt op mij aan. Ik ben volkomen
bereiid je te helpen en je vriend te zijn
Terwijl hij sprak, hield ik voortdurend
mijn oogen sclherp op hem gericht. Er
was niets in hem, dat op onoprechtheid of
huichelachtigheid wees, daarvan was ik
zeker en een minachtenide spot voor con~
venti-e was volkomen in overeenstemming
met de kracht en den moed, die op zijn
qelaat te lezen waren. Ik besefte, dat hij,
zooals Ihij zeide, volkomen openhartig
tegen mij was, en dat het ndet anders dan
mijn voordeel kon zijn om hem tot mijn
vriend te maken. Mijn gezond verstand
haid mij al gezegd. voor hij er nog van
gerept had, dat ik geheel in zijn macht
was. en alles had te winnen en niets te
verliezen.
(Wordt vervolqd.)
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt het
volgende ter kennis van belanghebbenden
1. In November en December a. s. houdt de her-
keuringsraad in verschillende gemeenten zitting.
2. De voorzitter van den herkeuringsraad kan aan
voor den dienstplicht ingeschreven personen, die nog
niet bij de land- of de zeernacht zijn ingelijfd en
aan gewone, zoowel als aan buitengewone dienst-
plichtigen, die nog niet in werkelijken dienst zijn
geweest, de gelegenheid geven om bij genoemden
raad een geneeskundig onderzoek naar hun geSchikt-
heid voor den dienstplicht te ondergaan.
3. Behoudens bijzondere machtiging van den
Minister van Oorlog worden tot het onderzoek niet
toegelaten personen
a. die als vrijwilliger behooren tot de landmacht,
de vrijwillige landstorm hieronder begrepen
de zeernacht of de overzeesche weermacht;
b. die in 19.'7 tijdelijk ongeschikt voor den dienst
werden verklaard.
4. Overigens wordt een persoon, als in het derde
lid bedoeld, tot het onderzoek slechts toegelaten,
indien door hem of te zijnen behoeve daartoe een
aanvraag wordt gedaan en in de aanvraag aannemelijk
wordy gemaakt, dat zich een der volgende gevallen
voordoet
a/ dat bij rruegeT dflgp een der keuringsraden
or den dienst geschiff"werd verklaard, doch na
~3&^itspraak van dien raad ziekten ofgebreken heeft
gekregen, waardoor hy vermoedelijk ongeschikt voor
den dienst is geworden;
b. dat hij vroeger bij het onderzoek door een der
keuringsraden behept was met ziekten of gebreken,
welke toen niet tot zijn ongeschiktverklaring voor
den dienst hebben geleid, doch welke na de uitspraak
van dien raad in zulk een mate zijn verergerd, dat
hij vermoedelyk ongeschikt voor den dienst is ge
worden
c. dat hij vroeger verhinderd was om voor een
der keuringsraden te verschijnen op den daarvoor
vastgestelden tijd, ook geen der keuringsraden uit
spraak omtrent hem heeft gedaan en hij vermoedelijk
ongeschikt voor den dienst is.
5. In de aanvraag moeten worden vermeld de
geslachtsnaam en de voornamen van den ingeschre-
vene, het jaar en de datum van zijn geboorte, de
gemeente, waar hij voor den dienstplicht is inge
schreven, de lichting, voor welke hij is ingeschreven,
het korps, korpsonderdeel of dienstvak, waartoe hij
behoort of waaraan hij is' toegewezen een en ander
voor zoover het hem bekend is en zijn nauwkeurig
adres.
6. De aanvraag moet worden gericlit aan dea
voorzitter van den herkeuringsraad en zoo spoedig
mogelijk aan dezen worden toegezonden onder het
volgende adres i
rAan den Voorzitter van den Herkeuringsraad,
gebouw van het Departement van Oorlog, Plain
No. 5, 's Gravenhage.
7. De aanvraag behoeft niet ep gezegeld papier
te worden gesehreven, maar moet wel gefrankeerd
worden gezonden.
Ter Neuzen, den 23sten September 1927.
De Burgemeester van Ter Neuzen.
J. HUIIINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt ter
algemeene kennis, dat door den Minister van Binnen-
landsehe Zaken en Landbouw bij beschikking van
20 September 1927 No. 74 II J.W. Afdeeling 2 is
bepaald, dat met ingang van 4 October 1927 de jacht
op patrijzen in het geheele Rijk zal zijn GESL()TEN.
Ter Neuzen, 24 September 1927.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. IIUIZINGA.
i- rr-'*. W.u»IIKSBalI