GEMEENTERAAD VAN CLINGE.
TOB NOOiT HOEKJE.
FAMILIEDRAMA IN BERLIJN.
In het Noorden van Berlijn heeft de
36jarige echtgenoote van den arts Dr.
Singermann, de dochter van generaal Von
Nathusius, een moordaanslag op haar
echtgenoot gepleegd. De dokter was
's avonds laat tihuisgekomen, hetgeen een
opgewonden scene met zijn vrouw tot ge-
volg had. Nadat hij zich te bed had be-
geven, overvieb zijn vrouw hem met een
bijl, waarmede zij hem een slag op het
hoofd toebracht. Toen haar man dit wa-
pen afnam, haalde zij een groot keuken-
mes te voorschijn en stak daarmede haar
slachtoffer in de borst. De zwaargewon-
de riep luidkeels om hulp, waarop de ra-
zende vrouw haar man met een hakmachi-
ne nog ettelijke slagen toebracht en hem
ten slotte met een revolver, d'ie in een
schrijfbureau lag, een kogel door het
lichaam joeg.
De verwondingen van Dr. Singermann
zijn zoo ernstig, dat men bptwijfelt, of hij
in het leven zal kunnen blijven. Toen de
door de buren gewaarsohuwde politie het
huis binnedrong, vond zij in de achterka-
mer de vrouw in diepen slaap. Zij had
veronal ingenomen.
EEN AANSLAG VAN
MEXICAANSCHE BANDIETEN
OP EEN TREIN.
De Times maakt melding van een over-
val van een trein door 300 Mexicaansche
struikroovers in de buurt van Rincon in
den staat Guanajuato. Een poging om
den trein in d'e lucht te laten vliegen mis-
lukte, waarop de bandieten den trein on-
der geweervuur namen. De passagiers
moesten dekking zoeken, door plat op den
grond te gaan liggen. De conducteur werd
evenwel doodelijk gewond.
De roovers bepaalden zic'h tot het stelen
van de post en de bagage en het in brand
steken van drie rijtuigen le klasse. De 10
soldaten, die als escorte op den trein mee
reden, namen even den schijn van verde
diging aan, doch vluchtten toen de ber
gen in. Het overschot van den trein reed
later door naar de stad Mexico.
Op den Cuernavacaweg, 50 K.M. van
Mexico hebben roovers 11 auto's aange
houden en de passagiers uitgeschud. Er
zijn troepen uitgezonden om op den weg
te patroeljeeren.
EIGENAARDIG ONGELUK.
Een eigenaardig ongeluk is gebeurd in
de rue Legendre te Parijs. Een herders-
hond, die voor een open raam op de vier
de verdieping van een huis een gevecht
tusschen andere honden gadesloeg, raak
te zoo ooqewonden, dat hij uit het raam
sprong. Het dier kwam terecht op het
hoofd van een vrouw, die viel en een
schedelbreuk kreeg. Zij is naar het zie
kenhuis gebracht en verkeert in levens
gevaar. De hond bleef ongedeerd en liep
de straat op om aan het gevecht deel te
nemen.
LEVEND VERBRAND.
Te St. Ouen is een huisje, toebehoorend
aan een in 1921 gehuwd echtpaar, dat
tijdens het huwelijk ten zeerste was voor-
uitgegaan wat de financien betreft, afge-
brand. De jonge menschen, die zich ver-
heugden in het gelukkig bezit van 3 kin-
deren, zijn wel zwaar beproefd, daar zij
b^ha'vc het vr.rlies van hun huis en hun
meubilair ook dat van hun drietal
lieve kleinen hebben te betreuren De kin-
deren zijn, in weerwil van de wanhopige
pogingen hunner ouders om hen te redden
levend verbrand.
GEMEENTERAAD VAN HOEK.
Vergadering van Diinsdag 29 Maart 1927.
Voorzitter de heer A. Wolfert, Burgemeester.
Secretaris de heer Dreginans.
Aanweaig de heeren: J. A. Meertens, A.
Meertens, J. van 't HotfM. de Feijter, H.
Pladdet, J. D. Jansen en J. D. de Feijter.
De VOORZilTER opent de veigadering
waarna de notulen der vorige vergadering on-
veranderd worden vaisitgesteld.
Ingekomen stukken.
Proces-verbaal van bij den geaneente-ont-
vanger gelhouden k a sop name waarait tlijkt, dat
alles'in orde werd b even den.
Verzoek van de heeren A. Meertens, M. de
Feijter en H. Pladdet, tot ihet houden van eene
raadsveigadering, in veiibarid met het venter
verleenen van extra-steun aan u'tgetrokken
werkloozen.
De VOORZITTER: In verband met dit
verzoek geef i'k het woord aan den eerst-onder-
geteekende.
De heer A. MEERTENS: Het is voorname-
lij.k in verband hienmede, dat het bedrag dat
de raad heeft toegestaan voor extra-steun
tihans is uitgegeven, dat wij deze vergadering
heb'bein aangevraagd. Aangezien de menschen
nog vrijwel allear zonder werk loopen, is het
nioodig, dat er met de ondersteuning wondt
vooitgegaan. Ik weet wel, dat er door som-
mtg£in voorklurend wordt afgegeven op d;e
we.a ocsenkas-en, maar dan zou ik wel eens
wiillen vragen, weten die wel, hoe die zijn ont-
staan Het was in 1915, dat er erukele perso-
nen bij Minister Cort van der Linden kwamen,
ter bespreking van de mogelijkheid tot oncler-
steuning van werklooze arbeiders. De heer Cort
van der Linden stelde zich toen op het stand-
punt, dat eene ondersteuning, zuiver en alleen
van de zijde der gemeenschap ten eenenmale
onimogelijik was, maar Ihij gaf den raad, over te
gaan, tot het opridhten van de nu bestaande
werkloozenkassen.
Door velen wordt beweerd, dat die werkloo
zenkassen niet noodig zijn, maar waar een man
als deze staatsiman ervan overtuigd is, dat het
bestaan daarvan gewenscht is, daar missen
anderen ihet recht er in dien geest over te oor-
deelen.
Aan de,n anderen kant moot ik evenwel zeg-
igen, dat zij wel gielijk heibben. Feitelijk zou-
<len er geen reden moetem zijn om dergelijke
instellingen in het leven te roepen, dat zou niet
noodig moeten zijn, en dat zou ook kunnen, als
ze de menschen maar werk gavem. En nu gaat
het hier mdet over een boer of burger of work
man, maar dat het nu zoo een rotte toestand
is, is de sdhuld van de groot-kapitalisten, die
de handkrachten hebben doen vervangen door
de madhinale. Ik zal dat hier ndet uitsluitend
op de landbouwers steken, maar tooh kon er
aan de menschen werk worden verschaft. Ik
sprak een werkman, die in een tijdvak van 18
weken in totaal 15 gulden had verdiend, en
een ander met zijn vieren in dienzelfden tijd
nog geen 15 gulden, is het dan te verwonderen,
Uu,c mejiscnen ais ze zijn uitgetroKiven om
extra-steun it omen vragen Ik zal er echter
tuum.a; jmet veei van zeggen, ik wil het nu
eens aan de aridere heeren oveisaten, wat zij
emiee zullen doen.
De heer M. DE FEIJTER: Ik zou willen
voiorsteilen, om voor dit jaai nog 500 gulden
u.t te trekken, om daaimee veider te gaan.
Ais we naar andere geaneenten zien, dan g^ven
we ihiier toch voor de werkloo^heidszorg niet
eel geld uit. Met de 500 .gulden die voor dit
jaar was toegestaan, zijn we nu vier weken
toegekomen, en als we nu nog eens vijf hon-
dei'd gulden konden geven, dan was het mis-
schien wel toeneikend.
De heer J. D. DE FEIJTER: Wanneer we dat
geld zouden toestaan,, moeten we daaivoor
eerst de goetlkeuring van Ged. Staten afwadh-
tem, en dan is inmiddels de tijd verstreken.
Daarom zou ik de menschen nu voor verderen
steun maar willen verwijzen naar het Burger-
lijk Armbestuur.
De VOORZITTER: Er gaat op zijn minist
veertien dagen over voordat we die vergunnin.g
hebben.
De heer M. DE FEIJTER: Het is wat het
geld betreft wel eender, of het door de ge-
meente wordt gegeven in den vorm van extra-
steun, dan wel uit de kas van het Armbestuur,
maar het Anmibestuur is voor invaliden ea
oudien van dagem en niet voor mensdhen die in
de kraoht van hun leven zijn, en door gebrek
aan werk ondersteuninig behoeven, dat is voor
die menschen een oneer, zij worden door hen
naar hot Armbestuur te jagen een groote on
eer aangedaan.
De heer J. D. DE FEIJTER: Het kan niet
anders meer, het is voor dat verzoek te laat.
De heer M. DE FEIJTER: Maar hebben we
daarvoor wel de vergunning van Ged. Staten
noodig.
De VOORZITTER: Ja, dat kan niet anders.
De heer M. DE FEIJTER: Maar als we dan
bij het raadsbeigluit eens een brief deden met
verzoek om spoedige afdoenimg?
De VOORZITTER: Dat zou kunnen. Boven-
dien gaan ook de uitkeeringslijsten mee met
toelidhting.
De heer A. MEERTENS: Naar aanleiding
van hetgeen de Iheer De Feijter daar zegt wat
betreft het zenden van de menschen naar het
Armbestuur, wil ik daarop even een aanmer-
king maken, en ook wat betreft het geven van
toestenuming van Ged. Staten. De raad kan
toch een post die op de begrooting staat wij-
z-igen
De VOORZITTER: Ja, maar ook die wijzi-
gting beihoeft de goedikeuring van Ged. Staten!
De heer A. MEERTENS: Ik begrij.p niet,
hoe de heer De Feijteir er aanikomt, om nu de
menschen naar het Armbestuur te willen zen
den, terwijl zij op een andere manier dagelijks
trachten de menschen te vangen voor een stem
bij de aanstaande veirkiezing, hetgeen we dage
lijks kunnen zien. Dan zou ik eenvoudig rond-
weg zeggen, je belhoeven mij niet te stemmen.
Kijk nu toch eens ihoelang sommige menschen
al niet zonder verdienste rondloopen, nu begrij-
pen jullie toch ook wel, dat zoo lets eenvoudig
niet bestaanbaar is. Maar dan moet je ze nog
ndet naar het armbestuur zenden, want dan
zullen de mensdhen liever gebrek lijden, dan
dat ze die veirnedening zullen willen dragen.
Maar wij zijn hier verplicht om hulp te bie-
den, jullie evengoed, dat hebben je beloofd bij
de verkiezing, dat je ad doen zult dat in je ver-
mogeu ligt, in het belang van de menschen en
van de gemeeete. Er moet hier lets gebeuren,
want zoo kan het beslist niet. Zooals jullie over
den werkman praten, zou het alhaast een eer
zijn om werkman te zijn, dat zijtn volgens jullie
gedaoht allemaal renteniers, maar dan zijn het
renteniers zonder geld.
De heer JANSEN: Ik zou den heer Meer
tens wel eens willen vragen, of het geoor-
hxxfd is om maar steeds voort te gaan met het
steunen van jonge krachten uit de gemeentekas
ten koste van vele kleine landbouwers en
mei-ingdoenden, die het ook in vele gevallen niet
rudm hebben Ik zal hiier geen namen noemen,
maar de heer Meertens weet ewengoed als ik,
dat er verschillende kleine landbouwertj.es zijn,
die het zeer fewaad hebben. Ik ben er niet
tegen, om iemand die werkelijk steunbchoe-
veind is, te Ihelpen, maar dan moet dat via het
armbestuur gebeuren, dat is er voor.
De heer A. MEERTENS: Is dat nu jullie
chrdstelijk standpunt Je geven voor, de men
schen te willen Ihelpen, maar in werkelijkheid
haten je ze, zooveel, als maar immens kan.
Als je werkelijk clhristelijk wilt zijn, denk dan
dat er geschreven staat: dat je je naasten zoo
moeit .lisfhgb'ben als je zeif. Is dat nu jullie
naastenliefde.
De heer JANSEN: Er zal niemand iets van
sciggen, dat zij, die ondersteuning noodig heb
ben naar het armbestuur toegaan, en daar kan
ik ook mee instemmen, maar ik kan er mijn
stem niet toegeiven, om steeds maar extra-
steun tie geven ten koste van de kleine men
schen. Dat heeft met christelijkheid niets te
maken.
De heer A. MEERTENS: Er blijikt van jul
lie christelijkheid niets, ails Ihet je zelf maar
goed gaat, dan geven je om een ander niets.
De heer M. DE FEIJTER: Ik Iheb steeds
veel gezet voor de christelijkheid, maar het
standpunt dat jullie innemen d;s verre van
christelijk.
De heer A. MEERTENS: En je spreekt daat
over de kleine nerimgdoenden, denk je dan, dat
die memschen kunnen blijiven geven als de men
schen geen geld hebben om te betalen Als
je da.n steun geeft, dan kunnen ze daarmee be
talen en dan help je tevenis daardoor den wi.n-
kelier. Als er maar werk was, dan zouden de
menschen er niet om vragen, en er kon hiei
meer werk gegeven worden, als ze maar willen.
Haast overal kunnen door de landbouwers veel
meer werkkradhten. worden gebruikt, want het
weork is er. Die eer, haalt de Voorzitter weg.
Als alien zooveel menschen in het werk had-
den dan liepen er geen werkloozen.
De heer JANSEN: U mag de Voorzitter niet
vergelijken bij een ander, want dat bedrijf is
enorm grooter, en een kleinlandhouwer staat
daar financieel ndet mee gelijk. Bovendien kan
niemand worden verplicht tot het aannemen
van werkkrachten.
De hear A. MEERTENS: Dan. moeten ze er
maar toe worden gedwongen om er voor te be
talen.
De heer J. A. MEERTENS: Het spijt mij
ten zeerste en ik moet daar tegenop komen,
dat de heeren A. Meertens en M. de Feijter in
verband met dit onderwerp het christelijk
standpunt van somimige leden. zoo meenen te
moeten hekele.n. En
De heer A. MEERTENS: Ik heb uw naam
in verband daarmee niet genoemd.
De heer J. A. MEERTENS: Neen, dat weet
ik wel, maar ndetteimin spijt het mij, en he'
treft mij nog te meer, waar ik zoo van nabij
weet, dat juist vain cbristelijke zijde, hij name
door de verschillende diaconien zooveel op het
gelbied der barmhartigheid wordt gedaan en
gegeven. Als al die menschen, en ik heb dat
"al meer gezegd, lid van een of ander kerkge-
nootschap warm, dan was er geen burgerlijk
armbestuur noodiig, want dan zou dat geen
reden van beistaan hebben. Bovendien wordt
vanwege die instellingen zeer veel in stilte ge
geven, zoodat dat niet naar buiten doordringt,
en dat is heel anders wanneer iemand onder
steuninig krijgt uit een openbaie kas.
Daarom spijt het mij dat er hier te vee)
over wordt uitgevaren, ik weet te good, wat
er door die lichamen wordt gegeven voor on-
densiteuning.
De heer M. DE FEIJTER: lk ben. volstrekt
niet tegen de kerkelijike armen maar ik vind
het niet de weg, om krachtige menschen daar-
heen te verwijzen.
De heer A. MEERTENS: lk ben er van
ovei tuigd, dat door de diaconien wordt gedaan
wat mogelijk is om de menschen te helpen,
maar ik ibesprak het christelijk standpunt uit
individueel oogpunt. Want was is godsdienst?
Dat is naastenliefide, en waar blijft daarvan
hier het iresaltaat? Ik kan u wel zeggen, dat
ik mij naasten liefheb zooals mijzelven, en als
alien in dit opzicht zoo deden als ik, dan zou
het er in de maatsehappij anders uitzien, dat
durf ik je wel beloven, en ieder die het zien
wil kan zich ervan overtuigen, dat ik dat ook
werkelijk doe.
De heer PLADDET: Toen mij gepasseerden
Donderdag gevraagd werd, of ik genegen was,
om een verzoek te onderteefkenen tot het hou
den van eene raadsvergaderimg ten behoeve
extra-steun heb ik dat uit een oogpunt van
collegialiteit niet widen weigeren, maar dat
wil daarom nog ndet zeggen, dat ik met het
voorstel zou meegaan. Ik heb mij vooraf over
tuigd wie er alzoo op die lijsten voor dien
steun ondersteuning hebben gekregen en ik
moet eerlijk foeikennen, dat ik daarna met ge-
mengde gevoelens hieilheen ben gekomen wat
dk doen moeist. Nu vallen die uitsprakein zoo-
even gedaan over het Christendom mij tegen.
Ik weet, en ook de andere heeren weten dat,
er zijn altijd en overal uitzonderingen op den
regel, maar ik ban hat met dan heer J. A.
Meertens eens, dat er door de verschillende
diaconien veel g-adaan wordt voor leniging van
den nood in de gezinnen, en daarom gaat het
niet aan om zoo op de kerk af te geiven.
Ik zal niet ontkennen, dat er misscfnden wel
eens een geval is te noemen, dat er iemand
naar een kerk gaat voor het oog van de men
schen, maar dat is het .geval van den enkeling
en daarmee mag men het algemeen niet ver-
oordeelen.
De VOORZITTER: Heeren ik geloof, dat
we de discussie over dat punt wel kunnen slui-
ten ik zal het voorstel van den heer M. de Feij
ter, om 500 gulden te geven voor verlenging
van den extra-steun in stemming brengen.
Het voorstel wordt verworpen met 5 stem-
men tegen en 2 voor, die van de heeren A.
Meertens en M. de Feijter.
De heer A. MEERTENS: Dat was daarom
al twee ulagan van te voren geweten!
De heer M. DE FEIJTER: Ik zei daar zoo-
De Voorzitter deelt voorts mede, in verband
met het besluit der vorige vergadering, van
den Iheer Boiler, lid der Provinciale Staten van
Zeeland te Bruinisse, die zich ermee belast
heeft om met eene uit de mosselvisschers in
Zeelanid te vormen commissie, middelen te be-
ramen tot we ring der malaise, in het mossel-
vissChersibedrijf, de mededeeling te hebben ont-
vangen, dat de voor deze gemeente aangewe-
zen vertegeinwoordigeris, de heeren Theopih.
Bdm. Praet en Franc. J. M. Praet te Nieuw-
Namen, hebben berichit, dat zij niet zullen te-
genwoordig zijn op de op 13 April a.s. te Goes
te houden vergadering. Spreker verzoekt den
beer Praet mede te deelen, wat hiervan de re
den is,
De heer Praet zegt, dat de oneenighedd on-
der de mosselvisschers hiervan voomamelijk
oorzaak is; de voorzitter dier vereeniging wil
geen vergadering beleggen, zoodat niet gespro-
ken kan worden over redis- en andere verblijf-
kosten der bemoeiingen van de te vormen com
missie.
De Voorzitter weet hierop raad n.l. of wel
deze kosten voor geimeenterekening te nemen
of wel spreker, die toch te Goes is, voor deze
gemeente de vergadering lalen bijwionen.
Dit laatste wondit goedgevonden. Spreker zal
van het verhandel de in de commissie aan den
raad mededeeling doen en zoo noodiig de noo-
dige voorstellen ter tafel brengen.
Vervolgens wordt besloten, overeenkomstig
het destijds toegestaan crediet, eene geldlee-
ning groot 6500 aan te gaan voor den bouw
der burgemeesterswoning.
Vastgesteld wordt het primitief kohier der
hondenhelaisting 1927, vermeldemde voor Ka-
pellebrug 2 losloopende Ihondan 30 waakhonden
en 14 werkhionden, voor Clinge (dorp) respec-
tievelijk 31101 en 22 en voor Nieuw-Namen
met omgeving resp. 2383 en 26; het tarief
der belasting bedraagt voor een, losloopende,
een waak- en een werkhond resp. f 5, f 1 en
f 0,75.
De Voorzitter wijist er op, dat de juistheid
dezer aangiften zal worden gecontroleerd.
Op verzoek van den heer Keigelaer wordt van
de opgaven voorleziing gegeven, opdat elk lid
reeds thans deze kan beoordeelen.
Het heffingspercentag'e der plaatselijke in-
komstenbelasting wordt evenals het vorige jaar
bepaaid op 3.
Dit percentage aldus de Voorzitter zal vol-
doende zijn, indien de uiterste zuinigheid wordt
betracht en in geen geval belangrijke meer-
dere uitgaven noodig zijn. Burgemeester en
Wethouders geven daarbij in overweging even-
tueele voorstellen van Burgemeester en Wet
houders om ndeuwe inkomsten te scheppen, niet
van de hand wijzem, daar door indirecte belas-
tingen als o.a. de vermakelijklieids- en staan
even iets over die chriistelijkiheid, maarI pla.atsenbelasti.ng getracht moet worden het
De VOORZITTER: De discussie over dit
punt is zooeven gesloten.
De heer A. MEERTENS (zich tot de publieke
tribune wendende) nu weten je waar je naar
toe kunnen!
De VOORZITTER hamert.
Vaststellert van het vermenigvuldigingscijfer
voor de inkomstenbelasting.
De VOORZITTER: Namens Burg. em. Weth.
stel ik voor het vermenigvuldigingscijfer vast
te stelen op 1.
De Iheer J. D. DE FEIJTER: Het was nu
toch hooger mijnheer de Voorzitter?
De VOORZITTER: Ja het is nu een tiende
lager geraamd.
De heer PLADDET: Ik zou er ndet voor zijn
te laag te gaan, want het is niiet plezierig als
men bij een nieuiwe zittingsperiode met een te
laag vermenig-vukligingscijfer te zitten.
De VOORZITTER: Het zal denkelijk wel
gaan met dit cijfer.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het
vermendgvulddgingscijfer vastgesteld op 1.
Benoeinen schatters voor de schattings-
commissie.
Benoemd worden de heeren J. D. de Feijtei
met 5 stemmen en 2 bianco; W. C. de Feijter
met 7 stemmen; H. Pladdet met 5 stemmen en
2 bianco; J. D. Haak met 5 stemmen en 2
bianco, alien aftredende leden.
Benoeming leden van de Commissie van toe-
zicht op het lager onderwijs.
De heer Van 't Hoff wensoht niet meer in
aammerking te komen.
Benoemd worden de heeren: J. J. van Doese-
laar met 7 stemmen; J. F. Kense met 7 stem-
men; W. H. Louwense met 7 stemmen; E.
Raams met 7 stemmen, alien aftredende leden.
In de vacature Van *t Hoff wordt benoemd
de heer J. D. Jurrij met 4 stemmen tegen drie
op den heer W. C. van Petegem.
Rondvraag.
De heer H. PLADDET vraagt of de beide
straatjes" in de Hoeksche weide zijn overge-
laten aan de gemeente.
De VOORZITTER antwoordt beivestigend.
De heer PLADDET: Meet de gemeente-
wenkiman die daar ook schoon/hourien
De VOORZITTER: Ja, gebeurt dat dan niet?
De heer PLADDET: Het zou niiet overhodig
zijn, als daarnaar eens wercl gekeken.
De VOORZITTER: Ik zal het onderzoeiken.
De heer A. MEERTENS: Zou het niet moge
lijk zijn eene verordening in het leven te roe-
pen, om het vervoer van landibouwproducten
door die straatjes te verbieden? Het is ver-
leden jaar goed afgeloopen, omdat het droog
was, maar anders is het voor de daar wonencle
menschen niet doenlijk als daardoor bieten
worden vervoerd, dat is dan een moddertroep.
De VOORZITTER: Ik geloof niet, dat het
rnoodig is daarvoor eene verordening te maken,
maar ik zal er een onderzoek naar instellen.
Niets meer te ibdhandelen zijnde en n'emand
meer het woord verlarigende, sluit de VOOR
ZITTER de vergadering.
Vergiadering van Donderdag 31 Maart 1927.
Voorzitter de heer J. W. Vienings, Burge
meester.
Mede tegenwoordig waren de Wethouders
S. van Duijise en G. J. Kegelaar, en de heeren
P. Bolsens, Th. E. Praet, F. E. van der Heijden,
C. Bleij'enberg, A. M. Plassdhaert, P. F. Leen-
knecht, J. Lagaij, P. A. Hageman en B. A.
Ferket, leden.
N.a de opening worden de notulen der vorige
vergadering ongewijzigd goedgekeurd en vast
gesteld.
De heer Leenkmecht kan zich niet weerhou-
dem reeds direct mededeeling te doen van de
ontevredenlheid, die volgens spreker on,der zeer
vele ingezetenem heerscht over de tot stand-
koming der verordening ,op de heffing eener
v e rm akel ij klh eid.s- en stanidpUaatsentoSasting.
De Voorzitter verzoekt den heer Leenknecht
dit punt ter sprake te brengen bij de rond
vraag.
Imgekotmen is van Ged. Staten eene missive
ten geleitde van het door den Burgemeester, den
heer Vienings, aan de Koningin gericht verzoek
tot verlenging tot udterlijk 31 Mei a.s. der hem
verleenide vergunning tot uitwonen in afwach-
tan-g van het gereed komen zijiner woning.
H.iertegen bestaat geen bezwaar.
hooge heffingspeicentage te ver-
is
en
abnormaal
minderen.
De Voorzitter wil ten deze terugkomen op de
foemerking van den heer Leenknecht op de ver-
makelijkheid'S- en staamplaatsen,belasting. Het
is spreker duidelijik, dat het bericht dier heffin-
gen ibij elkeen ndet welkom was, de raad was
het echter eens over de noodzakelijiklheid van
ndeuwe bronnen van inkomsten, teneinde de
plaatselijke inkomstenbelasting te kunnen ver-
minderen; natuurlijk worden van verschillende
zijden bezwaren gemaakt tegen deze gelieel
ndeuwe belastingen, deze kunnen echter ter
kenniis gebracht worden van het gemeente'be-
stuur, dat zal overweigen, hoe met handhaving
der heffingen daaraan is tegemoet te komen;
het gaat echter niet aan thans reedis in te trek
ken hetgeen voor veertien dagen besloten is,
dat zou een al te belachelijken indruk maken;
deze heffingen zijin, er alierminst echter om
iemand,s bestaan lastig of onanogelijk te ma
ken; eilke belasting evenwel is bezwaarlijk voor
de een of andere klasse, doch hat algemeen be
lang gaat daarboven en dit wordt beoogd met
die belastingen. Voorts is met een proefjaar
begonman en kan na afloop daarvan opnleuw
geoordeeld worden ook zal de verordening niet
op 1 April as. in wenkimg treden, doch eerst
nadat de Kon. goedkieuring is verkregen, en te
voren zal nog wel gelegenheid bestaan, noodig
geblekem, wijzigingen aan te brengen.
De heer Leenknecht aCht aan deze belastin
gen bijzondere moeilijikheden verbonden voor
eene grensgemeente als deze. Het gevolg zal
zijn, dat de menschen zullen naar Belgie gaan
en, daar hun vermaak gaan zoeken; de kermis
ook veel te zwaar ibelast en zal verdwijnen,
vermakelijikheden die voor deze belasting
eemmaal zijn weggableven, komen later niet
weer terug.
De heer Van Duijse deelt de meening van den
heer Leenknecht, dat de belasting dit gevaar
meebrengt en te zwaar is.
De heer Praet heeft ook vernomen, dat ver-
sChillenden wegens de belasting geen dansmu-
ziek zullen geven tijdens de kermisdagen.
De heer Lagaij merkt op, dat die bezwaren
in de vorige vergadering moesten zijn aange-
voerd.
De heer Ferket wijst er op, dat voor den trek
naar Beligie niets behoeft te worden gedaan of
gelaten, deze bestaat toch en daarin is weimig
te veranderen.
De heer Bleijenberg informeert of op de aan-
nemingssom der burgemeesterswomng geen
korting wordt toegepast voor het gChruik van
een minder kostbaar soort steen, in afwijking
van het bestek.
De Voorzitter zegt, dat hiermee bij de afre-
kening zal worden rekeninig gchouden.
Het perceeltje grond groot 350 M2. gele-
gen achter het geimeenteihuiis wordt veihuurd
voor f 0,50 per vierk. roede 14,85 M2.) aan
Th. Clarijsse alhier, voor het tijdvak van 1
April tot 31 December a.s.
Ingevolge sohrijiven van Ged. Staten wordt
opnleuw geregelkl de vervanging van den Secre
taris en den ontvanger; de secretaris wordt
vervangen door den gemeente-ontvanger, den
heer C. Goossens, deze wordt wederkeerig ver
vangen door den secretaris, den heer M. v. d.
Bom; beide funetionarissen worden voor het
waannemen dezer vervaniginig beeedigd.
Bij de rondvraag deelt de heer Van Duijse
mede, dat de Nieuiw-Namenairen gaarne zouden
zien, dat de Burgemeester zijn spreekuur hield
in het vereeniginigslokaal aldaar, dat voor f 25
per jaar daartoe beschikbaar is. Spreker heeft
gehoord, dat men deze gelegenheid in verband
met het wachten en,z. geschikter en aangena-
mer acht.
De heer Van der Heijden vraagt tevens of de
kosten van. den zitdag van den Burgemeester
te Nieuw-Namen voor rekening der gemeente
zijn; voor zoover hem hekend is hieromtrent
niets besloten door den raad.
De Voorzitter wenscfh.t aangaande de plaats
waar hij zijn spreekuur geeft vrij te blijven,
terwijl het duidelijk is, dat deze kosten door
de gemeente moeten, worden gedragen; indien
de raad dit niet verkiest, dis net afgeloopen met
dit spreekuur; spreker zit daar niet voor zijn
pleizier, doch voor de ingezetenem en hoopt
hieromtrent niet meer onaangenaam te worden
ge'interpelleerd. De uit dien zitdag voortko-
mende kosten, van reis en verhlijf worden door
spreker met zorg zoo laag mogelijk gehouden.
Spreker zegt voorts toch voomemens te zijn,
wanneer hij in de gemeente woonadhtig .is, niet
meer elke veertien dagen, doch eens per maand
naar Nieuw-Namen te gaan.
De heer Leenknecht vraagt of een raadslid
zijn ontslag of mondeling of .schriftelijk moet
indien en.
De Voorzitter zegt, dat dit schriftelijk mo^t
geschieden.
De heer Praet geeft in overweging te bevor-
deren, dat de inning der abonnemenitgelden der
schepen, die de haven bezoeken, blijft geschie
den op de vroegere wijze, n.l. ophalen door den
havenmeester.
De Voorzitter zegt onderzoek en overweging
toe.
De heer Bolsens wijistop een opigebroken
gedeelte der bestrating van de 's Gravenstraat
nabij de grens met Belgiseh Clinge en verzoekt
vpor herstel zorg te dragen.
De Voorzitter zal hiervoor zorgen,
Hiema gaat de raad over in geheime zit,ting
ter belhandeling van bezw.aarsichriften school-
geld.
KOERS HOUDEN.
Een mailstoomer verlaat de haven en
steekt de Oceaan over naar zijn verre be-
stemming. Links en rechts, voor en ach
ter, strekt de matelooze wijdheid van het
schijnbaar onbegrensde watervlak zich
uit. Het leeken-oog bespeurt geen enkel
vast punt, waaraan het zich orienteeren
kan. Maar het schip vaart volgens een
zorgvuldig berekenden koers en bereikt
op den daarvoor aangegeven dag zijn be-
stemming. Ligt hierin niet een machtige
aanwijzing voor de inrichting van ons
eigen leven Verkeeren velen onzer niet
in de positie van hen die zich temidden der
onafzienbare moeilijkheden niet kunnen
orienteeren omtrent den koers, die naar de
veilige haven leidt En dolen zij daar
door niet vaak hulpeloos en in bange on-
zekerheid rond
Laten wij daarom ten aanzien van al
onze levensverrichtingen het door goede
stuurmanskunst geleide schip ten voor-
beeld nemen Het geheim van mensche-
lijk welslagen schuilt mede voor een be-
langrijk deel in de kunst van den juisten
koers te houden. Maar om dit laatste te
kunnen doen, moet men het eerst met
zichzelf eens zijn over het doel, dat men
wil bereiken. Zeer velen echter leiden een
doelloos bestaan en wel in dier voege, dat
zij maar wat ronddobberen op de levens-
zee, zonder zich een positief doelwit te
kiezen, dat zij willen bereiken. Nu eens
gaat het aan op dit, dan weer op dat oog-
merk, maar fvat wij hierbij missen is de
standvastigheid, die voor ons alien zoo
onontbeerlijk is. Men wisselt te vaak van
bestemming, ook al omdat men zich nau-
welijks den tijd gunt om zich goed reken-
schap te geven van de konsekwenties Van
den ingeslagen koers. Dan lijken na eeni-
gen tijd de moeilijkheden te groot of het
doel reeds minder begeerenswaard en
slaat men maar weer op goed geluk af een
anderen koers in. Dit nu is een levens-
houding, die noodzakelijkerwijs teleurstel-
ling moet baren. Eerst grondig overleg-
gen en dan onveezettelijk koers houden.
ziedaar een der peilers van het succes. Of.
zooals het rijmpje zegt: eerst bezinnen.
dan beginnen, doet gewinnen
Dr. JOS. DE COCK.
Voor de lezers van ons blad qeeft onze
psychologische medewerker Dr. Jos de
Cock, van Merlenstraat 120. 's-Graven-
hage, gratis zielkundige adviezen o.m.
over de wijze, waarop zij hun geest kun
nen verfrisschen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken. De vragen
zullen in dit blad geregeld worden be-
haindeld. Mochten de beantwoordingen te
uitvoerig worden dan direct schriftelijk
aan de aanvragers.
G. v. A. te T.
Wat U aanziet voor een slecht geheu-
gen is geen slecht geheugen. Heel veel
zoogenaamde geheugenverbeteraars ma
ken van deze mededeeling een zeer on-
zedelijk gebruik en praten den menschen
allerlei dingen aan, die niets helpen.
Daarom ook verwondert het ons niet, dat
U bij de qevolgde manier van doen heele-
maal geen baat hebt gevonden. Het is een
schan'de, dat er niet meer tegen wordt te
velde getrokken.
De zaak is n.l. precies omgekeerd U
vraagt: ,,Ik wil wel onthouden, maar ik
kan niet; wil ik nu niet sterk genoeg? Heb
ik gebrek aan Wilskracht?
Ons antwoord luidt: ,,Neen Er is
veel meer sprake van gebrek aan belanq-
stelling. De hoofdzaak in deze kwestie is.
dat de meeste menschen- alleen dat goed
onthouden, waarin zij de allerlevendigste
belangstelling toonen. Minder goed ont
houden zij d'atgene, waarvoor zij belang
stelling toonen, terwijl zij datgene wat hun
geringe belangstelling heeft spoedig zijn
vergeten. Stel U nu eens iemand voor die
bepaalde dingen moet onthouden, waar
voor hij totaal niets gevoelt, die zich ge-
plaatst ziet jn een omgeving, waarin hij s
niet de minste interesse heeft, dan spreekt
het vanzelf, dat ,hii zoo goed als "een aan-
dacht schenkt aan die omgeving, dat die
omgeving langs hem gaat.
Wat gij nu meent vergeten te hebben,
hebt gij inderdaad nooit geweten. Er is
niets doorgedrongen uit die omgeving tot
Uw hersenen. Daarom is er ook niet een
eigenlijk beeld gevormd, dat na tijden
teruggevormd kan worden, zoo duidelijk
en kl'aar, dat gij er een voorstelling van
kondt maken, die U de herinnering aan
de gebeurtenis bracht.
Meer dan geheugentraining komt voor
U erop aan te streven naar belangstelling
in het werk, dat gij moet verrichten.
Denkt U eens na of dit niet zoo is en
schrijf ons dan eens uitvoerig over dat
werk, maar bovenal over de omgeving.
waarin gij het verrichten moet. Wij mis
sen in Uw brief de juiste opgave van Uw
leeftijd, al blijkt, dat gij tusschen veertig
en acht en veertig zijt. Meldt U ons dien
even in Uw volgend schrijven.
Aan onderstaande personen is persoon-
lijk antwoord gezonden, aangezien de be-
antwoording te uitvoerig was voor de
plaatsinq iiT"dit blad.
J B. te T„ W. C. V. te T„ L. M. te T„
G T. te T„ Mevr. P. te T., H. de G. te
T F F' - T A. H M T W. v. N.
te T., J t. B. te T.