GEMEENTERAAD VAN CLINGE. TOB NOOiT HOEKJE. FAMILIEDRAMA IN BERLIJN. In het Noorden van Berlijn heeft de 36jarige echtgenoote van den arts Dr. Singermann, de dochter van generaal Von Nathusius, een moordaanslag op haar echtgenoot gepleegd. De dokter was 's avonds laat tihuisgekomen, hetgeen een opgewonden scene met zijn vrouw tot ge- volg had. Nadat hij zich te bed had be- geven, overvieb zijn vrouw hem met een bijl, waarmede zij hem een slag op het hoofd toebracht. Toen haar man dit wa- pen afnam, haalde zij een groot keuken- mes te voorschijn en stak daarmede haar slachtoffer in de borst. De zwaargewon- de riep luidkeels om hulp, waarop de ra- zende vrouw haar man met een hakmachi- ne nog ettelijke slagen toebracht en hem ten slotte met een revolver, d'ie in een schrijfbureau lag, een kogel door het lichaam joeg. De verwondingen van Dr. Singermann zijn zoo ernstig, dat men bptwijfelt, of hij in het leven zal kunnen blijven. Toen de door de buren gewaarsohuwde politie het huis binnedrong, vond zij in de achterka- mer de vrouw in diepen slaap. Zij had veronal ingenomen. EEN AANSLAG VAN MEXICAANSCHE BANDIETEN OP EEN TREIN. De Times maakt melding van een over- val van een trein door 300 Mexicaansche struikroovers in de buurt van Rincon in den staat Guanajuato. Een poging om den trein in d'e lucht te laten vliegen mis- lukte, waarop de bandieten den trein on- der geweervuur namen. De passagiers moesten dekking zoeken, door plat op den grond te gaan liggen. De conducteur werd evenwel doodelijk gewond. De roovers bepaalden zic'h tot het stelen van de post en de bagage en het in brand steken van drie rijtuigen le klasse. De 10 soldaten, die als escorte op den trein mee reden, namen even den schijn van verde diging aan, doch vluchtten toen de ber gen in. Het overschot van den trein reed later door naar de stad Mexico. Op den Cuernavacaweg, 50 K.M. van Mexico hebben roovers 11 auto's aange houden en de passagiers uitgeschud. Er zijn troepen uitgezonden om op den weg te patroeljeeren. EIGENAARDIG ONGELUK. Een eigenaardig ongeluk is gebeurd in de rue Legendre te Parijs. Een herders- hond, die voor een open raam op de vier de verdieping van een huis een gevecht tusschen andere honden gadesloeg, raak te zoo ooqewonden, dat hij uit het raam sprong. Het dier kwam terecht op het hoofd van een vrouw, die viel en een schedelbreuk kreeg. Zij is naar het zie kenhuis gebracht en verkeert in levens gevaar. De hond bleef ongedeerd en liep de straat op om aan het gevecht deel te nemen. LEVEND VERBRAND. Te St. Ouen is een huisje, toebehoorend aan een in 1921 gehuwd echtpaar, dat tijdens het huwelijk ten zeerste was voor- uitgegaan wat de financien betreft, afge- brand. De jonge menschen, die zich ver- heugden in het gelukkig bezit van 3 kin- deren, zijn wel zwaar beproefd, daar zij b^ha'vc het vr.rlies van hun huis en hun meubilair ook dat van hun drietal lieve kleinen hebben te betreuren De kin- deren zijn, in weerwil van de wanhopige pogingen hunner ouders om hen te redden levend verbrand. GEMEENTERAAD VAN HOEK. Vergadering van Diinsdag 29 Maart 1927. Voorzitter de heer A. Wolfert, Burgemeester. Secretaris de heer Dreginans. Aanweaig de heeren: J. A. Meertens, A. Meertens, J. van 't HotfM. de Feijter, H. Pladdet, J. D. Jansen en J. D. de Feijter. De VOORZilTER opent de veigadering waarna de notulen der vorige vergadering on- veranderd worden vaisitgesteld. Ingekomen stukken. Proces-verbaal van bij den geaneente-ont- vanger gelhouden k a sop name waarait tlijkt, dat alles'in orde werd b even den. Verzoek van de heeren A. Meertens, M. de Feijter en H. Pladdet, tot ihet houden van eene raadsveigadering, in veiibarid met het venter verleenen van extra-steun aan u'tgetrokken werkloozen. De VOORZITTER: In verband met dit verzoek geef i'k het woord aan den eerst-onder- geteekende. De heer A. MEERTENS: Het is voorname- lij.k in verband hienmede, dat het bedrag dat de raad heeft toegestaan voor extra-steun tihans is uitgegeven, dat wij deze vergadering heb'bein aangevraagd. Aangezien de menschen nog vrijwel allear zonder werk loopen, is het nioodig, dat er met de ondersteuning wondt vooitgegaan. Ik weet wel, dat er door som- mtg£in voorklurend wordt afgegeven op d;e we.a ocsenkas-en, maar dan zou ik wel eens wiillen vragen, weten die wel, hoe die zijn ont- staan Het was in 1915, dat er erukele perso- nen bij Minister Cort van der Linden kwamen, ter bespreking van de mogelijkheid tot oncler- steuning van werklooze arbeiders. De heer Cort van der Linden stelde zich toen op het stand- punt, dat eene ondersteuning, zuiver en alleen van de zijde der gemeenschap ten eenenmale onimogelijik was, maar Ihij gaf den raad, over te gaan, tot het opridhten van de nu bestaande werkloozenkassen. Door velen wordt beweerd, dat die werkloo zenkassen niet noodig zijn, maar waar een man als deze staatsiman ervan overtuigd is, dat het bestaan daarvan gewenscht is, daar missen anderen ihet recht er in dien geest over te oor- deelen. Aan de,n anderen kant moot ik evenwel zeg- igen, dat zij wel gielijk heibben. Feitelijk zou- <len er geen reden moetem zijn om dergelijke instellingen in het leven te roepen, dat zou niet noodig moeten zijn, en dat zou ook kunnen, als ze de menschen maar werk gavem. En nu gaat het hier mdet over een boer of burger of work man, maar dat het nu zoo een rotte toestand is, is de sdhuld van de groot-kapitalisten, die de handkrachten hebben doen vervangen door de madhinale. Ik zal dat hier ndet uitsluitend op de landbouwers steken, maar tooh kon er aan de menschen werk worden verschaft. Ik sprak een werkman, die in een tijdvak van 18 weken in totaal 15 gulden had verdiend, en een ander met zijn vieren in dienzelfden tijd nog geen 15 gulden, is het dan te verwonderen, Uu,c mejiscnen ais ze zijn uitgetroKiven om extra-steun it omen vragen Ik zal er echter tuum.a; jmet veei van zeggen, ik wil het nu eens aan de aridere heeren oveisaten, wat zij emiee zullen doen. De heer M. DE FEIJTER: Ik zou willen voiorsteilen, om voor dit jaai nog 500 gulden u.t te trekken, om daaimee veider te gaan. Ais we naar andere geaneenten zien, dan g^ven we ihiier toch voor de werkloo^heidszorg niet eel geld uit. Met de 500 .gulden die voor dit jaar was toegestaan, zijn we nu vier weken toegekomen, en als we nu nog eens vijf hon- dei'd gulden konden geven, dan was het mis- schien wel toeneikend. De heer J. D. DE FEIJTER: Wanneer we dat geld zouden toestaan,, moeten we daaivoor eerst de goetlkeuring van Ged. Staten afwadh- tem, en dan is inmiddels de tijd verstreken. Daarom zou ik de menschen nu voor verderen steun maar willen verwijzen naar het Burger- lijk Armbestuur. De VOORZITTER: Er gaat op zijn minist veertien dagen over voordat we die vergunnin.g hebben. De heer M. DE FEIJTER: Het is wat het geld betreft wel eender, of het door de ge- meente wordt gegeven in den vorm van extra- steun, dan wel uit de kas van het Armbestuur, maar het Anmibestuur is voor invaliden ea oudien van dagem en niet voor mensdhen die in de kraoht van hun leven zijn, en door gebrek aan werk ondersteuninig behoeven, dat is voor die menschen een oneer, zij worden door hen naar hot Armbestuur te jagen een groote on eer aangedaan. De heer J. D. DE FEIJTER: Het kan niet anders meer, het is voor dat verzoek te laat. De heer M. DE FEIJTER: Maar hebben we daarvoor wel de vergunning van Ged. Staten noodig. De VOORZITTER: Ja, dat kan niet anders. De heer M. DE FEIJTER: Maar als we dan bij het raadsbeigluit eens een brief deden met verzoek om spoedige afdoenimg? De VOORZITTER: Dat zou kunnen. Boven- dien gaan ook de uitkeeringslijsten mee met toelidhting. De heer A. MEERTENS: Naar aanleiding van hetgeen de Iheer De Feijter daar zegt wat betreft het zenden van de menschen naar het Armbestuur, wil ik daarop even een aanmer- king maken, en ook wat betreft het geven van toestenuming van Ged. Staten. De raad kan toch een post die op de begrooting staat wij- z-igen De VOORZITTER: Ja, maar ook die wijzi- gting beihoeft de goedikeuring van Ged. Staten! De heer A. MEERTENS: Ik begrij.p niet, hoe de heer De Feijteir er aanikomt, om nu de menschen naar het Armbestuur te willen zen den, terwijl zij op een andere manier dagelijks trachten de menschen te vangen voor een stem bij de aanstaande veirkiezing, hetgeen we dage lijks kunnen zien. Dan zou ik eenvoudig rond- weg zeggen, je belhoeven mij niet te stemmen. Kijk nu toch eens ihoelang sommige menschen al niet zonder verdienste rondloopen, nu begrij- pen jullie toch ook wel, dat zoo lets eenvoudig niet bestaanbaar is. Maar dan moet je ze nog ndet naar het armbestuur zenden, want dan zullen de mensdhen liever gebrek lijden, dan dat ze die veirnedening zullen willen dragen. Maar wij zijn hier verplicht om hulp te bie- den, jullie evengoed, dat hebben je beloofd bij de verkiezing, dat je ad doen zult dat in je ver- mogeu ligt, in het belang van de menschen en van de gemeeete. Er moet hier lets gebeuren, want zoo kan het beslist niet. Zooals jullie over den werkman praten, zou het alhaast een eer zijn om werkman te zijn, dat zijtn volgens jullie gedaoht allemaal renteniers, maar dan zijn het renteniers zonder geld. De heer JANSEN: Ik zou den heer Meer tens wel eens willen vragen, of het geoor- hxxfd is om maar steeds voort te gaan met het steunen van jonge krachten uit de gemeentekas ten koste van vele kleine landbouwers en mei-ingdoenden, die het ook in vele gevallen niet rudm hebben Ik zal hiier geen namen noemen, maar de heer Meertens weet ewengoed als ik, dat er verschillende kleine landbouwertj.es zijn, die het zeer fewaad hebben. Ik ben er niet tegen, om iemand die werkelijk steunbchoe- veind is, te Ihelpen, maar dan moet dat via het armbestuur gebeuren, dat is er voor. De heer A. MEERTENS: Is dat nu jullie chrdstelijk standpunt Je geven voor, de men schen te willen Ihelpen, maar in werkelijkheid haten je ze, zooveel, als maar immens kan. Als je werkelijk clhristelijk wilt zijn, denk dan dat er geschreven staat: dat je je naasten zoo moeit .lisfhgb'ben als je zeif. Is dat nu jullie naastenliefde. De heer JANSEN: Er zal niemand iets van sciggen, dat zij, die ondersteuning noodig heb ben naar het armbestuur toegaan, en daar kan ik ook mee instemmen, maar ik kan er mijn stem niet toegeiven, om steeds maar extra- steun tie geven ten koste van de kleine men schen. Dat heeft met christelijkheid niets te maken. De heer A. MEERTENS: Er blijikt van jul lie christelijkheid niets, ails Ihet je zelf maar goed gaat, dan geven je om een ander niets. De heer M. DE FEIJTER: Ik Iheb steeds veel gezet voor de christelijkheid, maar het standpunt dat jullie innemen d;s verre van christelijk. De heer A. MEERTENS: En je spreekt daat over de kleine nerimgdoenden, denk je dan, dat die memschen kunnen blijiven geven als de men schen geen geld hebben om te betalen Als je da.n steun geeft, dan kunnen ze daarmee be talen en dan help je tevenis daardoor den wi.n- kelier. Als er maar werk was, dan zouden de menschen er niet om vragen, en er kon hiei meer werk gegeven worden, als ze maar willen. Haast overal kunnen door de landbouwers veel meer werkkradhten. worden gebruikt, want het weork is er. Die eer, haalt de Voorzitter weg. Als alien zooveel menschen in het werk had- den dan liepen er geen werkloozen. De heer JANSEN: U mag de Voorzitter niet vergelijken bij een ander, want dat bedrijf is enorm grooter, en een kleinlandhouwer staat daar financieel ndet mee gelijk. Bovendien kan niemand worden verplicht tot het aannemen van werkkrachten. De hear A. MEERTENS: Dan. moeten ze er maar toe worden gedwongen om er voor te be talen. De heer J. A. MEERTENS: Het spijt mij ten zeerste en ik moet daar tegenop komen, dat de heeren A. Meertens en M. de Feijter in verband met dit onderwerp het christelijk standpunt van somimige leden. zoo meenen te moeten hekele.n. En De heer A. MEERTENS: Ik heb uw naam in verband daarmee niet genoemd. De heer J. A. MEERTENS: Neen, dat weet ik wel, maar ndetteimin spijt het mij, en he' treft mij nog te meer, waar ik zoo van nabij weet, dat juist vain cbristelijke zijde, hij name door de verschillende diaconien zooveel op het gelbied der barmhartigheid wordt gedaan en gegeven. Als al die menschen, en ik heb dat "al meer gezegd, lid van een of ander kerkge- nootschap warm, dan was er geen burgerlijk armbestuur noodiig, want dan zou dat geen reden van beistaan hebben. Bovendien wordt vanwege die instellingen zeer veel in stilte ge geven, zoodat dat niet naar buiten doordringt, en dat is heel anders wanneer iemand onder steuninig krijgt uit een openbaie kas. Daarom spijt het mij dat er hier te vee) over wordt uitgevaren, ik weet te good, wat er door die lichamen wordt gegeven voor on- densiteuning. De heer M. DE FEIJTER: lk ben. volstrekt niet tegen de kerkelijike armen maar ik vind het niet de weg, om krachtige menschen daar- heen te verwijzen. De heer A. MEERTENS: lk ben er van ovei tuigd, dat door de diaconien wordt gedaan wat mogelijk is om de menschen te helpen, maar ik ibesprak het christelijk standpunt uit individueel oogpunt. Want was is godsdienst? Dat is naastenliefide, en waar blijft daarvan hier het iresaltaat? Ik kan u wel zeggen, dat ik mij naasten liefheb zooals mijzelven, en als alien in dit opzicht zoo deden als ik, dan zou het er in de maatsehappij anders uitzien, dat durf ik je wel beloven, en ieder die het zien wil kan zich ervan overtuigen, dat ik dat ook werkelijk doe. De heer PLADDET: Toen mij gepasseerden Donderdag gevraagd werd, of ik genegen was, om een verzoek te onderteefkenen tot het hou den van eene raadsvergaderimg ten behoeve extra-steun heb ik dat uit een oogpunt van collegialiteit niet widen weigeren, maar dat wil daarom nog ndet zeggen, dat ik met het voorstel zou meegaan. Ik heb mij vooraf over tuigd wie er alzoo op die lijsten voor dien steun ondersteuning hebben gekregen en ik moet eerlijk foeikennen, dat ik daarna met ge- mengde gevoelens hieilheen ben gekomen wat dk doen moeist. Nu vallen die uitsprakein zoo- even gedaan over het Christendom mij tegen. Ik weet, en ook de andere heeren weten dat, er zijn altijd en overal uitzonderingen op den regel, maar ik ban hat met dan heer J. A. Meertens eens, dat er door de verschillende diaconien veel g-adaan wordt voor leniging van den nood in de gezinnen, en daarom gaat het niet aan om zoo op de kerk af te geiven. Ik zal niet ontkennen, dat er misscfnden wel eens een geval is te noemen, dat er iemand naar een kerk gaat voor het oog van de men schen, maar dat is het .geval van den enkeling en daarmee mag men het algemeen niet ver- oordeelen. De VOORZITTER: Heeren ik geloof, dat we de discussie over dat punt wel kunnen slui- ten ik zal het voorstel van den heer M. de Feij ter, om 500 gulden te geven voor verlenging van den extra-steun in stemming brengen. Het voorstel wordt verworpen met 5 stem- men tegen en 2 voor, die van de heeren A. Meertens en M. de Feijter. De heer A. MEERTENS: Dat was daarom al twee ulagan van te voren geweten! De heer M. DE FEIJTER: Ik zei daar zoo- De Voorzitter deelt voorts mede, in verband met het besluit der vorige vergadering, van den Iheer Boiler, lid der Provinciale Staten van Zeeland te Bruinisse, die zich ermee belast heeft om met eene uit de mosselvisschers in Zeelanid te vormen commissie, middelen te be- ramen tot we ring der malaise, in het mossel- vissChersibedrijf, de mededeeling te hebben ont- vangen, dat de voor deze gemeente aangewe- zen vertegeinwoordigeris, de heeren Theopih. Bdm. Praet en Franc. J. M. Praet te Nieuw- Namen, hebben berichit, dat zij niet zullen te- genwoordig zijn op de op 13 April a.s. te Goes te houden vergadering. Spreker verzoekt den beer Praet mede te deelen, wat hiervan de re den is, De heer Praet zegt, dat de oneenighedd on- der de mosselvisschers hiervan voomamelijk oorzaak is; de voorzitter dier vereeniging wil geen vergadering beleggen, zoodat niet gespro- ken kan worden over redis- en andere verblijf- kosten der bemoeiingen van de te vormen com missie. De Voorzitter weet hierop raad n.l. of wel deze kosten voor geimeenterekening te nemen of wel spreker, die toch te Goes is, voor deze gemeente de vergadering lalen bijwionen. Dit laatste wondit goedgevonden. Spreker zal van het verhandel de in de commissie aan den raad mededeeling doen en zoo noodiig de noo- dige voorstellen ter tafel brengen. Vervolgens wordt besloten, overeenkomstig het destijds toegestaan crediet, eene geldlee- ning groot 6500 aan te gaan voor den bouw der burgemeesterswoning. Vastgesteld wordt het primitief kohier der hondenhelaisting 1927, vermeldemde voor Ka- pellebrug 2 losloopende Ihondan 30 waakhonden en 14 werkhionden, voor Clinge (dorp) respec- tievelijk 31101 en 22 en voor Nieuw-Namen met omgeving resp. 2383 en 26; het tarief der belasting bedraagt voor een, losloopende, een waak- en een werkhond resp. f 5, f 1 en f 0,75. De Voorzitter wijist er op, dat de juistheid dezer aangiften zal worden gecontroleerd. Op verzoek van den heer Keigelaer wordt van de opgaven voorleziing gegeven, opdat elk lid reeds thans deze kan beoordeelen. Het heffingspercentag'e der plaatselijke in- komstenbelasting wordt evenals het vorige jaar bepaaid op 3. Dit percentage aldus de Voorzitter zal vol- doende zijn, indien de uiterste zuinigheid wordt betracht en in geen geval belangrijke meer- dere uitgaven noodig zijn. Burgemeester en Wethouders geven daarbij in overweging even- tueele voorstellen van Burgemeester en Wet houders om ndeuwe inkomsten te scheppen, niet van de hand wijzem, daar door indirecte belas- tingen als o.a. de vermakelijklieids- en staan even iets over die chriistelijkiheid, maarI pla.atsenbelasti.ng getracht moet worden het De VOORZITTER: De discussie over dit punt is zooeven gesloten. De heer A. MEERTENS (zich tot de publieke tribune wendende) nu weten je waar je naar toe kunnen! De VOORZITTER hamert. Vaststellert van het vermenigvuldigingscijfer voor de inkomstenbelasting. De VOORZITTER: Namens Burg. em. Weth. stel ik voor het vermenigvuldigingscijfer vast te stelen op 1. De Iheer J. D. DE FEIJTER: Het was nu toch hooger mijnheer de Voorzitter? De VOORZITTER: Ja het is nu een tiende lager geraamd. De heer PLADDET: Ik zou er ndet voor zijn te laag te gaan, want het is niiet plezierig als men bij een nieuiwe zittingsperiode met een te laag vermenig-vukligingscijfer te zitten. De VOORZITTER: Het zal denkelijk wel gaan met dit cijfer. Zonder hoofdelijke stemming wordt het vermendgvulddgingscijfer vastgesteld op 1. Benoeinen schatters voor de schattings- commissie. Benoemd worden de heeren J. D. de Feijtei met 5 stemmen en 2 bianco; W. C. de Feijter met 7 stemmen; H. Pladdet met 5 stemmen en 2 bianco; J. D. Haak met 5 stemmen en 2 bianco, alien aftredende leden. Benoeming leden van de Commissie van toe- zicht op het lager onderwijs. De heer Van 't Hoff wensoht niet meer in aammerking te komen. Benoemd worden de heeren: J. J. van Doese- laar met 7 stemmen; J. F. Kense met 7 stem- men; W. H. Louwense met 7 stemmen; E. Raams met 7 stemmen, alien aftredende leden. In de vacature Van *t Hoff wordt benoemd de heer J. D. Jurrij met 4 stemmen tegen drie op den heer W. C. van Petegem. Rondvraag. De heer H. PLADDET vraagt of de beide straatjes" in de Hoeksche weide zijn overge- laten aan de gemeente. De VOORZITTER antwoordt beivestigend. De heer PLADDET: Meet de gemeente- wenkiman die daar ook schoon/hourien De VOORZITTER: Ja, gebeurt dat dan niet? De heer PLADDET: Het zou niiet overhodig zijn, als daarnaar eens wercl gekeken. De VOORZITTER: Ik zal het onderzoeiken. De heer A. MEERTENS: Zou het niet moge lijk zijn eene verordening in het leven te roe- pen, om het vervoer van landibouwproducten door die straatjes te verbieden? Het is ver- leden jaar goed afgeloopen, omdat het droog was, maar anders is het voor de daar wonencle menschen niet doenlijk als daardoor bieten worden vervoerd, dat is dan een moddertroep. De VOORZITTER: Ik geloof niet, dat het rnoodig is daarvoor eene verordening te maken, maar ik zal er een onderzoek naar instellen. Niets meer te ibdhandelen zijnde en n'emand meer het woord verlarigende, sluit de VOOR ZITTER de vergadering. Vergiadering van Donderdag 31 Maart 1927. Voorzitter de heer J. W. Vienings, Burge meester. Mede tegenwoordig waren de Wethouders S. van Duijise en G. J. Kegelaar, en de heeren P. Bolsens, Th. E. Praet, F. E. van der Heijden, C. Bleij'enberg, A. M. Plassdhaert, P. F. Leen- knecht, J. Lagaij, P. A. Hageman en B. A. Ferket, leden. N.a de opening worden de notulen der vorige vergadering ongewijzigd goedgekeurd en vast gesteld. De heer Leenkmecht kan zich niet weerhou- dem reeds direct mededeeling te doen van de ontevredenlheid, die volgens spreker on,der zeer vele ingezetenem heerscht over de tot stand- koming der verordening ,op de heffing eener v e rm akel ij klh eid.s- en stanidpUaatsentoSasting. De Voorzitter verzoekt den heer Leenknecht dit punt ter sprake te brengen bij de rond vraag. Imgekotmen is van Ged. Staten eene missive ten geleitde van het door den Burgemeester, den heer Vienings, aan de Koningin gericht verzoek tot verlenging tot udterlijk 31 Mei a.s. der hem verleenide vergunning tot uitwonen in afwach- tan-g van het gereed komen zijiner woning. H.iertegen bestaat geen bezwaar. hooge heffingspeicentage te ver- is en abnormaal minderen. De Voorzitter wil ten deze terugkomen op de foemerking van den heer Leenknecht op de ver- makelijkheid'S- en staamplaatsen,belasting. Het is spreker duidelijik, dat het bericht dier heffin- gen ibij elkeen ndet welkom was, de raad was het echter eens over de noodzakelijiklheid van ndeuwe bronnen van inkomsten, teneinde de plaatselijke inkomstenbelasting te kunnen ver- minderen; natuurlijk worden van verschillende zijden bezwaren gemaakt tegen deze gelieel ndeuwe belastingen, deze kunnen echter ter kenniis gebracht worden van het gemeente'be- stuur, dat zal overweigen, hoe met handhaving der heffingen daaraan is tegemoet te komen; het gaat echter niet aan thans reedis in te trek ken hetgeen voor veertien dagen besloten is, dat zou een al te belachelijken indruk maken; deze heffingen zijin, er alierminst echter om iemand,s bestaan lastig of onanogelijk te ma ken; eilke belasting evenwel is bezwaarlijk voor de een of andere klasse, doch hat algemeen be lang gaat daarboven en dit wordt beoogd met die belastingen. Voorts is met een proefjaar begonman en kan na afloop daarvan opnleuw geoordeeld worden ook zal de verordening niet op 1 April as. in wenkimg treden, doch eerst nadat de Kon. goedkieuring is verkregen, en te voren zal nog wel gelegenheid bestaan, noodig geblekem, wijzigingen aan te brengen. De heer Leenknecht aCht aan deze belastin gen bijzondere moeilijikheden verbonden voor eene grensgemeente als deze. Het gevolg zal zijn, dat de menschen zullen naar Belgie gaan en, daar hun vermaak gaan zoeken; de kermis ook veel te zwaar ibelast en zal verdwijnen, vermakelijikheden die voor deze belasting eemmaal zijn weggableven, komen later niet weer terug. De heer Van Duijse deelt de meening van den heer Leenknecht, dat de belasting dit gevaar meebrengt en te zwaar is. De heer Praet heeft ook vernomen, dat ver- sChillenden wegens de belasting geen dansmu- ziek zullen geven tijdens de kermisdagen. De heer Lagaij merkt op, dat die bezwaren in de vorige vergadering moesten zijn aange- voerd. De heer Ferket wijst er op, dat voor den trek naar Beligie niets behoeft te worden gedaan of gelaten, deze bestaat toch en daarin is weimig te veranderen. De heer Bleijenberg informeert of op de aan- nemingssom der burgemeesterswomng geen korting wordt toegepast voor het gChruik van een minder kostbaar soort steen, in afwijking van het bestek. De Voorzitter zegt, dat hiermee bij de afre- kening zal worden rekeninig gchouden. Het perceeltje grond groot 350 M2. gele- gen achter het geimeenteihuiis wordt veihuurd voor f 0,50 per vierk. roede 14,85 M2.) aan Th. Clarijsse alhier, voor het tijdvak van 1 April tot 31 December a.s. Ingevolge sohrijiven van Ged. Staten wordt opnleuw geregelkl de vervanging van den Secre taris en den ontvanger; de secretaris wordt vervangen door den gemeente-ontvanger, den heer C. Goossens, deze wordt wederkeerig ver vangen door den secretaris, den heer M. v. d. Bom; beide funetionarissen worden voor het waannemen dezer vervaniginig beeedigd. Bij de rondvraag deelt de heer Van Duijse mede, dat de Nieuiw-Namenairen gaarne zouden zien, dat de Burgemeester zijn spreekuur hield in het vereeniginigslokaal aldaar, dat voor f 25 per jaar daartoe beschikbaar is. Spreker heeft gehoord, dat men deze gelegenheid in verband met het wachten en,z. geschikter en aangena- mer acht. De heer Van der Heijden vraagt tevens of de kosten van. den zitdag van den Burgemeester te Nieuw-Namen voor rekening der gemeente zijn; voor zoover hem hekend is hieromtrent niets besloten door den raad. De Voorzitter wenscfh.t aangaande de plaats waar hij zijn spreekuur geeft vrij te blijven, terwijl het duidelijk is, dat deze kosten door de gemeente moeten, worden gedragen; indien de raad dit niet verkiest, dis net afgeloopen met dit spreekuur; spreker zit daar niet voor zijn pleizier, doch voor de ingezetenem en hoopt hieromtrent niet meer onaangenaam te worden ge'interpelleerd. De uit dien zitdag voortko- mende kosten, van reis en verhlijf worden door spreker met zorg zoo laag mogelijk gehouden. Spreker zegt voorts toch voomemens te zijn, wanneer hij in de gemeente woonadhtig .is, niet meer elke veertien dagen, doch eens per maand naar Nieuw-Namen te gaan. De heer Leenknecht vraagt of een raadslid zijn ontslag of mondeling of .schriftelijk moet indien en. De Voorzitter zegt, dat dit schriftelijk mo^t geschieden. De heer Praet geeft in overweging te bevor- deren, dat de inning der abonnemenitgelden der schepen, die de haven bezoeken, blijft geschie den op de vroegere wijze, n.l. ophalen door den havenmeester. De Voorzitter zegt onderzoek en overweging toe. De heer Bolsens wijistop een opigebroken gedeelte der bestrating van de 's Gravenstraat nabij de grens met Belgiseh Clinge en verzoekt vpor herstel zorg te dragen. De Voorzitter zal hiervoor zorgen, Hiema gaat de raad over in geheime zit,ting ter belhandeling van bezw.aarsichriften school- geld. KOERS HOUDEN. Een mailstoomer verlaat de haven en steekt de Oceaan over naar zijn verre be- stemming. Links en rechts, voor en ach ter, strekt de matelooze wijdheid van het schijnbaar onbegrensde watervlak zich uit. Het leeken-oog bespeurt geen enkel vast punt, waaraan het zich orienteeren kan. Maar het schip vaart volgens een zorgvuldig berekenden koers en bereikt op den daarvoor aangegeven dag zijn be- stemming. Ligt hierin niet een machtige aanwijzing voor de inrichting van ons eigen leven Verkeeren velen onzer niet in de positie van hen die zich temidden der onafzienbare moeilijkheden niet kunnen orienteeren omtrent den koers, die naar de veilige haven leidt En dolen zij daar door niet vaak hulpeloos en in bange on- zekerheid rond Laten wij daarom ten aanzien van al onze levensverrichtingen het door goede stuurmanskunst geleide schip ten voor- beeld nemen Het geheim van mensche- lijk welslagen schuilt mede voor een be- langrijk deel in de kunst van den juisten koers te houden. Maar om dit laatste te kunnen doen, moet men het eerst met zichzelf eens zijn over het doel, dat men wil bereiken. Zeer velen echter leiden een doelloos bestaan en wel in dier voege, dat zij maar wat ronddobberen op de levens- zee, zonder zich een positief doelwit te kiezen, dat zij willen bereiken. Nu eens gaat het aan op dit, dan weer op dat oog- merk, maar fvat wij hierbij missen is de standvastigheid, die voor ons alien zoo onontbeerlijk is. Men wisselt te vaak van bestemming, ook al omdat men zich nau- welijks den tijd gunt om zich goed reken- schap te geven van de konsekwenties Van den ingeslagen koers. Dan lijken na eeni- gen tijd de moeilijkheden te groot of het doel reeds minder begeerenswaard en slaat men maar weer op goed geluk af een anderen koers in. Dit nu is een levens- houding, die noodzakelijkerwijs teleurstel- ling moet baren. Eerst grondig overleg- gen en dan onveezettelijk koers houden. ziedaar een der peilers van het succes. Of. zooals het rijmpje zegt: eerst bezinnen. dan beginnen, doet gewinnen Dr. JOS. DE COCK. Voor de lezers van ons blad qeeft onze psychologische medewerker Dr. Jos de Cock, van Merlenstraat 120. 's-Graven- hage, gratis zielkundige adviezen o.m. over de wijze, waarop zij hun geest kun nen verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen zullen in dit blad geregeld worden be- haindeld. Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direct schriftelijk aan de aanvragers. G. v. A. te T. Wat U aanziet voor een slecht geheu- gen is geen slecht geheugen. Heel veel zoogenaamde geheugenverbeteraars ma ken van deze mededeeling een zeer on- zedelijk gebruik en praten den menschen allerlei dingen aan, die niets helpen. Daarom ook verwondert het ons niet, dat U bij de qevolgde manier van doen heele- maal geen baat hebt gevonden. Het is een schan'de, dat er niet meer tegen wordt te velde getrokken. De zaak is n.l. precies omgekeerd U vraagt: ,,Ik wil wel onthouden, maar ik kan niet; wil ik nu niet sterk genoeg? Heb ik gebrek aan Wilskracht? Ons antwoord luidt: ,,Neen Er is veel meer sprake van gebrek aan belanq- stelling. De hoofdzaak in deze kwestie is. dat de meeste menschen- alleen dat goed onthouden, waarin zij de allerlevendigste belangstelling toonen. Minder goed ont houden zij d'atgene, waarvoor zij belang stelling toonen, terwijl zij datgene wat hun geringe belangstelling heeft spoedig zijn vergeten. Stel U nu eens iemand voor die bepaalde dingen moet onthouden, waar voor hij totaal niets gevoelt, die zich ge- plaatst ziet jn een omgeving, waarin hij s niet de minste interesse heeft, dan spreekt het vanzelf, dat ,hii zoo goed als "een aan- dacht schenkt aan die omgeving, dat die omgeving langs hem gaat. Wat gij nu meent vergeten te hebben, hebt gij inderdaad nooit geweten. Er is niets doorgedrongen uit die omgeving tot Uw hersenen. Daarom is er ook niet een eigenlijk beeld gevormd, dat na tijden teruggevormd kan worden, zoo duidelijk en kl'aar, dat gij er een voorstelling van kondt maken, die U de herinnering aan de gebeurtenis bracht. Meer dan geheugentraining komt voor U erop aan te streven naar belangstelling in het werk, dat gij moet verrichten. Denkt U eens na of dit niet zoo is en schrijf ons dan eens uitvoerig over dat werk, maar bovenal over de omgeving. waarin gij het verrichten moet. Wij mis sen in Uw brief de juiste opgave van Uw leeftijd, al blijkt, dat gij tusschen veertig en acht en veertig zijt. Meldt U ons dien even in Uw volgend schrijven. Aan onderstaande personen is persoon- lijk antwoord gezonden, aangezien de be- antwoording te uitvoerig was voor de plaatsinq iiT"dit blad. J B. te T„ W. C. V. te T„ L. M. te T„ G T. te T„ Mevr. P. te T., H. de G. te T F F' - T A. H M T W. v. N. te T., J t. B. te T.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 6