Ter Us azensche Coumt
Woensdag 30 Maart 1927. No. 8048
C'~W"32Iii03D233
GEMEEN TERA AD
VAN TER NEUZEN.
VAN
Vergadering van Donderdag 17 Maart 1927,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de deer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig die leden: J. J. de Jager, I).
van Aken, D. Scheele, P. van C&dsand, L. J.
Geelhoedt, R. Scheele, C. A. Verlmde, E. L.
Freriks, H. J. Colisem, N. A. Hamelink, L. J.
van Driel, B. N. van Dijke en J. van Riet.
6. Onttrekken aan den publieken dienst
van een strookje grond aan de rholens-
straat en verkoop aan M. Roofack-
Klaassen.
Ingekomen is een adres van M Roofack-
Klaassen, die daarin te kennen geeft, dat zij
door aankoop het recht van erfpacht heeft
verkregen over een perceel grond ter grootte
van 49 centiaren, gelegen hoek Dijkstraat en
Tholensstraat;
dat adressante gaarne die gronden zou wil
len koopen, tegen den daarvoor gestelden prijs,
ten einde hypothecair verband op dat perceel te
kunnen krijgen, alsmede door aankoop 5 cen-
tiare grond daarbij te kunnen krijgen, samen
dus 54 centiaren, gelegen buiten den westelij-
ken gevel van dat perceel;
dat daardoor noch den ingang van de stiaat,
nog <len verderen doorgang daardoor m de
breedte vermindert, daar dat gedeelte v an
centiare loopt over eene lengte van 10 meter,
dus op de einden op niets uitloopt en du> alleen
dient om een bocht weg te werken. Situatie-
teekening wordt bij bet adres overgelegd.
Burgemeester en wethouders geven te ken
nen, dat geen bezwaren zijn ingekomen tegen
het te kennen gegeven voornemen om bedoelde
6 centiare grond aan den publieken dienst te
onttrekken, en die daarvoor dus niet bestemd
behoeft te blijven.
Zij stellen op grond daarvan voor, dien grond
aan den publieken dienst te onttrekken.
Vender stellen zij voor het perceel ter groot
te van 49 centiaren of zooveel meer of minder
als later bij kadastrale opmeting blijken zal,
en de hierboven bedoelde circa 6 M2. aan adres
sante te verkoopen tegen 3 per M2., zijnde
30maal den verschuldigden jaarlijkschen canon.
De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat
zijn fractie er niet steeds aanleiding toe heeft,
om te ageeren tegen, voortdurend voorkomen-
de voorstellen, waarvoor hier naar gebleken is
een meerderheid in den raad is. Hij en de heer
Hamelink blijven echter tegen verkoop van
erfpachtsgrond en zullen dus tegen stem-men.
Het voorstel wordt aangenomen met 10 tegen
2 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Dijke, Van
Riet, De Jager, Van Aken, D. Scheele, Van
Cadsand, Geelhoedt, R. Scheele, Verlinde,
Freriks en Colsen; tegen stemmen de heeren
Hamelink en Van Driel.
7. Verleenen van afwijking van art. 10 der
Boil w ve ror denin g.
Ter zake van ingekomen verzoeken om afwij
king van het bepaalde bij art. 10 der Bouwver
ordening, stellen burgemeester en wethouders
voor, dit te verleenen aan:
a. J. van den Eeckhout, slager, wonende
aan den hoek van de Van Steenbergenlaan, no.
1, voor het vergrooten van zijn wink el en het
daarachter bouwen van een werk- en slacht-
plaats;1
b. A. J. de le Lij,s, voor het bouwen van een
slaebtplaats met noodstal op het perceel be
kend onder seotie G no. 1098, doch thans ge-
wijzigd no. 2169, te Sluiskil;
c. M. Roofack-Klaassen voor het bouwen
van een woon- en winkelhuis, op het perceel
kadastraal bekend sectie L no. 1595, op den
hoek der Dijkstraat en Tholensstraat.
d. P. J. de Feijter, wonende aan de Tho
lensstraat, no. 53, voor het vervangen van een
houten waschhok door een in steen, hetgeen
iets grooter is genomen.
De heer COLSEN oefent critiek, dat de ge-
meentebouwmeester het plan voor een slaeht-
plaats goedkeurde, terwijl later de keurmees-
ter belanghebbende kwam meedeelen, dat hij
er wel op moest letten, diat het plan niet aan
de door de Regeering gestelde eischen voldeed.
Hij meent, dat de gemeentebouwmeester daar-
op behoorde te letten en dat deze, als hij om-
trent die eischen niet op de hoogte is, maar
moat doen, evenals de slagersbond en die voor-
waardten laten komen om zich op de hoogte te
stellen. Indien een slager verbouwt en zijn
slagerij voldoet niet aan de eischen der
VI eeschkeu rings wet, zou dit z.i. de schuld zijn
van burgemeester en wethouders.
De heer HAMELINK gelooftK dat de heer
Colsen in deze niet ad rem is. De gemeente
bouwmeester heeft over een inigedlend plan al
leen rapport uit te brengen op grond van de
gemeentelijke bouwverordening. En indien die
bouwverordening zich niet aanpast aan de
eischen der Vleescbkeuringswet, kan de ge
meentebouwmeester niet anders doen dan hij
gediaan heeft.
De heer COLSEN blijft bij zijn meening, dat
de gemeentebouwmeester belanghebbenden zou
moeten waarschuwen en, zich van de eischen
op de hoogte stellen.
De heer VAN AKEN verneemt, dat de ge
meentebouwmeester aan belanghebbende wel
degelijk heeft te kennen gegeven, dat zijn plan
wel voldeed aan de eischen der Bouwverorde
ning, maar dat er ook nog iets anders was,
waarop hij daarbij te letten had en zich dus
moest vergewissen of hij ook overeenkomstig
de eischen der Vleescbkeuringswet in orde
was. Spreker meent, dat de bouwmeester dus
goed gedaan heeft met te waarschuwen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat ook
in burgemeester en wethouders de vraag ge-
steld is of rekening moest gehouden worden
met de maatregelen van bestuur voor uitvoe
ring van de Vleeschkeuringswet. Men is toen
tot 't resultaat gekomen, dat burgemeester en
wethouders daar formeel buiten stonden, aan
gezien deze maar met 1 Juni a.s. in werking
treden.. Zij meenden, voor dit oogenblik maar
met een te grooten mond te moeten openzetten.
De gemeentebouwmeester, daar moeten de
heeren wel op letten, heeft voor dit oogenblik
met de eischen der Vleeschkeuringswet nog
mets te maken. Pas na 1 Juni a.s. zal het voor
em ook zaak zijn na te gaan of aan de
eischen dier wet voldaan wordt bij de indieniog
van bouwplannen.
Burgemeester en wethouders hebben er over
gesproken met den keurmeester, den heer
ions, en zij hebben zich ook gewend tot den
hoofdmspecteur, doch de laatste heeft te ken-
uen g, geven, dat de gemeente formeel geen
verphchtingen in dat opzidht heeft. Hij heeft
alleen in overweging gegeven, de aandacht der
slagers op de Vleeschkeuringswet te vestigen.
De voorstellen van burgemeester en wethou
ders worden met algemeene stemmen aange-
nomen.
8. Verordening op het verblijf van woon-
wagens.
Burgemeester en wethouders deelen het
volgende mede:
In uwe vergadering van den 26 Februari
1925 werd besloten tot vaststelling van eene
verordening houdende bepalingen betreffende
de plaats door woonwagens bij verblijf binnen
de gemeente Ter Neuzen in te nemen. Deze
verordening, hoewel aangepast aan het tweede
lid van artikel 31 der wet op woonwagens en
woonschepen 1918, Staatsblad no. 492, is met
ingang van den 1 Januari j.l. vervallen.
Het eerste lid van genoemd artikel 31 toch
bepaalt, dat alle provinciale-, plaatselijke- en
waterschapsverordeningen betreffende woon
wagens en woonschepen vervallen bij hri
werking treden dezer wet.
Nu is bij Koninklijk besluit van 28 Decem
ber 1926, Staatsblad no. 450 bepaald, dat dit
artikel in werking zal traden op 1 Januari
1927, door welk besluit onze verordening dus
is vervallen.
In verband hiermede stellen wij Uwen raad
voor, in de eerstvolgende vergadering het na-
volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
overwegende, dat in zijne vergadering van
den 26 Februari 1925 is vastgesteld eene ver
ordening houdende bepalingen betreffende de
plaats door woonwagens ibij verblijf binnen de
gemeente Ter Neuzen in te nemen, zulks in
verband met artikel 31, tweede lid der wet op
woonwagens en woonschepen;
dat het eerste lid van dit artikel bepaalt,
dat alle provinciale-, plaatselijke- en water
schapsverordeningen, betreffende woonwagens
en woonschepen vervallen bij het inwerking-
treden dezer wet;
dat bij Koninklijk besluit van 28 December
1926, Staatsblad no. 450 is bepaald, dat ge
noemd artikel 31 in werking zal treden op 1
Januari 1927;
dat door dit besluit bovengenoemde verorde
ning dus ook met ingang van den 1 Januari
jj. is vervallen en opnieuw dient te worden
vastgesteld
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders
besluit:
vast te stellen de navolgende
VERORDENING houdende bepalingen
betreffende de plaats door woonwa
gens bij verblijf binnen de gemeente
Ter Neuzen in te nemen.
Artikel 1.
Onder woonwagens verstaat deze verorde
ning wagens, uitsluitend of hoofdzakelijk als
woning gebezigd of tot woning bestemd.
Artikel 2.
Het is verboden in de gemeente een andere
staanplaats met een woonwagen in te nemen
dan op het daarvoor aangewezen terrein, zijn
de een afgerasterd gedeelte van den grOnd lig-
gende ten westen van het kanaal GentTer
Neuzen, kadastraal bekend in sectie K no.
263, gedeeltelijk, ter oppervlakte van 250 M2.
Burgemeester en wethouders kunnen in bij -
zondere gevallen van. het verbod ontheffing
verleenen. Aan het verleenen dezer vrijstelling
kan dit college voorwaarden verbinden in het
belang der open,bare orde, veiligheid, zedelijk-
heid en gezondheid.
Artikel 3.
Onverminderd het bepaalde bij artikel 141
van het wetboek van strafvordering zijn de die-
naren der gemeentepolitie met het opsporen
van de overtredingen dezer verordening belast.
Artikel 4
Overtreding van een der verbodsbepalingen
dezer verordening wordt gestraft met hechte-
-nis van ten hoogste zes dagen, of geldboete van
ten hoogste vijf en twintig gulden.
Artikel 5.
Hij, die in strijd met de bepalingen dezer
verordening een staanplaats inneemt, is ver-
plicht op de eerste vordering der in artikel 3
bedoelde ambtenaren deze te ontruimen en voor
het vervoeren of doen vervoeren van den
woonwagen naar de in artikel 2 bedoelde plaats
desgevorderd zijn hiertoe noodzakelijke mede-
werking te verleenen.
De heer VAN CADSAND vestigt er de aan
dacht op, dat hij nog zoo dikwijls woonwagens
aantreft op andere dan de aangewezen plaats,
welke daartoe omheind is. Dikwijls ziet hij er
daar bij de z.g. groene brug, aan den oudan
Hoekschen weg.
De VOORZITTER: Die stonden daar dan
zeker te rusten.
De heer VAN CAD,SAND: Neen, neen, ze
stonden er dage-n. En het aangewezen kamp
was leeg.
De VOORZITTER: We zullen dan daarop
laten toezien.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
9. Regeling der uitvoering van raadsbe-
sluiten, met betrekking tot burgerrech-
telijke handelingen.
Burgemeester en wethouders geven het vol
gende te kennen:
In uwe vergadering van den 21 October
1926 werd besloten den heer B. I. Zonnevijlle,
secretaris dezer gemeente te macbtigen om uit
te voeren alle raadsbesluiten betreffende bur-
gerrechterlijke handelingen.
Zooals U bekend is, werd dit besluit geno
men, omdat bij arrest van den Hoogen Raad
van den 22 Januari 1926 beslist is, dat de uit
voering van burgerlijke handelingen niet be
heerscht wordt door de artiikels 70- en 179a der
Gemeentewet.
Nu wordt door vooraanstaande personen op
juridisch g-ebied de mogelijkheid niet uitge-
sloten geacht, dat de Hooge Raad van stand-
punt zal veranderen, wat tot gevolg zal heb
ben, dat de rechtsgeldigheid van het raadsbe-
sjjiit van den 21 October j.lT twijfelachtig
wordt.
Teneinde d,e gemeenten te kunnen adviseeren
hoe in dezen gehandeld dient te worden, heeft
de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
te Den Haag zich terzake gewend tot Prof. Mr.
E. M. Meijers te Leiden, die over deze zaak een
uitvoerig rapport heeft uitgebracht.
Naar de meening van dozen professor wordt
het veiligst gehandeld, wanneer zulke maat
regelen genomen worden, dat de rechtsgeldig
heid der uitvoering van de raadsbesluiten om-
trent burgerrechtelijke handelingen verzekerd
zij, ook al verandert de Hooge Raad in de toe-
komst van standpunt. Dit nu kan het best ge-
schieden door aan ons eene algemeene machti-
ging te verstrekken tot het aa.ngaan van over-
eenkomsten ter uitvoering van besluiten van
den raad omtrent burgerrechtelijke handelin
gen; tevens zou dan de bevoegdheid kunnen
worden gegeven, on,s in de uitvoering van onze
taak door een of meer door oris aan te wijzen
ambtenaren te doen vervangen. Wanneer hier
toe wordt besloten is de zaak in orde voor hen
die artikel 179a der Gemeentewet uitschakelen
en ook voor hen die artikel 179a wel van toe-
passing achten bevat deze regeling geen be-
zwaar.
Nog om een andere reden zouden wij boven
genoemde zaak anders willen geregeld zien. De
practijk heeft bewezen hoe moeilijk het is, dat
een bepaald persoon gemachtigd is. Nu de ge-
meentesecretaris wegens ziekte gedurende
eenigen tijd zijne werkzaamheden niet zal
kunnen verrichten, kunnen geen akten worden
opgemaakt. Deze moeilijkheid zal zich na aan-
neming van ons voorstel in de toekomst niet
meer kunnen voordoen. Ten slotte achten wij
het gewenscht alle overeenkomsten welke voor
dat het raadsbesluit van 21 October 1926 ge
nomen is, door ons ter uitvoering van raadsbe
sluiten gesloten zijn te bekrachtigen. In de toe
komst kunnen wij er dan geen moeilijkbeden
meer mee krijgen.
In verband met bovenstaande stellen wij U
voor, in te trekken het raadsbesluit van den 21
October 1926 en te nemen de volgende be
sluiten
1°. De gemeenteraad van Ter Neuzen;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders;
besluit:
te bekrachtigen:
a. alle overeenkomsten door het college van
burgemeester en wethouders dezer ge
meente tot op heden gesloten ter uitvoe
ring van raadsbesluiten betreffende bur
gerrechtelijke handelingen.
b. alle verdere handelingen, door het college
van burgemeester en wethouders dezer ge
meente ter uitvoering der onder a ge-
noemde overeenkomsten verricht, alles
voor zoover deze overeenkomsten en han
delingen niet in strijd zijn met de artt.
113114bis der Gemeentewet.
2°. De gemeenteraad van Ter Neuzen;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders;
besluit:
a. het college van burgemeester en wethou
ders dezer gemeente voor zoover noodig
te machtigen tot het aangaan van overeen
komsten ter uitvoering van alle raadsbe
sluiten betreffende burgerrechtelijke han-
deling, alsmede tot het verrichten van alle
verdere handelingen ter uitvoering der
aangegane overeenkomsten, een en ander
met inachtneming der artikels 113114bis
der Gemeentewet.
b. het college van burgemeester en wethou
ders voornoemd te machtigen zich in de
uitvoering van zijn taak, in het vorig lid
bedoeld te doen vervangen door een of
meeir door dit college aan te wijzen amb
tenaren.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
10. Verleenen van eubsidie aan de R. K.
bewaarscholen.
Uit de subsidieaanvragen van de R. K. be
waarscholen aldus schrijven burgemeester
en wethouders blijkt nergens, dat ook bij-
dragen van derden worden verleend, terwijl
ons de opbrengst van het schoolgeld te Sluiskil
te laag voorkomt.
Wij zouden dan ook de ontvangsten te Sluis
kil willen verhoogen met minstens /250 als
subsidie van derden en het schoolgeld willen
ramen op f 220. Daardoor worden de ont
vangsten met f 290 verhoogd. De uitgaven
worden dan volgens raming f 905 en de ont
vangsten f 470 zoodat een tekort bestaat van
f 435.
Wij stellen voor in dit tekort eene bijdrage
te verleenen van f 400 voor 1927.
Wat de R. K. bewaarschool in de kom be-
treft, moet o.i. als subsidie van derden worden
gerekend op f 350. Het schoolgeld op 600.
De ontvangsten bedragen dus 950. De uitga
ven worden in verband met de ingediende be-
grooting f 1600. Het tekort bedraagt dan
650.
Wij stellen nu voor in het tekort voor 1927
eene bijdrage te verleenen van f 600.
In verband met vorenstaande wordt voorge-
steld in uwe eerstvolgende vergadering het na
volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen;
gezien het adres van het bestuur der
Roomsch Katholieke Bewaarschool te Sluiskil,
d.d. 6 November 1926 en het adres van het
bestuur der Roomsch Katholieke Bewaarschool
i in de kom d.d. 14 November 1926, beide houden-
de verzoek om een subsidie uit de gemeentekas;
overwegende dat het bestuur der R. K. Be-
waarschool te Sluiskil een subsidie verzoekt
van f600;
dat gezien de inkomsten der andere bewaar
scholen de geraamde ontvangsten voor 1927
verhoogd dienen te worden met een bedrag
van 290;
dat het tekort alsdan 435 bedraagt;
dat het bestuur van de R. K. Bewaarschool
in de kom een subsidie verzoekt van 1000;
dat de geraamde ontvangsten voor deze
schoolschool, voor het jaar 1927, op grand van
bovenstaande verhoogd dienen te worden met
een bedrag van 360;
dat het tekort daardoor f650 wordt;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders;
besluit:
a. aan het bestuur van de R. K. bewaar
school te Sluiskil voor het jaar 1927 be-
houdens goedkeuring van gedeputeerde
staten een subsidie toe te kennen uit de
gemeentekas van vier honderd gulden
400).
b. aan het bestuur van de R. K. bewaar
school in de kom voor het jaar 1927 be-
houdens goedkeuring van gedeputeerde
staten een subsidie toe te kennen van zes
honderd gulden 600)
aan beide soholen onder de navolgende
voorwaarden:
1°. overgelegd moet worden de begrooting
voor het volgende jaar en de rekening over
het afgeloopen jaar;
2°. ter goedkeuring .moet worden ingezonden
de thans geldende schoolgeklregeling en
de salarisregeling van het personeel.
De heei COLSEN wij.st er op, dat vcor de
bewaarschool te Sluiskil op grond van het ge
raamde tekort 500 wordt gevraagd en slecbts
f 400 wordt voorgesteld. Hij kan zich niet ver-
eenigen met de bewering, dat het schoolgeld
moet worden verhoogd. Men moet eens nagaan
hoeveel kinderen er komen voor wie geen
schoolgeld betaald wordt. En de werkmenschen
kunnen dat ook niet betalen. Er zijn gezinnen
waaruit er 3 tot 4 komen. Men kan daar geen
schoolgeld van verhoogen. Daar komt niets
van terecht. Het zijn alien werkmansk'nde-
ren die er komen, de meergegoeden sturen er
hiun kinderen niet, daar die beter in de gele-
genheid zijn op hun kinders te passen of te
laten passen. De school blijkt aan een, behoefte
te voldoen, en aangezien toch zoo weinig voor
de leerkrachten wordt in rekening gebraoht,
zou hij het verzoek ten voile willen toewijzen.
De vraag is niet overbodig.
De heer VAN CADSAND wijst er op. dat
dit voorstel een, gevolg is van een verzoek tot
het stichten eener bewaarschool van andere
zijde. Spreker heeft zich destijds ook tegen
die subsidie verzet, en heeft gewaarsehuwd,
dat men in dit opzicht zeer. voorzichtig moet
zijn. Nader is gebleken, dat die waarscihuw'ng
alien grond had. Met het oog op den finan-
cieelen tcestand der gemeente, die dat alles
niet dragen kan, zal spreker tegen stemmen.
De heer VAN RIET wijst er op, dat die be-
waarschoolbeweging een historie heeft? Zij
is in het leven geroepen, omdat er een verzoek
is gekomen om sulbsidie voor het stichten eener
openbare frobelschool. Hij iheeft er op aange-
drongen, die kwestie bij de begrooting te be-
handelen, omdat te voorzien was, dat nog meer-
dere aanvragen zouden volgen. Uit die aan-
vraag is het aanhangige voorstel voortgevloeid.
De bij,zondere bewaarschool heeft het jaren-
lang zonder subsidie gedaan en ook deze scho-
len deden het tot nu toe zonder subsidie. Wan
neer spreker deze cijfers dan beziet, acht hij
het wel gemakkelijk om kinderen gratis ter
school te laten gaan, als men daarvoor over de
publieke kas kan beschikken. Als deze voor
stellen worden aangenomen zal het bewaar-
schoolonderwijs aan de gemeente jaarlijks
3000 kosten en dat acht hij veel te veel, want
men moge er nu al een anderen, naam aan
geven frobelschool het onderwijs dat daar
gegeven wordt beteekend niet zooveel, het zijn
inderdaad bewaarscholen, waar de moeders
hun kinderen heen brengen om gemakikelijker
hun werkzaamheden te kunnen verrichten.
Spreker heeft zich tegen uitbredding der sub
sidie voor bewaarscholen verzet, hij zal ook
hier tegen stemmen.
De heer D. SCHEELE noemt het volkomen
juist, wat de heer Van Riet heeft gezegd, dat
dit voorstel een uitvloeisel is van ander aan
vragen, maar nu moet hij daarom het bewaar
school onderwijs niet gaan afbreken. Hij moet
zich hierin wel eenigszins verwonderen over de
inconsequentie van den heer Van Riet, want
als er iemand was die heeft geijverd voor over-
neming van het speelterrein in de buurt Java,
door de gemeente, dan was hij het. Dat was
toch ook om de kinders daar te bewaren, om
ze daar te laten spelen? En nu worden de kin-
deren in de bewaarscholen niet alleen bezig ge- j
houden met spelen, maar ze krijgen er ook nog
onderwijs bij in frobelen en dat is ook van
belang voor de kinderen. Spreker heeft er dan
ook niets tegen een subsidie te geven voor de i
R. K. bewaarscholen, indien dien het noodig
hebben, evengoed als het aan de christelijke
bewaarschool gegeven is, toen die het zonder j
dat niet meer kon bolwerken. Als nu ook de
R. K. niet vender kunnen, meent hij, dat de
raad geroepen is, die te helpen, in stand hou-
den. En aan den heer Colsen voegt hij toe,
dat, indien er bezwaar is tegen verhooging van
het schoolgeld, burgemeester en wethouders
er ook niets op tegen hebben, dat het nog be-
noodigde bedrag op andere wijze, b.v. door
partieulieren, wordt bijeen gebracht. Hij ver-
onderstelt, dat burgemeester en wethouders bij
hun voorstel ook een zakere evenredigheid in
het oog hebben gehouden. j
De heer VAN CADSAND verklaart nog, j
niets tegen de bewaarscholen te hebben, doch
alleen op grond van de financieele omstandig- S
heden der gemeente tegen te stemmen. De j
christelijke bewaarschool is alleen om subsidie
gekomen, toen ze door de oorlogsomstandig-
heden daartoe genoodzaakt werd. En toen is
er nog de voorwaarde aan verbonden, dat de
subsidie uitsluitend zou dienen voor verbete-
ring van de jaarwedden van het personeel. Hier
hoort hij die bepaling nooit aan de voorwaarden
verbinden. Hij kan daarom niet voor stemmen.
De heer GEELHOEDT vestigt de aandacht
op de bijlagen van het adres betreffende de
R. K. bewaarschool te Sluiskil, In de rekening
over 1925 staat eeft uitgaaf voor huur van het
lokaal 156, terwijl in de begrooting voor 1927
een post van 225 voorkomt voor een gebouw
met speelplaats. Kunnen burgemeesiter en
wethouders daarover misschien inlichtingen
geven? Verder bespreekt hij het beweren van
den heer Colsen, dat er zooveel kinders gratis
gaan, omdat de menschen geen schoolgeld be
talen kunnen, Hij wijst op den tijd toen er
geen bewaarscholen waren
De heer COLSENDan namen de moeders
de kinders op een kruiwagen mee naar het
land.
De heer GEELHOEDT vervolgt, dat de moe
ders, als ze in het land moesten gaan werken,
de kinderen bij een of andere buurvrouw brach-
ten, die er zich voor bescbikbaar stelde die kin
deren te bewaken, tegen 5 tot 7 cent per dag,
alzoo nog meer dan 25 cent per week, terwijl
de loonen desitijds heel wat lager waren dan
tegenwoordig. Hij heeft dat zelf niet zoo aan
schouwd, maar er toch genoeg over gehoord.
Indien er toen kon betaald worden, zal dit nu
toch ook nog kunnen, doch om op dien grond
subsidie van de gemeente te vragen, daar kan
hij zich niet mede vereenigen. Als de school
in nood verkeert, wil hij voor subsidie stem-
men, maar voor deze moeten dezelfde voor
waarden gelden die ook aan andere scholen
gesteld worden: gelijke monikken, gelijke kap-
pen.
De heer HAMELINK verklaart zich niet
tegen de voorstellen te zullen verzetten, hij
ziet er in een stuk gelijkstelling op onderwijs-
gebied en zal er verder niets van zeggen.
De heer COLSEN wijst er op, dat de heer
Van Riet voor de bewaarschool niet veel voelt,
hij beschouwt het meer als een bewaarschool,
dan als een plaats om te leeren. Spreker acht
het daarantegen een nuttige inrichting, indien
de vrouw ook naar het land moet gaan werken
hetgeen wel is af te keuren, maar wat bij
sommige menschen niet anders kan is er een
plaats waar ze met gerustiheid de kinderen kun
nen heen sturen, terwijl ze die anders op een
kruiwagen mee moeten nemen naar het land,
hetgeen hij nog dezer dagen heeft gezien. Maar
bovendien leeren de kinderen toch ook nog wel
wat in die bewaarplaats, waar ze in latere jaren
nog wel degelijk iets goeds ondervinden Spre
ker heeft het hoofd der openbare school hooren
zeggen, dat men, vooral in. de eerste leerjaren
later niet zoo meer een groot verschil
kan bemerken tusscben de kinderen d'e naar
de bewaarschool hebben gegaan of die voor het
eerst op school komen. Ze zijn meer gewoon
aan den regel van een school en het stilzitten
bij het leeren.
Wat het verschil tusschen de rekenirg en
begrooting betreft, over de door den heer Geel
hoedt genoemde posten, deelt spreker mede,
dat de bewaarschool vroeger een lokaal huurde,
maar nu heeft zij er zelf een gebouwd. Van
daar dat het bestuur nu rente moet betalen,
in plaats van zooals vroeger huur.
De heer VAN RIET meent, dat er een mis-
verstand bestaat, omdat hij het over bewaar
school had in plaats van frdhel-chool. als zou
hij daarvoor niet voelen. Hij heeft alleen wil
len aanstippen, dat het bewaren toch op den
voorgrond staat. Hij wil heelemaal niet be
weren, dat de kinderen er geen verschillende
goede dingen zouden leeren.
De heer FRERIKS meent op gro d van
waarnemingen van meer nabij te kunnen 'co
stateeren, dat de kinderen op de bewaarschool
heel wat leeren, waarvan ze niet alleen in de
eerste leerjaren op de lagere school, maar ook
voor geheel hun volgend leven groot voordeel
hebben. Voor verschillende za.ken wordt daar
de ondergrond gelegd.
Door enkele heeren is te kennen gegeven,
dat het verzoek om een subsidie voor de R. K.
bewaarschool een uitvloeisel zou zijn van het
toestaan eener subsidie voor een neutrale be
waarschool. Feitelijk is dit wel zoo, doch dat
wil niet zeggen, dat de stichting en het onder-
houd der R. K. bewaarschool geen gi oote of
fers heeft gekost. De Eerwaarde Zusters van
Roosendaal zijn daarvoor naar hier gekomen en
hebben zich groote financieele offers getroost.
voor de i.n stand'houdrng. De subsidie voor an
dere bewaarscholen verleend is aanleiding ge-
weesit, dat het bestuur van de R. K. hew ar-
school, dat vroeger wellicht te bescheiden was,
nu minder bescheiden is geworden, en, waar
daarvoor steun verleend wordt, ook is komen
aankloppen. Spreker meent, dat dit toch niet
te misprjjzen valt. Hij acht alle reden aanwe-
zig, om ook het verzoek van de R. K, bewaar
school in de kom, tot het verleenen eener sub
sidie van f 1000 toe te staan.
De VOORZITTER wijst er op, dat de heer
Colsen ontstemt is, door het voo stel van bur
gemeester en wethouders, om de subsidie niet
ten voile toe te staan en hij meent, dat geen
hooger schoolgeld kan betaald worden. Onge-
veer een gelijk motief ihaalt de heer Van Cad
sand aan, die het verzoek wiil afwijzen. op
grond, dat de gemeente het n'e' zou kunnen
betalen. Spreker wil in deze den heer Colsen
den raad geven, te trachten het nog ontbreken-
de in eigen kring te vinden.
Burgemeester en wethouders meenen, dat de
raad niet kan nalaten voor dit doel subsidie te
verleenen. Er is ook eenigszins in ongunstigen*
zin over het bewaarschoolonderwijis gesproken.
Spreker is daarentegen van oordeel, dat in on-
zen tijd dat ,,voorbereidend onderwijs", en
zal, als zoodaniig moet men het beschouwen,
niet kan gemist worden voor een goede aan-
sluiting op het lager onderwijs. Behalve dat
voorbereidend onderwijs neemt men, er nog
hand werk onderwijs bij. Zeker er zullen wel
moeders zijn, die hun kinderen naar die soho
len zenden omdat ze daar „bewaard" zullen
worden, doch dit geschiedt dan niet altijd uit
gemakzucht, doch ook dikwijls uit de dr'rgen-
de oorzaak, dat de moeders ook nog moeten
trachten om met werken iets te verdienen,
teneinde de sociale positie van het gez'n te
verbeteren. En in elk geval zijn de kinderen
dan nu toch beter bewaard, dan toen men ze
vroeger zoo hier en daar bij particulie-en
moest brengen. Men beschilct nu over dege-
lijke inricihtingen, waar de kinderen niet alleen
aangenaam maar ook nuttig worden bezig-
gehouden. De heer Hamelink beschouwt het
als een kwestie van gelijkstelling hetgeen
het ook inderdaad is en spreker meent, dat
ook de heer Van Riet hoog genoeg moet staan
om dit in te zien en voor het voorstel te stem-
men.
Burgemeester en wethouders hebben over-
wogen, dat onze bevolking circa 10.000 zielen
telt en het aantal kinderen, dat voor bezoeken
der bewaarscholen in aanmerking komt plus
minus 4800 bedraagt. Daarvan rekenem ze er
ongeveer een derde, of 1600, als te behooren
tot de Katholieke bevolking. Aangezien ten
behoeve der niet-Katholieke bevolking f 2000
subsidie is toegestaan, stellen ze voor f 1000
te geven voor de Katholieke kinderen. Nu bad-
den zij aan de beide besturem. kunnen overlaten
die 1000 te verdeelen, doch zij hebben het
beter geacht het zoo te regelen, dat d'e school
in "de kom twee derde en die te Sluiskil een
derde krijigt, van daar f 600 en f 400.
Spreker kan thans niets anders dan aandrin-
gen op aanneming van het voorstel, voor
steun van het hooge beginsel, dat gezorgd be-
hoord te worden voor goed voorbereidend on
derwijs, en gelijk'heid tusschen de verschillende
fiacties. Burgemeester en wethouders hebben
gemeend aan het verleenen dezer subsidies de
zelfde voorwaarden te moeten verbinden die zij
ook voor de andere inrichtingen stellen.
De heer GEELHOEDT wenscht ook nog de
aandacht te vestigen op de rekening van de be
waarschool in de kom. Hij wist niet, of die in
de Zandstraat nog met kapitaal belast is en
heeft daarom bij een bestuursllid gei'nformeerd.
Hij vernam, dat dit het geval was, doch dat
van aflos niet veel kwam. Gewoonlijk weet
men, als men voor zoo iets geld lee it, dat daar
van niet veel terecht komt. Hij vindt het daar
om in het oogloopend., dat voor de R. K. school
in de kom 500 wordt gerekend voor aflos-
sing. Hij meent, dat de vraag gewettigd is, of
het wel noodig is, dat de kosten van zoo'n ge
bouw op een 10 of 20 jaar worden afgelost. Hij
meent, dat die wel te royaal moet genoemd
worden, als het uit gemeentesubsidie geschie-
den moet.
j De heer FRERIKS merkt op, dat dit een
technische kwestie is en het hem den laa'sten
tijd heeft ontbroken aan, gelegenheid, zich daar
geheel in te werken. Hij wijst er echter op,
dat er 35.000 voor de stichting ter le?n is
verstrekt. Naar hij hoorde, is daarop nog niets
afgelost, zoodat ieder toch wel zal toegeven,
dat het dan zoo zachtjes aan tijd wordt, dat
daaraan ook eens wordt gedacht. lets anders
is het, als men zich op ihet stan 'punt stelt, dat
deze school, ook al wordt er geen subsidie ge
geven in stand gehouden zal worden. Dat is
volkomen juist, het is voldoende bekend, dat de
Katholieken er dan g aag zelf het noodice
voor offeren
(Tegensprekende interrupties van verschil
lende leden).
De heer D. SCHEELE: Ik zou daarover wel
iets anders kunnen zeggen!
De heer FRERIKS zal zijn woirden dam
veranderen en aanstippen, dat de Katholieken
dan nog over de noodige bronmen kunnen be
schikken om hunne stichtimgen dan zelf in
stand te houden. Het bewaarschoolbestuur is
er vroeger gekomen, het zou er nu ook nog wel
komen.
De heer GEELHOEDT staat perplex over
deze toelichting. Dat er een bedrag val
f 35.0CO zcru zijn voorgeschoten komt hem toch
zeer hoog voor. Hij vraagt aan burge res ter
en wethouders of bet hun bekend is, of dat be
drag alleen voor stichting der bewaarschool
heeft gediend. Of, is daarvoor ook nog een deel
betaald van de kosten van verandeuing van het
Patronaat, waarin verschillende festivite'ten
worden gehouden Voor aflos ten behceve
daarvan behoort dun trch geen gemeente -ub-
sidie te worden betaald.
De heer FRERIKS geeft te kennen, dat het
Patronaat geheel op zicthzelf staat; de f 35.000
zijn gebruikt voor de bewaarschool.
De heer VAN CADSAND wil nog iets op-
merken; de voorzitter heeft zooeven becijferd
hoeveel Protestantsche en niet-Protestantsdie
kinderen er zouden zijn, om daardoor te komen
tot een verklaring van de voorgestelde subsi
die bedragen. Daar gaat het echter bij hem
niet om, hij stemt tegen op gro'nd van :le fi-
nancieri der gemeem'e.
De heer COLSEN merkt op, dat er in de
toelichting op het adres wel degelijk staat, deze
enkele iaren niet hebben kunnen aflossen, hce-
wel dat ook noodig was. Hij verheugt zich ech
ter over de mededeeling van den voorz:tt°" d it
het aantal kinderen dat Katholiek is een derde
van het totaal bedraagt, aangezien de Katho
lieken slech'ts een vijfde deal d bevc'V- g
t-dlen. Dan gaan we zegt spreker voor-
uit!
De heer D. SCHEELE meant, dat de hem
Colsen daarop maar niet moet gaan voortbor-
durem,, want de voorzitter heeft die rekening
nu wel gemaakt, doch het zou kunnen, dat bij
nadere berekening de heer Colsen bij dit voor-
voorstel eigenlijk te veel zou krijgen. De kwes
tie door den heer Geelhoedt aangerosrd, is wel
van beteekeni®. Er staat irderda-1 In toe
lichting dat de f 35.000 heeft gediend voor de
bewaarschool. Maarmet 15.000 zou men
ook zeer goed een bewaarschool stichten. Het
hang't er maar van af hoe men z'n ei- hen
stelt. Hij meent, dat burgemeester en w'hou-
de**a met hun voorstel meer rekening hri-ken
gehouden met 'n subsidie ongeveer per scho >1-
gaand kind. Em als nu nader blijkt, dat de !n-
komsten voor de bewa'u-mholen versterken en
ze het met minder subsidie kunnen stellen dan
zullen ze zegt spreker, die voorzitter is der