Ter Us azensche Coumt Woensdag 30 Maart 1927. No. 8048 C'~W"32Iii03D233 GEMEEN TERA AD VAN TER NEUZEN. VAN Vergadering van Donderdag 17 Maart 1927, des namiddags 2 uur. Voorzitter de deer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig die leden: J. J. de Jager, I). van Aken, D. Scheele, P. van C&dsand, L. J. Geelhoedt, R. Scheele, C. A. Verlmde, E. L. Freriks, H. J. Colisem, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, B. N. van Dijke en J. van Riet. 6. Onttrekken aan den publieken dienst van een strookje grond aan de rholens- straat en verkoop aan M. Roofack- Klaassen. Ingekomen is een adres van M Roofack- Klaassen, die daarin te kennen geeft, dat zij door aankoop het recht van erfpacht heeft verkregen over een perceel grond ter grootte van 49 centiaren, gelegen hoek Dijkstraat en Tholensstraat; dat adressante gaarne die gronden zou wil len koopen, tegen den daarvoor gestelden prijs, ten einde hypothecair verband op dat perceel te kunnen krijgen, alsmede door aankoop 5 cen- tiare grond daarbij te kunnen krijgen, samen dus 54 centiaren, gelegen buiten den westelij- ken gevel van dat perceel; dat daardoor noch den ingang van de stiaat, nog <len verderen doorgang daardoor m de breedte vermindert, daar dat gedeelte v an centiare loopt over eene lengte van 10 meter, dus op de einden op niets uitloopt en du> alleen dient om een bocht weg te werken. Situatie- teekening wordt bij bet adres overgelegd. Burgemeester en wethouders geven te ken nen, dat geen bezwaren zijn ingekomen tegen het te kennen gegeven voornemen om bedoelde 6 centiare grond aan den publieken dienst te onttrekken, en die daarvoor dus niet bestemd behoeft te blijven. Zij stellen op grond daarvan voor, dien grond aan den publieken dienst te onttrekken. Vender stellen zij voor het perceel ter groot te van 49 centiaren of zooveel meer of minder als later bij kadastrale opmeting blijken zal, en de hierboven bedoelde circa 6 M2. aan adres sante te verkoopen tegen 3 per M2., zijnde 30maal den verschuldigden jaarlijkschen canon. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat zijn fractie er niet steeds aanleiding toe heeft, om te ageeren tegen, voortdurend voorkomen- de voorstellen, waarvoor hier naar gebleken is een meerderheid in den raad is. Hij en de heer Hamelink blijven echter tegen verkoop van erfpachtsgrond en zullen dus tegen stem-men. Het voorstel wordt aangenomen met 10 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Dijke, Van Riet, De Jager, Van Aken, D. Scheele, Van Cadsand, Geelhoedt, R. Scheele, Verlinde, Freriks en Colsen; tegen stemmen de heeren Hamelink en Van Driel. 7. Verleenen van afwijking van art. 10 der Boil w ve ror denin g. Ter zake van ingekomen verzoeken om afwij king van het bepaalde bij art. 10 der Bouwver ordening, stellen burgemeester en wethouders voor, dit te verleenen aan: a. J. van den Eeckhout, slager, wonende aan den hoek van de Van Steenbergenlaan, no. 1, voor het vergrooten van zijn wink el en het daarachter bouwen van een werk- en slacht- plaats;1 b. A. J. de le Lij,s, voor het bouwen van een slaebtplaats met noodstal op het perceel be kend onder seotie G no. 1098, doch thans ge- wijzigd no. 2169, te Sluiskil; c. M. Roofack-Klaassen voor het bouwen van een woon- en winkelhuis, op het perceel kadastraal bekend sectie L no. 1595, op den hoek der Dijkstraat en Tholensstraat. d. P. J. de Feijter, wonende aan de Tho lensstraat, no. 53, voor het vervangen van een houten waschhok door een in steen, hetgeen iets grooter is genomen. De heer COLSEN oefent critiek, dat de ge- meentebouwmeester het plan voor een slaeht- plaats goedkeurde, terwijl later de keurmees- ter belanghebbende kwam meedeelen, dat hij er wel op moest letten, diat het plan niet aan de door de Regeering gestelde eischen voldeed. Hij meent, dat de gemeentebouwmeester daar- op behoorde te letten en dat deze, als hij om- trent die eischen niet op de hoogte is, maar moat doen, evenals de slagersbond en die voor- waardten laten komen om zich op de hoogte te stellen. Indien een slager verbouwt en zijn slagerij voldoet niet aan de eischen der VI eeschkeu rings wet, zou dit z.i. de schuld zijn van burgemeester en wethouders. De heer HAMELINK gelooftK dat de heer Colsen in deze niet ad rem is. De gemeente bouwmeester heeft over een inigedlend plan al leen rapport uit te brengen op grond van de gemeentelijke bouwverordening. En indien die bouwverordening zich niet aanpast aan de eischen der Vleescbkeuringswet, kan de ge meentebouwmeester niet anders doen dan hij gediaan heeft. De heer COLSEN blijft bij zijn meening, dat de gemeentebouwmeester belanghebbenden zou moeten waarschuwen en, zich van de eischen op de hoogte stellen. De heer VAN AKEN verneemt, dat de ge meentebouwmeester aan belanghebbende wel degelijk heeft te kennen gegeven, dat zijn plan wel voldeed aan de eischen der Bouwverorde ning, maar dat er ook nog iets anders was, waarop hij daarbij te letten had en zich dus moest vergewissen of hij ook overeenkomstig de eischen der Vleescbkeuringswet in orde was. Spreker meent, dat de bouwmeester dus goed gedaan heeft met te waarschuwen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat ook in burgemeester en wethouders de vraag ge- steld is of rekening moest gehouden worden met de maatregelen van bestuur voor uitvoe ring van de Vleeschkeuringswet. Men is toen tot 't resultaat gekomen, dat burgemeester en wethouders daar formeel buiten stonden, aan gezien deze maar met 1 Juni a.s. in werking treden.. Zij meenden, voor dit oogenblik maar met een te grooten mond te moeten openzetten. De gemeentebouwmeester, daar moeten de heeren wel op letten, heeft voor dit oogenblik met de eischen der Vleeschkeuringswet nog mets te maken. Pas na 1 Juni a.s. zal het voor em ook zaak zijn na te gaan of aan de eischen dier wet voldaan wordt bij de indieniog van bouwplannen. Burgemeester en wethouders hebben er over gesproken met den keurmeester, den heer ions, en zij hebben zich ook gewend tot den hoofdmspecteur, doch de laatste heeft te ken- uen g, geven, dat de gemeente formeel geen verphchtingen in dat opzidht heeft. Hij heeft alleen in overweging gegeven, de aandacht der slagers op de Vleeschkeuringswet te vestigen. De voorstellen van burgemeester en wethou ders worden met algemeene stemmen aange- nomen. 8. Verordening op het verblijf van woon- wagens. Burgemeester en wethouders deelen het volgende mede: In uwe vergadering van den 26 Februari 1925 werd besloten tot vaststelling van eene verordening houdende bepalingen betreffende de plaats door woonwagens bij verblijf binnen de gemeente Ter Neuzen in te nemen. Deze verordening, hoewel aangepast aan het tweede lid van artikel 31 der wet op woonwagens en woonschepen 1918, Staatsblad no. 492, is met ingang van den 1 Januari j.l. vervallen. Het eerste lid van genoemd artikel 31 toch bepaalt, dat alle provinciale-, plaatselijke- en waterschapsverordeningen betreffende woon wagens en woonschepen vervallen bij hri werking treden dezer wet. Nu is bij Koninklijk besluit van 28 Decem ber 1926, Staatsblad no. 450 bepaald, dat dit artikel in werking zal traden op 1 Januari 1927, door welk besluit onze verordening dus is vervallen. In verband hiermede stellen wij Uwen raad voor, in de eerstvolgende vergadering het na- volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, overwegende, dat in zijne vergadering van den 26 Februari 1925 is vastgesteld eene ver ordening houdende bepalingen betreffende de plaats door woonwagens ibij verblijf binnen de gemeente Ter Neuzen in te nemen, zulks in verband met artikel 31, tweede lid der wet op woonwagens en woonschepen; dat het eerste lid van dit artikel bepaalt, dat alle provinciale-, plaatselijke- en water schapsverordeningen, betreffende woonwagens en woonschepen vervallen bij het inwerking- treden dezer wet; dat bij Koninklijk besluit van 28 December 1926, Staatsblad no. 450 is bepaald, dat ge noemd artikel 31 in werking zal treden op 1 Januari 1927; dat door dit besluit bovengenoemde verorde ning dus ook met ingang van den 1 Januari jj. is vervallen en opnieuw dient te worden vastgesteld gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders besluit: vast te stellen de navolgende VERORDENING houdende bepalingen betreffende de plaats door woonwa gens bij verblijf binnen de gemeente Ter Neuzen in te nemen. Artikel 1. Onder woonwagens verstaat deze verorde ning wagens, uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd. Artikel 2. Het is verboden in de gemeente een andere staanplaats met een woonwagen in te nemen dan op het daarvoor aangewezen terrein, zijn de een afgerasterd gedeelte van den grOnd lig- gende ten westen van het kanaal GentTer Neuzen, kadastraal bekend in sectie K no. 263, gedeeltelijk, ter oppervlakte van 250 M2. Burgemeester en wethouders kunnen in bij - zondere gevallen van. het verbod ontheffing verleenen. Aan het verleenen dezer vrijstelling kan dit college voorwaarden verbinden in het belang der open,bare orde, veiligheid, zedelijk- heid en gezondheid. Artikel 3. Onverminderd het bepaalde bij artikel 141 van het wetboek van strafvordering zijn de die- naren der gemeentepolitie met het opsporen van de overtredingen dezer verordening belast. Artikel 4 Overtreding van een der verbodsbepalingen dezer verordening wordt gestraft met hechte- -nis van ten hoogste zes dagen, of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Artikel 5. Hij, die in strijd met de bepalingen dezer verordening een staanplaats inneemt, is ver- plicht op de eerste vordering der in artikel 3 bedoelde ambtenaren deze te ontruimen en voor het vervoeren of doen vervoeren van den woonwagen naar de in artikel 2 bedoelde plaats desgevorderd zijn hiertoe noodzakelijke mede- werking te verleenen. De heer VAN CADSAND vestigt er de aan dacht op, dat hij nog zoo dikwijls woonwagens aantreft op andere dan de aangewezen plaats, welke daartoe omheind is. Dikwijls ziet hij er daar bij de z.g. groene brug, aan den oudan Hoekschen weg. De VOORZITTER: Die stonden daar dan zeker te rusten. De heer VAN CAD,SAND: Neen, neen, ze stonden er dage-n. En het aangewezen kamp was leeg. De VOORZITTER: We zullen dan daarop laten toezien. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 9. Regeling der uitvoering van raadsbe- sluiten, met betrekking tot burgerrech- telijke handelingen. Burgemeester en wethouders geven het vol gende te kennen: In uwe vergadering van den 21 October 1926 werd besloten den heer B. I. Zonnevijlle, secretaris dezer gemeente te macbtigen om uit te voeren alle raadsbesluiten betreffende bur- gerrechterlijke handelingen. Zooals U bekend is, werd dit besluit geno men, omdat bij arrest van den Hoogen Raad van den 22 Januari 1926 beslist is, dat de uit voering van burgerlijke handelingen niet be heerscht wordt door de artiikels 70- en 179a der Gemeentewet. Nu wordt door vooraanstaande personen op juridisch g-ebied de mogelijkheid niet uitge- sloten geacht, dat de Hooge Raad van stand- punt zal veranderen, wat tot gevolg zal heb ben, dat de rechtsgeldigheid van het raadsbe- sjjiit van den 21 October j.lT twijfelachtig wordt. Teneinde d,e gemeenten te kunnen adviseeren hoe in dezen gehandeld dient te worden, heeft de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten te Den Haag zich terzake gewend tot Prof. Mr. E. M. Meijers te Leiden, die over deze zaak een uitvoerig rapport heeft uitgebracht. Naar de meening van dozen professor wordt het veiligst gehandeld, wanneer zulke maat regelen genomen worden, dat de rechtsgeldig heid der uitvoering van de raadsbesluiten om- trent burgerrechtelijke handelingen verzekerd zij, ook al verandert de Hooge Raad in de toe- komst van standpunt. Dit nu kan het best ge- schieden door aan ons eene algemeene machti- ging te verstrekken tot het aa.ngaan van over- eenkomsten ter uitvoering van besluiten van den raad omtrent burgerrechtelijke handelin gen; tevens zou dan de bevoegdheid kunnen worden gegeven, on,s in de uitvoering van onze taak door een of meer door oris aan te wijzen ambtenaren te doen vervangen. Wanneer hier toe wordt besloten is de zaak in orde voor hen die artikel 179a der Gemeentewet uitschakelen en ook voor hen die artikel 179a wel van toe- passing achten bevat deze regeling geen be- zwaar. Nog om een andere reden zouden wij boven genoemde zaak anders willen geregeld zien. De practijk heeft bewezen hoe moeilijk het is, dat een bepaald persoon gemachtigd is. Nu de ge- meentesecretaris wegens ziekte gedurende eenigen tijd zijne werkzaamheden niet zal kunnen verrichten, kunnen geen akten worden opgemaakt. Deze moeilijkheid zal zich na aan- neming van ons voorstel in de toekomst niet meer kunnen voordoen. Ten slotte achten wij het gewenscht alle overeenkomsten welke voor dat het raadsbesluit van 21 October 1926 ge nomen is, door ons ter uitvoering van raadsbe sluiten gesloten zijn te bekrachtigen. In de toe komst kunnen wij er dan geen moeilijkbeden meer mee krijgen. In verband met bovenstaande stellen wij U voor, in te trekken het raadsbesluit van den 21 October 1926 en te nemen de volgende be sluiten 1°. De gemeenteraad van Ter Neuzen; gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; besluit: te bekrachtigen: a. alle overeenkomsten door het college van burgemeester en wethouders dezer ge meente tot op heden gesloten ter uitvoe ring van raadsbesluiten betreffende bur gerrechtelijke handelingen. b. alle verdere handelingen, door het college van burgemeester en wethouders dezer ge meente ter uitvoering der onder a ge- noemde overeenkomsten verricht, alles voor zoover deze overeenkomsten en han delingen niet in strijd zijn met de artt. 113114bis der Gemeentewet. 2°. De gemeenteraad van Ter Neuzen; gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; besluit: a. het college van burgemeester en wethou ders dezer gemeente voor zoover noodig te machtigen tot het aangaan van overeen komsten ter uitvoering van alle raadsbe sluiten betreffende burgerrechtelijke han- deling, alsmede tot het verrichten van alle verdere handelingen ter uitvoering der aangegane overeenkomsten, een en ander met inachtneming der artikels 113114bis der Gemeentewet. b. het college van burgemeester en wethou ders voornoemd te machtigen zich in de uitvoering van zijn taak, in het vorig lid bedoeld te doen vervangen door een of meeir door dit college aan te wijzen amb tenaren. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 10. Verleenen van eubsidie aan de R. K. bewaarscholen. Uit de subsidieaanvragen van de R. K. be waarscholen aldus schrijven burgemeester en wethouders blijkt nergens, dat ook bij- dragen van derden worden verleend, terwijl ons de opbrengst van het schoolgeld te Sluiskil te laag voorkomt. Wij zouden dan ook de ontvangsten te Sluis kil willen verhoogen met minstens /250 als subsidie van derden en het schoolgeld willen ramen op f 220. Daardoor worden de ont vangsten met f 290 verhoogd. De uitgaven worden dan volgens raming f 905 en de ont vangsten f 470 zoodat een tekort bestaat van f 435. Wij stellen voor in dit tekort eene bijdrage te verleenen van f 400 voor 1927. Wat de R. K. bewaarschool in de kom be- treft, moet o.i. als subsidie van derden worden gerekend op f 350. Het schoolgeld op 600. De ontvangsten bedragen dus 950. De uitga ven worden in verband met de ingediende be- grooting f 1600. Het tekort bedraagt dan 650. Wij stellen nu voor in het tekort voor 1927 eene bijdrage te verleenen van f 600. In verband met vorenstaande wordt voorge- steld in uwe eerstvolgende vergadering het na volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen; gezien het adres van het bestuur der Roomsch Katholieke Bewaarschool te Sluiskil, d.d. 6 November 1926 en het adres van het bestuur der Roomsch Katholieke Bewaarschool i in de kom d.d. 14 November 1926, beide houden- de verzoek om een subsidie uit de gemeentekas; overwegende dat het bestuur der R. K. Be- waarschool te Sluiskil een subsidie verzoekt van f600; dat gezien de inkomsten der andere bewaar scholen de geraamde ontvangsten voor 1927 verhoogd dienen te worden met een bedrag van 290; dat het tekort alsdan 435 bedraagt; dat het bestuur van de R. K. Bewaarschool in de kom een subsidie verzoekt van 1000; dat de geraamde ontvangsten voor deze schoolschool, voor het jaar 1927, op grand van bovenstaande verhoogd dienen te worden met een bedrag van 360; dat het tekort daardoor f650 wordt; gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; besluit: a. aan het bestuur van de R. K. bewaar school te Sluiskil voor het jaar 1927 be- houdens goedkeuring van gedeputeerde staten een subsidie toe te kennen uit de gemeentekas van vier honderd gulden 400). b. aan het bestuur van de R. K. bewaar school in de kom voor het jaar 1927 be- houdens goedkeuring van gedeputeerde staten een subsidie toe te kennen van zes honderd gulden 600) aan beide soholen onder de navolgende voorwaarden: 1°. overgelegd moet worden de begrooting voor het volgende jaar en de rekening over het afgeloopen jaar; 2°. ter goedkeuring .moet worden ingezonden de thans geldende schoolgeklregeling en de salarisregeling van het personeel. De heei COLSEN wij.st er op, dat vcor de bewaarschool te Sluiskil op grond van het ge raamde tekort 500 wordt gevraagd en slecbts f 400 wordt voorgesteld. Hij kan zich niet ver- eenigen met de bewering, dat het schoolgeld moet worden verhoogd. Men moet eens nagaan hoeveel kinderen er komen voor wie geen schoolgeld betaald wordt. En de werkmenschen kunnen dat ook niet betalen. Er zijn gezinnen waaruit er 3 tot 4 komen. Men kan daar geen schoolgeld van verhoogen. Daar komt niets van terecht. Het zijn alien werkmansk'nde- ren die er komen, de meergegoeden sturen er hiun kinderen niet, daar die beter in de gele- genheid zijn op hun kinders te passen of te laten passen. De school blijkt aan een, behoefte te voldoen, en aangezien toch zoo weinig voor de leerkrachten wordt in rekening gebraoht, zou hij het verzoek ten voile willen toewijzen. De vraag is niet overbodig. De heer VAN CADSAND wijst er op. dat dit voorstel een, gevolg is van een verzoek tot het stichten eener bewaarschool van andere zijde. Spreker heeft zich destijds ook tegen die subsidie verzet, en heeft gewaarsehuwd, dat men in dit opzicht zeer. voorzichtig moet zijn. Nader is gebleken, dat die waarscihuw'ng alien grond had. Met het oog op den finan- cieelen tcestand der gemeente, die dat alles niet dragen kan, zal spreker tegen stemmen. De heer VAN RIET wijst er op, dat die be- waarschoolbeweging een historie heeft? Zij is in het leven geroepen, omdat er een verzoek is gekomen om sulbsidie voor het stichten eener openbare frobelschool. Hij iheeft er op aange- drongen, die kwestie bij de begrooting te be- handelen, omdat te voorzien was, dat nog meer- dere aanvragen zouden volgen. Uit die aan- vraag is het aanhangige voorstel voortgevloeid. De bij,zondere bewaarschool heeft het jaren- lang zonder subsidie gedaan en ook deze scho- len deden het tot nu toe zonder subsidie. Wan neer spreker deze cijfers dan beziet, acht hij het wel gemakkelijk om kinderen gratis ter school te laten gaan, als men daarvoor over de publieke kas kan beschikken. Als deze voor stellen worden aangenomen zal het bewaar- schoolonderwijs aan de gemeente jaarlijks 3000 kosten en dat acht hij veel te veel, want men moge er nu al een anderen, naam aan geven frobelschool het onderwijs dat daar gegeven wordt beteekend niet zooveel, het zijn inderdaad bewaarscholen, waar de moeders hun kinderen heen brengen om gemakikelijker hun werkzaamheden te kunnen verrichten. Spreker heeft zich tegen uitbredding der sub sidie voor bewaarscholen verzet, hij zal ook hier tegen stemmen. De heer D. SCHEELE noemt het volkomen juist, wat de heer Van Riet heeft gezegd, dat dit voorstel een uitvloeisel is van ander aan vragen, maar nu moet hij daarom het bewaar school onderwijs niet gaan afbreken. Hij moet zich hierin wel eenigszins verwonderen over de inconsequentie van den heer Van Riet, want als er iemand was die heeft geijverd voor over- neming van het speelterrein in de buurt Java, door de gemeente, dan was hij het. Dat was toch ook om de kinders daar te bewaren, om ze daar te laten spelen? En nu worden de kin- deren in de bewaarscholen niet alleen bezig ge- j houden met spelen, maar ze krijgen er ook nog onderwijs bij in frobelen en dat is ook van belang voor de kinderen. Spreker heeft er dan ook niets tegen een subsidie te geven voor de i R. K. bewaarscholen, indien dien het noodig hebben, evengoed als het aan de christelijke bewaarschool gegeven is, toen die het zonder j dat niet meer kon bolwerken. Als nu ook de R. K. niet vender kunnen, meent hij, dat de raad geroepen is, die te helpen, in stand hou- den. En aan den heer Colsen voegt hij toe, dat, indien er bezwaar is tegen verhooging van het schoolgeld, burgemeester en wethouders er ook niets op tegen hebben, dat het nog be- noodigde bedrag op andere wijze, b.v. door partieulieren, wordt bijeen gebracht. Hij ver- onderstelt, dat burgemeester en wethouders bij hun voorstel ook een zakere evenredigheid in het oog hebben gehouden. j De heer VAN CADSAND verklaart nog, j niets tegen de bewaarscholen te hebben, doch alleen op grond van de financieele omstandig- S heden der gemeente tegen te stemmen. De j christelijke bewaarschool is alleen om subsidie gekomen, toen ze door de oorlogsomstandig- heden daartoe genoodzaakt werd. En toen is er nog de voorwaarde aan verbonden, dat de subsidie uitsluitend zou dienen voor verbete- ring van de jaarwedden van het personeel. Hier hoort hij die bepaling nooit aan de voorwaarden verbinden. Hij kan daarom niet voor stemmen. De heer GEELHOEDT vestigt de aandacht op de bijlagen van het adres betreffende de R. K. bewaarschool te Sluiskil, In de rekening over 1925 staat eeft uitgaaf voor huur van het lokaal 156, terwijl in de begrooting voor 1927 een post van 225 voorkomt voor een gebouw met speelplaats. Kunnen burgemeesiter en wethouders daarover misschien inlichtingen geven? Verder bespreekt hij het beweren van den heer Colsen, dat er zooveel kinders gratis gaan, omdat de menschen geen schoolgeld be talen kunnen, Hij wijst op den tijd toen er geen bewaarscholen waren De heer COLSENDan namen de moeders de kinders op een kruiwagen mee naar het land. De heer GEELHOEDT vervolgt, dat de moe ders, als ze in het land moesten gaan werken, de kinderen bij een of andere buurvrouw brach- ten, die er zich voor bescbikbaar stelde die kin deren te bewaken, tegen 5 tot 7 cent per dag, alzoo nog meer dan 25 cent per week, terwijl de loonen desitijds heel wat lager waren dan tegenwoordig. Hij heeft dat zelf niet zoo aan schouwd, maar er toch genoeg over gehoord. Indien er toen kon betaald worden, zal dit nu toch ook nog kunnen, doch om op dien grond subsidie van de gemeente te vragen, daar kan hij zich niet mede vereenigen. Als de school in nood verkeert, wil hij voor subsidie stem- men, maar voor deze moeten dezelfde voor waarden gelden die ook aan andere scholen gesteld worden: gelijke monikken, gelijke kap- pen. De heer HAMELINK verklaart zich niet tegen de voorstellen te zullen verzetten, hij ziet er in een stuk gelijkstelling op onderwijs- gebied en zal er verder niets van zeggen. De heer COLSEN wijst er op, dat de heer Van Riet voor de bewaarschool niet veel voelt, hij beschouwt het meer als een bewaarschool, dan als een plaats om te leeren. Spreker acht het daarantegen een nuttige inrichting, indien de vrouw ook naar het land moet gaan werken hetgeen wel is af te keuren, maar wat bij sommige menschen niet anders kan is er een plaats waar ze met gerustiheid de kinderen kun nen heen sturen, terwijl ze die anders op een kruiwagen mee moeten nemen naar het land, hetgeen hij nog dezer dagen heeft gezien. Maar bovendien leeren de kinderen toch ook nog wel wat in die bewaarplaats, waar ze in latere jaren nog wel degelijk iets goeds ondervinden Spre ker heeft het hoofd der openbare school hooren zeggen, dat men, vooral in. de eerste leerjaren later niet zoo meer een groot verschil kan bemerken tusscben de kinderen d'e naar de bewaarschool hebben gegaan of die voor het eerst op school komen. Ze zijn meer gewoon aan den regel van een school en het stilzitten bij het leeren. Wat het verschil tusschen de rekenirg en begrooting betreft, over de door den heer Geel hoedt genoemde posten, deelt spreker mede, dat de bewaarschool vroeger een lokaal huurde, maar nu heeft zij er zelf een gebouwd. Van daar dat het bestuur nu rente moet betalen, in plaats van zooals vroeger huur. De heer VAN RIET meent, dat er een mis- verstand bestaat, omdat hij het over bewaar school had in plaats van frdhel-chool. als zou hij daarvoor niet voelen. Hij heeft alleen wil len aanstippen, dat het bewaren toch op den voorgrond staat. Hij wil heelemaal niet be weren, dat de kinderen er geen verschillende goede dingen zouden leeren. De heer FRERIKS meent op gro d van waarnemingen van meer nabij te kunnen 'co stateeren, dat de kinderen op de bewaarschool heel wat leeren, waarvan ze niet alleen in de eerste leerjaren op de lagere school, maar ook voor geheel hun volgend leven groot voordeel hebben. Voor verschillende za.ken wordt daar de ondergrond gelegd. Door enkele heeren is te kennen gegeven, dat het verzoek om een subsidie voor de R. K. bewaarschool een uitvloeisel zou zijn van het toestaan eener subsidie voor een neutrale be waarschool. Feitelijk is dit wel zoo, doch dat wil niet zeggen, dat de stichting en het onder- houd der R. K. bewaarschool geen gi oote of fers heeft gekost. De Eerwaarde Zusters van Roosendaal zijn daarvoor naar hier gekomen en hebben zich groote financieele offers getroost. voor de i.n stand'houdrng. De subsidie voor an dere bewaarscholen verleend is aanleiding ge- weesit, dat het bestuur van de R. K. hew ar- school, dat vroeger wellicht te bescheiden was, nu minder bescheiden is geworden, en, waar daarvoor steun verleend wordt, ook is komen aankloppen. Spreker meent, dat dit toch niet te misprjjzen valt. Hij acht alle reden aanwe- zig, om ook het verzoek van de R. K, bewaar school in de kom, tot het verleenen eener sub sidie van f 1000 toe te staan. De VOORZITTER wijst er op, dat de heer Colsen ontstemt is, door het voo stel van bur gemeester en wethouders, om de subsidie niet ten voile toe te staan en hij meent, dat geen hooger schoolgeld kan betaald worden. Onge- veer een gelijk motief ihaalt de heer Van Cad sand aan, die het verzoek wiil afwijzen. op grond, dat de gemeente het n'e' zou kunnen betalen. Spreker wil in deze den heer Colsen den raad geven, te trachten het nog ontbreken- de in eigen kring te vinden. Burgemeester en wethouders meenen, dat de raad niet kan nalaten voor dit doel subsidie te verleenen. Er is ook eenigszins in ongunstigen* zin over het bewaarschoolonderwijis gesproken. Spreker is daarentegen van oordeel, dat in on- zen tijd dat ,,voorbereidend onderwijs", en zal, als zoodaniig moet men het beschouwen, niet kan gemist worden voor een goede aan- sluiting op het lager onderwijs. Behalve dat voorbereidend onderwijs neemt men, er nog hand werk onderwijs bij. Zeker er zullen wel moeders zijn, die hun kinderen naar die soho len zenden omdat ze daar „bewaard" zullen worden, doch dit geschiedt dan niet altijd uit gemakzucht, doch ook dikwijls uit de dr'rgen- de oorzaak, dat de moeders ook nog moeten trachten om met werken iets te verdienen, teneinde de sociale positie van het gez'n te verbeteren. En in elk geval zijn de kinderen dan nu toch beter bewaard, dan toen men ze vroeger zoo hier en daar bij particulie-en moest brengen. Men beschilct nu over dege- lijke inricihtingen, waar de kinderen niet alleen aangenaam maar ook nuttig worden bezig- gehouden. De heer Hamelink beschouwt het als een kwestie van gelijkstelling hetgeen het ook inderdaad is en spreker meent, dat ook de heer Van Riet hoog genoeg moet staan om dit in te zien en voor het voorstel te stem- men. Burgemeester en wethouders hebben over- wogen, dat onze bevolking circa 10.000 zielen telt en het aantal kinderen, dat voor bezoeken der bewaarscholen in aanmerking komt plus minus 4800 bedraagt. Daarvan rekenem ze er ongeveer een derde, of 1600, als te behooren tot de Katholieke bevolking. Aangezien ten behoeve der niet-Katholieke bevolking f 2000 subsidie is toegestaan, stellen ze voor f 1000 te geven voor de Katholieke kinderen. Nu bad- den zij aan de beide besturem. kunnen overlaten die 1000 te verdeelen, doch zij hebben het beter geacht het zoo te regelen, dat d'e school in "de kom twee derde en die te Sluiskil een derde krijigt, van daar f 600 en f 400. Spreker kan thans niets anders dan aandrin- gen op aanneming van het voorstel, voor steun van het hooge beginsel, dat gezorgd be- hoord te worden voor goed voorbereidend on derwijs, en gelijk'heid tusschen de verschillende fiacties. Burgemeester en wethouders hebben gemeend aan het verleenen dezer subsidies de zelfde voorwaarden te moeten verbinden die zij ook voor de andere inrichtingen stellen. De heer GEELHOEDT wenscht ook nog de aandacht te vestigen op de rekening van de be waarschool in de kom. Hij wist niet, of die in de Zandstraat nog met kapitaal belast is en heeft daarom bij een bestuursllid gei'nformeerd. Hij vernam, dat dit het geval was, doch dat van aflos niet veel kwam. Gewoonlijk weet men, als men voor zoo iets geld lee it, dat daar van niet veel terecht komt. Hij vindt het daar om in het oogloopend., dat voor de R. K. school in de kom 500 wordt gerekend voor aflos- sing. Hij meent, dat de vraag gewettigd is, of het wel noodig is, dat de kosten van zoo'n ge bouw op een 10 of 20 jaar worden afgelost. Hij meent, dat die wel te royaal moet genoemd worden, als het uit gemeentesubsidie geschie- den moet. j De heer FRERIKS merkt op, dat dit een technische kwestie is en het hem den laa'sten tijd heeft ontbroken aan, gelegenheid, zich daar geheel in te werken. Hij wijst er echter op, dat er 35.000 voor de stichting ter le?n is verstrekt. Naar hij hoorde, is daarop nog niets afgelost, zoodat ieder toch wel zal toegeven, dat het dan zoo zachtjes aan tijd wordt, dat daaraan ook eens wordt gedacht. lets anders is het, als men zich op ihet stan 'punt stelt, dat deze school, ook al wordt er geen subsidie ge geven in stand gehouden zal worden. Dat is volkomen juist, het is voldoende bekend, dat de Katholieken er dan g aag zelf het noodice voor offeren (Tegensprekende interrupties van verschil lende leden). De heer D. SCHEELE: Ik zou daarover wel iets anders kunnen zeggen! De heer FRERIKS zal zijn woirden dam veranderen en aanstippen, dat de Katholieken dan nog over de noodige bronmen kunnen be schikken om hunne stichtimgen dan zelf in stand te houden. Het bewaarschoolbestuur is er vroeger gekomen, het zou er nu ook nog wel komen. De heer GEELHOEDT staat perplex over deze toelichting. Dat er een bedrag val f 35.0CO zcru zijn voorgeschoten komt hem toch zeer hoog voor. Hij vraagt aan burge res ter en wethouders of bet hun bekend is, of dat be drag alleen voor stichting der bewaarschool heeft gediend. Of, is daarvoor ook nog een deel betaald van de kosten van verandeuing van het Patronaat, waarin verschillende festivite'ten worden gehouden Voor aflos ten behceve daarvan behoort dun trch geen gemeente -ub- sidie te worden betaald. De heer FRERIKS geeft te kennen, dat het Patronaat geheel op zicthzelf staat; de f 35.000 zijn gebruikt voor de bewaarschool. De heer VAN CADSAND wil nog iets op- merken; de voorzitter heeft zooeven becijferd hoeveel Protestantsche en niet-Protestantsdie kinderen er zouden zijn, om daardoor te komen tot een verklaring van de voorgestelde subsi die bedragen. Daar gaat het echter bij hem niet om, hij stemt tegen op gro'nd van :le fi- nancieri der gemeem'e. De heer COLSEN merkt op, dat er in de toelichting op het adres wel degelijk staat, deze enkele iaren niet hebben kunnen aflossen, hce- wel dat ook noodig was. Hij verheugt zich ech ter over de mededeeling van den voorz:tt°" d it het aantal kinderen dat Katholiek is een derde van het totaal bedraagt, aangezien de Katho lieken slech'ts een vijfde deal d bevc'V- g t-dlen. Dan gaan we zegt spreker voor- uit! De heer D. SCHEELE meant, dat de hem Colsen daarop maar niet moet gaan voortbor- durem,, want de voorzitter heeft die rekening nu wel gemaakt, doch het zou kunnen, dat bij nadere berekening de heer Colsen bij dit voor- voorstel eigenlijk te veel zou krijgen. De kwes tie door den heer Geelhoedt aangerosrd, is wel van beteekeni®. Er staat irderda-1 In toe lichting dat de f 35.000 heeft gediend voor de bewaarschool. Maarmet 15.000 zou men ook zeer goed een bewaarschool stichten. Het hang't er maar van af hoe men z'n ei- hen stelt. Hij meent, dat burgemeester en w'hou- de**a met hun voorstel meer rekening hri-ken gehouden met 'n subsidie ongeveer per scho >1- gaand kind. Em als nu nader blijkt, dat de !n- komsten voor de bewa'u-mholen versterken en ze het met minder subsidie kunnen stellen dan zullen ze zegt spreker, die voorzitter is der

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 5