ALGEMEEN NIEUWS- EN APYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 8041.
Maandag 14 Maart 1927.
67e Jaargang.
keuring
DIENSTPLICHT.
kostelooze vaccinatie.
ABONNEMENTSPRIJS;
Bekendmaking.
8INNENLAND.
Voor binnen Ter Neuzen /1.40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1 80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post f6,60 per jaar
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen bi] vooruitbetaling.
Oit blad verschl]nt lederen Maandag-, Woensdag- en VrJidaSavond-
AE1E.STI] BLAD.
RAADSVERGADERING.
(UN
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt
ter kennis, dat eene Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd tegen Donderdag
17 Maart 1927, des namiddags 2 uur.
Ter Neuzen, den 14 Maart 1927.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
YOOR DEN
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat de K EU RING SR A AD vqor de inge-
schrevenen voor den dienstplicht, liclitinK 1. ~o,
deaer gemeente zitting zal houden te Ter Neu
zen in de voormalige school A aan het School-
pi eirn op Dinsdag 19 April 1927, des voorrmd-
dags te 11 uur; op Woensdag 20 April 192
des voormiddags te 9.30 uur en op Donderdag
21 April 1927, des voormiddags te 9.30 uur.
A. Taak van den keuringsraad.
Behalve in eenige uitzonderingsgevallen ge-
schiedt voor den keuringsraad het onderzoek
omtrent de geschiktheid voor den dienst.
Ongeschikt voor den dienst worden geacht:
1. zij die kleiner zijn dan 1.55 M.;
2. zij die lijden aan of behept zijn met ziek-
ten of gebreken, vermeld'in een bij Konmklijk
besluit vastgesteld keuringsreglement.
Zii, die bij de eerste maal, dat omtrent hun
geschiktheid uitspraak wordt gedaan, verkee-
ren in een der onder 1 en 2 bedoelde geyallen
worden geacht slechts tijdelijk ongeschikt .e
zijn, indien onderscheidenlijk:
a. de lengte meer dan 1.50 Mf bedraagt;
b. aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte
of het gebrek binnen een jaar zal hebben opge-
houden te bestaan.
In alle andere gevallen worden de onder 1 en
2 bedoelde personen geacht voorgoed onge
schikt te zijn.
Het onderzoek blijft geheel of ten deele a,ch-
terwege, voor zoover blijkt, dat de gezondheids-
toestand van den te keuren persoon het onder
zoek niet gedoogt.
De uitspraken van den keuringsraad worden
in het openbaar medegedeeld.
It Wie voor den keuringsraad moeten
verschijnen.
In het algemeen is ieder, die voor bovenge-
noemde liohting is ingeschreven, verplicht op
de aangegeven plaats en tijd voor den keu
ringsraad te verschijnen. Zoodanige verplich
ting' rust ook op den ingeschrevene van 'de
daaraan voorafgaande licbting, die^ bet vorig
jaar bij de keuring tijdelijk ongeschikt is ver-
klaard. Aan den Voorzitter van den keurings
raad kan worden verzodht om bet onderzoek
bij een anderen keuringsraad te ondergaan.
Dit verzoek kan ongezegeld zijn, doch moet
gefrankeerd verzonden worden. DesgQwenscht
kan hij het verzoekschrift ook indienen bij den
burgemeester, die alsdan zorgt voor de ver-
zending.
Op den ingeschrevene, die bij de thans te
houden keuring tijdelijk ongeschikt wordt ver-
klaard, rust de verplichting om bet volgend
jaar opnieuw voor den keuringsraad te ver
schijnen.
Hij, die voor den keuringsraad moet ver
schijnen, is verplicht zich bij dien raad aan een
onderzoek omtrent zijn geschiktheid voor d;n
dienst te onderwerpen.
Het staat den ingeschrevene vrij, bij de keu
ring een geneeskundige verklaring omtrent de
lichaamsgesteldheid over te leggen, opdat
daarmede rekening ikan worden gebouden.
C. Wie niet voor den keuringsraad
behoeven te verschijnen.
Voor den keuringsraad behoeven niet te ver
schijnen de ingeschrevenen:
a. die zijn opgenomen in een krankzinni-,
gen-, idioten-, doofstommen- of blindengesticht
Voor deze ingeschrevenen wordt door de be-
stuurders der gestichten een geneeskundige
verklaring ingezonden.
b. die doen blijken door Ziekte of gebreken
tot die verschijning buiten staat te zijn en
niet zijn opgenomen in een gesticht als on
der a bedoeld;
De hier bedoelde personen worden onderzocht
op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze
binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht
zich aan dit onderzoek te onderwerpen. Het on
derzoek geschiedt door een door den Voorzit
ter van den keuringsraad aan te wijzen genees
kundige. Dit onderzoek blijft echter achter-
wege, wanneer aan den keuringsraad een ge
neeskundige verklaring wordt ingezonden, die
den raad voldoenden grond geeft om den in
geschrevene ongeschikt te verklaren (zie om
trent zulk een verklaring aan het slot onder
dit hoofd).
c. die zijn opgenomen in een rijksopvoe-
dangsgesticht, een tuchtschool, een gevan-
genis of een rijkswerkinrichting;
Voor onderzoek van deze ingeschrevenen
gelden dezelfde bepaMngen, als voor de onder b
bedoelde personen.
d. die hun beroep maken van de buitenland-
sche zeevaart of van de zeevisscherij bui
tenslands;
Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring
wenschen, zich bij den keuringsraad aan het
onderzoek onderwerpen, voor zoover zij geen
gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid
om voor 16 Maart een dergelijk onderzoek te
ondergaan vanwege den Plaatselijke- of Gar-
nizoenscommandant in een gamizoen of den
Commandant der afdeeling Mariniers te Rot
terdam.
e. die langer dan een maand in het buiten
land verblijven;
Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo
zij keuring wenschen, zich bij den keurings
raad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kun
nen bovenidien op de hiervoor onder B aange-
gerven wijize vragen dm bet onderzoek voor een
anderen keuringsraad te ondergaan.
Voort-s kunnen deze ingeschrevenen, zoo zij
niet verschijnen, bij den keuringsraad voor de
sluiting zijner zitting imzenden een na 1 Maart
afgegeven verklaring, waaruit blijkt:
dat de ingeschrevene met geslachtsnaam,
voomamen en leeftijd aan te duiden door
hen, die de verklaring hebben afgegeven, voor
goed ongeschikt voor den dienst wordt geoor-
deeld; en voorts
de aard en de graad van de ziekte of het ge
brek, op grond waarvan de ongeschiktheid aan-
wezig wordt geacht, zoomede de bezwaren,
door de ziekte of het gebrek veroorzaakt.
Deze verklaring moet de onderteekening dra-
gen van twee geneeskundigen, die ter plaatse
van afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van de
genaes- en heelkunde. De handteekeningen van
hen, die de verklaring hebben afgegeven, moe
ten foehoorlijk voor echt zijn verklaard, onder
bijvoeging, dat zij, door wie de handteekeningen
zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uit-
oeferring van de genees- en heelkunde.
De ingeschrevene wordt alleen voorgoed on
geschikt verklaard, ingeval de verklaring om
trent de ongeschiktheid geen twijfel laat en
niet aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte
of het gebrek binnen een jaar zal hebben op-
gehouden te bestaan;
f. die een geestelijk of een godsdienstig-
menschlieventl ambt bekleeden of tot zoo-
danig ambt worden opgeleid;
Deze ingeschrevenen kunnen zich evenwel,
indien zij dit wenschen, aan het onderzoek voor
den keuringsraad onderwerpen. Zij kunnen bo-
vendien op de hiervoor onder B aangegeven
wijze vragen om het onderzoek voor een an
deren keuringsraad te ondergaan.
g. die als vrijwilliger behooren tot de land-
macht, de zeemacht of de overzeesche
weermacht.
Dezen worden niet tot de keuring toegelaten.
Dit geldt ook voor hen, die tot den vrij willigen
Sandstorm behooren.
Voor den ingeschrevene, op wien de verplich
ting rust voor den keuringsraad te verschijnen,
doch die aan den raad een door twee genees
kundigen afgegeven verklaring zendt, welke
den raad voldoenden grond geeft om den in
geschrevene ongeschikt te verklaren, komt be
doelde verplichting te vervallen. De genees
kundige verklaring moet worden ingezonden
zoo spoedig mogelijk nadat de ingeschrevene is
opgeroepen om voor den keuringsraad te ver
schijnen. De verklaring moet overigens vol-
doen aan dezelfde vereischten, ten aanzien van
de hiervoor onder e vermelde geneeskundige
verklaring aangegeven.
D. Indeeling bij de zeemilitie of bij een der
korpsen van het leger.
De Voorzitter van den keuringsraad verza-
melt tijdens de zitting gegevens omtrent de in
deeling.
In verband hiermede staat het den inge
schrevene vrij aan den Voorzitter mede te
deelen, of hij, zoo hij tot gewoon dienstplich-
tige mocht worden aangewezen. zou wenschen
te worden bestemd voor de zeemilitie, voor de
hospitaalsoldaten of voor een bereden korps en
ook aan welk ander korps hij zich het liefst
toegewezen zou "zien. Ook kan hij zijn wen
schen opgeven omtrent het garnizoen en het
tijdvak van inlijving. Voorts kan de ingeschre
vene den Voorzitter een schriftelijke verklaring
ter hand stellen, om te bewijzen, dat hij voor
eenig vak of voor eenigen arbeid bijzondere
geschiktheid bezit.
Met deze wenschen kan evenwel slechts re
kening worden gehouden, voor zoover de dienst-
belangen het toelaten.
De ingeschrevene en zijn wettige vertegen-
woordiger zijn verplicht de opgaven, die in ver
band met de Dienstplichtwet aan hem worden
gevraagd, naar waarheid te verstrekken (zie
ook hetgeen hieromtrent is vermeld onder
H „Strafbepalingen").
E. Herkeuring.
Ten aanzien van elken ingeschrevene, om
trent wien de keuringsraad uitspraak heeft ge
daan, kan bij den herkeuringsraad een nieuw
geneeskundig onderzoek worden aangevraagd:
a. door den ingeschrevene, wien de uit
spraak geldt, of diens wettigen vertegenwoor-
diger;
b. door elk der ovenge voor de gemeente
ingeschreven personen of diens wettigen ver-
tegenwoordiger
De aanvraag moet berusten op aannemelijke
in het verzoekschrift omschreven gronden en
binnen tien dagen na den dag, waarop de uit
spraak in het openbaar is medegedeeld, zijr
ingeleverd bij den burgemeester der gemeente
waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt
voor den dienstplicht ingeschreven is-
Aanvragen, niet ingericht of niet ingeleverd
op de hier omschreven wijze, kunnen geen ge~
volg hebben.
Verschijnt de ingeschrevene niet op den be-
paalden tijd voor den herkeuringsraad, dan
wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door
den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, ot
door diens wettigen vertegenwoordiger, als
vervallen beschouwd, tenzij hij verkeert in een
der gevallen waarin zonder zijn verschijning
uitspraak kan worden gedaan.
Het nieuwe onderzoek geschiedt door den
herkeuringsraad, die daartoe gewoonlijk zitting
houdt in Juni.
Indien het vanwege den herkeuringsraad te
houden onderzoek niet mocht kunnen plaats
hebben, wordt de ingeschrevene voor geschikt
gehouden.
F. Tusschenpersonen.
Belanghebbenden bij de keuring doen goed
zich er voor te wachten, zich met tusschenper
sonen in verbinding te stellen om voor den
keuringsraad te worden afgekeurd, omdat,
indien ongeschiktheid inderdaad aanwezig is,
de afkeuring ook zonder de tusschenkomst van
die personen zou plaats hebben.
G. Afkeuring doot bedrog.
Blijkt, dat iemand voor goed ongeschikt is
verklaard als gevolg van bedrog, dan wordt hij
op last van den Commissaris der Koningin in de
provincie, binnen welke hij was ingeschreven,
opnieuw voor den dienstplicht ingeschreven,
tenzij hij reeds heeft geloot, in welk geval hij
op last van den Minister weder wordt geplaatst
in de verhouding tot den dienstplicht, waarin
hij stond, toen hij ongeschikt werd verklaard.
Van deze beslissing gesc' edt openbare ken-
nisgeving.
H. Strafbepalmgen.
De ingeschrevene, die verplicht is voor den
keuringsraad te verschijnen en niet op de daar-
voor aangegeven plaats en tijd verschijnt, of
die aldaar verschenen zijnde, zich niet aan
het onderzoek onderwerpt, wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste veertien dagen of
geldboete van ten hoogste honderd vijftig
gulden. Hetzdfde geldt voor den ingeschre
vene, die moet worden onderzocht op de plaats,
waar hij zich bevindit, en zich niet aan het
onderzoek onderwerpt, en ook voor den inge
schreven persoon en zijn wettigen vertegen
woordiger, die de in verband met de Dienst
plichtwet van hem gevraagde opgaven niet of
niet naar waarheid verstrekt. Pleegt hij een
der genoemde feiten opzettelijk, dan wordt hij
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
twee maanden of geldboete van ten hoogste
zeshonderd gulden.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op art.
206 van het Wetboek van Strafrecht, dat luidt
als volgt:
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren wordt gestraft:
1°. hij, die zich opzettelijk voor den dienst
bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of
laat maken;
2°. hij, die een ander op diens verzoek op
zettelijk voor dien dienst ongeschikt maakt.
Indien in het laatste geval het feit den dood
tengevolge heeft, wordt gevangenisstraf van
ten hoogste zes jaren opgelegd.
Ter Neuzen, 12 Maart 1927.
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethcyders van ZAAM-
SLAG maken bekend, dat op Woensdag
23 Maart a.s., des camiddags ten
t»ee ure ten Geo,eentehuize, om drie unr
van die^ zelfdnn dag in een der lokalen
van de Openbare Lagere School in den
Grooten Huissenspolder en om drie en een
half uur van dienzelfden dag in een der
lokalen der Oppnbare Lagere School te
Othene geleg-nhe d bestaat tot
De REVACCINATIE zal plaats heb
ben op Woensdag 30 Maart a.s.,
des namiddags ten twee uur ten Gemeente-
huize, ten dr e ure in gemeld lokaal der
Openbare Lagere School in den Grooten-
Huisse' spolder en ten drie en een half
ure in gemeld lokaal der Openbare Lagere
School te Othene.
Zaamslag, 11 Maart 1927.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH DE FE1JTER Pzn., Burgemeester.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
EERSTE KaMER.
In de bijeenkomst van Vrijlag zette de
heer Briet (a.-r.) die verscbillende bezwaren
tegen het verdrag opperde, zjjn rede voort.
Hij had het o.m. over de toenaderiDg tus-
schen beide landen. Ook hij wenscht die toe
nadering. Maarheeft het Belgische
volk sinds den oorlog niets aan ons te
danken En hij heeft noch bij het Bel
gische volk, noch bij den Belgischen mi
nister, van wien zelfs nog niet een vriendelijk
woord is losgekomen, iets gemerkt. En
men koopt die toenadenng niet door het
voorgestelde Schelderegime. Eerst moet
B lgie zijn politiek wijz geu en afzien van
zijn verlangen om zijn gebied ten koste
van Nederland uit te breiden, dan pas zal
hier het wantrouwen worden weggenomen,
want, zegt spreker met stemrerheffing
Limburg en Zeeuwsch-Vlaandenn willen
Nederlandsch blijven En juist hoe zwakker
Nederlard door af'apping van zijn levens-
bloed (de kanalen) wordt, des te eerder zal
Belgie trachten zijn wenschen te verwezen-
lijken.
Hij eindigt. met de bemerking, dat de
minister her ft verzuimd, voorzieningen te
treffen ten opzichte van onze internationale
positie De Eerste Earner kan dit goed
maken, door het verdrag te verwerpen.
Daarop kwam aan h°t woord de heer
Mr. Rink (v.-b.J, die het Schelderegime een
inbreuk acht op onze souvereiniteit en het
kwestieus blijven van het varen van Belgische
oorlogschepen op de Schelde een onbe
rekenbaar groo'e bron van moeilijkheden
noemt. Alleen als dit onereus verdrag
verworpen is, zal een vriendschap, een
nieuw tractaat met IJelgie kunnen worden
voorbereid.
Na de pauze werd het woord gevoerd
door den heer VaD de Lande, (r -koud
industrieel te Deventer. Deze begon met
dank te brengen aan den Minister voor
z(jn krachtig optreden in 1919 tegen het
Belgisch anexionisme, maar omtrent het
verdrag oordeelt hij dat te ver gaande
eoncessies zjjn gedaan. Hij betoogt dat
Antwerpen het kanaal niet noodig heeft,
dat meer dan wjj verplicht waren is ge
daan voor de verbinding over de Zeeuwsche
wateren, doch dat wg nu uit dank met
die weldaden cm de ooren worden grslagen.
Van dezen spreker wordt gezegd, dat
hij in Be!gi§ bij den heer Cauwelaert op
informatie uit is geweest, om te vernemen
hoe het Antwerpen Moerdgk kanaal door
dezen verdedigd werd doch dat hp, geen
enkel argument er voor bespeurende van
voor- in tegenstander veranderd is. Ook
hij wenscht dit eenzijdig tractaat te zien
verworpen en in rustiger tijd een ander te
zien tot stand komen.
Na deze kwam als negende spr.ker de
heer Wassenaar van Catwjjck (c.-h Deze
een oom van den Minister b!eek de
eerste voorstander. Zjjn partijgenoot de
heer De Vos van Steenwjjk verliet met
het oog daarop tijdens zjjn rede demon-
stratief de zaal.
Noch politiek, noch economisch achtte
deze Spreker het tractaat voor ons land een
gevaar. Hjj gaf toe, dat we eenige con
cessies htbben moeten doen, maar men weet
te voren, zoo redeneerde hjj, dat wanneer
met een lastigen buurman een vergeljjk voor
goed getroffen moet worden, men van zgn
leer moet laten snijden. Hij gaf bljjk van
veel vertrcuwen in den buurman, ook als
hjj dekwe>tie van de Belgische oorlogschepen
op de Schtlde bespreekt. Hjj meent, dat
Nederland ten alien (jjde het recht heeft
die te weigeren.
Op hem volgde de beer Ir. Eoster (v.-b.),
die weer een geheel ander geluid deed hooren.
Zjjn betoog, dat moest afgebroken worden
wegens gevorderd uur, was meer van tech-
nischen aard.
EEN MOO IE GIFT.
De heer H. J. ter Horst te Rijssen,
schonk, ter gelegenheid van zijn 12^-
jarig ihuwelijksfeest, aan de vereeniging
Het Greene Kruis daar ter plaatse een
som van f 10.000 benevens een stuk grond
met bestemming voor een te stichten ge-
bouw voor w ijkverpleging
HET TREKHONDEN-VRAAGSTUK.
Het oniderzoek van het trekhonden-
vraagstuk heeft den Minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw, blijikens
zijn memorie van antwoord aan de Eerste
Earner inza'ke Hoofdstuk V der Staats-
begrooting voor 1927. geleid tot de slot-
som, dat voorziening in de euvelen, welke
pleglen aan den dag te treden bij het bezi-
gen van den hond als trekkracht, te zoe-
ken is in verscherping van de voorschrif-
ten tot uitvoerimg van de Trekhondenwet
1910. De Minister vleat zich de daartoe
strekkenide aan villi ing van het koninklijk
besluit van 6 Februari 1911 sedert gewij-
zigd, weldra te kunnen bevorderen.
DE STRIJD TEGEN DE
VACCINATIES.
Uit 's Gravenpolder gingen de vo-rige
week autobussen vol met kinderen der
bijzondere school naar Gouda en Giessen-
dam, om aldaar van medici verklaringen
te kunnen krijgen om vrijgesteld te wor
den van de verplichting tot inenting tegen
de pokken. Nu men in de naaste oin-
geving geen mediici meer vindt, die de
briefjes wil afgeven zoekt men het ver
van huis.
INSTELLING VAN BEN DEP. VAN
DEFENSIE.
Verschenen is het verslag betreffende
wettelijke voorzieningen naar aanJeiding
van die opiheffing van de departementen
van Marine en van Oorlog en van de in-
stelling van een departement van De-
fensie.
De commissie van rapporteurs der
Tweede Earner heeft overwogen, dat
sedert het afdeelingsonderzoek van dit
wetsontwerp op 2 December 1920 de sa-
menstelling van de Earner een belangrijike
wijziging heeft ondergaan; voorts dat de
Minister van Oorlog en Marine a. i. heeft
meeigelaieeld. dat de Regeering, hoewel zij
zich met den inhoud van het wetsontwerp
kan vereenigen, zulks niet kan doen ten
aanzien van alle overweginaen. welke vol-
gens de memorie van toelichting de Re-
geering aanleiding gaven het ontwerp in
te dienen.
Op grond van een en ander acht de
commissie een nieuw afdeelingisonderzoek
gewenscht.
ONDERWI[S AAN BLINDEN
Het bestuur van ..Bartimeus' Chr.
Blindeninstituuit te'Zeist, stelt het zeer op
prijs, om het ondenstaande onder. de aan
dacht der lezers te brengen.
Door den aard van hun gebrek zijn
blinde kinderen zeer aan hun plaats ge-
bonden en hebben zij een geringe licha-
melijkc ontwikkeling. Het kost soms jaren,
om ze zoover te krijgen, dat ze geschikt
zijn om het onderwijs met vrucht te kun
nen volgen. Minder ibegaafdlheid? Vol-
strekt niet. Heel wat aniders.
Ieder, die kinderen Iheeft, weet. dat bij
het geestelijk normale kind er een oogen-
blik'komt, dat het behoefte krijgt aan meer
ontwikkeling. De ouderi broertjes en zus-
jes lezen; hij kan t niet. Toen hij driie jaar
was, stelde hij zich tevreden met imitatie;
hij nam een krant, desnoods op den kop.
en las ook. Maar zoo teg£n het vijfde jaai
begint hij tot het inzdcht te komen, dat dit
toch niet het ware is. Broertjes en zusjes
gaan naar school, ep (hij wil er ook graaq
keen. Dat is de tijd, waarop met het on
derwijs kan worden begonnen.
Als echter het kind niet op tijd zijn voe-
ding van den geest krijgt, wordt de wer-
king envan verslapt.
Stel u voor een kind, dat uur in uur uit
maar in een hoekje zit, den ganschen lie-
ven dag. Moeder heeft wel wat anders
te doen; het eten moet op tijd klaar zijn en
het huishouden wacht. De andere kinde
ren gaan naar school of hebben hun bezig-
heden. Wat zou er dan van zulk een kind
terecht komen? Dit gebeurt echter niet;
ook al zouden ouders hun kind zoo wil
len verwaarloozen, dan dwingt de leer-
plichtwet ze aan idle geestelijke voeding
van hun kind te denken.
Bij (de blinde kinderen is dit nu dikwijls
anders. De ziende broertjes en zusjes zijn
naar school, maar hij, de stumper, hanqt
maar wat om, en versuft hoe langer hoe
meer. De geest wordt niet ontwikkeld,
en zoo blijft hij in elk opzicht achter, en
glijdt zoo zachtjes aan den huiselijken
kring en het actieve leven uit.
Gelukkiq zijn er vele ouders zoo ver-
standig, dat z'e wel zongen voor ontwikke
ling en ook bijtijdis, zoodat hun kind wordt
geplaatst op een Insbituut, waar het onder
wijs krijgt, dat op hem is berekenid. Een
gewone school toch kan maar heel weinig
met deze kinderen beginnen. Dit houdt
al op met vertellen, versjes leeren en wat
hoofdreken'en. Maar waar het eigenlijk
om gaat, lezen en schrijven e.d., dat kan
een giewone school moeilijk doen. Bar
timeus" is voor al deze d.ingen ingericiht.
daar is de plaats. Maar nu de keerzijde
der medaille.
Eenigle jaren geledem bijv. kreeg ons
sdhoolhoofd bericht, dat er op een dorpje
in het Noorden een blind kind was. Het
bleek inderdaad waar te zijn, dat er een
jongetje van 7 jaar was, dat geheel blind
i geboren was. Maar de ouders waren
i niet bereid het kinld af te staan. Eorten
tijd later werd iemand uit de buurt ver-
zocht, zijn invloed aan te wenden om het
kind geplaatst te krijgen, zonder resultaat.
Een poosje later, kregen de ouders nog
eens bezoek van den predikant, die her
werkelijk zoover bracht dat vader en moe
der het nut van onderwijs voor hun kind
begonnen in te zien. Maar toen kwam de
moeilijkheid pas, want de jongen zelf be-
dankte hartelijk om naar Zeist te qaan
en hoe de bewuste mijnheer en vader en
moeder oolk praatten, hij hield zijn kleine
beentjes strak en weigeridle beslist. Verle-
den jaar hebben we nog eens de gelegen
heid gehad de ouders te laten bezoeken,
doch het resultaat is nihil. De jongen is
nog steeds t'huis en gaat ihet versuffings-
prooes in, dat wij straks al beschreven.
Elk jaar wordt zijn aanleg om te leeren al
meer en meer afgestompt en hij wordt een
voorwerp van zorg voor diaconie en
burgerlijk armibestuur, inplaats van een
mensdh, die met blijidlschap zelf den kost
of een deel daarvan verdient en in zijn
vrijen tijd zijn geest ontwikkeh of ont-
spant met geschikte lectuur.
Dat men dus in de kring en der blinde n
zelf als in die dergenen, die op een of an
dere marnier hen verzorgen of opleiden,
er op uit is om een eind te maken aan (deze
misstanden. laat zich begrijpen.
Met groote blijdschap werd in onzen
kring dan ook vernomen, dat de Inspec-
teur van het Buitengewoon Lager Onder
wijs een onderzoek instelde naar het aan-
tal blinde en doofstomme kinderen, dat op
een school behoorde te zijn en er niet was.
Eort geled'en werd ten kantore van den
Inspecteur een vergadering gehouden, met
vertegenwoordigers van het doofstom
men- pn blindenonderwijs. De Inspecteur
deelde de voorloopige resultaten mede
van zijn onderzoek, waarbij ontstellende
gevallen van verwaarloozing ter sprake
kwamen, kind'eren bijv. idlie den heelen dag
te bed lagen, armen en beenen door jaren-
lang niet gebruiken hoog en stijf opge-
trokken, haast geen menschen meer. Soms
waren er ouders, die hem niet eens wilder,
te woord staan. Groot was de waardee-
ring van de aanweziqen voor al het werk,
zoo geheel belangeloos door Dr. Van
Voorthuysen in het belang deze.r stumpers
verricht. Ook had hij zich in verbinding
gesteld met de Inspecteurs van bet ge
woon Lager Onderwijs, die vaak op de
scholen met dergelijike kinderen in aan-
raking komen.
Ofschoon de cijfers nog niet volledig
waren, bleek er toch wel duidelijk uit, 'dat