ALGEMEEN NIEUWS- EN APYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 8041. Maandag 14 Maart 1927. 67e Jaargang. keuring DIENSTPLICHT. kostelooze vaccinatie. ABONNEMENTSPRIJS; Bekendmaking. 8INNENLAND. Voor binnen Ter Neuzen /1.40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1 80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post f6,60 per jaar Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen bi] vooruitbetaling. Oit blad verschl]nt lederen Maandag-, Woensdag- en VrJidaSavond- AE1E.STI] BLAD. RAADSVERGADERING. (UN De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd tegen Donderdag 17 Maart 1927, des namiddags 2 uur. Ter Neuzen, den 14 Maart 1927. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. YOOR DEN De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat de K EU RING SR A AD vqor de inge- schrevenen voor den dienstplicht, liclitinK 1. ~o, deaer gemeente zitting zal houden te Ter Neu zen in de voormalige school A aan het School- pi eirn op Dinsdag 19 April 1927, des voorrmd- dags te 11 uur; op Woensdag 20 April 192 des voormiddags te 9.30 uur en op Donderdag 21 April 1927, des voormiddags te 9.30 uur. A. Taak van den keuringsraad. Behalve in eenige uitzonderingsgevallen ge- schiedt voor den keuringsraad het onderzoek omtrent de geschiktheid voor den dienst. Ongeschikt voor den dienst worden geacht: 1. zij die kleiner zijn dan 1.55 M.; 2. zij die lijden aan of behept zijn met ziek- ten of gebreken, vermeld'in een bij Konmklijk besluit vastgesteld keuringsreglement. Zii, die bij de eerste maal, dat omtrent hun geschiktheid uitspraak wordt gedaan, verkee- ren in een der onder 1 en 2 bedoelde geyallen worden geacht slechts tijdelijk ongeschikt .e zijn, indien onderscheidenlijk: a. de lengte meer dan 1.50 Mf bedraagt; b. aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte of het gebrek binnen een jaar zal hebben opge- houden te bestaan. In alle andere gevallen worden de onder 1 en 2 bedoelde personen geacht voorgoed onge schikt te zijn. Het onderzoek blijft geheel of ten deele a,ch- terwege, voor zoover blijkt, dat de gezondheids- toestand van den te keuren persoon het onder zoek niet gedoogt. De uitspraken van den keuringsraad worden in het openbaar medegedeeld. It Wie voor den keuringsraad moeten verschijnen. In het algemeen is ieder, die voor bovenge- noemde liohting is ingeschreven, verplicht op de aangegeven plaats en tijd voor den keu ringsraad te verschijnen. Zoodanige verplich ting' rust ook op den ingeschrevene van 'de daaraan voorafgaande licbting, die^ bet vorig jaar bij de keuring tijdelijk ongeschikt is ver- klaard. Aan den Voorzitter van den keurings raad kan worden verzodht om bet onderzoek bij een anderen keuringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan ongezegeld zijn, doch moet gefrankeerd verzonden worden. DesgQwenscht kan hij het verzoekschrift ook indienen bij den burgemeester, die alsdan zorgt voor de ver- zending. Op den ingeschrevene, die bij de thans te houden keuring tijdelijk ongeschikt wordt ver- klaard, rust de verplichting om bet volgend jaar opnieuw voor den keuringsraad te ver schijnen. Hij, die voor den keuringsraad moet ver schijnen, is verplicht zich bij dien raad aan een onderzoek omtrent zijn geschiktheid voor d;n dienst te onderwerpen. Het staat den ingeschrevene vrij, bij de keu ring een geneeskundige verklaring omtrent de lichaamsgesteldheid over te leggen, opdat daarmede rekening ikan worden gebouden. C. Wie niet voor den keuringsraad behoeven te verschijnen. Voor den keuringsraad behoeven niet te ver schijnen de ingeschrevenen: a. die zijn opgenomen in een krankzinni-, gen-, idioten-, doofstommen- of blindengesticht Voor deze ingeschrevenen wordt door de be- stuurders der gestichten een geneeskundige verklaring ingezonden. b. die doen blijken door Ziekte of gebreken tot die verschijning buiten staat te zijn en niet zijn opgenomen in een gesticht als on der a bedoeld; De hier bedoelde personen worden onderzocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan dit onderzoek te onderwerpen. Het on derzoek geschiedt door een door den Voorzit ter van den keuringsraad aan te wijzen genees kundige. Dit onderzoek blijft echter achter- wege, wanneer aan den keuringsraad een ge neeskundige verklaring wordt ingezonden, die den raad voldoenden grond geeft om den in geschrevene ongeschikt te verklaren (zie om trent zulk een verklaring aan het slot onder dit hoofd). c. die zijn opgenomen in een rijksopvoe- dangsgesticht, een tuchtschool, een gevan- genis of een rijkswerkinrichting; Voor onderzoek van deze ingeschrevenen gelden dezelfde bepaMngen, als voor de onder b bedoelde personen. d. die hun beroep maken van de buitenland- sche zeevaart of van de zeevisscherij bui tenslands; Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring wenschen, zich bij den keuringsraad aan het onderzoek onderwerpen, voor zoover zij geen gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid om voor 16 Maart een dergelijk onderzoek te ondergaan vanwege den Plaatselijke- of Gar- nizoenscommandant in een gamizoen of den Commandant der afdeeling Mariniers te Rot terdam. e. die langer dan een maand in het buiten land verblijven; Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo zij keuring wenschen, zich bij den keurings raad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kun nen bovenidien op de hiervoor onder B aange- gerven wijize vragen dm bet onderzoek voor een anderen keuringsraad te ondergaan. Voort-s kunnen deze ingeschrevenen, zoo zij niet verschijnen, bij den keuringsraad voor de sluiting zijner zitting imzenden een na 1 Maart afgegeven verklaring, waaruit blijkt: dat de ingeschrevene met geslachtsnaam, voomamen en leeftijd aan te duiden door hen, die de verklaring hebben afgegeven, voor goed ongeschikt voor den dienst wordt geoor- deeld; en voorts de aard en de graad van de ziekte of het ge brek, op grond waarvan de ongeschiktheid aan- wezig wordt geacht, zoomede de bezwaren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. Deze verklaring moet de onderteekening dra- gen van twee geneeskundigen, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van de genaes- en heelkunde. De handteekeningen van hen, die de verklaring hebben afgegeven, moe ten foehoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door wie de handteekeningen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uit- oeferring van de genees- en heelkunde. De ingeschrevene wordt alleen voorgoed on geschikt verklaard, ingeval de verklaring om trent de ongeschiktheid geen twijfel laat en niet aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte of het gebrek binnen een jaar zal hebben op- gehouden te bestaan; f. die een geestelijk of een godsdienstig- menschlieventl ambt bekleeden of tot zoo- danig ambt worden opgeleid; Deze ingeschrevenen kunnen zich evenwel, indien zij dit wenschen, aan het onderzoek voor den keuringsraad onderwerpen. Zij kunnen bo- vendien op de hiervoor onder B aangegeven wijze vragen om het onderzoek voor een an deren keuringsraad te ondergaan. g. die als vrijwilliger behooren tot de land- macht, de zeemacht of de overzeesche weermacht. Dezen worden niet tot de keuring toegelaten. Dit geldt ook voor hen, die tot den vrij willigen Sandstorm behooren. Voor den ingeschrevene, op wien de verplich ting rust voor den keuringsraad te verschijnen, doch die aan den raad een door twee genees kundigen afgegeven verklaring zendt, welke den raad voldoenden grond geeft om den in geschrevene ongeschikt te verklaren, komt be doelde verplichting te vervallen. De genees kundige verklaring moet worden ingezonden zoo spoedig mogelijk nadat de ingeschrevene is opgeroepen om voor den keuringsraad te ver schijnen. De verklaring moet overigens vol- doen aan dezelfde vereischten, ten aanzien van de hiervoor onder e vermelde geneeskundige verklaring aangegeven. D. Indeeling bij de zeemilitie of bij een der korpsen van het leger. De Voorzitter van den keuringsraad verza- melt tijdens de zitting gegevens omtrent de in deeling. In verband hiermede staat het den inge schrevene vrij aan den Voorzitter mede te deelen, of hij, zoo hij tot gewoon dienstplich- tige mocht worden aangewezen. zou wenschen te worden bestemd voor de zeemilitie, voor de hospitaalsoldaten of voor een bereden korps en ook aan welk ander korps hij zich het liefst toegewezen zou "zien. Ook kan hij zijn wen schen opgeven omtrent het garnizoen en het tijdvak van inlijving. Voorts kan de ingeschre vene den Voorzitter een schriftelijke verklaring ter hand stellen, om te bewijzen, dat hij voor eenig vak of voor eenigen arbeid bijzondere geschiktheid bezit. Met deze wenschen kan evenwel slechts re kening worden gehouden, voor zoover de dienst- belangen het toelaten. De ingeschrevene en zijn wettige vertegen- woordiger zijn verplicht de opgaven, die in ver band met de Dienstplichtwet aan hem worden gevraagd, naar waarheid te verstrekken (zie ook hetgeen hieromtrent is vermeld onder H „Strafbepalingen"). E. Herkeuring. Ten aanzien van elken ingeschrevene, om trent wien de keuringsraad uitspraak heeft ge daan, kan bij den herkeuringsraad een nieuw geneeskundig onderzoek worden aangevraagd: a. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of diens wettigen vertegenwoor- diger; b. door elk der ovenge voor de gemeente ingeschreven personen of diens wettigen ver- tegenwoordiger De aanvraag moet berusten op aannemelijke in het verzoekschrift omschreven gronden en binnen tien dagen na den dag, waarop de uit spraak in het openbaar is medegedeeld, zijr ingeleverd bij den burgemeester der gemeente waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt voor den dienstplicht ingeschreven is- Aanvragen, niet ingericht of niet ingeleverd op de hier omschreven wijze, kunnen geen ge~ volg hebben. Verschijnt de ingeschrevene niet op den be- paalden tijd voor den herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, ot door diens wettigen vertegenwoordiger, als vervallen beschouwd, tenzij hij verkeert in een der gevallen waarin zonder zijn verschijning uitspraak kan worden gedaan. Het nieuwe onderzoek geschiedt door den herkeuringsraad, die daartoe gewoonlijk zitting houdt in Juni. Indien het vanwege den herkeuringsraad te houden onderzoek niet mocht kunnen plaats hebben, wordt de ingeschrevene voor geschikt gehouden. F. Tusschenpersonen. Belanghebbenden bij de keuring doen goed zich er voor te wachten, zich met tusschenper sonen in verbinding te stellen om voor den keuringsraad te worden afgekeurd, omdat, indien ongeschiktheid inderdaad aanwezig is, de afkeuring ook zonder de tusschenkomst van die personen zou plaats hebben. G. Afkeuring doot bedrog. Blijkt, dat iemand voor goed ongeschikt is verklaard als gevolg van bedrog, dan wordt hij op last van den Commissaris der Koningin in de provincie, binnen welke hij was ingeschreven, opnieuw voor den dienstplicht ingeschreven, tenzij hij reeds heeft geloot, in welk geval hij op last van den Minister weder wordt geplaatst in de verhouding tot den dienstplicht, waarin hij stond, toen hij ongeschikt werd verklaard. Van deze beslissing gesc' edt openbare ken- nisgeving. H. Strafbepalmgen. De ingeschrevene, die verplicht is voor den keuringsraad te verschijnen en niet op de daar- voor aangegeven plaats en tijd verschijnt, of die aldaar verschenen zijnde, zich niet aan het onderzoek onderwerpt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden. Hetzdfde geldt voor den ingeschre vene, die moet worden onderzocht op de plaats, waar hij zich bevindit, en zich niet aan het onderzoek onderwerpt, en ook voor den inge schreven persoon en zijn wettigen vertegen woordiger, die de in verband met de Dienst plichtwet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waarheid verstrekt. Pleegt hij een der genoemde feiten opzettelijk, dan wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. Voorts wordt de aandacht gevestigd op art. 206 van het Wetboek van Strafrecht, dat luidt als volgt: Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft: 1°. hij, die zich opzettelijk voor den dienst bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of laat maken; 2°. hij, die een ander op diens verzoek op zettelijk voor dien dienst ongeschikt maakt. Indien in het laatste geval het feit den dood tengevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd. Ter Neuzen, 12 Maart 1927. De Burgemeester, J. HUIZINGA. Burgemeester en Wethcyders van ZAAM- SLAG maken bekend, dat op Woensdag 23 Maart a.s., des camiddags ten t»ee ure ten Geo,eentehuize, om drie unr van die^ zelfdnn dag in een der lokalen van de Openbare Lagere School in den Grooten Huissenspolder en om drie en een half uur van dienzelfden dag in een der lokalen der Oppnbare Lagere School te Othene geleg-nhe d bestaat tot De REVACCINATIE zal plaats heb ben op Woensdag 30 Maart a.s., des namiddags ten twee uur ten Gemeente- huize, ten dr e ure in gemeld lokaal der Openbare Lagere School in den Grooten- Huisse' spolder en ten drie en een half ure in gemeld lokaal der Openbare Lagere School te Othene. Zaamslag, 11 Maart 1927. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JOH DE FE1JTER Pzn., Burgemeester. J. STOLE Lzn., Secretaris. EERSTE KaMER. In de bijeenkomst van Vrijlag zette de heer Briet (a.-r.) die verscbillende bezwaren tegen het verdrag opperde, zjjn rede voort. Hij had het o.m. over de toenaderiDg tus- schen beide landen. Ook hij wenscht die toe nadering. Maarheeft het Belgische volk sinds den oorlog niets aan ons te danken En hij heeft noch bij het Bel gische volk, noch bij den Belgischen mi nister, van wien zelfs nog niet een vriendelijk woord is losgekomen, iets gemerkt. En men koopt die toenadenng niet door het voorgestelde Schelderegime. Eerst moet B lgie zijn politiek wijz geu en afzien van zijn verlangen om zijn gebied ten koste van Nederland uit te breiden, dan pas zal hier het wantrouwen worden weggenomen, want, zegt spreker met stemrerheffing Limburg en Zeeuwsch-Vlaandenn willen Nederlandsch blijven En juist hoe zwakker Nederlard door af'apping van zijn levens- bloed (de kanalen) wordt, des te eerder zal Belgie trachten zijn wenschen te verwezen- lijken. Hij eindigt. met de bemerking, dat de minister her ft verzuimd, voorzieningen te treffen ten opzichte van onze internationale positie De Eerste Earner kan dit goed maken, door het verdrag te verwerpen. Daarop kwam aan h°t woord de heer Mr. Rink (v.-b.J, die het Schelderegime een inbreuk acht op onze souvereiniteit en het kwestieus blijven van het varen van Belgische oorlogschepen op de Schelde een onbe rekenbaar groo'e bron van moeilijkheden noemt. Alleen als dit onereus verdrag verworpen is, zal een vriendschap, een nieuw tractaat met IJelgie kunnen worden voorbereid. Na de pauze werd het woord gevoerd door den heer VaD de Lande, (r -koud industrieel te Deventer. Deze begon met dank te brengen aan den Minister voor z(jn krachtig optreden in 1919 tegen het Belgisch anexionisme, maar omtrent het verdrag oordeelt hij dat te ver gaande eoncessies zjjn gedaan. Hij betoogt dat Antwerpen het kanaal niet noodig heeft, dat meer dan wjj verplicht waren is ge daan voor de verbinding over de Zeeuwsche wateren, doch dat wg nu uit dank met die weldaden cm de ooren worden grslagen. Van dezen spreker wordt gezegd, dat hij in Be!gi§ bij den heer Cauwelaert op informatie uit is geweest, om te vernemen hoe het Antwerpen Moerdgk kanaal door dezen verdedigd werd doch dat hp, geen enkel argument er voor bespeurende van voor- in tegenstander veranderd is. Ook hij wenscht dit eenzijdig tractaat te zien verworpen en in rustiger tijd een ander te zien tot stand komen. Na deze kwam als negende spr.ker de heer Wassenaar van Catwjjck (c.-h Deze een oom van den Minister b!eek de eerste voorstander. Zjjn partijgenoot de heer De Vos van Steenwjjk verliet met het oog daarop tijdens zjjn rede demon- stratief de zaal. Noch politiek, noch economisch achtte deze Spreker het tractaat voor ons land een gevaar. Hjj gaf toe, dat we eenige con cessies htbben moeten doen, maar men weet te voren, zoo redeneerde hjj, dat wanneer met een lastigen buurman een vergeljjk voor goed getroffen moet worden, men van zgn leer moet laten snijden. Hij gaf bljjk van veel vertrcuwen in den buurman, ook als hjj dekwe>tie van de Belgische oorlogschepen op de Schtlde bespreekt. Hjj meent, dat Nederland ten alien (jjde het recht heeft die te weigeren. Op hem volgde de beer Ir. Eoster (v.-b.), die weer een geheel ander geluid deed hooren. Zjjn betoog, dat moest afgebroken worden wegens gevorderd uur, was meer van tech- nischen aard. EEN MOO IE GIFT. De heer H. J. ter Horst te Rijssen, schonk, ter gelegenheid van zijn 12^- jarig ihuwelijksfeest, aan de vereeniging Het Greene Kruis daar ter plaatse een som van f 10.000 benevens een stuk grond met bestemming voor een te stichten ge- bouw voor w ijkverpleging HET TREKHONDEN-VRAAGSTUK. Het oniderzoek van het trekhonden- vraagstuk heeft den Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw, blijikens zijn memorie van antwoord aan de Eerste Earner inza'ke Hoofdstuk V der Staats- begrooting voor 1927. geleid tot de slot- som, dat voorziening in de euvelen, welke pleglen aan den dag te treden bij het bezi- gen van den hond als trekkracht, te zoe- ken is in verscherping van de voorschrif- ten tot uitvoerimg van de Trekhondenwet 1910. De Minister vleat zich de daartoe strekkenide aan villi ing van het koninklijk besluit van 6 Februari 1911 sedert gewij- zigd, weldra te kunnen bevorderen. DE STRIJD TEGEN DE VACCINATIES. Uit 's Gravenpolder gingen de vo-rige week autobussen vol met kinderen der bijzondere school naar Gouda en Giessen- dam, om aldaar van medici verklaringen te kunnen krijgen om vrijgesteld te wor den van de verplichting tot inenting tegen de pokken. Nu men in de naaste oin- geving geen mediici meer vindt, die de briefjes wil afgeven zoekt men het ver van huis. INSTELLING VAN BEN DEP. VAN DEFENSIE. Verschenen is het verslag betreffende wettelijke voorzieningen naar aanJeiding van die opiheffing van de departementen van Marine en van Oorlog en van de in- stelling van een departement van De- fensie. De commissie van rapporteurs der Tweede Earner heeft overwogen, dat sedert het afdeelingsonderzoek van dit wetsontwerp op 2 December 1920 de sa- menstelling van de Earner een belangrijike wijziging heeft ondergaan; voorts dat de Minister van Oorlog en Marine a. i. heeft meeigelaieeld. dat de Regeering, hoewel zij zich met den inhoud van het wetsontwerp kan vereenigen, zulks niet kan doen ten aanzien van alle overweginaen. welke vol- gens de memorie van toelichting de Re- geering aanleiding gaven het ontwerp in te dienen. Op grond van een en ander acht de commissie een nieuw afdeelingisonderzoek gewenscht. ONDERWI[S AAN BLINDEN Het bestuur van ..Bartimeus' Chr. Blindeninstituuit te'Zeist, stelt het zeer op prijs, om het ondenstaande onder. de aan dacht der lezers te brengen. Door den aard van hun gebrek zijn blinde kinderen zeer aan hun plaats ge- bonden en hebben zij een geringe licha- melijkc ontwikkeling. Het kost soms jaren, om ze zoover te krijgen, dat ze geschikt zijn om het onderwijs met vrucht te kun nen volgen. Minder ibegaafdlheid? Vol- strekt niet. Heel wat aniders. Ieder, die kinderen Iheeft, weet. dat bij het geestelijk normale kind er een oogen- blik'komt, dat het behoefte krijgt aan meer ontwikkeling. De ouderi broertjes en zus- jes lezen; hij kan t niet. Toen hij driie jaar was, stelde hij zich tevreden met imitatie; hij nam een krant, desnoods op den kop. en las ook. Maar zoo teg£n het vijfde jaai begint hij tot het inzdcht te komen, dat dit toch niet het ware is. Broertjes en zusjes gaan naar school, ep (hij wil er ook graaq keen. Dat is de tijd, waarop met het on derwijs kan worden begonnen. Als echter het kind niet op tijd zijn voe- ding van den geest krijgt, wordt de wer- king envan verslapt. Stel u voor een kind, dat uur in uur uit maar in een hoekje zit, den ganschen lie- ven dag. Moeder heeft wel wat anders te doen; het eten moet op tijd klaar zijn en het huishouden wacht. De andere kinde ren gaan naar school of hebben hun bezig- heden. Wat zou er dan van zulk een kind terecht komen? Dit gebeurt echter niet; ook al zouden ouders hun kind zoo wil len verwaarloozen, dan dwingt de leer- plichtwet ze aan idle geestelijke voeding van hun kind te denken. Bij (de blinde kinderen is dit nu dikwijls anders. De ziende broertjes en zusjes zijn naar school, maar hij, de stumper, hanqt maar wat om, en versuft hoe langer hoe meer. De geest wordt niet ontwikkeld, en zoo blijft hij in elk opzicht achter, en glijdt zoo zachtjes aan den huiselijken kring en het actieve leven uit. Gelukkiq zijn er vele ouders zoo ver- standig, dat z'e wel zongen voor ontwikke ling en ook bijtijdis, zoodat hun kind wordt geplaatst op een Insbituut, waar het onder wijs krijgt, dat op hem is berekenid. Een gewone school toch kan maar heel weinig met deze kinderen beginnen. Dit houdt al op met vertellen, versjes leeren en wat hoofdreken'en. Maar waar het eigenlijk om gaat, lezen en schrijven e.d., dat kan een giewone school moeilijk doen. Bar timeus" is voor al deze d.ingen ingericiht. daar is de plaats. Maar nu de keerzijde der medaille. Eenigle jaren geledem bijv. kreeg ons sdhoolhoofd bericht, dat er op een dorpje in het Noorden een blind kind was. Het bleek inderdaad waar te zijn, dat er een jongetje van 7 jaar was, dat geheel blind i geboren was. Maar de ouders waren i niet bereid het kinld af te staan. Eorten tijd later werd iemand uit de buurt ver- zocht, zijn invloed aan te wenden om het kind geplaatst te krijgen, zonder resultaat. Een poosje later, kregen de ouders nog eens bezoek van den predikant, die her werkelijk zoover bracht dat vader en moe der het nut van onderwijs voor hun kind begonnen in te zien. Maar toen kwam de moeilijkheid pas, want de jongen zelf be- dankte hartelijk om naar Zeist te qaan en hoe de bewuste mijnheer en vader en moeder oolk praatten, hij hield zijn kleine beentjes strak en weigeridle beslist. Verle- den jaar hebben we nog eens de gelegen heid gehad de ouders te laten bezoeken, doch het resultaat is nihil. De jongen is nog steeds t'huis en gaat ihet versuffings- prooes in, dat wij straks al beschreven. Elk jaar wordt zijn aanleg om te leeren al meer en meer afgestompt en hij wordt een voorwerp van zorg voor diaconie en burgerlijk armibestuur, inplaats van een mensdh, die met blijidlschap zelf den kost of een deel daarvan verdient en in zijn vrijen tijd zijn geest ontwikkeh of ont- spant met geschikte lectuur. Dat men dus in de kring en der blinde n zelf als in die dergenen, die op een of an dere marnier hen verzorgen of opleiden, er op uit is om een eind te maken aan (deze misstanden. laat zich begrijpen. Met groote blijdschap werd in onzen kring dan ook vernomen, dat de Inspec- teur van het Buitengewoon Lager Onder wijs een onderzoek instelde naar het aan- tal blinde en doofstomme kinderen, dat op een school behoorde te zijn en er niet was. Eort geled'en werd ten kantore van den Inspecteur een vergadering gehouden, met vertegenwoordigers van het doofstom men- pn blindenonderwijs. De Inspecteur deelde de voorloopige resultaten mede van zijn onderzoek, waarbij ontstellende gevallen van verwaarloozing ter sprake kwamen, kind'eren bijv. idlie den heelen dag te bed lagen, armen en beenen door jaren- lang niet gebruiken hoog en stijf opge- trokken, haast geen menschen meer. Soms waren er ouders, die hem niet eens wilder, te woord staan. Groot was de waardee- ring van de aanweziqen voor al het werk, zoo geheel belangeloos door Dr. Van Voorthuysen in het belang deze.r stumpers verricht. Ook had hij zich in verbinding gesteld met de Inspecteurs van bet ge woon Lager Onderwijs, die vaak op de scholen met dergelijike kinderen in aan- raking komen. Ofschoon de cijfers nog niet volledig waren, bleek er toch wel duidelijk uit, 'dat

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 1