AL6EIBEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN. No. 8021. Woensdag 25 Januari 1927. 67 Jaargang. Een vervolging in Thibet. buitenland. ABONNEMENTSPRIIS: jj[B INNENLAHD. FEUILLETON. Voor binnen Ter Neuzen /1,40 per 3 maar.den Voor buiten Ter Neuzen tr. per post j i.eO 5 maanden Bij vuoiuitbetaling tr. per post j b,bU pet jat Voor 't buitenland f 2.70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetahng. biad vcrschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond. DE HUURWETTEN BDITEN WERKING. Drie Koninklijke besluiten, alle gedag- teekend 18 Januari 1927 zijn heden m het Staatsblad verschener. Daarin wordt, ter uitvoering van slotartike'en van de Huur- commissiewet, van de Huiropzpggingswrt bepaa'.d, dat de omstandigheden het vooit- bestaan van deze wetten, langer dan zes maanden na 18 Januari 1927, niet noodig maken. Derhalve zijn met ingang van 19 Juli 1927, de Huurw.t'eu baiten werking gesteld. HET NEDERLANDSCH-BELGISCH VERDRAG. Door een aantal (85 hoogleetarrn van de Technische Hoogeschool te Delft is aan de Eerste Kamer een adres gezonden, waarin de meening wordt uitgpsproken, dat door de aanvaarding van het ontwerp Neder- landsoh-Belgisch tractaat: lo. belangrpke politieke aangelegenheden niet op bevredi gende wjjze worden opge'ost; 2o. door NeJerland, zonder teg^nprestaties anderzijds belangrgke voordeelen uit de g ografische ligging voort loeiende, zouden worden prjjs- gegeven3o. onzekerheid bljjft bes'aan omtrent grootte der economische opofferingen welke door ons land in naas'e en Vcrdere toekomst zouden moeten worden gebracht. Adressanten spreken de ho">p uit, dat de Eerste Kamer het verdrag in den buidigen vorm niet zal aanvaarden en den weg zal weten aan te wijz n waar'ar gs een voor beiie rijken bevredigende oplossing kan worden verkregen. Adressen tot niet-aanvaarding van het verdrag zijn aan de Eerste Kamer gezon den door: de Kamer vail Koophandel en Fabrie- ken te Dordrecht; den Bond van Patroons-aaederenver- voerders te land, te Rotterdam. Een-en-negentig leeraren en leerares- sen te Groningen, verbonden aan het stedellijk gymnasium, het Willem Lode- wijik-gymnasium, de Rijks H. B. S. met 5jarigen cursus, de Gem. H. B. S. met 5 iarigen cursus, de Christ. H. B. SL met 5iaarigen cursus, de Middelbare lech- nische Sdhool en de Middelbare Land- bouwschool, hebbcii het yolcjsnde a d res verzonden aan de Eerste Kamer: ..Ondergeteekenden, alien leeraars en leeraressen aan inrichtingen van middel- baar of gymnasiaal onderwijs te Gronin gen, van oordeel, dat het voorgestelde Nederlandsch-Belgische tractaat onaan nemelijk is, o-a. op gronid van economisch belang en nationale veiligheid; spreken de hoop uit, dat uwe vergadering het ont werp in zijn huidigen vorm niet zal aan vaarden". In een begeleidenden brief is meege- deeld, dat uit aanteekeningen op het adres en uit informatie is komen vast te staan, dat slechts 4 leeraren te Groningen voor aanneming van het verdrag waren, en 39 leeraren niet teekemden, omdat zij zich van een oordeel meenden te moeten ont- houden, of door ziekte of anderszins af- wezig waren. Het door een daartoe gevormd ,,Na tionaal Studentencomite" uitgeschreven referendum onder de studenten om zich uit te spreken over het verdrag met Bel gie heeft tengevolge gehad, dat van de 4502 ingekomen antwoorden waren: 69 bianco, 187 voor het verdrag en 4246 tegen. Hierbij is buiten rekening gelaten, dat aan de stemming niet deelgenomen heb- ben 1294 studenten, die zich reeds eerder tegen het verdrag hadden uitgesproken. Deze moeten bij de tegenstemmers wor den geteld, wier aantal daardoor op 5540 komt, tegenover 187 voorstemmers (ver- houding dus ongeveer 30 1en 69 bianco's. Het Nederlandsch-Belgisch Verdrag. VOORLOOPIG VERSLAG DER EERSTE KAMER. Thans is versc'henen het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot goedkeuring van het op 3 April 1925 hier ter stede tusschen Nederland en Belgie gesloten verdrag tot herziening van eenige bepalingen van 't op 19 April 1839 te Londen tusschen beide staten ge sloten verdrag en tot het treffen van eenige regelingen ten behoeve van de wederzijdsche belangen, alsmede van de bij het verdrag gevoegde overeen komst nopens de procedure met betrekking tot de daarin voorziene scheidsrechterlijke oplossing van geschillen, alsook van 'het op 18 Mei 1926 onderteekende protocol tot nadere omschrijving van de strekking van eenige bepalingen daarvan, en voorts van het op 22 Mei 1926 te Parijs tusschen Belgie, Frankrijk, Groot-Brittannie en Nederland gesloten verdrag tot erkenning van het vervallen van de collectieve ver- dragen van 19 April 1839 en van het bij dat verdrag behoorende protocol van o nd e rteekening ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. De historische grondslag. De aikjemeene beschouwinqen van dit voorloopig verslag oegmneh met historischen grondslag. Daaraan ontleenen we het volgende: In de eerste plaats werd het verband tusschen het verdrag van 1839 en het nieuwe tractaat ter sprake gebracht. Het te dlien aanzien door den Minister inge- nornen standpunt vond bij onderscheidene leden steun. Men betoogde, dat aan het verdrag van 1839 de gedachte ten grondslag lag, dat Nederland goede uiitwegen aan Belgie moest bezorgen. Daarom is het ook alleen in het aanhangige tractaat te doen. In 1839 is hiermede ook wel rekening gehouden, maar niet afdoende en niet voor de tegienwoordige, gewijzigde om standigheden. Door deze leden werd betoogd, dat de weg naar den Rijn (het Moerdijk- karnaal in ihet nieuwe tractaat) in beginsel reeds te vinden was in het verdrag van 1839- Verse bill en'de leden betwistten echter de juistheid van dit betoog en van de daarin vervatte stellingen en konden zich niet vereenigen met de opvatting van den Minister omtrent het historisch verband tusschen de territoriale regeling en de kwestie der uitwegen. De Minister zec^t, dat het de bedoelincj is geweest van de'tractaten van 1839 door het treffen van regelingen met betrekking tot zekere uiitwegen de economische be- staansimogelijkheden van Belgie te verzoe- nen met het behoud door Nederland van zijn historisch gebi-ed. De leden, hier aan het woord, hadden evenwel van een dergelijke ,,bedoeling niets kunnen ontdekken, en zij verzochten den Minister, afdoend. gegevens te will en verschaffen, waaruit deze strekking der oud.e verdragen zou kunnen blijken. Het- geen de Minister daaromtrent had opge- merkt in zijn eerste in de Tweede Kamer gehouden rede, had hen allerminist van de juistheid van zijn voorstelling overtuigd. Het betoog van den Minister zeer ge- kunsteld. In het algemeen vond men het betoog van den Minister, waardoor verband werd gelegd tusschen het verdrag van 1839 en het aanhangige tractaat, zeer ge- kunsteld. De gieschiedenis van het tot stand ko men der tractaten van 1839 toont duide- lijk aan, dat Nederland de rec'hten, die Belgie verkreeg, beschouwde als aan Nederland voorgeschreven en opgelegd. Die tractaten zijn na langdurige, moeilijke ondeihandeliingen onder voortdurend verzet van Nederland tot stand gekomen- Daaruit volgt, dat zij, bezien in het licht van hun geschiedenis, zijn van strikte in- terpretatie en inhouden een definitieve, zakelijk afgedane regeling van de positie van Nederland. Belgie kan dus, zooals ook de Minister erk'ent, daaraan geen andere rechten ontleenen dan die daarin zijn Vervat. Het gebied van den Minister bij de tot- standkoming van het tractaat, Er werd over het beleid van den Minis ter bij het tot stand brengen van het trac taat zeer verschillend geoordeeld. Som- miige leden brachten den Minister hullde voor diens beleid bij de besprekingen te Parijs. Het tractaat zooals dit aan de Kamer is voorgelegd, is, naar deze leden betoogden, het resultaat van de toen- malige politieke constellatie. prSen ke"""cohs^qudrite"fld'iidiriVinri?.Jpden Minister en uitten de meening, dat de be- zwaren tegen het verdrag overdreven zijn Naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 84) Vervolg Janet keek zwijgend op hem neer. Maar opeens begonnen haar lippen te tirllen; in een volkomen overgeven aan haar wan- hoop fluisterde ze hem snikkend toe: „0NickNickwat moe ten we doen? Ik ben zoo bang. Stargard is verschrikkelijik als je wist hoe hij me b eh and eld heeft. En hij doet alsof me nog erger dingen te wachben staanhij in- simieertEn Husky heeft ook allerlei dingen gezegddie had het over een huis in ShanghaiWat heeft hij daar- mee bedoeld?" t Was hem niet mogelijk haar op die vraag te antwoorden. Niet alleen dat zijn kieschheid hem verbood om over zulke dingen te spreken, maar het was niet nood'ig! Pas wanneer alles faalde, diende ze te weten wat Stargard met haar voor had. Maar alleen het zien van haar ver- driet, haar wanhoop zij, zijn moedige Janet wanhopig!greep hem zoo aan, dat hij besloot nog een laatste poging te doen om haar te redden, ook al wist hij zoo'n poging zonder behoorlijke wapenen voorbeschikt om te mislukken. ,,ZegJanet!" fluisterde hijHeb je een mes?" ,,Nee". ..Pxobeer er dan een te krijgen. Mis- schkn laat een van die drijvers het zijne wel liggen. Als ik vrij kan komen ,,Ik zal mijn best doen gaf Janet een- voudig ten antwoord... dan opeens, met een strak gezicht,Stil, daar komt Stargard aan De Eurasier was uit de tent te voor- sohijn gekomen en kwam nu naar hen toe. Op een afstand van een paar schreden bleef hij staan en bekeek de beide jonge menschen voor hem glimlachend. ,,Ahade twee vogeltjes zitten te trekkebekken, dank zij mijn goede zor- genMaar verder komt het niet Het bouwen van een eigen nestje zal tot de pleizierige droomen moeten behooren, tenminste voor u, Miss Craydon. Voor morgen heeft Mr. Sherrington al een nieuwe incarnatie gevonden en wat u aangaathij zweeg opeens, dan, met een gezicht vertrokken van woede, zoo dat het meer op het masker van een grijnzenden duivel, dan op het gelaat van een mensch geleek, ging hij voort: F.n jijjij mag den prijs van de zonde van je vader betalenop een manier, die ik hem verteld hebdie hem op het oogeniblik, dat wij hier staan praten martelt, onduldbaar". ,,Daar vergis je je in viel Sherrington hem minachtend in de rede- Eliot Cray don heeft met dat soort kwellingeu affl€- d'aan hij is gisteravond gestorven". „Wat! Is hij doodl" riep Janet wanho pig uit. Het volgende oogenblik schrok ze ec'hter terug voor Stargard die bij het hoo- ren van Sherrington's laatste woorden met gebalde vuisten een stap naderbij gekomen was. ,.Je liegt het!" beet hij den geboeiden man voor hem toe. ,,Die man was niet dood. Hij heeft woord voor woord ge- hoord Kon het tractaat niet anders worden verdedigd dan op grond van afdreiging, dan zou elk reclhtgeaard Nederlander er een heftig tegenstander van moeten zijn. Ten gun'ste van het tractaat zijn echter andere en redelijke gronden aan te voe- rem De wijziging van het Verdrag van 1839 is op zichzel'f noodzakelijk, omdat die feiten de verplichte neutraliteit van Belgie hebben te niet gedaan. Daarom moet ihet politiok statuut van Belgie opnieuw wor den vastgesteld. Het behoeft ook geen verwondering te wekken, dat toen in 1919 het bestek van Europa grondig moest worden herzien. Belgie van de gelegenheid gebruik wenschte te maken, om, ook de verhou- ding tot Nederland opnieuw te regelen, en de nadeelen van zijn geografische ligging ten opzic'hte van ons land voor de toe komst tot een minimum terug te brengen, zoo mogelijk op te heffen. Om deze reden zijn Belgie's reeds van 1839 dagteekenen- de wensdhen ten opzichte van n af- doende verbinding met zijn achterland door Limburg heen, niet onredelijk. Zoo mag men ook den wensch van Belgie omtrent de grenswij'ziging niet zien als een gevolg van zuiver imperialisme, van machtslbegeerte. Vele leden konden niet instemmen met den boven uitgesproken lof over het be leid van den Minister. Zij konden aller- minst inizien en ontkenden, dat Belgie, door het la ten varen zijner buitensporige. op geen enkelen rechtsgrond steunende territoriale en politieke eischen, aanspraak zou hebben verkregen op economische compensatien- Evenmin werd ingezien, waarom onze Regeering en onze gedelegeerden, tot welke laatsten prof. Struycken behoorde. in de, bij resolutie van den 4en Juni 1919 ingestelde zoogenaamde commissie van XIV, destijds onder den invloed zouden hebben moeten staan van vrees en pres- sie en dus van onvrijhieid. Van vrees was in dien tijd bij het Nederlandsche volk niets geble'ken, wel van bittere ontgoocheling en van diepe v e ro nt w aa rdig ing Door toe te geven, dat het verdrag on der invloed van dwang en angst is tot stand gekomen, erkennen zij den vicieu- ze.n oorsprong en den onzedelijken grond slag van dit tractaat. Ofschoon de leden, hier aan het woord niet betwistten, dat het optreden van den Minister in 1909 zeker lofwaardig was, menkten zij niiettemin op, dat toch niet uit het oog verloren mag worden, dat het voornameiifk aan het ingrijpen van Enge- land, en wellioht ook van Amerika, in de eerste plaats te danken is geweest, dat de oorspronkelijke eischen van Belgie afge- wezen werden. Het succes van het regee- ringsbeieid wordt overschat, alls men geen rekeniing houdt met dit feit, Werkelijk gevaar heeft ons land op dat stuk niet be- dreigd. Vele leden konden dan ook het denk- beeld niet van zich afzetten, dat de Minis ter had gehandeld onder een zekeren druk. Indien inderdaad geheel vrij werd on- derhandeld, waarom zijn dan niet de wij- zigingen in het tractaat van 1839 beperkt in.yerband met de ophef- wederzijds erkende bezwaren en daarna qeleidelijk en wel voorbereid de maatre- qelen overwogen, die tot de gewenschte politiek en economische toenadering kun nen lei den? komen. Noch Nederland, noch Belgie zullen door de aanneming worden bevre di gd. De behandeling van het verdrag door de Regeering niet gelukkig. De door de Regeening gevolgde wijze van behandeling van het verdrag werd niet gelukkig geacht- Duidelijk is het niet geworden waarom zooveel geheimzinnig- heid is betracht. Waarom zijn geen be hoorlijke kaarten bij die stukken gevoegd, waarom is de kaart van de Schelde eerst op verzoek overgelegd en waarom is niet dadelijk het adres van Gedeputeerde Staten van Zeeland aan de Staten-Gene- raal medegedeeld? Ook had de Minister naar veler gevoe- j len een zoo moeilijke en teere zaak als een verd'rag van deze strekking tusschen Nederland en Belgie niet aan de Staten- Generaal mogen voorleggen, zonder zich vooraf van de stemming in ons land te hebben vergewist. Evenmin is voeling gehouden met de vextegenwoordigers van handel en scheepvaart. Tenslotte werd het door een aantal onbegrijpelijk genoemd, hoe het mogelijk is geweest, dat onze Regeering zich voor het toestaan van zulke door niets gerecht- vaardigde concessies heeft laten vinden. (Wordt vervolgd.) ,,Dat kan zijn maar kort daarop is hij gestorven. Ik lag voor de voedse!- tunnel ik sprak met hem daardoor heb ik het gehoord- Hij lag te hijgeni naar lucht, en toen opeens: de eeuwige stilte Stargard stond onbeweeglijk voor zich uit te kijken; al het triomfantelijike, het hoonende was uit zijn gezicht weg. Maar opeens, alsof hij zijn langgekoesterde wraakgedachte maar niet kon opgeven, begonnen zijn oogen te fonkelen, richtte hij zich in zijn voile lengte op. Wat kan het me schelen". riep hij met iets uitdagends in zijn stem uit. ..Mijn belofte wordt toch vervuld. De prijs voor kleine Mei-Li wordt betaald, of de schul- dige dood is of niet Meteen keerde hij zich om en begon in de sneeuw heen en weer te loopen. ,,Wat bedoelt hij?" vroeg Janet fluiste- rend- „Enmijn vader? Is het wer kelijk waar, dat hij ..Ja", gaf Sherrington haar eenvoudig ten antwoord en toen ze hem met haar oogen vol tranen aankeek, vertelde hij haar in een paar woorden, wat er den vorigen avond bij de ingegraven hut ge- beurd was. Nog voordat het verhaal uit was, zag hij Stargard weer naar hen toe- komen. Met iet's uitdagends in zijn ge- zioht wachtte hij de komst van zijn vijand af. t ,,Je beweert, dat je met Craydon ge- sproken heb", viel dezie met een gezicht. docdsbleek van woede tegen Sherrington uit. „Dat kan, maar hij wist niet wie je Was dat is onmogelijk dat heb je hem in die paar oogenblikken niet kun nen verteld hebben. Hij kan, hij mag niet geweten hebben, dat zijn dochter Zonder zijn zin af te maken staarde hij Sherrington met zijn even schuin-oploo- Een andere politiek in 1925. Maar ook al ware in 1919 onderhan deld onder pressie, dan nog kan daarin qeen reden worden gezien, om in 1925 nog steeds qestand te doen, wat vijf jaren te voren niet alleen niet was aanvaard, maar in 1920 door Belgie nadrukkelijk was af- '1CDeZ<ontkenning van den Minister dat het tractaat onder pressie is tot stand ge komen maakt het onbegrijpelijk, dat het verdrag een yoor Nededand zoo bezwa- renden inhoud heeft gekregen. Nederland zal van Belgie worden ver- vreemd. Tegemoetkoming aan de wenschen van Belgie, internationale toenadering zijn zeker belangrijke factoren, maar dat dit door dit verdrag zal worden bereikt werd ernstig betwijfeid. Indien het wordt aq.n" qenomen, zal, meenden vele leden. Ne derland van Belgie worden yervreemd. toenadering behoort niet van eene zijde te pende van woede giinsterende oogen aan, alsof hij zijn gedachten wilde lezen. En opeens, waarschijnlijk door dit eigenaar dig kijken na die paar laatste veelzeggen de* woorden begreep Sherrington wat er in den man omging. Hij was bang dat Craydon in vrede gestorven was, dat Sher rington hem nog voor zijn dood die eene opperste kwelling had kunnen afnemen en nu wilde hij weten of die angst gegron,. was. Op dat punt zou hij van hem, Sher rington, geen geruststelling krijgen- Dan liever liegen. Zeker heeft hij dat geweten! Ik heb hem gerustgesteld, gezegd, dat hij in vrede kan stervendat ik ervoor zou zorgen, dat zijn beide dochters Verder kwam hij niet. Met een kreet die niets menschelijks meer had hief Stargard zijn vuist op en gaf den weer- loozen man voor hem een stoot tegen de borst, die hem achterover in de sneeuw deed slaan. Daar bleef hij met zijn armen in de onhandige houding onder zich be- wusteloos liggen. Met zijn handen tot vuisten gebaid en zijn gewoorJiijk zoo onbewogen gezicht. nu c€"n tragisch masker, waar wanhoop teleurstelling, en woede om den voorranq vochten, bleef Stargard een paar secon- den lang onbewegelijk staan, dan keerde hij ziclh om en ging met een: „Naar je plaats terugdie je bent weg, naar zijn tent toe. Door zijn wensch om haar te kwelien had hij een scheldnaam gekozem zoo laag en zoo infaam, dat de vergelijking langs Janet heen ging. Maar de eerste y,ooi den waren duidelijk genoeg en omdat - voelde door verzet niets te bereiken, ging ze terug naar het vuur- Daar, op haar oude plaats ging ze zitten met haar ge- HET E1NDE DER DUITSCBE REGEERINGSCRIS1S IN ZICHT. V^oor de Dnitsch nationalen is het wel een paar formules waard, om op bet re- geeringskusseti te kemen <n schrpft de N. R Cit. indien er geen kink meer in den katel komt, zullen de btslissende onderhandelingen tusschen Marx en hen spoedig hun beslag hebben. Dan krijgen wjj in de DuFsche republiek een miristeue van Duitsch nationalen, volkspartij en cen- tium, dat in zijn meerderbeid reactionair is en geenszins b'aakt van liefde voor den rp.ceerinesvorm dat op^ kunde zoogenaamd het 1 eleid van Locatno zal voortzeiten, cmdat men een pas gesloten en geratificeerd trac'aat nu eenmaal niet kanverseheuren, maar foch een beletsel kan worden to r verdere verzcenir.g op de basis van Thoiry, reeds hier< m omdat het dan twpfelachtig wordt, of de ii biankrjjk gewek'e argwaan het Briand nog mog,lijk zal maken voort te gaan op den doer hem ingeslagen weg. Het wantrouwen tegen den nieuwen naar rechts gewenden kcers in Duitsehland is trouwens niet alleen aan Franseben kai.t te ontwaren Men beboeft slechts te lezen wat een libeiaal Ergelsch orgaan gelijk de Manchester Guardian, die onlangs een boekje o[en heeft gedaan ovei de geheime f etrekkir gen tussche n de Duitsehe rijksweerbaarheid en Russische wapen- fabrieken, eivan zegt„Pe loop an de kttbinetseris's in idu tschlaid woidt thans in het tuitenland met niet weim'g bezorgd- heid gadfgeslagen Indi n Dr. Matx ihans slaagt er, een coneervatief kahinet aan het bewind komt, zal een argwaan gew» kt word'n die met moeite tot bedaTen te bri ngen za! zijnen zal de trekomst Tan de verzoenirg in gevaar gebracht wotden.'' zicht in haar handen geslagen, diep w an hopig! lJe schemering, die bij iedere nieuwe sneeuwbui met haar komst gedreigd had. begon nu smel te vallen- Na een kwartier was het donker. En nog steeds lag Sher rington onbewegelijk op dezelfde plaats! Met groote angstige oogen keek Janet telkens den kant van den machtelooze ge- stalte uit. Gesteldgesteld dat hij dood was! En blijkbaar voelde Stargard zich ook niet gerust, want na een poos zag Janet een van de Thibetanen naar den gevangene toegaan. Een paar niinu- ten lang bleef de man met hem bezig. Toen hij wegging, lag Sherrington met zijn hoofd op het zadel waaraan hij vast- geboniden geweest was, in een houding. die het ergste deed vermoeden. Toch durfde Janet niet naar hem toegaan; maar toen de tweede yakdrijver na het klaar- maken van het avomd-eten snel een kom tsamba en thee naast haar neerzette, maar Sherrington niets bracht, hiela ze het niet langer uit. Met een schichtigen blik naar de tent liep ze naar hem toe en liet zich naast hem in de sneeuw op haar knieen. vallen. ,,Hier, drink op. thee", fluisterde ze hem toe- „0, Nick' ,,Kom aan den anderen kant verzocht hij haar fluisterend. .,Doe of je me zoo beter kan laten drinken. Nu met je ande re hand onder mijn kniedaar ligt een mes. Heeft die kerel zooeven laten liggen. Zoo, me nu voorzichtig los snij- denhoud die kom aan mijn mond. anders ruiken ze lontGoed. Nu in ernst driniken. Dank je- Waar is Star gard? „In zijn tent". (Wordt vervolgd). TER NEUZENSCHE COURANT Dit

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 1