AIGEMEEN M1EUW5- EN AnVERTENT.uBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN WFrSr***98 No. 8010. Zaterdag 1 Januari 1927, 67e Jaargang. Bij de jaarwisseiing. Een vervolgmg in i hiiset. Bij P.uwe. Schrale Huid PUROL ENTSPRI1S FEU1LLT 0J. BeterdaaGoed: Dt BESTE 8EMEN6DE BERiGHTEK. mtr#marnamm** yea*.****-**»■ A B Tir Neuzen Ir. per post 1.80 per 3 maanden - Bij vporuitbetaling fr. per post J'6,60 per jaa, Iffign&S'S'S JBJLiA-JD- :r£, ver mteen. Daa, zip eronder P'WWlf—W RECHTSZAKEN. dit fce van Handen en Gelaat Doos 30-60-90cL LmmmmmmmmgiaKmaBasBaaamiem^mm^ CO U RANT IIBIMI— aa I tf J"Bfc nar nnct "f 'r"l Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden - Voor bu Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per po. £>£t bled vers-Hilnt lederen 1 !j.1 ~J r.ll AAM J"Abonnementen voor Y buitenland alleen bij vooruitbetaling. woen«»d«6 en VrUdagavond. Heeft u oi>k%5s outbroken Dat is eer vraag,. #e door velen op zeer verschillende wijzte zal worden beant- woord, ataar die toch bij de jaarwisseiing zeker wel mag wordjfn gesteld; een vraag, iok jezus aan Zip jongeren gesteld heeft in net zeer ernstig oogenblik, toen Hij bezig was van hen been te gaan, en toen het nog maar enkele uren duren zou voor Hij geheel uit dit leven zelfs, heenging. Het is een zeer ernstige vraag. Heett u ook lets ontbroken? Wii betrekken deze vraag allereerst od stoffelijk qebied, en dan moet het on- middellijk worden getuigd: hier gaan wij, degenen. die dit stukje lezen. die in 1920 u iter mate voorspoedig zqn geweest. Wij weten Wei: oorlogswinsten zijn er met meer maar dat waren dan ook o°rlo0 - wins ten, dat wil zeggen; er stond heel w teaenover en er was nogal eens een tegenovc*mogen nu OQk wel t \A/ii weten ook wel, dat er op K w" plaatsei? en >n ^rl«i branches malaise was of zelfs bleef, maar daar- naast staan toch ook b.jzonder bevoor- «ta meefwanrd dandle ?ow»lke menschen ook ™o,^ op den Oudejaarsavond de vraag komt Heeft u ook iets outbroken? zullen z i,e, zete niet moeg SteT de,ev?a^nbea°twoorden. Daar- niaat en °~Td2n S"ae'nZd5e daar missehien ook no nog zij hadden ho. zwe« en hebben het nog V^aar^'\e"B outbroken als het nu qezegd moet worden, en als eer^ontwoord van hen bliif. verlangd aevraagd, zullen ook dezen, ondanksaide enli k nSs heeft ontbroken. Want ja liike behoefte voor hem ot haar is, in ua S?eSvoorzien. on dus heeft ook hun ei9Saf if^k voor Sen ui.komsr geko- men al was het ter elf der ure; bedenken wii het wel: de menschen, aan wie Jezus zijn vraag stelde, waren twk^qeenjnen- schen, die zich in weelde baadden. Petrus bijvoorbeeld kon het korfeen tijd daarna met een open gelaat zeggen: ,,Zil- ver en goud heb ik niet", en van Paulus weten 'wij, hoe hij er steeds zijn eer in stelde, dat hij niets van de geloovigen had gevraagd r? aangenomen, maar dat ..dezen zijne hand. tot zijn nooddruft en tot die dergenen die met hem waren, hadden gearbeid. Het Christendom is niet ontstaan onder of door kapitalisten. Wie dat zeqt or denkt, dtw'aalt wel zeer. Het waren bijna alien zeer eenvoudige menschen, die van den dag in den dag moesten leven. En zelfs mag en moet warden erkend, dat dit de kracht is geweest van het oor- spronkelijk Chrisitendom. Het zijn nooit hun bezittingen of schatten geweest, die hun kracht en macht en invloed gaven, maar het was alleen hun geloofsbezit. Zoo gaan wij dan op dit punt alien zonder uitzondering dankbaar straks het oude jaar uit en het nieuwe jaar in: want ook op stoffelijk gebied heeft ons niets ontibroken. Daar zijn er onder ons, die zorgen hebben gehad, maar daar zijn er nog veel meer.' die zich zorgen hebben geinaakt. Hoeveel keeren hebben wij ons geheel onnoodige zorgen gemaakt! En het inag wel eens met klem worden qezegd: ook dat is toch een zijde van het Chris tendom, die nooit ofte nimmer veronacht- zaamd mag worden: een Christen mag niet bezorgd zijn. Missehien zelfs: als wi) wat eenvoudiger waren geweest in onze visehendie wij elkander en onszelven stellen. dat wij dan nog onbezorgder waren geweest. De golf van weeldezucht, die tegenwoordig over de wereld gaat, maakt het leven steeds zwaarder; de eischen worden al nog maar opgevoerd, en iedereen doet daar haast aan mee: het is een tegen-elkaar-opbied-en, dat er het eind van weg is» Wel hem of haar, die daar een grens bij weet te stellen, en die werkelijk leerde tevreden te zijn met het genoegzame brood. Die zal niet kuinnen of durven zeggen, dat er iets heeft ont- troken. EitrdiVgctar uieryroot v-ertroutven in 1927 over. Als wij de vraag stellen: „Heett li ook iets ontbroken? dan komen ons in de tweede plaats voor den geest de verlie- zen, die geleden zijn in het verloopen jaar. Ook de jongeren, die jezus bij zijn vraag rondom zich zag, hadden er geleden. Zi) hadden veel moeten opgeven, zij hadden om jezus' discipelen te kunnen worden. hun vader en moeder moeten verlaten. Een ding zal hun daarbij al aanstonds hebben geholpen: ook hun eigen Meester was (naar de meening der nieuwere exeqeten althans) reeds vroeg zijn aarld- schen vader, Jozef, kwijt. En ook onder degenen, die dit artikel lezen, zijn er om qetwijfeld 50 die op den Oudejaars- avond herdacht hebben dierbare betrek- kinqen en vrienden, hun door den dood ontvalien. Het is nu alsof die slag hun nog eens werd toegebracht; het verband wordt noq eens even van de wond genomen, en er 'is als de wond missehien eenigszins qenas toch altijd een litteeken geble- ven, dat nooit meer geheel verdwijnt. Toch als zij het alles nu nog eens over- denken: het is nog goed gegaan! Het had nog heel anders kunnen zijn, het had alles noq heel anders kuntnen gaan. En wat zij (wij) missehien nooit hadden durven den- ken. zi, (wij) zijn den slag ook weer eenigszins te boven gekomen. Zi, hebben zich-.weer ^opgericlv s'^ean toch weer, al mogen zij t el kens ke Naar het Engelsch van OTTWELL B1NNS. 73) (Vervolg) Binnien een kwartier wist heel het klooster blijkbaar, dat er gasten waren. Van alle kanten kwamen de lama s, pra- tead en lachend als schooljongens, die onverwacht een middag vrijaf gekregen hebben, het voorplein op. Janet Craydon had geen oogen genoeg om alles in zich op te nemen; ze stond zoo onrustig heen en weer te draaien, dat Sherrington haar verbaasd aankeek. Maar bij het zien van haar qezicht begreep hij wat haar zoo on rustig maakte. Ze zocht onder al die ge- ziohten naar een bekend gelaat het ge laat van haar vader! Op zijn beurt begon hij ze nu ook te bestuideeren, want wat was waarsehijn- lijkjer dan dat de tijding van hun komst, de onverwachte komst van twee blanken, den man, dte dit groote bergklooster als schuilplaats uitgekozen had, naar buiten zou lokken? Zelden had hij zulk een qroote verscheidenheid van een-type- aezicht gezien; voor het grootste deel wa ren ze vuil, onbeschrijfelijk smerig en vu,lin Thibet gaan vroomheid en zin- delijkheid nu eenmaal niet hand in hand en verschillend door den leeftijd van hun bezitters; er waren heel oude en heel jonqe gazichten van mannen in de kracht :n en van flinke jonge kerels. a. .ttt^.a - ens hun steun missen. Zij ht - veer het gewone leven aanvaar n*i dat wel eens erg moeilijk, r tijden, dat het noq wel eens 'ok op dit punt, ook bij de ov c. an de geleden verliezen, hoe zwaar zi, ook waren. gelcit het: Ons heeft niets ontbroken. Daar is een kracht om te dragen ljun geschonken. die hun mogelijk heeft gef.aakt, wat eerst onmogelijk werd geacht.- En zij hebben missehien n.u geleerd los laten en over te geven, wat zij eerst onmoqelijk meen- deii te kunnen missen. Weliicht is daar iets in hen gekomen van die schoone en ware berusting, die een Vbndel deed zeg- qen: Benij aw zoon den Kernel niet, de hemel trekt, ai, lait hem los!' Ai, staak dees ijdle tranen wat, en offer, welgetroost fen blij, den allerbesten Vader vrij het puik van uwen aardscben sobat. Men klaagt, indien de kiele strandt, maar niet wanneet zij, rijk gelaan, uit den venbolgen Ooeaan in een bbhoutten bavepi lanidt. Men klaagt, indien de balsam atort, om 't spillen van den dferen reuk; maar niet, zoo 't glas bekoomt een breuk, als 't etlel nat geborgen wordt. En naarmate de verliezen meer werden, worden de gelederen des te nauwer ge- sloten, en wordt het begluit genomen om meer nog dan vroeger het beste en het hoogste en het onvergaakelijkje te zoeken en te betrachten. In de derde plaats, als wij elkander en onszelf vragen: of ons ook iets ontbroken heeft, komen ons voor den geest die tal- "looze geestelijke zegenin^en, die ook in het verloopen jaar .ons^d&el mochten zijn. En dan nemen wij' die geningen thans zoo breed mogebikCt- jeliik bedvudc voor ons niet siecnrs god-sAienstig in den meer engeren zin, wij zouden gaarne er voor will en pleiten om aan het woordje „geestelijk" de breedst mogelijke betee- kenis te hechten. Gods gunstbewijzen telt niet een. Bij alles is God toch altijd voor ons Dezelfde geweest en gebleven. Neen, eigenlijk niet Dezelfde; want naarmate wij meer met Hem rekenden en ons meer aan Hem gelegen lieten liggen, naar die mate werd Hij ook nog meer voor ons. Hij was het, die ons altijd weer vergaf; Hij was het, die een eindeloos geduld tegenover ons aan den dag legde; Hij was het, die ons leerde vrede te hebben en den vrede na te jagen. Een rijke bron van genade vloeide dag aan dag voor oud en jong, ook bij ons. En die geestelijke zegeningen blijven, zij verouden niet, zij gaan nooit weer heen, zij werken altijd iets uit, en laten altijd iets goeds achter. Maar nu noQ ©en vraacjAls ©r bij ons wordt onderzocht, of ons ook iets ontbro ken heeft, kunnen wij die vraag ook anders stellen en aldus doen luiden: oi er ook Sets aan ons ontbroken heeft? En dan komt er bij ieder onzer beschaamdheid. Want onze gebreken, hoe talrijk zijn die! Ik wil er drie noemen vandaag: Wat waren wij vaak ongeduldig en weinig vertrouwend Dat bleek dan uit onze dwaze angst, uit ons onzinnig haasten, uit ons gejaagd en kleinmoedig zijn. Wellieht hadden wij den mond vol geloofstermen, of, zoo wi, die termen vermeden, wij wisten toch zoo goed, hoe geloovige menschen behoobden te zijn; en.wat brachten wij er zell van terecht? Hoe weinig waren wij ook onder elkan der zooals het behoorde; wel blijkend ajs wij jaloersch waren op anderer (missehien vermeende) voorspoed, en ook hieruit openlbaar wordend, dat wij zoo weinig de minsten wilden zijn! Zeker, wij weten alien best, hoe het hoort ten hoe het moet maar nog eenswat brachten wij er zell van terecht? Hoe slecht wilden wij ook zelr het kruis dragen. Als de Heiland zijn jongteren het kruis voorspelde, achtten zij dat dwaas- heid, en riep er een uit: Heer, wees U genadig, dat zal U geenszins geschieden! Maar waren wij anders? En toch: wij weten het zoo goed: het discipelschap brengt kruis-dragen met zich, naar het woord van den Meester: „Zoo wie achter Mij wil kom©n, di© v©rlooch©n© zichziel- ven." Maar ten derde malewat bren- gen wij daarvan terecht? Zoo staan bij de jaarwisseiing tegen over elkander Gods trouw en onze on- trouw. En in de toekomst Zijn groote kracht naast ons klein vermogen. Hij wil en zal helpen. En inditen bij ons iets, ja veel ontbreekt, laten wij opmieuw de toe- vlucht nemen tot Hem, die zegt: Al wat u ontibreekt Sehenk Ik, zoo gij 't smeekt, Mild en overvloedig. INGEZONDEN MEDEDEELINGE 1041006; Rilland-Bath 4601001; 's Heer Arendskerke 1511815; Axel 216—2693; Schore 54—442; totaal 74 gemeenten 3562679005. Door J. P. D'H., oud 22 j., timmerman te Ter Neuzen, is hooger beroep aange- teekend tegen het vonmis van den Politie- rechter te Middelburg van 17 December 1926, waarbij hij ter zake van mishande- ling is veroordeeld tot 14 dagen gevangie- nisstraf. TER NEUZEN, 1 Januari 1927. VERGADERING VRIJHEIDSBOND. Donderdagavond vergaderde de libera- le kiesvereeniging ,,L)e Vrijheid (aid van den Vrijtheidsbond) te Ter Neuzen De voorzitter memoreerde met woorden van groote waardeering het afsterven van den fiinken leider Mr. Dresselhuys crlA. i.TliStemden. Ook werden hartelijke wemschen geuit voor de spoedige beterschap van den heer j. de Feijter, die zoo lange jaren voor zitter der afdeeling is geweest. Zeer ernstig werd besproken de toe- stand onzer provincie en de wijze. waar- op wij bestuurd worden. Zeer veel ge- rechtvaardigde critiek was hierbij op haar plaats. Als candidaten voor de Provinciale Staten werden door de afdeeling aange- wezen de heeren Ph. J. v. Dixhoorn, L. J. Geelhoedt en j. v. d. Peijl. Nadat de andere afdeelingen van den Vrijiheidsbond in O. Zeeuwsch-Vlaande- ren hunne candidaten hebben aangewe- zen, komen de afgevaardigden in den Provincialen kieskring Hulst samen om de candidatenlijst samen te stellen. Nadat nog een afgevaardigde was aan- gewezen voor de Algemeene Vergadtering te Rotterdam, werd de vergadering met de beste wenschen bij het einde des jaars, ge slot en. HET PETITIONEMENT IN ZEELAND. Voor het petitionnement aan de Eerste Kamer inzake het Nederlandsch-Belgisch Verdrag zijn nog ingekomen 20 handtee- kiendnge'n uit Ovezand van de 608 kiezers: Sas van Gent 172—1167; Colijnsplaat EEN ONTAARD ZOON. De 18jarige zoon van een beurtschip- per, die met zijn schuit in Ouderkerk lag, heeft uit de jas van zijn vader een porte- feuille met een bedrag van .f 1520 ont- vreemd. Hij heeft het geld er in een paar dagen met pretmaken doorgemaakt. De vader zag zich. daar hij een gxoot deel van het geld voor anderen on'der zich had. genoodzaakt van het misarijf aangifte te doen. De jongen is thans gtearresteerd. TRAGISCHE DOOD. De Berlijnsche advocaat Reichenberger is te Berlijn onverwachts in den ouderdom van slechts 34 jaar in bijzonder tragische omstandigheden overleden. Hij zou als verdelddger optreden voor zijn dezer da gen gearresteerden collega dr. Meyer, die, --.O-ls &elcen!d. fcreaehuidig^l werdt de VOOr zijn clienten compromitteerend« heschei- den uit de dossiers van de rechtbank te hebben doen verdwijnen. Woensdag nu had Reichenberger zijn client in het huis van bewaring opgezocht. Tijdens het onderhoud heeft hij zich zoo opgewoniden. dat hij enkele oogenblikken na zijn thuiskomst plotseling overleden is. EEN BRUTALE BEROOVING. Uit Kansas City wordt gemeld, dat in de voornaamste winkelstraat aldaar, en op het uur, waarop de straat vol was met Kerstmis-koopers, zes bandit ten enver- hoeds de beide begeleiders van een bank- looper hebben neerqeslagen en dezen daarop van een be drag van 80.000 dollar hebben beroofd. De bandieten verdwenen zonder de traditioneele auto, ditmaal in het menschengewoel. De aanslaq en de roof zijn binnen een minuut uitgevoerd. weer onderverdeeld worden met als basis het karakter. Hij zag gezichten, die ui'texst c:>n >od stonden of diepe verdriet qroeven Kabden; gezichten met een net- werk van rimpels, die aan een langzaam indrogenden appel deden denken; magere ascetische gezichten, met een huid, strak over de hoekige schedelbeendleren ge- trokken, dat type ging samen met qroote holle oogen, dat waren de mannen voor wie dit leven van mediteeren en otK- houden geen pose maar werkelijkheid wasin tegtenstelling daarmee dedd het ronde, joviale type, de mannen die van het gemakkelijke monniken-be- staan profiteerden, bijna onaangenaam aan. Maar ondanks de groote verschei denheid hadden ze een ding gemeen: ze behoorden aan mannen geboortig uit Thibet, nerqens zag hij een gezicht, dat zijn eigenaar als een vertegenwoordiger van een amder ras deed denken. Maar hoe langer hij keek, hoe meer het hem trof, dat er, ondanks veel verschil- lends, toch een zekere gelijkenis busschen al die gezichten bestond. Of het kwam door het voorgschreven afscheren van hoofdhaar of door het eenie type krijgen, dat het onvermijdelijke gevolg is van voortdtirend samenleven, een feit was het dat al die lama's jong of oud, op elkaar gieleken. Bij die conclusie begreep hij an ders te moeten zoeken, wide hij in dat gezichten-gezwemel Eliot Craydon vin- den. Als' hij eens begon met naar de oogen te kij-ken? Uit hetgeen janet hem verteld had, wist hij, dat de oogen van haar vad'er blauw waren. En in een geel- bruin gezicht moesten blauwe oogefi op- van in chill® groepen konden zocht hij tevergeefs Hij zag oogen, die door den eigenaardi- gen vorm der leden, den schuinen rand, karakteristiek voor het Oosten waren en er waren oogen bij waarbij die eigenaai- digheid volkomen ontbrak; maar hoe hi, keek, blauwte oogen zag hij niet. Juist wilde hij, diep teleurgesteld, nog eens van voren af aan beginnen, toen zijn aan- dacht afgieleid werd doordat Janet hem iets toefluisterde. ,,Ik zie hem nergens!" ,,Neen", gaf hij fluistexend ten ant- woord. „Maar last je niet te gauw ont- moedigen, vergeet niet, dat er in een klooster van deze afmetingen honderden monniken zijnen dan is er nog iets waar je aan denken moet". ,,Ja? Wat dan?" ,,Dat je vader als buitengiewoon vroom bekend staat. Ze noemen hem zelfs heilig. Dat beteekent, dat hij tot de asceten be- hoort, dat hij waarschijnlijk dag en nacht zit te mediteeren in een eel, zoo afgelegen dat dit lawaai tot daar niet kan doordrin- gen". „Maar gesteld, dat hij niet hier is? vroeg ze met trillende stem. „Dat is hij wel. Dat is iets wat we zeker weten. In dat klooster waar we toen overnacht hebben, hebben ze het Nima en mij, ons allebei verteld. Hij is hier, wees maar niet bang". Die verzeke- ring klonk positief genoeg, maar in zijn hart was hij lang niet zoo zeker van zijn zaak, want onder het spreken waren hem de woorden van den jongen lama uit het klooster waar ze den nacht van den sneeuwstorm doorgebracht hadden te binnen geschoten. De jongen had qezegd, dat de* blanke lama niemand ontving. %r5k zelfs met niemand. Dat beteekende INGEZONDEN MEDEDEELINGE7 --S21 .^£BlsaaK.-Si-iSa£.-2«Slik It If* l«Hlii> HI dat Elion Craydon door de bewonderende lama's niet alleen tot heilige, maar lang- zamerhand ook tot hermit gepromoveerd was, dat hij verblijf hield op een plaats, hetzij in het klooster of daarbuiten, waar zulk een triviaal iets als het praten over de komst van een paar vreemdelinqen hem niet in zijn meditaties kon storen. En terwijl hij daar stond te wachten, naast zijn yak, op het met sneeuw bedekte voorplein van het Dze-chu-klooster, hum plaats van bestemming, besefte hij pas goed hoeveel onvoorziene moeilijkheden er nog overwonnen zouden moeten wor den voordat ze aan hun eigenlijke taak konden begimnen; een paging om tot Ehot Craydon tot mee teruggaan naar Engeland te bewegen. Hij besloot echter niets tegen Janet te zeggen, maar s avonds laat, toen Nima zijui tent kwam binnensluipen, bracht hij dit onderwerp wel ter sprake. De Thibetaan had den tijd niet onge- bruikt voorbij laten gaan. Hij had een paar monniken van lager orde ,,aan den tand gevoeld" en ofschoon ze niet veel hadiden willen loslaten, was hijtoch te weten gekomen, dat het klooster n blan ken lama, een man van buitengewone vroomheid, rijk was. Daarmee had hij zich tevreden moeten stellen. ,,Neen", was het antwoord geweest op zijn een voelhoren-uitstekende vraag, of zulk een heilig iemand ook pelgrims ont ving, ,,hij spreekt met niemand En toen hij het daarna nog niet opgegeven en ge vraagd had of men zooveel vleeschgewor- den heilighteid dan niet te zien kon krij gen, teneinde den zegen, die alleen van het aanschoilwen 31 uit moest gaan. deel- achtig te worden, \yas het antwoord, neen a?weest. „Neen, de blanke lama ont- vangt niemand en spreekt met niemand". Nima markeerde het einde van zijn verslaq door en paar lijvige onvervalscijt- Thibetaansche vloeken. 1 oen Sherring ton niet dadelijk antwoord gaf, maar la- denkend voor zich uit bleef staren, schud- de hij hem wakker door een plotselinge vraag: ,,Waartoe dient die ..neerwerpings - ommegang in de sneeuw van Hong Chu Lu?" ..Waarschijnlijk omdat hij een reputatre als heilige van Mount Omei op te houden heeft...... denk je ook niet?" „Hm. Dat kan zijn, natuurlijk. Maar gesteld, dat hij evenmin als wij den blan ken lama te spreken heeft kunnen krijgen en dat hij het nu op deze manier pro- beert?" Ten hoogste verbaasd door deze nieu we mogelijkheid keek Sherrington hem aan. „Dat zou kunnen", gaf hij weifelend ten antwoord; dan, in plotseling begrij- pen: ,Waar is Stargard op het oogen- blik?" „Buiten. Die buitengewoon heilige is nog steeds met zijn ommegang bezig. De maan is op en dus heeft hij niets dan een handvol tsamba qeqeten en is met het knielen, vallen e'ft opstaan voortgegaan. Op weg hierheen heb ik hem bewonderd. Zooals hij daar aan den gang was, in het maaniicht, leek hij pre- cies een groote aap het had een haartje gescheeld of ik had mijn' geweer geno men ..Doe dat asjeblieft niet, Nima-tashi De lama's hier zouden ons niet levend laten vertrekken". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1927 | | pagina 1