AIGEMEEN M1EUW5- EN AnVERTENT.uBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
WFrSr***98
No. 8010.
Zaterdag 1 Januari 1927,
67e Jaargang.
Bij de jaarwisseiing.
Een vervolgmg in i hiiset.
Bij P.uwe.
Schrale Huid
PUROL
ENTSPRI1S
FEU1LLT 0J.
BeterdaaGoed: Dt BESTE
8EMEN6DE BERiGHTEK.
mtr#marnamm** yea*.****-**»■
A B
Tir Neuzen Ir. per post 1.80 per 3 maanden - Bij vporuitbetaling fr. per post J'6,60 per jaa,
Iffign&S'S'S JBJLiA-JD-
:r£, ver mteen. Daa, zip eronder
P'WWlf—W
RECHTSZAKEN.
dit fce
van Handen en Gelaat
Doos 30-60-90cL
LmmmmmmmmgiaKmaBasBaaamiem^mm^
CO U RANT
IIBIMI— aa I tf J"Bfc nar nnct "f 'r"l
Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden - Voor bu
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per po.
£>£t bled vers-Hilnt lederen
1 !j.1 ~J r.ll AAM
J"Abonnementen voor Y buitenland alleen bij vooruitbetaling.
woen«»d«6 en VrUdagavond.
Heeft u oi>k%5s outbroken
Dat is eer vraag,. #e door velen op zeer
verschillende wijzte zal worden beant-
woord, ataar die toch bij de jaarwisseiing
zeker wel mag wordjfn gesteld; een vraag,
iok jezus aan Zip jongeren gesteld
heeft in net zeer ernstig oogenblik, toen
Hij bezig was van hen been te gaan, en
toen het nog maar enkele uren duren
zou voor Hij geheel uit dit leven zelfs,
heenging. Het is een zeer ernstige vraag.
Heett u ook lets ontbroken?
Wii betrekken deze vraag allereerst
od stoffelijk qebied, en dan moet het on-
middellijk worden getuigd: hier gaan wij,
degenen. die dit stukje lezen. die in 1920
u iter mate voorspoedig zqn geweest. Wij
weten Wei: oorlogswinsten zijn er met
meer maar dat waren dan ook o°rlo0 -
wins ten, dat wil zeggen; er stond heel w
teaenover en er was nogal eens een
tegenovc*mogen nu OQk wel
t \A/ii weten ook wel, dat er op
K w" plaatsei? en >n ^rl«i branches
malaise was of zelfs bleef, maar daar-
naast staan toch ook b.jzonder bevoor-
«ta meefwanrd dandle
?ow»lke menschen ook ™o,^ op
den Oudejaarsavond de vraag komt
Heeft u ook iets outbroken? zullen z
i,e, zete niet moeg
SteT de,ev?a^nbea°twoorden. Daar-
niaat en °~Td2n
S"ae'nZd5e daar missehien ook no nog
zij hadden ho. zwe« en
hebben het nog V^aar^'\e"B outbroken
als het nu qezegd moet worden, en als
eer^ontwoord van hen bliif. verlangd
aevraagd, zullen ook dezen, ondanksaide
enli k nSs heeft ontbroken. Want ja
liike behoefte voor hem ot haar is, in ua
S?eSvoorzien. on dus heeft ook hun
ei9Saf if^k voor Sen ui.komsr geko-
men al was het ter elf der ure; bedenken
wii het wel: de menschen, aan wie Jezus
zijn vraag stelde, waren twk^qeenjnen-
schen, die zich in weelde baadden.
Petrus bijvoorbeeld kon het korfeen tijd
daarna met een open gelaat zeggen: ,,Zil-
ver en goud heb ik niet", en van Paulus
weten 'wij, hoe hij er steeds zijn eer in
stelde, dat hij niets van de geloovigen had
gevraagd r? aangenomen, maar dat ..dezen
zijne hand. tot zijn nooddruft en tot die
dergenen die met hem waren, hadden
gearbeid.
Het Christendom is niet ontstaan onder
of door kapitalisten. Wie dat zeqt or
denkt, dtw'aalt wel zeer. Het waren bijna
alien zeer eenvoudige menschen, die van
den dag in den dag moesten leven. En
zelfs mag en moet warden erkend, dat
dit de kracht is geweest van het oor-
spronkelijk Chrisitendom. Het zijn nooit
hun bezittingen of schatten geweest, die
hun kracht en macht en invloed gaven,
maar het was alleen hun geloofsbezit.
Zoo gaan wij dan op dit punt alien
zonder uitzondering dankbaar straks het
oude jaar uit en het nieuwe jaar in: want
ook op stoffelijk gebied heeft ons niets
ontibroken. Daar zijn er onder ons, die
zorgen hebben gehad, maar daar zijn er
nog veel meer.' die zich zorgen hebben
geinaakt. Hoeveel keeren hebben wij ons
geheel onnoodige zorgen gemaakt! En het
inag wel eens met klem worden qezegd:
ook dat is toch een zijde van het Chris
tendom, die nooit ofte nimmer veronacht-
zaamd mag worden: een Christen mag
niet bezorgd zijn. Missehien zelfs: als wi)
wat eenvoudiger waren geweest in onze
visehendie wij elkander en onszelven
stellen. dat wij dan nog onbezorgder
waren geweest. De golf van weeldezucht,
die tegenwoordig over de wereld gaat,
maakt het leven steeds zwaarder; de
eischen worden al nog maar opgevoerd,
en iedereen doet daar haast aan mee: het
is een tegen-elkaar-opbied-en, dat er het
eind van weg is» Wel hem of haar, die
daar een grens bij weet te stellen, en die
werkelijk leerde tevreden te zijn met het
genoegzame brood. Die zal niet kuinnen
of durven zeggen, dat er iets heeft ont-
troken. EitrdiVgctar uieryroot v-ertroutven
in 1927 over.
Als wij de vraag stellen: „Heett li ook
iets ontbroken? dan komen ons in de
tweede plaats voor den geest de verlie-
zen, die geleden zijn in het verloopen jaar.
Ook de jongeren, die jezus bij zijn vraag
rondom zich zag, hadden er geleden. Zi)
hadden veel moeten opgeven, zij hadden
om jezus' discipelen te kunnen worden.
hun vader en moeder moeten verlaten.
Een ding zal hun daarbij al aanstonds
hebben geholpen: ook hun eigen Meester
was (naar de meening der nieuwere
exeqeten althans) reeds vroeg zijn aarld-
schen vader, Jozef, kwijt. En ook onder
degenen, die dit artikel lezen, zijn er om
qetwijfeld 50 die op den Oudejaars-
avond herdacht hebben dierbare betrek-
kinqen en vrienden, hun door den dood
ontvalien. Het is nu alsof die slag hun nog
eens werd toegebracht; het verband wordt
noq eens even van de wond genomen, en
er 'is als de wond missehien eenigszins
qenas toch altijd een litteeken geble-
ven, dat nooit meer geheel verdwijnt.
Toch als zij het alles nu nog eens over-
denken: het is nog goed gegaan! Het had
nog heel anders kunnen zijn, het had alles
noq heel anders kuntnen gaan. En wat zij
(wij) missehien nooit hadden durven den-
ken. zi, (wij) zijn den slag ook weer
eenigszins te boven gekomen. Zi, hebben
zich-.weer ^opgericlv s'^ean toch weer,
al mogen zij t el kens ke
Naar het Engelsch van
OTTWELL B1NNS.
73) (Vervolg)
Binnien een kwartier wist heel het
klooster blijkbaar, dat er gasten waren.
Van alle kanten kwamen de lama s, pra-
tead en lachend als schooljongens, die
onverwacht een middag vrijaf gekregen
hebben, het voorplein op. Janet Craydon
had geen oogen genoeg om alles in zich
op te nemen; ze stond zoo onrustig heen
en weer te draaien, dat Sherrington haar
verbaasd aankeek. Maar bij het zien van
haar qezicht begreep hij wat haar zoo on
rustig maakte. Ze zocht onder al die ge-
ziohten naar een bekend gelaat het ge
laat van haar vader!
Op zijn beurt begon hij ze nu ook te
bestuideeren, want wat was waarsehijn-
lijkjer dan dat de tijding van hun komst,
de onverwachte komst van twee blanken,
den man, dte dit groote bergklooster als
schuilplaats uitgekozen had, naar buiten
zou lokken? Zelden had hij zulk een
qroote verscheidenheid van een-type-
aezicht gezien; voor het grootste deel wa
ren ze vuil, onbeschrijfelijk smerig en
vu,lin Thibet gaan vroomheid en zin-
delijkheid nu eenmaal niet hand in hand
en verschillend door den leeftijd van
hun bezitters; er waren heel oude en heel
jonqe gazichten van mannen in de kracht
:n en van flinke jonge kerels.
a. .ttt^.a - ens hun steun
missen. Zij ht - veer het gewone
leven aanvaar n*i dat wel eens
erg moeilijk, r tijden, dat het
noq wel eens 'ok op dit punt,
ook bij de ov c. an de geleden
verliezen, hoe zwaar zi, ook waren. gelcit
het: Ons heeft niets ontbroken. Daar is
een kracht om te dragen ljun geschonken.
die hun mogelijk heeft gef.aakt, wat eerst
onmogelijk werd geacht.- En zij hebben
missehien n.u geleerd los laten en over
te geven, wat zij eerst onmoqelijk meen-
deii te kunnen missen. Weliicht is daar
iets in hen gekomen van die schoone en
ware berusting, die een Vbndel deed zeg-
qen:
Benij aw zoon den Kernel niet,
de hemel trekt, ai, lait hem los!'
Ai, staak dees ijdle tranen wat,
en offer, welgetroost fen blij,
den allerbesten Vader vrij
het puik van uwen aardscben sobat.
Men klaagt, indien de kiele strandt,
maar niet wanneet zij, rijk gelaan,
uit den venbolgen Ooeaan
in een bbhoutten bavepi lanidt.
Men klaagt, indien de balsam atort,
om 't spillen van den dferen reuk;
maar niet, zoo 't glas bekoomt een breuk,
als 't etlel nat geborgen wordt.
En naarmate de verliezen meer werden,
worden de gelederen des te nauwer ge-
sloten, en wordt het begluit genomen om
meer nog dan vroeger het beste en het
hoogste en het onvergaakelijkje te zoeken
en te betrachten.
In de derde plaats, als wij elkander en
onszelf vragen: of ons ook iets ontbroken
heeft, komen ons voor den geest die tal-
"looze geestelijke zegenin^en, die ook in
het verloopen jaar .ons^d&el mochten zijn.
En dan nemen wij' die geningen thans
zoo breed mogebikCt- jeliik bedvudc
voor ons niet siecnrs god-sAienstig in den
meer engeren zin, wij zouden gaarne er
voor will en pleiten om aan het woordje
„geestelijk" de breedst mogelijke betee-
kenis te hechten. Gods gunstbewijzen telt
niet een. Bij alles is God toch altijd voor
ons Dezelfde geweest en gebleven. Neen,
eigenlijk niet Dezelfde; want naarmate wij
meer met Hem rekenden en ons meer aan
Hem gelegen lieten liggen, naar die mate
werd Hij ook nog meer voor ons. Hij was
het, die ons altijd weer vergaf; Hij was
het, die een eindeloos geduld tegenover
ons aan den dag legde; Hij was het, die
ons leerde vrede te hebben en den vrede
na te jagen. Een rijke bron van genade
vloeide dag aan dag voor oud en jong,
ook bij ons. En die geestelijke zegeningen
blijven, zij verouden niet, zij gaan nooit
weer heen, zij werken altijd iets uit, en
laten altijd iets goeds achter.
Maar nu noQ ©en vraacjAls ©r bij ons
wordt onderzocht, of ons ook iets ontbro
ken heeft, kunnen wij die vraag ook
anders stellen en aldus doen luiden: oi er
ook Sets aan ons ontbroken heeft? En dan
komt er bij ieder onzer beschaamdheid.
Want onze gebreken, hoe talrijk zijn die!
Ik wil er drie noemen vandaag:
Wat waren wij vaak ongeduldig en
weinig vertrouwend
Dat bleek dan uit onze dwaze angst,
uit ons onzinnig haasten, uit ons gejaagd
en kleinmoedig zijn. Wellieht hadden wij
den mond vol geloofstermen, of, zoo wi,
die termen vermeden, wij wisten toch zoo
goed, hoe geloovige menschen behoobden
te zijn; en.wat brachten wij er zell
van terecht?
Hoe weinig waren wij ook onder elkan
der zooals het behoorde; wel blijkend ajs
wij jaloersch waren op anderer (missehien
vermeende) voorspoed, en ook hieruit
openlbaar wordend, dat wij zoo weinig de
minsten wilden zijn! Zeker, wij weten
alien best, hoe het hoort ten hoe het moet
maar nog eenswat brachten wij er zell
van terecht?
Hoe slecht wilden wij ook zelr het kruis
dragen. Als de Heiland zijn jongteren het
kruis voorspelde, achtten zij dat dwaas-
heid, en riep er een uit: Heer, wees U
genadig, dat zal U geenszins geschieden!
Maar waren wij anders? En toch: wij
weten het zoo goed: het discipelschap
brengt kruis-dragen met zich, naar het
woord van den Meester: „Zoo wie achter
Mij wil kom©n, di© v©rlooch©n© zichziel-
ven." Maar ten derde malewat bren-
gen wij daarvan terecht?
Zoo staan bij de jaarwisseiing tegen
over elkander Gods trouw en onze on-
trouw. En in de toekomst Zijn groote
kracht naast ons klein vermogen. Hij wil
en zal helpen. En inditen bij ons iets, ja
veel ontbreekt, laten wij opmieuw de toe-
vlucht nemen tot Hem, die zegt:
Al wat u ontibreekt
Sehenk Ik, zoo gij 't smeekt,
Mild en overvloedig.
INGEZONDEN MEDEDEELINGE
1041006; Rilland-Bath 4601001;
's Heer Arendskerke 1511815; Axel
216—2693; Schore 54—442; totaal 74
gemeenten 3562679005.
Door J. P. D'H., oud 22 j., timmerman
te Ter Neuzen, is hooger beroep aange-
teekend tegen het vonmis van den Politie-
rechter te Middelburg van 17 December
1926, waarbij hij ter zake van mishande-
ling is veroordeeld tot 14 dagen gevangie-
nisstraf.
TER NEUZEN, 1 Januari 1927.
VERGADERING VRIJHEIDSBOND.
Donderdagavond vergaderde de libera-
le kiesvereeniging ,,L)e Vrijheid (aid
van den Vrijtheidsbond) te Ter Neuzen
De voorzitter memoreerde met woorden
van groote waardeering het afsterven
van den fiinken leider Mr. Dresselhuys
crlA. i.TliStemden.
Ook werden hartelijke wemschen geuit
voor de spoedige beterschap van den heer
j. de Feijter, die zoo lange jaren voor
zitter der afdeeling is geweest.
Zeer ernstig werd besproken de toe-
stand onzer provincie en de wijze. waar-
op wij bestuurd worden. Zeer veel ge-
rechtvaardigde critiek was hierbij op
haar plaats.
Als candidaten voor de Provinciale
Staten werden door de afdeeling aange-
wezen de heeren Ph. J. v. Dixhoorn, L. J.
Geelhoedt en j. v. d. Peijl.
Nadat de andere afdeelingen van den
Vrijiheidsbond in O. Zeeuwsch-Vlaande-
ren hunne candidaten hebben aangewe-
zen, komen de afgevaardigden in den
Provincialen kieskring Hulst samen om
de candidatenlijst samen te stellen.
Nadat nog een afgevaardigde was aan-
gewezen voor de Algemeene Vergadtering
te Rotterdam, werd de vergadering met
de beste wenschen bij het einde des jaars,
ge slot en.
HET PETITIONEMENT IN
ZEELAND.
Voor het petitionnement aan de Eerste
Kamer inzake het Nederlandsch-Belgisch
Verdrag zijn nog ingekomen 20 handtee-
kiendnge'n uit Ovezand van de 608 kiezers:
Sas van Gent 172—1167; Colijnsplaat
EEN ONTAARD ZOON.
De 18jarige zoon van een beurtschip-
per, die met zijn schuit in Ouderkerk lag,
heeft uit de jas van zijn vader een porte-
feuille met een bedrag van .f 1520 ont-
vreemd. Hij heeft het geld er in een paar
dagen met pretmaken doorgemaakt. De
vader zag zich. daar hij een gxoot deel
van het geld voor anderen on'der zich had.
genoodzaakt van het misarijf aangifte te
doen.
De jongen is thans gtearresteerd.
TRAGISCHE DOOD.
De Berlijnsche advocaat Reichenberger
is te Berlijn onverwachts in den ouderdom
van slechts 34 jaar in bijzonder tragische
omstandigheden overleden. Hij zou als
verdelddger optreden voor zijn dezer da
gen gearresteerden collega dr. Meyer, die,
--.O-ls &elcen!d. fcreaehuidig^l werdt de VOOr
zijn clienten compromitteerend« heschei-
den uit de dossiers van de rechtbank te
hebben doen verdwijnen.
Woensdag nu had Reichenberger zijn
client in het huis van bewaring opgezocht.
Tijdens het onderhoud heeft hij zich zoo
opgewoniden. dat hij enkele oogenblikken
na zijn thuiskomst plotseling overleden is.
EEN BRUTALE BEROOVING.
Uit Kansas City wordt gemeld, dat in
de voornaamste winkelstraat aldaar, en
op het uur, waarop de straat vol was met
Kerstmis-koopers, zes bandit ten enver-
hoeds de beide begeleiders van een bank-
looper hebben neerqeslagen en dezen
daarop van een be drag van 80.000 dollar
hebben beroofd. De bandieten verdwenen
zonder de traditioneele auto, ditmaal in
het menschengewoel. De aanslaq en de
roof zijn binnen een minuut uitgevoerd.
weer onderverdeeld worden met als basis
het karakter. Hij zag gezichten, die
ui'texst c:>n >od stonden of diepe verdriet
qroeven Kabden; gezichten met een net-
werk van rimpels, die aan een langzaam
indrogenden appel deden denken; magere
ascetische gezichten, met een huid, strak
over de hoekige schedelbeendleren ge-
trokken, dat type ging samen met
qroote holle oogen, dat waren de mannen
voor wie dit leven van mediteeren en otK-
houden geen pose maar werkelijkheid
wasin tegtenstelling daarmee dedd
het ronde, joviale type, de mannen
die van het gemakkelijke monniken-be-
staan profiteerden, bijna onaangenaam
aan. Maar ondanks de groote verschei
denheid hadden ze een ding gemeen: ze
behoorden aan mannen geboortig uit
Thibet, nerqens zag hij een gezicht, dat
zijn eigenaar als een vertegenwoordiger
van een amder ras deed denken.
Maar hoe langer hij keek, hoe meer het
hem trof, dat er, ondanks veel verschil-
lends, toch een zekere gelijkenis busschen
al die gezichten bestond. Of het kwam
door het voorgschreven afscheren van
hoofdhaar of door het eenie type krijgen,
dat het onvermijdelijke gevolg is van
voortdtirend samenleven, een feit was het
dat al die lama's jong of oud, op elkaar
gieleken. Bij die conclusie begreep hij an
ders te moeten zoeken, wide hij in dat
gezichten-gezwemel Eliot Craydon vin-
den. Als' hij eens begon met naar de
oogen te kij-ken? Uit hetgeen janet hem
verteld had, wist hij, dat de oogen van
haar vad'er blauw waren. En in een geel-
bruin gezicht moesten blauwe oogefi op-
van in
chill®
groepen konden
zocht hij tevergeefs
Hij zag oogen, die door den eigenaardi-
gen vorm der leden, den schuinen rand,
karakteristiek voor het Oosten waren en
er waren oogen bij waarbij die eigenaai-
digheid volkomen ontbrak; maar hoe hi,
keek, blauwte oogen zag hij niet. Juist
wilde hij, diep teleurgesteld, nog eens van
voren af aan beginnen, toen zijn aan-
dacht afgieleid werd doordat Janet hem
iets toefluisterde.
,,Ik zie hem nergens!"
,,Neen", gaf hij fluistexend ten ant-
woord. „Maar last je niet te gauw ont-
moedigen, vergeet niet, dat er in een
klooster van deze afmetingen honderden
monniken zijnen dan is er nog iets
waar je aan denken moet".
,,Ja? Wat dan?"
,,Dat je vader als buitengiewoon vroom
bekend staat. Ze noemen hem zelfs heilig.
Dat beteekent, dat hij tot de asceten be-
hoort, dat hij waarschijnlijk dag en nacht
zit te mediteeren in een eel, zoo afgelegen
dat dit lawaai tot daar niet kan doordrin-
gen".
„Maar gesteld, dat hij niet hier is?
vroeg ze met trillende stem.
„Dat is hij wel. Dat is iets wat we
zeker weten. In dat klooster waar we
toen overnacht hebben, hebben ze het
Nima en mij, ons allebei verteld. Hij is
hier, wees maar niet bang". Die verzeke-
ring klonk positief genoeg, maar in zijn
hart was hij lang niet zoo zeker van zijn
zaak, want onder het spreken waren hem
de woorden van den jongen lama uit het
klooster waar ze den nacht van den
sneeuwstorm doorgebracht hadden te
binnen geschoten. De jongen had qezegd,
dat de* blanke lama niemand ontving.
%r5k zelfs met niemand. Dat beteekende
INGEZONDEN MEDEDEELINGE7
--S21 .^£BlsaaK.-Si-iSa£.-2«Slik It If* l«Hlii> HI
dat Elion Craydon door de bewonderende
lama's niet alleen tot heilige, maar lang-
zamerhand ook tot hermit gepromoveerd
was, dat hij verblijf hield op een plaats,
hetzij in het klooster of daarbuiten, waar
zulk een triviaal iets als het praten over
de komst van een paar vreemdelinqen
hem niet in zijn meditaties kon storen.
En terwijl hij daar stond te wachten, naast
zijn yak, op het met sneeuw bedekte
voorplein van het Dze-chu-klooster, hum
plaats van bestemming, besefte hij pas
goed hoeveel onvoorziene moeilijkheden
er nog overwonnen zouden moeten wor
den voordat ze aan hun eigenlijke taak
konden begimnen; een paging om tot Ehot
Craydon tot mee teruggaan naar Engeland
te bewegen. Hij besloot echter niets tegen
Janet te zeggen, maar s avonds laat, toen
Nima zijui tent kwam binnensluipen,
bracht hij dit onderwerp wel ter sprake.
De Thibetaan had den tijd niet onge-
bruikt voorbij laten gaan. Hij had een
paar monniken van lager orde ,,aan den
tand gevoeld" en ofschoon ze niet veel
hadiden willen loslaten, was hijtoch te
weten gekomen, dat het klooster n blan
ken lama, een man van buitengewone
vroomheid, rijk was. Daarmee had hij
zich tevreden moeten stellen.
,,Neen", was het antwoord geweest op
zijn een voelhoren-uitstekende vraag, of
zulk een heilig iemand ook pelgrims ont
ving, ,,hij spreekt met niemand En toen
hij het daarna nog niet opgegeven en ge
vraagd had of men zooveel vleeschgewor-
den heilighteid dan niet te zien kon krij
gen, teneinde den zegen, die alleen van
het aanschoilwen 31 uit moest gaan. deel-
achtig te worden, \yas het antwoord, neen
a?weest. „Neen, de blanke lama ont-
vangt niemand en spreekt met niemand".
Nima markeerde het einde van zijn
verslaq door en paar lijvige onvervalscijt-
Thibetaansche vloeken. 1 oen Sherring
ton niet dadelijk antwoord gaf, maar la-
denkend voor zich uit bleef staren, schud-
de hij hem wakker door een plotselinge
vraag:
,,Waartoe dient die ..neerwerpings -
ommegang in de sneeuw van Hong Chu
Lu?"
..Waarschijnlijk omdat hij een reputatre
als heilige van Mount Omei op te houden
heeft...... denk je ook niet?"
„Hm. Dat kan zijn, natuurlijk. Maar
gesteld, dat hij evenmin als wij den blan
ken lama te spreken heeft kunnen krijgen
en dat hij het nu op deze manier pro-
beert?"
Ten hoogste verbaasd door deze nieu
we mogelijkheid keek Sherrington hem
aan. „Dat zou kunnen", gaf hij weifelend
ten antwoord; dan, in plotseling begrij-
pen: ,Waar is Stargard op het oogen-
blik?"
„Buiten. Die buitengewoon heilige
is nog steeds met zijn ommegang
bezig. De maan is op en dus heeft hij
niets dan een handvol tsamba qeqeten en
is met het knielen, vallen e'ft opstaan
voortgegaan. Op weg hierheen heb ik
hem bewonderd. Zooals hij daar aan den
gang was, in het maaniicht, leek hij pre-
cies een groote aap het had een haartje
gescheeld of ik had mijn' geweer geno
men
..Doe dat asjeblieft niet, Nima-tashi
De lama's hier zouden ons niet levend
laten vertrekken".
(Wordt vervolgd.)