8EMEN8DE BERiCHTEN. zijn 919 perceelen beneden een huurwaarde van 100, maaris dait niet uit den ouden tijd? Zal dat met spoedig anders berekend worden De SECRETARIS merkt op, dat hier geldt de „kadastrale" huurwaarde. De heer HAMELINK merkt op, dat mis- schien en andere maatstaf, met meer progres- sie billijker zou zijn. De VOORZITTER wijst er op, dat de ver- ordening na die begroobimg op de agenda is ge- plaatst, doch dat de raad, indien by dat wenscht, de behandeling daarvan kan aanhou- den. Aangezien hij vermoedt, dat men dit wenscht, kan de bespreking worden opge- schort. De heer VERLINDE wil er tooh nog op wij- zem, idia/t ihij sinids de afdeelingsvergadering omtrent deze kwestie wel een anderen kijk heeft gekregen. Hij vraagt zdch nl. af, of er geen aanleiding is de gefheele retrd'butie voor de rioleerinigsaanisluitingen af te schaffen. De thans reeds bestaande heffingen, zijn een mo- tief voor het invoeren dezer belastingen. Per slot van rekendng maakt dat echter toch niets uit, want hetgeen uit deze belasting zal ver- kregen worden, komt in mindering van het biljert der inkomstesnbelasting, terwijl men de moeite en kosten gaat maken am deze nieuwe beHastdng te innen. Overigemis meent hij, dat de vercxrdening een andere regeling zou moe- ten voorschrijven. Volgens het concept is de belasting verschuldigd door de eigenaars der perceelen, terwijl het toch de bewoners zijn, die van de rioleering het genot hebben. Ver- der vraagt hij, hoe het zal mioeten gaan met de menschen die indirect op de rioleering aian- sluiten en daarvoor aan derden betalen, en met weer anderen, die een aansluiting op de rio leering hebben die hun op groote kosten kwam te staan, omdat zij geen ddrecte gelegenheid hefbben. Indien de gemeente een rioolbelastdng gaat heffen, is het niet meer dan billijik, dat zij belastingplichtigen oak in de gelegenheid stelt op normale wijze te kunnen aansluiten. Een en ander dient naar zijn meening nog wel eens rijpe-lijk te worden overwogen. Op voorstel van den heer Hamelink wordt met algemeene stemmen besloten de behande ling van de concept-verordening tot het hef fen eener rioolbelasting aan te houden tot een volgende vergadering. 109. Verhaal van pensioenbijdragen. f650. 110. Stoepen.geld. 150. Uitgaven: 111. Onderhoud van pompen en riolen. 2135. 112. Koeten van havens, vaarten, kaaimu- ren, sluizen en andere waterwenken. /400. De heer D. SCHEELE wijst er op, dat het op den slikrbong voor de Scheldekade zoo'n vuile boel is, veroorzaakt door brokstukken van wrakken enz. Tweemaal daags komt dat bloot en het was wenschelijk, dat die toestand ver- beterde. De VOORZITTER merkt op, dat de ge meente over den sliktong geen zeggingschap heeft. Het is hem echter bekend, dat van wege de rijksambtenaren die hierover te zeggen hebben voortdurend wordt getracht in een en ander verbetering te krijgen. 113. Onderhoud en bediening van klokken, uurwerken, speelwerken en dergelijke. /140. 114. Kosten van de algemeene begraaf plaats en kosten van begraving. 2185. De heer COLSEN vestigt de aandacht op de boompjes geplanft op de begraafplaats te Sluis- kil. Daarvan gaan er geregeld dood. Hij be- veelt aan, daaraan bijzondere zorg te wijden Ofschoon die begraafplaats al vele jaren in ge- bruik is, iheeft deze in verband met den staat van het plantsoen den schijn, alsof ze nog maar pas is aangdegd. De VOORZITTER: Burgemeester en wet houders zullen er naar laten zien; u krijgt meer heesters en boomen. 115. Kosten van de gemeentereindging, voor zoover niet vallemde onder Hoofdstuk XIII. f 5825. 116. Kosten ter zake van verzekering, pen- siomneering enz. van ambtenaren en beambten. f 3440. 117. Kosten van verzekering tegen brand- sohade. 30. 118. Rente van geldleeninigen ten laste van Hoofdstuk VI komende. f 2565. 119. Aflossing van geldleeninigen ten laste van Hoofdstuk VI komende. 3060. 120. Vergoeding aan de gemeente-bouw- meester voor het gebruik van een rijwiel in dienst der gemeente. /25. 121. Toelage aan de wed. van den oud- grafdelver P. A. die Rijk. 50. 122. 40 toes'lag op het pensioen van den oud-grafdelver Ph. Haak. 70. Hoofdstuk VII. Eigendommien, niet voor den openbaren dienst foestemd. Inkomsten 123. H.uiur van huizen en andere gebou- wen. f 1405. 124. Huur of pacht van ianderijen. f 100. 125. Opbrengst van grasverpadhtinigen. f 65. 126. Cijnzen en erfpachten. 4080. 127. Recognition ter zake van vergunnin- gen. f 395. 128. Renten van kapdtalen. f 4880. Uitgaven 129. Grondlasten. 100. 130. Dijk- en polderlasten. 60. 131. Erfpachten, grondrechten, enz. 85. 132. Ondenhoud en administratie van be- zitbingen, niet voor den publieken dienst ge- bruikt of van werkem en inrichtingen gefheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gelegen. f 760. De heer COLSEN vraagt, welke gebouwen onder dezem post vallen. De VOORZITTER noemt de veriiuurdie ge bouwen, ojm. onderwij zerswoningen. De heer GEELHOEDT raadt aan, bij het uitvoeren van iherstellingen aan die gebou- wen, ze ook onder de aanbestedingen te be- grijpen, doch die niet onderhandsch te ver- geven. De VOORZITTER: Met uw opmerking zal rekening worden gehouden. 133. Venhuringen en verkoopingen. Memorie 134. Kosten van verzekering tegen brand- schade. 20. 135. Rente van geldlleeningen ten 'laste van Hoofdstuk VII komende. /1650. 136. Aflossing van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VII komende. f 1000. 136a. Bijdrage aan Hoofdlstuk VII van den kapitaaldienst. 50. 137. Bewaargeving van rentegevende stuk- fcen. 15. 138. Rente te betalen bij aankoop van ren tegevende stuikken. 150. Hoofdstuk VIII. Onderwijis, Kunsten en Wetemschappen. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. Inkomsten 139. Schoolgelden. 3300. De heer HAMELINK noemt het antwoord van burgemeester en wethouders in het af- deelingsverslag, over de door hem gestelde vraag, am bij de heffing van schoolgeld reke ndng te houden met het helastbaar, in plaats van met het zuiver inkomen, niet juist. Het is niet zijn bedoelinig geweest, om zonder meer die woorden te veranderen, doch ongetwijfeld zou daaraan een wijziging der cijfers vastzit- ten. Er zit hieraan echter een principieele kwestie vast en daarom wil spreker de ge- schiedenis dezer iheffimg ophalen. In de ver gadering van 20 October 1921 werd de school- geldregalimg behandeld. Toen was aan de orde een voorstel van burgemeester en wethouders, waarin zij het standpunt innamen, dat reke ning moest gehouden worden met hat zuiver inkomen, waarbij dan buiten de heffinig zouden vallen inkomens overeenkomende met de af- trek voor levenisondeihioud plus viermaal de aftrek voor ikinideren. Door sprebers' fractie is toen betoogd, dat die regeling niet voldoende was, omdat niet genoeg rekening werd ge houden met groote gezmnen. De besprekingen gaven aanleiding, dat de raad besloot te lezen iin plaats van zuiver inkomen belastbaar in- l«>men, en werd gezegd, dat men met de hef- fing niet lager kon beginnen dan bij een be lastbaar inkomen van f400. De raad had toen echter gerekend buiten ge- deputeerde staten, die de venordening terug- zoniden, met de bemerking, dat die heffing niet toelaatbaar was, en rekening moest worden gehouden met het zuiver inkomen. Spreker heeft toen nog gewezen op het verschil in standpunt, aamigezien de regeering zelf voor de berekening van het schoolgeld van de hoo- gere burgersdholen rekening houdt met het be lastbaar inkomen. Toen gedeputeerde staten dit echter niet toesteruden, en het zuiver inkomen als baaiis moest worden aangenomen, bleken burge meester en wethouders van oondeel, dat niet lager kon worden begonnen dan by /1000, docfh ook Wermede waren gedeputeerde staten niet tevreden, en ktuurden de verordendng weer terug, die door den raad op advies van burgemeester en wethouders ongewijzigd is retourgezonden met verzoek tot doorzending aan de Kroon. Ofschoon Ter Neuzen daar- mede niet stond beneden verschillenide andere gameenten, die pas bij een inkomen van 1000 schoolgeld vorderden, o.m. de gemeente Hoek, werd de regeling slechts voor 1 jaar goedge- keurd, en werd nog datzelfde jaar een nieuwe regeling vastgesteld, waarbij begonmen werd met een zuiver inkomen van f800, ofschoon het standpunt was, dat eerst bij /1000 school geld behoorde te worden betaald. Als iemand 3 kinderem op de lagere school heeft, kan hij er allicht nog 1 op de u. 1. o. school hebben en meet dan 12 per jaar betalen. Het school geld drukt veel zwaarder dan de belasting, welke de menschen tot die categoric behoo- rende moeten betalen. Wanmeer de raad zich op het standpunt stelt, dat iemand met 4 kinderen van een in komen van f 1000 geen belasting kan betalen, dan kan hij toch zefcer ook geen schoolgeld betalen. Spreker vindt het vreemd, dat hetgeen de raad in 1921 heeft gewild, nu niet toelaatbaar zou zijn. Het spreekt wel van zelf, dat indien i zuiver_ inkomen werd vervangen door belast- i baar inkomen, onze tarieven zouden moeten worden veranderd, en de aftrek voor meerdere s kinderen, de reductie van 20, 40, 60 en 80 zo-u moeten vervallen. Die redactie is ook niet voldoende, zij houdlt er geen rekening mee, dat er ook groote gezinnen zijn met nog slechts enlkele schoolg-aan<le kinderen en die worden door de tegenwoordige regeling niet gebaat. Zijn bedoeling- is een meer billyke regeling te krijgen voor de groot ere gezinnen. In principe zou behooren te worden uitgemaakt, dat de raad „zuiver" inkomen wil omzetten in ^be lastbaar" inkomen, waardoor dan meer reke ning wordt gehouden met de draagkracht van het gezin. De VOORZITTER geeft te kennen, dat men er in Den Haag bezwaar tegen maakt, dat de betaling wegens schoolgeld, op eenigerlei wijze wordt vastgekoppeld aan belasting betalen. Het schoolgeld dient als vergoeding voor het dooir de kinderen genoten onderwijs en belas ting dient voor instandhouding van de huis- houdiing der gemeente. Men heeft hier een regeling waarvan kan gezegd worden, dat ze niet te zwaar drukt en burgemeester en wet houders zullen niet trachten de gelden op niet- kapitaalkrachtigen te verhalen, want dan ha- len ze toch een strop. De heer HAMELINK: Ja, dat hebben we gezien De VOORZITTER: We moeten met onthef- fingen of het verleenen van uitstel sporadisch te werk gaan, aangezien ze ander s met ons gaan leuren. Ik moet on'traden om de be staande regeling te gaan veranderen. De heer DE JAGER merkt op, dat het al een heel gerimge wijziging schijnt, de veran- dering van het woord zuiver in belastbaar, maar heeft de heer Hamelink wel eens over- dacht welk een schadepost dit voor de ge meente zou worden? Spreker acht het 'school geld hier werkelijk niet te hoog. De VOORZITTER voegt hier aan toe, dat de gemeente het bedrag toch moet heffen, en dat dus, wat voor de een werd verminderd, op anderen zou moeten worden verhaald. Er moet ook rekening mede wordien gehouden, dat het minimum schoolgeld volgens de wet f 2,60 per kind bedraagt. Als de raad over verandering denkt, ware het gewenischt dit thans alleen in principe uit te maken. De heer HAMELINK wyist er op, dat de raad er indertijd mee instemde, om de regeling te maken op grond van het belastbaar in komen, en om personen met 800 inkomen van betaling vrij te stellen. Men moet niet ver- geten, dat daaronder ook menschen kunnen zijn met 3, 4, 5 kinders. Door den voorzitter wordt het bedrag genoemd, dat iemand met 1 kind moet betalen, maar als zoo iemand maar 800 heeft verdiend, is zelfs f2,60 per jaar nog te veel, dat is indertijd door den voorzit ter zelf ontwikkeld, hij heeft zelf betoogd, dat de kinderaftrek van /50 tot 100 behoorde te worden verhoogd. Het gaat toch niet aan te beweren, dat zoo iemand geen belasting zou kunnen betalen, maar wel f 12,48 schoolgeld, welk bedrag spreker noemt, omdat zoo iemand allicht ook een kind op de u. 1. o. school kan hebben. Onjuist noemt spreker de bewering, dat de gemeente aan een bedrag wegens schoolgeld zou gebonden zijn. Indien het schoolgeld min der zou worden, moet dit uit de algemeene mil Wel en worden hijgepast. Hij zou wel Vans zien, de groote gezinnen wat te ontlasten. In dien er thans misschien een 50 personen on- oordeelkundig door de schoolgeldregeling wor den getroffen, wettigt dit naar sprekers mea ning voldoende zijn streven om een andere, bil lijker regeling te verkrijgen. En al zou er dan door verlaging van het schoolgeld iets meer bij moeten uit de gewone belastinggelden, zoo meent spreker dat dit toch geen bezwaar kan zijn, als het dient om de groote gezinnen tege- moet te komen, dezulken dus die den maat- schappelijken plicht vervullen om te zorgen voor de instandhouding van het ras. Hetgeen hij thans bepleit is niets nieuws, aangezien de raad in 1921 een dergelijk besluit heeft ge- nomen. Hij doet een beroep op den raad om hierin mede te warkan, nu een middel aan de hand wordt gedaan om menschen die daartoe niet in staat zijn, van de betaling van school geld te ontlasten. De heer COLSEN is nog niet bang, dat men hem onder de socialisten zal rangschikken, in dien hij te kennen geeft, ook wel te gevoelen voor het voorstel van den heer Hamelink. Hij meent echter, dat men zich dan niet zal be- hoeven te bepalen tot de wijzigiriig van een woordje, doch dat dan de geheele regeling wel zal kunnen warden herzien. De beer D. SCHEELE geeft te keninen, dat ook zijn partij democratisch is, al foeziet zij verschillenide zaken vain een anderen kant, en zooals ook al van aehter de groene tafel is gezegd, krygt men ten opzichte van belasting of schoolgeld een geheel andere venhouding. Als men geen inkomsten heeft, moet men daar van geen „belasting" betalen, maar school geld is geen belasting, daarvoor krygt men waar voor zyn geld. Hy ziet er geen bezwaar in, dat iemand die een groot gezin heeft wat meet offert; later krygt hij daarvoor over meer werkkracht te besohikken. Het voorstel van den: heer Hamelink wordt verworpen met 10 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Colsen, Hamelink en Van Driel; tegen stemmen de heeren Van Aken, D. Scheele, Van Cadsand, Geelhoedt, R. Scheele, Verlindte, Freriks, Van Dijke, Van Riet en De Jager. De heer VAN RIET zou burgemeester en wethouders byzonder op het hart willen druk- ken, dat burgemeester en wethouders bij het ontvangen van de lijsten van schoolgaande kinderen die vergelijken met de op school aan- wezige pokkenibriefjes. De Iheer VAN DIJKE zou in overweging willen geven de hoofden der openibare scnolen aan te sdhrijven, dat zij de pokkenibriefjes van de kinderen die de school verlaten hebben aan de betrokkenen moeten terugzenden. De VOORZITTER hoort hiervan vreemd op. Zijn den heer Van Dyke dan gevallen bekend, dat geweigerd is die briefjes af te geven. De heer VAN DIJKE wil zich hierover in openibare vergadering niet vender uitlaten, doch is bereid, dat na afloop der agenda in be sloten vergadering te doen. De VOORZITTER merkt op, dat nu openlyk een soort beschuldigdng is geuit, en dit dus ook vender in het openibaar zou dienen te wor den belhandeld. De heer VAN RIET ziet hierin geen be- sdhukkging. Indien nu aan alle hoofden van scholen gevraagd wordt aldus te handelen De heer COLSEN merkt op, dat de heer Van Dyke alleen van de openbare scholen sprak. De heer VAN RIET ziet geen bezwaar in de door hem gestelde vraag. Daandoor komen geen ambtenaren in het gedrang. De heer GEELHOEiDT meent, dat de vraag niet anders kan worden beschouwd als een be- schuldiging. Uit die vraag kan men niet anders comstateeren dan dat er iets hapert. De heer VAN RIET: Ja, dat kunit u er van denken De heer VAN DRIEL verklaart, dat het hem spijt, dat de heer Van Riet die vraag heeft ge- steld, daar die sitrekken kan tot scfaade van onize onderwysdmmehtingen. Het zou zelfs een zijner byzondere scholen het verlies van een onderwijzer kunnen kosten. De heer VAN DIJKE verklaart niets bijzon- ders op heit oog te hebben gehaid. De heer COLSEN wijst er op, dat hij in het bijzonder op de hoofden der „openbare" scho len sprak en daar dus wel iets moet achter zitten. De heer HAMELINK stemt er mede in, dat daar een bedoeling achter moet schudlen en dat het nu plicibt is, dat meer te preciseeren, aan gezien een beschuldiging is uitgesproken tegen de hoofden van de openbare scholen, en indien de heer Van Riet geen nadere verklaring hier van geeft, zou hij de vraag eenvoudig voor kennisgeving aannemen. De heer VAN RIET merkt op, dat hij ahso- luut niet alleen de openbare school heeft ge noemd. Hij heeft gesproken over de scholen in het algemeen. Als de heeren er pryis op stellen, wil hij de aanleiding daartoe wel mee- deelen. De heer D. SCHEELE acht dat niet noodig, en gelooft, dat de heeren elkaar niet begrij- pen, en dat ze er niet voor tegenover elkaar behoeven te staan, Men kan nu wel een inidruk hebben hoe het staat. De heer HAMELINK meent, dat de heer D. Scheele er een mooien draai aan geeft. De VOORZITTER vermoedt, dat de heer Van Riet iets gehoord heeft en hij er aanlei ding in heeft gevonden, bij de begrooting die vraag te stellen. De heer VAN RIET bevestigt idSit, hij heeft absoluut geen nevenbedoeling. De heer VAN DRIEL had bet beter geacht, dat, als men over deze kwestie wilde spreken, dit in besloten vergadering was geschied. Alle scholen zijn daarbij betrokken en in ver- hand met de bepalingen der wet, wordt ten dien opzichte gehandeld in het belang van alle burgers. De heer COLSEN: Maar de heer Van Dijke sprak toch alleen van openbare scholen. De heer VAN RIET: Dat was een vergis- sing. 140. Vergoeding van het rijk. 33.400. 141. Bydnagen van andere gemeenten in zake het openibaar gewoon lager onder>viis. 200. 146. Verhaal van pensioensbijdragen. 2790. Hoofdstuk VIII. Onderwy-s, Kunsten en Wetemschappen. Uitgaven 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. 142. Jaarwedden en wedlden van onderwij- zeris. 33.435. 143. Kosten van het instamdhouiden van sohoolgebouwen, alsmede van tenreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefeming. /635. 144. Huur van :schoolgebouwen, alsmede huur en erfpadht van terreinen voor het onder wijs in lichamelijke oefening. f 25. 145. Onderhouiden van schoolmeubelen. f 350. 147. Aanschaffen -en omderbr-ud;en van sohoolboeken, leermiddelen en sChoolbehoeften. 1600. 148. Verlichting, verwarming en schoon- houalen van sohoolgebouwen. 2375. De heer COLSEN wijst er op, dat, blykens medadeeling van den voorzitter, de gemeente- werkman Van Doeselaar nog enkele dag-en van Sluiskil naar Ter Neuzen moet komen werken. De school wordt daar omderbouden door zijn vrouw en zijn doehters. Als die man echter tijd over heeft, kon men hem dan niet beter te Sluiskil laten en het onderhoud van de school in gemeentedienst laten verriidhten Dat kan toch ook niet veel uithalen, als hy in een dag van 8 uren naar de kom moet komen loopen, en weer terug. Verder wijst hy er op, dat er nog geen post op de begrooting voorkomt voor het verande ren van de gangen van school D. Dat kan todh niet uit 't gewoon onderhoud betaald worden? De VOORZITTER geeft te kennen, dat het de bedoeling is, het werk uit te voeren en de kosten uit de fondsen voor het gewoon onder houd te dekken. De heer COLSEN dankt voor die toezegging en hoopt, dat het dan 't volgend jaar in orde zal zijn. De VOORZITTER deelt mede, dat er /700 voor beschikbaar is. De heer COLSEN komt nog op tegen het z end en van den gemeemtewerkman van Sluis kil naar de kom der gemeente, daar die man een groot onderhoud heeft, Naar evenredig- heid meent hij, dat er procentsgewijze voor dien man meer werk is te Sluiskil als voor de werklieden in de kom. Laat hem op Sluiskil blyven. De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur gemeester en wethouders dien raad dankbaar ter overweging aanvaarden. 149. Kosten van schoolbibliotheken. /150. 150. Kosten tea- zake van verzekering, pen- snonneering enz. van ambtenaren en beamb ten. 2810. 151. Kosten van verzekering tegen brand- schade. 50. 152. Rente van geldleeninigen ten laste van Hoofdstuk VIII 2 komende. /540. 153. Aflossing van geldlleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 2 komende. f 495. 154. Advertentiekostenu /40. 155. Taruggaaf van schoolgelden. 150. 156. Toelage aan de gepensionneerde onder- wyizeres in de nuttige handwerken J. S Nii's- sen. f 260. 3. Open/baar vervolgonderwys. 157. Kosten ter zake van verzekering, pen- S'onneering enz. van ambtenaren en beamb ten. f 3. 4. Openbaar uitgebreid lager onderwijs. Inkomsten 158. Schoolgelden. f 1450. 159. Vergoeding van het ryk. f 10.800. 160. Verhaal van pensioensibydragen. f 795. 4. Openbaar uitgelbredd lager onderwijs. Uitgaven 161. Jaarwedden en wedden van onder- wyzeirs. f 10.825. 162. Kosten van het insltandhouden van sohoolgebouwen, alsmede van terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening. /200. 163. Ondenhoud en van schoolmeubelen. 100. 164. Aanschaffen en onderhouden van sohoolboeken, leermiddelen en schoolbehoef- ten. f 500. 165. Verlichting en verwarming en schoon- houden van schoolgeibouwen. 750. 166. Kosten van schoolbibliotheken. f 75. 167. Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beamb ten. f 795. 168. Kosten van verzekering tegen brand- sohade. f 50. 169. Rente van geldleeninigen ten laste van Hoofdstuk VIII 4 komende. /3650. 170. Aflossing van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 4 komende. 2720. 171. Teruggaaf van schoolgelden. f 50. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. Inkomsten 172. Schoolgelden. f 6050. 173. Uitkeeming van gemeenten ingevolge art. 86 der Lager-onderwij.swet 1920. 700. 174. Uitkeerinig van gemeenten ingevolge art. 104, eerste lad, der Lager-onderwij swet 1920. 200. 175. Uitkeering van andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205 der Lager-onderwij swet 1920. f 1300. 176. Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van byzondere scholen. f 255. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. Uitgaven 177. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der Lager-onderwy swet 1920. 150. 178. Vergoeding van de kosten van instand houding van bijizondiere scholen, bedoeld in art. 101 der Lager-onderwij swet 1920. f 7845. 179. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, eerste lid, der Lager-onderwij swet 1920. f 200. 180. Vergoeding voor terreinen en gebou wen van bijzondere scholen aan' besturen dier scholen, bedoeld in art. 205 der Lager-onder- wijswet 1920. /9620. 181. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesituren te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205 der Lager-onderwijswet 1920. f 120. 182. Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bij'zondere scholen. 255. 183. Rente van geldleenimgen ten laste van Hoofdstuk VIII 7 komende. f 1160. 184. Aflossing van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 7 komendie. 1990. 185. Teruggaaf vam schoolgelden. f 250. 9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs. Inkomsten 186. Schoolgelden. f 1400. 187. Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 der Lager-onderwijsiwet 1920. Memorie. 188. Uitkeering van gemeenten ingevolg-e art. 104, eerste lid der Lager-onderwijswet 1920. f 300. 189. Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen. 230. 9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs. Uitgaven: 190. Vergoeding vam de kosten vam in- standlhoudmng van bijzondere scholen, bedoeld in art. 101 der Lager-onderwy swet 1920. /2620. 191. Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920. Memorie. 192. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding, bedioeld in art. 205 der Lager-onderwij swet 1920. /100. 193. Rente van waaihorgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen. 340. 194. Rente van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 9 komende. 1895. 195. Aflossing van geldlleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 9 komende. 970. 195a. Teruggaaf van schoolgelden. f 75. 11. Bijzonder voorbereddend lager onderwijs. 196 Subsidie aan of ten behoeve van bijzon dere be waarscholen1000. De VOORZITTER stelt voor, aanigezien dit punt in verband met de aanhangige verzoeken vermoedelijk eenigen ty d zal vordeiren, dit uit te stellen tot de avondzitting. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 12. Lager onderwijs, (niet vallemde onder de 1 t/m 11). 197. Kosten van het pliaatselijk sohooltoe- zdciht. 50. 198. Kosten der commissie tot wering van sohoolverzuiim. /420. 199. Versitrekking van gemeemtewege van voeding en Weeding aan schoolgaande kindie- ren. f 1000. De heer D. SCHEELE merkt op, tegen dozen post bezwaar te hebben, doch daarop niet verder te willen ingaan. 13. Middelbaar onderwijs. 200. Kosten van de plaatselijke commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. 25. 201. Kosten ter zake van verzekering, pen- sianneerimg enz. van ambtenaren en beamb ten. 16. 202. Rente van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 13 komende. /2400. 203. Aflossing van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VIII 13 Komende. 3790. 203a. Kosten van hamdelsonderwijs. 126. 204. Kosten van landbouwonderwijs. 50. 204a. Subsidie aan de Maatschappij tot be- vorderimg van Lamdbouw en Veeteelt in Zee- land. 50. De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur gemeester en wethouders naar aanleiding van het in hun harnden om bericht en raad gestelde adres van het Hoofdbestuur der Maatschappij tot bevonderimig van Lamdbouw en Veeteelt in Zeelanid verzoek om subsidie voor het opridh- ten van een algemeenen cursus in tuinlbouw- kumde voorstellen daarvoor de gevraagde f 50 toe te staan. Uit de toelichting blykt, dat de ryksbydrage en de besehikbaarstelling van een lokaal nog niet voldoende is, am de vestiging van een cursus mogelyk te maken.De tuin- bouw wordt meer en meer van beteekemis ge- ueht. Bij udtbreiding daarvan zou dit aan meer mensche werk gieven dan thans in den ianxiboiiw het geval is. De heer D. SCHEELE vraagt, of ze toch ook een lokaal vragen. ?e yOOJOL-rrm deelt mede, dat het de bedoeling is, dat van gemeemtewege ook een lokaal verstrekt wordt. 205. Sulbsidiie aan het rijk voor de oprich- 3000 611 eener R. H. B. S. 206. Erfpachit van grand viaor een speel- terredn ten dienste van de R. H. B. S. aamee- legd. f 300. 15. N y verhekteocnderw ij s Inkomsten 207. Bijdragen van gemeenten in de kosten van scholen voor het mdjverheidsonderwijs. f 3000. Uitgaven: 208. Suhsddne aan scholen voor het lager nijveiheidsoniderwyis. f 13.900. De heer D. SCHEELE wijst op het hooge bedrag dezer subsidie. Daaraan zal niet veel te tomen zyn, aangezien de gemeente tot het toekennen der suibsidie tegenover het ryk ver- pJicht is. Hy vraagt echter, of het niet mo gelyk zou zijn, dat de gemeente op een zekere mander wat terugkreeg. Hij wyst er op, dat steeds het voomemen is geweest, op den muur langs de Scheldekade een jjzeren hek te plaatsen. Zou de ambachtsschool voor de ge meente niet voor zoo'n hek kunnen zorgen, thetzij geheel gratis, hetzij onder bepaakte voorwaarden? Al was het, dat er jaarlyks maar een homderd meter klaar was, dan kwam men er toch op den diuur. De VOORZITTER kan op die vraag geen antwoord geven. Hij acht dat niet zoo verwer- pelijk. Het zou aan het bestuur der ambachts school gevraagd kunnen worden. De heer HAMELINK wil hierover nog wel wat zeggen, want hij zou zich met dusd°andge oplossnng zoo maar niet kunnen vereenigen. De VOORZITTER: Waoht dan het ant woord af. De heer HAMELINK: Jawel, maar als de raad thans zijn meenitng uitsprak, zou daarmee rekening kunnen gehouden worden. Ik ben van meeming, dat zoo iets niet op den weg ligt van de ambachtsschool en acht het geen stanpunt om op die wijze dat hek tot stand te brengen. De VOORZITTER menkt op, dat dit een kwestie is, die eerst aan de orde komt als er een bevestigemid antwoord komt. De heer D. SCHEELE: Dan gaan we er eens over boomen. De VOORZITTER schorst te 5,25 namiddatgs de vergadering tot 7 uur. (Wordt vervolgd.) DE ..ROOSTER -CLUB. Te Washington komt eens in het jaar de ,,rooster"~<clulb bijeen. Dit is een or- ganisatie van journalisten, kunstenaars en andere imtellectueelen, die dan een diner geven, waaraan zij hooggeplaatste perso nen inviteeren, die dan zoowel gevierd als geplaagd worden. Soms zijn die plage- vijen wel eens wat scherp, doch meestal ijn ze nog ail goedaardig. Vooral de pex- soonlijke eigenaardigheden van den be trokken gast worden dan geaccentueerd. Zoo was in de jaren van het president- sdhap van Roosevelt een der eerste mop- pen, dat op het tooneel, terwijl de gasten en gastheeren tafelden, iemand versciheen in cowboycostuum, die een valsch ,gebit met reusachtige tanden in den mond' had en daarmee grijnsde. Roosevelt kon zulke grapjes ook best verdragen. President I aft, die nogal zwaarlijvig was, werd al- tijd voorgesteld door een reusacihtig dik individiu, enz. Thans zijn dan president Coolidge, vice-president Dawes en nog tal van an dere vooraanstaande Amerikanen ,,ge- roosterd". Zoowell de voor de Republiikeinen weinig fortuinlijk verloopen verkiezingen bleken een onuiiitpnttelijike bron van grapjes. MILLIOENENWINST TE MONTE CARLO. De eerste daigen van ihet speelseizoen te Monte Carlo hebben meteen voor een verrassing gezorgd. Een dezer mididagen .sprong" de bank in het Casino tot twee maal -toe, en onder enorme opwindimg streken de spelers de kleinigheid van bijna 4 millioen francs op Beide slagen kwamen voor bij ,,trente~ et-quarante", dat in de z.-g. Salle Privee gespeeld wordt. De voornaaimste winners waren vier Oostenrijkers en eenige En- gelschen. Op het groote nieuws van den eersten slag stroomde-n de mensdhen uit de an dere zalen toe, en in een ommezien had- den 200 liefhebbers op de voordeelige speeltafel gezet. Gelijk gezegd, waren de kansen fel tegen de bank. Rood was op een .gegeven moment zoo in trek, dat er een half miil- lioen op rood ingezet .stond, tegen zelfs niet eenmaal het minimum van 20 francs op zwart. Dien keer, en nog een tweede maal, was de bank niet in staat om uit te betalen en moest het spel tijdelijk gie- staakt worden. De bekende mr. Wells. „tihe man who broke the bank at Monte Carlo" is dus op overtuigende wijze ge- klopt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 6