Hoogwatergetij te Ter Neuzen
D A
G E
N.
Voorm.
Nam.
Donderdag
9
Dec.
4.-
4.22
Vrij dag
10
4.26
5 13
Zaterdag
11
u
5.40
6.11
Zondag
12
6 45
7 21
Maandag
13
8—
8 40
Dinsdag
14
9.18
9 54
Wcensdag
15
10 28
11
den van den heer Colsen vervatte besehuldi-
ging aan bet adres van burgemeester en wet
houders komt dus met te pas.
Wat de vraag van den iheer Freriks betreft,
zegt spreker toe, dat burgemeester en wethou-
ders die kwestie onder de oogen willen zien.
Wanneer de Bioscoop wet van toepassing wordt,
zullen zij met eein concept komen.
En waar nu de heeren het hadden over de
zaken der gemeente, heeft geen banner het ge-
had oveir de practisdhe belangen en de vooruit-
ziChten, terwijl er toch in een gemeente met
10.000 zielen wel een vrij groot programma is
te ontwikkelen, om de persoonlijke en practi-
sche belangen der ingezetenen naar voren te
brenigen, en waaruit blijken kan, dat men ook
een open oog heeft voo,r de welvaart van de
bevolking, en met betrekking tot zaken waarin
men elkaar, als bestuur der gemeente, vinden
kan, want herihaalt spreker en wil daar
mede de algemeene beschouwingen beeinidigen,
men zit hier niet als volksvertegenwoordigers
en kabinet.
De beer HAMELINK protesteert tegen deze
wijze van handelen, dat de voorzitter pas het
woord voert, nadat de leden in tweede instan-
tie hebben gespraken. Hij aciht het gewensdht,
dat er voor de leden ook gelegenheid is, om te
antwoorden op het betoog van den voorzitter.
Hij zal er dan ook in de toekomst voor waken,
dat de voorzitter hem op deze wijze niet meer
in het zonnetje zet.
De VOORZITTER meent, dat er in de wijze
waarop hij de algemeene beschouwingen heeft
gevoerd, weinig aanleiding kan zijn, om daar-
tegenop te komen. Hij hoopt, dat de heer
Hamelink zich toch eens boven die kledne poli-
tdek zal willen venheffen.
De heer HAMELINK zou hier niet tegenop
komen, ind'ien de voorzitter niet het kleine
standpunt innam, om in laatste instantie een
aanval op personen te doen, die zich dan niet
meer kunmen verdedigen.
De VOORZITTER beziet de zaak van een
ander standpunt, en hoopt, dat de heer Hame-
link zich aan dat kleine zou kunnen ontworste-
len. Hij is niet bewust tot 'diens aanval aan
leiding te hebben gegeven en ontwijkt in geen
geval het debat.
De heeir COLSEN deelt nog mede, dat, toen
het besluit betreffende het geven van hertia-
langsonderwijs genomen is, de heer Risseeuw
niet meer te Sluiskil was.
De algemeene beschouwingen worden geslo-
ten en overgegaan tot de artikelsgewijze be-
handeling.
De heer COLSEN merkt op, in de afdeelings-
vergadering over het aanstellen van een ac
countant te hebben gesproken. Hij meende,
dat dit een puint was, om het eens ter sprake te
brengen, diooh heeft niet gazegd, dat hij er een
voorstel van zou maken. Indien het echter zoo-
veel zou moeten kosten als in Axel, zou hij er
zijn stem ook niet aan kunnen geven.
De VOORZITTER deelt mede; dat burge
meester en wethouders in het onderzoek der
gemeente-aclministratie door een accountant
geen nut zien, daar zij dezen dan eerst wegwijs
zouden moeten maken om de administratie te
kunnen controleeren. lets anders zou het zijn,
als we ook gemeentebadrijven hadden, maar bij
een zuivere gemeente-adrninistratie kan dat
niet.
De heer COLSEN: Het is niet, dat ik geen
vertrouwen stel in den ontvanger of de con-
trole door burgemeester en wethouders.
De heer HAMELINK geeflt te kennen, dat
er hem niets van bekend was, dat dit punt in
de andere afdeeling ter sprake was gekomen,
doch dat hij zich niet met het antwoord van
burgemeester en wetthouders kan vereenigen.
Zij wijzen op de eontrole door gadsputeerde
staten, doch die wordt over alle gemeenten uit-
geoefend en niu is het hun toch ook wel bekenid,
dat er zoo in deze en gene gemeente nogal eens
iets voorvalt, dat niet door den beugel lean.
Nu z egg en burgemeester en wethouders wel,
dat de ontvanger geregeld onder toezicht staat,
maar als er een accountantenrapport werd uit-
gebracht zou de raad toch een beter overzicht
kunnen krijgen over den gang van zaken, en
zien hoe het moot. Hij neemt niet aan, dat het
noodig zou zijn, dat men een accountant eerst
wegwijs maakt. Hij zal daarover dit jaar eens
zeer ernstig denken.
De VOORZITTER houdt het standp-unt van
burgemeester en wethouders staand-e; zal mem
b.v. het beoordeeien van post 104, betreffende
onderhoud van stnaten en wegen aan een ac
countant ter beoordeeling geven! Zal die moe
ten nagaan of men een straat wel of niet had
moeten vemieuwen Voor de gemeente-admi-
nistratie is geen accountant noodig.
Hoofdstuk 1.
Vroegere diensten.
Inkomsten:
1. Batig slot van den gewonen dienst vol-
gens de laatst-vastgestelde rekendnig, voor zoo-
ver daaraan niet reeds eeme bestemming is
gegeven. 20.788,92.
2. Achterstallige inkomsten
dienstjaren. Memorie.
acbten de posten terstond vast te stellen met de
veahooging, en men kan er nu zeker van zijn
dat een der cerate posten tot wijziging der be
grooting voor 1927 zal zijn de jaarweddever-
hooging voor den secretaris.
Verder doen burgemeester en wethouders het
voorkomen, alsof de vraag in de afdeelingen
moet beschouwd worden, dat die ging tegen het
lesgeven als bijbetrekking. Daar ging het ech
ter niet .over. Er is in de afdeelingsvergadering
nadrukkelijk gezegd, dat geen opmerking zou
worden gemaakt, indien dat lesgeven plaats
had buiten de kantooruren. Spreker is van
oordeel, dat omtrent deze kwestie niet dezelfde
gedragslijn moet worden aangenomen, die van
mopgen gold nopens een anderen amibtenaar,
die een bijibetrekkinig heeft aanvaard. Maar
het -komt er hier op aan, op welk tijdstip dat
lesgeven geschiedt. Over de rest gang het niet
en burgemeester en wethouders hebben over
die bijzaken breedvoerig uitgewijd, waardoor
ze de kern der zaak in die bijkomstigheden
doen verdrinkan. Het gaat er om, dat enkele
uren in den namiddag les wordt gegeven en
dat de secretaris daarvoor geregeld Zaterdags
naar Vlissdngen gaat. Nu wordt wel gezegd,
dat die lessen gegeven worden van 1 tot 2 uur,
en dat dit maar een drietal personen betreft.
Dat kan zijn van den laatsten tijd, maar de
voorzitter weet evemgoed als spreker, dat het
op de secretarie een school was van volomtairs,
en wanneer men dit nu tracht te verzachten,
door naar voren te brengen hoe het thans gaat,
wijst spreker er op, dat hij aanmerking heeft
gemaakt op den toestand zooals die jaren
heeft geduurd. Het spreekt toch van zelf, dat
het les geven tijd yordert, niet alleen den tijd
voor het lesgeven zelf, maar ook dien van de
voorbereiding voor die lessen. En wanneer
men nu eenerzijds zoo strong optreedt tegen-
over anderen, waarover men conitrole moet
houden, meent spreker, dat zij die met de uit-
voering daarvan belast zijn zich in de eerste
plaats zelf daarvan moeten onthouden. En hier
is de toestand zoodanig, dat zelfs de burge
meester er zich voorspant, en, ingevolge de
bepaling der instructie, dat de burgemeester 'n
verlof van 3 dagen verleenen kan, tihans iedere
week verlof geeft. Maar het spreekt toch wel
van zelf, dat deze toepassing nknmer in de be-
doelinig kan gelegen hebben, toen dat artikel
in de instructie werd vastgelegd, want dat
wordt dan een verlof van 40 dagen per jaar.
En indien dat alios doorgaat, dan doet hij dat
werk toch niet als secretaris der gemeente,
doch als particulier, en vraagt hij hoe de
secretaris zich het 'recht toeeigend tot het
geven van lessen op de secretarie. Waar deraad
thans pas weer heeft afgewezen een verzoek
van een vereeniging voor het in gebruik geven
van een leslokaal, meent spreker, dat de secre
taris in dit geval toch ook vergunmdng zou moe
ten vragen voor het gebruik van eeri gemeente-
lokaal voor het geven van lessen. En als kan
worden aangenomen, dat het lesgeven inder-
daad geen nadeel is voor den dienst der ge
meente, dan blijft toch nog vast staan, dat hij
de toestemming van den raad had moeten
vragen.
De heer D. SCHEELE verklaart het stand
punt van burgemeester en wethouders te dee-
len. Hij juicht het lesgeven toe, omdat men
diaardoor krijgt een flibk korps secretarie-amb-
tenaren, zoowal voor onze gemeente als voor de
omgeving. En als men nu de jongste begroo-
ting nagaat, welke mooie stukken de leden
daarvan hebben ontvangen, met duiidelijke
memorie van toelidhting, dan acht hij het een
voorrecht, dat de gemeente beschikt over een
amibtenaar met zulke krachten begaafd. Dan
moet het juist tot danfcbaarheid stemmen, dat
zoo iemand voor leeraar wordt aangezocht en
i zou Ihij zeggen gaat op denzelfen weg voort,
want dat acht hij niet tot schade, maar een
voordeel voor de gemeente.
De heer GEELHOEDT verklaart omtrent
deze zaak al heel gemakkelijk te staan, aange-
zien hij ook heeft gestemd tegen het voorstel
tot het verbieden van bijbetrekkingen aan amb-
tenaren. Het zou heim echter toch al zeer ver-
wonderen, als iemand hetgeen de secretaris
doet als leeraar in die gemeente-administratie,
zou beschouwen als een bijbetrekking. De uren
dat hij naar elders vertrekt voor lesgeven, val-
len voor het grootste deel in zij.n vrijen tijd en
als hij les geeft aan jongelui, is daarin ook een
voordeel voor de gemeente gelegen, omdat hij
zich dan noodwendig op de hoogte van zijn tijd
moet blijven, om de versdhillende moeilij'kheden
i die zich voordoen te bestudeeren, en spreker
vindt het onbillijk, dat aanmerking wordt ge
maakt op den tijd die ter secretarie les wordt
gegeven.. E,r worden toch wel meerdere faci-
liteiten aan ambtenaren verleend? Er is toch
een ambtenaar in deze gemeente, die o;m parti-
culiere redenen 3 maanden verlof kreeg?
Wanneer de ambtenaren alien gelijkelijk be-
hanaexl worden, zou men mogen verwachten,
zulke aanimerkingen achterwege bleven!
de vraag, of het dnderdaad iemand die zich
steeds met de tbeorie der administratie bezig-
houidt, ten slotte wel gaschikt maakt voor de
practijk. Spreker zal hiervoor geen feiten
nx>eflii€in, maar verwijist naar de vorgadering*
van 15 November 1923.
Ten slotte herthaalt spreker, dat hij dit les
geven doet als particulier, en dat hij onge-
vraagd gebruik maakt van instellingen der ge
meente, waarop hij als particulier even weinig
reoht heeft als welk ander ingezetene. Indien
de heer Geelhoedt zoo iets van een ander weet,
keurt hij het evengoed af als spreker, maar in
dit geval keurt hij heit goed.
Spreker moet nog iets anders aanstippen.
Er leeft in de bevolking den indruk, dat er op
de secretarie best een ambtenaar kan gemist
worden en geeft het nu ook geen reden tot na-
denken, dat de secretaris zooveel tijd kan geven
aan lessen, uren alzoo, die nuttig zouden kun
nen worden besteed voor de gemeente Het
idee wordt daar door naar buiten gevestigd;
dat de indruk juist is. De heer Geelhoedt is ook
dankbaar voor de reizen, die de secretaris naar
buiten maakt. Maar wederomals hij dat doet
doet hij toch niets meer dan zijn plioht? Als
hem dat wordt opgedragen moet hij dat toch
doen. En, dat daarmede ook uren gepaard gaan
buiten de secretarie-uren, wel, dat ligt toch ge-
heel in de lijn van de instructie van alle ge-
meente-ambtenarem, dat zij ook buiten de ge-
wone uren zonder recht op vergoadiing weilk
voor de gemeente moeten verrichten, als dat
van hen gevorde,rd wordt. Het zou dus een on-
giehoorde ziaak zijn, als de secretaris daarvoor
wat in rekeruinig bracht.
Indien hij buiten zijn cliensttijid g'ebruik
maakt van het raadhuis, gaat dat,niet aan. Hij
tie. Hij iis over het algemeen .niiet karig met
verlof, ten opzichte van andere ambtenaren,
die om ten of andere dringende reden dat noo
dig heboen. Hij heeft hier nog een lijstje van
een ambtenaar, die van hem dit jaar al 29 da
gen verlof heeft gehad. Spreker heeft den
secretaris dat verlof, omdat hij weet, dat deze
ten voile zijn plicht doet. In het werk, dat hij
voor de opleiding van gemeenteambtenaren
doet krijgt hij dus sprekers voile medewerking.
Toen de secretaris gekozen werd tot lid van
het hoofdbestuur van den bond van ambtenaren
bij de gemeente-admiiniistratie heeft hij daar
voor bedankt, omdat de werkzaamheden voor
cie gemeente hem daarvoor geen voldoeniden tijd
lieten. Voorts moet men ook letten op de be
langen der ingezetenen, dat ze hier eene gele
genheid hebben om hunne kinderen in dat vak
te laten opledden, ook kinderen van weduwen
j komen daarvoor in -de gelegenheid, die daaraan
j anders niet zouden kunnen denken.
Ten slotte betoogt spreker, dat hier niet te
veel ambtenaren ter secretarie zijn, indien men
nagaat, dat er te Goes met een geringer bevol-
king 7 zijn en hier maar 5.
De heer HAMELINK: Maar wij doen het
zonder gemeentebedrijven en daar niet.
De VOORZITTER: Dat maakt geen ver-
schil, want daarvoor heeft men speciale amb
tenaren, daar hebben ze op de secretarie geen
last van. Het komt spreker voor, dat de raad
zidh voldoende heeft uitgesproken, dat men be-
vredigend kan zijn en een en ander in ihet be-
lang der gemeente kan worden geacht.
12. Jaarwedide van den ontvanger. 2465.
13. Presentiageklen der leden van den raad.
f 585.
14. Jaarwed'den van de ambtenaren en be-
heeft daarover dan even weinig te zeggen als d'ienden der gemeemtesecretarie, den concierge
spreker of de eerste de beste bootwerker.
De heer D. SCHEELE ziet zich genoopt hier-
over nog het woord te vragen, want indien nie-
mand daar iets van zeide, zou het den indruk
kunnen vestigen, dat de raad het met de woor-
dten van den heer Hamelink eens is, en dat zou
een verkeerden indruk zijn. Tegenover de
uren die de secretaris vrij krijgt, staat toch
ook, dat er leerlingen van hem waren en zijn,
Ale voor de gemeente werk verrichten. Die doen
daar't werk van een of andere klerk, en op die
wijze levert dat voordeel op voor de gemeente,
wiant het zou kunnen zijn, dat, als zij er naet
zaten er twee klerken zaten van 2000 tot
2400. Dat komt dus der begrooting ten goede.
Niet eens is spreker het met den heer Geel
hoedt, waar deze het heeft over de werkzaam
heden van den secretaris buiten de kantoor
uren. In dat opzicbt is spreker het eens met
den heer Hamelink, dat de secretaris dat moet
doen. Hij zoowel als andere gemeenteambte
naren zouiden eens moeten probeeren om niet
te komen als het niet tuisschein. 9 en 5 uur was,
dan zou dat zoo niet afloopen.
Toch wil spreker nu wel eens wijzen op het
standpunt van den beer Hamelink, die altijd
zoo op die bres staat voor de rechtspositie van
de amibtemiaren, dat de secretaris ook verplicht
is, buiten de secretarie-uren voor de gemeente
disponiibel te zijn, zonder vergoeding, terwijl de
mindere ambtenaren, als ze maar een beetje
overwork moeten doen, daarvoor terstond wil
len, diat ze daarvoor betaald worden. De 8-
urendag is er echter nu eenmaal, en dan heeft
de werkgever naar zijn meening ook recht om
te beischikken over de gamsche levenskracht
van den werknemer.
De heer DE JAGER wil nog even iets zeg
gen naar aanleidng der woorden van den heer
Hamelink, dat er volgens de publieke opinie
te veeil ambtenaren op de secretarie zouiden
22.
23.
24.
25.
zitten. Die kwestie heeft dezer dagen ook een
punt van baspreking uitgemaakt in de vergade-
ring van burgemeester .en wethouders." De
secretaris heeft daarbij echter op zijn geweten
af verklaard, dat het werk op de secretarie
niet toelaat, 't aamtal ambtenaren te verminde-
ren. Zooals het werk thans is verdeeld, kan
alles vrij.wel regelmatig worden afgewerkt. De
secretaris zelf, kan aan het practische werk
weinig deeineimen, daar over het algemeen zijn,
tijd door andere bezaghedjen in beslag wordt
genomen. Hoeveel tijd gaat er niet weg, als de
raadsleden om infiehtingen v.ragen bij het in-
zien de stukken.
De heer HAMELINK: Daarom worden ze
tegenwoordig zeker hier op de raadszaal ge-
legd?
De heer DE JAGER wijst er op hoe lastig
is en hoe weinig men doet, als men elk
het
van vorige
van vorige
U i t g a v e n
3. Achterstallige ~uitgaven
dienstjaren. Memorie.
Hoofdstuk II.
Algemeen baheer.
Inkomsten
4. Uitkeering van het rijk, overeenkomstig
de artt. 1 tot en met 9 der wet van 24 Med
1897 (Staatshlad no. 156), laatstelijk gewijzigd
bij de wet van 12 November 1921 (Staatsblad
no. 1173). 15.825.
5. Uitkeering van het rijk, overeenkomstig
art. 10 der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad
no. 156). 600.
6. Secretarie-leges en rechten van den bur-
gerlijken stand. 1000.
7. Rechten inigevolge het Vuurwapenregle-
memit. f 175.
8. Venhaal van bijdiragen voor eigen en
weduwen- en weezenpensdoen ingevolge art. 36
der Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240).
f 6020.
Uitgaven
9. Jaarwedde van den burgemeester. 5200.
10. Jaarweddien van de wethouders. 800.
11. Jaarwedide van den secretaris. /4850.
De heer HAMELINK merkt op, dat het
DBtkonid kan zijn, dat hot in d>c afdncling'svnrg'a-
derdng nopens dezen post een vraag heeft ge-
steld en hij kan het antwoord, dat burgemees
ter en wethouders daarop geven niet zonder
meer laten passeeren. Hij meent, dat dit ant
woord bewijst, dat het college niet heel sterk
staat, want het haalt er heel wat bij, dat geen
verbaml houdt met sprekers vraag. Met be
trekking tot de verhooging van jaarwedde van
den secretaris zeggen burgemeester en wet
houders, dat die eerst te pas komt, als de door
gedeputeerde staten vastgestelde regeling der
Koninklijke goedkeuring heeft verworven. Hij
vraagt echter of burgemeester en wethouders
net een goede regeling achten, om thans in de
begrooting een lager bedrag te ramen, terwijl
men toch weet, dat, alvorens de begrooting zal
zijn terugontvangen, de nieuwe jaarwedde-
regeling zal zijn imgevoerd. Hij zou het beter
dat
Er wordt nu op dat verlof aanmerking ge
maakt, maar hoe dikwijls gabeurt het niet, dat
de secretaris voor belangen der gemeente naar
Den Haag wordt gestuurd, dan is hij altijd be-
raid, diat te doan en ziet er ook niet tegen op
om s morgans 4 uur op te staan am met de
eerste boot te vertrekken en des avonds 11 uur
weer te keeren, terwijl zijn diensttijd is van 9
uur voormiddag tot 5 uur namiddag en men
het^ hemy dus niet kwalijk zou kunnen nemen,
iindien ihij miinisteins 6011 dag vroeger W0gging,
waardoor de gemeente ook de verhlijfkostcn'
zou hebben te vergoeden. Spreker beschouwt
dit lesgeven niet als een bijbetrekking en hij
vraagt, indien dit aan die gemeente-iseoretaris-
sen zou worden verboden, wie het dan wel zou
den moeten doen.
De heer VAN DUKE verklaart op hetzelfde
standpunt te staan, juist het laatste wil hij ook
naar voren brengen, n.l. de tijd die de secreta-
ris dikwijls disponiibel is buiten de secretarie
uren moeten aanleiding zijn, dat de raad niet
zoo klemzielig is om tegenover hem op 'n half
uurtje te zien, dat hij dan eens voor zichzelf
gebruxkt.
De heer HAMELINK 'heeft wel gedacht, dat
zijn opmerking in deze weinig bijval zou vin
den. Uit hetgeen de heer De Jager in 1923 bij
de behandeling der begrooting heeft gezegd
nih-i/H- dof j.n 0
j oogenblik met zijn werk moet ophouden, om
j mensdhen te woord te staan, als de heer Ha-
j melink iets wensoht te weten, of de heer Van
I -Priel of Golseni, of wie ook, daar gaat alles veel
I tijd mee been. De secretaris heeft de leiding
over zijn ambtenaren. Dan moeten ook voort-
j durend nieuwe besluiten en wetten worden be-
studeerd, want de secretaris moet zorgen op de
j hoogte te blijven van zijn tijd, Spreker gelooft,
dat het lesgeven ten' goede komt aan de physiek
i van. den secretaris dezer gemeente.
I De heer GEELHOEDT verklaart in zijn be
toog niet te hebben willen beweren, dat men
den secretaris dankbaar moet zijn voor het
werk, dat hij doet en de tijden die hij daarvoor
besteed, daar hij dan niet meer doet dan zijn
plioht, maar hij heeft er alleen op willen wij
zen, dat, als iemand wiens kantooruren loopen
van 9 tot 5 uur, wel eenis dagen maakt van 4
tot 10 uur, men dan ook aan den anderen kant
niet zoo nauw mag zien en diat de opmerking
van den heer Hamelink dan vrijwel spijkers
zoeken op laag water beteekent.
De VOORZITTER betoogt, dat de heer Ha
melinik niet aan den schijn onitkomt, dat hij er
een persoonlijke kwestie van heeft gemaakt,
nu hij burgemeester en wethouders aanvalt,
omdat ze zoo'n uitvoerige toelidhting hierop
hebben meenen te moeten geven, en zij daarbij
de instructie hebben aangehaald. Spreker nam
eChter dankbaar acte van diens woorden, dat
hij het niet beschouwt als bij.werk en dat hij ook
met de salarieering wil aanvallan. Wat het
werk zelf betreft, dat acht spreker in het be-
lang der gemeente. De secretaris heeft voor
het lesgeven van af het begin volledig zijn
kaarten opengelegd. Het gaat nu 7 jaar zoo en
meer dan eenmaal is er over gesproken in de
vergadering van burgemeester en wethouders.
Hij heeft gezegd, ik ga met evenveel plezier
depf [A 'h6t COlleg,e ,van bur- i les seven, maar~als ik op ~de "secretarie
ge neester en wethouders een. belangrijke les geef, ben ik daar om 1 uur al terug en des-
noodis dispenibel voor iemand, die zou komen
om mij te spreken. Het is in het belang der
plaats bekleedt, en vrijwel op alles zijn stampel
zet, in de wijze waarop wij worden geregeerd.
Er wordt nu hier een en ander naar voren ge-
bracht om te wijzen op ,de bijzonidere verdien-
sten van den secretaris, ook in de ditmaal zoo
belangrijke toelidhting op die vraag in ihet af-
deelingsverslag, maar spreker voert hdertegen
aan dat, Us de secretaris d'ait alles doet, hij nog
mets meer doet dan zijn plicht, Gaat het nu
toch aan om als een bijizondere verdienste naar
voren te brengen, dat de begrooting is voor-
zien vain een memorie Van toelidhting? Als dat
eens met het geval was, dan zou de behande
ling der begrooting niet zijn, zooals die voor
een gemeente van 10.000 zielen zij.n moet. Dat
komt bovmdien toch ook tot uitdrukfcing in
zijn jaarwedde, die veel hooger is dan diie earner
kledner gemeente? Nu kan men zich op 'het
standpunt stellen, dat het lesgeven in het be
lang der gemeente is, omdat hij dan voortdu-
rend studeeren moet om op de hoogte te blij
ven. Maar wederom, indien hij dat niet deed,
zou hij aan zijn verplichting tegenover de ge
meente tekort komen. Daarbij komt dan nog
gemeente, dat de secretaris ter secretarie te
genwoordig is. Nu zal ieder wel ibeg.rijpen, dat
de les niet altijd precies om 2 uur is afgeloo-
pen. De huidige regeling, waaribij de leerlin
gen ook ter secretarie werk kunnen verrichten,
kan ook in het belang zijn der leerlingen zelf.
t Het is aan alien wel vokloende bekend, hoe
sleciht die opleiding voor ambtenaar tor secre-
j tarie tot voor korte jaren nog was. Het vond
toen plaats op secretarien van kleine gemeen
ten, waar de secretarissen zidh daarop toelegde
en de leerlingen als volontair namen, die ze
dan de harden folauw lieten sdhryven voor een
paar cent en we mogen ons zeker alien ver-
beugen, dat die opleiding in betere banen is
gekomen.
Het verlof van de secretaris, daar komt het
op neer. Nu lis spreker van oordeel, dat de
secretaris een hoofdambtenaar, die volkomen
bew egin gsvrij heid moet hebben. Zaterdags
heeft hij bepaald verlof noodig. .Spreker heeft
hem dit, in overeenstemming met de instruc-
de boden en van het kantoor van de ge-
meenite-omtvanger. f 11285.
15. Sdhrijf-en bureaubehoeften, briefporten,
vraahtloonen en andere kleine uitgaven. 1550.
16. Druk- en bimdlwerk. 1000.
De heer HAMELINK merkt op, dat hij wel
verwacht had, dat hij ten antwoord zou krijgen
dat er gelegenheid was voor correctie der no-
tulem van den gemeenteraad. Dat brengt ech
ter last mee. Hij is van oordeel, dat de notulen
in de laatsten tijd te beknopt worden weerge-
g-even. Hij wil toegeven, dat de verslaggever
daaraan niets kan doen, maar als deze mis-
sdhien overbelast is, was wellicht een andere
regeling te treffen, waardoor deze wat werd
omtlast.
In de notulen der vorige zittimg stond iets,
dat .spreker niet heeft gezegd, n.l., dat hjj op
de jaarwedderegeling van den secretaris zou
terugkomen en tegen iedere verhooging was.
Hij heeft alleen gezegd: dat hij op de zaak niet
zou terugkomen.
17. Onderhouden en schoonlhouden van het
gebouw of vertrek, bestemd voor de vergade
ring van den raad en van burgemeester en
wethouders en voor de secretarie der gemeente.
f 585.
18. Onderhoud en aankoop van meubelen
voor die gebouwen of vertrekken. /2O0.
19. Verlichting en verwarming. f 480.
20. Abommemant op het Staatsblad, Provin-
ciaalblad en die dag-, week- of maandbladen en
den aankoop van boeken. f 120.
21. Arohaef. 100.
Aanplakkm en omroepen. f 10.
Plaatsen van advertentien. f 300.
Reis- en verblijfkosten. /600.
Onkosten en eventueele rechten vallen-
de op de postrekendngen. 20.
26. Abonnement op de telefoon en kosten
van telefoongespirekken. f 250.
27. Gontributie aan. de Vereeniging van
NederLamdsohe Gemeenten en/of aan hare pro-
vinciale afdeelingen. 160.
28. Kiezerslijisten en het uitoefenen der
kiesverrichten. f 1000.
29. Bezoldiging der ambtenaren van den
buirgerlijkem stand. /415.
30. Overiige kosten van den burgerlnken
stand, f 80.
31. Bevolkingsregdsters en hud'snummering.
100.
34. Bijidragen voor eigen- en weduwen- en
weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pen-
edoenwet 1922 (Staatsblad no. 240). f 3740.
36. Bijidragen voor inkoop van pensioen, in
gevolge art. 63 idler Pensioenwet voor de ge
meenteambtenaren 1913 jo. art. 173, IIIc dei
Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240). /210.
39. Premie voor verzekering tegen diefstal
van kasgeld. f 20.
40. Subsidie aan de Nederlandsche vereeni
ging voor gemeentebelamgen. f 5.
41. Kosten van uiitbetalinig van aflosbare
obligaties en vervallen coupons. 25.
42. Bydrage voor de stiohting „Rust- en va-
cantieoord" van den Nederlandschen bond van
gemeente-ambteniaren. 15.
43. Kosten van vergaderingen. /300.
44. Vergoeddnig aan den bode voor het ge
bruik van een rywiel in dienst 'der gemeente.
i 1 25.
45. 40 toeslag op 'het pensioen van de
wed. van den amibt. ter secretarie D. Tolhoek
j 106.
j 46. Toelage aan 'die Ver. van Burg, en Seer.
in Zeeuwsch-Vlaanderen (Oost. deel). /II.
48. Toeislag op het penisiioen van de oud-
i concierge van het gemeentehuis A. Koene.
I f 180.
i 49. Kosten in verband met de regeling der
I financieele verhoudimg tussohen rijk en se-
meente. 15.
I 50. Gedingen en rechtskundig onderzoek
Memorie.
I 51. Inikwartiering maiitairem. f 20.
i 52. Vergoeding aan den kantoorhouder van
net hulptelefoonlkantoer te Sluiskil voor het
I openhoudleoi van dat kantoor buiten diens
diensturem en aan L. Steketee voor het waar-
i schuwem des maChts van de geneesheeren bij
j telefoomoproepen van buiten de kom 'der ge-
j meente. /300.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat hij
j na de verkregen inlichtingen, vooral van de
i buiten kantoortijd te hulp geroepen genees-
heeren, bevredigd is en de uitgaaf van vol
doende belang acht.
Hoofdstuk III.
Openbare veiligthaid.
Inkomsten
47. Venhaal van perusdoensbijd ragen. 700.
Uitgaven
53. Belooning van de inspecteurs, tiiemaars
en verdere beambten van politie, mitsgaders
van de veldwachters. 19.090.
54. Kleediing en uitrusting der politie-
dienaars en veldwachters. 1225.
55. Kosten van wachtgebouwen en bureaux,
alsmede ldcht en brandstoffen voor die lokalen
670.
56. Bureaubehoeften. f 50.
57. Bewaring van gearresteerden. f 10.
58. Reisgeld voor passaniten en overige uit
gaven der politie. /200.
De Iheer COLSEN vraagt, of de gemeente
Ter Neuzen het reisgeld moet betalen van de
j personen, die zoo af en toe door de marechaus-
i see worden doorgebracht naar Middelburg.
De VOORZITTER antwoord ontkennend. Uit
dezen post worden bastreden de verblijf- en
reiskosten van zwervers, e.d., die zich hier
aanmelden om verder te gaan, Ze krijgen dan
gewoonlijk nachtverblijf by de politie en wat
te eten en verder reisgeld naar over de Schelde.
59. Belooning en premien aan brandmees-
ters en brari'disipuitlieaeii. f 645.
60. Onderhoud van brandblu'schmiiddelen en
reddmigsimiididelem 690.
61. Onderhoud van brandweerkazemen en
brandspuitihuizen. 250.
62. Onderhoud der lantaams en verdere
kosten der verlichting. 7000.
De heer VAN CADSAND vraagt, of diie post
yoldoenriie zal zijn, ook voor de verlichting van
Sluiskil.
De VOORZITTER denkt van wel.
De heer HAMELINK verklaart, dat het hem
met duideiijk is, waarom in de buitenwyken in
den zomer de straatlantaanis blijven branden,
Indlien hij imeent, dat die dan gedoofd kunnen
blijven, vert el t hij daarmede niets nieuws,
want in vrijwel alle gemeenten in de omgeving
is dat des zomers het geval. De lampen blijven
van half April tot half September gedoofd.
Hij voegt hieraan toe, dat het op hem ook den
indruk 'heeft gemaakt, dat bij de verlichting
der kom ook geen gebruik is gemaakt van de
gelegenheid tot bezuinaging die de zomertyd
biedlt, dat de lantaams branden op tijiden, dat
het niet noodig was. Er wordt m.i. veel te
roekeloos met den electrisdhen stroom omge-
g-aan. Voor de buitenwyken wijst hy er op, dat
de etectriisclhe lantaams nu in den zomer bran-
den, terwijl er vroeger, bij de petroleumver-
lichti'iig niet aan werd gedacht.. Dat klopt
toch niet.
De heer COLSEN wijst er o-p, dat de tijden
veel zijn veranderd, aangezien er een veel
drukker verkeer is, Hy vermoedt, dat de
groote weg op Sluiskil 's nachts veel drukker
bereden wordt dan de straten van de kom.
Vroeger reed er aems een enkel karretje, maar
nu passeeren er gedurig automobielen en mo-
torrijwielen, fietsen enz. Hij juicht he<, toe,
dat de verlichting 's nachts blijft branden en
hoopt, dat fourgemester en wethouders hieriin
geen verandering zullen brengen.
De heer D. SCHEELE zou toch wel voelen
voor het denkbeeld van den heer Hamelink,
indien daaraan een groot voordeel ver-
bonden is. De heer Golsen spreekt van den
grooten weg lang® Sluiskil, maar daaroantrent
kan worden opgemerkt, dat er langs het ge-
heele kanaal liohten branden van den water-
staat, terwijl de fietsen, motorrywielen en
auto's zelf van lirht zijn voorzien. Daar ver-
houldt het zich nog anders dan den weg naar en
over Driewegen. Indien er echter een bedui-
dande besparing kan worden verkregen, meent
spreker ook, 'dat in de zomermaaniden de ver
lichting buiten kan worden gemist. Hij weet
echter niet, of het in verband met gesloten
contracten kan.
De VOORZITTER merkt op, dat het z.i. wel
kan, aangezien de gemeente alleen een ge-
woon contract voor stroomafname heeft geslo
ten. Hy zet verder udteen, dat de lampen wor
den ontstoken volgens een door een firma in
Nederland daarvaor speciaal uitgegeven kalen-
der. De lampen worden ontstoken door een
inischakeliing met gebruikmaking van klokken;
van de tedhnische heeren vemeemt hij, dat die
klokken wel eenis hokken.
De heer HAMELINK meent, dat die, voor de
tijidistdppen, die hij op het oog had niet het ge
val kon zijn.
De VOORZITTER noemt het een moeilijke
kwestie, maar zegt toe, dat burgemeester en
wethouders het zullen bespreken. Men moet
ook in aanmerking nemen, dat de mensdhen
over het algemeen wat later beginnen te leven
tot 10 of 11 uur en dan is het al danker.
De heer HAMELINK: In den zomer todh
niet.
De VOORZITTER veronderstelt, dat men in
andere gemeenten daarin zoo zuindg is, omdat
de gemeente zelf de leverancierster van die
stroom is. Burgemeester en wethouders zouden
eens kunnen nagaan, waar het noodig is en
waar niet. Indiien we minder gebruiken, zou
het kunnen zijn, dat er opmerkdngen komen, dat
dit gaat tot schade voor het verkeer.
De heer VAN AKEN: We zoudlen het eens
kunnen probeeren de lampen uit te laten, maar
dan zullen de heeren klagen.
De VOORZITTER: Wij zullen rekening hou
den met de door de heeren gemaakte opmeir-
kinigem.
63. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beambten
f 3340.
64. Kosten van verzekering tegen brand-
scbade. 10.
65. Rente van geldleeningen ten laste van
hoofdstuk III komende. f 365.
66. Aflossing van geldileeninigen ten laste
van Hoofdstuk III komende. 60.
67. Subsidie ten behoeve van een Politie-
school. f 5.
68. Kosten van de burgerwacht. 100.
De heeren HAMELINK en VAN DRIEL
willen beschouwd worden tegen dezen post te
heblben gestemd.
69. Subsidie aan de Politiehonidendretsseer-
Ver. Zeeuwsch-Vlaanderen. 5.
70. Vergoeding voor het gebruik van een
rijiwiel in dienst der gemeente aan den politie-
agent te Sluiskil. f 35.
71. Huur van rijksgrond bestemd voor
staanpilaats van woonwagens. 25.
Hoofdstuk TV.
Volkggezondhead.
Inkomsten:
72. Keur- en slachtloonen. /2000.
73. Varhaal van pensioensbijdragen. f 70.
74. Storting door de Gezondheidscommis-
sie te Ter N euzen van de penisioensb y d ragen
voor den secretaris dier commissie. j 75.
Uitga ven
75. Toelage aan de gezondheadscommissie.
f 205.
76. Belooning voor te verrichten vaccina-
tien en lykschouwingen. f 10.
77. Kosten ter voorkoming en bestrijddng
van epddemische ziekten. f 20.
78. Kosten van den keuringisdianst inge
volge die Vleeschkeurinigswet. /2300.
79. Bijdrage aan de centrale gemeente in
die kosten van den keuringsdiemst ingevolgie de
War en wet. f 1200.
80. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionmeerinig enz. van ambtenaren en beaimbten
(zie Hoofdstuk II, volgnummers 34, 36). 420.
81. Subsidie aan bad- en zweminrichtingen.
250.
(Wordt vervolgd.)
V
1/
ft
tr