ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. <Zm-RE£P No. 7994. Maandag 22 November 1925 66e Jaargang, LEVERING MACADAM. Een vervolging in Thibet. binne iCCOn i. 10 000 KG Lessinisclie Macadam 30 000 K.G. Lessinisclie Macadam 30 000 K.G. Lessinische Macadam FETJILLETON, t. tJ1' Beter dan 6oed: DE BEST Vraagt KWATTA SPECULAAS one. Voor binnen Ter Neuzen J1,40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetallng fr. per post /«,60 per jaar - ABONNEmENTSrnlJO. Voor *t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen bij vooruitbetakng. Oit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond. Burgemeester en Wefhouders Tan 1 ER NEDZEN vragen roor 29 November 1926, des namiddags 3 uur, aanbiedingen met monster voor hf;t leveren van afmetingen 5 20 m M., franco op wagon te Ter Neuzen. afmetingen 1030 m.M. franco op wagon te Ter Neuzen. afmetingen 10 30 m.M. franco op wagon te Sluiskil. Weegloon te Ter Neuzen en te oluiskil voor rekening van den aannemrr. Ter Neuzen, 22 November 1926, Burgemeester en Wetbouders voornoemd, J. HU1ZLNGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Parlementaire Kalender. 18 November# De Minister- Preside nit heeft in een vrij korte rede de sprekers beantwoord, maar zij was belangrijker dan vele redevoeringen, waarop Mr. De Geer te antwoorden had. Trouwens 'hoe geringe behoefte er aan dit politiek debat is, blijikt uiit bet fedit, diait van den spreek- tijid, voor de gezamenlijtke fracties op 19 uren gerantsoeneerd, slechts 10 uiren wa- ren verbruikt. Wat de positie van het Kabinet betreft, ontkende de Minister, dat dit intermezzo- Kalbinet tot onvruchtbaar.heid zou zijn ge- doemd. Integendeel, het Kabinet aciht zicb volkomen los van de vroegere antithese politick, en al is bet terrain van arbeid daardoor beperkt, op dat terrein kan nog veel warden gedaan. Met name keerde de Minister zich tegen Mr. Heemskerk, die de voorstalling bad gewekt, alsof het Kabinet geen homogeniteit zou bezitten. Daze homogeniteit moge niet principieel zijn als die der vorige coalitie-kabinetten, terecht vroeg de Minister of de anti-revo- lutrionairen weJ zoo trotsch kunnen zijn op de homogeniteit der vorige Kabinet ten, die immers alles moeSten laten rusten wat de d'iepere beginselen raakte. De Minis ter kon twee duidelijk sprekende voor- beelden aanlhalen: het militair belaid en bet Belgisch tracitaat. Waarbij echter de vraag rijist of dit Mdnisterie ook dezelfde collectieve verantwoordelijkheid aan- vaardt als parlementaire Kaibinetten. Of, om het met een voorbeeld eoncreter te stedJen: Zou bij verwexping van het Bel gisch tractaat de Minister,scrisis aan Bui- tenlandsche Zaken oak een Kabinetscrisis hebben medegebracht Inzake de onlusten in Indie werd door den Minister een korte verklaring afge- legd, ml. dat deze met kracht zouden wor- den bedwongen, doch dat voorloopig geen wijziging zou worden gebracht in den millden sociaal-politieken koers. Inder- daad, het is voor onzen nieuwen Gouvex- neur-Generaal wel een ongelukkig begin, en ongetwijfeld zal er verband worden ge- legd tusschen zijn voorgenomen toe- gevendheid en deze ernstige aanvallen op ons gezag in Indie. Het is zeker te hopen, dat de Indisc'he regeering er spoedig in Naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 57) Vervoig.) ,.Wat is dat?" Sherrington vertelde het hem. Nima knilkte een paar maal. <Ja zulke menscben zijn ieir veel. Maar deze arak-drinker wordt goed be- waakt en als ihij vioor de tweede maal iets dergelijiks probeert, maakt hij kennis met mijn geweer. Ha-ha-ha en nu ga ik bidden, evenals in dein goeden ouden tijd, en slapen in een eel en, als de gongs me vannacht wakker maken heb ik 'kans, dat ik voor ik weet wat ik doe, in de kapel zit". Hij heesch zidh langzaam overeind, reikte zich bahagelijk udt en stapte weg de gang door naar zijin cel. Sherrington bleef achtex, te opgewon- den door het gesprek met Nima om aan slapen te kunnen demken. Met zijn han- den in zijn zakken begon hij de kledne Ctdmte op en neer te loop en, om door een poos geconcemtreerd denken de gedach- ten, die hem hinderidlen, iuit te putten. Ju,ist toen hij wat ruistnger begon te wor den, hoorde hij voetstappen in de gang en even daarna kwam Craydon de eel bin nen. „Zeg, wat vinid-jij, Sherrington?" be gon de Amerikaan op geforceerd jovlalen 1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN, zal sl a gen, den toestand meester te wor- iden; eenige Kamerleden bleken echter in -het bezit te zijn van particuliere telegram- men, welke te dien opzicihte ongerust'heid verrieden en waarin mededeeiing werd geidaan van maatregelen van verweer, door suiikerfabrdeken voorgenomen. In de avondvergadering werd de be- handeliing van het hoofdstuk Binnen- lanidsche Zaken voortgezet. Voor de ,,jaarlijksche tractatie" zooals Minister Kan haar noemde over de burger- wachten, politietroepen en bijzonderen vrijwilliigen landstorm zorgd,e weder de beer Van Zadelhoff. Zoolang het ver- bond met de Katholieken, die wiarme voor- staniders zijn van dit instituut, nog een lievelingsdroom der sociaal-democraten i,s, zullen zij wel stemiming over 'deze be- grootingsposten vragen. Over de wenkverschaffing werd een belangwekkend debat gevoerd, waarbij opnieuw bleek, dat de Minister met name in Drente alles doet om er „den moed in te houden", gelijk hij het noemde. De o nt w i k keli ng sm og elijik'h eden van den tuiinbouw in Drente worden nauwkeurig onderzocht, particuliere tuinbouwers zul len Rijkssteun kunnen krijgen, terwijl plannen inzake droogmaking en ontwate- ring in overweging of voorbereiding zijn. 19 November. De laatste dag der par lementaire week braclht het slot van het pofitieke debat. Nadat Ds. Kersten nog eens flink tegen Mr. Heemskerk had uit- gepakt (Ds. Lingbeek was den vorigen dag reeds duchtig slaags geweest met den aanvoerder der christelijk-fhistorischen, Dr. De Visser) eindigde het debat met de aanneming van een drietal moties (ver- hooging der Rijlkstraotementen; regeling van de recbtspositie van ambtenaren; her- stel zevende leerjaar). Welke aanneming weinig beteekenis iheeft, waar de regee ring uiifcdruikkelijk verklaard had, de mo des ,naast zich te zullen neerleggen. In- derdaad, dit extra-parlementaire Kabinet gevo'dt zich wel sterk tegenover de K a m er De rest van den miiddag werd besteed aan de afdoening van de landbouw- begrooting, waarbij weder een cycloon van wenschen en grieven losbrak. De belangstdlende lezer, die er belang- stelling voor heeft, zal het kunnen terug- vinden in de ,,Handelingen". HET NEDERLANDSCH-BELGISCH VERDRAG. Te Amsterdam is een studentencomite opgericht met het doel, een nationale stu- dentenbewegdng tot stand te brenqen tegen het Nederlandsch-Belgische Ver- drag. Het stelt zich voor, een adres te rich ten tot de Eenste Kamer met de handteekenin- toon, ,,zouen die kerels in hun carnaval- pakjes hier d'r iets op tegen hebben als ik rookte? Mijn zenuwen zijn aan het op- spelen en dan, helpt niiets zoo goed als een pij,p". „Ik voor mij g^loof niet, dat ze er iets op tegein zullen hebben", gaf Sherring ton zoo giewoon mogelijk ten antwoord. „Ga zitten, dan rooken we samen". Graydon nam de uiitnoodiiging gneitig aan en liet zich met een zucht van ver- liicihting op idle bnits neervallen, op dezelfde plants waar Nima-tashi, gen half uur ge'leden, over hem had zitten praten. De voorberedidiingien tot het rooken liepen vlot van stapel. Graydoin vulde zijn pijp uit S herring ton's tabakzaik en liet zijn mededinger in een aanval van voorko- meindlheid het eerst opsteken maar daarna vdel er een stilte, een pijnlijke stdlte, die Sherrington van zijn kaint be- sloot niet te veribreken. Om velerlei redenen was het noodig, dat Craydon met praten begon. In dden opzet slaagde hij gemakkelijk, want na een paar minuten kon Craydon het volkomen stilzwijigen niet langer uithoudien,. „Ik hoop maar, dat Janet het naar haar zin heeft", begon hij in een te duidelijke poging om Sherrington aan het praten te krijgen. „Als ik aan die nonraen denlk vuiler en viezer kan het al ndet". ,,Neen, bepaald zindelijlk zijn ze niet", stemde Sherrington gereedelijk toe. ,,Er zijn nu eenmaal ndet veel Thibetanen, die het gebxudik vain waiter en zeep riskeeren.. Maar baing-zijn behoef je ndet ze is in goede handen. Die nonmen zullen haar alliciht niet minder voorkomend en gast- vxij behanldelien dan de lama's ons". gen van studenten van alle Nederland- sche undversiteiten en hoogescholen, die tegen genoemid Verdrag zijn. Het icomiiite is van oordeel, dat een mas- saile studentenbeweging meer indruk zal maken dan eenige uitingen van enkele groepen. Onder het opsc'hrift: „Wat ons te doen sraat" verklaart het Rotterdamsche so- ciaal-idemk. orgaan „Voorwaarbs", dat het niet behoort tot hen, die hernieuwd verzet tegen het Nederlandsch-Belgisch Verdrag met vreugde zullen begroeten. Het blad zegit o.a.: Even onibewimpeld als wij de aanvaarddng van het Verdrag hebben betreurd, even nadrukkelijk spre- ken wij itihians de hoop uit, dat de Eerste Kamer de udtspraak van wat onze eigen- lijlke volksvertegenwaordiging is, zal eerlbiediigien. Het verdrag is tihanis in de voor ons meest gunstdge atmospheer aangienomen. Niemand in Beige kan er meer blind voor zijn, ihoe zwaar dit offer gevallen is. De stemmenverhouding bevat daar- maast een ernstige waarscihuwing voor de Belgen om wij nemen ndet aan, dat zij het zouden willen het onder,ste uit de kan te halen. Een soepele miide toepas- sing der bepalinigen, is fihans ook een Bel gisch belang Hernieuwde agitafciie reeds zal veel van dezen inidruk en van de goede stemmdng kunnen bederven. Verwerping door de Eerste Kamer zou van zoodanig wantrou- wen getudgen in Belgie's goeden wil, zij zou aan de overzijide van de Schelde zoo- danige en geredhtvaiardigde teleurstelling en verbittering wekken, dat wij voor de in.termationale verhoudingen daarvan zeer jammerlijike gevolgen te vreezen achten. Een zekere groep een groepje! natiionalrflsten en chiauvinisten in ons land moge ziich daarom ndet bekommeren, voor ons sociaal-democratenzijn hier stellig hooge belangien in bet spel- Het doet ons daarom leed, zegt het blad, dat de heer Wytema van z'n, bur- gem eesterszetel een aansporing tot de Eerste Kamer heeft geri.eht, die in 's lands en in Rotterdam's wtlbegrepen belang beter achterwege waxen gebleven. Diepe teleurstelling bij anti- revolutionairen in Groningen. Van de zijide van de antd-revolutionai- ren in Groninigien, die zidh tegen de aan- nemiing van het Verdrag in zijin huidiigen vorm hebben verklaard, meld't men aan de Rotter,dammer: ,,Met diepe teleurstelldng is hier in het Noorden door het meerendeel der anti- revolutionairen den uitslag van het Twee- de-Kamervotum van j.l. Donderdag ver- nomen. Met name de houding van de anti -r evol uti o na ire Tweede Kamerleden, die onvoorwaardelijk voor stemden, wordt betreurd. Dat deze antirev. afgevaardig- den in laatste instantiie hun stem voor het Verdrag gaven, is tot op zekere hoogte te begrijpen. Doch dat de groote meerder- heid van hen niet met beide handen de opschortingismotie aangreep, om alsnog tot een voor Nederland betere regeling te komen, is ten eenenmale onbegrijpelijk. Waar zelfis miannen als de oud-Ministers Dr. J. Th. de Visser en J. J. C. van Dijk, leden van het voormalige Kabinet, dat destijds achter het Verdrag stond, open- lijik te kennen gaven, dat hun meeniing sedert gewijzigd was en zij thans een her- opening vain de onderlhandelingen wen- schelijk oordeeilden, waarom zij met de „Nee misschien ni-et gelukkig maar Weer bleef het een tijdlang stil. Cray don zait aan een stuk door te dampen telkens onrustig met zijn voeten te schui- felen. Na een poosje leek het Sherrington toe, dat het goede oogenbliik gietkomen was om met vragen te beginmen. ,,Je nicihtje is geloof ik heel rijk, is 't niet Craydon?" „Ja zou d'r kachel met dollar-briefjes kuninen laten aanmaken, als ze daar zin in, had", was het lachend gegeven ant woord. „En behalve haar vader en zuster laten we aannemen, dat die nog in leven zijn heeft ze dan nog veel familie, haar tante, bij wie ze grootgebracht is, uitge- zonderd?" „Ze heeft mij", lachte Graydon. ,,En ik ben een arme wees, alleen op de we- reld". ,,Daarmee bedoel je, dat jij, behalve haar tante, de eenige bloedverwant bent, die ze nog heeft?" „Geraden. Maar de quailiteit is er dan ook naar eerste-,klas, wat?" was het quaiisie-chertsende antwoord. „Dus", Sherrington besloot wat te wagen; je kon noodt weten of leem pijl op goed geluk afgeschoten, niet doel trof ,,dkis, als er iets met Miss Graydon zou gebeuren, erf jij alles, h£?" De pijl trof doel! Met een bleek gezidht en verwiJiderde oogiein spxong Craydon van zijn primitieve zitplaats op. ,,Wel verduiveld, dat is imsiinueeren wat heb je daarmee voor?" „Niiets, kerel! Het lag allermimst in I mijn bedoeling iets te insinueeren - 't was motie-Mar,chant meegingen, zoo blijkt hieruit wiel duiidelijik, dat door hen de mogelijkheid tot verbetering van het Ver drag zeer reeel werd geacht. Had in deze merkwaardige verandering van zienswijze van twee zoo bij uitstek deskundigen niet voldoende reden gelegen voor onze antirev. Tweede Kamerleden om mede hun stem aan de motie te geven? (Het verheugt ons, dat er ten minste 4 A.-R. waxen, die deze kans niet hebben laten glippen.) Te meer daar dan aan de allerwegen iin den lande kenbaar gemaak- te wenschen en voornamelijk ook van on- derscbeiden antirevolutionairen was tege- moet gekomen. Thans is met deze alleszins ernstige en billijke wenischen in het minst geen reke ning gehouden. Hoe het oak zij, de besliissing in de Tweede Kamer is gevallen, daarop is niet meer terug te komen. Maar de hoop wordt gekoesterid, dat de antirev. leden der Eerste Kamer op gelukkiger wijze zul len weten kennis te nemen van de hart- gronidige wiensohen, die leven in den boe- zem van een niet onbelangrijk deel der antirevoOutionaire partij." (Mr.) M(archant) schrijft in de ,,Vrijz. Dem." over de bonding der Eerste Kamer ten aanzien van het verdrag. „Het iis bekend, dat wij de Eerste Ka mer uit onze .staatsregeJing zouden willen miissen. Voor een herziening van de be- slissinigiein der Tweede Kamer achten wij het referendum aangewezen. Nu deze installing echter niet bestaat, moet ook door ons de vraag worden ge- steld, of de Eerste Kamer hier haar veto zal hebben te laten geliden. Het antwoord kan niet twijfelachtig zijn. Alle gronden, geldend gemaakt voor de instelldng der Eerste Kamer, zijn hier van kracht. De beslissing iis door de Tweede Kamer genomen niet alleen met een kleine meer- deriheid, doch bij afwezigheid van drie leden, van wie zeker twee, en waarschijn- lijlk drie hunne stem tegen het wetsont- werp zouden hebben uitgebracht. Dan ware het verworpen geweest. In de tweede plants is de beslissing ge vallen op onjuiste feditelijike gronden, door voorstemmers aangevoerd. De leider der anti-revofutaonaire fractie met name nam aan, dat van het bouwen van slleclhlfcs een kanaal sprake was in plaats van twee. Zijne voorstelling van de capaciteit van het kanaal Antwerpen-Moerdijk bleek onjuist. In de derde plaats staat vast, dat de overgroo'te meerderheid tegen den inhoud van bet tractaat oveirwegende bezwaren had, idie slechts om redenen, daarbuiten gelegen, zijn overwonnen. Het kanaal Antwerpen,Moerdijik met name vond blijkens het Voorlooipiig Verslag algemeen afkeuring. In de vierde en laatste plaats kan zan der tegenspraak worden ge constat eerd. dat ons volik in zijn overgroote meerder heid tegen het tractaat is gekant. De goed- keuring zou aan het vol'k worden opge- legd. Indien ook de tweede instan'tie haar roeping had te volgen, dan is het bier. Onder het opschrift „een voorproef" heeft de hoefij'zer-correspondent van het „Hbl." een artiikel gescihreven, naar aan- leidiing van de aanneming van het Neder- een opmerking een overpeinzing, hardop, anders niet volkoimen logisch na hetgeen er aan voorafgegaan is. Waarom ma«k je opeems zoo'n druk- te...?" Craydon liet zich weer op de brits neervallen en begon zenuwachfcig te lachen. ,,Nogal dwaas, watmaar 't is ook jurist mijen gevoelig punt", legde hij uit. „De vader van Janet heeft te veel ingepiikt, zijn eigen deel, plus de por- tie van mijn vader. Maar dat komt wel goed, als we maar eenmaal getrouwd zijn". „Zoo hebben jullie trouwplannen?" „En of! Zoo gauw we deze drijfjaciht, of hoe je 't noemen wil, maar achter den rug hebben, dan is het bij de eerste de beste gelegenheiid trouwen". De sohertsende toon van dit antwioord klorik zoo geforceerd, dat Sherrington de leugien, emit proefde. Maar hij was zoo verStandig om niets te laten merken en met een heel gewoon gezicht op Cray- dlora's luchtigen toon in te gaan. ,,Dan beihoef je niet lang meer te wacihten we zijn nog maar op een paar dagreizen afstands van het doel daarna wordt het dan hudstoe." Even peuterde hij na- <den(kendl in zijn pijp dan ging hij vrij scherp voort: ,,Heb je nietis giezien vlak na onze komist hier iets verontrustends, bedoel ilk". ,,Hoe meen je?" vroeg Craydon aarze- lend. ,,I(k ilk herinner me nu, dat je me toen bij den ingang van de kapel, iets dergelijiks gevraagd hebt. Wat ,,0, 't ging over een van die biddende iarna's die eene in 't rood, die vlak bij de plek lag, waar wij stonden toen wij landsch-Belgisch verdrag. Hij behandelt daaonin nitsluitend de regeling der Schelde- belooidising, welke voor onze gemeente van zoo groot gewicht is, dat wij de beschou- wing van den hoefijzex-correspondent in haar geheel zullen overnemen: Onder de lens „Vertrouwen in den geest van Belgie", hebben 50 leden van de Tweede Kamer hun stem gegeven aan een verdrag waardoor opnieuw - want het is sinds 1839 al meer gebeurd ge- tknaagd wordt aan onze Schelde-souve- reiniteit en waardoor de toekomst van on ze Rijnhavens op het spel wordt gezet. Bijna evenveel leden 47 hebben zoo- veel vertrouwen bij een zoo hoogen inzet niet kunnen geven. Nu is er een punt van het verdrag waarop men ons vertrouwen nu reeds kan tact sen aan de feiten, omdat het immers reeds sedert anderlhalf jaar in werking is. Wij bedoelen de regeling der Schelde- bialooidsing. Daarmede immers is sedert anderhalf jaar vooruitgeloopen op het tot stand komen van het verdragwaar door tevens is aangetoond hoe noodeloos en dwaas het is om deze aangelegenlheid vast te leggen in een onopzegbaar ver drag. Maar aan die sedert anderhalf jaar bestaande regeling kan men dus een stuk- je verdxagspoldtiek gedemorastreerd zien. Hoe is die nu volgens het verdrag en hoe voligens de werikelijkheid Volgens de (geprejudiceerde) ver- dragsregeling heeft Belgie de Wieli-ngen (d.i. het rudmste en meest winstgevenlde) vaarwater te heloodsen gekregen. Neder land het veel moeilijlker en minder bevaren Ooistigat (bij Kon. besluit van 28 Augustus 1926 zijn uitdrukkelijk de Wie- lingen geheel tot ruim en is het Oostgat geheel tot nauw vaarwater verklaard). Als overgangismaatregel mag elk land een loodsvaartuig houden in het loodsvaar- water van het ander land, hetgeen ook bij de defiinitieve regeling wel zal moeten worden gehandhaafd, omdat Nederland aJthanis het recht houdt om de enkele schepen door de Wielingen te beloodsen die voor Vlissingen of Ter Neuzen zijn bestemd. Hoe gaat het nu Nederland laat dien eenen ,,vlieger" in de Wielingen. Maar Bellgie laat zijn ,,vliieger" niet in het Oostgat. Wij hadden van de Vlissingsche loodsen al eer vernomen, dat de Belgische „vliieger" van het Oostgat soms tot Ter- schelliing toe de vreemde schepen tege- moet vaart om er een Belgischen loods op te zetten. De Nederlandsche boot jaagt dan, zoo mogelijik, in concurrentie mede, maar is, door een te stroeve afhaalrege- ling, te zeer aan zijn jx>st geboniden om dat altijd te kunnen doen. En de illustra- tie van dezen toestand blijkt uit een inge- zonden stuk van1 een buitenstaander, den luiitenanit ter zee le klaisse H. J. van der Staid, die waargenomen heeft, dat, 13 mijl uit de kust en 14 mijl benoorden IJmuiden (dat moet dus geweest zijn ongeveer ter hoogte van de Scihoorlsche duinen) een Duitseh stoomschip werd beloodst door den Belgischen loodsuit het bijna 90 zeemijlen zuid-westelijlker, tegenover Walcheren uitmiondende Oostgat En Deze regeling gelidt alleen voor de inkomende schepen. Voor de uitgaan- de blijft de zoogenaamd vrije concurrentie van vroeger gehandhaafd, die echter steeds daaroip is neergekomen, dat, idoor de ,,Anitwerpsche praktijiken", uitgaande schepen wel haast gedwongen worden, een Belgischen loods te nemen. bleven staan, tilde hij zijin hoofd op en keek ons aan. Heb je hem niet erkend?" Het leek Sherrington toe, dat Craydon bij die vraag van kleur verschoot, maar door het buiiltengewoon, slechte lichtde eene boter-lamp was erger dan onvol- doende kon dit evengoed verbeelding zijin als iets, dat werkelijik gebeurd was. Met zijn bliik strak op het leenigszims ver- loopen gezicht voor hem, wachtte hij af en na een tel of tien kreeg hij het ontwijlken- de antwoord, dat hij verwacht had. ,,D'r waren er zooveel, de zijwanden lag en vol ik h eb er geen een in het bij- zonider gezien. Wat was ermee? lets om je ongerust over -te maken?" ,,Nee, dat niet", gaf Sherrington lich- telijlk hiistorisch te antwoord. ,,Mijn ver- beel'ding speelde me parten. denlk ik maar ik dacht werkelijk Dr. Stargard te ,,Genade geen kleinigheild!" lachte Craydon'". ,,Je bent aan 't fanttaseeren geweest, kerel! Dr. Stargard hier die ait ergens in Shanghai op zijn nagels te bijten „Ja", gaf Sherrington toe, „die zit in Shanghai. Waarschijnlijk ben ik over- vermoeid, dan heb je wel meer ballucina- tiies diie tocht tegen dat sterile pad was ook geen kleinigheid". Hij zweeg, iklopte zijin pijp tegen den hak van zijn schoen uit en keerde zich daarna weer, met den dikken h out en kop nog in zijn hand, naar zijn metgezel. ,,Bedtijd, zou ik zeggen". ,,Na onze klimmerij van vanmiddag hebben we een flinke nachtrust noodig". (Wordt vervolgd.) TER NEUZENSCHE COURANT .XtKXiKiU .mi.,.-jtobbi. - o.v—rv- .,1WV VvXHJii

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1