ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
<Zm-RE£P
No. 7994.
Maandag 22 November 1925
66e Jaargang,
LEVERING MACADAM.
Een vervolging in Thibet.
binne iCCOn i.
10 000 KG Lessinisclie Macadam
30 000 K.G. Lessinisclie Macadam
30 000 K.G. Lessinische Macadam
FETJILLETON,
t.
tJ1'
Beter dan 6oed: DE BEST
Vraagt KWATTA SPECULAAS
one. Voor binnen Ter Neuzen J1,40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetallng fr. per post /«,60 per jaar -
ABONNEmENTSrnlJO. Voor *t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen bij vooruitbetakng.
Oit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
Burgemeester en Wefhouders Tan 1 ER
NEDZEN vragen roor 29 November
1926, des namiddags 3 uur, aanbiedingen
met monster voor hf;t leveren van
afmetingen 5 20 m M.,
franco op wagon te Ter Neuzen.
afmetingen 1030 m.M.
franco op wagon te Ter Neuzen.
afmetingen 10 30 m.M.
franco op wagon te Sluiskil.
Weegloon te Ter Neuzen en te oluiskil
voor rekening van den aannemrr.
Ter Neuzen, 22 November 1926,
Burgemeester en Wetbouders voornoemd,
J. HU1ZLNGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Parlementaire Kalender.
18 November# De Minister- Preside nit
heeft in een vrij korte rede de sprekers
beantwoord, maar zij was belangrijker
dan vele redevoeringen, waarop Mr. De
Geer te antwoorden had. Trouwens 'hoe
geringe behoefte er aan dit politiek debat
is, blijikt uiit bet fedit, diait van den spreek-
tijid, voor de gezamenlijtke fracties op 19
uren gerantsoeneerd, slechts 10 uiren wa-
ren verbruikt.
Wat de positie van het Kabinet betreft,
ontkende de Minister, dat dit intermezzo-
Kalbinet tot onvruchtbaar.heid zou zijn ge-
doemd. Integendeel, het Kabinet aciht zicb
volkomen los van de vroegere antithese
politick, en al is bet terrain van arbeid
daardoor beperkt, op dat terrein kan nog
veel warden gedaan. Met name keerde
de Minister zich tegen Mr. Heemskerk,
die de voorstalling bad gewekt, alsof het
Kabinet geen homogeniteit zou bezitten.
Daze homogeniteit moge niet principieel
zijn als die der vorige coalitie-kabinetten,
terecht vroeg de Minister of de anti-revo-
lutrionairen weJ zoo trotsch kunnen zijn op
de homogeniteit der vorige Kabinet ten,
die immers alles moeSten laten rusten wat
de d'iepere beginselen raakte. De Minis
ter kon twee duidelijk sprekende voor-
beelden aanlhalen: het militair belaid en
bet Belgisch tracitaat. Waarbij echter de
vraag rijist of dit Mdnisterie ook dezelfde
collectieve verantwoordelijkheid aan-
vaardt als parlementaire Kaibinetten. Of,
om het met een voorbeeld eoncreter te
stedJen: Zou bij verwexping van het Bel
gisch tractaat de Minister,scrisis aan Bui-
tenlandsche Zaken oak een Kabinetscrisis
hebben medegebracht
Inzake de onlusten in Indie werd door
den Minister een korte verklaring afge-
legd, ml. dat deze met kracht zouden wor-
den bedwongen, doch dat voorloopig geen
wijziging zou worden gebracht in den
millden sociaal-politieken koers. Inder-
daad, het is voor onzen nieuwen Gouvex-
neur-Generaal wel een ongelukkig begin,
en ongetwijfeld zal er verband worden ge-
legd tusschen zijn voorgenomen toe-
gevendheid en deze ernstige aanvallen op
ons gezag in Indie. Het is zeker te hopen,
dat de Indisc'he regeering er spoedig in
Naar het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
57)
Vervoig.)
,.Wat is dat?"
Sherrington vertelde het hem. Nima
knilkte een paar maal.
<Ja zulke menscben zijn ieir veel.
Maar deze arak-drinker wordt goed be-
waakt en als ihij vioor de tweede maal iets
dergelijiks probeert, maakt hij kennis met
mijn geweer. Ha-ha-ha en nu ga ik
bidden, evenals in dein goeden ouden tijd,
en slapen in een eel en, als de gongs me
vannacht wakker maken heb ik 'kans, dat
ik voor ik weet wat ik doe, in de kapel
zit".
Hij heesch zidh langzaam overeind,
reikte zich bahagelijk udt en stapte weg de
gang door naar zijin cel.
Sherrington bleef achtex, te opgewon-
den door het gesprek met Nima om aan
slapen te kunnen demken. Met zijn han-
den in zijn zakken begon hij de kledne
Ctdmte op en neer te loop en, om door een
poos geconcemtreerd denken de gedach-
ten, die hem hinderidlen, iuit te putten.
Ju,ist toen hij wat ruistnger begon te wor
den, hoorde hij voetstappen in de gang en
even daarna kwam Craydon de eel bin
nen.
„Zeg, wat vinid-jij, Sherrington?" be
gon de Amerikaan op geforceerd jovlalen
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN,
zal sl a gen, den toestand meester te wor-
iden; eenige Kamerleden bleken echter in
-het bezit te zijn van particuliere telegram-
men, welke te dien opzicihte ongerust'heid
verrieden en waarin mededeeiing werd
geidaan van maatregelen van verweer,
door suiikerfabrdeken voorgenomen.
In de avondvergadering werd de be-
handeliing van het hoofdstuk Binnen-
lanidsche Zaken voortgezet. Voor de
,,jaarlijksche tractatie" zooals Minister
Kan haar noemde over de burger-
wachten, politietroepen en bijzonderen
vrijwilliigen landstorm zorgd,e weder de
beer Van Zadelhoff. Zoolang het ver-
bond met de Katholieken, die wiarme voor-
staniders zijn van dit instituut, nog een
lievelingsdroom der sociaal-democraten
i,s, zullen zij wel stemiming over 'deze be-
grootingsposten vragen.
Over de wenkverschaffing werd een
belangwekkend debat gevoerd, waarbij
opnieuw bleek, dat de Minister met name
in Drente alles doet om er „den moed in
te houden", gelijk hij het noemde. De
o nt w i k keli ng sm og elijik'h eden van den
tuiinbouw in Drente worden nauwkeurig
onderzocht, particuliere tuinbouwers zul
len Rijkssteun kunnen krijgen, terwijl
plannen inzake droogmaking en ontwate-
ring in overweging of voorbereiding zijn.
19 November. De laatste dag der par
lementaire week braclht het slot van het
pofitieke debat. Nadat Ds. Kersten nog
eens flink tegen Mr. Heemskerk had uit-
gepakt (Ds. Lingbeek was den vorigen
dag reeds duchtig slaags geweest met den
aanvoerder der christelijk-fhistorischen,
Dr. De Visser) eindigde het debat met de
aanneming van een drietal moties (ver-
hooging der Rijlkstraotementen; regeling
van de recbtspositie van ambtenaren; her-
stel zevende leerjaar). Welke aanneming
weinig beteekenis iheeft, waar de regee
ring uiifcdruikkelijk verklaard had, de mo
des ,naast zich te zullen neerleggen. In-
derdaad, dit extra-parlementaire Kabinet
gevo'dt zich wel sterk tegenover de
K a m er
De rest van den miiddag werd besteed
aan de afdoening van de landbouw-
begrooting, waarbij weder een cycloon
van wenschen en grieven losbrak.
De belangstdlende lezer, die er belang-
stelling voor heeft, zal het kunnen terug-
vinden in de ,,Handelingen".
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
VERDRAG.
Te Amsterdam is een studentencomite
opgericht met het doel, een nationale stu-
dentenbewegdng tot stand te brenqen
tegen het Nederlandsch-Belgische Ver-
drag.
Het stelt zich voor, een adres te rich ten
tot de Eenste Kamer met de handteekenin-
toon, ,,zouen die kerels in hun carnaval-
pakjes hier d'r iets op tegen hebben als ik
rookte? Mijn zenuwen zijn aan het op-
spelen en dan, helpt niiets zoo goed als een
pij,p".
„Ik voor mij g^loof niet, dat ze er iets
op tegein zullen hebben", gaf Sherring
ton zoo giewoon mogelijk ten antwoord.
„Ga zitten, dan rooken we samen".
Graydon nam de uiitnoodiiging gneitig
aan en liet zich met een zucht van ver-
liicihting op idle bnits neervallen, op dezelfde
plants waar Nima-tashi, gen half uur
ge'leden, over hem had zitten praten. De
voorberedidiingien tot het rooken liepen
vlot van stapel. Graydoin vulde zijn pijp
uit S herring ton's tabakzaik en liet zijn
mededinger in een aanval van voorko-
meindlheid het eerst opsteken maar
daarna vdel er een stilte, een pijnlijke
stdlte, die Sherrington van zijn kaint be-
sloot niet te veribreken. Om velerlei
redenen was het noodig, dat Craydon met
praten begon. In dden opzet slaagde hij
gemakkelijk, want na een paar minuten
kon Craydon het volkomen stilzwijigen
niet langer uithoudien,.
„Ik hoop maar, dat Janet het naar haar
zin heeft", begon hij in een te duidelijke
poging om Sherrington aan het praten te
krijgen. „Als ik aan die nonraen denlk
vuiler en viezer kan het al ndet".
,,Neen, bepaald zindelijlk zijn ze niet",
stemde Sherrington gereedelijk toe. ,,Er
zijn nu eenmaal ndet veel Thibetanen, die
het gebxudik vain waiter en zeep riskeeren..
Maar baing-zijn behoef je ndet ze is in
goede handen. Die nonmen zullen haar
alliciht niet minder voorkomend en gast-
vxij behanldelien dan de lama's ons".
gen van studenten van alle Nederland-
sche undversiteiten en hoogescholen, die
tegen genoemid Verdrag zijn.
Het icomiiite is van oordeel, dat een mas-
saile studentenbeweging meer indruk zal
maken dan eenige uitingen van enkele
groepen.
Onder het opsc'hrift: „Wat ons te doen
sraat" verklaart het Rotterdamsche so-
ciaal-idemk. orgaan „Voorwaarbs", dat
het niet behoort tot hen, die hernieuwd
verzet tegen het Nederlandsch-Belgisch
Verdrag met vreugde zullen begroeten.
Het blad zegit o.a.: Even onibewimpeld
als wij de aanvaarddng van het Verdrag
hebben betreurd, even nadrukkelijk spre-
ken wij itihians de hoop uit, dat de Eerste
Kamer de udtspraak van wat onze eigen-
lijlke volksvertegenwaordiging is, zal
eerlbiediigien.
Het verdrag is tihanis in de voor ons
meest gunstdge atmospheer aangienomen.
Niemand in Beige kan er meer blind
voor zijn, ihoe zwaar dit offer gevallen
is. De stemmenverhouding bevat daar-
maast een ernstige waarscihuwing voor de
Belgen om wij nemen ndet aan, dat zij
het zouden willen het onder,ste uit de
kan te halen. Een soepele miide toepas-
sing der bepalinigen, is fihans ook een Bel
gisch belang
Hernieuwde agitafciie reeds zal veel van
dezen inidruk en van de goede stemmdng
kunnen bederven. Verwerping door de
Eerste Kamer zou van zoodanig wantrou-
wen getudgen in Belgie's goeden wil, zij
zou aan de overzijide van de Schelde zoo-
danige en geredhtvaiardigde teleurstelling
en verbittering wekken, dat wij voor de
in.termationale verhoudingen daarvan zeer
jammerlijike gevolgen te vreezen achten.
Een zekere groep een groepje!
natiionalrflsten en chiauvinisten in ons land
moge ziich daarom ndet bekommeren, voor
ons sociaal-democratenzijn hier stellig
hooge belangien in bet spel-
Het doet ons daarom leed, zegt het
blad, dat de heer Wytema van z'n, bur-
gem eesterszetel een aansporing tot de
Eerste Kamer heeft geri.eht, die in 's lands
en in Rotterdam's wtlbegrepen belang
beter achterwege waxen gebleven.
Diepe teleurstelling bij anti-
revolutionairen in Groningen.
Van de zijide van de antd-revolutionai-
ren in Groninigien, die zidh tegen de aan-
nemiing van het Verdrag in zijin huidiigen
vorm hebben verklaard, meld't men aan de
Rotter,dammer:
,,Met diepe teleurstelldng is hier in het
Noorden door het meerendeel der anti-
revolutionairen den uitslag van het Twee-
de-Kamervotum van j.l. Donderdag ver-
nomen. Met name de houding van de
anti -r evol uti o na ire Tweede Kamerleden,
die onvoorwaardelijk voor stemden, wordt
betreurd. Dat deze antirev. afgevaardig-
den in laatste instantiie hun stem voor het
Verdrag gaven, is tot op zekere hoogte te
begrijpen. Doch dat de groote meerder-
heid van hen niet met beide handen de
opschortingismotie aangreep, om alsnog
tot een voor Nederland betere regeling te
komen, is ten eenenmale onbegrijpelijk.
Waar zelfis miannen als de oud-Ministers
Dr. J. Th. de Visser en J. J. C. van Dijk,
leden van het voormalige Kabinet, dat
destijds achter het Verdrag stond, open-
lijik te kennen gaven, dat hun meeniing
sedert gewijzigd was en zij thans een her-
opening vain de onderlhandelingen wen-
schelijk oordeeilden, waarom zij met de
„Nee
misschien ni-et gelukkig
maar
Weer bleef het een tijdlang stil. Cray
don zait aan een stuk door te dampen
telkens onrustig met zijn voeten te schui-
felen. Na een poosje leek het Sherrington
toe, dat het goede oogenbliik gietkomen
was om met vragen te beginmen.
,,Je nicihtje is geloof ik heel rijk, is 't
niet Craydon?"
„Ja zou d'r kachel met dollar-briefjes
kuninen laten aanmaken, als ze daar zin
in, had", was het lachend gegeven ant
woord.
„En behalve haar vader en zuster
laten we aannemen, dat die nog in leven
zijn heeft ze dan nog veel familie, haar
tante, bij wie ze grootgebracht is, uitge-
zonderd?"
„Ze heeft mij", lachte Graydon. ,,En
ik ben een arme wees, alleen op de we-
reld".
,,Daarmee bedoel je, dat jij, behalve
haar tante, de eenige bloedverwant bent,
die ze nog heeft?"
„Geraden. Maar de quailiteit is er dan
ook naar eerste-,klas, wat?" was het
quaiisie-chertsende antwoord.
„Dus", Sherrington besloot wat te
wagen; je kon noodt weten of leem pijl op
goed geluk afgeschoten, niet doel trof
,,dkis, als er iets met Miss Graydon zou
gebeuren, erf jij alles, h£?"
De pijl trof doel! Met een bleek gezidht
en verwiJiderde oogiein spxong Craydon
van zijn primitieve zitplaats op. ,,Wel
verduiveld, dat is imsiinueeren wat heb
je daarmee voor?"
„Niiets, kerel! Het lag allermimst in
I mijn bedoeling iets te insinueeren - 't was
motie-Mar,chant meegingen, zoo blijkt
hieruit wiel duiidelijik, dat door hen de
mogelijkheid tot verbetering van het Ver
drag zeer reeel werd geacht.
Had in deze merkwaardige verandering
van zienswijze van twee zoo bij uitstek
deskundigen niet voldoende reden gelegen
voor onze antirev. Tweede Kamerleden
om mede hun stem aan de motie te geven?
(Het verheugt ons, dat er ten minste 4
A.-R. waxen, die deze kans niet hebben
laten glippen.) Te meer daar dan aan de
allerwegen iin den lande kenbaar gemaak-
te wenschen en voornamelijk ook van on-
derscbeiden antirevolutionairen was tege-
moet gekomen.
Thans is met deze alleszins ernstige en
billijke wenischen in het minst geen reke
ning gehouden.
Hoe het oak zij, de besliissing in de
Tweede Kamer is gevallen, daarop is niet
meer terug te komen. Maar de hoop
wordt gekoesterid, dat de antirev. leden
der Eerste Kamer op gelukkiger wijze zul
len weten kennis te nemen van de hart-
gronidige wiensohen, die leven in den boe-
zem van een niet onbelangrijk deel der
antirevoOutionaire partij."
(Mr.) M(archant) schrijft in de ,,Vrijz.
Dem." over de bonding der Eerste Kamer
ten aanzien van het verdrag.
„Het iis bekend, dat wij de Eerste Ka
mer uit onze .staatsregeJing zouden willen
miissen. Voor een herziening van de be-
slissinigiein der Tweede Kamer achten wij
het referendum aangewezen.
Nu deze installing echter niet bestaat,
moet ook door ons de vraag worden ge-
steld, of de Eerste Kamer hier haar veto
zal hebben te laten geliden.
Het antwoord kan niet twijfelachtig
zijn.
Alle gronden, geldend gemaakt voor de
instelldng der Eerste Kamer, zijn hier van
kracht.
De beslissing iis door de Tweede Kamer
genomen niet alleen met een kleine meer-
deriheid, doch bij afwezigheid van drie
leden, van wie zeker twee, en waarschijn-
lijlk drie hunne stem tegen het wetsont-
werp zouden hebben uitgebracht. Dan
ware het verworpen geweest.
In de tweede plants is de beslissing ge
vallen op onjuiste feditelijike gronden, door
voorstemmers aangevoerd. De leider der
anti-revofutaonaire fractie met name nam
aan, dat van het bouwen van slleclhlfcs een
kanaal sprake was in plaats van twee.
Zijne voorstelling van de capaciteit van
het kanaal Antwerpen-Moerdijk bleek
onjuist.
In de derde plaats staat vast, dat de
overgroo'te meerderheid tegen den inhoud
van bet tractaat oveirwegende bezwaren
had, idie slechts om redenen, daarbuiten
gelegen, zijn overwonnen. Het kanaal
Antwerpen,Moerdijik met name vond
blijkens het Voorlooipiig Verslag algemeen
afkeuring.
In de vierde en laatste plaats kan zan
der tegenspraak worden ge constat eerd.
dat ons volik in zijn overgroote meerder
heid tegen het tractaat is gekant. De goed-
keuring zou aan het vol'k worden opge-
legd.
Indien ook de tweede instan'tie haar
roeping had te volgen, dan is het bier.
Onder het opschrift „een voorproef"
heeft de hoefij'zer-correspondent van het
„Hbl." een artiikel gescihreven, naar aan-
leidiing van de aanneming van het Neder-
een opmerking een overpeinzing,
hardop, anders niet volkoimen logisch
na hetgeen er aan voorafgegaan is.
Waarom ma«k je opeems zoo'n druk-
te...?"
Craydon liet zich weer op de brits
neervallen en begon zenuwachfcig te
lachen. ,,Nogal dwaas, watmaar
't is ook jurist mijen gevoelig punt", legde
hij uit. „De vader van Janet heeft te
veel ingepiikt, zijn eigen deel, plus de por-
tie van mijn vader. Maar dat komt wel
goed, als we maar eenmaal getrouwd
zijn".
„Zoo hebben jullie trouwplannen?"
„En of! Zoo gauw we deze drijfjaciht,
of hoe je 't noemen wil, maar achter den
rug hebben, dan is het bij de eerste de
beste gelegenheiid trouwen".
De sohertsende toon van dit antwioord
klorik zoo geforceerd, dat Sherrington de
leugien, emit proefde. Maar hij was zoo
verStandig om niets te laten merken en
met een heel gewoon gezicht op Cray-
dlora's luchtigen toon in te gaan. ,,Dan
beihoef je niet lang meer te wacihten
we zijn nog maar op een paar dagreizen
afstands van het doel daarna wordt
het dan hudstoe." Even peuterde hij na-
<den(kendl in zijn pijp dan ging hij vrij
scherp voort: ,,Heb je nietis giezien vlak
na onze komist hier iets verontrustends,
bedoel ilk".
,,Hoe meen je?" vroeg Craydon aarze-
lend. ,,I(k ilk herinner me nu, dat je me
toen bij den ingang van de kapel,
iets dergelijiks gevraagd hebt. Wat
,,0, 't ging over een van die biddende
iarna's die eene in 't rood, die vlak bij
de plek lag, waar wij stonden toen wij
landsch-Belgisch verdrag. Hij behandelt
daaonin nitsluitend de regeling der Schelde-
belooidising, welke voor onze gemeente van
zoo groot gewicht is, dat wij de beschou-
wing van den hoefijzex-correspondent in
haar geheel zullen overnemen:
Onder de lens „Vertrouwen in den
geest van Belgie", hebben 50 leden van
de Tweede Kamer hun stem gegeven aan
een verdrag waardoor opnieuw - want
het is sinds 1839 al meer gebeurd ge-
tknaagd wordt aan onze Schelde-souve-
reiniteit en waardoor de toekomst van on
ze Rijnhavens op het spel wordt gezet.
Bijna evenveel leden 47 hebben zoo-
veel vertrouwen bij een zoo hoogen inzet
niet kunnen geven.
Nu is er een punt van het verdrag
waarop men ons vertrouwen nu reeds kan
tact sen aan de feiten, omdat het immers
reeds sedert anderlhalf jaar in werking is.
Wij bedoelen de regeling der Schelde-
bialooidsing. Daarmede immers is sedert
anderhalf jaar vooruitgeloopen op het tot
stand komen van het verdragwaar
door tevens is aangetoond hoe noodeloos
en dwaas het is om deze aangelegenlheid
vast te leggen in een onopzegbaar ver
drag. Maar aan die sedert anderhalf jaar
bestaande regeling kan men dus een stuk-
je verdxagspoldtiek gedemorastreerd zien.
Hoe is die nu volgens het verdrag en hoe
voligens de werikelijkheid
Volgens de (geprejudiceerde) ver-
dragsregeling heeft Belgie de Wieli-ngen
(d.i. het rudmste en meest winstgevenlde)
vaarwater te heloodsen gekregen. Neder
land het veel moeilijlker en minder bevaren
Ooistigat (bij Kon. besluit van 28
Augustus 1926 zijn uitdrukkelijk de Wie-
lingen geheel tot ruim en is het Oostgat
geheel tot nauw vaarwater verklaard).
Als overgangismaatregel mag elk land een
loodsvaartuig houden in het loodsvaar-
water van het ander land, hetgeen ook bij
de defiinitieve regeling wel zal moeten
worden gehandhaafd, omdat Nederland
aJthanis het recht houdt om de enkele
schepen door de Wielingen te beloodsen
die voor Vlissingen of Ter Neuzen zijn
bestemd. Hoe gaat het nu Nederland
laat dien eenen ,,vlieger" in de Wielingen.
Maar Bellgie laat zijn ,,vliieger" niet in het
Oostgat. Wij hadden van de Vlissingsche
loodsen al eer vernomen, dat de Belgische
„vliieger" van het Oostgat soms tot Ter-
schelliing toe de vreemde schepen tege-
moet vaart om er een Belgischen loods op
te zetten. De Nederlandsche boot jaagt
dan, zoo mogelijik, in concurrentie mede,
maar is, door een te stroeve afhaalrege-
ling, te zeer aan zijn jx>st geboniden om
dat altijd te kunnen doen. En de illustra-
tie van dezen toestand blijkt uit een inge-
zonden stuk van1 een buitenstaander, den
luiitenanit ter zee le klaisse H. J. van der
Staid, die waargenomen heeft, dat, 13 mijl
uit de kust en 14 mijl benoorden IJmuiden
(dat moet dus geweest zijn ongeveer ter
hoogte van de Scihoorlsche duinen) een
Duitseh stoomschip werd beloodst door
den Belgischen loodsuit het bijna 90
zeemijlen zuid-westelijlker, tegenover
Walcheren uitmiondende Oostgat En
Deze regeling gelidt alleen voor
de inkomende schepen. Voor de uitgaan-
de blijft de zoogenaamd vrije concurrentie
van vroeger gehandhaafd, die echter
steeds daaroip is neergekomen, dat, idoor
de ,,Anitwerpsche praktijiken", uitgaande
schepen wel haast gedwongen worden,
een Belgischen loods te nemen.
bleven staan, tilde hij zijin hoofd op en
keek ons aan. Heb je hem niet erkend?"
Het leek Sherrington toe, dat Craydon
bij die vraag van kleur verschoot, maar
door het buiiltengewoon, slechte lichtde
eene boter-lamp was erger dan onvol-
doende kon dit evengoed verbeelding
zijin als iets, dat werkelijik gebeurd was.
Met zijn bliik strak op het leenigszims ver-
loopen gezicht voor hem, wachtte hij af en
na een tel of tien kreeg hij het ontwijlken-
de antwoord, dat hij verwacht had.
,,D'r waren er zooveel, de zijwanden
lag en vol ik h eb er geen een in het bij-
zonider gezien. Wat was ermee? lets om
je ongerust over -te maken?"
,,Nee, dat niet", gaf Sherrington lich-
telijlk hiistorisch te antwoord. ,,Mijn ver-
beel'ding speelde me parten. denlk ik
maar ik dacht werkelijk Dr. Stargard
te
,,Genade geen kleinigheild!" lachte
Craydon'". ,,Je bent aan 't fanttaseeren
geweest, kerel! Dr. Stargard hier die
ait ergens in Shanghai op zijn nagels te
bijten
„Ja", gaf Sherrington toe, „die zit in
Shanghai. Waarschijnlijk ben ik over-
vermoeid, dan heb je wel meer ballucina-
tiies diie tocht tegen dat sterile pad was
ook geen kleinigheid".
Hij zweeg, iklopte zijin pijp tegen den
hak van zijn schoen uit en keerde zich
daarna weer, met den dikken h out en kop
nog in zijn hand, naar zijn metgezel.
,,Bedtijd, zou ik zeggen".
,,Na onze klimmerij van vanmiddag
hebben we een flinke nachtrust noodig".
(Wordt vervolgd.)
TER NEUZENSCHE COURANT
.XtKXiKiU
.mi.,.-jtobbi. -
o.v—rv- .,1WV VvXHJii