ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
IQ5MM5!
DatsKWAHA
No. 7988.
Maandag 8 November 1926.
66® Jaargang.
Aankondiging.
voetpaden.
Een vervolging in Thibet.
JAVA REEPEnT
ABONNEMENTSPRIJS
BINNENLAND.
FEUILLETON.
MR. wm
Voor binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f6,60 per jaar
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Olt btad verschljnt lederen Maandag*, Woensdatf- en Vrljdagavond.
Burgemeester en VVethouders van ZAAM-
SLAG, brengen ter aigemeene kennis, dat te
beginnen op MAANDAG 22 NOVEMBER 1926,
vanwege de gemeente eene algfimene op-
neming zal worden gehouden van de
Zaamslag, 6 November 1926.
Burgemeester en Wethouders vo rnoemd,
JOH. DE FE1JTER Pzn., Voorzitter.
J. STOLK Lzn., Secretaris.
DE KONINGIN EN BET BELG1SCHE
BRUIDSPAAR.
De Koningin hreft haren gezant te
Brussel, Jhr. Dr. Van Vredenburcb, opge-
dragen Baar in Ipzondere zending met
rang van ambassadeur te veitegenwoo; di-
gen bij het kerkelijk huwejjk van den
kroonprins van Belgie met de hertogin van
Brat ant. Aan deze zending zgn toegevoegd
schout bjj nacht Slugs, cbef van den Ma-
rinestaf en de eer-te luitenant Jhr. Ver-
hejjen, ordonnans officier der Koningin.
Nederlandsch—Belgisch
Verdrag,
Rede van den Minister van
Buitenlandsche Zaken.
Onder groote stdlte en mime belanq-
stdlinig kwam jl. Dondendag de Minister
vain Buitenlandsche Zaken aan het woord,
tot verdediging van zijn ontwerp.
Naast hem waren gezeten de Ministers
De Geer, Van der Vegte, Donner en
Lamlbooy.
Spr'eker begint met zijm waardeering uit
te spreken voor de vrienidelijke woorden
van verschillende zijden aan zijn adres ge-
riidht. Hij aciht zich geluikkig tihans mon-
deling het verdrag te kunnen verdedigen.
In den loop van het laatste anderthalfjaar
heeft de actiie tegen het verdrag in bxeede
kring en der bevolking onrust verwekt. Er
is gezegd, dat onze hoogiheidsrechten
zouden worden aangetast, onzle veiligheid
gevaar loop-en, onze welvaart bedreigd
worden. Als diit allies waar was, zou ik
bier niet staan, zegt spreker; als dit zoo
was, zou de Regeering dit verdrag niet
hebben aanvaard, zouden mannen als
Struycken niet bun medewerking hebben
verleend. Spreker zal eerst de hoogiheids
rechten bdhandelen. De voorstelling is
gewekt ailsof Nederland op de Schelde zou
helbben afgedaan. Wat is de taak van de
ScheIdecommissie Zij heeft zich te be-
moeiien met de doorgaamde vaart. Maar
nodh deze commissie, noch de arbitrage
hebben iets te maken met onze souvereini-
ti-edit. Trouwems, welk -internationale rivier
heeft tegenwoordig niet een beheexscom-
missie. De staat blijft zijn redhten belhou-
den tot het doen uitvoeren van werken in
zijn vaarwater.
In dat verbond verwijst sprekex maar de
toeilichtende unemorie. Hij heeft 'Jhierin het
advies ingewonnen van prof. Struycken.
Deze aside, dat de taak der commissie
zaikelijk is, niet territoriaal. Bij de order-
Naar het Engelsch van
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Slechts een merk Kan't beste zyn
Vraagt KWATTA-SPEGULAAS
handelingen in 1919 gang het om het ver-
schaffen van een waarborg aan Belgde, die
het niet bezat, ten aanzien van de bevaar-
baarheid van de rivier. Spreker wijst op
de noodzalkelijkiheid om een oplossing te
viinden in een kwestie als deze, waarin de
kiemen. (lagen voor voortdurende wij-
zdging.
Mdn kan het ziich indenken, dat de Bel
gische minister zich -indertijd heeft opge-
maaikt om op de Schelde te gaan contro-
leeren, hoe Ihet met dien toestand daar
stond. Een oplossing was idus noodig. Is
de Schelde thans opgeofferd aan een re-
giem, dat de grenzen van de verplichtin-
gen ten aanzien van internationale rivie
ren te buiten gaat Men legqe het regiem
cans naast wat bestaat en geldt op rivie-
ren als de Rijn, de Elbe, de Oder, de
Doniau. Spreker gaat den toestand en de
regeiing op die rivieren na en wijst erop,
hoe ook ivoor die rivieren commissies be-
staan, idie een zeer groote bevoegdheid
hebben. Zoo besli-st de Donau-comimissie
in Ihoogste instantie De internationale
Elbe-commissae .waarin geen oeverstaten
vertegenwoordigid zijn, spreekt in hoogste
instantiie rec'ht over de aan haar onder-
worpen gesehillen.
Hoe staat dat ten opzichte van de con-
ventie van Barcelona Barcelona geeft
'n alg'emeene conventiie.
Het statuut van Barcelona houdt het
principe in, diat iedere nevenstaat voor zijn
edgen kosten opkomt. Legge men 'daar-
naast eens ihet nieuwe Schelde-regiem.
De Schelde is de eenige rivier, waarbij
gean vreemde staten zijn gemoeid. De
beer Brautigam bracht naar voren den
edsch, dat ten alien tijde de rivier aan de
eisdhen van bevaarbaarheild moest vol-
doen. Is dit niet onmogelijik, vroeg de
heer Brautigam Tot op zekere hoogte
moet spreker dit toegeven, maar het is
geen verbiimtenis. Wat wij op ons hebben
genomen, moet beschouwd worden in het
iidht van -de gesclhiedenis en in verband
met den atmosfeer, waadn die Schelde zich
vroegier bevond. De regeiing zal niet te
veel van onze financien eischen,
Siprekers indruik is, dat de nieuwe
Schelde-regelimg voor ons aannemelijlk is,
al zijn er ook eenige oneffenheden, die
echter weggemaakt kunnen worden bij de
uitvoeringsverdragen, die herziien moeten
wiorden. Zijn indmk is, dat wij door deze
regeiing de Sdhellde vaster in handen heb
ben.
De Schelde is een rivier, die tot veel op-
spraak aanleiding gegeven heeft Daar-
over zijn oorlogen gevoerd. En wat ziet
men Dat die Schelde is terugglebracht
tot een belang van Nederland en Belgie
alleen, in betrekking tot hetwelk geen. an-
dere staat iets te zeqqen heeft
Wat nu betreft de mogelijke doorsnij-
ding van het oeverqebied. Spreker be-
51) (Vervolg.)
Maar alles liep niet mee. Wat later op
den miiddag kwam er verandering in de
weersgesteidheid. De he'lder-blau'we
vorst-iuclht veranderde in e.en dikke laag
girijs-grauwie wolken. En tot overmaat
van rarnp begon de wind meex en meer op
te steken: isteeds in kracht toenemende
mkwinden en idaartussichendoor buien
fij.ne jacihtsneeuw. Nirna begireep de drin-
gende noodzaak van kamp-opslaan; onder
het vcortigaan zooht hij naar een geschikte
pjek, maar hij vond niete. In die strteek,
een streek van girillJ&j gevormde rots.en,
argeipxokkellde bergfragmenten, waarvan
de 'klennste zoo groot was als een huis, die
op een manier, alsof een kleine sfcoot vol-
doende zou zijn om hem als een lawine
van steen de helling af te doen vallen,
den gloeienden bergwand bedekten, was
niet een stink land groot genoeg voor het
kamp te vinden.
Noodgedwongen gang het dus voomit,
steeds voomit. Sneller en sneller volgden
de buiien jachtsneeuw, voorboden van een
grooten sneeuwval, die elk oogenlblik be-
ginnien kon, elkander op. En opeens, bij
het omslaan van een hoek, bevonden zt
zich er midden-in. Een gedwarrel van
witte vlokken. herwaarts en derwaarts
geslagen door den wind, zoo diclht, dat al
leen zichtbaar bleef wat zich in de on-
miilddellijike nabijheid bevond, sloeg hen in
het gezicht
INirna s bevelen uitgiebulderd met zijn
handen als roeper voor zijn mon.d gin-
gien verloren in het gie'loei van .den wind
I het half knorren, half ikreunen van de
yaks hiuin protest tegen dit roekelooze
voortgiaan wend door degenen die ze
tot voortigaan dwongien niet eens ge-
hoond1. En steeds "feller striexnde de
jachtsneeuw h.un gezicht, hun huid be
gon te gloeien onder die aanhoudende pij-
■ui.ging bet voor-zich-udt-zien werd een
onimogelijlklheid, telkens moesten ze zich
even omkeeirien om op adem te komein en
toch giing het nog steeds voomit! Tot
overmaat van ramp wend Ihet pad met de
miinuut sleohter, tot ze op een punt kwa-
men waar het met rotsklompen, bezaaide
terreiin aan hun rechterhand opeens weg
viel en ze voort moesten llaings een pad,
begrensd aan den een en ikant door een
dliep ravijn, nog huiveringweik'kender dan
anders door de voorit-jachtende sneeuw
erlboven, en aan den and'eren kan.t d.oor
een gladden, loodrechten bergwand. En
van niet zoo vex voor hen uit kwam met
lange tusischempoozen een onheil spell end
gerommel, het naar beneid'en storten van
een rotsblok, in beweging gebiracht door
den wind. Zoo worstelden ze voort, om-
dat ze niet anders konden, dan met een
moeizaam heffen van hun voeten uit de
dikke witte laag, dan bijna schurend
langs den rot.swand, waar ze door den
wind tegenaan geldreven werden.
Evenals bij het begin van den tocht
vorende Slh erring ton ook nu weer de ach-
tej/boeide. Maar hij had evengoed all een
kunnen zijn, zoo wieimig zag hij van z':i 1
grijpt, dat die bepalmg indruk heeft ge-
maa.kt, maar Ihij vestigt er met nadmk de
aandacht op, dat die bepaling uitdmkke-
lijik gebonden is aan de ..onmisbaafheid"
wanneer het belang van die idoorvaart dit
uirdmkkelijik vereischt.
Spreker gelooft, dat dit Schelde-regiem
geen inibreuik maakt op onze souvereini-
teit. Het is de bedoeling gieweest van de
mannen, die aan het tractaat hebben
medegewerkt om .de Schelde veilig te
stellen.
Spreker is niet bereiid de adviezen van
de Waterstaatkundigen ter conference te
Parijs over te leggen. Hij acbt daarvoor
geen reden aanwezig; het waren geen in-
competente menschen. Maar met die ad
viezen, die kwamen van eerste deskun-
digen .is rekening gehouden. Spreker ge
looft dan ook niet, dat het noodig is de
kwestie van het iregiem opnieuw commis-
soriaal te maken.
Wat de kwestie vain de hoogiheidsrech
ten betreft ten aanzien van inbeslag-
nemingieni: 't is de bedoeling geweest Ant-
werpen de positie te geven van een zee-
haven. Het geldt alleen voor schepen, die
doorvaren van en naar Antwerpen. 't Is
niet de bedoeling geweest Antwerpen te
protegeeren. Spreker heeft ziclh al'le moei-
te gegeven zich in de bezwaren in te den-
ken, in het midden latend de practische
moeilijikheiid van inbeslagnemdng en het
gerinigen aantal beslagen, maar moet zich
toch afvragen of het niet beter is te Ant
werpen ibeslagneming te doen geschieden,
dus een sdhip uit Antwerpen komend, in
ons geibied als 't ware op te vangen, om
niet een belemmering te leggen in het
vrije vaarwater.
Dan de 'beloodsing. Spreker zegt, dat
het uitdmkkelijik vaststaat, -dat een Neder
landsch schip naar Nederlandsche haven
of naar Antwerpen en ook terug), wan
neer het door de Wielingen naar binnen
komt, van Nederlandsche loodsen kan
gebmik maken. De herhaalde wirijving
tusscihen de beide loodsdiensten maakte
een oplossing noodzakelijk, die men in een
gebiedisverdeeling gevonden heeft. Maar
■die verideeling doet niets af aan de sou-
vereiindteit van ons land; 't is als 't ware
een utiliiiteitskwestie. Spreker citeert dan
een gedeelte van een rapport van vice-
admiraal van Maren Bents v. d. Bergh,
gewezen chef van het loodswezen, waar-
udt blijikt, dat de nieuwe regeiing van ons
land ten opzichte van de beloodsing niet
onvoordeelig is en vele duizenden zal be-
sparen.
Spreker komt vervolgens tot de kwestie
van de veiligheid, de vraag in hoever onze
veilligheid in gevaar wordt gebracht idoor
Ihet nieuwe regiem, wanneer Belgische
oorlogsschepennaar men zegt, in oor-
lo-gistijid op de Schelde kunnen varen. In
het verdrag vindt men een zoodanige be
paling niet; alleen in de toeilichtende me-
morie is men gestuit op den Franschen
tekst. Wat is de zaak. Afgeschaft werd
de bepaling, die verbood aan Antwerpen
oorlogislhaven te zijn. Die souivereiniteits-
beperiking van Belgie verviel. Een moreele
genoegdoening. De vraag is onder de
oogen gezien in (hoever nu Belgische oor-
logsschepen op de Schelde zouden mogen
varen in oorl.ogstijd. Daarin is Nederland
niet gefcreden.
Waar 't op aankomt is, dat Nederland
geheel vrij is; dat het zijn geheele sou-
vereiniteit ongerept bewaard heeft. De
bedoeling van hetgeen er staat is om te
voorkomen, idat tegen Belgde, dat op dit
tochtgienooten, ingesilot-en als hij was door
een muur van strepend wit, waardoor-
been hij alleen den yak naast hem als een
schimimigen donkeren vorm zag.
Het meest beklemde hem de gedachte
aan Janet. Hoe hield zij ziclh order dit
noodweer? Als het pad maar niet zoo
smal geweest was! Een onverwacht-
hev'ige wiindstoot, een struiikelen over e;n
steen, onzichtbaar door de sneeuw en ze
was verloren. En hij kon niets dben, niets
dan zoo snel mogedijk voortstrompelen en
zijngewillig voortstappenden yak tot
grooten spoed aanzetten
Het dagliclht was allang door den
Storm tot schemering afgedem.pt, maar nu
begon het in ernst donker te worden. Met
het besef daarvan kwam een gevoel van
paniek. Duisternis op dit gevaarlijke pad
beteekende het leinde tenzij ze nog voor
den nadht een plek, gesclhiikt om te kam-
peeren, vondea. Want halt houden ihier
nog afgescheiden van de gevaren, ver-
bonden aan die naJbijlheid van het ravijn,
was synoniam met omkomen door de
koude.
Naarmate de wind feller werd als
een demon loeiide, en gi,erde hij tusschen j
de wanden van het ravijn werd zijn j
angst grooter. De strepen fijne jacht
sneeuw trokken naar elkaar toe, vormden
een vlak; en daartusschen door leek het te
.hagelen de kleine ijs-deeltjes priemden
de huid alls gloeiende naalden, ondanks
alle inspanning kreeg hij 't koudHoe
flink Janet ook was iets als dit kon ze
niet uithouden, op een gegeven oogemblik
moest het haar te veel worden en dan...
Opeens maakte zijn yak een zijsprong.
geluikkig den qoeden kant uit. Het eenige
gevolg was nu, dat het hern tegen den
punt dus een negatief resultaat heeft be-
reifct, de bepaliing van het verdrag zou
kunnen worden uiitgespeeld, als het op
deze zaak zou terugkomen. In 't rapport
van Cauwelaert staat uitdrukkelijk, dat de
politieke en militaire situaitie voor Belgie
heitzelf de is gebleven.
De ergste vijand van het verdrag is het
wantrouwen en spreker heeft dit punt uit
de sieer van wiamtrouwen willen wegwer-
k'en. Spreker Leest hieromitrent met Bel
gie gewisselde brteven voor, waarin de
kwestie van de doorvaart wordt bespro-
ken en wiaaruit iblijkt, dat over dit punt
geen verisdhil van meening bestaat tus-
sdhen de beide regeeringen.
Dat dus de doorvaart van Belgiische
oorlogssdhepen buiten het verdrag gela-
ten wordt, daarin niet wordt geregeld.
Spreker behandelt dan de vraag of Ne
derland in tijd van oorlog de maatregelen
zal kunnen nemen, die het noodig aciht.
Het Ibeginsel van de rec'hten en verplioh-
tingen van neutralen en oorlogvoerenden
blijft ongerept. Het is spreker niet duide-
lijk hoe men ten deze in den tekst van het
verdrag iets twijfelachtig.s heeft kunnen
aannemen. De vrije vaart en de bevoegid-
heid van de commissie van beheer is aan
dit recht van neutralen en belligerenten
ondergeschikt g'emaakt. Het komt spreker
voor, dat op deze punten niets twijlelach-
tigs behoeft te bestaan. Trouwens de be-
heersoommiissie staat buiten elke souverei-
miteitskwestie.
Wantrouwen heeft zich echter hiervan
meester gemaakt en dit wantrouwen moet
verdwijnen. Ook hierover leest spreker
een passage voor uit den brief van den
minister van Buitenlandsche zaken van
Belgie, waaruit blijkt, 'dat de rechten en
veripiichtingen van neutralen en belli-
gierenten biijven vaststaan. Het staat dus
vast, dat in tijd van oorlog of oorlogs-
gevaar de nieuwe Schelde-comimssie geen
zorg behoeft te baren.
Vervolgens beschouw.t spreker de casus
belli-verklarinig. In 1919 is te Parijs ter
sprake gekomen het probleem van de vei
ligheid, de kwestie van het verschaffen
aan Belgie van nieuwe waarboraien, in-
plaats van de opgeheven, gegarandeerde,
neutraliteit.
In militaire desiderata kon Nederland,
ofscihoon het alleen stond tegenover een
groep van mogendheden, niet treden.
Nederland -heeft to-en gezegd, dat 't al
leen kon deelnemen aan een ibespreking
van het veiligheidsvraagstuk, op grond-
slag van den Volkenbond. Nederland
heeft verklaard niet onverschillig hier-
tegenover te staan. Toen is verklaard,
idat Nederland de opzettelij.ke scheiding
van zijn grondgebied zou beschouwen als
een casus belli, (aanleiding tot oorlog).
Echter werd tevens verklaard, dat wij
-geen aansprakelijkheid hadden voor de
veiligheid van Belgde. Belgie wilde de op
lossing niet zoeken op grondslag van den
yolikenbond; gezocht werd naar een an-
dere regelipg. Ten slotte is het zoo ge-
loopen, dat hetgeen op de kwestie van de
vieiiligheid betrekking had, zou opgeno-
men worden in het rapport van de com
missie van XIV.
De omstandigiheden echter hebben ge-
lehd tot een oplossing buiten de commiis-
sde van XIV der mogendheden om, toen
in 1924 de onderlhanldelingen met Belgie
weer werden hervat. De toelichteiide
■memorie, waarin die verklaring is opge-
nomen-, heeft alleen maar beschrijvende
kracht en niet de kracht van een authen-
rotsiwand opsmakte. Toen hij van de pijn
in zijn arm oekomen was, zag hij dat het
dier was biijven staan; met een sprang
stond hij naast hem, legde zijn handen
achter tegen het zadel en probeerde het
door duwen en. schreeuwen tot voortgaari
te bewegen een yak in een onwillige
steonmiing was koppiger dan een muil-
ezel! PTOtest-kreunend aette het dier zich
nog meer schrap; Sherrington staakte zijn
p°gin g en en liep om het ,dier heen, dat me t
geibogen kop in de sneeuw stond te bla-
zen. Hij boog zich voorover om onder de
breede horens door te kijken en
schrok zoo, dat 't was, of z'n hart stil-
sito-nd.
Dwaxis over het pad, en al half-bedekt
door de sneeuw, lag een menschelijke ge-
daante. Door de dunne laag sneeuw kon
hij geen vorm omderscheiden, maar in-
stinctma-tiiig voelde hij, dat het Janet was.
Maar nog voor hij tijd lhad om te roepen
of op annexe manier alarm te slaan, ric'htte
het meisje want het was Janet zich
half op, probeerde op haar knieen te gaan
liggen, maar viel weer op haar ellabogen
terug. Hij sprang op haar toe, sloeg zijn
armen om haar heen, en trachtte haar, met
onsamenhangende aanmoedigende woor
den, overleiind te helpen. Na een of twee
vergeefsclhe pogingen want zij hing als
een dood gewicht in zijm armen lukte
hem dait; half dood van kou en misere
bleef ze tegen hem aangeleund staan. Het
eerste oogenblik dacht hij niet aan han-
delen, dankbaar als ihij was haar veilig in
zijn armen te weten, maar dan, bij het op
nieuw beseffen van den hadhelijken toe
stand waarin ze zich bevonden, boog hij
zich naar haar over en schreeuwde, -dak
bij haar oor: „We moeten vooruitHoor
tieKe intexpretatie.
Wat beteeikent die verklaring Is dat
zoo liets bijzonderis, dat Nederland zijn
Volkenbondsplichten zou nakomen Toen
wel, omdat Nederland nog geen lid van
den V oiitenbomd was. Wordt nu inbreuk
gemaakt op art. 57 van de Grondwet
Spreker ontkent dit. Op welke militaire
kwestie -de Minister heeft gedoeld, toen
hij in Geneve sp-rak met zijn Belgisch col-
lega Dit was het militaire accoord.
De voorzitter scihorst voor een kwartier
de vergadering.
Nadat de vergaldering heropemd is, zet
de Minister zijn rede voort.
Hij bespreekt dan het economisch ge
deelte, met name de kanalen-kwestie.
Allereerst wijdt hij eenige opmerkingen
aan de nrooaganda. Men heeft een qe-
voellige snaar van ons volk willen treffen,
door het te willen' la-ten voorkomen, alsd
wij, als het verdrag werd aangenomen, het
volgend jaar het in de belasting zouden
voelen (Geilach.)
Wat de kosten van verbeterdng van de
Schelde betreft, als 't zoo vex is kan men
zien, im hoever Nederland daaraan bii te
dragen heeft. Een formule daarvoor nu
al vast te stellen, is onmogelij'k.
Spreker gelooft niet, dat de kanalen-
kwestie in financie'el opzicht later moei-
lijlkheden voor Nederland zal brengen.
Integnale aansprakelijkheid voor ons
land ten opzichte van de verbetering van
het kanaal van Hansweert bestaat niet.
Over de financieele verplichting staat al-
tijd ovexleg open. Spr'eker geioo-ft niet,
dat de Nederlandsche belastingbetaler in
de eerste jaren er veel van merken zal.
Spneker gaat dan de kanalen-kwestie na.
Tusschen de beide kanalen Antwerpen—
Moerdijk en AntwerpenRuhrort staat
verband op gronld van de verplichting en
voortvloeiend uit het verdrag van 1839.
De eene weg is vervallen, omdat Belgie in
1871 voorkeur heeft giegeven aan een
spoorweg (door Limburg), de andere
waterweg bleef. Toen de herziening aan
de OT'de kwam, zijn deze problemen op
nieuw beschouwd. De heer Marchant
heeft idiit verband ontkend. Spreker kan
dit niet doen.
Spreker vraagt zich af, of, als dit ka
naal wordt afgewezen, of er dan niet een
oogenblik zal ikomen, waarop men zich
afvragien zal of 't achteraf niet jammer is,
dat het kanaail er niet gekomen is. Want
het geldt ihier niet alleen een kwestie. van
commercieelen aard, maar van politieken
aard.
Spreker wijst dan op de ligging van
Rotterdam als een der havenplaatsen van
de Rijn-delta. Daarover heeft men wel
eens smalend gesproken. Do-ch men zij
voorzichtig. Men maakt zich ongerust
over gevoigien, die misschien over tien-
tallen van jaren pas aan den dag zullen
treden. Wijst men het kanaal af, dan zul
len economisdhe-politie'ke gevolgen direct
intreden.
Het zal nog heel wat voeten in de aarde
hebben, eer net kanaal er is. En in dien
tussohentijd kan Nederland zich weerbaar
maken tegen de reeds meermalen genoem-
de kunstmatige bevoordeeling van Ant
werpen.
Spreker behandelt dap nog een punt,
dat hiermee in verband staat. Er zouden
dan twee kanaalverb-indingen bestaan
met Antwerpen. Maar uitdrukkelijk is
door minister Hijxnans verklaard, dat de
nieuwe verbinding in de plaats zou komen
van de bestaande. Het verschil van op-
je me, Janet Je mag niet biijven stiistaan
zoo bevries je
Aan een bewegdng van h-aar schouders
voelde hij, dat ze hem gehooxd had. Hij
draaide haar voorzichtig om, zoo. dat zij
tegen den rotswand kwam te staan, sloeg
zijn arm om haar schouders en dwong
haar tot voortloopen. Half ibewusteloos
als ze was, gehoorzaamde zij hem toch,
langzaam, strompelend kwamen ze voor
uit. Wel waren er oogenblikken, dat lhaar
enexgie haar in den steek liet, dat hij haar
over ihindernissen, moest tillen of haar
door sneeuwkransen, door een wervel-
wind opgewaaid, moest heentrekken, maar
al vorderden zie langzaam, ze bl-even vol-
houden, zijn energie hield ook haar
staamde.
Hoe lang ze zoo bleven voortgaan, wist
de man niet. Door zijn ongelooflijke
l-'raicn^siiiisipan'riinig vcrloor hij alle contact
met de werkelijklied'd. 't Leek hem ioe.
of ze al uxen en uren zoo liepen elke
meter vooruit werd alleen mogeilijk door
den dreun: volhouden, vollhouden. w-aar-
mee hij zijn wil oplhield. Maar toen kwam
er een oogenblik, waarop Janet, na een,
twee maail strnikelen, bleef stil staan,
waarop ze uitgeput volkomen geslagen
den strijd walde opgeven, waarop hij, met
zijn armen om ihiaar heen, door het roepen
van haar naam, door den druk van zijn
armen, haar tot volhouden trachtte te be
wegen En weer hoorde ze hem heel
.angzaam, alsof die bewlegiing haar onge-
looflijik veel mioeiite kostte, hief ze haar
hoofd op in de schemering zag hij
haar wit gezichtje met de groote, donkere
oogen.
Wordt vervolgd.)
arawaraiafture 2KS£»T®a»£
ZENSCHE