ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
KWATTA\V
JSS. «eepen
DatsKWATTA
No. 7973.
Maaudag 18 October 1925,
66" Jaargang
DIENSTPLICHT.
Een vervotging in Thibet.
1
ABONNEMEMTSPRIJS: Voorb,nnenTerNemMj'•403
RAADSVERGADER1NG.
FEUILLETON.
Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post f<5,60 per jaar -
Voo'r TbuitenlandTf>0 pe'r 3~maanden franco per post - Abonnementen voor *t buitenland alleen bi) vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iederen Slaandag, Woensdag- Vrljdagavond.
Uitspraak inzake vrijstelling.
!NGEZONDEN MEDEDEELINGEN glNNENLANB
Slechts een merk kan't beste zijn
Parlementaire Kalender.
14 October.
De parlementaire vacantie is thans efini
tief afgelo pen, en de „geachte afgevaar-
digden" hebben tot aan de aanstaande
jaarwisseli g weder hun winterverblijf in
de Residentie betrokken
Het begroo'ingswerk in de afdeelingen
is thans verrichtvele Kamerleden zitten
thans als rapporteur te zwoegen aan de
begrootingsverslagen. Het is gebruik, dat
de Kamer, alvo ens zich in de onmetrlijke
begrootingszee te werpen, een aar tal be
langrijke wetsontwerpen afdoet. Zoo zal
de °Kamer zich dus tot 9 November onlelig
houden met de beiaatingwetteo. Waar1 ij
de president de verrassende mededeeling
deed, dat hij met de behandebng van het
Belgisch Yerdrag (welke op 26 October
was b^paald) nog eenig-n tijd wil wachten.
Deze mededeeling betoekent., da! het Verdrag
vermoedelijk weer achtvr den Kerstboom
verdwenen is. Traineert de Kamer met de
behandeling van dit Verdrag, omdat naar
verluidt bij eventueele aanneming de Eerste
Kamer, gezien de aandrang uit het volk,
het zal verwerpen
Overigens werd deze eerste dag gevu'd met
een interpellatie over de Indische aange-
legenheid, welke hier te lai de al bitter
weinig belang telling getrokken heeft. Het
betrof het feit, dat i. dertijd de Indioche
Regrering aan eei ige residenten een schrij-
ven heeft gezonden, waarin hun belangs el-
ling werd gevvaigd voor de stichting van In-
landsche Vereenigingen met een economisch
doel. De communist, de heer De Visser, zag
hierin een actie van een bepaalde politieke
partij tegen de, altjjd spionneerende, com-
Naar het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
munistische beweging in indie, welke atiti
communistische actie do :r de Regt-ering
zou worden gesteund hij g'ng zeifs zoo
geweldig te keer, dat de president hem
eenige malen tot de orde moest roepen.
Da interpe'lant de heer Cramer, ontving
tchter op zijn vele vragen een zoo :ustig
en op nhartig antwoord van M nister
Koningsbarger, dat de Kamer die de zaak
als een storm in een glas water beschouwde,
haar daarmede voor afgedaan verklaarde.
Zoo was dus deze e rste /.itting <~en treffend
voorbeeld van eeD inte pellatie, waarvoor
geen direct zakelijk motief brstond. Zij
gaf relief aan de waarschuwing van den
president, dat interpe latie aan vragen voort-
aan alieen door hem zullen worden gest und,
wauneer zij een onderw rp betreffen, dat
zonder interpellatie niet aan de orde zou
kunnen komen en dat in h 4 vervolg ook
interpellanten aan een sp eektijd zullen
worden teb nden. De Kamer deed er het
zwijgen toe zij zal in de toekomst moeten
toonen, of zij den moed heeft zoo noodig
een intorpel'atie-aanvi aag te weigeren.
15 October.
Een sterk bezvlte Kamer, een aa wijzing
dat er i«ts bijzoi.ders aan de orde is. En
inderdaad, als eenig punt prpbte op de
agenda het we'so twerp van Minister
Slotemaker de Bruine, dat de uRroering
van de veelsproken wet inzake de tand-
techniei aan ren herziening o'.de-werpt.
Men kent het drama, waaran thans de
laatsle acte werd opgevoerd en dat het
„*andartsen-schandaal" p'eegt te worden
genoemd. Echter beter ten halve gekeerd
dan t~n heele gedw tald. Minister S ote
maker de Bruine die aanvankelyk het voor
beeld van zijn to r6anger had g volgd in
de knnstige wijze, waarop tandtecbcici
worden t legelatea tot het uitoefenen der
tandheelkundige praktijk, had na de inter
pellatie in het vo rjaar een ontwerp inge-
diend, waarbij al het kwaad weer ongedaan
wordt gemavkt. Immers al de nieuwbe-
noemde tandtcchnici zullen nu nogmaals
hun visum moe'en vragen, #n bij de be
o-rde- ling daarvan zal de Minister dan
worten geadvismrd door een deskundige
commissie
Enkele sprekers hebben nog eens lucht
gegeven aan hun on'stemming over de wijze
van (niet-)uitvoering d- r wet. maar wie de
f itelijke schuldige is, we' d niet opgehelderd.
De Kamer was de quaestie biijkbaar beu
en zoo verliep het deSat onverwacht rustig
en kwam de Min ster er al heel gemak-
keiijk af.
Nadat eenige amendemmten waren ver-
worpen of ing'trokken, werd de ministe
rieele schuldbekentenis zonder stemming
aanvaard, in de hoop, dat dit wetje inder
daad tot herstel van het geplcegde onrecht
zal leiden
BET NEDERLANDSCH BELGISCH
VERDRAG.
Een ad es van het nationa'e comite van actie
Htt Nationals eomi e van actie tegen
het verdrag met Brlgie heeft aan de T wt ede
Kamer een adres gezom on, waaraan we bet
volgende ntle1 nen
Adr. noem! het tjjdstip, waarop de Earner
het v rd ag zal goe keuren of aanwijzen
een his or sch oogen 1 k. Zelden wordt
baar een t kst voorgelegd, die in geiijke
mate de verhouding onzer nationalebelar gen
tot die van een onzer naburen zal moeten
beheerscE n.
Er wordt dan pgewezen dat de Kamer
geheel vrij staat in huar b-'s'issing. Dit
de geschieJenis van bet aanknoopen der
onderhandelir,gen rp initiathf van BCg e,
wordt aangetoond, dat, !oen de tekst van
het veidrag bekend werd, de indruk moest
ontstean, dat het verdrag aan onze Regee
ring was opgedrongen. Zelfs reeshetvrr
mo'den, dat deze h t onder dwang had
aanveard
Na'ien onde gaan zulk een dwang ra
een politieke of mili'aire neder aag Had
Neder'and er een geieden Ii tegendeel
de Mii is'er van Buitei landsche Zaken was
6 Juni 1919 met de boopschap thuisge-
k men v De bedreiging, die ui! lutnaburige
lard opkvram, is thans ter zijde geste d
De resolutie van 4 Juli 1919 stelde ons
grondgebied buiten gevaar en verbood het
in 'teenzijdig belarg der verdediging van
Belgie met dienstbasrheden te b> zwaren.
Eer de resolutie van 4 Juni 1919 tot
sta'd kwam, bar Belgie oi k ten aanzien
der waterwegen reeds zijn eischen gesteld.
Zij waren door de Neierlandschc regeerirg
anders bejegeud dan de terri'oriale fn
militaire.
Met eenige bevreemding were hiertelande
de bewerirg vernomen dat bepalingen, ordvr
welker werking Be'gie's welvaart aanzienlijk
was torgen< men, op eenmaal in het geheel
niet meer voided-n doch kon, na nadere
uiteenzetting zijrer lezwaren, aan Belgie
ten aanzien der uitwegen genocgdoening
worden gegevsn, dan bleek weilicht zyn
annexion'sme te eerder on'z eld. Het was
blpkbaar deze o^erweging die tot es n al te
tegemoetkomende honding beeft geleid.
Wei werd aanvankelijk te vers'aan gegeven,
dat bij de te vceren besprekirg ook aan
Nederlandscbe verkeersbelar gen aandacht
z-ou moeten worden geschonken, dech toen
zij was afgeloopen, erkerde de Regeering,
dat te dezen aanzien niet veel wss br-reikt.
De Minister van Buitenlandsehe Zaken ver
klaarde op 3 Juni 1920: „Nederland heeft
aan Belgie belangrijke concessies gedaan
zonder zijnerzijds veel daartegenorer te be
dingen De RegeerJfig meende daartoe ter
wille van de goede rabuurschap te mogen
overgaati."
Men lette op deze verklaring. In 1920
is dus de Nede>landsche Regeerirg^ van
oordeel geweest. dat de bewilliging in de
oph ffrng der Belgische neutraliteit en het
verlof, Antwerpen tot oorlog^aven in te
richten zaken. geer.szirs tot verbetering
van Nederlai d's positie strekkende, maar
waartegen 't in de gegeven omstandigbvden
pdel was zich te verzetten bovendien
nog gepaard moesten gaan met ongehoorde
bevoordi eling van Be'g e op verk ersgebied.
op grond dat go de nabuurschap dit ver-
langde.
Adr. herinmrt er Ban, dat de Mnisfcr
in drir opeenvolgende memorien de wenscbe-
lijkheid der aanvaarding van het Hactaat
heeft betoogd. Ook de jongste memorie
ziet het comite zich genoopt te bestrijden.
Wtderom worden daarin beschcuwingen
voorgedragen, die met talent zjjn afgeleid
uit verkeerde grondstellir gf n, als daar zpn
I. het behoud van Nederland's his-
torisch gebied is ird-ttijd door de
mogendheden afhai kelijk gesteld van
het aan^sarden van v-»rp'lchtingen ten
aanzi n van Beige's mtwegen; naar
gelang der behotfte van Belgie kan
de omvang dezer verplicht ngrn, zonder
rtcht op compensatir onzerzijds, worden
uit^ebrrid
II. hetgeen het tractaa* inzake de
waterwegen bepaalt, is de natuurlpke
uitgroei van hetgeen reeds dat van
1839 bevatte
III. het tractaat ontlast Nederlacd
van drukkende dieiistbaarbeden
IV. het zal Belgie toenadering doen
zoeken tot Nederland".
D-ze vier groi dstellingen wore'en in de
nota een voor ern besproken en weer'egd,
en Wel resp. op grond van deze hooid
motieven
He* b-houd van Nederlanlsch historisch
g bied heeft voor de moger dheden van den
aanvang af vastg< staan.
Een nafuurlijke uitgroei geschii dt gelei-
delpk.
De aanleg van een kanaal Antwerpen
Moerdijk ver'ost ons niet opgelukkige wgze
van de* verplichtingen, uit het verdrag van
1839 voortvloeiende, want op ons komt nu een
„servituut" te rusten van heel wat beden-
kelijker aard or g- limiteeide verpl chting
neemt de plaats in van geiimiteerde ver-
plichting.
En ten siotte
„Ook in zuiver staatkund'gen zin brergt
verwerping van het tractaat ons tegenover
Be'gie in een betere houding. Wij feurnen
Be'gie, zijn volkshuishou^ing en v< lks-
bestaan, niet ausorbeeren. Evenmin mag
Belgie het ons doen. In een Belgisch-
Nederlandsche samenwerking, die wij be-
groeten zullen zoo dikwij's zjj vruchtdragend
sehijnt, wenschen wij te zijn een vo'strekt
zeifVtandig, niet een overrompeld element.
Belgie beeft in deze geheele aangelegenheid
slechts gerekerd opNederland'slgdelijkheid
Het lehoort ons anders te naderen Indien
uit dit tractaat,na df ze voorgeschiedenis,
bij Beig e neiging tot toenadering onts'aat,
kan het sh chts een tcenadering zijr, die
ten doel heeft den zwak gebleken nabuur
de helling naar onzelfstandigheid nog verder
te doen afglij^en."
Hoewel de Commissie van Rapporteurs
ann de Tweede Kamer heeft tericht, dat
zij de teha; deling van het verdrag met
Belgie voldoende voor':ereid acht, zal,
b ijkens een bericht in ver schiJend bladen,
op morgen nog een conferentie plaafs
hebben van die commhsie met den Minister
van Buitenlai dsche Zaken.
RAMP NOORDZEE.
Het hrofl estuur ran het Nederlandsche
Roode Kruis verzoekt p'aa+s voor bet
volgende
Het is z'ker voor het hoofd^es'uur van
het Nederlandscbe RooJe Kruis v r'rJijdend
te kurnen vermelden, dat van ve"-chiil nde
zijden Mijken van sympathie zijn brnnen-
gekomen in den vorm van groote of khine
bijd agen ten bate van de r agelaten bets ek-
kingen van de bij de jongsle stormramp
omgekomen visschers. Tot ru toe mocht
het reeds een b drag van ongeveer 3000
oe'vangen.
Het ho fdb'stuur boopt rcbter, gezien
bet groote aantal personen dat bet leven
heeft verloren, en het in vtrhouding veel
grootere aantal nabestaanden, dat r og velen
een bijdrage zullen offeren. Stortingen
kunnen geschieden aan het bureau Princes-
seg acht 27, te 's Gravenhage. per aange-
teekenden 1 r'ef, posfwissel of door over-
sch'yving op zijn girorekenirg no. 22120,
onder bet motto Ramp Noordzee.
DE POSITIE DER PARTIJ EN TEGEN
OVER DIT KAB1NET.
Met groote belangste! ing wordt uitge-
zien naar de wijze, waarop het Kab net
na de Troonrede door de versch llende
polit'eke partijen wordt tegemcet gftreden.
De gelegenheid waarbjj dit tot uiting komt
is het a'gemeen delat over de Staatsbe-
grooting, dat in November aanvargt en
dat thans in de afdedingen der Kamer
wordt voorlereid. UReratrd staan de par-
tijen tegero_er dit extia parlemenfaiv Ka-
binet viijer en kunnen zij zich thans ir.eer
orgedwongen uitcn.
Gaan wij eens na weik standpuit de
diverse partpen bij de efdeelings debflten
ten opzichte van dit Kabintt hebben in-
ger.omen.
Van Sociaal-Pemocralische zpde werd
hetoogd. dat mrn er op d ert te rekenen,
dat dit of een scortgelijk Kabinet nog ge-
ruimen iijd aan het bewind zal b'pven,
immers van eenige'oenadering der vroegere
Coaliti' partijen is nrg niets te bespeuren.
De voorbeur werd gegeven aan dit Kabinet
boven dat van den heer Colijn, doch men
was te'eurgesteld, dat nieuwe socialp voor-
zieningen uitbleven. Met rame werd stellirg
genomen tegen den Minister van Arbeid,
die naar men ocrdeelde err stig tekort was
ge=choten.
De Vrijzinnig Democaten waren even-
eens van oordeel, dat bet verdwijnen der
Coalitie een bOangrijk voordee! moest wor
den geacht, doch wilden, alvorens over dit
Kabinet een definitief oordeel te vellen,
eerst zijn daden afwachten.
Van Anti Revolutionaire en ChrVelijk-
Historische zpde werd gevraagd, welke
prirmpieele gedachten aan het regeerings-
beleid ten gvondslag liggrn, en met name
of dit Kabinet als Christelijk wil worden
aangemerkt. Deze laat te vraag werd door
de politieke eenlirgen aarstonds ontkenrend
beantwoord op grond van het ontbreken
van elk Christelijk karakter aan de Troonrede
In het Roomscb-Katholieke kamp HJeek
men verdeeld. De liukervleuge' stf Ide voorop
dat van een samergaan met de Srciaa!-
Democraten geen sprake kon ziir, maar
verwacht'e en wensch'e evenmin herstel
der Coalitie, en dit te minder, waar ook
deze groep bezwa*en had tegen het leleid
van den Mirister van Arb-id, die immers
behoort tot de Christelijk Historisehe partij,
42)
(Vervolg.)
Hoe langeir hij over dit incident na-
dacht, des te verontrustender werd het.
Hij stond nu werkelijk zonder excuus van
een teveel aan achterdocht, voor het feit
dalt de man een sipion van Stargard was.
Feitelijk was dit ook niet zoo onwiaar-
schijnlijk als het op het eerste gezicht wel
leek. Dat iema-nd als Stargard, die in
Shanghai van zulk een groote belangstel-
ling in hun doen en laten blijk gegeven
had, die de Craydons van Shanghai af
tot Ichanig toe had laten volgen, die door
een telegram vain uit Ichianig op de hoogte
van hun plannen gebracht was, daarna de
vervolginjg zou opgeven dat was on-
waarschijnlij'k! De angist van den kleer-
maker Lo On,g bij het hooren van Star-
gards naam, de moeite die het hern, Sher-
rimigton, gekost had om den man tot het
verraden van Stargards ware identiteit
te brengen dan Noma's bewering, dat
in Hong Chu Lu de gelheime macht be-
licnaamd was, wie iedere Chinees, van
Shanghai tot Tadhien-lu onvoorwaande-
lijik gehoorzamen zou. 't Was of hem op-
eems de sdhellen van de oo^en vielen. Die
kleine Chineesche luistervink in de Her-
berg van de Zeven Bronnen, die zijn spio-
neeren getracht had goed te praten door
n'i-euwsgiieritgthaid naar de geeerbi-edi-gde
Engeilische dame voor te wenden en die
na'derhand, volgens Nima-tashi, met den
door arak plooibaar gemaakten Craydon
Engelsch had zitten pratenEen spion
van Stargard, natuurlijk En dan de man,
die op hem geschoten had, toen op den
weg van Tachienlu naar Che-to. Was
dat ook een handlanger van Stargard ge-
wleest of zooals hij van het eerste
oogenlbli'k af gedacht had, een werktuig
van Craydon, gehuurd voor het ten uit-
voer brengen van zijn plannen ten opzich
te van hem, Sherrington of... groote
genad'e misschien in dienst zoowel van
den een als van den antder
En weer kwam de gedachte, telkens als
te ver gezooht verworpen, bij hem op. Als
het toch eens waar was in die opinie
van Nima was er geen twijfel mogelijk
dat die dr. Stargard met die tragedie
op Rossal Island nota bene elf jaar ge
ieden iets te maken gehad had, dat
hij nog steeds naar den man, verborgen
in het klooster bij de Dze-chu-rivier zocht!
Met die gedachte kwam het duidelijke
besef van de onverzPenlijikheid van een
type, dat tot zoo iets in staat was en met
dat besef groeide zijn vermoeden tot
zekerheid. Maar .dan als ze werkelijk
met een man van dat kaliber te maken
h add en dan waren al de pogingen om
te ontwijken, om hem om den tuin te lei
den, vergeefsche moeite geweest. Dan
hadden ze van Shanghai naar Ic'hamg er
van. Ichanig naair Chi a-ling en van daar
naa.r Tachienlu, Che-to en verder, tot
hier, tot dit smalle pad door de bergen
toe, onder controle, of liever, voortdurend
onder bewakinig qestaan, dan was die
roode lama, als dat roode gewaad ten-
minste niet een vermomming was, de laat-
ste van Stargard's satellieten, degeen, die
hen volgens orders natuurlijk tot
over de grens van het Venboden Land
had moeten volgen.
Dit tot zekerheid worden van zijn ver
moeden drukte hem, gaf hem een gevoel
van een groote verantwoordelijkheid, die
alleen gedragen moest worden. Want on-
danks het feit, dat zijn omdekking voor de
baide Craydons van groat gewicht was.
kon hij er noch met Janiet noch met Husky
Craydon over spreken. Janet wilde hij
sparen. Zooals zij dien middag was, zoo
opgewekt, zoo een en al enthousiasme,
ondanks de groote moeilijklheden van het
terrein telkens wanneer groote, naar
omlaag gestorte rotsblokken den weg ver-
sperden, moest ze afstijgen, werd het om-
wegen maken langs afgronden, of, wat
nog gevaarlijker was, over hellingen van
bewegend puin kon hij het niet over
zijn hart verkrijgen om die stemming te
verstoren. En Craydon Ten eerste was
Craydon niet te vertrouwen wie kon
zeggen, wat de man, ondanks zijn devotie-
in-schijn voor zijn nichtj-e in zijn schild
voerde en ten tweede, buiten die
quaestie, die ten siotte hem alleen maar
duidelijk was, was de man een zwakke-
ling, een lafaard, van wien alleen al bij de
gedachite, dat er gevaar .dreigde, niets dan
een hoopje bibberende zenuwen zou over-
blijven.
Maar 's avonds, om het kampvuur van
gedrioogden yakmest Janet Craydon
was idadelijk na het avondmaal naar haar
tent gegaan en Craydon was hersohapen
in een slaapzak, waaruit snorkende gelui-
den opstegen, maakte hij Ni-ma fluisterend
deelgenoot van zijn gedachten, van zijn
vermoeden. De groote Thibetaian luis-ter-
de toe, zonder een spier van zijn gdaat
te vertrekken, maar toen Sherrington
zweeig, knikte hij een paar maal instem-
mend en beklopte toen, met een voldaan
gezicht, zijn geweer, dat naast hem op den
grond lag.
,,Hier, in de bergen, zijn we vrij van de
zegeningen van wetten, broeder", zei hij
grionekend, „en met een geweer en een
paar patronen doe je veel. Sedert ik het
lama-spelen er aan gegeven heb, ben ik
expert in groot wild schiaten geworden.
Vier roovers hebben er al aan moeten ge-
looveu en deze man is eraer .dan een roo-
ver." Hij zweeg en keek Sherrington
scherp aan. ,,'t Zou niet voor den eersten
keer zijn. broeder. dat gij en ik samen op
de geitenjacht gingen."
In antwoord op de vraag achter die
woorden. kn.ikte Sherrington toeiS'tem-
mend.
,,Goed dus als het noodig is, zullen
we ook dezen geitebok sohieten. Maar
daar hebben we nog den tijd mee als
wat g.e denkt waar is ten mimste.'
,,Waarom
,,Omdat het volgens mij het doel van
dezen dr. Stargard, dien ik ken als Hong
Chung Liu, is, om ons als jachthonden
voor het opsporen van zijn wild te ge-
hru'iken. Vexgeet niet, dat hij den-
Dze-chu misschien niet te weten heeft
kunnen komen e.n dus zelfs al weet hij
wien we zoeken, dan weet hij daarom
nog niet waar de man zich bevimdt. Die
snorkende dwaas daar in zijn slaapzak
zwom in de arak toen hij met dien luister
vink met zijn rattengezicht zat te praten
wie weet heeft hij hem niet onze plaats
van bestemming verteld. Chang en arak
maken de tong los, maar tevens wordt dat
lichaamisdeel onhandelbaar e,n tweemaal
zoo dik als anders wie weet wilde het
uitspreken van den naam Dze-chu niet
lukken
,,'t Kan zijn, maar als d!ie lama op die
pony een spion geweest is
,,Dan., broeder, hebben we kans achter-
volgd te worden en dan nemen we onze
tioevlucht tot on.s geweer. Hier in de ber
gen behoeven we niet te berusten in din
gen die ons niet bevallen en gelukkig is er
iets in on.s voordeel."
,,Wat Als 't iets is dat me optimis-
tischer kan stemmen
,,Die menschen daar", dit met een
handgebaar naar het dal, dat zij sinds dien
middag adhter zich ha-dden, ,,zijn zorge-
loos, zij wetien met, dat wij hen doorzien.
Wii zijn gewaiarschuwd, dus dubbel voor-
zi-ohtig; ten zij ze du;s met velen komen.
houden wij het spel in handen. En ook
moeten we bedenken, dat het hier in deze
bergen weinig moeite kost om een man,
een heele karavaan desnoods, s.poorloos
te laten verdwijinien. En nu, omdat ik niet
bevreesd ben en zeker weet,. da.t die men
schen vannacht niet zullen komen. ga ik
si a pen."
(Wordt vervol«rd
-Mia
NEUZENSCHE COURANT
De Burgemeester van TER NEUZEiv brengt ter
openbare tenuis dat eene Openbare Vergadenng
van den Gemeenteraad is beiegd tegen Donderdag
21 October 1926, n.m. 2 uur.
Tei Heuzen, den 18 October 1926.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
algemeene kennis, dat een uitspraak op aanvrage om
vrijstelling van den dienstplicht, ter secreta le dezer
gemeente, voor een ieder ter inzage is gelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dag en
na den dag van deze bekendmaking in beroep wor-
den gekomen
A door den ingescbrevene wien de uitspraak
geldt, of door diens wettigen vertegenwoor-
B. door elk der overige voor deze gemeente voor
dezelfde lichting ingeschreven personen, of
door hunne wettige vertegenwoordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen omkleed zijn.
Het beboeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden
gericht aan de Koningin., doch worden mgediend bij
den Burgemeester, ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending. \oor
zooveel betreft uitspraken door Gedeputeerde Staten
gedaan, kan bovendien de Commissaris der Koningin,
binnen denzelfden termijn bij de Koningin in beroep
komen.
Ter Neuzen, den 15 October 1926.
De Burgemeester voornoemd,
■J. IIUIZINGA.