AL8EMEEN NIEUWS- EM ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
KWATlVg.V
Dot's KWATTA
bDTt e w l aw p.
No. 7973.
Maandag 4 October 1928.
86e Jaargang.
brandstoffen.
biwhehlahd.
Een vervolging in Thibet.
ABONNE MENTSPRIJS
Bekendrn&kitig.
,JAV\ REEITN
FEUILLETON.
Burgemres'er en Wethouders van
ZAAMSLAG, zul'en op Maandag 11 October
1926, des voormiddags ten 10 ure, trachten
aan te besteden de leveiantie van
15000 K.G. gezeefde Anthraciet
en 2000 K.G. Stukkolen
franco plaats van bestemming. SH
Leveren: Gemeentehuis, Openbare Lagere
School Dorp, idem Grooten Huissenspolder
en idem Othene.
Zaamslag, 1 October 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOB DE FE1JTER, Burgemeester.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
DE TWEEDE MEMORIE VAN
ANTW OVER HET BELGISCHE
VERDRAG.
Geen nadere ondcrhandeling.
Reeds dadelijk in den aanvang deelt de
Minister mee in. antwooird dus op de m
het af deelingsverslag algemeen uitgespro-
ken hoop op nieuwe onderhandelingen
met Belgie om te streven voor wegnemmg
van de nog groote, en voor talrijke leden
onoverkomelijke bezwaren dat tenge-
volge van de inmiddels dooir het Belgfeche
par'lement verleende goedkeuring van het
verdrag in de positie een wijziging is ge-
komen. die nadere onderhandelingen uit-
sluit. Gelijk bekend, kwam het verdrag m
de Belgische Kamer in behandeling in de
week, waarin hier te lande het Voorloo-
pig Verslag verscheen. Maar ook indien
dit niet had plaats gehad, zou de vraag
zijn gerezen, of in het denikbeeld der Ka
mer had kunmen worden getreden. De be-
oogide onderhandelingen zouden trouwens
principieel een ander karakter hebben ge
had dan die, welke tot het additioneel
protocol hebben geleid, en feitelijk op ge-
heele of ged'eeltelijke tenietdoeniing van
het verdrag zijn gerieht. Onderhandelin
gen met zoodanige strekking zouden
evenwel bij de behandeling van een ge-
sloten verdrag minder gebmikelijk zijn
geweest.
De Midd. Crt. schrijft over een moqe-
lijike verwerping:
Een punt udt de Memorie van Ant
woord zij reeds dadelijk naar voren ge-
bracht.
Bij het verschijnen van het tweede at-
deelingsverslag over het verdrag met Bel-
gie Jieeft daarin vcel aandaclht cjetrokken
die medledeeling:
..Daarom d. w. z. omdat zeer vele
leden een verwerping zouden betreuren,
vanwege de verhouding met Belgie en
voorts, oimidat ook Belgie belangrijke
tegemoetkomingen voor de goede on-
derlinge verhouding over zal hebben
daarom wend algemeen de hoop uit-
gesproken, dat de regeering, om het
verdrag voor de Staten1 Generaal aan-
memelijk te maken, met de Belgische
Regeering opnieuw in onderhandelin
gen zal treden om te streven naar weg-
neming van de nog groote en voor tal-
Voor binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post J 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling tr. per post 6,60 per jaat
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor t buitenland alleen bi] vooruitbetaling.
Dit totad verschljnt iederen Adaanda«., Woen.dag- en VriJdaBavond.
INGEZONDEN MEDEDEELrNGEN-
Slechts een merk kan't beste zijn
Naar het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
36) (Vervolg.)
Zonder zich een oogenblik te bedenken
gaf Shernington als antwoond een vrije
vertaldnig van Nima's woorden. ,,'t Was
een soort van uitdaging, dat jij nu aan de
beurt was om voor doel te fungeeren.
Maar hij schijnt niet bepaald een hoog
idee van je moed te hebben en daarom
vroeg ihij mij
„Dat zal ik hem eens laten zien", was
het verwaanide antwoord meteen richt-
te Craydon zich op en ging met zijn han-
den im ide zakken van zijn lange jas acihter
het muurtje staan.
Sherrington sloeg hem scherp gad'e. En
bij het zien van het zelf-verzbkerde air,
waarmee de man stond rond te kijiken, be-
greep hij, dat zijn vermoedens niet zonder
grand waren. Maar toch wachtte ihij zon
der iets te zeggen af, tot Craydon zich met
een triomfantelijk gezioht naar hem toe-
keeride en spottend vroeg:
..Hoe lang moet dit graoje duren
„Net zoolang als je zelf wilt!" gaf hij
hem rustig ten antwoord. „Voor het ge-
vaar behoef je het niet te laten, dat is niet
zoo groot."
,,Even groot als in het geval van je
schurtkadhtiigen vrienid Niima-tashi". ver-
klaarde Craydon, terwijl hij zich ouhandig
achter het muurtje op den grond Met val-
len, „en dientengevolge is de vent feite-
rij ke leden der Kamer onoverkomelij ke
bezwaren.
Dit zou kunnen geschieden door een
nader protocol, maar beter nog door
een gewijzigd traktaat."
Die '..algemeene hoop" in zulk een stuk
was een hoogst belangrijke aanwijzing
voor den Minister van een algemeene
stemming.
De Minister heeft dan ook in zijn ant
woord allereerst die kwestie behandeld en
afgewezen.
De inmiddels geschiede aanneming van
het traktaat door de Belgische Kamer
sluit zi. nadere onderhandelingen uit.
Maar bovendien kon niet in het den'kbeeld
dler Kamer getreden worden omdat in het
verslag niet waren aangewezen welke de
punten waren waarover een nadere rege-
ling de algemeene instemming had; terwijl
verschiillende bezwaren tegen de grond-
slagen van het verdrag waren gerieht. En
vol'gens den Minister zijn onderhande
lingen met zoodanige strekking bij de be-
hanideling van een gesloten verdrag .min
der gebruikelijk", terwijl de regeering re-
ikening .zou hebben moeten houden met cfe
positie die bij een ruegatieve uitkomst zou
zijln ontstaasn.
In ihoever het „minder gebruikelijke
ook beteekenen moet het „onmogelijke
laten we voor het oogenblik rusten.
De belangrijke beteekenis van deze
verklaxing is, dat er geen uitzicht is op een
alsnog in ihet verdrag aan te brengen w ij
ziging, zoodat de Kamer er over zal heb
ben te beslissen, zooals het verdrag riu
luiiidt met het Protocol.
Daarmee zijn de kansen op aanneming
niet verbetend.
We zeggen niet, dat de verwerping
vast staat. Daar is nog niets van te zeg
gen. We hebben nog onlangs bij het fel
bestredien h a nde Is verdrag met Duitsch-
land gezien, 'hoe weinig houvast men aan
het a fid eeling sverslag heeft voor het wer-
kelijke lot van een ontwexp.
Maar de mogelijkheid van een verwer
ping wondt er -door vergroot.
Hoe wondt 'dan de positie?
Uit de Mem. van Antw. is ook geble-
ken, dat er geen geheime motieven van
internatianalen diplomatieken aard ach
ter ihet voonstel schuilen. De Minister
verklaart daarin uitdrukkedijk, dat slechts
een ontkennend antwoord gegeven moet
worden op de vraag: of er ook overwe-
gingen in het spel zijn, die bezwaarlijk in
het openbaar kuninen worden medege-
d'eeld. Zelfs de opvatting, dat de inhoud
van het verdrag ,,in verlegenheid en druk
zou zijn geboren, en dat daarin een ex-
ceptie zou kunnen liggen om zich thans
daaraan te onttrekken," wordt door den
Minister afgewezen, als miskennend den
gadacihtengang, die, aan het verdrag en
het Neiderlandsc'he standpunt ten grond-
sla g ligt.
lijik verpliciht me zijn iexcuus te maken, zeg
hem .dat maar, compliment van mij."
Sherrington bracht de boodschap aan
Niima-tashi over. Met een onverschillig
gebaar haalde de T'hibetaan zijn breede
schouders op. ,,'t Is dien man achter de
rotsen evenmin om hem als om mij te
doen, begrijpt die arak-ezel dat niet
Nu het maisje nog..."
Omder Ihet spreken keek hij een paar
maal den kant van Janet op. In zijn angst
dat Janet Craydon begrijpen zou, waar
het om ging, viel Sherrington hem bijna
row in de rede. ,,Nee, Nima Niet dat
ze weigeren zou."
„Natuurlijk niet, broeder zij met
haar oogen
,,Maar 't hoeft niet. Kijk maar."
Tegelijk met het laatste woord sprong
hij van den grand op, ging zoo staan, dat
hoofd en schouders boven het muurtje uit-
kwamen en Met zich toen weer achterover
vallen. Bijna op hetzelfde oogenblik
schramide de kogel den bovenkant van
het gebeidsmuurtje en zette, over hun
hoofden, zijn reiis voort. Nima begon te
lachen en riep Sherrington iets toe.
De jonge Engelsehman hoorde de woor
den, zonder dat idle beteekenis ervan tot
hem dooirdrong, zoo was hij met zijn aan-
dacht bij Husky Craydon, die dadelijk na
het gelukken van de manoeuvre van zijn
mededinger met een bleek geziciht en een
teleurgestelden, verbeten trek om zijn
slappen mond, met zijn rug tegen het
muurtje was gaan zitten. Die houding
versterkte Sherrington's vermoeden nog
meer. Na die laatste proef was het maar
al te duidelijk, dat het den schutter tus-
schen de rotsen om hem te doen was, dat
en Craydon en Nima immuun waren. En
Mag en moet nu de mogelijikheid var
verwerping met haar gevoigen alleen be-
schouwd worden uit een oogpunt van on-
ze betrek'kingen met Belgie
Volgens de beschouwing van den Mi
nister 'in zijn eerste Memorie van Antw.
moet er bij verwerping rekening worden
gehouden ,,met den terugslag daarvan op
de verhouding tusschen Nederland en
Belgie en op de orientatie der Belgische
politiek", evenals me het effect van die
verhouding ten opzichte van de andere bij
deze herziening betrokken partijen. Dat
zijn dus: Franikrijk en Engeland.
Een vraag: gelooft men, dat de Bel
gische politiek, die zich sedert den oorlog
zeker niet in onze richting heeft georien-
teerd, idat wel zal doen als het verdrag
wordt aangenomen Of dat Engeland er
zich ibijzonder warm over zal maken,
wanneer onze Kamer niet geneigd moc'ht
blijken aan Belgie de concessdes te geven
die in 'het verdrag liggen opgesloten
We rneenen beide vragen ontkennend
te moeten beantwoorden.
We gelooven wel, en verwachten ook,
dat na een verwerping in Belgie vee! ont-
stemiming zal heerschen.. En we zijn niet
zoo optimistisch om te denken, dat men
.daar in eigen binnenste zal inkeeren met
de vraag, of de houdiag van Belgie ten
onze opzichte dadelijik na den oorlog met
ide grievende annexa.tie-eischen wellicht
de geneigdheiid der Nederlandens om aan
Belgie tegemoet te komen, heeft bedorven.
Maar zal die ontstemming van zulk ee*n
blijvenden aard zijn, dat er geen kans
meer is op een nieuwe onderhandeling
over een andersluidend verdrag
Laten we niet vergeten, dat het al eens
gebeurd is, dat een geteekend en door een
der partijen reeds in de Kamers aangeno
men verdrag, door de andere partij ver-
worpen werd.
Dat was in 1876 bij het verdrag over
de verbreeding van het Kanaal van Ter
Neuzen, waarin tevens een regeling van
de differentieele spoorwegtarieven voor
Ter Neuzen was opgenomen. Ook toen
is er een geweldiige oppositie tegen het
verdrag ontstaam, maar toen in Belgie,
speciaal in Antwerpen, dat zulk een be-
voorrechtiug van Ter Neuzen niet
wenscbte. Ook toen is dank zij die op
positie het reeds door de Ministers ge-
teekende, en ter goeidkeuring voorgelegde
verdrag tusschentijd's gewijzigd, o.a. door
die begunstigiing van Ter Neuzen slechts
voor 15 jaar te doen gelden. En hoewel
toen de Nederlandsche Kamers het ge
wijzigd verdrag hebben goedgekeurd, is
het door de Belgische Kamer verworpen
Dat gold wel niet een verdrag van den
omvang van het nu aanhangige. Maar het
was toch een verdrag waarover groote
bewegimig gaande was. In Belgie leidde
Het is zeker wel merkwaardig, dat
in dat verdrag van 1876 de differentieele
spoorwegtarieven voor Ter Neuzen wa
ren. gieregelld, terwijl nu de Minister in zijn.
tweede Mem. van Antw. dit differentieele
tarieven een administratieve maatregel
der Belgische regeering noemt, die niet in
het verdrag thuisibehoort, omdat dit alleen
de herz'ieniinig van de scheidingsregeling
van 1839 betreft. Was dat verdrag van
1876 inzak-e het Ter Neuzemsdhe kanaal
■niet ook een herziening van een regeling
die in het verdrag van 1839 geboren
werd? Evengoed als nu de heele regeling
inzake het kanaal naar Moerdijk?
de verwerping zelfs tot een ministerieele
crisis.
Heeft men toen ook gezegd: nu is er
geen gelegen'heid meer om de onderhan
delingen te heropenen Heelemaal niet.
Ze zijn eendgen tijd later hervat, en in '79
is een nieuw verdrag aan de goedkeuring
der beide volksvertegenwoordigingen
voorgelegd, die het toen aannamen.
Moeten we dan nu bang zijn voor de
gevoigen van een verwerping, zoo zelfs,
dat we reeds de kritdek moeten matigen
bij de gedachte aan die gevoigen We
meenen van niet. De Kamer zal goed doen
het verdrag te beoordeelen in zijn gevoi
gen voor ons, zonder angst voor hetgeen
er zou mogen gebeuren als de Kamer de
concessies als te ver gaand, weigert.
Een verdrag met Belgie is noodzakelijk,
en een herziening van versohillende on-
derdeelen van het verdrag van '39 ge-
wenscht. We stellen ook hoogen prijis op
een goede verstandhouding tot Belgie.
Maar de prij® door dit verdrag bepaald,
is ons te hoog, en kwetsenid voor ons na-
tionaal zelfbewustzijn.
HET UISTEKEN VAN DE VLAG OP
VERJAARDAGEN VAN HET
KONINKLIJK HUIS.
Naar die N. R. Crt. ter oore komt.
bestaat bij de regeering het aanvankelijk
voornemen een algemeenen maatregel van
bestuux uit te lokken, waarbij de ge-
meentebesturen met de zorg worden be-
j last, op verjaardagen van de leden van
het Konii.nl lijk Huis de vlag uit te steken.
Wij herinneren eraan, dat de gemeente-
raad van Goor in Augustus besloten
heeft op den verjaardag van de Koninqin
niet te vlaggen. Hetzelfde geschiedde
reeds eerder' in enkele andere qemeenten,
waar de meerderheid van den raad en de
burgemeester sociaal-democraten zijn.
INTERNATIONALE SAMEN-
WERKING.
Onlangs is te Geneve door een confe
rence van .staatslieden en parlements-
leden uit 24 Europeesche staten opgericht
een Federation pour 1'Entente euro^een-
ne, welke Vrij'dag in een manifest haar
doel bekend maakt". Zij wil in Europa het
werk der regeeringen voor een betere
verstandhouding aanvullen door bij de
volken zelf het sol ida ri t eit sbew u st zijn
wakker te roepen, opdat het werk van
Locarno tot geheel Europa wordt uitge-
hreid.
De Nederlandsche qroep dezer federa-
tie bestaat uit: Mir. Th. Heemskerk, prof.
M. W. F. Treub, Dr. J. Th. de Visser,
Dr. A. G. B. M. van Ryckevorsel, Dr. E.
B. B. F. baron Wittert van Hooqland,
W. H. Vliegen en prof. D. van Embden.
De Nederlandsche groep heeft een spe-
ciale verklaring aan het manifest toeqe-
voegd, waarin wordt meegedeeld, dat de
federatie voor een betere verstandhou
ding in Europa, wier doel is politieke en
economische toenadering tot stand te
brengen, in Nederland een zeer gunistig
ont'haal zal ontmoeten, mits de statuten
duidelijk vermelden, dat de federatie in
geen enkel opzidht het werk van den
Volkenlbond in den weg zal staan en in-
tegendeel met den Bond zal samenwerken
en dat de actie voor faciliteiten in den in-
ternat'ionalen handel en op de Europee
sche markten voor industrieele- en land-
bouwproducten in gelijke mate groote en
kleine mogenidheden ten goede zal komen.
als gevolg van die conclusie drong zich de
vraag op: ,,Wist Craydon dat? Was zijn
zoogenaamde moed van een paar miinuten
geieiden .niets dan wat bluf met als j
grond het zich veilig weten Bij die ge-
daohten voelide hij zich verstrakken van
verontwaardiging dat er op hem ge-
schoten werd was erg genoeg, maar dat
een van zijn reisimaklkers tot zoo iets, tot
op zoon' manier zijn haat en jaloezie, be-
vredigen in staat was Met harde, koude
oogen keek hij Craydon strak aan de
Amerikaan verdroeg dien blik niet, hij
werd omrustiig, keek eerst den eenen en
toen den anderen kant op en vroeg ein-
delijk quasi4uchtig, om zich een .hou-
ding te geven:
..'Moet die tour de force van daarnet
nog eens herhaald worden, Sherrington
,',Neen, niet noodig", gaf Sherrington
sarcastisch ten antwoord. ,,Ik ben te
weten gekomen wat ik weten wikfe
,,En dat was?" vroeg Janet, met iets
heel ernstigs in haar oogen. ,,Toe, ver-
tel 't me Mr. Sherrington ik zou 't
graag
Ben luiid geschreeuw en gelach maakte
dat het laatste gedeelte van hetgeen ze
zeggen wilde, verloren ging. Het geluid
kwam van den kant van het bergpad.
Nima-tashi was opgespirongen en
schreeuwde, met zijn hand als een roeper
voor zijn moinid, iets in het Thibetaansch.
Sherrington kroop naar zijn kant toe, keek
over het muurtje heen en zag een kara-
vaan van zwaar beladen yaks met hun be-
geleiders langs het smglle pad naar hem
toekomen. Bij het ihooren van N;ma's
waarschuwende woorden hield de kara-
vaan halt. Op een lcort bevel van den
man vooraan, renden drie van de mannen
op de rotsgroep af, die de Thibetaan ach
ter den gebedsmuur hun ter verduidelij-
king van zijn waarschuwing, aangewezen
had. Maar toen ze de bewuste plek be-
reikt hadden, stonden ze op zulk een on-
beholpen manier om zich heen te kijlcen,
dat en Sherrington en Nima dadelijk be-
grepen: de man is er niet meer. Nima
sprang over het muurtje heen en liep in
looppas recht op de groep rotsen en hees-
ters af; Sherrington volgde een andere
taktiek: met zijn blik strak op den heuvel
bij den pas. bleef hij staan wachten. Eerst
zag hij .niets, maar na een paar minuten
ontdekte hij op de met rotsblokken be-
zaaide helling achter het Boeddhabeeld.
een donkere gedaante. die van rotsblok
naar rotsblok sloop. Met een: Hallo
Nima klom hij op het muurtje en toen
de Thibetaan, die met het drietal vaks-
begeleiiders stond af te wachten, opkeek.
deelde hij hem door een paar woorden,
verdmidelijikt door armgebaren, mee, wat
hij ontdekt had. Jammer genoeg, was de
man al te ver weg, dan dat vervolgen
nog iets zou geven. Terwijl Nima met zijn
collega's daarover aan het argumenteeren
ging, bleef Sherrington, teleurgesteld.
maar ondamks dat, toch gei'nteresseerd,
de vlucht van den man, bewonderens-
waardiig snel ondanks de groote terrein-
moealijkheden, gadeslaan. Opeens voelde
hij, dat liiemand hem aan zijn hand'schoe.n
troik. Hij keek naar omlaag: Janet Cray
don stond vlak bij hem en traohtte zoo zijn
aandacht te trekken. Met een: ,,Ja, Miss
Craydon, wat is er sprang hij van zijn
observatie-post af.
,,Lk wilde u wat vragen. Mr. Sherring
ton begon ze aarzelend. ..Zooeven, toen
u en Nima en Husky om de beurt recht op
NOG EEN SCHENKING VAN
DR. VAN AALST.
Blijkens een in de vergadering van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te
's Hertogeinbosch voorgelezen brief van
de Kamer voor West-Friesland te Hoorn,
heeft Dr. C. J. K. van Aalst, president
van de Nederlandsche Handel Maat-
schappij te Amsterdam, het perceel Groote
Oosit 55 te Hoorn, waarin hij geboren is,
aan genoemde Kamer in eigendom afge-
staan.
DE WERKVERSCHAFFING IN
DEN BIESBOSCH.
Men meldt aan de N. R. Crt.:
Met de bedijkingswerkzaamheden in
den Baeslbosch is het good gesteld. Alles
heeft een vlot verloop, hetgeen voor een
groot deel verooirzaakt T door de goede
arbeiidsprestaties der werkloozen, die
meer gepresteerd hebben dan menigeen
verwachtte. Vele deskundigen hebben het
werk reeds bezooht en bekeken, en zij
waren eenparig in hun oordeel, dat het
verbazing wekt, dat met behulp van de
arbeiidskracht van stadswerkloozen der-
gelijk werk is gemaakt en het verkregen
reisultaat werd bereikt. Deze omstamdig-
heid is echter oorzaak geweest, dat er
minder werkloozen noodig waren, dan
aanvankelijk werd verondersteld.
Beste'k I is reeds gereed en de bestekken
III en IV zullen deze maand gereed ko
men. Thans is men bezig het wegenplan
uit te zetten en men verricht hiervoor de
noodige waterpassdngen. Dan komt het
zoogenaamd binnenwerk: het ontgrienden
en rijp voor cultuur maken van de gron-
den. Voor dit werk zal het aantal werk
loozen geleidelijk worden opgevoerd tot
5 a 600 man. Deze nieuwe faze zal men
binnenkort i nitre den. Met de leiding van
dlit werk zal de Nederlandsche Heide-
maatschappij worden belast. Deskundigen
roemen de kwalitedt van de ingepolderde
gronden en vexzekeren, dat hier land van
uitste'kende hoedanigheiid is aangiewon-
nen. Reeds kwarnen aanvragen binnen
om grand in eigendom te verkrijgen.
DE HERVATTING VAN HET WERK
IN DE ENGELSCHE MIJNEN.
Indien ik eenige kans zeg, om het te
winnen door vol te houden, zou ik het jelui
giraag zeggen". Aldus het parlementslid
Spencer, een van de leiders der mijnwer-
kers, in een vergadering van stakers te
Hucknall. Vrijdag waren meer dan
200.000 man (met inbegrip van het per-
soneel van den bevedligiingsdienstj aan
den slag. Dat is een vij'fde, schrijft de
N. R. Crt., van Ihet heele aantal. maar
deze week zal het tempo waarmee het
werk hervat wordt. stellig nog zeer ver-
sneld worden. In Lancashire deed welis-
waar, terwijl zijn collega Spencer den
mannen beduidde, dat er niets anders op
zat dan weer in de mijnien af, te dalen, een
ander parlementslid Stephen Walsh, de
vroegere minister van oorlog, al zijn best
om in Lancashire den stroom van tot wer-
ken gezinden naar de mijnen te stuiten.
Maar geen 8 zouden, volgens de be-
ric'hten van de Engelsche avondbladen,
naar hem geluisterd hebben.
Men weet, dat de districten middeler-
wijl bezig zijn, hun meaning te zeggen
gingen staan toen zed u dat het was om
iets te weten te komen
,,Ja", gaf hij synisch lachend ten ant
woord. „Ik wou weten wie van ons het
wild was, dat in de tasch van dien jager
daar moest verdwijnen."
schoten vroeg ze met een stem die
even trilde.
,,Ja, 't was dien scherpschutter blijkbaar
niet om Nima-taslhi en niet om uw neef te
doen."
Weer ladhte hij even spottend. met een
minachtenden trek om zijn mond. Janet
'keek hem wat onzeker aan. Dan, met iets
angstigs in haar oogen, vroeg ze, fluiste-
rend: ,,Waaxom zou 't hem alleen om u te
doen geweest zijn
,.Ja, waarom herhaalde Sherrington.
,,Dat vand ik ook dat is het gekke er
vanbegon Craydon gewichtig.
,,Zoo is het", viel Sherrington hem row
in de rede, ,,'t Is zoo gek, dat je het on-
gelooflijke gaat gelooven dat je dingen
zdet, die je anders nooit gezien zou heb
ben."
Craydon Met zijn pose van vriendsehap-
pelijk gestemden reisgenoot varen en
keerde zich haastig af. Janet keek ver-
ontrust van den een naar den ander; .ze
voelde de vijamdelijke stemming, maar wat
de oorzaak er van betreft. verkeerde ze
volkomen in het duister. Op dat kritieke
oogemblSk bracht Nima-tasihi met zijn ge-
wone luiidruchtigheid afleidang.
..Vooruiit, broeder. Van dien bandiet
zullen we geen last meer hebben en als
we voortmaken, kunnen we voor de ka-
ravaan uit relzen. Waar is de muilezel
van het meisje 1"
(Wordt vervolgd.)
NEUZENSCHE CO U RANT
—■i 111 1111ii i y iiiia 111
„Enu was'ter werd op u ge~