ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. KWATTA5^- kinkhoest. MIEME.IJE.RS KIEMEIJER'S No. 7951. Vrijdag 13 Augustus 1926. 66e Jaargang. DIEHSTFLICHT. Een vervolging in Thibet. VOLLE-MELK-REEP Bij Wluggebeten Laat uw lieveling niet kwellen Gccf het dadelijk Akker's Abdijsiroop A B 0 N N E M E N T S P RIJ SvZ FEUILLETON. Beter dan Goed: DE BESTE b I N N E N l a' N 0. BUITEWLAKD, """"■■■I Neu'zen 11 40 per 3 maanaeti - vooi ouiten lei Neuzen ft. per post J 1.80 per 3 maanden - Bij vooruitbetahng ti pei puv v. Uitspraak inzake vrijstelling. Vrijstelling van den Dienstplicht wegens Broederdienst. Het leien dakje. In tijden van maatschappelijke crisis, wanneer het leien dakje", waarlanqs on- der normale omstandigheden allies onge- stoord en naar wensch voortgilijidt, ge- ducht beschadigd is, doen allerlei theo- rieen over het leven en schema's van betere samenilevdmg opgeld bij de -onder de ellenide van de crisis gebukt gaande mas- sa. Zoo is het steeds geweest in de histo ric en zoo zal het ook wel blijven. Aan woorden van troost en opbeurimg heeft de mensch behoefte; zij versterken hem in zijn hoop op spoediige verbete-rinq van den toestamd. En wat hoop beteekent voor den mensch, teekende ons Thomas Carlyle in zijn treffende woorden: „0 ge- zegende hoop, eenig voorrecht des men- schen, die op de engp muren zijner ge- vangenis heerlijke uitgestrekte land-schap- pen maalt, en zelfs in den nacht des doods den neiligisten Cagera-ad doet 'lichten". Ontneem den mensoh de hoop en ge ontneemt hem de kracht te leven. Want wat t-och is het leven in zijn geheel an- deris dan de vormwiording van zijn strijd voor de bereiking van een g est eld do el En wie zou dan niet hopen in dien strijd te zegevieren Wordt, zooals in onze Naar het Engelsch van OTTWELL BINNS. 14) Vervolg. ingezonden MEDEDEELINGEN. ..Waren de omstandigheden maar beter, dan }a, maar wie futloos is, toont dit zelts als voor hem alles vain een leien dakje gaat. Hij is ook geen bo-uwer van dat leien dakje. Dat waren anderen, durvers, moe- digen, volhardende l-ied-en. Hoe staat het met deze bouwers in onzen tiid De doorloop deur-uitgang bracht hem vlak in de naibijheid van den jongen man in den gemakkelijken stoel. Deze nam niet de minste notitie van zijn naderbij komen; zonder op te kijken las hij ijverig in zijn krant door. Sherrington liet zich echter door dit vertoon van onverschil- ligheid niet beetnemen; hij haastte zich niet, maar maakte terdege van de gele- genhend gebruik om het v-oorkomen van den vermeenden spion in zijn geheugen te prenten. Zonder omikijlken ging hij de stoep af en de helder verlichte straat in. Maar dadelijk na het passeeren van een winkel, voor een gewoon Juris, waar het, in vergelijking met het naar buiten vallen- de gele lampenschijnsel donlker was, bleef hij staan en keek om. In de straat was het druk van wandelaars, maar na even kijken zag hij een slanike gestalte, die zich tusschen de vooritsleniterende mensiohen denzelfden kant op haastte. dien hij ge- gaan was. Met een tevreden glimlach om het geluikken van zijn list keerde Sher rington zich om en liep langzaam verder. Dr. Stargard's beliangstelling betrof hem. niet de beide Craydons. dagen, de levensstrijd zwaarder en moei lijker dan wlj verwacht hadden, ja, ont waren wij zelfs, dat er ons meer moeilijk- heden in den weg worden gelegd dan wij tot nog toe gewiend waren, dan behoeft het heel wat innerlijike kracht om den moed erin te houden en geraken velen on der den indruik van leuzen- en frazen- predikers die, al dan niet te goeder tnouw, den met zich zelven worstelenden mensch voorhouden, dat al die narigheden des Levens, alle teleurstellinigen en onver- wachte moeilijikheden te wijten zijn aan de inrichting der samenleving. Weer zien wij opgang gemaakt door de theorie, die in het begin der vorige eeuw door man- nen als Godwin, Robert Owen en Char les Fourier verkondigd werden, n.l. dat de omgeving en de omstandigheden den mensch maken. Zeker, wij zijn sindsdien in weten- schappelijke kennis vooruiitgegaan; naive voorstellingen van een aardsch paradijs- leven als Fourier ons gegeven heeft, bren- gen ons niet meer van de wijs maar de gedachte, waarop de Fransche utopist voortbouwde, wordt door velen onzer nog niet als waandenkbeeld beschouwd en uit ons brein verbannen. Ook nu is de strijd over de vraag, of het individu al dan niet tijdelijk bestanddeel in het ge- meenschapSleven is, niet uitgestreden. Daarom moaen wij ons niet verbazen over de verziuchting van hen onder ons, wien heit tegenloopt, dat, wanneer de toestan- den maar niet zoo ongunstig waren, alles in hun leven zooveel beter zou zijn. Het leien dakje Er is een grond van waarheid in deze verzuchting. Maar ook niet meer dan dit. Waar is ih'et, dat de mensch afhamkelijk is van de sociale omgeving. waarin hij te leven heeft. Wtiur is het, dat hij in zijn omgeving de middelen om te leven zoeken moet. Niet wiaar is evemwel, dat die mid delen geheel beheerschen het leven van hem, die ze aanwendt. Het is de wijze waarop met de middelen gewerkt wordt, het is dus tenslotte weer de mensch zelt. die naar mate van zijn krachten veel of weiniq van zijn leven maakt met debe- schikbare middelen. En wanneer wij nu heel dien maatschaippelijken vooruitgang, waarop wij zoo trotsch zijn, in zijn ont- wikkeling voligen, zien wij. dat deze het werk is, niet van de afwachters, niet van de klagers en zuchters, maar van de taaie volhardende lieden, die zich niet de wet laten voorschrijven door het milieu. Zij kennen de eigen krachten en weten, dat deze het zijn, maar ook deze alleen, waar op de mensch mag vertrouwen in zijn moeilijken levensstrijd. Niet de bestaansmiddelen beheerschen het karakter van een periode in onze be- schaving, maar de wijze, waarop zij wor den aangewend. Hoop op betere toe- komsto zeker, maar het komt al weer niet aan op de hoop, maar op hem die hoopt. Het kan, dunikt ons, in onzen tijd niiet te dikwijls worden herhaald: op den mensch komt het aan, hij is primair, de omgeving secundair. Zonder zich verder om den spion te be- koimmeren ihij wist nu zeker, dat hij achtervolgd w%rd,liep hij voort tot aan zijn plants van bestemming: een winkel met gordijnen voor de ramen en een bui- tendeur, die blijk'baar op slot was. Sher rington haalde een van de koperen munt- stuikken uit zijn zak en beg on de ruit te bewerken. Na misschien een halve minmut van onophoudelijk tikken werd aan den anderen kant de magere, perkamentachtig gele kop van een ouden Ghiinees zicht- baar, die met zijn gezicht vlak voor het raam naar buiten stond te turen, wie het wel was, die zoo hardnekkig kloppend zijn avondrust verstoorde. Bij 't zien van het angstige gezicht begon Nick Sher rington te lachen. ,,Goed volk, Lo Oing. Een klant, die wat laait is, anders niet." „Ik ken jou", het oude gegroefde ge zicht vertrok in een vriendelij'kheids- grijns. „Jij heb Lo Ong noodig?" ,.Neen, de kleeren die je verkoopt, ouwe jongen. En het gebruik van je ka- mer om me te verkleedeno ja, en als ik klaar ben, heb ik je wat te vragen." Lo Ong deed de deur op een breede kder open. Sherrington glipte naar bin nen, bileef bij de deur staan wachten tot de Chinees den sleutel omgedraaid en de grendels voorgeschoven had en vertelde iheim daarna het doel van zijn komst. Een half uur later stond hij voor een grooten spiegel in een van de schemerig verlichte kamers van zijn ouiden vriend Lo Ong, om zich critiisch van alle kanten te bekij- ken. Het lichtgrijze pak ,zat hem uitste- DR M. VAN RHIJN OPVOLGER i VAN PROF. DR SLOTEMAKER DE BRUINE. Tot hoogleeraar in de godgeleerdheid vanwege de Nederl. Herv. Kerk aan de Rijksuniversiteit te Utrecht vacature Prof. Dr. Slotemaker de Bruine is door de algemeene synode der Nederl. Herv. Kerk benoemd Dr. M. van Rhijn, j Ned. Herv. predikant te Gxoesbeek. KAPITAALVORMING EN GELD- RUIMTE. i In het jongste nummer van Economi- sche Statistische Berichten, wijdt prof. Treub een beschouw!ing aan de nieuwe belasting-ontwerpen. De schrijver wijdt zijn beschouwing voor een belangrijk deel aan de kwestie der kapitaalvorming. Hij wijst op de schijnbare tegenstellirug tus- schen de klachten ove^ onvoldoende ka- piitaaivoirming en den overvloed van geld, sprekende uiit den lagen rentestand. Hei staat echter vast, dat het geld, dat voor kapitaiiiseerinig besebikbaar komt, groo- tendeels afkomstig is uit Indie. Prof. Treub noemt het een veeg teeken, dat de bedrijven hier te lanide een zoo kwijnend bestaan leiden, dat hun uitkomsten niet in staat stelJ'en aan de kapitaalvorming in eeniigsziins belangrijke mate deel te nemen. In tijiden van slapte worden er geen nieuwe ondernemiingen begonnen, wor den bestaanide ondernemingien niet uitge- breiid en vloeit een groot deel van het vlottend kapitaal, dat anders is gestoken, iin werken, die nog niet gereed en afge- leverd zijn, naar de onderneming terug. i Dit verschijnsel kan men thans in ver- scheidene zaken waarnemen. Het gevolg hiervan is, dat er een niiet te onderschat- ten aanibod van kapitaal van de zijde van meer of minder kwijnende ondernemingen aan de markt is, dat niiet als een teeken van welvaart, maar van malaise is te be- schouwen. De hier bedoelde ondernemin gen geven hun geld op prolongatie, koo- pen schaitkdsibpaipier of deponeeren het- geen zij wegens de malaise in hun bedrijf niet zelf noodig hebben, op korten termijn bij bevriende banken. In welke bedragen dit aanbod van geld- kapitaal loopt, is niiet na te gaan, maar geri.ng is het zeker niiet, en het heeft zon der twijfel invioed op den rentestand en daarmede op den koers der fondsen. In- dien het hierbij ging alleen om een malai se in zaken in ons eigen land, zou deze invloed op de geldmarkt niet van groote beteekenis zijn. Daarvoor is de geld- en fondsenhandel te internationaal. Maar (het is bekend gfenoeg, dat het met het be- drijfsleven in de andere landen van Eu- ropa niet beter en ,i.n vele daarvan nog heel wat slechter gesteld is dan hier te Iande. Men kan er zeiker van zijn, dat al naar geilanig de zaken in Buropa weer betere tijden zullen beleven, het hier aange- wezen aanibod van geldkapataal van de zijde der tijddlijik kwijnenide ondernemin gen zal af nemen en allengs weer zal plaats maken voor een normale vraag van dien kend, nu eerst zag men pas goed welk een mooi, forsch gebouwid lichaam hij had. het zijden overhemd met slappen board en een das ,,in kleur" met het pak gaven zijn uiterlijk het dandy-tintje, iederen echt mannelijken man eigen, en de gevlochten linnen schoenen zorgden miisschien nog meer dan het keurig zittende pak voor het terugvinden van zijn bijna verloren zelf- respect. Met een gezicht, dat glom van genoe- glen, als een kunstenaar, die het werk zijner hand en vol trots bekijkt, draaide Lo Qng om hem heen; zijn glimlach werd nog breeder, tioen zijn klant twee bank- biljgtten te voorschijn haalde en ze op de tafel naast den Spiegel neesicgde, maar toen trok de giliimlach weg en keek hij dfen jongen Engelschman met een eenigsziriis nieuwsgienige uitdrulkiking in zijn kleine, rchuinstaande oogen aan. „Jij mij wat vlagen wou, heb je ge- zegd?" ,,}a, dit. Heb je wel eens van een zekeren Dr. Stargard gehoord, Lo Ong?" Terwijl ihij de vraag deed, sloeg Sher rington het gele gerimpelde gezicht van den ouden man scherp gade. Bij den naam Dr. Stargard trok de mieuwsgierige uit- drukking uit de donlkere oogen weg, het gezicht verstrakte zich, zoo, dat het ten siotte meer op een masker dan op een menschelijik gelaat geleek. En toen Lo Ong antwoord gaf klonk zijn stem dof en was zijn toon zoo kortaf, dat iemand an- j—s S'herrirg'on; zich alMeh't van ver der vragen onthouden zou hebben. ,.Ken niet." kant. De lage rentestandaard en de hoo- ge koersen der effecten zijn in dit licht bekeken niiet een aanwijziing van over vloed van kapitaal, maar een der vele symptomen van den treurigen economi- schen toestand van Europa in het alge- meen en van verschillende Nederland- sche industnieen in het bijzonder. Verder wijst de schr. op de groote be teekenis van het hier aanwezig zijn van Fransch en Belgiisch kapitaal en hij con- cludeert, dat een en anider wel voldoende is om duidelijk te maken, dat uit den la gen rentestand en de ruimte van geld hier te lande onder de tegenwoordige om standigheden geen argument is te putten ten bewijze, dat de kapitaalvorming hier vbidoende zijn zou. OVERVAL IN ATJEH. Bij bet iunen van belas in^en in Teu- reubangan, op de WnstkuSt van Atjeh zgn kwaadwilligen het 1 i ak van kapitein Behrens bun engesloppn. Drie van hen, die bet bivak binnendrongen, werden r eer- ge'egd. Onzeizijds is gesn uveld luitenant der infanterie W. A. M. Molenaar. Drie fnlandsche fuselievs zijn li bt g. wond. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN door den INGEZONDEN MEDEi )EPT DE TOESTAND. De voorbereiding der ontwapenings- couferenti". Te Geneve heeft dezer dagen volgersde N. R. Ortde er^te subcommissie van de commiss e van voorbereiding der ontwape- Sherrington voelde, dat de man loog, een houding, die hem de noodzaak om de waarheid te weten te komen nog sterker deed voelen. Lachend greep hij den man bij de schouders vast en schudde hem, zoo zacbtjes heen en weer. ..Vertel dat je grootje, Lo Ong. Misschien, dat die je geJooft, want ronduit gesproken, ik doe het niet. Wie is Dr. Stargard?" De dionikere oogen keken hem star aan. ,,Ken ik niet .Zeg eens, Lo Ong viel Nick Sher rington hem met een ongeduldig fronsen van zijn wenkbrauwen in de rede, ..her- inner je je nog dien keer in Nanking, toen je in het water gevallen bent ..Helinnel ik me." gaf Lo Ong met een glimp van terugkeerende intelligentie in zijn bolle, glazige oogen ten antwoord. ,,En herinner je je ook, dat je niet zwemimen kon en dat je al twee maal ge- zonken was voordat iemand je greep?" „Oei! oei!" was het gefluisterde ant woord. ,,Goed. Als je je dat alles herinntjrt. geef me dan nu een eerlijk antwoord. Wie is Dr. Stargard?" Een oogenblik was het gele gezicht tegenover hem vertrokken van angst. maar geen twee tellen daarna was 't of alle onrustlijnen weggestreken werden. Een mtdrukking van groote waardigheid veredelde het breede, hoekige gezicht. de kleine, diikke, gedrongen gestalte leek grooter te worden. Toen- boog hij zich jets naar Sherrington over en begon te spreken, zacht, fluisterend, alsof hij bang was, dat de muren ooren hadden. ningsconferentie na een pauze van een mbai d haar arbeid hevvat met een nadere fcehan- delirg van de vraag of er een methode b:staat om uit te maken of de legermacht van een staat in defensieven of otfensie en geest is georganis* erd. De su' commissie heTt fie vraag (no. 4 van de haar voorgelegde lijst) bevest gend beantwoord, maar volkom'n bevredigend kan men dat antwoord kwa'ijk noemen. Weliswaar toch heeft de Amerikaansche delegatie haar vo' rstel om zuiver zakelijke, dus uitsluitend militair tecbniscbe kiiteria te stelhn, er door weten te krggen, doch daarop is een Fransch amendement aange- nomen om ook met den pol tieken toestand van de onderscbeiden landen en met hun verplichtingen jfgensbcndgenootenrekenirg te houden. Aan dit tesluit, dat naar de te Geneve heerschende meening in de latere confe rence nog aanieiding zal geven tot „moei- lijke" bespiekingen, was de behandeling van een Duitsch voorstel voorafgegaan. Hoewel het met 9 bgen 2 stem men en 6 onthoudingen werd verwrrpen, verd eut het verme'.ding omdat htt vermoedelrjk niet |Oor goed van de baan is. De Duitsche dUegatie liet weliswaar recht wedervaven aan de Fransche stelling dat uit de geieidel(,ke ontwikiitlii g van strgdkr,.chten te land, ter zee of in de lucht conclusies te trebken zijn over de defensieve dan wel offens'eve stiekking, maar zg bestreed dat drze gelijkwaardig zouden zijn aan zuiver militaire maatstaven. Tot staving beriep zij zich rp de vredes- verdragen van Versailles St. Germain, Neuilly en Trianon, die bij de ontwapen'ng van de Centralen u tsluiterd mibtaire maat- staren hebben aange'egd <n uildrukkelijk stipuleeren dat dit de e rste s'ap to' alge meene ontwapen'ng zou zijn INGEZONDEN MEDEDEELINGEN en Beten van Andere Insecten geeft het inwrijven met PUROL dadtlijk verlichting. ,,Dien dag heb jij mijn leven geled en miets el'voo gevlaagd, nu vlaag jij wat mijn leven kosten kan als bekend we'd. Maa', mijn leven hoo't jou, telle wille van helinneling zal Lo Ong veltellen wat weet De Chinees zweeg een paar seconden lang; toen boog hij zich nog verder naar Sherrington toe, keek met schidhtrige oogen om zich heen en flulisterde hem in het oor: ..Sta'ga'd is Hong Chung Lu van de Fien F' ze Tong." Sherrington keek teleurgesteld, want al twijfelde hij geen oogenblik aan de ge- w'ichtigheid van die mededeeling daar voor was het angstige gezicht en de eer- biedige fluistertoon van den Chinees be- wijs genoeg hij zelf was er niet veel wijzer door geworden. ..Dus een Chinees, net als jij Lo Ong?" ..Hij is zoon van zijn mo ad-el, een wijze, gee-e'de vluo-w uit C'hing Fu: maa hij is ook zo-on van zijn vade' en hij was Duit- sel." ..Duitscher?" ,,0-ei-oei! Een wijs man en een gloot gelee'de, wat Hong Chung Lu ook is. „Hm! En die Tong waar je 'tover had." Lo Ong sloot zijn oogen, zijn gezicht werd een masker van perkament, rond. rimpelig zonder eenlge uitdirukking. ,,Ove' zulke dingen spleekt men niet. Fen gefluinte'd woo'd, en dan gaat zoo. Weet niet van." (Wordt vervolgdd TER NEUZENSCHE COURANT De Burgemeester van TER NEUZEN brengt tei algemeene kennis, dat een uitspraak op aanvrage om "vrijstelling van den dienstplicht, ter .secreta le dezer gemeente, voor een ieder ter inzage is gelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen tien dag en na den dag van deze bekendmaking in beroep wor- den gekomen A. door den ingeschr^vene wien de uitspraak geldt, of door diens wettigen vertegenwoor diger B. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingeschreven personen, ol door diens wettigen vertegenwoordiger. Het verzbekschrift moet met redenen omkleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn. ,Het uj] gericht aan de Koningin, doch worden ingediend nj den Burgemeester, ter- secretaire dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de (Joorzten \ngi, zooveel 'betreft uitspraken door Gedeputeerde Staten gedaan, kan bovendien de Commissans der Konmgin binnen denzelfden termijn bij de Koningin 111 beroep komen. Ter Neuzei), den 11 Augustus 1926. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis van M. D. OLLEBEK van de lichting 192i, dat bij bij beschikking van Ged. Staten dezer pro- vincie d.d. 6 Augustus 1926 No. 172, 3e Atdeeling, voorloopig van den Dienstplicht is vrijgesteld wegens broederdienst. Tegen deze uitspraak kan binnen TIEN DAGEN na den dug van deze bekendmaking in beroep worden gekomen A. door den ingeschrevene wien de uitspraak geldt of door diens wettigen vertegenwoordiger. B. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingeschreven personen of door diens wettigen vertegenwoordiger Het verzoekschrift moet met red^jien omkleed zijn Het behoeft met gezegeld te zijn. Het moet worden gericht aan de Koningin, doch worden ingediend bij den Burgemeester, ter Secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzending. Voor zooveel betreft uitspraken door Gedeputeerde Staten gedaan, kan bovendien de Commissaris der Koningin, binnen denzelfden termijn bij de Koningin in beroep komen. Ter Neuzcn, 11 Aug. 1926. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Kom de natuur te hulp de taaie kleverige slijm los te maken en te verwijderen. De telkens terugkee- rendt. krampachtige, benauwde hoestaanvallen maken licht van Uw stevige kleine een zwak poppetje. Ovcral per kokcr f 1.50 f 2.75 £4.50 De groote Bacons zijn voordeeliger per ou5 per ons

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1