ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 7941
Woensdag 21 Juli 1926
66" Jaargang.
TerNeazensche Courant
BINNENLAMP.
Maandag 19 Juli 1926. No. 7940.
WSE3I3E1 "BTi A ~n
COURANT
-r- rs re i re Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaiing fr. per post /0.60 pei.jaar
ABQNNEmtNTSPRIJo Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaiing.
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
WEESINRICHTING TE
NEERBOSCH.
De algemeene vergadering van de leden
der Weesinrichting te Neerbosch is Vrij-
dag in de inrichting gehouden,, onder lei-
ding van Ds. W. C. Posthumus Meijjes,
predikant te Nijmegen.
Tot opvolger van den tegenwocrdigen
directeur, Dis. Schrijver, werd met alge
meene stemmen benoemd Ds. G. Steen-
npeA +tanc 3irl-ir,=cf>roniri liri van het be-
Reden voor optimisme is er dus niet, al
is er dan ook weer een nieuwe Fransehe
AO vi
regeering en in de beoordeelingi n van de
pers komt dat dan ook duidelrjk uit. Bui
ten Frankrijk afgtz en dan van de kleine
kringen, waar men nog Franseher dan de
Fransehen wil zijn en waar men door
misleidrnde voorstellingen de taak om het
Fransehe volk eindelijk eens tot een juist
besef van de werkeljjkheid te brengen nude
bemoeilijkt buiten Frankrijk en in het
bijzonder ook in Engeland betreurt men ten
den val van Briand en Cab lam
talingen veiantwoordelijk. Dat neemt na-
tuurlijk niet weg en Churchill heeft dat
in zjjn verklaringen omtrent de uitlatingen
van den AmerikaaLSchen min ster Mellon,
ouk wel duidelijk doen uitkomen, dat op
den duur de hu dige schuldregelingen,
waarvoor de houding van de Veremigde
Staten grooter deels verantwoordelijk is,
niet houdbaar zijn en een revisie te £eniger
tijd zal moeten pl^ ts hebben.
FRANKRIJK.
De „Doodstrijd" van het Parlementarisme.
de uitvoer van broodkoren en van meel
door de mir isters van landbouw en nijver-
heid en van arbeid nader zal worden ge-
regeld/te/wjjl de inbrtuken op de te nemen
besiuiten gectiaft zullen worden met de
straffen, die voor den sluikhandel in ver-
boden goederen zijn voorzien.
1 ij het tweede besluit wo dt bepaald dat
een type van wett-lijk meel van 26 Juli
af wordt ingevoerd, terwijl het verboden
is een fceter meel te vervaardigen of te
gebrmken in de fakkerijen, banketbakke-
rgen en dergelgke. Doer de bankettakke-
T1_ i mnn nnlifor
der geallieerden n et goed een verwijt van
mak' n, dat zij de taak verr cht waar zij
voor is aangesteld, zoo lang zg nog func-
tioneert. Als het bericht aangaande het
aan generaal Walch verleenrie verlof' juist
is, zou dit alleen een bewijs zjjn dat de
polit eke leiders te Parijs en Londec het
niet verstandig achten, na Locarno, het
militairistisch gezinde deelvan Duitschland
propaganda-stof tegen de Entente te ver-
schaffen.
De repubbkeinseke gedachte wint larg-
zaam. maar zeker veld in Duitschland.
r»« rVionts nnonkanr crHmaaktp, nfficieele uit-
VAN
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergadering van Dinsdag 13 Juli 1926,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig- bij de opening der vergade
ring de leden: J. M. Oggel, M. W. Foster, A.
E. C. Kruijsse, J. M. Baert, A. Th. 't Gilde,
E. van de Casteel, F. Dieleman, en P. de Feij-
ter; later ook de heeren J. Weijns en J. de
Feijter.
Secrefcaris de heer J. L. J. Maris.
Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn.
Be VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
Hij deelt mede, dat de heer Van Dixlhoorn
bericht heeft gezonden door andere werkzaam-
heden verhinderd te zijn de vergadering bij te
wonen.
Aan de onde komt:
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 20 April en
die van 11 Mei 1.1. worden .met algemeene
stemmen vastgesteld, zooals die in druk zijn
toeg-ezonden.
Omtrent de notulen der vergadering van 3
Juni merkt de heer t GILDE op, dat daarin
vermeld staat, dat de heeren Duetz en Van
Vliet btzwaar ihadden tegen een bespreking in
bet- Qp'ribapr van de gas- en electric!teits-
kwestie. Dit is onjuist; ae heer Duetz had gaen
bezwaar tegen openlbare baspreking, doch heeft
zich daarmede vereenigd uit hoffelijkheid
tegenover den heer Van Vliet. Spreker stelt
daarom voor in de notulea te laten vervnllen
dat de heeren tegen openbare bespreking be
zwaar hadden, doch te vem.elden, dat zij ten
sLotte besloten hebben zich tegen een bespre
king in het openbaar te verklaren.
De VOORZITTER stemt toe, dat de heer
Duetz geen bezwaar had tegen openbare be
spreking, doch de heer Van Vliet wel, deze gaf
te kennen een uitnoodiging te hebben ontvangen
om zijn meening nader in besloten raadszitting
uiteen te zetten, en zich daaraan ook wenschte
te houden. Dit verloop heeft spreker den raad
ook meegedeeld.
De heer OGGEL merkt op, dat de handeling
van den heer Duetz tegenover den heer Van
Vliet niet van groote hoffelijkheid getuigt,
aangezien hij na de conference in besloten
vergadering nog per ingeaonden stuk in de
Axelsche Courant het betoog van den heer Van
Vliet heeft aangevallen. Het zou wel ge-
wenscht zijn, dat de raad daarover thans ziin
aikeurimg uitsprak.
De VOORZITTER vindt het ook jammer, dat
beide heeren zich niet aan de afspmak tot be-
riandeling der kwestie in besloten vergadering
hebben gehouden en de heer Duetz heeft ge-
meend per ingeizonden stuk aan een deel daar-
van openbaarhedd te moeten geven.
De ^notulen worden thans, met de door den
heer 't Gilde aangegeven wijiziging met alge
meene stemmen vastgesteld.
De iheer OGGEL maakt aanmerking op de
notulen, der vergadering van 8 Juni 1.1., voor
zoover daarin vermekl staat, dat hij zou gezegd
heibiben, dat Burgemeester en Wethouders een
gemeentewerkman zouden hebben willen aan-
stellen, doch dat daarvoor geen geld beschik-
baar was, en hij er daarom tegen was de sala-
rissen der hoogere amibtenaren to verhoogen.
Hij heeft gezegd, dat Burgemeester en Wet-
houders reeds hadden overwogen een gemeente
werkman aan te stellem op een lagere bezoldi-
ging, om het safaris meer in overeenstemming
te brengen met den loonstandaard in het vrije
hedrijf, en dat het onder die omstandigheden
zeker niet in die lijn was, om de jaarwedde van
de hoogere amibtenaren te verhoogen.
Met deze wijziging worden de notulen vast'
gesteld met algemeene stemmen.
2. Mededeelingen en ingekomen stukken.
Een schrijven van den Minister van Water-
staat, waann deze bericht in beginsel bereid
te zijn te bevorderen, dat het in het desbetref-
fend sciirijven van Burgemeester en Wethou-
ders bedoeid wegvak rijlesbestrating in de kom
der gemeente, van af de 2e helft der Koestraai
tot den Buthdijk), onder nader vast te stellen
voorwaarden aan de gemeente in beheer en on-
derlhoud wordt overgedragen, nadat vooraf de
keibestrating van den weg van rijkswege zal
zijn vernieuwd.
Omdat de overdracht wordt g-ewenscht in het
bijzonder belang der gemeente zoomede in
verband met vorenibedoelde vemieuwing der
keibestrating, die dan in de naaste toekomst
nagenoeg geen onderhoud zal vorderan, kan hij
echter zijne medewerking niet verleenen, dat
aan de gemeente bovendien nog van Rijkswege
eene vergoeding voor gekapitaliseerde onder-
houdslcosten van dat wegvak wordt uitgekeerd.
Gaarne zal hij vernemen, of de gemeente
bereid is onder die voorwaarden eene overne-
ming in beheer en onderhoud van meerbedoeld
wegvak te aanvaarden.
Burgemeester en Wetliouders geven te ken-
nen, dat zij, aangezien dit wegvak geheel
wordt vernieu.wd, volgens hunne meening ook
niet kunnen blijven aandringen, dat daarnevens
nog eene vergoeding voor gekapitaliseerde on-
derhoudskosten daarvoor wordt uitgekeerd. Zij
stellen voor te besiuiten, onder de voorwaarden
bovengenoemd, ovememing in beheer en on
derhoud van dat wegvak te aanvaarden.
De heer KRUIJSSE vraagt, of dan van
rijkswege ook de rioleering zal worden in orde
gehracht. Het behoeft niet al te veel te regenen
om het daar te veranderen in een moeras en
het water staat spoedig tot op het midden van
den weg. Als de gemeente het wegvak over-
neemt zonder dat daarin is voorzien, komt zij
later voor de kosten. Hij kan thans aan het
voorstel zijn stem nog niet geven.
De VOORZITTER deelt mede, dat de opzich-
ter van 's rijikswaterstaat heeft te kennen ge-
geven, dat het wegvak in orde zou worden ge-
bracht. Daaronder valt dan naar sprekers
meening niet alleen de besferating, doch ook de
rioleering. Dat kan nu nog niet gemaakt wor
den, omdat het wacht op ovememing door de
gemeente.
De heer KRUIJSSE zou dan nog eenigen
tijd willen laten verstrijken eer het besluit ge-
nomen wordt, om dan eens te zien hoe het ge
maakt is.
De heer WEIJNS komt ter vergadering.
De VOORZITTER .merkt naar aanleiding der
woorden van den heer Kruijsse op. dat in het
voorstel van Burgemeester en Wethouders zou
kunnen worden ingelascht, dat de gemeente
bereid is het wegvak over te nemen, onder
voorwaarde, dat eerst de bestrating en riolee-
ring ten genoege van Burgemeester en Wet
houders in orde zijn gabracht.
De heer DIELEMAN is van oordeel, dat de
oierneming van dit wegsdeel voor de gemeen
te een groote verbetering Ibeteekent, want dat
zij er dan wat over te zeggen krijgt. Het zal
dan mogehjk zijn, in de Oude wijk den toe-
stand ook te verbeteren. Die geheele wijk, tot
aan den Buthdijk, eischt dringend voorziening.
Hij zou daarom willen trachten den weg over-
genomen te krijgen.
De heer KRUIJSSE is het met den heer Die
leman volkomen eens, dat het wenschslijk is,
dat de weg aan de gemeente komt, doch hij
adit het noodig, dat deze dan geheel in orde
aan de gemeente wordt overgegeven. Er wordt
in het schrijven van den Minister alleen ge-
sproken van bestrating, doch spreker is van
oordeel, dat het rijk, als onderhoudsplichtige,
toch behoort te zorgen, dat ook de rioleerin"
in orde ds.
De VOORZITTER meent, dat daartegen van
rijkswege ook wsel geen bezwaar zal worden
gemaakt. Het kan in de voorwaarden woi
opgenomen.
De heer VAN DE CASTEEL wijst er op, dat
hij een der vorige vergaderingen reeds eens op
den slechten toestand van dien weg heeft ge-
wezen, en de Voorzitter heeft toen toegezegd,
dat hij er met een opzichter over zou spreken!
Is dit reeds geibeurd? Er blijkt niets van uit
den brief.
De VOORZITTER an'twoordt, dat hij er met
den opzichter over gesproken heeft. Dat er
niets van in dezen brief staat moet niet ver-
woncleren. Het is een antwoord op een schrii-
van, dat al op 4 Nov. 1925 door Burgemeester
en Wethouders is verzonden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, aangevuld met de voorwaarde betreffen-
de in orde maken der rioleering, wordt aange-
nomen met algemeene stemmen.
b. Een schrijven van Oedeputeerde Staten
van Zeelanri, luidende als volgt:
Wij zijn bereid, de electrificatie van de ge
heele gemeente, voor zoover die thans nog niet
tot stand is gehracht, te bevorderen, met een
gelijken stroomprijs in het te electrificeeren
gebied van ten hoogste 45 cent voor licht en
ten hoogste 20 cent voor kraCht, wanneer van
de zijde der gemeente voor die verdere electri
ficatie een garantiestelling van 230.000 ver-
zekerd is over tier, jaren, zulks met dien ver-
stande, dat wel telken jare 23.000 behoort
gegarandeerd' te zijn, maar dat, wanneer de op-
brengst in eenig jaar f 23.000 oversohrijdt re-
stitutie of ontheffing van dat meerdere zal
geschieden, een en ander met definitieve afre-
kening na afloop van het tienjarige tijdvak;
waar de P. Z. E. M. met de electrificatiewer-
ken onmnklellijk kan en wenscht te beginnen
en zij die met spoed zal uitvoeren, kan de aan-
vang van het eerste dier tie® jare® worden
vastgesteld op 1 Januari 1927.
Naar aanleiding van deize beslissing aldus
deelen Burgemeester ie® Wethouders aan den
raad mede hebben wij het besluit van Uwen
Raad ter goedkeuring ingezonden. Inmiddels
zijn ons ontwerpvoorwaarden vanwege de di-
rectie van de P. Z. E. M. ter kennisname voor-
gelegd. Deze ontwerp-voorwaarden zijn door
ons op tal van punten aangevuld, teneinde meer
waarborg te hebbe® als gemee®te tot bescher-
ming van de belangen van de 'Stroomverbru 'k-^c
e® aan heeren Gedeputeerde Staten ter kenn's-
name toegezonden.
Zoodra hierop bericht is ontvangen, zullen
deze aan Uwen raad ter vaststelling worden
aangeboden,
De VOORITTER voegt hier nog aan toe,
dat naar hij verwaaht Burgemeester en Wet
houders het voorstel spoedig zullen kunnen
aanhangig maken, misschiem reeds de volgende
week Dinsdag. Het voornemen bestaat dan
weer raadszitting te houden.
De heer 't GILDE: Zooals uit de stukken
en het prae-advies blijkt, is door Burgemeester
en Wethouders noodig bevonden de door de
P. Z. E. M. aan het Dagelijksch Bestuur voor-
gelegde conceptvoorwaarden nader aan te vul-
len, teneinde als gemeente meer waarborg te
hebben voor de belangen der stroonrverbrui-
kers. In de allereerste plaats vind ik het wel
wat vreamd, dat het initiatief indirect uitgaat
van de P. Z. E. M. Immers als de gemeente
zoo'n 230.000 in 10 jaar garandeert en wij
moeten dan nog genadig de voorwaarden af-
waChten die de P. Z. E. M. gelieft te stellen is
dat iets, dat er heelemaal niet in wil bij mij.
En dit blijkt al afdoend nu naar de bescheiden
meening van Burgemeester en Wethouders al
meer waarborg noodig is voor de bescherming
van de verbruikers. Ik zou Burgemeester en
Wethouders willen toeroepen: „Ga nog wat
vender op dien weg en neem in het belang der
verbruikers zelf het heft in handen."
Inmiddels weet echter de raad niets. Welke
voorwaarden zijn het die de P. Z. E. M. voor-
legt. Welke zijn de wijzigingen die Burge
meester en Wethouders in het belang der even-
tueele stroorrxverbruikers meenen te moeten
voorstellen tot hunnen bescherming. Zie, mijn-
Ibeer de Voorzitter, ik meen dat wij voor die
f 230.000 garantie het recht hebben te eischen,
dat naar recht en billijkheid met de gemeente
worde gehandeld. De raad behoort daar zijn
voile medezeggingschap voor te hebben en
moet daarin mee kunnen spreken. Gebeurt dit
niet, of vreezen Burgemeester en Wethouders
den invloed van den raad dan voorspel ik. dat
het weer falikant zal uitkomen. Burgemeester
en Wethouders van Axel sdhijnen nog stoe/L
niet te hebben begrepen, dat de Raad niet bij
hunnen gratie meespreekt, zij dienen eir lei
ook eens te snappen, dat zij staan onder de vo1-
ledige voogdij van den raad, niet formeel, man.
wettelijk in den vollen zin van het woord. Als
zij voortgaan op dezen weg kan het niet anders
of zij moeten in mij een lastigen patient heb
ben. Als zij geen richtig beleid geven zal ik
dit, waar in het belang der gemeente noodig,
aan de kaak stellen, al moet ik er voor r
audientie. Om te beginnen heb ik al een g.roof
bezwaar om den aan van g van het eerste der 10
jaren te stellen op 1 Jan. 1927. Dat kan en
mag den mad niet toestaan, dat er zulk een
schandelijke bepaling in de garantieovereen-
kormst zou worden opgenomen. De vemedering
van de gemieente zou 'dan m. i. te groot zijr
Niet voor e® aleer het geheele ®et is voltooid
mag dat lOjarig tijdvak ingaan. U begrijpt,
dat als er op 1 Jan. 1927 nog slechts een
kwart van het net voltooid is da® kan het niet
anders of de uitkomsten moeten evenredig
daaraan zijn. Van nu af staat al vast, dat de
raad dubbel en dwars zal moeten toezien hoe
het istraks zal loopen. Ik drinig er ten 'sterkste
bij Burgemeester e® Wethouders op aan om
den raad volledig op de hoogte te stellen
Eerst dan kan het op onzen weg liggen alles
te doen om de aanhangige aangelegenheid en
wat daarmede samenhangt zoo spoedig moge
lijk tot een bevredigende oplossinnr te brengen
zulks in overeenstemming met den dringend
uitgedrukten wensch van heeren Gedeputeerde
Staten.
Gaarne zou ik van den Voorzitter vernemen
welke aarwullingen tot bescherming van de ge-
bruikers door Burgemeester en Wethouders nu
reeds worden noodig geacht. Ik meen, dat dit
'n billijk en gemakkelijk te voldoen verzoek is.
De heer OGGEL merkt op, dat de heer
t Gilde te voorbarig is. Hij spreekt over ver-
schillende punten in de voorwaarden, die ech
ter in het geheel nog niet in bespreking zijn.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat er
feitelijk nog niets is. De gemeente heeft een
garantie aangeboden en thans is er van wege
de P. Z. E. M. een concept-contract ingezon
den, houdende de voorwaarden waaronder een
en ander naar hare meening behoort geregeld
te worden. Burgemeester en Wethouders zijn
het met alle voorwaarden niet eens en onder-
handelen omtrent die punten met Gedeputeer
de Staten. Eerst wanneer ze het eens zijn ge-
worden komt het voorstel in den raad en dan
krijgt deze het voile pond om de voorwaarden
der overeenkomst grondig te beoordeelen of
becritiseeren. Hetgeen Burgemeester en Wet-
houders thans doen is niets anders dan de zaak
voorbereiclen, waartoe zij overeenkamstig de
wet de voile ibevoegdheid hebben.
j De heer J. DE PEIJTER komt ter vergade-
j ring.
De 'heer't GILDE iblijft toch betreuren, dat
de raad hierin niet is gekend.
De heer OGGEL: De raad wordt er in ge
kend zoodra het een voorstel kan genoemd
worden; er geschiedt thans niets dan Voorbe-
reiding.
De heer 't GILDE: Voor mij gaat het er
vooral tegen, dat de garantie zou ingaan op 1
Jan. 1927, ook al is dan de geheele gemeente
niet van stroom voorzien.
De heer OGGEL kan wel zeggen, dat Burge
meester en Wethouders het daarin roerend met
den heer 't Gilde eens zijn, vu.nr'e i zij
wenschen te omschrijven dat de garantie in-
gaat 1 Januari 1927, „of zooveel later als het
werk zal zijn voltooid.'' Er wordt op dit
oogenblik door Burgemeester en Wethouders
alleen onderhandeld.
De heer 't GILDE neemt van die mededee-
ling goede nota en zal dan zijn verdere critiek
thans voor zich houden tot gelegenertijd.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat het
wel vreemd moet .schijnen, dat er nu over de
electriciteit van Gedeputeerde Staten zoo vlug
bericht komt, doch dat zij blijkens de ervaring
niet zoo vlug zijn antwoord te geven als het
gas betreft.
De heer OGGEL: Het geeft te denken.
De heer DIELEMAN: Het is merkwaardig.
c. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland', luidende als volgt:
Blijkens ons schrijven van heden no. 259,
2e afdeeling, hehban wij ons vereenigd met het
aanibod van ,den raad in zake de electrificatie
van Uwe gemeente.
In verband daarmede achten wij onis ver-
plicht, tot den raad het verzoek te richten, zijn
besluit tot uitbreiding der gasfabriek nogmaals
emstig onder de oogen .te zien. Wii 1-
ten voile de toezegging, gedaan bij onzen brief
van 16 April j.l. no. 194, le afdeeling, dat
tegen het raadshesluit van 17 November 1925,
tot het aangaan van eene geldleemTis: van
70.000 voor die uitbreiding, in beginsel bij ons
geen bezwaar 'bestaat.
Maar wij achten ons niet verantwoord, win-
nee r, nu de beslissing betreffende de electrifi
catie van de gemeente genomen is, de ad
niet nog eenmaal de gelegenheid zou hebben
tot de definitieve uitspraak, dat hii de nitHrei-
dmg van de gasfabriek noodig en in bet belang
der gemeente wenschelijk acht en dat hij der-
halve de financieele gevolgen daarvan aan-
vaardt.
Wordt die uiitsspraak door den raad gegeven,
dan zijn wij bereid, aan het genoemde raads-
besluit onze goedkeuring te verleenen.
Dit college handhaaft aldus zeggen Burg.
4) (Vervolg.)
Maar, met of zonder zijn aamdacht, het
seinen ging voort. Het onophoudelijke tik-
ken hinderde Sherrington; juist omdat hij
tot ontcijferen niet in staat geweest was,
leek het of er een kleine hamer in zijn
noofd begon te kloppen, of het onophou-
delijk tik-rik-tik met zijn te kort schieten
den spot dreef. Eigenaardig, dat dit irri-
teerende tikken geen van de andere aan-
wezigen opviel en dat, terwijl het zoo stil
in de zaal was. De eenige, die er aan-
dacht aan sc'honk, was de man met den
getatoueerden vinger, die met voorover-
ge'bogen hoofd en in gespannen houding
naar datgene, wat waarschijnlijk een ant
woord op zijn vraag was, zat te luisteren.
Maar met dat deze gedachte in Sherring
ton's brein opkwam, gebeurde er iets, dat
hem andermaal de fout van een te haastig
conclusies trekken deed inzien. Want
juist op dat oogenblik keerde de jonge
man in het witte pak zich om en viel g'e-
irriteerd tegen zijn metgezel uit.
..Schei uit met dat vervloekte getik.
Ah yes, je maakt me er stapelgek mee."
Meer zei hij niet, maar dank zij zijn
woordenkeus, was die eene terechtwijzing
ken. Door de meer dan onvoMoende ver-
lichting luikte het hem niet en het volgen
de oogenblik werd en aan deze zonder-
linge manier van converseeren en aan
zijn poging om zijn nieuwsgierigheid te
bevredigen een einde gemaakt door het
Chineesch orkest, dat met een zacht tok-
kelen van de snaarinstrumenten de stilte
verbrak.
De bewegingen van de opgesierde
danseres werden sneller in overgang naar
de finale. Een van het halfdozijn matro-
zen aan het tafeltje naast dat waaraan de
beiide mannen, die Sherrington's belang-
stelling hadden, gezeten waren, stak een
lucifer aan om zijn pijp op te steken. De
violen klaagden in een lang-uitgesponnen
crescendo alles scheen erop berekend
om de aandacht van de aanwezigen ge-
vangen te houden. Maar Sherrington
voelde zich onvoldaan. Zijn oogen zwier-
ven zoekend de zaal rond. Daar zag hij
aan zijn linkerhand tusschen twee tafel-
tjes een ineengedoken gedaante, niet meer
dan een schaduw in het onzekere licht, die
langzaam op handen en voeten voort-
kroop.
De geheele manier van doen had zoo
iets geheimzinnigs, dat Sherrington een
koude rilling over den rug liep. Ondanks
aan de blan.ke tourist met zijn vmmee-
schen gids zaten. Sherrington had niet
anders verwacht. Dit was het ten uitvoer
brengen van de bevelen, vervat in het ge-
heimzinnige getik. dat hij. jammer genoeq.
niet had kunnen ontcijferen. Op welke
manier dit zou geschieden. kon hij niet
voorzien, maar zoo zeker was hij ervan
dat het om het welziin en waarschijniifk
om het leven van den blanken tourist
ging, dat hij zich gereed maakte om bij
het eerste alarm in te grijpen. Op dat
oogenblik kwam de man met de geta-
toueerde lotos hem in de gedaohten. Vlug
keerde hij zich om. De waaier was den
man uit handen gevallen. De handen zelf
echter, tenminste de getatoueerde rechter-
hand, zag Sherrington nog op dezelfde
plaats; nu was het echter niet langer een
mooigevormde hand, waarvan de slanke
vingers een waaier hanteerden, maar een
vuist, zoo krachtig ineengeklemd, dat de
knokkels in het zwakke licht van de lamp
met lange gele kap wit toonden. En hij
zat rechtop, met zijin hoofd achterover, in
de karakteristieke houding van iemand.
die naar iets achter hem luistert. ..Alsof
hij op iets zit te wachten, misschien op ge
heel iets anders dan het tikken van een
mes op een marmeren tafelblad," dacht
spruiiy ill Cl CCil W aw i on nun v ri uv n
kreet op.
,,Pas op daar God beware me
Terwijl hij riep, schoot hij op het be-
wuste tafeltje af. Op hetzelfde oogenblik
rees een donkere gedaante geruischloos,
met omhooggeheven rechteram, achter
den stoel van den man in het witte lin-
nen pak op. Of zijn vingers een mes of
een klein model knuppel omklemden, kon
Sherrington door het snelle tempo, waar-
in zich alles afspeelde, niet zeggen. Want
voordat de man tijd had toe te slaan,
vloog Sherrington met uitgestoken rech-
terarm, zoodat zijn vingers den mageren
tanigen nek omgrepen, in zulk een vaart
tegen hem op, dat de man als een projec-
tiel over de tafel heenschoot en Sherring
ton zelf, in een poging om zich staande te
houden, over den man in het witte pak
heentuimelde. De gids sprono van zijn
stoel op; zijn mes schitterde in het ge-
dempte licht; meteen schreeuwde hij iets
in het Chineesch. Sherrington verstond
alleen de paar eerste woorden, door het
schuifelen van zijn eigen voeten, ging de
rest van den zin voor hem verloren. De
beteekenis bleek echter uit hetgeen er on-
middellijk daarop gebeurde. De weekla-
gende violen verstomden alsof al hun sna-
VVVVUV vu I. - -■ -
wat blank was eenerzijds en de opwin-
ding veroorzaakt door slechten alcohol en
de zin-nen-prikkelende muzdek en dans an-
derzijds sloeg om in een verlangen, in lust
tot bloedvergieten Bij het bewuste tafel
tje van den blanke met zijn Chineeschen
gids, de plaats, waar vandaan de lont in
het kruit geworpen was, klonk het doffe
gebons van omvallende tafeltjes en stoe-
len, het rinkelen van in scherven vallende
glazen, van brekend aardewerk; van alle
kanten drongen de strijdlustige bezoek rs,
kleine mannen met geel-bleeke gezichten
en glinsterende spleetoogen en groote
kerels, bezweet en verhiit, met roode kop-
pen en verwarde haren op elkander in.
Daar suisde Sherrington iets langs het
hoofd, zoo rakelings, dat het zijn oor
schramde. Hij keerde zich om en greep
den man, dien hij getracht had te redden,
bij den schouder.
,,Vooruitbeval hij. „Naar de deur,
daar, in dien hoek Als we die maar eerst
te pakken hebben
Maar de man bewoog zich niet. Met
groote, starre angstoogen en een urtcre-
zakte onderkaak stor.d hii Sherrington
aan te kijken.
(Wordt vervolgd.)