Ter ITeaseasclie Courant
'M WHAK
I^©@rzi4tend^
BUITENLAND.
8INNE^LAHD>
GEMEN6DE BERICHTEN.
Yrijdag 2 Juli 1926. No. ?933.
WIH3B3IDIE] D3XjA.X).
FEUILLETON,
kersen, volgens welk ontwerp tot wering
van de kersenvlieg de in- en doorvoer uit
door den Minister Van Binnenlandsche
Zaken aan te wijzen, landen van kersen
verboden zal zijn, tenzij de zendingen ver-
gezeld zijn van een vtrklaring, afgegeven
door den Phytopathologischen Dienst van
die landen, inhoudende, dat de kersen niet
zijn aangetast door de kersenvlieg, en dat
zij afkomstig zijn uit een streek, waar de
kersenvlieg niet voor komt.
In de Memorie vas Toelichting word]
er op gewezen, dat met ingang van 15
Juni 1926 de Engclsche regeering een
dergelijk besluit heeft genomen ten aan-
zien van invoer van kersen uit Frankrijk.
TE JONG NAAR SCHOOL.
Het Tweede Kanerlid, mej. Wester-
man, heeft aan den Minister van Onder-
wijs de volgende vragen gesteld.
Is het den Minister bekend, dat er lage-
re scholen zijn, waarop kinderen zijn of
worden toegelaten, die nog niet den mini
mum leeftijd hadden of hebben bereikt,
inigevolge art. 11 der Lager-onderwijswet
19207
Zoo ja, heeft de Minister dan reeds
maatregelen getroffen, om aan dezen on-
wettigen toestand een eind te maken, o.a.
door aan de inspecteurs van het lager on-
derwijs opdracht te geven, die kinderen
van de school te verwijderen, en zoo noo
dig door inhouding van subsidie?
Is de Minister bereid, een onderzoek te
doen instellen naar de uitgebreid'heid van
dezen toestand.
LEERAAR GESCHORST.
Met ingang van Maandag 1.1. is een
leeraar aan de R. H. B. S. te Middelharnis
geschorst. De Tel. verneemt, dat zulks
gegrond is op het feit, dat hij geweigerd
heeft 'n ondenhoud te hebben met den
direoteur in bijzijn van n anderen leeraar.
In den gemeenteraad heeft de heer Dors-
man reeds verzocht, om bij de commissie
van toezicht aan te drimgen op bespoedi-
g.ing van het rapport in zake de wantoe-
standen op genoemde school aldaar.
(M. Crt.)
DE TOESTAND.
De nieuwe Ergelsche achtuurswet voor
Engelsche mijnwerkers is in het Lagerhuis
door het stadium waarin de artikelen be-
handeld worden, heen en zou heden voor
de derde maal gelezen woiden. Na aan-
neming door het Hoogerhuis zal er niets
meer in den weg staan aan een werkdag
van acht uur in de mijnen. De opmerking
is gemaakt, schrijft de N. R. Ct., dat dit
geenszins behoeft te beteekenen dat bij de
mijnen een langer weikweek wordt inge-
voerd. Het zou n.l. mogelijk zijn, dat de
houwers vooitaan vijf dagtaken van acht uur
verrichtten, tezamen dus veertig uur, oi
twee uur korter werktijd dan in een werk-
week van zes maai zeven uur daags. Hier
staat echter tegenover dat de eigenaars bij
een regeling van de uren die op een ver-
korting van de werkweek zou neerkomen,
de oude loonen niet zullen doorbetalen.
De kern van de zaak is dat zij, tot be-
zuiniging op hun esploitatiefeosten, lager
uurloon noodig achten. In haar wezen zou
de verlenging van de werkweek, volgens
het program van de eigenaars, dus met een
loonsverlaging geljjk staan, maar dan in
aannemelijker vorm gegoten.
Het heftig verzet van de arbeiderspartij
tegen da achtuurswet heeft niet veel zin.
De regeering schrijfc den achtuurswerkdag
immer.s heelemaal niet voor, maar neemt
alleen een wetteljjk beletsel ertegen weg<
De vrije keus tusschen acht uur daags met
vrijwei dezelfde inkomsten of zeven uur
daags gelijk totnogtoe, maar dan voor
lager wetklcon blijft aan de houwers. Van
rechts verklaart ipen dan ook de dwars-
drijverij tegen den maatregel als overtuigen
bewijs van den angst der arc eider spartij,
dat de nieuwe wet een ineenzakking van
de staking tengevolge zal hebben.
Gisterenmorgen was er weer een bericht
over officieuze vredesonderhandelingen, door
toedoen van goedgezinde menschen die
tusschen de twee partijeu instaan. Zulke
pogingen zijn e>genlijk aidoor gedaan. Maar
zoo lang de mijnwerkers Smith en Cook
als leiders handhaven, is er geen reden er
groote verwachtingen van te koesteren.
In de i ab tracht j gen over het eerste
optreden lan het tunde ministerie f'riand
in Earner en Senaat, is men nog niet uit-
gepraat over de beteekenis van Tardieu's
tussehenkomst. Indien deze zijn verzoek
aan de regeering om buiten het parlement
om niet te manipuleeren tot het verkrijgen
van buitenlandschen steun voor den franc,
in dringender vorm had gedaan en op dui-
delijk uitsluitsel had geslaan, zou het, meent
men, de nieuwe regeering reeds in de
eerste Kamervergadering slecht zijn vergaan.
Het plotselinge aftreden van Robinau als
gouverneur van de Bank van Frankrijk
heeft de Fransche gemoederen beducht ge
maakt voor de goud reserve. Het is hun
nog altijd een kwelling dat in den oorlog
600 millio n gulden aan Fransch goud als
oi derpand voor een nog niet terugbetaalde
leening naar de kelders van de Bank van
Engeland zijn verhuisd. waar het goud nog
altijd ligt. Tot Dinsdag heeft de regeering
nog tijd tot het samenstellen van een fioan-
cieel program. Dan inoet zij het in het
voile licht van 't parlement brengen en zal
de Earner er haar oordeel over vellen. De
dalende neiging van den franc in de laatste
dagen lijkt een aanwijzing van verminderd
vertrouwen in Cailiaux' beleid. Een nieuwe
crisis zou Tardieu, Clemenceau's vroegeren
trawant, op den voorgrond plaatsen.
BELGIE.
De Ministers onder dictatuur.
De ministerraad heeft beslist dat de regee
ring zich voortaan niet meer op buiten-
landsche congressen, tentoonstellingen enz.
zallaten vertegenwoordigen. Uitzonderingen
kunnen alleen na beraadslaging in den
kabinetsraad worden toegestaan.
Voorts dat elk wetsontwerp door een lid
der regeering in te dienen, van te voren
door den kabinetsraad moet worden onder-
zocht en goedgekeurd, en dat vcor elk
wetsontwerp, door een lid van Earner of
Senaat ingediend, de betrokken minister
eerst verslag in den kabinetsraad moet
uitbrengen alvorens de behandeling er van
door de wetgevende lichamen mag worden
begonnen.
Wanneer een lid der regeering een be-
slissing heeft te nemen, die het buitenland
betreft, moeten vooraf de minister-president
en de minister van Buitenlandsche Zaken
worden geraadpleegd.
ANSEELE.
Anseele, de socialistische minister van
spoorwegen, een self-made man in den
waren zin van het woord, viert 26 dezer
zijn zeventigsten verjaardag. Ter gelegen-
heid daarvan zal hij door de Gentsche
afdeeliDg van de Arbeiderspartij worden
gehuldigd. Talrijke Belgische en vermoede-
lijk ook buitenlandsche gedelegeerden van
de socialistische en syndicale organisaties
zullen aan deze huldiging deelnemen.
DE VERDWENEN GEZANT.
Met betrekking tot het geval van den
teruggerc epenEstlcndschen gezantteMoskou
verneemt de Roel nader, dat de wrijving
tusschen dezen diplomaat en zijn regeering
reeds van ouderen datum is. Het was het
ministerie v,an buitenlandsche zaken te Reval
bekend, dat de gezant relaties ©nderhield
met een Russische dame, die in nauwe
beirekking stond tot de Ge-pe-oe. Dechef
van de politieke aldeeling van het genoemde
ministerie werd naar Moskou gezonden om
een onderzoek in te stellen, waarbij zeer
compromitteerende dingen voor den gezant
aan het licht zouden zijn gekomen, weike
aanleiding gaven tot zijn terugroeping.
De bijzonderheden der zaak wo; den echter
zorgvuldig geheim gehcuden.
Naar verluidt zou de verdwenen gezant
thans te Nice verblijf houden, waar hij een
juxueus ingerichte villa heeft gehuurd.
DE KLEURLINGEN IN
ZUID-AFRIKA.
Van niet te onderschatten belang zijn
de segregatiewetten door den Zuid-Afri-
kaanschen premier Hertzog bij den
Volksraad ingediend. Men ziet emit,
dat Hertzog een man is, die weet wat hij
wil en die slechts een doel voor oogen
heeft: de toekomst van blank Zuid-Afrika.
Zuid-Afrika heeft, nu de Volksraadzitting
achter den rug is, zoowat een jaar den tijd
om de bedoefde wetten, die een buitenge-
wone politieke en economische beteekenis
hebben, grondig te bestudeeren.
Wij willen de hoofdlijnen van Hert-
zog's politiek, zooals die in 4 ontwerpen
is vastgelegd, eens volgen.
Eerst het wetsontwerp op kleurling-
rechten, dat bepalingen geeft, volgens
welke zal worden vastgelegd, wie naturel
is, wie kleurling. De scheiding tusschen
naturel en niet-naturel nu zal worden
toevertrouwd aan een ,,Raad van Drie",
die zijn taak binnen een bepaalden tijd zal
moeten voltooien en zijn beslissingen zijn
bindend.
In het ontwerp worden ook de rechten
der kleurlingen vastgelegd. Voor het
eerst in het bestaan der Unie van Zuid-
Afrika wordt hiier in een wet openlijk de
politieke geJijkheid van blanke- en kleur
ling erkend. Men moet wel in het oog
houden, dat de Aziaten geheel buiten het
wetsontwerp vallen.
Het tweede, het wetsontwerp op Volks-
raadsvertegenwoordiging van Naturellen,
voorziet in de benoeming van Naturellen,
voorziet in de benoeming van 7 blanke
parlementsleden als vertegenwoordigers
van de naturellen. De verkiezing ge-
schiedt door kafferopperhoofden en voor-
mannen, door den gouverneur aangesteld.
De vertegenwoordigers bezitten alle rech
ten van parlementsleden. Zij mogen ech
ter behalve in zaken van levensbelang
voor de naturellen geen motie van wan-
trouwen tegen de regeering ondersteunen.
Het derde, het Wetsontwerp op een
Unie-naturellenraad, voorziet in de vor-
ming van een algemeenen naturellenraad,
bestaande uit 50 leden, waarvan 15 door
den gouverneur worden benoemd, terwijl
de overigen door de naturellen worden
gekozen.
Het vierde ontwerp inzake Naturellen-
grondbezit raakt de basis der geheele na-
turellen-samenleving. Het ontwerp is
zuiver economisch, bier hebben we: segre-
gatie in den letterlijken zin des woords.
Als beglnsel wordt aagenomen, dat de na
turel grond mag verkrijgen tot en met de
ihoeveelheid morgens, als door de plaatse-
lijke commissies (bij de wet van 1913
aangesteld) is toegestaan. De naturel ech
ter zal, zoo eenigszins mogelijk grond krij-
gen, grenzend aan dien van een anderen
naturel. Dit is zoo geregeld,, teneinde te
beletten, dat in een zwarte streek blanke
of in een blanke streek zwarte enclaves
ontstaan, bovendien zal een fonds worden
gesticht, dat aan de naturellen dezelfde
hulp zal verleenen als de Landbank dit
doet aan de blanken.
Het ontwerp bevat voorts uitgebreide
onteigeningsvoorschriften, om, waar zulks
noodig is, wrijving te voorkomen.
Deze wetten zijn de vrucht van jaren-
lange studie van Hertzog. Zij zijn volgens
hem geenszins definitief. Hij verlangt sa~
menwerking van alle partijen, teneinde te
komen tot een voor naturel en blanke aan-
ncmelijk geheel; hij wenscht niet, dat zij
zonder meer tot wet zullen worden ge-
proclameerd. De ontwerpen zullen aan
heftige critiek blootstaan, niet het minst
van den kant der naturellen zelf. Met be-
langsteliing zal men ook in ons land on-
getwijfeld de ontwikkelingsgeschiedenis
van Hertzog's poging volgen.
TER NEUZEN, 2 Juli 1926.
STOOMTRAMLIJN HOOFDPLAAT-
BRESKENS.
Aan de Zeeuwsch-Vlaamsche Tram-
wegmaatschappij werd bij besluit van 13
Dec. 1919, laatstelijk gewijzigd 21 Juli
1924 een renteloos voorschot door de
Prov. Staten verleend van ten hoogste
j 166.500, voor eene lijn Hoofdplaat
Breskens.
Tot den aanleg van dezen spoorweg is
de maatschappij evenwel niet kunnen
overgaan en van de haar toegestane gel-
den is derhalve nimmer gebruik gemaakt;
zij heeft even wel haar doel in het oog ge-
houden en deelt thans mede aan de Staten,
de beschikking te hebben verkregen over
de gelden, benoodigd voor het doortrek-
ken van de lijn PyramideHoofdplaat
naar Breskens, zulks naar de plannen bij
het adres gevoegd; zij wijken eenigszins
af van die, waarvoor in 1919 een rente
loos voorschot werd beschikbaar gesteld,
vandaar de hemieuwde aanvrage.
HET NEDERLANDSCH—BELGISCH
VERDRAG.
Een vraag aan den Belgischen
Minister van Buitenlandsche
Zaken.
Het lid der Belgische Tweede Earner
Herman Vos heeft aan den Minister van
Buitenlandsche Zaken de volgende vra-
qen qesteld:
Op 20 Mei 1920 heeft de toenmahpe
minister van Buitenlandsche Zaken, de
heer Paul Heymans, in een bijeenkomst
van Ministers ter Vredesconferentie, te
Parijs allerlei desiderata geformuleerd,
waarbij onder meer de eisch, dat de be-
voeqdheden van souvereiniteit over den
qeheelen loop der Wester-Schelde, bene-
vens over alle tot de Wester-Schelde be-
hoorende wateren en tevens over het ka-
naal en den spoorweg van Gent en Ter
Neuzen, zoo ook over de uitmonding van
het kanaal in de Wester-Schelde, door
Nederland aan Belgie zouden worden
overgedragen.
Ten aanzien van Hollandsch-Limburg
werden eischen gesteld, welke zonder
overdracht van souvereiniteit niet konden
worden verwezenlijkt. De Groote Mo-
qendheden hebben deze eischen atgewe-
zen door in een resolutie uit te spreken,
dat de herzienimg der verdragen van 1839
moet geschieden zonder overdracht van
souvereiniteitsrechten en zonder vestiging
van internationale servituten.
Het wetsontwerp tot bekrachtiging van
het herzieningsverdrag, dat d.d. 27 Mei
1926 bij de Earner der Volksvertegen-
woordigers is ingediend, gaat vergezeld
van een Memorie van Toelichting, waar
in minister Vandervelde onder meer het
volgende zegt: „Indien in politiek opzicht
't nieuwe verdrag ver is van te beant-
woorden aan dc door onz6 ondcrhandc-
laars van 1919 geuitte desiderata, getuigt
het daarentegen, in economisch opzicht,
van eene werkelijke bezorgdheid van bei-
de Regeeringen om in een gemeenschap-
pelijk belang samen te werken voor de
vexbetering hunner fluviale verbindin-
gen." (Memorie van Toelichting, biz. 4.)
Blijkens de pers heeft het eerste deel
van dezen passus in Nederland opnieuw
ongerustheid verwekt. Men meent daarin
te lezen, dat ook deze Regeering en haar
minister van buitenlandsche zaken de af-
wijzing der annexionistische desiderata
zou betreuren en alleen op een betere ge-
legenheid zou wachten om die desiderata
opnieuw naar voren te brengen. (Of. B.
Nierstrasz, oud-lid van de Tweede Earner
der Staten-Generaal, Nederland en Bel
gie, de gevaren van het Verdrag, biz. 8.)
Hiertegenover staat echter, dat naast
het nieuwe verdrag van 3 April 1839 en
1925, verschillende artikelen uit het ver
drag van 19 April 1839 blijven gehand-
haatd, onder andere artikel 6, waarbij
Nederland en Belgie uitdrukkelijk ver-
klaren van alle aanspraken om weder-
zijdsch gebied voor altijd (,,pour
jamais") af te zien.
Acht de minister van buitenlandsche
zaken het niet gewenscbt, ter geruststel-
ling van de openbare meening in Neder
land en ten einde de ratificatie van het
nieuwe verdrag door de Staten-Generaal
mogelijk te maken, officieel, bij wijze van
antwoord op deze schriftelijk gestelde
vraag te verklaren, dat de Belgische re
geering, na de opheffing de jure van de
verplichte onzijdigheid, zich stipt zal hou
den aan de belofte uit het artikel 6 van het
verdrag van 1839, en denhalve geheel
vrijwillig voor altijd afziet van
alle desiderata, welke overdracht van
souvereiniteitsrechten of vestiging van
intermationale servituten op Nederland's
gebied voor gevolg zouden hebben!
Het antwoord op deze vraag zal ook in
ons land zeker belangstelling wekken.
WERING VAN DE EERSENVLIEG.
Ingediend is een ontwerp tot wering
van de kersenvlieg bij in- en doorvoer van
Uit het Amerikaansch door
E. RATH.
55) (Vervolg.)
„0, Henry, doe als je blieft niet zoo
gek. Sciheld me uit, ga te keer. Ik vind
alles best."
„Alles is best,zei het Wrak onnoozel.
„Dat is tenminste beter dan het weer,
zei Sally. ,,Je bent zeker vreeselijk boos
op me.
„Wie? Ik?"
Ze knikte.
,,Je bent mal," zei hij vinnig.
„Nog beter," zei Sally vergenoegd.
,,Je gaat vooruit."
,,Houdt je me voor den gek?"
„Wie? Ik?" deed ze hem na. ,,Maar
Henry!"
Hij schudde ongeduldig het hoofd. Hij
voelde zich diep ongelukkig en wist, dat
hij belachelijk was. Waarom kon een
vrouw een man nooit met rust laten?
Sally's gezicht betrok, de uitdrukking in
haar oogen waren zachter. Arm Wrak!
Ze wilde hem niet pjagen. Maar hij hield
zich op een afstand en wilde van geen
toenadering weten.
,,Vergeet het maar," zei ze. ,,Ik meen-
de het niet."
„0, dat is best."
„Dank je, oude jongen."
Van het kamp reed het viertal naar de
plaats, waar ze 't wagentje achtergelaten
hadden. Het was zoo idioot makkelijk te
vinden met daglicht, dat het Wrak niet
begreep, hoe ze ooit verdwaald waren,
zelfs in duisternis en storm. Maar er
kwam een eind aan zijn verbazing, zoodra
hij de auto zag en hij ontbrandde in razer-
nij.
Het wagentje lag op zijn kant tusschen
de struiken, met twee wielen in de lucht.
Op een daarvan za.t een eekhooxn, om het
nog wat belachelijker te maken. Blijkbaar
hadden Nosey en zijn kornuiten gepro-
beerd er gebruik van te maken. Ze had
den getracht te keeren, maar de ruimte
was te klein en de grond te glooiend, zoo-
dat het autotje, bij gebrek aan kundige
behandeling, gekanteld was.
Het Wrak klom van zijn paard en liep
om zijn teerbemind wagentje heen, razend
maar zonder een woord te zeggen. Hij
wou alleen, dat hij Nosey en zijn ihandlan-
gers te pakken kon krijgen. Toch was er,
voor zoover hij kon nagaan, niets gebro-
ken. Het voor- en achterspatbord van
den onderkant waren verbogen, het wind-
scherm was in scherven, maar de stuur-
inrichting scheen in orde en aan den mo
tor kon niets mankeeren. De benzine was
natuurlijk grootendeels uit het reservoir
geloopen, maar onbegrijpelijkerwijze had
den de bandieten de reservebussen van
de treeplank genomen, voordat ze pro-
beerden de auto te keeren. Ze stonden
naast de auto en waren nog vol.
,,Is hij erg beschadigd, Henry?" vroeg
Sally.
,,Neen," antwoordde hij kortaf.
,,Ean hij nog loopen?'
Natuurlijk."
Ze waren nog bezig de auto te bekijken
toen twee mannen den eenzamen weg 'af
kwamen en den sheriff riepen. Het waren
de andere helpers van Bob Wells. Blijk
baar hadden ze belangrijk nieuws, want
ze keken nauwelijks naar Sally en het
Wrak of de gekantelde auto.
,,Gelukkig, dat je de paarden gevonden
hebt," zei een van hen tot Bob Wells.
„We hebben ze noodig. Bill en ik hebben
onder de hand rond gekeken en we zitten
de schurken op de hielen. Het heeft alleen
geen nut hen te voet te volgen. Als we
vlug zijn, hebben we ze voor zonsonder-
gang te pakken."
,,Ik heb er al een," zei de sheriff, met
een blik op het Wrak.
,.Wie? Hij?" Ze keken hem even aan.
..Misschien. Hij hoort alleen niet bij den
troep, dien wij achterna zitten. Ze hebben
maar drie paarden. Laten we liever op-
schieten. Bob."
De sheriff was nog niet klaar. Hij
vond het een lastig geval. Hij deed veel
vragen, die duidelijk beantwoord werden.
Het leed geen twijfel, of Sally en het
Wrak hadden de waarheid gesproken.
Maar wat moest hij met het Wrak zelf
doen? De sheriff keek hem van tijd tot
tijd onderzoekend aan. Hij begon te twij-
felen, maar kon zijn koppigheid niet over-
winnen. Hij vertelde zijn mannen alles
van het Wrak en vroeg naar hun mee
ning. Sally liet hij overal buiten, als be-
stond ze niet.
Een van de helpers van den sheriff, een
kalme man van middelbaren leeftijd. keek
het Wrak slim aan.
,,Ik hen hem niet, zei hij, ,,maar ik
weet, dat we menschen op het spoor zijn,
die we hoognoodig moeten pakken en als
we niet vlug zijn, ontsnappen ze ons nog.
Bob.
Bob Wells kwam weldra tot dezelfde
overtuiging. Maar wat moest hij beginnen
met het Wrak? Hij kon hem niet mee-
nemen, want er was geen paard over.
Hij kon ook niemand achterlaten om hem
te bewaken, want hij begreep,- dat hij al
zijn mannen noodig zou hebben. Hij had
eigenlijk niet heel veel te maken met het
Wrak, maar hij wilde hem niet laten gaan.
vooral niet als hij dacht aan Sally Mor
gan Het was te vernederend, maar toch
Blijkbaar onvermijdelijk. Zijn mannen
werden ongeduldig; ze schenen niet vee!
belang te stellen in het Wrak.
Sally," zei de sheriff plotseling, „ik
benoem jou tot mijn plaatsvervangster."
.Waarom?"
„Ik draag jou op dezen man te bewa
ken."
Sally schudde het hoofd.
,,Geen quaestie van," zei ze. „Henry
Williams is zijn eigen baas. Je hoeft mij
niet medeplichtig te maken aan je dwaas-
heid, Bob Wells. Voor geen honderd-
duizend dollar laat ik me tot jouw plaats
vervangster maken."
De sheriff kreeg een kleur, maar zei
niets. Hij overlegde nog eens met zijn
helpers en nam een besluit.
,,Ik heb deze paarden zelf noodig zei
hij, met een knikje in de richting van Sally
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
bij Wielrijders. TR
jay een door de zon Verschroeide Huid, I
5chrijnen en 5metten,verzacht en
geneestmen met
'^gBTBij Apoth.en DrogistenHMfily
Blijkens de bij het adres behoorende
begrooting van kosten zou voor den aan
leg eenzelfde bedrag noodig zijn als in
1919 n.l. 499.500, waarvan het als rente
loos voorschot gevraagde een derde ge-
deelte 166.500 beloopt, te verminderen
met de gekapitaliseerde bijdragen van be-
langhebbende gemeenten, polders en der-
den.
Evenals in 1919 zijn Ged. Staten van
meening, dat het van groot nut zal kun
nen zijn, zoowel voor westelijk als voor
Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, dat door
den aanleg van de ontworpen lijn de
Zeeuwsch-Vlaamsche T ramweg-Maat-
schappij langs eigen banen een eindstation
zal kunnen bereiken te Breskens, dat
reeds nu een der voornaamste havens van
Zeeuwsch-Vlaanderen is en in de toe
komst wellicht nog aanzienlijke uitbrei-
ding van zijn havenverkeer zal verkrijgen.
Wat de bijdragen van gemeenten, pol
ders en denden aangaat, stellen Ged. Sta
ten zich op het vroeger door hen ingeno-
men standpunt, n.l. dat deze, gekapitali-
seerd naar 4 in dezelfde evenredig-
heid behooren te staan tot het door de
provincie te verleenen voorschot, als ten
aanzien van andere lijnen der maatschap
pij, waar zij 17.9 percent daarvan bedra-
gen, het geval is; het cijfer wordt dan
voor deze nieuwe lijn f 29.807.
Ged. Staten stellen voor tot verleening
van dit voorschot te besluiten.
De lijn zal loopen van een punt in de
bestaande tramlijn Pyramide-Hoofdplaat,
ongeveer 1.5 E.M. ten zuiden van de kom
van Hoofdplaat, in westelijke richting,
langs het gehucht Roodenhoek, naar
Breskens met aansluiting te Breskens aan
de havenwerken aldaar. De lengte van
den weg zal zijn 9.025 E.M.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank, Middelburg
Zitting van 2 Juli 1926.
De volgende vonnissen werden uitge-
sproken;
E. S., oud 48 j., havenmeester te
Graauw, is wegens knevelarij, veroor-
deeld tot 3 maanden gevangenisstraf.
J. L. 1. L., oud 35 j., kellner, zonder
vaste woonplaats, gedetineerd te Middel
burg, is wegens verduistering veroordeeld
tot 6 maanden gevangenisstraf, met aftrek
van het voorarrest.
F HAAGSCHE GERECHTSBOF.
"~Bet gerechtshof te 's Gravenhage heeft
P. C. d. B., cafehouder te Breskens, die
door de vechtbank te Middelburg wegens
zware mishandeFng was veroordeeld tot
een inaancl gevangenisstraf, veroordeeld
tot 6 maanden.
PUNT VAN DEN NEUS AFGEBETEN.
een vecbtpartij Zoi.dagnacht te
's-Giavenhage tusschen J. E. en J. S., heeft
laatstgenoemde de punt Tan den neus van
F. afgebeten. E. moest zich in hetzitken-
huis laten verbicden. Tegen den dader is
proces-verbaal opgemaakt ter zake van bet
toebrengen van zwaar Fchamelgk letsel,.
DEN NEK GEBROEEN*.
Toeu de 63-jar'ge G. KHler bezig was
met het laden van een voer hooi,ging zijn
paard er piotse ing vandoor. K. viel van
den wagen en werd dood opgenomen. De
geneisheer constateerde, dat de man den
nek gebroken had.
EEN VEELBEGEERD BAANTJE.
Voor de betrekking van portier aan de
Ambachtsschool te Leiden hebben zich
2143 sollicitanten aangemeld.
en het Wrak. ,,Ik zal probeeren "jullie
later te komen halen.
Sally steeg af. Ze was dof blij. Ze had
nooit echt gedacht, dat Bob het Wrak zou
arresteeren. Maar het Wrak bleef stok-
stijf in het zadel zitten en keek den sherift
aan.
,,Wat denk je wel?" vroeg hij. ,,Wou
je ons bier achterlaten met een gekantel-
den wagen?"
,,Ik heb gezegd, dat ik mijn best zou
doen terug te komen," antwoordde de
sheriff. „We hebben haast en ik moet dat
paard hebben."
,,Je kunt dat paard krijgen, zoodra mijn
auto weer op vier wielen staat en niet eer-
der. Denk je, dat je een dame zoo maar
kunt achterlaten in een bosch?"
,.Eom eraf," zei de sheriff driftig.
,,Wacht," sprak het Wrak. ,,En luis-
ter."
Hij zweeg en keek den sheriff scherp
aan van achter den hoornen bril.
Sheriff," zei hij eindelijk. ..ik ben
zenuwachtig en driftig, zoodat ik soms
handel zonder na te denken. Maar nu
heb ik een plan, dat ik heel precies be-
raamd heb. Zoodra jij Sally Morgan en
mij hier in de wildernis in den steek laat,
begin ik je het leven in Montana onmoge-
lijk te maken.
,,Ik zal je hier overal bespottelijk maken
en als ik klaar ben in dit district, begin ik
ergens anders, net zoo lang tot ik den
hee'ien staat door ben, al neemt het me
mijn heele leven. Ik zal niet anders doen
dan de waarheid vertellen de heele
waarheid.
(Wordt vervolgd.)
TAN
manAajMuan