Ter ITeaseasclie Courant 'M WHAK I^©@rzi4tend^ BUITENLAND. 8INNE^LAHD> GEMEN6DE BERICHTEN. Yrijdag 2 Juli 1926. No. ?933. WIH3B3IDIE] D3XjA.X). FEUILLETON, kersen, volgens welk ontwerp tot wering van de kersenvlieg de in- en doorvoer uit door den Minister Van Binnenlandsche Zaken aan te wijzen, landen van kersen verboden zal zijn, tenzij de zendingen ver- gezeld zijn van een vtrklaring, afgegeven door den Phytopathologischen Dienst van die landen, inhoudende, dat de kersen niet zijn aangetast door de kersenvlieg, en dat zij afkomstig zijn uit een streek, waar de kersenvlieg niet voor komt. In de Memorie vas Toelichting word] er op gewezen, dat met ingang van 15 Juni 1926 de Engclsche regeering een dergelijk besluit heeft genomen ten aan- zien van invoer van kersen uit Frankrijk. TE JONG NAAR SCHOOL. Het Tweede Kanerlid, mej. Wester- man, heeft aan den Minister van Onder- wijs de volgende vragen gesteld. Is het den Minister bekend, dat er lage- re scholen zijn, waarop kinderen zijn of worden toegelaten, die nog niet den mini mum leeftijd hadden of hebben bereikt, inigevolge art. 11 der Lager-onderwijswet 19207 Zoo ja, heeft de Minister dan reeds maatregelen getroffen, om aan dezen on- wettigen toestand een eind te maken, o.a. door aan de inspecteurs van het lager on- derwijs opdracht te geven, die kinderen van de school te verwijderen, en zoo noo dig door inhouding van subsidie? Is de Minister bereid, een onderzoek te doen instellen naar de uitgebreid'heid van dezen toestand. LEERAAR GESCHORST. Met ingang van Maandag 1.1. is een leeraar aan de R. H. B. S. te Middelharnis geschorst. De Tel. verneemt, dat zulks gegrond is op het feit, dat hij geweigerd heeft 'n ondenhoud te hebben met den direoteur in bijzijn van n anderen leeraar. In den gemeenteraad heeft de heer Dors- man reeds verzocht, om bij de commissie van toezicht aan te drimgen op bespoedi- g.ing van het rapport in zake de wantoe- standen op genoemde school aldaar. (M. Crt.) DE TOESTAND. De nieuwe Ergelsche achtuurswet voor Engelsche mijnwerkers is in het Lagerhuis door het stadium waarin de artikelen be- handeld worden, heen en zou heden voor de derde maal gelezen woiden. Na aan- neming door het Hoogerhuis zal er niets meer in den weg staan aan een werkdag van acht uur in de mijnen. De opmerking is gemaakt, schrijft de N. R. Ct., dat dit geenszins behoeft te beteekenen dat bij de mijnen een langer weikweek wordt inge- voerd. Het zou n.l. mogelijk zijn, dat de houwers vooitaan vijf dagtaken van acht uur verrichtten, tezamen dus veertig uur, oi twee uur korter werktijd dan in een werk- week van zes maai zeven uur daags. Hier staat echter tegenover dat de eigenaars bij een regeling van de uren die op een ver- korting van de werkweek zou neerkomen, de oude loonen niet zullen doorbetalen. De kern van de zaak is dat zij, tot be- zuiniging op hun esploitatiefeosten, lager uurloon noodig achten. In haar wezen zou de verlenging van de werkweek, volgens het program van de eigenaars, dus met een loonsverlaging geljjk staan, maar dan in aannemelijker vorm gegoten. Het heftig verzet van de arbeiderspartij tegen da achtuurswet heeft niet veel zin. De regeering schrijfc den achtuurswerkdag immer.s heelemaal niet voor, maar neemt alleen een wetteljjk beletsel ertegen weg< De vrije keus tusschen acht uur daags met vrijwei dezelfde inkomsten of zeven uur daags gelijk totnogtoe, maar dan voor lager wetklcon blijft aan de houwers. Van rechts verklaart ipen dan ook de dwars- drijverij tegen den maatregel als overtuigen bewijs van den angst der arc eider spartij, dat de nieuwe wet een ineenzakking van de staking tengevolge zal hebben. Gisterenmorgen was er weer een bericht over officieuze vredesonderhandelingen, door toedoen van goedgezinde menschen die tusschen de twee partijeu instaan. Zulke pogingen zijn e>genlijk aidoor gedaan. Maar zoo lang de mijnwerkers Smith en Cook als leiders handhaven, is er geen reden er groote verwachtingen van te koesteren. In de i ab tracht j gen over het eerste optreden lan het tunde ministerie f'riand in Earner en Senaat, is men nog niet uit- gepraat over de beteekenis van Tardieu's tussehenkomst. Indien deze zijn verzoek aan de regeering om buiten het parlement om niet te manipuleeren tot het verkrijgen van buitenlandschen steun voor den franc, in dringender vorm had gedaan en op dui- delijk uitsluitsel had geslaan, zou het, meent men, de nieuwe regeering reeds in de eerste Kamervergadering slecht zijn vergaan. Het plotselinge aftreden van Robinau als gouverneur van de Bank van Frankrijk heeft de Fransche gemoederen beducht ge maakt voor de goud reserve. Het is hun nog altijd een kwelling dat in den oorlog 600 millio n gulden aan Fransch goud als oi derpand voor een nog niet terugbetaalde leening naar de kelders van de Bank van Engeland zijn verhuisd. waar het goud nog altijd ligt. Tot Dinsdag heeft de regeering nog tijd tot het samenstellen van een fioan- cieel program. Dan inoet zij het in het voile licht van 't parlement brengen en zal de Earner er haar oordeel over vellen. De dalende neiging van den franc in de laatste dagen lijkt een aanwijzing van verminderd vertrouwen in Cailiaux' beleid. Een nieuwe crisis zou Tardieu, Clemenceau's vroegeren trawant, op den voorgrond plaatsen. BELGIE. De Ministers onder dictatuur. De ministerraad heeft beslist dat de regee ring zich voortaan niet meer op buiten- landsche congressen, tentoonstellingen enz. zallaten vertegenwoordigen. Uitzonderingen kunnen alleen na beraadslaging in den kabinetsraad worden toegestaan. Voorts dat elk wetsontwerp door een lid der regeering in te dienen, van te voren door den kabinetsraad moet worden onder- zocht en goedgekeurd, en dat vcor elk wetsontwerp, door een lid van Earner of Senaat ingediend, de betrokken minister eerst verslag in den kabinetsraad moet uitbrengen alvorens de behandeling er van door de wetgevende lichamen mag worden begonnen. Wanneer een lid der regeering een be- slissing heeft te nemen, die het buitenland betreft, moeten vooraf de minister-president en de minister van Buitenlandsche Zaken worden geraadpleegd. ANSEELE. Anseele, de socialistische minister van spoorwegen, een self-made man in den waren zin van het woord, viert 26 dezer zijn zeventigsten verjaardag. Ter gelegen- heid daarvan zal hij door de Gentsche afdeeliDg van de Arbeiderspartij worden gehuldigd. Talrijke Belgische en vermoede- lijk ook buitenlandsche gedelegeerden van de socialistische en syndicale organisaties zullen aan deze huldiging deelnemen. DE VERDWENEN GEZANT. Met betrekking tot het geval van den teruggerc epenEstlcndschen gezantteMoskou verneemt de Roel nader, dat de wrijving tusschen dezen diplomaat en zijn regeering reeds van ouderen datum is. Het was het ministerie v,an buitenlandsche zaken te Reval bekend, dat de gezant relaties ©nderhield met een Russische dame, die in nauwe beirekking stond tot de Ge-pe-oe. Dechef van de politieke aldeeling van het genoemde ministerie werd naar Moskou gezonden om een onderzoek in te stellen, waarbij zeer compromitteerende dingen voor den gezant aan het licht zouden zijn gekomen, weike aanleiding gaven tot zijn terugroeping. De bijzonderheden der zaak wo; den echter zorgvuldig geheim gehcuden. Naar verluidt zou de verdwenen gezant thans te Nice verblijf houden, waar hij een juxueus ingerichte villa heeft gehuurd. DE KLEURLINGEN IN ZUID-AFRIKA. Van niet te onderschatten belang zijn de segregatiewetten door den Zuid-Afri- kaanschen premier Hertzog bij den Volksraad ingediend. Men ziet emit, dat Hertzog een man is, die weet wat hij wil en die slechts een doel voor oogen heeft: de toekomst van blank Zuid-Afrika. Zuid-Afrika heeft, nu de Volksraadzitting achter den rug is, zoowat een jaar den tijd om de bedoefde wetten, die een buitenge- wone politieke en economische beteekenis hebben, grondig te bestudeeren. Wij willen de hoofdlijnen van Hert- zog's politiek, zooals die in 4 ontwerpen is vastgelegd, eens volgen. Eerst het wetsontwerp op kleurling- rechten, dat bepalingen geeft, volgens welke zal worden vastgelegd, wie naturel is, wie kleurling. De scheiding tusschen naturel en niet-naturel nu zal worden toevertrouwd aan een ,,Raad van Drie", die zijn taak binnen een bepaalden tijd zal moeten voltooien en zijn beslissingen zijn bindend. In het ontwerp worden ook de rechten der kleurlingen vastgelegd. Voor het eerst in het bestaan der Unie van Zuid- Afrika wordt hiier in een wet openlijk de politieke geJijkheid van blanke- en kleur ling erkend. Men moet wel in het oog houden, dat de Aziaten geheel buiten het wetsontwerp vallen. Het tweede, het wetsontwerp op Volks- raadsvertegenwoordiging van Naturellen, voorziet in de benoeming van Naturellen, voorziet in de benoeming van 7 blanke parlementsleden als vertegenwoordigers van de naturellen. De verkiezing ge- schiedt door kafferopperhoofden en voor- mannen, door den gouverneur aangesteld. De vertegenwoordigers bezitten alle rech ten van parlementsleden. Zij mogen ech ter behalve in zaken van levensbelang voor de naturellen geen motie van wan- trouwen tegen de regeering ondersteunen. Het derde, het Wetsontwerp op een Unie-naturellenraad, voorziet in de vor- ming van een algemeenen naturellenraad, bestaande uit 50 leden, waarvan 15 door den gouverneur worden benoemd, terwijl de overigen door de naturellen worden gekozen. Het vierde ontwerp inzake Naturellen- grondbezit raakt de basis der geheele na- turellen-samenleving. Het ontwerp is zuiver economisch, bier hebben we: segre- gatie in den letterlijken zin des woords. Als beglnsel wordt aagenomen, dat de na turel grond mag verkrijgen tot en met de ihoeveelheid morgens, als door de plaatse- lijke commissies (bij de wet van 1913 aangesteld) is toegestaan. De naturel ech ter zal, zoo eenigszins mogelijk grond krij- gen, grenzend aan dien van een anderen naturel. Dit is zoo geregeld,, teneinde te beletten, dat in een zwarte streek blanke of in een blanke streek zwarte enclaves ontstaan, bovendien zal een fonds worden gesticht, dat aan de naturellen dezelfde hulp zal verleenen als de Landbank dit doet aan de blanken. Het ontwerp bevat voorts uitgebreide onteigeningsvoorschriften, om, waar zulks noodig is, wrijving te voorkomen. Deze wetten zijn de vrucht van jaren- lange studie van Hertzog. Zij zijn volgens hem geenszins definitief. Hij verlangt sa~ menwerking van alle partijen, teneinde te komen tot een voor naturel en blanke aan- ncmelijk geheel; hij wenscht niet, dat zij zonder meer tot wet zullen worden ge- proclameerd. De ontwerpen zullen aan heftige critiek blootstaan, niet het minst van den kant der naturellen zelf. Met be- langsteliing zal men ook in ons land on- getwijfeld de ontwikkelingsgeschiedenis van Hertzog's poging volgen. TER NEUZEN, 2 Juli 1926. STOOMTRAMLIJN HOOFDPLAAT- BRESKENS. Aan de Zeeuwsch-Vlaamsche Tram- wegmaatschappij werd bij besluit van 13 Dec. 1919, laatstelijk gewijzigd 21 Juli 1924 een renteloos voorschot door de Prov. Staten verleend van ten hoogste j 166.500, voor eene lijn Hoofdplaat Breskens. Tot den aanleg van dezen spoorweg is de maatschappij evenwel niet kunnen overgaan en van de haar toegestane gel- den is derhalve nimmer gebruik gemaakt; zij heeft even wel haar doel in het oog ge- houden en deelt thans mede aan de Staten, de beschikking te hebben verkregen over de gelden, benoodigd voor het doortrek- ken van de lijn PyramideHoofdplaat naar Breskens, zulks naar de plannen bij het adres gevoegd; zij wijken eenigszins af van die, waarvoor in 1919 een rente loos voorschot werd beschikbaar gesteld, vandaar de hemieuwde aanvrage. HET NEDERLANDSCH—BELGISCH VERDRAG. Een vraag aan den Belgischen Minister van Buitenlandsche Zaken. Het lid der Belgische Tweede Earner Herman Vos heeft aan den Minister van Buitenlandsche Zaken de volgende vra- qen qesteld: Op 20 Mei 1920 heeft de toenmahpe minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Paul Heymans, in een bijeenkomst van Ministers ter Vredesconferentie, te Parijs allerlei desiderata geformuleerd, waarbij onder meer de eisch, dat de be- voeqdheden van souvereiniteit over den qeheelen loop der Wester-Schelde, bene- vens over alle tot de Wester-Schelde be- hoorende wateren en tevens over het ka- naal en den spoorweg van Gent en Ter Neuzen, zoo ook over de uitmonding van het kanaal in de Wester-Schelde, door Nederland aan Belgie zouden worden overgedragen. Ten aanzien van Hollandsch-Limburg werden eischen gesteld, welke zonder overdracht van souvereiniteit niet konden worden verwezenlijkt. De Groote Mo- qendheden hebben deze eischen atgewe- zen door in een resolutie uit te spreken, dat de herzienimg der verdragen van 1839 moet geschieden zonder overdracht van souvereiniteitsrechten en zonder vestiging van internationale servituten. Het wetsontwerp tot bekrachtiging van het herzieningsverdrag, dat d.d. 27 Mei 1926 bij de Earner der Volksvertegen- woordigers is ingediend, gaat vergezeld van een Memorie van Toelichting, waar in minister Vandervelde onder meer het volgende zegt: „Indien in politiek opzicht 't nieuwe verdrag ver is van te beant- woorden aan dc door onz6 ondcrhandc- laars van 1919 geuitte desiderata, getuigt het daarentegen, in economisch opzicht, van eene werkelijke bezorgdheid van bei- de Regeeringen om in een gemeenschap- pelijk belang samen te werken voor de vexbetering hunner fluviale verbindin- gen." (Memorie van Toelichting, biz. 4.) Blijkens de pers heeft het eerste deel van dezen passus in Nederland opnieuw ongerustheid verwekt. Men meent daarin te lezen, dat ook deze Regeering en haar minister van buitenlandsche zaken de af- wijzing der annexionistische desiderata zou betreuren en alleen op een betere ge- legenheid zou wachten om die desiderata opnieuw naar voren te brengen. (Of. B. Nierstrasz, oud-lid van de Tweede Earner der Staten-Generaal, Nederland en Bel gie, de gevaren van het Verdrag, biz. 8.) Hiertegenover staat echter, dat naast het nieuwe verdrag van 3 April 1839 en 1925, verschillende artikelen uit het ver drag van 19 April 1839 blijven gehand- haatd, onder andere artikel 6, waarbij Nederland en Belgie uitdrukkelijk ver- klaren van alle aanspraken om weder- zijdsch gebied voor altijd (,,pour jamais") af te zien. Acht de minister van buitenlandsche zaken het niet gewenscbt, ter geruststel- ling van de openbare meening in Neder land en ten einde de ratificatie van het nieuwe verdrag door de Staten-Generaal mogelijk te maken, officieel, bij wijze van antwoord op deze schriftelijk gestelde vraag te verklaren, dat de Belgische re geering, na de opheffing de jure van de verplichte onzijdigheid, zich stipt zal hou den aan de belofte uit het artikel 6 van het verdrag van 1839, en denhalve geheel vrijwillig voor altijd afziet van alle desiderata, welke overdracht van souvereiniteitsrechten of vestiging van intermationale servituten op Nederland's gebied voor gevolg zouden hebben! Het antwoord op deze vraag zal ook in ons land zeker belangstelling wekken. WERING VAN DE EERSENVLIEG. Ingediend is een ontwerp tot wering van de kersenvlieg bij in- en doorvoer van Uit het Amerikaansch door E. RATH. 55) (Vervolg.) „0, Henry, doe als je blieft niet zoo gek. Sciheld me uit, ga te keer. Ik vind alles best." „Alles is best,zei het Wrak onnoozel. „Dat is tenminste beter dan het weer, zei Sally. ,,Je bent zeker vreeselijk boos op me. „Wie? Ik?" Ze knikte. ,,Je bent mal," zei hij vinnig. „Nog beter," zei Sally vergenoegd. ,,Je gaat vooruit." ,,Houdt je me voor den gek?" „Wie? Ik?" deed ze hem na. ,,Maar Henry!" Hij schudde ongeduldig het hoofd. Hij voelde zich diep ongelukkig en wist, dat hij belachelijk was. Waarom kon een vrouw een man nooit met rust laten? Sally's gezicht betrok, de uitdrukking in haar oogen waren zachter. Arm Wrak! Ze wilde hem niet pjagen. Maar hij hield zich op een afstand en wilde van geen toenadering weten. ,,Vergeet het maar," zei ze. ,,Ik meen- de het niet." „0, dat is best." „Dank je, oude jongen." Van het kamp reed het viertal naar de plaats, waar ze 't wagentje achtergelaten hadden. Het was zoo idioot makkelijk te vinden met daglicht, dat het Wrak niet begreep, hoe ze ooit verdwaald waren, zelfs in duisternis en storm. Maar er kwam een eind aan zijn verbazing, zoodra hij de auto zag en hij ontbrandde in razer- nij. Het wagentje lag op zijn kant tusschen de struiken, met twee wielen in de lucht. Op een daarvan za.t een eekhooxn, om het nog wat belachelijker te maken. Blijkbaar hadden Nosey en zijn kornuiten gepro- beerd er gebruik van te maken. Ze had den getracht te keeren, maar de ruimte was te klein en de grond te glooiend, zoo- dat het autotje, bij gebrek aan kundige behandeling, gekanteld was. Het Wrak klom van zijn paard en liep om zijn teerbemind wagentje heen, razend maar zonder een woord te zeggen. Hij wou alleen, dat hij Nosey en zijn ihandlan- gers te pakken kon krijgen. Toch was er, voor zoover hij kon nagaan, niets gebro- ken. Het voor- en achterspatbord van den onderkant waren verbogen, het wind- scherm was in scherven, maar de stuur- inrichting scheen in orde en aan den mo tor kon niets mankeeren. De benzine was natuurlijk grootendeels uit het reservoir geloopen, maar onbegrijpelijkerwijze had den de bandieten de reservebussen van de treeplank genomen, voordat ze pro- beerden de auto te keeren. Ze stonden naast de auto en waren nog vol. ,,Is hij erg beschadigd, Henry?" vroeg Sally. ,,Neen," antwoordde hij kortaf. ,,Ean hij nog loopen?' Natuurlijk." Ze waren nog bezig de auto te bekijken toen twee mannen den eenzamen weg 'af kwamen en den sheriff riepen. Het waren de andere helpers van Bob Wells. Blijk baar hadden ze belangrijk nieuws, want ze keken nauwelijks naar Sally en het Wrak of de gekantelde auto. ,,Gelukkig, dat je de paarden gevonden hebt," zei een van hen tot Bob Wells. „We hebben ze noodig. Bill en ik hebben onder de hand rond gekeken en we zitten de schurken op de hielen. Het heeft alleen geen nut hen te voet te volgen. Als we vlug zijn, hebben we ze voor zonsonder- gang te pakken." ,,Ik heb er al een," zei de sheriff, met een blik op het Wrak. ,.Wie? Hij?" Ze keken hem even aan. ..Misschien. Hij hoort alleen niet bij den troep, dien wij achterna zitten. Ze hebben maar drie paarden. Laten we liever op- schieten. Bob." De sheriff was nog niet klaar. Hij vond het een lastig geval. Hij deed veel vragen, die duidelijk beantwoord werden. Het leed geen twijfel, of Sally en het Wrak hadden de waarheid gesproken. Maar wat moest hij met het Wrak zelf doen? De sheriff keek hem van tijd tot tijd onderzoekend aan. Hij begon te twij- felen, maar kon zijn koppigheid niet over- winnen. Hij vertelde zijn mannen alles van het Wrak en vroeg naar hun mee ning. Sally liet hij overal buiten, als be- stond ze niet. Een van de helpers van den sheriff, een kalme man van middelbaren leeftijd. keek het Wrak slim aan. ,,Ik hen hem niet, zei hij, ,,maar ik weet, dat we menschen op het spoor zijn, die we hoognoodig moeten pakken en als we niet vlug zijn, ontsnappen ze ons nog. Bob. Bob Wells kwam weldra tot dezelfde overtuiging. Maar wat moest hij beginnen met het Wrak? Hij kon hem niet mee- nemen, want er was geen paard over. Hij kon ook niemand achterlaten om hem te bewaken, want hij begreep,- dat hij al zijn mannen noodig zou hebben. Hij had eigenlijk niet heel veel te maken met het Wrak, maar hij wilde hem niet laten gaan. vooral niet als hij dacht aan Sally Mor gan Het was te vernederend, maar toch Blijkbaar onvermijdelijk. Zijn mannen werden ongeduldig; ze schenen niet vee! belang te stellen in het Wrak. Sally," zei de sheriff plotseling, „ik benoem jou tot mijn plaatsvervangster." .Waarom?" „Ik draag jou op dezen man te bewa ken." Sally schudde het hoofd. ,,Geen quaestie van," zei ze. „Henry Williams is zijn eigen baas. Je hoeft mij niet medeplichtig te maken aan je dwaas- heid, Bob Wells. Voor geen honderd- duizend dollar laat ik me tot jouw plaats vervangster maken." De sheriff kreeg een kleur, maar zei niets. Hij overlegde nog eens met zijn helpers en nam een besluit. ,,Ik heb deze paarden zelf noodig zei hij, met een knikje in de richting van Sally INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. bij Wielrijders. TR jay een door de zon Verschroeide Huid, I 5chrijnen en 5metten,verzacht en geneestmen met '^gBTBij Apoth.en DrogistenHMfily Blijkens de bij het adres behoorende begrooting van kosten zou voor den aan leg eenzelfde bedrag noodig zijn als in 1919 n.l. 499.500, waarvan het als rente loos voorschot gevraagde een derde ge- deelte 166.500 beloopt, te verminderen met de gekapitaliseerde bijdragen van be- langhebbende gemeenten, polders en der- den. Evenals in 1919 zijn Ged. Staten van meening, dat het van groot nut zal kun nen zijn, zoowel voor westelijk als voor Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, dat door den aanleg van de ontworpen lijn de Zeeuwsch-Vlaamsche T ramweg-Maat- schappij langs eigen banen een eindstation zal kunnen bereiken te Breskens, dat reeds nu een der voornaamste havens van Zeeuwsch-Vlaanderen is en in de toe komst wellicht nog aanzienlijke uitbrei- ding van zijn havenverkeer zal verkrijgen. Wat de bijdragen van gemeenten, pol ders en denden aangaat, stellen Ged. Sta ten zich op het vroeger door hen ingeno- men standpunt, n.l. dat deze, gekapitali- seerd naar 4 in dezelfde evenredig- heid behooren te staan tot het door de provincie te verleenen voorschot, als ten aanzien van andere lijnen der maatschap pij, waar zij 17.9 percent daarvan bedra- gen, het geval is; het cijfer wordt dan voor deze nieuwe lijn f 29.807. Ged. Staten stellen voor tot verleening van dit voorschot te besluiten. De lijn zal loopen van een punt in de bestaande tramlijn Pyramide-Hoofdplaat, ongeveer 1.5 E.M. ten zuiden van de kom van Hoofdplaat, in westelijke richting, langs het gehucht Roodenhoek, naar Breskens met aansluiting te Breskens aan de havenwerken aldaar. De lengte van den weg zal zijn 9.025 E.M. RECHTSZAKEN. Arrondissements-Rechtbank, Middelburg Zitting van 2 Juli 1926. De volgende vonnissen werden uitge- sproken; E. S., oud 48 j., havenmeester te Graauw, is wegens knevelarij, veroor- deeld tot 3 maanden gevangenisstraf. J. L. 1. L., oud 35 j., kellner, zonder vaste woonplaats, gedetineerd te Middel burg, is wegens verduistering veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf, met aftrek van het voorarrest. F HAAGSCHE GERECHTSBOF. "~Bet gerechtshof te 's Gravenhage heeft P. C. d. B., cafehouder te Breskens, die door de vechtbank te Middelburg wegens zware mishandeFng was veroordeeld tot een inaancl gevangenisstraf, veroordeeld tot 6 maanden. PUNT VAN DEN NEUS AFGEBETEN. een vecbtpartij Zoi.dagnacht te 's-Giavenhage tusschen J. E. en J. S., heeft laatstgenoemde de punt Tan den neus van F. afgebeten. E. moest zich in hetzitken- huis laten verbicden. Tegen den dader is proces-verbaal opgemaakt ter zake van bet toebrengen van zwaar Fchamelgk letsel,. DEN NEK GEBROEEN*. Toeu de 63-jar'ge G. KHler bezig was met het laden van een voer hooi,ging zijn paard er piotse ing vandoor. K. viel van den wagen en werd dood opgenomen. De geneisheer constateerde, dat de man den nek gebroken had. EEN VEELBEGEERD BAANTJE. Voor de betrekking van portier aan de Ambachtsschool te Leiden hebben zich 2143 sollicitanten aangemeld. en het Wrak. ,,Ik zal probeeren "jullie later te komen halen. Sally steeg af. Ze was dof blij. Ze had nooit echt gedacht, dat Bob het Wrak zou arresteeren. Maar het Wrak bleef stok- stijf in het zadel zitten en keek den sherift aan. ,,Wat denk je wel?" vroeg hij. ,,Wou je ons bier achterlaten met een gekantel- den wagen?" ,,Ik heb gezegd, dat ik mijn best zou doen terug te komen," antwoordde de sheriff. „We hebben haast en ik moet dat paard hebben." ,,Je kunt dat paard krijgen, zoodra mijn auto weer op vier wielen staat en niet eer- der. Denk je, dat je een dame zoo maar kunt achterlaten in een bosch?" ,.Eom eraf," zei de sheriff driftig. ,,Wacht," sprak het Wrak. ,,En luis- ter." Hij zweeg en keek den sheriff scherp aan van achter den hoornen bril. Sheriff," zei hij eindelijk. ..ik ben zenuwachtig en driftig, zoodat ik soms handel zonder na te denken. Maar nu heb ik een plan, dat ik heel precies be- raamd heb. Zoodra jij Sally Morgan en mij hier in de wildernis in den steek laat, begin ik je het leven in Montana onmoge- lijk te maken. ,,Ik zal je hier overal bespottelijk maken en als ik klaar ben in dit district, begin ik ergens anders, net zoo lang tot ik den hee'ien staat door ben, al neemt het me mijn heele leven. Ik zal niet anders doen dan de waarheid vertellen de heele waarheid. (Wordt vervolgd.) TAN manAajMuan

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 5