66e Jaargang
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
aTp"""
Vrij dag?28j Mei 1926.
Geldleening ad f 35.000.
De Vrouwenbeweging.
IAmandeltjes
ABONNEMEMTSPRIJS: v™
EDEHRSTSI IBXj-A-ID-
Gemeente Zaamslag.
FEUILLETON.
PUDDING
i Asthma, Bronchitis
i Abdijsiroop
unnr hllitpn Ter Neuzen fr per post t 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling tr. per post 6.6U pe. jaui
Burgemeester en W ethouders der gemeente
ZAAMSLAG maken bekeod, datingevolge
leeningsbesluit, in obligation van 500,
rentende maximum 5 °/q, de inscbryving
is opengesteld tot en met 14 Juni, des
voormiddags ten 10 ure.
De storting moet geschieden voor of op
15 Juli a.s., in den voormiddag bij den
Gemeente Ontvanger.
Het leeningsbesluit ligt ter Gemeen'e-
Secretarie ter inzage.
Zaamslag, den 26 Mei 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER Pz Voorzitter.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
Nu de eerste schokkende decennien van
de Vrouwenbeweging voorbij zijn, is er
zeker alle reden om deze zaak nog eens
rustig onder het oog te zien. En dan mag
wel in de allereerste plaats worden ge
constateerd, hoe ook deze ,,bewustwor
ding", evenals die andere en minstens
even omvangrijke van den arbeidenden
stand, haar rechit en reden van bestaan
had, maar evenmin zonder ongelukken
en excessen is afgeloopen.
Wij spreken nu in de eerste plaats over
het recht van bestaan van de vrouwen
beweging, "Het was en bleef toch ook te
erg: zulk een onderdanige en onderge-
schikte positie als aan de, ja aan iedere
vrouw werd toegewezen. Men scheen
daarbij werkelijk uit te gaan van de ge-
dachte, dat de vrouw een wezen van min
der waarde en lager orde was dan de
man. En al leerde de Bijbel ook wel dege-
lijk en de gelijkheid en de ongelijkheid
van man en vrouw, getuigend, dat beiden
geschapen waren naar Gods beeld en ge-
lijkenis, maar dat evenzeer de vrouw ge
schapen was uit en om den man, hem tot
hulpe „die als tegen hem over zij", veelal
werden in de praktijk voor die gelijkheid
het oog en hart of beide oogen gesloten,
terwijl alleen de ongelijkheid werd be-
dacht en betracht. Zelfs heerscnte vroe-
ger, evenals trouwens nil nog, bij vele
minder beschaafde volken de gedachte,
dat de vrouw geen subject van rechten
was, maar dat zij alleen recht had op een
natuurlijken beschermer, dien zij dan vond
in haar vader, haar man of haar ouderen
br-oeder; zij had geen eigen persoonlijk-
held en dus en nog minder eenig eigen
bezit; bepaaldelijk in het huwelijk was de
man haar ,,heer". In theorie was deze
macht zelfs nagenoeg onbeperkt; in de
praktijk was alles lets milder. De goede
mannen zagen in en naast hun rechten ge-
lukkig tevens verplichtingen. Bij schier
alle volken nam de vrouw een onderge-
sdhikte plaats in, en gold zij dus als een
schepsel van lagere orde en minder
waarde, terwijl allerlei instellingen en
gewoonten, zooals polygamic, polyandrie.
vrouwenroof, vrouwenkoop, concubinen-
wezen willekeurige echtsdheiding en vrije
liefde er het hare toe hebben bijgedragen
om de vrouw te onderdrukken en van alle
zelfstandigheid te berooven. Mannen
hadden onbeperkte macht (heel anders
dan Rousseau zich het idyllische leven
van den natuurmensch voorstelde!) om
hun vrouw te laten gaan, haar te verkoo-
pen, te slaan of zelfs te dooden; en bij de
verdeeling van den arbeid kreeg de vrouw
de zwaarste taak in het huisgezin en op
het veld, terwijl de man meestentijds zich
op de jaciht bevond of zijn tijd in ledig-
heid en in feestgelagen doorbracht. Bij
de godsdienstige plechtigheden was zij
van elke hande'ling of ook zelfs van de
bijwoning daarvan uitgesloten, en waar
vrouwen in sommige godsdiensten als
toovenaressen of priesteressen dienst
deden, was dat toch altijd tegelijkertijd
als slachtoffers. In een artikel in Leven
en Werken hing de Japansche corres-
pondente, Henr.i'ette HoistHendrix te
Yokohama, nog niet lang geleden een
donker tafereel op van het leven van de
Japansche vrouw; zij gold dadr als een
minderwaardig wezen, tot dienen en ge~
hoorzaamheid geboren, opgevoed in on-
derdanigheid aan den man, die dikwerf
verwaand, driftig en onredelijk is; de ge-
boorte van een zoon wordt er, evenals bij
ons, over het algemeen als een grooter
geluk voor de ouders beschouwd dan die
van een meisje, terwijl nog geen tien
jaar geleden Mej. F. S. Schippers, hoofd
van de Kartinischool te Semarang in een
open brief in de Javabode de hulp inriep
van de echtgenoote van den toenmaligen
Gouverneur-Generaal van Ned. Oost-
Indie, om haar invloed aan te wenden,
dat er binnenkort een einde mocht komen
aan het uithuwelijken van Javaansche
kinderen reeds op 12- of Hjarigen leef-
tijd, waaraan ook de kinderen dier ge-
noemde school of scholen niet ontkwamen.
Dit zijn nu alles voorbeelden van uit de
verte. En daarnaast mag dankbaar wor
den erkend, dat in den Bijbel bijvoorbeeld
andere praktijken werden getoond en
gehuldigd. Was al bij Israel de man de
,,heer" der vrouw en was de vrouw dus
aan den man ondergeschikt, zooals ook
nog steeds in het oude Huwelijksformu-
lier der Protestantsche kerken wordt be-
weerd, toch was er van slaafscbe onder-
danigheid geen sprake. Vrouwen als
Sara. Rebekka en Abigail maken, als wij
van haar leven en gedragingen lezen, vol-
strekt niet den indruk, dat zij het zoo
kwa-ad hadden of zich maar alles lieten
welgevallen; haar invloed en macht was
groot.
Vrouw en moeder, huwelijk en kroost
worden op zeer veel plaatsen, ook in het
Oude Testament, sterk gewaardeerd. en
zij namen naast de mannen dan ook deel
aan de gObeden, feesten en offermaal-
tijden, waren tegenwoordig bij de voor-
lezing van de wet, ontvingen zelfs wel
openbaringen, zooals Hagar, Sara en de
vrouw van Manoach. Er worden enkele
vrouwelijke profetessen genoemd. zooals
Hulda. Mirjam, Noadja, Anna; er is ook
een vrouw onder de richters: Debora.
Het is van meerdere bekendheid, hoe
de Rabbijnen (van later tijd) de positie
van de vrouw niet hebben verbeterd.
maar eer verslechterd. Zoo was de school
van Hillel van meening, dat er voor het
geven van een scheidbrief (waarover
jezus spreekt in Matth. 19 8 vgl. ook
Mark. 10 29) reeds reden genoeg be-
stond, als de vrouw het eten niet goed
had toebereid; en sommige Rabbijnen
Uit het Amerikaansch door
E. J. RATH.
40)
#Ik zal je hier opsluiten," zei hij. „Je
komt er nog goed af. We gaan nog niet
weg. Een van ons blijffc buiten voor de
deur staan. Als je schveeuwt kom ik terug
en zal ik een prop in je mond stoppen.
Cf mis.-chien schiet ik je dan meteenneer.
Dat weet ik nog niet. Kom, Sally!"
Zij ging met hem naar buiten en keek
toe, hoe hij de deur sloot en grendelde.
De lantaarn had hij al uitgedoofd.
„Als hij lawaai maakt", zei het Wrak,
luid genoeg om in de schuur verstaan te
worden, //dan schiet je door de deur."
Hij knipoogde bp deze woorden en liep
snel naar huis, Sally achterlatend met de
revolver.
Boven brandde er nog licht in een kamer
en hij benaderde het huis zoo geruischloos
mogelijk. Hij herinnerde zich precies, waar
een ladder lag, tegen den muur en liep er
rechtstreeks heen. Hp droeg haar naar
een hoek van het huis en ze'te haar er
tegen. Daarna klom hij vonrzichtig naar
boven. Toen hp bij de goot kon zocht hij
iets met de vingers en las'te in den broekzak.
De nijptang was scherp en de telefoondraad
knapte.
Het Wrak wachtte Liet af, of iemand het
achtten de vrouw ongeschikt voor de
wetenschap, spraken nooit met haar over
wetgeleerde onderwerpen, plaatsten haar
achteraf in de synagoge, beschouwden
haar als pronklievend en licht verleid-
baar, terwijl Rabbi Meier den man dage-
lijks drie dankzeggingen aanbeval, om-
dat God hem niet als een heiden, als
een vrouw en als een dwaas had laten
geboren worden!
Dankbaar mag daar tegenover worden
erkend, dat het Nieuwe Testament de
vrouw hooger plaatst. Ook al hebben wij
in het Christendom niet in de eerste
plaats een politieke of sociale hervormmg
te zien, en heeft het ook niet aanstonds
getracht eenige verandering aan te bren-
gen in de verhoudingen, die toenmaals
naar recht en gewoonte bestonden; toch
was het Christendom nimmer een stands-
of staatsgodsdienst, en stond het dus vrij
in zijn houding ook ten opzichte van de
positie der vrouw. Man en vrouw zijn,
naar de Christelijke leer, beiden burgers
van hetzelfde koninkrijk Gods, en leden
van Christus' lichaam. Onder de leden
der gemeente (zoo sohreef Paulus aan de
Galatiers) bestaat geen Jood of Griek
geen dienstbare of vrije, geen man of
vrouw. Wat echter natuurlijk niet be-
doelde de natuurlijke ongelijkheid tus-
schen man en vrouw op te heffen. Daar-
om deelden dan ook in het Christendom
de vrouwen in allerlei geestesgaven, in-
zonderheid in de gave der profetie.
Alleen: in de praktijk werd toch veel te
weinig met deze beginselen rekening
gehouden! Nog steeds bleef de taak van
het dienen toegewezen aan de vro: v
(van haar vraagt het Huwelijksformulier
dan ook alleen en dienen en gehoor-
zamen), en zij had te weinig rechten.
Napoleon achtte de vrouw alleen goed
om kinderen te krijgen, en zoo was dan
ook in het Code Civil, dat door nem in
1804 in Frankrijk werd ingevoerd, het
onderzoek naar het vaderschap verboden,
was de man de wettige voogd der vrouw,
en bezat de vrouw geenerlei eigendom.
Ook had de vrouw daar geen wetteliik
recht op haar kinderen; konden vrouwen
alleen voogd worden van haar eigen kin
deren en kleinkinderen, mocht een vrouw
niet als voogd optreden bij den burger-
lijken stand, mocht de man zijn vrouw
dooden, als hij haar op de daad van over-
spel betrapte, en bezat de vrouw geen
burgerlijke en geen politieke rechten.
Geen wonder, dat tegen deze misvat-
tingen en tegen diit onrecht, toen het een-
ma'al gevoeld werd, steeds luider en
krachtiger protest opging. Alleen: wie dit
nu voelden en tegen dit onrecht gingen
strijden, sloegen allicht om in het andere
uiterste. De beweging voor de goede
rechten en het goed-recht der vrouw ont-
aardde in een dwaze vrouwenbeweging,
waarvan wij tot op heden de gevolgen
om ons heen zien. Er zal bij deze bewe
ging sterk onderscheid dienen gemaakt
te worden tusschen een goede ert een ver-
keerde richting. En nog steeds lijdt deze
beweging onder allerlei dwaze revolutio-
naire'theorieen, die bij de verongelijkten
maar al te gereedelijk invloed en ingang
vonden.
Het verschil tusschen man en vrouw,
dat er is en dat er altijd blijven moet en
blijven zal, werd door de ijveraarsters te
zeer uit het oog verloren. Want wij zul-
len te alien tijde voor een juiste houding
ten opzichte van de vrouwenbewegino
hebben uit te gaan van twee beainselen:
te eenerzijde de eenheid en gelijkwaar-
gehoord had, maar daalde snel de ladder
af en liep weg. Twictig meter van hu;s
zocht hij iets in het gras, dat hij weldra
vond. Toen hij weer verder liep, wond
hij koperdraad op. De telefoondraad liep
ongeveer een paar honderd meter langs
palen. Hij volgde hem tot den eersten
paal en knipte hem toen wrer door. Daarna
liep hp sngl terug, met de rol draad om
den arm.
Sally hield de wacht bij de deur, zenuw-
achtig, omdat hij zoolang wegbleef. Zonder
een woord te zeggen, wierp hij de rol in
de auto.
„Help nu duwen," zei hij zacht. //Ik
maak liever gec-n slapende honden wakker."
Samen brachten ze met moeite het auto'je
in beweging. Zonder Sally zou het Wrak
het niet eens geprobeerd hebben, want dan
zou het veel te langzaam gegaan zijn; maar
Sally was sterk en samen rolden ze het
wagentje vrij vlug vooit. Vijftig meter
voorbij de sfihuur kwamen ze in de wagen-
sporen, waardoor hun taak aanzienlijk ver-
licht werd.
„Blijf duwen," zei hp, om haar aan te
sporen.
„Dat doe ik," bijgde Sally.
Ze waren een paar honderd meter van
huis, toen de weg iets begon te stijgen.
Het duwen ging al zwaa^dt-r en zwaarder
en eindelijk stonden ze st.il, hoe ze zich
ook inspanden.
„Befc is al lang goed", hijgde het Wrak.
z/Stap in.".
Toen ze zaten gaf hij een ruk aan den
slinger. een keer of zes draaien liep
I digheid, te andere zijde het onderscheid
en' de ongelijkheid van man en vrouw.
Een vrouw is nu eenmaal een andere dan
de man. Het onderscheid van man en
vrouw is geen product van evolutie, het
is zeker niet uit langzame ontwikkeling
te verklaren; het is veeleer met de natuur
gegeven en in de Schepping gegrond. De
een heeft dit verschil weergegeven, door
de tegenstelling van activiteit en passivi-
teit, verstand en gemoed, hoofd en hart,
kracht en schoonheid; anderen poogden
beider neiging en streven daardoor uit te
drukken, dat de man leeft in den tijd en de
vrouw in de ruimte; niet zoo liefelijk zei
zelfs een, dat de man wat wil zijn en de
vrouw iets wil schijnen; de man zou, vol-
gens sommigen hecbten aan de idee, ge-
steld zijn op wetenschappelijke analyse,
en trachten door te dringen tot het alge-
meene, terwijl de vrouw den vorm zou be-
minnen, met afkeer van speculatie en abs-
tractie, zin verbinden voor de werkelijk-
heid; en door intuitie, vlugge bevatting en
snelle handeling zou uitmunten. Ook heeft
men wel getracht om den werkkring van
man en vrouw op deze wijze te begrenzen,
dat dan de man aan den buitenkant van
het leven zich zou bewegen, in maat-
schappij en staat, terwijl de vrouw zich
zou terugtrekken naar den binnenkant, in
den kleinen kring van het huishouden.
Jean Paul heeft eens gezegd: bij en aan de
vrouw is alles hart, zelfs haar hoofd is
hart.
Houdt men nu dit, in de natuur en schep
ping gegronde, onderscheid, goed en
stevig in' het oog, dan zal men zich in
dwaze vrouwen-bevoorecbting niet te
buiten gaan, maar evenzeer begrijpen, dat
het heii in deze wereld nog niet gekomen
is, als de vrouw aan het stemrecht in
Staat of kerk is geholpen, als zij ook siga-
ren rookt, of met geschoren hoofd, enz.
durft rondloopen.
Dergelijke dwaze excessen zullen
straks wel weer tot dragelijke en behoor-
lijke proportieS worden teruggebracht.
Wat dan achterblijve zij een hooge waar-
deering ook van den kant der mannen
voor het vele goede en onmisbare, dat in
de vrouw aan deze schepping is gegeven.
Zij hoort er bij. Het was niet goed, toen
de man alleen was, zegt God Zelf in
Genesis. Nu man en vrouw er beiden
zijn, en als man en vrouw staan en blijven
op de plaats waar zij behooren, kan er
veel goeds tot stand komen door ieders
werk en gaven. In goede banen geleid,
zal de meerdere ontwikkeling en waar-
deering, die de vrouw in den tegenwoor-
digen tijd ontvangt, aan haar gezinstaak
geen schade doen. Te minder zal daar-
voor vrees behoeven te bestaan, indien
van de zijde der Christenen de vrouwen
beweging niet alleen in haar valsche
theorieen wordt bestreden, maar ook in
haar recht en waarde erkend en in de
recbte bedding en tot de ware en geoor-
loofde proporties wordt teruggebracht.
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN-
<r>, met GRATIS pahje .o
Oo* gqenadmesaUS
de moter Dog niet. Hij hield op om op
adem te komen, klcmde toen de tandeu
opeen en draaide nog eens. Een donderend
geraas was het gevolg en het wagentje
trilde als een argstig paard.
„Gauw", drong Sally aan met een blik
op het huis.
Hij sprong er meteen in en gaf vol gas.
De lichten werden aangestoken en de
auto schoot vooruit naar de beschermende
struiken.
Sally zag, dat plotseling licht aangestoken
werd in huis. Iemand kwam met een
lantaarn de keuken uit hollen. De hoeve
was ontwaakt. Ze vertelde het aan het
Wrak, die het r iet belangrijk scheen te
vinden. Hij zat roerloos achter hetstuur,
turend naar den weg.
Na een minuut sloegen ze den hoek om,
die h< t huis aan hun gezicht onttrok. De
weg begon te kronkelen, maar dit was geen
reden voor bet Wrak om langzamer terijden.
Sally klemde zich vast en deed haar best
te oeseffen, dat ze werkelijk bezig waren
te vluchten. Ze bfgreep, dat ze het Wrak
niet behoefde aan te manen tot; voorzich-
tigheidals bij reed was hij niet gediend
van op of aanmerkingen. Bovendien wilde
ze ev*n graag als hij den afstand tusschen
de hoe^e en de auto zoo snel mogelpk ver-
grooten.
Na een mijl gereden te hebben, stopte
hij plotseling en sprong er uit, terwijl hij
den motor liet doorfazen. Hij rende tus
schen de lage boomen door en een oogen-
blik dacht ze, dat bij het verstand verloren
had. Daarna zag ze zijn gedaante afsteken
IN GEZONDEN MEDEDEELIN G V.
Parlementair Dagboek van Insider.
26 Mei.
De Kamer heeft z'th heden van haar
goede zijde doenkenmn; zij heeft getoond,
haar rechten als vrije Voiksvertegenwocr-
diging te willen handhaven en niet te dulden
dat de wet wordt geschonden.
Want dit laa's'e is ongetwijfeld het geval.
Bet vorige jaar werd een wetje aangtnomen
met als eenig artikel: „Zij die voor 10
Juni 1918 de volledige tandprothese als
beroep toepasten zcnder de bevoegdheid
tot uitoefening der tandheelkunst te hebben
verkregen in een opleiding te hebben ge-
noten, die naar het oordeel van onzen
met de uitvoering van deze wet belasten
Minister waarboigt, dat zg bekwaam zijn
voor de toepassing der volledige tandprothese
zijn en blijven bevoegd tct die toepassing."
Een bepaling, die voor een ieder vol-
komen duidelijk is. Doch blijkbaar niet
voor den afgetreden Minister Koolen. die
het klinkt als een grap de bevoegdheid
toekende aan personen, die op den in de
wet gen;emden da'um den leeftijd van 13
tot 17 ja"Ur hadden bereiktEen wetsver-
krachting, welke door Minister Slotemal er
de Bruine was voortgezet. Mr. van Gijn
zeide het ronduiter is ook nog een straf-
rechtelijke veiantwcordelijkhe d voor een
Minister, d e opzettelijk de wet schendt.
Er heerscbte dan ook algemeen groot mis-
noegen, dat Minister Slob maker de Bruine
wellicht had kunnen wrgnemen door een
ruiterlijke bekentenis, dat men hier heeft
gefaald. Docb zijn onge!ukk:g optreden
heeft hem een zeer onaangenamen middag
in de Kamer bezoTgd De Minister putte
zich uit in holle phiasen, draaide om de
zaak heen, kon geen inlichtirgen geven op
grond dat hij de stukken niet bij zich had.
Dit werd der Kamer waarlijk tcch te
machtig, en men zag gebeuren, dat de
grootste vyand van moties. Dr. Beumer,
toornig het spreekgestoelte beklom, om, na
een bijtende terechtwijzing aan den Minister,
een mo'ie in te dienen, waarin de Kamer
haar misnoegen over het gebeurde ubsprek.
Inderdaad, de houding der Regeering
was bedetkeltjk, en dit ble k wel uit het
feit, dat niemand haar in bescherming nam
en de motie van den heer Beumer met op
een na algemeene stemmen werd aarge-
nomen. Oud-Minister Aalber.ce, die het
bewuste wetje tot stand bracht, zweeg m
stemde voor de motie; e^eneens de parij-
genooten van den Minister, die niet de
minste moeite deden om hem tegen den
aanval van Dr. Beumer, den vroegeren
Coalitiegenoot, te beschermen. Wee den
Minister, die wetsschennis in de Kamer
durft te verdedigen zijn naa te polit eke
vrienden zullen tern wel anders aan het
verstand brengen
In de avondvergadering interpelleerde
de heer Oud over het vergaan op 25 No-
tegen de horizon. Hij was in een paal
geklommen die, teen de boomen uits'ak.
Voordat ze kon uitmaken, wat by deed,
was hy weer verdwenen Hy stormde op
den wageri af, sprong er in en weg
waren ze.
,,Wou alleen nog even de draden door
knippen", zei hij hijgend. „Dat maakt
het hun wat lastiger."
„Yerkncet liever geen tijd met draden
knippen," zei ze omkykend.
yWaarom niet. mevrouw Lot?"
z/Ze zijn waarscbynlijk at op weg met
den grooten wagen".
Hi t Wrak voelde in den zak en haalde
er iets uit, dat rinkelend in haar schoot
viel. Ze zag twee metalen voorwerpeu en
bekeek ze bij het maanlicht.
,/Wat is dat?" vroeg ze.
„Bougies. Timothy had ze er uit ge-
haald om ze schoon te makm.'
Kunnen ze nu niet rijden
„Niet goed", zei het Wrak.
„En hoe krijgt Timothy ze terug
Hy nam ze haar uit de handen en wierp
ze in de struiken aan den kant van den weg.
„Laten ze maar nieuwe bougies bestellen
uit New York," antwoordde hij met kwaad-
aardig leedvermaak. //Zy zyn immersvan
plan een maand te blijven
nJe brengt je zelf hce langer hoe meer
in moeilijkheden, Henry WilHams".
„Niet waar. Neem alleen voorzorgs-
maatregelen."
Ten bewijze h'ervan stopte hij weer, klom
nog eens in een paal en sneed den draad
door met een venijnigen klik van de tang
„Verg*et niet,datzenogpaarden hebbrn",
zei Sally. „Als ik jou was, zou ik doorrijden."
„Ik heb de zadels verstopt", zei het Wrak
achend.
„Wat?"
„lk heb alle zadels en teugels verstopt,
ergens tusschen de struiken in een kuil.
Ze vinden ze vast niet voi r morgen
Toen Sally begon te feseffen, hoe grondig
hij alle maatregelen getroffen had om
achtervolging te voo: komen, voelde ze eer-
bied en ontzag vr or hem. Ze wist, dat hij
impulsief was, maar het was een nieuwe
ontdekking, dat hy ook koel berekenend
kon zijn.
„Dan," zei ze, „kan je wel wat langzamer
lijden, tot we den grooten weg bereikt
hebten. Wij hoeven onzsn nek nitt te
breken. nog vcordat we den grond van de
Underwoods verlaten hebben."
Hij volgdr haar raad op en reed lang
zamer, hoewel mettegenzin. Hij hield van
zijn stofiBge wagen'je en het. aanraken van
het stuurwiel maakte h'm overmoedig.
Hy was in de stemming om het ding te
laten vliegen, a's het kon.
Hij stapte voor. de derde maal u t bij
het hek, dat hy wyd opende. Hij t am
zelfs de moeite het achter zich te sluiten.
Daarna legde hij weer de handen op hel
stuur en keek Sally aan. Ze stonden lood-
recht op den hoofdweg.
„Welken kant?" vroeg hij. »Je wilt
toch zeker naar den trein
(Wordt vervolgd.
of andere ziekten der ademha-
lings organen kunnen Uw leven I
vergallen. Voor de prikkelende
hoestbuien die U s nachts uit den
slaap houden is er een beproefd
middel: AKKER's