ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No 9710, Vrijdag 7 Mei 926 66e Jaargang HIKDERWfiT. uu hit hoopjooideii, buitenland"^ ABONNEMENTSPRIJS: BINNEHLAND. ■SfT?® v tw Neuzen f 1 40 per 3 maanclen - voor ou.ten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post jf>;60 per jaar Voor t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post*- Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling. lederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond. DIt blad verschljnt JJHII&S'X'Sl IBXj-A-IP B| CXXVI. Ivii*iiuw jo van Ammers-Kuller is een begaaide romanscihrijfster, die binnen weinig jaren circa tien romans van betee- kenis heert geschreven, waarvan,haar Maake i opgang maakte, terwijl twee romans aan het tooneelleven gewijd: Het huis der Vreugden en Jenny Heysten, een voor - e out :rs ten opzichte van kunst- lievci dochters waarschuwend werk zijn. 1 "ans is zeer in trek haar: De Op- stand een familieroman in drie ge- in 1840, 1872 en 1922, I a. k dit haar beste boek, Ik v ook exnstige bedenkingen koe omdat zij het maatschappelijk en h-uise "even in al die drie perioden te gecluu rd g eekend heeft. Wie deze rornai! en gaarne voeg ik erbij, dat ik het boek aanbeveel ondanks zijn ge- brekt moet voortdurend onthouden, dat de cU>o< de scheijfster geschilderde toe- atao- 10 in 1872 misschien hier of danc z :gekomen, maar dat dit toed -• e i.eekening is van den toent h dienden tijdsgeest in de gego ?s land, Ook dit ontho-.id :ze sch-rijfster al te wei nig i i igelegd is, zoodat zij in menig u fail iou en begaat. Lodewijk Coornvelt (geboren 1786) is een Leidsch wolwever, die niets weten wil van stoommachines noch van spoor- wegen vader van acht kinderen. Zijn oudste zoon heeit juist de studie voor predikat/i beeindigd, is op sexueel gebied een 1 h ir, maar wordt ten slotte hofp' m De viij gore aardigheid hem dit te Jar. n wc>i den, had de schrijfster zichzelf moeten besparen. Eve :oo in het tweede deel schildert zij a Is tyi van een theologisch student een heerschap, dat na vijf jaar te hebben geboeme d nog zijn eerste examen doen moet, nu wetende blijkbaar,' dat zoowel oudtijds als thans zulk een sujet allang het consilium aibeu (den raad de studie te staken) zou hebben gekregen. Van een besrhaafde vrouw mocht worden ver- wacht, dat zij had nagelaten zoo'n narig- heid aan onzen predikantsstand aan te wrijven. Coornvelt neemt in zijn huis een nichtje op, dochter van zijn zuster Anna, die er indertijd met een Eranschman van door- gegaan was. Hij wil dit meisje, dat haar edge a brood ais modiste kan verdienen. dwr r>Vi om te leven volgens zijn ouder- wetsi eu b .ciompen opvattingen. Tege- lijk verbiedt hij aan zijn oudste dochter Keeji'ije een veti iving met den zoon van een concurrent-wolwever, die zoo ver- standig is de stoommachine in te voeren. Het chtje siookt de dochter op om er met haar geliefde van door te gaan. maar deze is daarvoor te weiniq flink. W :,m er i hen een jonger zoon en het •ntchije een flirtation is begonnen, onder- dru« i Coornvelt dit, waarop het nichtje ops.andig' wordt, het huis ontvlucht en haar eigen brood gaat verdienen. Later erft zij van een vriendin een flink kapitaal en gaat zich dan wijden aan de vrouwen- emancipatie, wordt o.a. redactrice van een blad. Keejetje, die haar opstandigheid opgeeft, wordt door haar vader gedwon- gen te huwen met een jong geneesheer vVijsman. van wien zij een afschuw heeft, omdai nij altijd bloederige verhalen ver- t^r'' ^"en ion9ere dochter huwt met een officier, die zich vergist heeft in de rijk- dom der familie, zoodat deze later in vrij armeiijke omsiandigheden leven moet. Een zoon Abraham verslingert zich aan een deerne, wier onechte kinderen hij later wettigt, Een andere zoon David, clubgenoot van Nicolaas Beets, leeft als student in de rechten een pretleven, wiens onbehoorlijke uitstapjes door den vromen vader gaarne door de vingers worden ge~ zien. Deze wordt later professor te Lei den, en maakt zelfs eenigen kans op een ministerschap. In het eerste deel, spelend in 1840. wordt in 170 bladzijden een zedenschilde- ring gegeven, hoe het nu bijna 100 jaar geleden toeging in een notabel stadsgezin. Het toenmalige leven wordt zeer zeker op voortreffelijke wijze uitgebeeld, hoewel het mij voorkomt, dat de oude Coornvelt, due ondanks zijn bekrompen opvattingen toch een sympathiek man is, soms al te gechargeerd is voorgesteld. In het iets korter tweede deel (150 warden de lotqevallen der te vertoonen als naaktdanseres andere dochter wil haar schitterende po- sitie opofferen uit een gedesillusioneerde geblaseerdheid, maar gelukkig komt te juister tijd uit Indie een jongmensch terug voor wien zij genegenheid koestert. Zoo schildert de schrijfster, hoe in drie Louis, die zicn aansiuu oij ue vcu- perioden, 1840 1872 en 1922, de kinderen maais nog zeer jeUgdige socialistische be- opstandig worden. teg-J hun ouders, om- weging en die daardoor veroorzaakt, dat dat de denkbeelden van het jonge ge- aan zijn vader het ministerschap ontgaat, slacht botsen met die van het vorige. n terwijl zijn dochter Clara tegen haar bladzijden) gehuwde kinderen circa 1872 en de denk beelden hunner kinderen verhaald. Hier zijn veel meer ,,opstandigen" in aanwezig. Professor David, gehuwd met een zeer def- tige en rijke dame, die door schoonvader- lijken invloed hoogleeraar werd, heeft een zoon Louis, die zich aansluit bij de toen- studien opgeven om zich in het buitenland jurist parlementair in zgn hemd te laten iktdanseres, weer een I s aan. Onder daverend gelach der Kamer, ouders wil in de armenwijken Hlar.thro pischen arbeid gaat verrichten. De wolweverij thans bestuurd door de ooms Abraham en Nicolaas (ongehuwd) is gemoderniseerd. Tusschen Abraham s zoon Hein, die een weinig beschaafd man is en de aristocratische Clara ontspint zich een liefde, die met een scheiding ein- digt, wanneer Hein van zijn vader en oom zeJkere hervormingen, die hij ten bate van het fabriekspersoneel invoeren wil, niet kan verkrijgen. Dan wordt ook hij op standig, vertirekt naar Engeland, alwaar hij met een andere vrouw huwt. Wanneer de dochters van den officier Berkhout, gehuwd met Sara Coornvelt, na haar vaders dood onverzorgd achter- blijven, bieden de ooms aan haar te on- derhouden, maar dan moeten zij een oude zure ongehuwde tante Naatje, die vol- strekt ongenietelijk is, in haar huis op- nemen. Dan worden ook deze meisjes tegen haar moeder en ooms ,,,opstandig" en besluiten om haar eigen brood te gaan verdienen. De oudste, reeds verloofd met luitenant Immerzeel, wil muzieklessen geven, twee willen het modiste-vak uit- oefenen, waartoe zij ten voile bekwaam zijn, de jongste wil zich bekwamen voor onderwijzeres. De ouders van den luite nant zijn hierover zoo vexontwaardigd, dat de verloving wordt verbroken. Ver- makelijk is de schildering van Naatje, die bij de Berkhouts komt om ex genadebrood te eten, als zij verneemt, dat de meisjes haar eigen brood willen verdienen: ,,Liever terug naar Abrahams huis, naar Sientjes heerschzucht en het geplaag en het gesar van de kinderen, dan hier te moeten wonen, waar de eerste plichten van de vrouwen, die van ingetogenheid en onderwerping, met voeten werden ge- treden. Liever op den tochtigen zolder bij Abraham dan in een woning, die de schande zou dragen van een bord waarop stond: Mantels en Japonnen". Ook dr. Wijsman heeft een „opstan- dig" kind, ni. zijn dochter Elise, die niets weten wil van een huwelijk, maar besluit tegen den ouderlijken wil te gaan studeeren in de geneeskunde. Zij wordt een der eerste vrouwelijke studen- ten in dit vak later wordt zij een be- roemde vrouwen-dokter, directrice van een ziekenhuis Haar lotgevallen wor den het uitvoerigst geteekend en van haar wedervaren als studente wordt een en ander medegedeeld. Helaas mevrouw van Ammers (notabene gehuwd met een ge- studeerd man) is*van het vroeger studen- tenleven minder goed op de hoogte. Zij spelt sommige vaktermen fout. De man- nelijke studenten worden voorgesteld als een troep onbeschofte rekels, die de eenige vrouwelijke student als een ..blauwkous" hoonen. Uit de ..levensherinneringen" van dr. Alett'a Jacobs, onze eerste vrou welijke geneeskundige, een fraai boek, dat heel wat interessants bevat over de geschiedenis der vrouwenbeweging tij- de-ns de laatste halve eeuw, blijkt veeleer, dat het gedrag harer mede- studenten tegenover hiar niets te wen- schen overliet. Integendeel zijn de aller- eerste vrouwelijke studenten, althans voor zoover mij bekend, steeds met groote hoffelijkheid bejegend. Jammer is, dat de schrijfster, die van een zoo hoogstaand man als Nicolaas Beets al te weinig be- grepen heeft, misbruik gemaakt heeft van een indertijd gehouden lezing over: Vrouwenemancipatie. Immers in die lezing verzet Beets zich tegen een emanci- pabie van de gehuwde vrouw, terwijl het hier de vraag was of het ongehuwde meisje het recht had om op gepaste wijze haar eigen brood te verdienen. Ook is bet zeker onjuist, dat hier de voorstelling ge geven wordt, alsof men in dergelijke Leidsche kringen het afkeurde als meisjes dat deden. In d'ienzelfden tijd waren er reeds heel wat meisjes uit den goeden bur- gerstand, die haar eigen brood bij het on- derwijs verdienden (o.a. mijn eigen moe der en twee tantes) en dergelijke arbeid werd volstrekt niet afgekeurd. Integen deel genoten zulke meisjes de algemeene achting. Het derde deel (130 bladzijden) schil dert een gezin uit onzen tijd (1922), al waar de moeder, een advocate, lid der Tweede Kamer is. Haar echtgenoot, die indertijd het erg prettig vond, dat hij zoo'n knappe vrouw had, wordt haar, in zijn huwelijk teleurgesteld, ontrouw met een jeugdig Engelsch nichtje, een geraffineerd modern meisje. Ook hij heeft enkele op- standige kinderen. O.a. een zoon, die be- koord wordt door anarchistische Russi- sche denkbeelden en nu de bolsjewistische theorieen irr de fabriek van zijn vader wil toepassen, een andere zoon heeft op on- beschaamde wijze een liaison met een jonggehuwde vrouw, een dochter wil haar zijn geheel genomen is haar boek alleszins de moeite van het lezen waard. Misschien, omdat ik reeds tot de oudexen behoor, heeft mii de teekening van het tegenwoor- dige jonge geslacht (waarvan er in Den Haag en omstreken blijkbaar heel wat zijn) min of meer verschrikt. Maar ik voeg erbij: zulke buitensporige moderne jongelui vimdt men gelukkig niet, hopen- lijk nooit, in gezinnen, alwaar een reli- gieuze geest de zeden beheerscht. T. g. T. Parlementair Dagboek van Insider. 4 Mei. Hefc is een trieste werkelijkheid, de nood in de Drentsche veenstreken, maar het debat was zoo mogelijk nog truster. Want het droop weer - an de politiek in den slechten zin dts woords. Wij laten nu daar, dat de communist kans zag, van Drenthe naar Sovjet Rutland over te springen (alsof in d- zen heiistaat geen werkloosheid bestaat, alsof de werklooz^n daar wel „vol loon" krijgen Wij lateD ook d ar, dat de in- terpellant, de heer Hiemstra, vo r geen rede vatbaar bbek en toch een motie in- dicnde tot erhoogmg van de loonnoimen bg de van Rijkswege gesubsidieerde werk- verschaffingen, we ke motie zelfs den vrij- zinnigen-deiuocraten te ver ging. Maar wel is het droevig. dat de heer Duys h<t oir aar acbtte, een dav ret d poiitiek tour- nooi te houden door een reli tje op touw te zetten tegen de an i r volutkmnairen, waarij kuipsels vaa j^xen lier en allerlei gr fhtden als argumenten dienst moesten doen. To<-n de heer Duys de anti revi lu- tionnairen verwet t, dat zij indertijd op drie kwartier afstands van de veenstreken (Assen) feadden zitten te redeneeren over de quaestie Dr. Gee kerken, greep de Voo< zitter terecht in en verbood den heer Duys op heftigen toon op deze wijze veer* te gaan m dit debat Komisch deed het aan, toen de heer Ketelaar danrna zijn rede a<nviDg met de opmerking, da> het hem ve oor;oofd mocht zijneven naar de Drentsche venen terug te keeren Ad rem was ra al deze krachttermen zeer zeker de opmerking van Minister Kiio, dat hij meende, dat in deze Kamer daden altijd meer dan woordsn hadden gegolden. Toch bleek de Minister zeer onaangenaam getroffen door het feit. dat hem van socia listische zijde cynisme was verweten. En inderdaad, we onbevangen nagaat wat de Minister sedert zjjn optreden reeds heeft gedaan, m et ge^oelen hoe onbillijk dit v rwijt was. De heer All arda, die het blijkbaar voor den hter Duijs weer wat w lde go dmaken, kwam dan ook aanstonds zijn woorden aanmerkelijk verzachten. In de avondvergaderiug kwam bij de afdeeling Lager Oi derwijs van de Onder- wijsbegrooting r<atuurlijk het geheele onderwijzende gedeelte der Kamer in actie. Midden in de belaDgstellirig stond natuur- lijk de Staatscommissie, welke de Regeering op aardrang van den Vrijheidsbond bereid is in te stellen, welke commissie een ondFrzo<k zal instellen naar minder kost- bare toepassing van de onderwijspacificatie met de volledige handhaving van de be- ginselen daarv an. Laat in den nacht kwam de Minister vertellen hoe hij zich in den loop van zaken voorstelt. Buiten het kader der gewor e besprekingen viel de rede van Ds. Lingbeek, wiens nachtrust verstoord wordt door het feit, dat een bHangrijk bedrag der onderwjjzers-alarissen naar de kloosterkassen gaat. Het waren geen aan- gename oogenblikken voor de vroegere coaLtiegenooten 5 Mei. De motie Hiemstra inzake de loonen bij de werkverschaffing in de venen. van welke mo'ie de verwerping tevoren vaststond, bleek zoozeer als louter partij- propaganda bedoeld, dat ook de vrijzinm'g- democrafen zich niet verantwoord achtten om, na de eijfers van Minister Kan, voor te stemmen. Zoodat van sociaal demooa- tische zijdedoelbewust verwachtingen werden opgewekt bij de arme veenbewoners, welker ontgoocheling bij voorbaat verzekerd was. Bij de wetsrntwerpen inzake het zeerecht en de zeebrieven heeft de heer Duys een goede gelegenheid om niet te spreken laten voorbjjgaan en daardoor eenige kostelijke oogenb ikken van vermaak aan de Kamer bezorgd. De heer Duys, die een ijverig student in de rechten is. wdde eens aan juristerij" doen, doch deed ditzooonliandig, dat de Minister weinig moeite had onzen gelach vooral bij den heer Heemskerk, die Minister Douner als ambtenaar zoozeer op den voorarond bracht, was de v. oolijkheid grcot, Gelukkig was de heer Schaper niet *egen- w ordig bij zooveel ^juristerij" van zpn partijgenoot. De heer Van Voorst tot Voorst intrr- pelleerde over het standpunt der Regeering inzake het ver!eenen van steun aan de slachtoffers van den waterst ood. Het succes was nihil, aangezien de Regeerirg geenerlei toezegg'ng wenschte te doen. Na de uit- voerige uiteenzetting van den heer Boissevain, voorzitter van de watersnood-commissie, achtte de interpellant het blijkbaar geraden, geen motie in te dienen. Eveneens zonder motie eindigde de in- terpe.llatie van den heer Heemskerk inzake de Ministerwisseling aan Oorlog en Marine. Beftig heeft de Premier zich hierbjj ge- weerd. Mr. De Geer wil vasthouden aan de samenvoeging van Oorlog en Marine, doch Minister Van Royen bleek tot het inzicht g<-komen, dat Marine een marine- deskundige als hoofd moet hebben, terwijl de dubbele laak van twee Ministeries te beheeren in moeilyke omstand'ghcden van reorganisatie hem op den duur te zwaar scheen voor een man. Het siert den af- getredene dat hp geen sta in der weg wilde zijn, maar met, dat al is het feit van zjjn heengaan minder ver wor.derlijk dan zijn optreden in het KabinttDe Geer. Waarom nu de heer Lambooy werd uit- verkoren Het valt moei'pk te raden omdat de Premier de Colijnsche defersie- politiek aanbangtTnderdaad, het kan verkeerenDe defensiepolitiek van den man van de Vlootwet verdedigd door Mr. De Geer, d:e juist wegens d;e politiek in- dertij d uit het KabinetRuvs de Beerenhrouck is getreden Deanti-revolutionnairen bleken hierover echter allerminst in de wolken Mr. Heemskerk kwam onmiddeliijk in her- inrering brengpii, dat de Colijnsche defen- sippolitiek niet dezelfde is als die der anti revolutioDnairen. Men mag verwachteD, dat dit debat een voortzettirg zal vinden bij de belde Oor logshegrootingen,waa zich hetverbijsterende schouwspel zal voordoen, dat de ultra- militaristen en de ontwapenaars gezamerlpk zullen optrekken. GEEN OVERDREVEN VREES! Het Belgische tractaat. Een Belgisch politicus. die Nederland goed zou kunnen kennen, zeide schrijft het Alg. Hbld. in een onderhoud met een Nederlandsch journalist onlangs: Van de Nederlanders begrijp ik niets meer. Dat verdrag maakt u, geloof ik. dol. Gij verstaat over het algemeen de kunst Europeesch te denken, maar de taal. die gij thans gebruikt, is alles behalve Europeesch. Wanneer de persman over een vaar- dige tong en een goed geheugen heeft be- schikt, dan zal hij hem wel hebben toege- voegd een van die uitlabingen, waaraan Bismarck zijn reputatie als cynicus dankt: Qui parle Europe a tort! Maar daarmede is men van de zaak niet af. Het is inderdaad voor iemand, die meent van de geestesgesteldheid van het eigen volk een voorstelling te hebben, in hooge mate bevreemdend en verheu- gend! dat een vraagstuk van interna- tionale politiek zoo algemeene belangstel- ling wekt als het Belgisch tractaat doet. Dat het onderwerp was van het eerste referaat op het Binnenscheepvaartcongres is daarvan een nieuw symptoom. Het is tevens bewijs van een veel levendiger nei- ging tot nationaal verweer, dan men het met zijn anationaksme soms wat blagee- rende volk zou hebben verwacht. Wij legden den nadruk op het woord natio naal. Immers 't sprookje. dat alleen vrees voor Antwerpens overvleugeling van Rotterdam en angst voor den eigen geld- zak dit verzet zou inspireeren, moge in Belgie in bepaalde kringen opgeld doen. hier weet men, dat er naast het element van concurrentenvrees (dat op zichzelf niet ongerechtvaardigd is)ernstiger en zwaarwichtiger bedenkingen bestaan tegen het tractaat. die met een limiteering van de lasten, die het verdrag ons land direct (slecbts zeer gedeeltelijk ten bate van Nederlandsche belangen) oplegt, niet uit den weg kunnen worden geruimd. Een argument ter verdedugiag van aan- neming van het tractaat wordt met een voorliefde gebezigd, die in de feiten geen rechtvaardiging vindt. naar onze meening. Men zegt: verwerping van dit tractaat ook in den allerzachtsten vorm bijv. van een motie. dae alle Belgische gevoelig- heden poogt te ontzien, zal aan de over- zijde van de Zuidergrens een zeer slech ten indruk maken en de verhouding tus schen de beide landen voor jafen bed.er- ven. Dat argument is door prof. Moresco in een zijner redevoeringen zeer verzwakt door een beroep op antecedenten, maar er is ook nog wel iets anders tegen aan te voeren. Wie in Belgie probeert bierom- trent indrukken te krijgen, zal ongetwij- feld eenige moeite hebben om te antwoor- den, die men hem geeft op n vraag daar- over, tegenover elkaar in het juiste pers- pectief en in de juiste proportie te zien. Ondanks de schrikaanjagende verklarin- gen echter, die ons uit bepaalde, specifiek Antwerpsche, kringen zijn gegeven, Zijn wij toch geneiad met een landgenoot, die de situatie in Belgie door een verblijf van jaren zeer goed kent, aan te nemen, dat men in Belgie, ondanks alle verzekeringen van het tegendeel, een tactvolle terzijde- schuiving van dit verdrag met een duide- lijke mededeeling omtrent de bereidheid tot een andere oplossing der opengevallen profclemen mede te werken, zeer kalm zou opnemen. Stellig, in de ..Neptune" en enkele an dere bladen, die ons land niet zeer goed zijn gezind, zou een geweldig kabaal wor den gemaakt, de heeren Rotsaert c.s. zou- den gedurende eenigen tijd bijval vinden in bladen, wier goed recht en wder taak het is te pogen voor Antwerpen en de mogelijkheden van Antwerpens ontwikke- ling de best mogelijke voorwaarden te helpen scheppen, maar van langen duur zou dat naar alle waarschijnlijkheid niet zijn, zoo werd ons van meer dan een kant verzekerd. Het lijkt ons geloofwaardig. Wat er in het verdrag staat weet ginds ongeveer niemand. Wat het graven van de verlangde ka- nalen met het in het verdrag aangeduide profiei beteekent, stelt vrijwel niemand zich voor. Als men ernstige politici ginds zulke menschen zijn er! wijst op de fantastische plannen, die dit verdrag zou willen zien verwezenlijkt, dan blijkt wel- dra, dat zij van de besprekingen over een interpretatieve nota tusschen de regeerin- gen dingen verwachten, die een nota van dezen aard toch nooit zal kunnen geven, een volledige omwerking van het tractaat in dier voege, dat de verplichtingen onzer- zijds tegenover Belgie blijven binnen de maat der redelijkheid, die den afstand, waardoor wij van Versailles zijn geschei- den, tot een andere heeft gemaakt als zij in 1920 was. Naar onzen indruk, ginds in gesprek- ken met tallooze Belgen opgedaan is ver- spreiding van kennis over het verdrag voldoende om ginds te doen beseffen, dat de Nederlanders die verwerpiag van het tractaat bepleiten, daarvoor althans ste- vige argunmenten hebben. Vandaar tot de erkenning, dat een andere oplossing van de hangende vraag- stukken wenschelijk is, is waarlijk niet zoo'n groote stap. De vrees voor duur- zame' ontstemming ginds lijkt ons dan ook in de feitelijke situatie niet gefundedrd. DE TOESTAND. Donderdagochtend vatte Reuter den stand van zaken in het stakende Engeland satnen in de woorden dat de toestand van de staking vtijwel onveianderd was. Toch is er natuurljjk. schrijft de N. R. Crtwel eenige verander ng. Veranderirg ien goede en ten kwade. De eerste is dat de invloed der vrijwilbge werkkiachten zich steeds meer laat gelden in een uitbreiding van ht-t spoorwegverkeer boven en onder den g ond; dat die vrijwilligers in toenemmd aantal in dienst gesteld worden bij de electrische cent'alen; en dat ook de vrij- wilrge burgerwacht uitgebreid en s'eeds meer voor haar taak tot handhaving der orde oerekend wordt. Vtraiderng in on- guDst gen zin is de te Londen uitgebroken stak ng der taxi-! estuuidcrs. Taxi's sptlen in een metropool als Londen altijd een belargfijke rol, maar vcoial in deze l uiten- gewone omstandigteden. Bp het verijdehn van de p ging om het verfeeer lam te slaan, is de au'o tegenwoordig een machfige bondgenoot. In Engeland hei ft het aantal auto's zich in het vorigfe jaar ontzaglijk uitgebreid en vrjjwel het heele autoverkeer is voor de zaak der regeerir g en tegen de staking gemobilisecrd. De hocderden taxi's die Woecsdag nog door de Lordenscbe straten reden, omdat hun be&tuurders niet aan de staking meededen, zijn r atuurhjk ten eenenmale onvoldce? de voor de 1 ehoef- ten der groote stad. Deze staking zal we licht een aansporing voor bezitters van eigen auto's zijn, om nog tal ijber met aanbiedingen van vrijwillige diensten voor den dag te komen. Dan is er, als andere ongunstige factor, een dre'gement van de vakhewegirg gekomen, om ook de „tweede linie" der arbeiders te mobiliseeren. Be- dreiging dus met uitbreiding der staking en met nog grootcre verlamming van het leven der natie. Joyson Hicks speclde Woensdag in het Lagerbuis een goede troef tegen de ar- beiderspartij uit met zijn aanhalingen nit een vroegere uiteenzetting van Mac-Donald ENSCHE BHMMO v ■MMMMBMMHMNBMMMI Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat de beslissing op het verzoek van A E. UOORNAERT te Ter Neuzen. om yergunnmg tot het priehten van een Smederij met vier electro- motoren, in h£t perceel Kadastiaal bekend Sectie C, No 5922, doov hen is VEh OA At: D, op grond oat nog niet is ingekdmen het bericht van den Hoofd- inspecteur ^an den Arbeid in iiet Xe district te Dordrecht, omtrent het al of niet voldoen der in- richting aan de eischen gesteld, krachtens artikel 6 der Veiligheidswet. Ter Neuzen, 5 Mei 1926. Burgemeester en Wethouders voornoemd ,1. IIUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1