ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 9710,
Vrijdag 7 Mei 926
66e Jaargang
HIKDERWfiT.
uu hit hoopjooideii,
buitenland"^
ABONNEMENTSPRIJS:
BINNEHLAND.
■SfT?®
v tw Neuzen f 1 40 per 3 maanclen - voor ou.ten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post jf>;60 per jaar
Voor t buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post*- Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
lederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
DIt blad verschljnt
JJHII&S'X'Sl IBXj-A-IP
B|
CXXVI.
Ivii*iiuw jo van Ammers-Kuller is een
begaaide romanscihrijfster, die binnen
weinig jaren circa tien romans van betee-
kenis heert geschreven, waarvan,haar
Maake i opgang maakte, terwijl twee
romans aan het tooneelleven gewijd: Het
huis der Vreugden en Jenny Heysten, een
voor - e out :rs ten opzichte van kunst-
lievci dochters waarschuwend werk
zijn. 1 "ans is zeer in trek haar: De Op-
stand een familieroman in drie ge-
in 1840, 1872 en 1922,
I a. k dit haar beste boek,
Ik v ook exnstige bedenkingen
koe omdat zij het maatschappelijk en
h-uise "even in al die drie perioden te
gecluu rd g eekend heeft. Wie deze
rornai! en gaarne voeg ik erbij, dat
ik het boek aanbeveel ondanks zijn ge-
brekt moet voortdurend onthouden, dat
de cU>o< de scheijfster geschilderde toe-
atao- 10 in 1872 misschien hier
of danc z :gekomen, maar dat dit
toed -• e i.eekening is van den
toent h dienden tijdsgeest in de
gego ?s land, Ook dit
ontho-.id :ze sch-rijfster al te wei
nig i i igelegd is, zoodat zij in
menig u fail iou en begaat.
Lodewijk Coornvelt (geboren 1786) is
een Leidsch wolwever, die niets weten
wil van stoommachines noch van spoor-
wegen vader van acht kinderen. Zijn
oudste zoon heeit juist de studie voor
predikat/i beeindigd, is op sexueel gebied
een 1 h ir, maar wordt ten slotte
hofp' m De viij gore aardigheid hem
dit te Jar. n wc>i den, had de schrijfster
zichzelf moeten besparen.
Eve :oo in het tweede deel schildert
zij a Is tyi van een theologisch student
een heerschap, dat na vijf jaar te hebben
geboeme d nog zijn eerste examen doen
moet, nu wetende blijkbaar,' dat zoowel
oudtijds als thans zulk een sujet allang het
consilium aibeu (den raad de studie te
staken) zou hebben gekregen. Van een
besrhaafde vrouw mocht worden ver-
wacht, dat zij had nagelaten zoo'n narig-
heid aan onzen predikantsstand aan te
wrijven.
Coornvelt neemt in zijn huis een nichtje
op, dochter van zijn zuster Anna, die er
indertijd met een Eranschman van door-
gegaan was. Hij wil dit meisje, dat haar
edge a brood ais modiste kan verdienen.
dwr r>Vi om te leven volgens zijn ouder-
wetsi eu b .ciompen opvattingen. Tege-
lijk verbiedt hij aan zijn oudste dochter
Keeji'ije een veti iving met den zoon van
een concurrent-wolwever, die zoo ver-
standig is de stoommachine in te voeren.
Het chtje siookt de dochter op om er
met haar geliefde van door te gaan.
maar deze is daarvoor te weiniq flink.
W :,m er i hen een jonger zoon en het
•ntchije een flirtation is begonnen, onder-
dru« i Coornvelt dit, waarop het nichtje
ops.andig' wordt, het huis ontvlucht en
haar eigen brood gaat verdienen. Later
erft zij van een vriendin een flink kapitaal
en gaat zich dan wijden aan de vrouwen-
emancipatie, wordt o.a. redactrice van een
blad. Keejetje, die haar opstandigheid
opgeeft, wordt door haar vader gedwon-
gen te huwen met een jong geneesheer
vVijsman. van wien zij een afschuw heeft,
omdai nij altijd bloederige verhalen ver-
t^r'' ^"en ion9ere dochter huwt met een
officier, die zich vergist heeft in de rijk-
dom der familie, zoodat deze later in vrij
armeiijke omsiandigheden leven moet.
Een zoon Abraham verslingert zich aan
een deerne, wier onechte kinderen hij
later wettigt, Een andere zoon David,
clubgenoot van Nicolaas Beets, leeft als
student in de rechten een pretleven, wiens
onbehoorlijke uitstapjes door den vromen
vader gaarne door de vingers worden ge~
zien. Deze wordt later professor te Lei
den, en maakt zelfs eenigen kans op een
ministerschap.
In het eerste deel, spelend in 1840.
wordt in 170 bladzijden een zedenschilde-
ring gegeven, hoe het nu bijna 100 jaar
geleden toeging in een notabel stadsgezin.
Het toenmalige leven wordt zeer zeker
op voortreffelijke wijze uitgebeeld, hoewel
het mij voorkomt, dat de oude Coornvelt,
due ondanks zijn bekrompen opvattingen
toch een sympathiek man is, soms al te
gechargeerd is voorgesteld.
In het iets korter tweede deel (150
warden de lotqevallen der te vertoonen als naaktdanseres
andere dochter wil haar schitterende po-
sitie opofferen uit een gedesillusioneerde
geblaseerdheid, maar gelukkig komt te
juister tijd uit Indie een jongmensch terug
voor wien zij genegenheid koestert.
Zoo schildert de schrijfster, hoe in drie
Louis, die zicn aansiuu oij ue vcu- perioden, 1840 1872 en 1922, de kinderen
maais nog zeer jeUgdige socialistische be- opstandig worden. teg-J hun ouders, om-
weging en die daardoor veroorzaakt, dat dat de denkbeelden van het jonge ge-
aan zijn vader het ministerschap ontgaat, slacht botsen met die van het vorige. n
terwijl zijn dochter Clara tegen haar
bladzijden)
gehuwde kinderen circa 1872 en de denk
beelden hunner kinderen verhaald. Hier
zijn veel meer ,,opstandigen" in aanwezig.
Professor David, gehuwd met een zeer def-
tige en rijke dame, die door schoonvader-
lijken invloed hoogleeraar werd, heeft een
zoon Louis, die zich aansluit bij de toen-
studien opgeven om zich in het buitenland jurist parlementair in zgn hemd te laten
iktdanseres, weer een I s aan. Onder daverend gelach der Kamer,
ouders wil in de armenwijken Hlar.thro
pischen arbeid gaat verrichten.
De wolweverij thans bestuurd door de
ooms Abraham en Nicolaas (ongehuwd)
is gemoderniseerd. Tusschen Abraham s
zoon Hein, die een weinig beschaafd man
is en de aristocratische Clara ontspint
zich een liefde, die met een scheiding ein-
digt, wanneer Hein van zijn vader en oom
zeJkere hervormingen, die hij ten bate van
het fabriekspersoneel invoeren wil, niet
kan verkrijgen. Dan wordt ook hij op
standig, vertirekt naar Engeland, alwaar
hij met een andere vrouw huwt.
Wanneer de dochters van den officier
Berkhout, gehuwd met Sara Coornvelt,
na haar vaders dood onverzorgd achter-
blijven, bieden de ooms aan haar te on-
derhouden, maar dan moeten zij een oude
zure ongehuwde tante Naatje, die vol-
strekt ongenietelijk is, in haar huis op-
nemen. Dan worden ook deze meisjes
tegen haar moeder en ooms ,,,opstandig"
en besluiten om haar eigen brood te gaan
verdienen. De oudste, reeds verloofd met
luitenant Immerzeel, wil muzieklessen
geven, twee willen het modiste-vak uit-
oefenen, waartoe zij ten voile bekwaam
zijn, de jongste wil zich bekwamen voor
onderwijzeres. De ouders van den luite
nant zijn hierover zoo vexontwaardigd,
dat de verloving wordt verbroken. Ver-
makelijk is de schildering van Naatje, die
bij de Berkhouts komt om ex genadebrood
te eten, als zij verneemt, dat de meisjes
haar eigen brood willen verdienen:
,,Liever terug naar Abrahams huis, naar
Sientjes heerschzucht en het geplaag en
het gesar van de kinderen, dan hier te
moeten wonen, waar de eerste plichten
van de vrouwen, die van ingetogenheid
en onderwerping, met voeten werden ge-
treden. Liever op den tochtigen zolder bij
Abraham dan in een woning, die de
schande zou dragen van een bord waarop
stond: Mantels en Japonnen".
Ook dr. Wijsman heeft een „opstan-
dig" kind, ni. zijn dochter Elise,
die niets weten wil van een huwelijk,
maar besluit tegen den ouderlijken wil te
gaan studeeren in de geneeskunde. Zij
wordt een der eerste vrouwelijke studen-
ten in dit vak later wordt zij een be-
roemde vrouwen-dokter, directrice van
een ziekenhuis Haar lotgevallen wor
den het uitvoerigst geteekend en van haar
wedervaren als studente wordt een en
ander medegedeeld. Helaas mevrouw van
Ammers (notabene gehuwd met een ge-
studeerd man) is*van het vroeger studen-
tenleven minder goed op de hoogte. Zij
spelt sommige vaktermen fout. De man-
nelijke studenten worden voorgesteld als
een troep onbeschofte rekels, die de eenige
vrouwelijke student als een ..blauwkous"
hoonen. Uit de ..levensherinneringen"
van dr. Alett'a Jacobs, onze eerste vrou
welijke geneeskundige, een fraai boek,
dat heel wat interessants bevat over de
geschiedenis der vrouwenbeweging tij-
de-ns de laatste halve eeuw, blijkt
veeleer, dat het gedrag harer mede-
studenten tegenover hiar niets te wen-
schen overliet. Integendeel zijn de aller-
eerste vrouwelijke studenten, althans voor
zoover mij bekend, steeds met groote
hoffelijkheid bejegend. Jammer is, dat de
schrijfster, die van een zoo hoogstaand
man als Nicolaas Beets al te weinig be-
grepen heeft, misbruik gemaakt heeft van
een indertijd gehouden lezing over:
Vrouwenemancipatie. Immers in die
lezing verzet Beets zich tegen een emanci-
pabie van de gehuwde vrouw, terwijl het
hier de vraag was of het ongehuwde
meisje het recht had om op gepaste wijze
haar eigen brood te verdienen. Ook is bet
zeker onjuist, dat hier de voorstelling ge
geven wordt, alsof men in dergelijke
Leidsche kringen het afkeurde als meisjes
dat deden. In d'ienzelfden tijd waren er
reeds heel wat meisjes uit den goeden bur-
gerstand, die haar eigen brood bij het on-
derwijs verdienden (o.a. mijn eigen moe
der en twee tantes) en dergelijke arbeid
werd volstrekt niet afgekeurd. Integen
deel genoten zulke meisjes de algemeene
achting.
Het derde deel (130 bladzijden) schil
dert een gezin uit onzen tijd (1922), al
waar de moeder, een advocate, lid der
Tweede Kamer is. Haar echtgenoot, die
indertijd het erg prettig vond, dat hij zoo'n
knappe vrouw had, wordt haar, in zijn
huwelijk teleurgesteld, ontrouw met een
jeugdig Engelsch nichtje, een geraffineerd
modern meisje. Ook hij heeft enkele op-
standige kinderen. O.a. een zoon, die be-
koord wordt door anarchistische Russi-
sche denkbeelden en nu de bolsjewistische
theorieen irr de fabriek van zijn vader wil
toepassen, een andere zoon heeft op on-
beschaamde wijze een liaison met een
jonggehuwde vrouw, een dochter wil haar
zijn geheel genomen is haar boek alleszins
de moeite van het lezen waard. Misschien,
omdat ik reeds tot de oudexen behoor,
heeft mii de teekening van het tegenwoor-
dige jonge geslacht (waarvan er in Den
Haag en omstreken blijkbaar heel wat
zijn) min of meer verschrikt. Maar ik
voeg erbij: zulke buitensporige moderne
jongelui vimdt men gelukkig niet, hopen-
lijk nooit, in gezinnen, alwaar een reli-
gieuze geest de zeden beheerscht.
T. g. T.
Parlementair Dagboek van Insider.
4 Mei.
Hefc is een trieste werkelijkheid, de nood
in de Drentsche veenstreken, maar het debat
was zoo mogelijk nog truster. Want het
droop weer - an de politiek in den slechten
zin dts woords. Wij laten nu daar, dat
de communist kans zag, van Drenthe naar
Sovjet Rutland over te springen (alsof in
d- zen heiistaat geen werkloosheid bestaat,
alsof de werklooz^n daar wel „vol loon"
krijgen Wij lateD ook d ar, dat de in-
terpellant, de heer Hiemstra, vo r geen
rede vatbaar bbek en toch een motie in-
dicnde tot erhoogmg van de loonnoimen
bg de van Rijkswege gesubsidieerde werk-
verschaffingen, we ke motie zelfs den vrij-
zinnigen-deiuocraten te ver ging. Maar
wel is het droevig. dat de heer Duys h<t
oir aar acbtte, een dav ret d poiitiek tour-
nooi te houden door een reli tje op touw
te zetten tegen de an i r volutkmnairen,
waarij kuipsels vaa j^xen lier en allerlei
gr fhtden als argumenten dienst moesten
doen. To<-n de heer Duys de anti revi lu-
tionnairen verwet t, dat zij indertijd op drie
kwartier afstands van de veenstreken (Assen)
feadden zitten te redeneeren over de quaestie
Dr. Gee kerken, greep de Voo< zitter terecht
in en verbood den heer Duys op heftigen
toon op deze wijze veer* te gaan m dit
debat Komisch deed het aan, toen de heer
Ketelaar danrna zijn rede a<nviDg met de
opmerking, da> het hem ve oor;oofd mocht
zijneven naar de Drentsche venen
terug te keeren
Ad rem was ra al deze krachttermen
zeer zeker de opmerking van Minister Kiio,
dat hij meende, dat in deze Kamer daden
altijd meer dan woordsn hadden gegolden.
Toch bleek de Minister zeer onaangenaam
getroffen door het feit. dat hem van socia
listische zijde cynisme was verweten. En
inderdaad, we onbevangen nagaat wat de
Minister sedert zjjn optreden reeds heeft
gedaan, m et ge^oelen hoe onbillijk dit
v rwijt was. De heer All arda, die het
blijkbaar voor den hter Duijs weer wat
w lde go dmaken, kwam dan ook aanstonds
zijn woorden aanmerkelijk verzachten.
In de avondvergaderiug kwam bij de
afdeeling Lager Oi derwijs van de Onder-
wijsbegrooting r<atuurlijk het geheele
onderwijzende gedeelte der Kamer in actie.
Midden in de belaDgstellirig stond natuur-
lijk de Staatscommissie, welke de Regeering
op aardrang van den Vrijheidsbond bereid
is in te stellen, welke commissie een
ondFrzo<k zal instellen naar minder kost-
bare toepassing van de onderwijspacificatie
met de volledige handhaving van de be-
ginselen daarv an. Laat in den nacht kwam
de Minister vertellen hoe hij zich in den
loop van zaken voorstelt. Buiten het kader
der gewor e besprekingen viel de rede van
Ds. Lingbeek, wiens nachtrust verstoord
wordt door het feit, dat een bHangrijk
bedrag der onderwjjzers-alarissen naar de
kloosterkassen gaat. Het waren geen aan-
gename oogenblikken voor de vroegere
coaLtiegenooten
5 Mei. De motie Hiemstra inzake de
loonen bij de werkverschaffing in de venen.
van welke mo'ie de verwerping tevoren
vaststond, bleek zoozeer als louter partij-
propaganda bedoeld, dat ook de vrijzinm'g-
democrafen zich niet verantwoord achtten
om, na de eijfers van Minister Kan, voor
te stemmen. Zoodat van sociaal demooa-
tische zijdedoelbewust verwachtingen werden
opgewekt bij de arme veenbewoners, welker
ontgoocheling bij voorbaat verzekerd was.
Bij de wetsrntwerpen inzake het zeerecht
en de zeebrieven heeft de heer Duys een
goede gelegenheid om niet te spreken laten
voorbjjgaan en daardoor eenige kostelijke
oogenb ikken van vermaak aan de Kamer
bezorgd. De heer Duys, die een ijverig
student in de rechten is. wdde eens aan
juristerij" doen, doch deed ditzooonliandig,
dat de Minister weinig moeite had onzen
gelach
vooral bij den heer Heemskerk, die Minister
Douner als ambtenaar zoozeer op den
voorarond bracht, was de v. oolijkheid grcot,
Gelukkig was de heer Schaper niet *egen-
w ordig bij zooveel ^juristerij" van zpn
partijgenoot.
De heer Van Voorst tot Voorst intrr-
pelleerde over het standpunt der Regeering
inzake het ver!eenen van steun aan de
slachtoffers van den waterst ood. Het succes
was nihil, aangezien de Regeerirg geenerlei
toezegg'ng wenschte te doen. Na de uit-
voerige uiteenzetting van den heer Boissevain,
voorzitter van de watersnood-commissie,
achtte de interpellant het blijkbaar geraden,
geen motie in te dienen.
Eveneens zonder motie eindigde de in-
terpe.llatie van den heer Heemskerk inzake
de Ministerwisseling aan Oorlog en Marine.
Beftig heeft de Premier zich hierbjj ge-
weerd. Mr. De Geer wil vasthouden aan
de samenvoeging van Oorlog en Marine,
doch Minister Van Royen bleek tot het
inzicht g<-komen, dat Marine een marine-
deskundige als hoofd moet hebben, terwijl
de dubbele laak van twee Ministeries te
beheeren in moeilyke omstand'ghcden van
reorganisatie hem op den duur te zwaar
scheen voor een man. Het siert den af-
getredene dat hp geen sta in der weg wilde
zijn, maar met, dat al is het feit van zjjn
heengaan minder ver wor.derlijk dan zijn
optreden in het KabinttDe Geer.
Waarom nu de heer Lambooy werd uit-
verkoren Het valt moei'pk te raden
omdat de Premier de Colijnsche defersie-
politiek aanbangtTnderdaad, het kan
verkeerenDe defensiepolitiek van den
man van de Vlootwet verdedigd door Mr.
De Geer, d:e juist wegens d;e politiek in-
dertij d uit het KabinetRuvs de Beerenhrouck
is getreden Deanti-revolutionnairen bleken
hierover echter allerminst in de wolken
Mr. Heemskerk kwam onmiddeliijk in her-
inrering brengpii, dat de Colijnsche defen-
sippolitiek niet dezelfde is als die der
anti revolutioDnairen.
Men mag verwachteD, dat dit debat een
voortzettirg zal vinden bij de belde Oor
logshegrootingen,waa zich hetverbijsterende
schouwspel zal voordoen, dat de ultra-
militaristen en de ontwapenaars gezamerlpk
zullen optrekken.
GEEN OVERDREVEN VREES!
Het Belgische tractaat.
Een Belgisch politicus. die Nederland
goed zou kunnen kennen, zeide schrijft
het Alg. Hbld. in een onderhoud met
een Nederlandsch journalist onlangs:
Van de Nederlanders begrijp ik niets
meer. Dat verdrag maakt u, geloof ik.
dol. Gij verstaat over het algemeen de
kunst Europeesch te denken, maar de taal.
die gij thans gebruikt, is alles behalve
Europeesch.
Wanneer de persman over een vaar-
dige tong en een goed geheugen heeft be-
schikt, dan zal hij hem wel hebben toege-
voegd een van die uitlabingen, waaraan
Bismarck zijn reputatie als cynicus dankt:
Qui parle Europe a tort!
Maar daarmede is men van de zaak niet
af. Het is inderdaad voor iemand, die
meent van de geestesgesteldheid van het
eigen volk een voorstelling te hebben, in
hooge mate bevreemdend en verheu-
gend! dat een vraagstuk van interna-
tionale politiek zoo algemeene belangstel-
ling wekt als het Belgisch tractaat doet.
Dat het onderwerp was van het eerste
referaat op het Binnenscheepvaartcongres
is daarvan een nieuw symptoom. Het is
tevens bewijs van een veel levendiger nei-
ging tot nationaal verweer, dan men het
met zijn anationaksme soms wat blagee-
rende volk zou hebben verwacht. Wij
legden den nadruk op het woord natio
naal. Immers 't sprookje. dat alleen vrees
voor Antwerpens overvleugeling van
Rotterdam en angst voor den eigen geld-
zak dit verzet zou inspireeren, moge in
Belgie in bepaalde kringen opgeld doen.
hier weet men, dat er naast het element
van concurrentenvrees (dat op zichzelf
niet ongerechtvaardigd is)ernstiger en
zwaarwichtiger bedenkingen bestaan
tegen het tractaat. die met een limiteering
van de lasten, die het verdrag ons land
direct (slecbts zeer gedeeltelijk ten bate
van Nederlandsche belangen) oplegt, niet
uit den weg kunnen worden geruimd.
Een argument ter verdedugiag van aan-
neming van het tractaat wordt met een
voorliefde gebezigd, die in de feiten geen
rechtvaardiging vindt. naar onze meening.
Men zegt: verwerping van dit tractaat
ook in den allerzachtsten vorm bijv. van
een motie. dae alle Belgische gevoelig-
heden poogt te ontzien, zal aan de over-
zijde van de Zuidergrens een zeer slech
ten indruk maken en de verhouding tus
schen de beide landen voor jafen bed.er-
ven.
Dat argument is door prof. Moresco in
een zijner redevoeringen zeer verzwakt
door een beroep op antecedenten, maar er
is ook nog wel iets anders tegen aan te
voeren. Wie in Belgie probeert bierom-
trent indrukken te krijgen, zal ongetwij-
feld eenige moeite hebben om te antwoor-
den, die men hem geeft op n vraag daar-
over, tegenover elkaar in het juiste pers-
pectief en in de juiste proportie te zien.
Ondanks de schrikaanjagende verklarin-
gen echter, die ons uit bepaalde, specifiek
Antwerpsche, kringen zijn gegeven, Zijn
wij toch geneiad met een landgenoot, die
de situatie in Belgie door een verblijf van
jaren zeer goed kent, aan te nemen, dat
men in Belgie, ondanks alle verzekeringen
van het tegendeel, een tactvolle terzijde-
schuiving van dit verdrag met een duide-
lijke mededeeling omtrent de bereidheid
tot een andere oplossing der opengevallen
profclemen mede te werken, zeer kalm zou
opnemen.
Stellig, in de ..Neptune" en enkele an
dere bladen, die ons land niet zeer goed
zijn gezind, zou een geweldig kabaal wor
den gemaakt, de heeren Rotsaert c.s. zou-
den gedurende eenigen tijd bijval vinden
in bladen, wier goed recht en wder taak
het is te pogen voor Antwerpen en de
mogelijkheden van Antwerpens ontwikke-
ling de best mogelijke voorwaarden te
helpen scheppen, maar van langen duur
zou dat naar alle waarschijnlijkheid niet
zijn, zoo werd ons van meer dan een kant
verzekerd.
Het lijkt ons geloofwaardig.
Wat er in het verdrag staat weet ginds
ongeveer niemand.
Wat het graven van de verlangde ka-
nalen met het in het verdrag aangeduide
profiei beteekent, stelt vrijwel niemand
zich voor. Als men ernstige politici ginds
zulke menschen zijn er! wijst op de
fantastische plannen, die dit verdrag zou
willen zien verwezenlijkt, dan blijkt wel-
dra, dat zij van de besprekingen over een
interpretatieve nota tusschen de regeerin-
gen dingen verwachten, die een nota van
dezen aard toch nooit zal kunnen geven,
een volledige omwerking van het tractaat
in dier voege, dat de verplichtingen onzer-
zijds tegenover Belgie blijven binnen de
maat der redelijkheid, die den afstand,
waardoor wij van Versailles zijn geschei-
den, tot een andere heeft gemaakt als zij
in 1920 was.
Naar onzen indruk, ginds in gesprek-
ken met tallooze Belgen opgedaan is ver-
spreiding van kennis over het verdrag
voldoende om ginds te doen beseffen, dat
de Nederlanders die verwerpiag van het
tractaat bepleiten, daarvoor althans ste-
vige argunmenten hebben.
Vandaar tot de erkenning, dat een
andere oplossing van de hangende vraag-
stukken wenschelijk is, is waarlijk niet
zoo'n groote stap. De vrees voor duur-
zame' ontstemming ginds lijkt ons dan ook
in de feitelijke situatie niet gefundedrd.
DE TOESTAND.
Donderdagochtend vatte Reuter den stand
van zaken in het stakende Engeland satnen
in de woorden dat de toestand van de
staking vtijwel onveianderd was. Toch is
er natuurljjk. schrijft de N. R. Crtwel
eenige verander ng. Veranderirg ien goede
en ten kwade. De eerste is dat de invloed
der vrijwilbge werkkiachten zich steeds
meer laat gelden in een uitbreiding van
ht-t spoorwegverkeer boven en onder den
g ond; dat die vrijwilligers in toenemmd
aantal in dienst gesteld worden bij de
electrische cent'alen; en dat ook de vrij-
wilrge burgerwacht uitgebreid en s'eeds
meer voor haar taak tot handhaving der
orde oerekend wordt. Vtraiderng in on-
guDst gen zin is de te Londen uitgebroken
stak ng der taxi-! estuuidcrs. Taxi's sptlen
in een metropool als Londen altijd een
belargfijke rol, maar vcoial in deze l uiten-
gewone omstandigteden. Bp het verijdehn
van de p ging om het verfeeer lam te slaan,
is de au'o tegenwoordig een machfige
bondgenoot. In Engeland hei ft het aantal
auto's zich in het vorigfe jaar ontzaglijk
uitgebreid en vrjjwel het heele autoverkeer
is voor de zaak der regeerir g en tegen de
staking gemobilisecrd. De hocderden taxi's
die Woecsdag nog door de Lordenscbe
straten reden, omdat hun be&tuurders niet
aan de staking meededen, zijn r atuurhjk
ten eenenmale onvoldce? de voor de 1 ehoef-
ten der groote stad. Deze staking zal
we licht een aansporing voor bezitters van
eigen auto's zijn, om nog tal ijber met
aanbiedingen van vrijwillige diensten voor
den dag te komen. Dan is er, als andere
ongunstige factor, een dre'gement van de
vakhewegirg gekomen, om ook de „tweede
linie" der arbeiders te mobiliseeren. Be-
dreiging dus met uitbreiding der staking
en met nog grootcre verlamming van het
leven der natie.
Joyson Hicks speclde Woensdag in het
Lagerbuis een goede troef tegen de ar-
beiderspartij uit met zijn aanhalingen nit
een vroegere uiteenzetting van Mac-Donald
ENSCHE
BHMMO
v ■MMMMBMMHMNBMMMI
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat de beslissing op het verzoek van
A E. UOORNAERT te Ter Neuzen. om yergunnmg
tot het priehten van een Smederij met vier electro-
motoren, in h£t perceel Kadastiaal bekend Sectie
C, No 5922, doov hen is VEh OA At: D, op grond oat
nog niet is ingekdmen het bericht van den Hoofd-
inspecteur ^an den Arbeid in iiet Xe district te
Dordrecht, omtrent het al of niet voldoen der in-
richting aan de eischen gesteld, krachtens artikel
6 der Veiligheidswet.
Ter Neuzen, 5 Mei 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
,1. IIUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.