TsrUeosaasclie Courant
Woensdag 5 Mei 1926. No. 7909.
^WBIllDll BXtA-ID
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
TAN
Vergadering van Donderdag 22 April 1926,
des namiddags 2 uur.
(2. Slot.)
2. Verhooging der subsidie aan de Indu
strie- en Huishoudschool te Middelburg.
Bij de vaststelling der begrooting voor 1926
wend ten behoeve van den athier van wege de
vereemging „Huipbeboon door samenwerking"
met medewerkinig der Middelbungsche Indus
trie- en Huisihoudschool ingerichte naai- en
knipcursussen enz. uitgetrokken een subsidie
van 200. Blijkens eene van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ontvan
gen missive moet de genieente, ingevolge. art.
25 der Nij.verheidswet 30 der nettokosten
bijdragen en zijn deze voor 1926 op 400 ge-
raamd.
In verband hiermede stellen burgemeester en
wethouders voor de subsidie te verhoogen met
200.
Met dit voorstel houdt verband het wolgende:
3. Verhooging der huur van het voormalige
politiebureau aan de Middelburgsche
Industrie- en Huishoudschool.
Burgemeester en wethouders overwegende,
dat de subsidie welke aan de alhier gevestigde
afdeeling der Industrie- en Huishoudschool te
Middelburg verleend wordt, verhoogd is met
een bedrag van 200;
dat dit besluit genomen is, omdat artikel 25
der Nijverheidsonderwijswet voorschrijft, dat
door de gemeente 30 in de netto-kosten moet
warden bijgedragen;
(kit een bedrag van 400 voor deze school
eohter te hoog is, aangezien het belang dat de
gemeente er bij heeft, daar niet tegen opweegt;
dat aan meergienoemde school verhuurd
wordt het voownalig politae-bureau voor een
bedrag van 50 per jaar;
dat het biLlijk is deze huursom ,te verhoogen
met een gelijk bedrag als de subsidie;
dat alsdan voldaan is aan de bepalingen der
Nijvenheidsonderwij swet en de gemeente geen
frnancieel nadeel heeft;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wetlhouiders;
Stellen voor te besluiten:
de som waarvoor aan de in deze gemeente
gevestigde afdeeling der Industrie- en Huis
houdschool te Middelburg verhuund wordt het
voormalig politie-bureau te verhoogen met
twee honderd gulden (/200), alzoo te bepalen
op twee honderd vijftig gulden 250) en zulks
met ingang van 1 Januari 1926:
De heer D. SCHEELE wil deze twee voor
stellen als een geheel beschouwen. Hij acht het
zeer verstanddg van burgemeester en wethou-
ders, dat zij, waar zij eenerzijds de subsidie
verhoogen, anderzijds voorstellen dat bedrag
weer terug te krijgen. Dooh er zit muziek in
die kwestie en hij kan er niet voor stemmen.
Hrj meent dat, indien het bestuur der vereeni-
ging een school had willen inrdchten op grond
van de Nij.verheidswet, zij eerst eens bij den
raad had behooren aan te kloppen om te ver-
nemen of deze daarmede accoord ging. Het
gaat z.i. toch niet aan, dat men maar tot zulke
dingen besluit, om later de gemeente voor de
kosten te laten opdraaien. Het komt hem voor
dat de gemeenteraad zelf moet beslissen hoe
het gaan zal.
De heer GEELHOEDT vraagt hoeveel leer-
lingen die school telt.
De VOORZITTER antwoordt, dat er 55 zijn
ingeschreven, waarvan 11 van buiten de ge
meente. Hij wil meteen nog eenige inlichtingen
verstrekken. Deze zaak is feitelijk van liever-
lede gegroeid, zooals ze thans is. Het lag aan-
vankalij'k in de bedoeling op zeer eenvoudige
wij«e een naaieursus te beginnen, waarvoor
medewerking werd - verkregen van de Middel
burgsche Industrie- en Huishoudschool, die een
leerares zond. Door veranderde omstandig-
heden is die cursus nu evenwel gevallen onder
de bepalingen der Nijverheidswet en daaraoor
ook onder de bepalingen, dat de gemeente 30
moet bijdragen in de kosten. De gemeente zal
nu echter niet duurder uit zijn, daar burge
meester en wetthouders ook voorstellen de huur
voor het lokaal met f 200 te verhoogen, het-
geen billijk is, daar de huur het gebouw in aan-
merking nemende veel te laag is. Indien men
let op de bedragen, die door de gemeente voor
leerlingen, die in andere plaatsen de nijver-
heidsschool bezoeken moet betaald worden, b.v.
de aeevaartschool te Vlissingen, is het thans
gevraagde bedrag zeer billijk. Indien slechts
f9 per leerling moest worden betaald zou dit
reeds op 396 komen, terwijl het nu feitelijk
maar op f 150 komt. Deze zaak wordt aldus op
de raeest reeele manier behandeld.
De heer GEELHOEDT vraagt of de gemeen
te ook nog wat terugkrijgt van andere gemeen-
ten wegens de leerlingen die uit die gemeenten
de school bezoeken.
De VOORZITTER veronderstelt, dat Middel
burg daarvoor zal moeten zorgen.
De heer HAMELINK gelooft toch niet, dat
deze inrichtdng er z6o voor staat als de am-
bachtsschool, want dan zou de raad er zich niet
over hebben uit te spreken. Dan werd de post
eenvoudig op de begrooting gebraoht. Nu kan
er een regeling gevonden zijn, waardoor de
gemeente er weinig nadeel van heeft, maar hij
meent, dat de gemeente toch ook het school-
geld van die leerlingen van elders zou behooren
te krijgen. De gemeente zal nu toch iets duur
der uit zijn, daar ze toch ook de 30 van die
verhoogde huur moet betalen. Een andere
vraag is: levert. de school veel nut op? Voor
het oogenblik zal hij zich niet tegen het voor
stel verzetten.
De VOORZITTER merkt op, dat het bestuur
der vereeniging zach niet zoo maar heeft aan-
gematigtdeze regeling op eigen hand te tref-
fen. Zooals hij reeds uiteenzette is deze door
omstandigheden zoo geworden, buiten de be
doeling van het be-stuur. Er kan getraeht wor
den van de gelden van leerlingen uit andere ge
meenten een deel terug te ontvangen.
Beide voorstellen worden aangenomen met
11 stemmen tegen 1.
Voor stemmen de heeren Van Driel, Van
Dijke, Van Riet, De Jager, Van Aken, Van Cad-
sand, Geelhoedt, R. Scheele, Verlinde, Colsen
en Hamelink; flbgen stemt de heer D. Scheele.
4.
Beeindigen huur van den kelder onder
de muziektent.
Naax aanleiding van een sohrijven van I.
Scheele, waarin deze te kennen geeft, dat hij
de overeenkomst van 4 Mei 1922, waarbij hem
de ruimte onder de muziektent werd verhuurd
wenscht te beeindigen, en dat deze bergplaats
reeds omstreeks half Maart 1.1. was ontruimd,
stellen burgemeester en wethouders voor on
der intrekking' van het vroeger genoimen be
sluit de overeenkomst te doen eindigen ingaan-
de 13 Maart 1926.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
5. Vaststellen rooilijn te Sluiskil.
Naar aanleiding van een schrijven van P. F.
Pieters, te Sluiskil, die daarin te kennen geeft,
dat hij op zijn perceel bouwgrond, kadastraal
in deze gemeente bekend sectie G, no. 2020, ge-
legen in den Koegorspolder, langs den kanaal-
dijk nabij de Blikstraat, een woonhuis wenscht
te bouwen, dooh ter plaatse geen rooilijn is
aangegeven, stellen burgemeester en wethou
ders voor, overwegende, dat het wenschelijk is
een rooilijn vast te stellen tusschen den ver-
vallen spoorbaan en de Blikstraat, ten Oosten
van den Oostelijken kanaaldijk, met intrekking
van het raadsbesluit van 11 Juni 1914 die rooi
lijn vast te stellen zooals op de bij dit besluit
behoorende teekening met rood is aangegeven.
De lijn is voor het gedeelte waar reeds wo-
ningen zijn gebouwd getrokken op 5 M. uit de
as van den weg langs den kanaaldijk en voor
het vendere gedeelte tot de Blikstraat 8 M.
De heer VAN CADSAND vraagt, of het ter
plaatse waar de woningen staan geen 3 M.
zou kunnen zijn.
De VOORZITTER antwoordt'ontkennend, in
verband met plannen die voor de toekomst
worden gekoesterd om de voor de perceelen ge-
legen sloot te dempen en te rioleeren.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
6. Bestemmen van grond voor aanleg van
een straat te Driewegen.
Burgemeester en wethouders, overwegende
dat het in het belang der stelselmatige bebou-
wing- gewenscht is, te verbieden, dat gebouwen
worden gebouwd op grond welke in de naaste
toekomst voor den, aanleg van eene straat, eene
gracht of een plein is bestemd, stellen voor te
besluiten, dat de grond op de bij dit voorstel
behoorende teekening in groen aangegeven, aan
te wijzen als bestemd voor den aanleg eener
straat.
Dit voorsitel betreft het projecteeren eener
straat in den Oud Zevenaarpolder nabij Drie
wegen.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
7. Opnieuw vaststellen
Driewegen.
eener rooilijn te
Burgemeestei' en wethouders, overwegende
dat het wenschelijk is een rooilijn vast te stel
len aan den weg, loopende van Driewegen langs
den weg van den Hoogen Dijk tot de Oud Ze-
venaarpolderstraat II en verder langs bedoel-
de straat over de voile lengte, stellen voor te
besluiten die rooilijn vast te stellen zooals op
de bij dit voorstel behoorende teekening in
rood is aangegeven.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
8. Afwijking van art. 10 der Bouwverorde-
ning.
In verband met ingekomen verzoeken stel
len burgemeester en wethouders voor:
a. afwijking toe te staan van art. 10 der
Bouwverordening aan P. F. de Bakker, voor
het bouwen van een keuken achter zijne wo-
raing op het perceel kadastraal bekend in sec-
tie L no. 1659, gelegen aan het Nieuwediep,
no. 105, op grond dat door deze verbouwing de
toetreding van licht en lucht niet wordt be-
lemmerd;
b. afwijking toe te staan van den eisch ge-
steld in art. 10 der Bouwverordening aan J.
Bonte, voor het bouwen van eene bakkerij met
bijkeuken achter zijn woon- en winkelhuis op
de perceelen kadastraal bekend in sectie L nos.
1557 en 2216, gelegen aan de Dijkstraat no. 37,
uit overweging, dat de toetreding van licht en
lucht door dezen bouw niet wordt belemmerd.
Als voorwaarde wordt evenwel gesteld, dat het
doorziehtig glasoppervlak in de ramen van het
nieuwe raamkozijn in de achterkamer niet min
der mag zijn, dan het een zesde gedeelte van de
vloeroppervlakte van deze kamer en dat voor
den bouw nadere eischen zullen worden gesteld
voor de werken welke op- of boven het ge-
meenteriool worden aangebracht.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
9. Vaststelling vermenigvuldigingscijfer
belastingjaar 1926/27.
Burgemeester en wethouders geven het vol-
gende te kennen:
In het voorstel tot vaststelling van den fac
tor voor het belastingjaar 1924/25 op 1, is
door ons de opmerking gemaakt, dat eene da-
ling van het belastbaar inkomen te verwach-
ten was, zoodat de factor hooger dan 1 zou
moeten worden gesteld, wanneer er geen bij-
zondere ontvangsten kwamen (zie raadsnotu-
len van 27 Maart 1924, punt 13).
Thans blijkt, dat het belastbaar inkomen
sedert het belastingjaar 1924/25 van f 3.365.000
is terugigeloopen op 2.685.000. Het zal U
duidelijk zijn, dat in verband hiermede, de fac
tor voor 1926/27 verhoogd moet worden.
Het belastingjaar 1925/26 zal opbrengen
118.000, hierbij te rekenen op 13.000 kwade
posten, blijft zuiver 105.000. Hiervan komt
2/3 ten bate van het dienstjaar 1925, dus
f 70.000 en de rest of 35.000 ten bate van
1926.
Voor 1926 is de opbrengst geraamd op
157.500. Hiervan is dus 35.000 reeds ge
vonden, zoodat de belasting over 1926/27 in
1926 f 147.500 35.000 112.500 moet
opbrengen. D.i. 2/3 der totaal te ramen ont-
vangst, zoodat het belastingjaar 1926/27 3/2
X f 112.500 168.750, zal moeten opbren
gen. Gerekend moet worden. op 13.000
kwade posten, .wordt totaal 168.750 13.000
f 181,750. Bracht het belastingjaar 1925/26
bij een factor van een 118.000 op, zoo zal de
factor van 1926/27 moeten bedragen 181/118
X 1 1,54.
(Hierbij aannemende, dat het belastbaar in
komen niet verder zal dalen, en dat de bedra
gen thans op de begrooting van uitgaven in
1926 uitgetrokken in geen geval verhoogd zul
len worden.)
In verband met vorenstaande stellen wij u
voor, het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
besluit:
het getal, bedoeld in het tweede lid van artikel
5 der verordening op de heffing van eene
plaatselijke inkomstenbelasting in deze ge
meente voor het belastingjaar 1926/27 te bepa
len op 1.54.
De VOORZITTER merkt op, dat dit cijfer nu
in verband met de aanneming van het voorstel
van den heer Hamelink en dat van den heer
Geelhoedt wel zal moeten gesteld worden op
1,70.
De heer HAMELINK heeft uitgerekend dat,
indien zijn voorstel om nog /10.000 uit te trek-
ken was aangenomen het cijfer zou moeten ge-
steld' Mjn, op 1.62. Hij vermoedt niet, dat men
er minder zal afkomen, daar, op welke wijze
Jan ook, toch wel iets zal moeten gedaan wor
den.
Hij zou echter nog wel eens iets willen vra-
gen, naar aanleiding van het bedrag ad 13.090
dat als kwade posten gerekend wordt. Hij
vraagt: waar komt dit toch vandaan. Hij weet
wel, dat er onder degenen die door loonarbeid
in hun onderhoud moeten voorzien dikwijls zijn,
voor wie het moeilijk zal vallen hun aanslag te
betalen, maar hij weet ook een geval dat
iemand 6 maanden werkloos was geweest, doch
dat, toen. hij aan een boot met hout werkte,
terstond voor het bedrag der belasting van
rijkswege beslag werd gelegd op het verddende
weekgeld. Naar het hem voorkomt kunnen die
f 13.000 niet van de kleintjes komen, doch waar
komen ze dan vandaan? Gaame zou hij hier-
omtrent worden ingelicht.
De heer DE JAGER kan dit op het oogen
blik niet zeggen, doch die inlichtingen zullen
wel te verkrijgen zijn. Naar hij vermoedt zul
len daar ook in zitten de bedragen van hen die
afschrijving krijgen wegens te hoogen aanslag.
De VOORZITTER meent, gehoord de be-
sprekingen, te moeten voorstellen het ver
menigvuldigingscijfer te bepalen op 1.65.
De heer D. SCHEELE zou in verband met dit
voorstel ook eenige vragen willen stellen, die
hij gaarne in de naaste toekomst zou beant-
woord zien, n.l.:
Hoeveel was het jaarlijks inkomen van onze
gemeente in 1925 en hoeveel was het in 1914?
Welke factor was het toen?
Hoe groot is het jaarlijks budget onzer ge
meente in de laatste 2 jaren en hoe groot was
dat in 1914
Hoeveel wordt er naar den tegenwoordigen
maatstaf uitgegeven voor werkloozen uitkee-
ring en hoeveel voor armenzorg?
Wat is het jaarlijks bedrag dat uitgegeven
wordt voor tractementen
En hoeveel voor pensioensbijdrage
Hoeveel verplichte subsidie hebben wij te be
talen
En hoe groot is het bedrag der niet ver
plichte
De heer DE JAGER heeft in verband met
een en ander reeds een berekening gemaakt.
Het totaal der salardssen bedroeg in 1925
f 69.253,99, terwijl aan pensioensbijdragen voor
de gemeenteambtenaren enz. werd betaald
f 10.774. Het totaal der niet verplichte subsi
dies beliep 8205, waaronder /3000 voor het
ziekenhuis en f 1610 voor de Zeeuwsch Vlaam-
sche Tramwegmaatschappij, welke door over-
overeenkomst wel verplichtend is. De subsidie
voor het ziekenhuis gaat in dalende lijn.
Verplichte uitgaven zijn: Gezondheads-com-
missie f 250,22, vleeschkeuringswet 1635,14,
bijdrage centrale gemeente voor de warenwet
f 1047,97, volkshuisvesting zuiver ten laste der
gemeente komende 3600, bijzonder onderwijs
(zonder rente en aflossinigen) 24.067,31, sub
sidie H. B. S. /3000, erfpacht speelterrein H.
B. S. f 300, nijverheidsonderwijs f 13.800, krank-
zinnigenverpleging 4763,61 (welke voor 1926
als gevolg van een besluit der Provinciale Sta
ter, met een derde wordt verhoogd) te samen
f 52.544,25.
Voorts voor schoolvoeding en kleeding
f 1000, armbest. 22.300, werkloos f 29.238,52,
subsidie aan de werkloozenkassen /3238,29,
doch wordt nog 1600 hooger. Bij dat alles
komt nog de rente en aflossing van leeningen
pi. m. f 40.000.
De opbrengst der inkomstenbelasting met
het belastbaar inkomen was als volgt:
opbrengst belastbaar
inkomen
1921/22 factor 1,06 f 191.000 f 3.500 000
1922/23 1,15 190.000 3.522.262
1923/24 nieuw tarief
factor 1,45 188.944,41 3.257.304
1924/25 1 118.237,13 2.686.149
1925/26 1 136.945,84 3.365.104
en wordt voor 1926/27 de factor vastgesteld
op 1,65 en vermoedt, dat het belastbaar inko
men nog in dalende lijn gaat.
Omtrent de opbrengst van schoolgeld kunnen
de cijfers over 1925 nog niet volledig worden
opgegeven .Uit de boeken van den ontvanger
blijkt, dat ontvangen is van wege het openbaar
lager onderwijs f 3027,44, van het openbaar
uitgebreid lager onderwijs 1130,46, van het
bijzonder lager onderwijs 6163,53 en van het
bijzonder uitgebreid lager onderwijs 1584,42.
Uit dit overzicht blijkt, dat de finantieele
positie der gemeente niet gunstig is en uiterste
soberheid geboden blijft.
Het totaal aangeslagenen in de inkomsten
belasting was in 1925 2936, waarvan 2393 met
een werkelijk inkomen van 650 tot f 2000, 341
van f 22503750, 136 van f 4000 tot 5500,
53 van 5500 tot f 11000 en 13 van f 11.500 tot
f 31.500.
De heer HAMELINK merkt op, dat door de
verhouding van den factor de inkomens bene-
den. 3000 het zwaarst zullen worden getroffen.
Hij heeft daarop destijds bij de vaststelling
van het nieuwe tarief gewezen. Die midden-
klasse bleef voor een ongeveer gelijk bedrag
aangeslagen, dooh de hoogere klasse vermin-
derden. Deze zullen nu bij de verhooging nog
niet zwaarder belast worden dan destijds.
Het voorstel tot vaststelling van. den factor
op 1,65 wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
10. Voorstel tot uitstel verbetering rioiee-
ring van het lage stadsgedeelte.
Burgemeester en wethouders geven het vol
gende te kennen:
Bij ons schrijven van 20 Januari 1926 werd
aan. uw college medegedeeld, dat het rioolplan
gemaakt door het bureau Bongaerts te s' Gra-
venhage ruim f 40.000 zou kosten.
Wij hebben nu van bedoeld bureau bij schrij
ven van 26 Maart 1926 eene nadere specificatie
gekregen, waaruit ons blijkt, dat bedoeld werk
begroot wordt op 54.000. Wij zijn er zooals
gewoonlijk bij uitvoering van werken van eend-
gen omvang te verwachten is van overtuigd,
dat het opgegeven bedrag nog wel overschre-
den zal worden, zoodat wij gerust kunnen zeg
gen, dat het werk zal kosten pl.m. 60.000.
Hadden wij indertijd kunnen vermoeden, dat
deze uitvoering zooveel geld zou kosten en was
toen ook bekend geweest den minder gunstigen
flnancieelen toestand der gemeente, in verband
waarmede het vermenigvuldigingscijfer ge-
bracht moet worden op 1,54, welke verhooging
niet komt door de meerdere uitgaven, doch
door de veel mindere ontvangsten der ingezete-
nen, dan hadden wij zeker uw college voorge-
steld een zoo'n groot plan te laten rust en tot
later, als de financieele toestand der gemeente
weer wat gunstiiger zal zijn geworden.
Uitvoering van het plan beteekent, dat voor
1927 en volgende jaren, met de garantie voor
de P. Z. E. M. jaarlijks weer aan uitgaven ge
raamd zal moeten worden een bedrag van on
geveer 6000. Wanneer wij uw college dan ver
der nog mededeelen, dat ons uit voorloopige
berekening gebleken is, dat de rekening van
1925 zal sluiten met een nadeelig slot, dan zal
het u dundelijk worden, dat alleen in z~e^ hooge
uitzonderingen de begrooting voor 1927 nos
meer belast mag worden. Uit het feit, dat 1925
sluit met een nadeelig slot, wordt 1927 toch al
gedrukt met een extra last van pi. m. f 30,000.
waardoor het voor 1927 al moeilijk zal zijn het
13.
Verzoek
dening.
eranenigvuldigingscijfer te houden beneden
1,75. Op al deze gronden achten wij het voor-
looptig gewenscht het rioolplan nog eenige jaren
uit te stellen tot de financieele draagkracht
onzer ingezetenen weer beter zal zijn gewor
den. We ontkennen niet, dat dan voor een deel
onzer ingezetenen sums waterlast zal blijven
bestaan, doch wij kunnen nader overwegen, om
dien last tot een minimum terug te brengen,
door b.v. den motor die thans in het gebouw
staat, te vervangen door een motor van groo-
tere capaciteit, een en ander nader te regeien
met de Industrieele Maatschappij.
Aan het Bureau Bongaerts zal door ons nog
betaald moeten worden een bedrag van f 1445.
Deze uitgaaf is jammer, boven de gelden die
reeds betaald zijn, omdat daarvoor nog niets
is gedaan, wat met de verdere uitgaven wel het
geval is. Het bestek en de verdere gegevens
blijven onder onze berusting en wanneer over
eenige jaren het plan weer wordt opgezet, dan
zijn de uitgaven niet voor niiets geweest.
Op grond der financieele omstandigheden van
de gemeente stellen wij U dus voor het riool
plan Bongaerts voorloopig uit te stellen en ons
opdracht te geven, te onderzoeken wat gedaan
kan worden om het waterbezwaar zooveel mo-
gelijk te beperken.
De heer COLSEN bespreekt de betaling aan
het bureau Bongaerts, 1445 boven hetgeen
reeds betaald is en wat vermoedelijk nog meer
is. Hij zou dat wel eens willen hooren en het
komt hem voor, dat die deskundige adviezen
buitengewoon duur zijn.
De heer HAMELINK: Er is reeds f 2000 be
taald.
De heer COLSENDat wordt dan ruim
f 3400, die we kwijt zijn, we hebben er reeds
verschillende malen over vergaderd en nu komt
er niets van!
De VOORZITTER geeft te kennen, dat in die
bedragen begrepen zijn adviezen en voor een
deel ook toezichit bij de uitvoering.
De heer COLSEN vindt, dat dit maar aardig
uitkomt, men is het kwijt zonder er iets aan te
hebben. Zou het bureau de zaak niet van een
ietwat te hoogen kant bekeken hebben en zou
het niet mogelijk zijn, dat de prijs een 20,000
meeviel
De VOORZITTER denkt dit niet en verwacht
eerder, indien men verder gaat, nog verdere
moeilijikheden. Alles is zuinig berekend: het
is van 44.000 op f 54.000 gekomen en het re-
sultaat zal zijn, dat men wel op 60.000 komt,
benevens een jaarlijks terugkeerende uitgaaf
voor de exploitatie van het pompstation ad
6000.
De heer D. SCHEELE moet ook verklaren,
dat de kwestie der betaling van het bureau
Bongaerts hem wat dwars zit, het is een hoog
bedrag waar men practisch niets aan heeft.
Het inwinnen van deskundig advies loopt meest
altijd uit op een hooge uitgaaf, Het zou in het
vervolg wel zaak zijn eerst eens te beraden,
alvorens met voorstellen dienaangaande ac
coord te gaan.
De VOORZITTER deelt mede, dat eenvoudig
het tarief in rekening is gebracht, dat volgens
een regeling door den bond van, deskundigen in
rekening moet worden gebracht. Daarin is ook
de vergoeding voor toezicht tijdens de uitvoe
ring berekend en er moet volgens de voorwaar-
den 50 vooruit worden betaald. Dat bedrag
is de gemeente nu verschuldigd.
De heer HAMELINK herinnert, dat de raad
een paar jaar terug opgesehrikt werd door het
bericht van den in de kom der gemeente heer-
schenden watersnood. Voor de oplossing van
dat euvel werd technische voorlichting noodig
geacht en de raad kreeg al spoedig een begroo
ting waarin werd berekend, dat een afdoende
oplossing een uitgaaf zou vorderen van
f 42.000. Later is er wat bij gekomen, benevens
de mededeeling, dat de bediening van het
pompstation 6000 per jaar zou vorderen en
nu stellen burgemeester en wethouders voor om
het werk voorloopig maar te laten rusten, en
andere plannen te overwegen. Spreker gelooft,
dat er wel geen lid van den raad is, die niet
overtuigd is van de noodzakelijkheid der voor-
ziening. Indien die andere piannen zouden be
staan in het plaatsen eener grootere pomp, dan
doet spreker daar niet aan mee. Men kan op
grond van het deskundig rapport overtuigd
zijn, dat men met een pomp, al is er dat dan
een van grootere capaciteit, bij een regenbui
het watei als de pomp het moet verwerken niet Als men nu evenwel
van de straat kan houden, en er ontstaat alzoo
toezicht op het middelbaar onderwijs, ter voor-
ziening in de vacature ontstaan door het ver-
trek van den heer Daane Bolier.
Door het betrokken college worden ter benoe-
ming aanbevolen C. J. Witteveen en H. A.
Pabbruwe.
Hij verzoekt de heeren Van Dijke en Van
Riet met hem het stembureau te vormen.
Bij eerste stemming worden uitgebracht op
de heeren Witteveen 6, Pabbruwe en D. Scheele
ieder 3 stemmen.
De tweede vrije stemming heeft denzelfden
uitslag.
Bij tusschenstemming wordt de heer Pab
bruwe met 6 stemmen aangewezen om in her-
stemming te komen; op den heer D. Scheele
zijn 5 stemmen uitgebracht.
Bij herstemming wordt alsnu gekozen de
heer Pabbruwe met 6 stemmen; 4 stemmen
zijn uitgebracht op den heer Witteveen en 1
briefje is bianco.
Tijdens deze laatste stemming is de heer
Hamelink niet tegenwoordig.
12. Kasgeldleening.
Burgemeester en wethouders overwegende,
dat de gemeentekas ontoereikend is tot het
doen van verschillende gewone uitgaven, stel
len voor te besluiten: aan te gaan op loopende
rekening eene tijdelijke leening groot veertig
duizend gulden 40.000) a pari, tegen eene
rente van hoogstens 5 per jaar; rente en af
lossing te voldoen uit de gewone middelen der
gemeente.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
tot wrjziging der Politieveror-
Ingekomen is een adres van Anna Catharine
Goethals, van beroep herbergierster, wonende
te Ter Neuzen, wijk O 118/119, die daarin te
kennen, geeft:
dat volgens art. 78, sub d der Algemeene
Politieverordening voor Driewegen de twee
dagen volgende op den eersten Pinksterdag
tot elf uur 's avonds dansmuziek mag worden
gemaakt;
dat haar cafe een inrichting is, gelegen in
een centrum van bevolking, dat met den zonne-
tijd meegaat en dus het tijdstip van 11 uur bij
hun slechts 10 uur is;
dat zulks voor haar bedrijf een uur schade is;
dat in andere deelen der gemeente het slui-
tingsuur bij gelegentheid van dansmuziek 12
uur en later is;
dat zij den raad beleefd verzoekt het daar-
heen te leiden, dat ook voor Driewegen het
sluitingsuur op 12 uur wordt bepaald.
Burgemeester en wethouders stellen voor
hierop afwijzend te beschikken.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
14. Omvraag.
a. De heer VAN DRIEL deelt mede dat
door bewoners van de Van Steenbergenlaan
wordt geklaagd over de gevolgen van het uit-
storten van straatvuil in de droge vest voor
hunne woningen. Het vuil wordt er zonder
meer uitgestort en de lieflijke straatjeugd gaat
er later de papieren e.d. verbranden, hetgeen
een grooten overlast veroorzaakt en soms ook
gevaar oplevert voor de omliggende woningen.
Ook zou het met het oog op het komende warme
seizoen gewenscht zijn daar niet meer te stor-
ten, wegens den stank dien het veroorzaakt.
De VOORZITTER geeft te kennen deze
klacht te zullen overbrengen bij burgemeester
en wethouders. Er wordt natuurlijk gebruik
van gemaakt voor het ledigen van de aan deze
zijde opgehaalde karren vuilnis, omdat de
stortplaats ten westen van Ter Neuzen een
eind weg ligt.
De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat
men geen bezwaar had tegen het storten van
het vuil in de zandputten, waar eerst zand uit-
gegraven was, omdat het vuil daar gedekt
werd, maar nu, in de droge vest veroorzaakt
het overlast.
De heer HAMELINK bevestigt dit. In den
winter is het niet zoo erg, maar nu komt het
voor, dat brandende papieren op de dalten der
woningen waaien. In den winter is het niet zoo
erg en ook zou het niet zoo erg zijn, als het
vuil niet werd uitgespreid en met aarde bedekt.
zoo eens in z'n dakgoot
j, S kijkt, naar hetgeen er in gevlogen is, zou men
dan toch een overstroommg. Als dat eenmaal nog meer naar een waterleiding gaan ver-
zoo is komt het er ook minder op aan of het langen.
water er een uur la.nger of korter staat, want De heer COLSEN vraagt het woord.
dan hebben de bewoners der betrokken percee- 1 De VOORZITTER wil liever andere leden die
ten de schade al geleden. Als er een voorzie- het woord gevraagd hebben voor kleinigheden
ning woidt getroffen behoort die zoodamg te i voor laten gaan, want, zegt hij: de heer Colsen
zijn, dat de menschen voor schade worden ge- heeft nog heel wat.
vrijwaard, doch men moet geen prutswerk uit- j De heer COLSEN: Dat weet u toch niet
voeren. Als de waterleiding komt kan uitvoe- mijnheer de voorzitter
ring van het groote ontwerp toch niet achter- j
wege blijven.
Men heeft nu te beschikken over een volledig
plan, van deskundige zijde ontworpen. Het is
een standpunt, indien men zegt: wij kunnen dat
werk niet betalen. Laat men echter nu niet
aan andere plannen beg'innen, waarvoor men
dan vermoedelijk weer de voorlichting van een
ander bureau voor noodig heeft
De VOORZITTER: Die meening is niet juist.
De heer HAMELINK: Burgemeester en wet
houders hebben destijds voorlichting noodig
geacht; ze befoben die van den raad tot het laat
ste voile pond gekregen, doch spreker is niet
van plan om daarvoor nu nog meer geld uit te
geven.
Hij zou daarom het slot van het voorstel van
burgemeester en wethouders willen laten ver-
vallen.
De heer VAN AKEN hecht daaraan juist de
grootste waarde.
De heer HAMELINK: Dan hecht u geen
waarde aan het technisdhe advies?
De heer VAN AKEN acht het plan der des
kundigen het eenige voor een finale oplossing,
doch hij zou in afwaohting daarvan een tijde
lijke voorziening willen aanbrengen.
De heer VAN DRIEL wijst er bij vernieu-
wing op, dat hij zelf in de bij herhaling door
het water overstroomde buurt woont, doch hij
acht deze voorziening de hooge kosten niet
waard. Hij zou in deze inderdaad Gods water
maar over Gods akker laten loopen. Het komt
gemiddeld vier keer per jaar voor en daarvoor
vindt hij zoowel het ineens uit te geven bedrag
als dat der jaarlijksche kosten veel te hoog.
De pomp moet op korten, tijd een groote raas-
sa water verwerken, die misschien binnen een
verloop van 20 minuten valt. Volgens de bere
kening zou men daarvoor met de tegenwoor-
dige pomp van 150 M3. per uur 28 dagen noo
dig hebben, dus als men een zette van de vier-
voudige capaciteit zou het toch nog 7 dagen
duren. lets anders zou het zijn. als de andere
pompen ook gereed staan om er bij te vallen.
zooals de deskundigen voorstellen. Hij zou met
de uitvoering maar willen wachten tot men
wat meer geld heeft.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
11. Benoemen lid der commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs.
De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot
het benoemen van een lid der commissie van
b. De heer VAN RIET veizoekt het plaat
sen van banken op het nieuwe gedeelte der
Scheldekade in de omgeving van het bureau
van den Zeeuvvsch-Vlaamsche Tramwegmaat
schappij, ten gerieve van het publiek, dat zich
daar aan den kant der Schelde wil verpoozen.
De heer D. SCHEELE meent, dat er dan aan
den Oostkant ook wel een paar mogen geplaatst
worden.
De heer VAN RIET zegt, dat het hem niet
is opgevallen, dat ze daar onitbraken, hij meen-
de juist, dat er daar stonden.
De VOORZITTER zal dit nader be spreken,
c. De heer COLSEN wenscht nog terug te
komen op de besprekingen in. de vorige verga-
dering, waar bij de voorzitter heeft gezegd, dat
het de schuld was van een particulier die zijn
phcht niet heeft gedaan, dat de afwatering
door de sloot in den Pierssenspolder, langs de
begraafplaats te Sluiskil niet in orde was.
Jammer vindt spreker het, dat de voorzitter
den naam van dien particulier niet in openbare
vergadering heeft genoemd, en dit pas in de
daarop gevolgde geheirpe vergadering deed.
Spreker heeft toen al de raadsleden uitgenoo-
ddgd eens een kijkje naar die sloot, te komen
nemen. Hij vindt het jammer dat, toen burge
meester en wethouders er een, kijkje genomen
hebben toen er watersnood was, zij niet beter
hebben kunnen zien wie in deze zijn plicht niet
heeft gedgan.
Het zal hier vandaag niet gaan over de ver-
plichting die de gemeente Ter Neuzen ten op-
zichte van die sloot op zich heeft genomen,
doch wel of de voorzitter de woorden die hij
tegenover een particulier van Sluiskil heeft ge-
uit, en de daarin vervatte beschuldiging, zal
willen terugnemen.
Het rijk heeft intertijd ter uitvoering van dp
verbeterinigswerken. aan het ka a! -an den
Pierssenspolder overgenomen een stuk weg met
sloot en met den toenmaligen dijkgraaf De
Feijter is overeengekomen, dat de in de plaats
van den bestaanden te maken nieuwen water-
gang het overtollige water zou afvoeren langs
het nieuwe dorp, waar toen nog geen woonhui-
zen stonden, naar den duiker bij de toenmulige
slachtplaats of vuilnisbelt. Zoolang de water-
staat die sloot had, is deze ook goed onderhou-
den, en daar er afzakkingen in voorkwamer
heeft de waterstaat er zelfs nog een drmwand
in gezet.
Spreker leest artikel 2 der overeenkomst tus
schen, den staat en den Pierssenspolder, waar-