A
stelden de regeling tat MeLop'deaden .vo^t I daJ ze thansririaar Java f*"! om hun, Pld te
_f 1009 moest worden u.tgekeerd. De uitkeerin-
gen zouden nog 2 wekert .joeten gesdhieden,
zoodat er vermoedeiyk een 1800 tekori zai
zijn, en, indien de ruad wenscht dat lot I Mei
met de uitkeering wordt voortgegaan er een
vooiscel uic den raad zai moeten komen om die
gekien alsnog te ve'rleenen, daar anders burge
meester en wethouders er niet mee kunnen
voortgaan.
De heer HAMELINK -vraagt, naar aanlei-
ding dezer mededeeling of burgemeester en
wethouders in deze zeif geen voorstel hebben.
De VOORZITTER: Neen, burgemeester en
wethouders hebben reeds enkele malen in den
raad als hun gevoelen nadrukkelijk kenbaar
gemaakt, dat de steunregeling dient op te hou-
den. De raad besloot in tegenovergestelden
ain, docih nu het geld op is meenen burgemees
ter en wethouders niet vei'der te kunnen gaan.
De heer HAMELINK kan zich met deze op-
vatting van burgemeester en wethouders niet
vereerngen. net gaat er in deze niet over wat
burgemeester en wethouders er vail denken,
cioc/i de raad heert besloten de uiikeeringen tot
1 iter a.s. voort te zetten en dan behooren bur
gemeester en wethouders als uitvoerders der
raadsbesluiten daaiaan gevolg te geven. In-
dien de toegestane geiden verbruikt zijn, be
hooren zij een verhoogd crediet, aan te vragen.
Dat is tocth niet rets nieuws? Hoe dikwijls ge-
beurt het niet, uat den raad wordt voorgesteld
bij wijziging der begrooting een post voor een
of andere uitgaaf te verhoogen, omdat de post
overscihreden is? Hoe komen burgemeester en
wethouders er dan toe om nu zoo n houding
aan te nemen Omdat de zaak waar het over
gaat hun niet weigevaiiig is? Dat is geen
reden en als burgemeester en wethouders het
standpoint van heden onder alle omstandig-
heden gaan innemen kan daaruit dikwijls stag-
natie voortvloeden. Het zal zaak zijn voor den
raad dit niet te vergeten en er in het vervolg
op te letten. Hij hoopt, dat burgemeester en
wethouders nu eens steeds niet verder zullen
gaan als hun geld verbruikt is. Hoe dikwijls is
het, om eens een post te noemen niet voorge-
komem, dat de post voor reiskosten met /200
tot f 300 moest worden verhoogd. Het is bij
burgemeester en wethouders toch nog nooit
opgekomen een of andere reis achterwege te
laten, omdat de begrootinjgspost reeds was ver
bruikt en de raad geen nieuw mandaat had
verstrekt? Daar burgemeester en wethouders
echter zeggen geen vrijheid te hebben een
voorstel te doen, stelt spreker voor den post
voor werkloozenuitkeering te verhoogen met
f 1800.
De heer COLSEN vindt het ook; er is be
sloten. om tot 1 Mei uitkeeringen te doen;
mocht het verdere vallen, dat is wat anders,
doch .hetgeen besloten is moet worden uitge-
voerd, het gaat niet aan nu a.s. Zaterdag de
menschen eenvoudig niets. te geven, ze hebben
dat niet geweten.
De heer DE JAGER wijst er op, dat de
kwesi'e is, dat de raad besloten heeft de steun-
regeling tot 1 Mei a.s. voort te zetten en daar-
voor 10.000 op de begrooting heeft gebracht, i
dcdh de raad weet ook, dat er vanwege gede-
pd&eerde Staten een sterke aandrang uitgaat
OS! te trachten de steunregeling te doen ver- j
dwijhen en te vervangen door een regeling die
niet zoo durabel is. In verband met dien aan
drang gelooft spreker niet, dat de raad van
bprgemeester en wethouders een voorstel ver-
wachten moest om het toegestaan crediet te
verhoogen. Door den heer Hamelink is gezegd,
dat toch in andere omstandigheden wel eens
poaten overschreden worden betreffende zaken
die de goedkeuring van burgemeester en wet
houders wegdroegen, doch hij voert hiertegen
aan,, dat die geiden dan toch niet zijn uitge-
geven alvorens daarop de goedkeuring van ge-
deputeerde staten was verkregen en zoo zullen
ook de door den heer Hamelink voorgestelde
f 1800 niet kunnen worden uitgegeven, aange
nomen dat de raad er zich mede vereenigt, al
vorens daarop de goedkeuring van gedeputeer
de Staten is verkregen, en het kan wel 3 of
4 weken duren eer die sanctie er is.
De heer VERLINDE geeft te kennen, dat de
raad zijn stem heeft gegeven voor uitkeering
tot 1 Mei en dat hij dat besluit ook gestand
wemsCht te doen. De raad heeft een datum be-
paald tot wanneer hij de steunuitlceeringen
wenscht te doen en dat is door gedeputeerde
staten goedgekeurd. De raad heeft ook een
post op de begrooting gebracht, doch niet ge
zegd, dat dit een maximum was en hij niet ver
der wilde gaan. Hij denkt er niet aan om nu
teruig te krabbelen.
De heer D. SCHEELE meent, dat de heeren
nu geen ruzie moeten gaan maken over de
■vr&ag wie een voorstel had behooren te ']ien.
Burgemeester en wethouders zullen ged
hebben: jullie hebben de regeling aangenomen
en hebben daarvoor dus de verantwoording,
voteer jullie dan nu ook zeif weer een bedrag.
Hij aoht dat een juist staindpunt.
De heer GEELHOEDT kan met dat stand-
punt niet instemmenhoe men ook tegenover
de regeling staat, behooren burgemeester en
wethouders het genomen raadsbeslujt uit te
voeren en daarvoor de noodige maatregelen te
nemen. Hij is het niet eens met den heer De
Jiager, dat men eerst de goedkeuring van ge
deputeerde staten zou be'hoeven, eer tot het
voteeren van die 1800 kan worden overge-
giaan. Wat zou toch daarvan het gevolg zijn,
als de raad alvorens hij een besluit nam aan
gedeputeerde staten moest gaan vragen wat hij
doen mag?
De heer DE JAQER verklaart zoo lets niet
gezegd te hebben; hij heeft wel gezegd, dat op
een raadsbesluit eerst de goedkeuring moet
verkregen w-orden, eer tot uitbetaling van het
geld kan worden overgeg-aan. Hij zegt dat
vooral in dit geval, omdat het hem bekend is,
dat gedeputeerde staten aanvankelijk hebben
geweigerd f 10.000 goed te keuren en maar
f 5000 wilden toestaan. Ten slotte zijn de bur
gemeester en de directeur van de Arbeidsbeurs
naar gedeputeerde staten afgevaarddgd en heb
ben gedeputeerde staten toegegeven. Indien
gedeputeerde staten hun goedkeuring onthou-
den en de geiden zouden uitgegeven zijn, wie
betaalt ze dan? De raad of burgemeester en
wethouders of wie
De heer HAMELINK moet met de heeren
De Jager en D. Scheele van meening blijven
verschillen over hun standpunt, dat er thans
een voorstel uit den boezem van den raad moet
koanen. Hij herhaalt, dat er een raadsbesluit
was, bepalende, dat de steunuitkeering tot 1
Meii zou worden voortgezet. Dat moeten bur
gemeester en wethouders uitvoeren en zij had-
den er rekening mee moeten houden, dat het
crediet uitgeput geraakte en tijdig met een
voorstel moeten komen om het crediet te ver
hoogen. Noch de organisaties, noch de raad
weten hoe het met de uitgaven staat, dat weten.
wel burgemeester en wethouders en dit uitvoe-
rend college is verplicht om met een voorstel te
komen indien de middelen ontbreken om de hen
opgelegde taak uit te voeren. Het komt er
niets op aan of zij tegen de steunregeling zijn,
zij moeten het raadsbesluit uitvoeren.
De heer De Jager kan aan spreker met wijs
maken, dat er nimmer uitgaven worden ge-
daan, alvorens die de goedkeuring van burge
meester en wethouders hebben verkregen. Het
duurt soms een maand of 3 eer in den raad be-
siuiten
women genomen
<,ue og- siCiiirecien
go ecliceu ruit
tot vferhooging van
zij.n, waai'na ze iwig
aan cle goecilcenilijvan geuepnceeride seamen
mioeten on'dcrw^J.ijcn. liiaar om bij zijn
voQnbeeld te blijven de reizen waarvoor de
v eihoogmg noouig* was Z1j.11 ciaii cocii ai gedaan
ei: hec go.a uii^tgeven. Dat hebben ue u.tge-
zondenon dan toch met uit eigen zak betaaid?
bpieker zou uat aan de hand van de .rnanclatcii
wei eens wiiieu nagaan. Op die manier beinee-
ren is onuitvoerbaar. Wanneer b.v. door t.oe-
vaiiige omstandigheiden zijn, vriend van Driei
eens vooi. de gemeente wend uitgezonclen, die
zou daai toch zeker zijn relageld niet kunnen
voorsehieten en zooveel maanden tegoed hou
den. Men hangt in zulke gevalien af van de
omstandigiheden. bpreker meent ook, dat ge
deputeerde staten de verhoogiing van den post
bidijiker wijze niet kunnen aanvediten, omdat
ze toch de regeling als tot 1 Mei geldend heb
ben goedgekeurd.
Het is hem ook bekend, dat gedeputeerde
staten tegen de steunregeling zijn, doch hij is
van oordeel, dat de raad zich daardoor niet
mag laten beinvloeden, aangezien zij beter op
de hoogte is van de plaatselijke toestanden.
zooals de heer De Jager meedeelde wilden zij
aanvankelijk maar 5000 toestaan., doch heb
ben na toelichting van op de hoogte zijnden in
f 10.000 berust; nu dit f 1800 laag blijkt, zul
len zij zich toch ook niet tegen die f 1800 kun
nen verzetten.
Hij handihaafx ten, voile zijn voorstel en vindt
het alleen jammer, dat burgemeester en wet
houders nu tengevolge hunner houding geen en-
keien post meer zullen kunnen overschrijden en
met alles uitscheiden ais het geld op is. Het
is wel een vreemde manier, aangezien zij alleen
wisten ,hoe het met het geld stond.
De heer DE JAGER: De commissie, de hee
ren Van Dijke en D. Sc'heele kregen de opgaaf.
De heer HAMELINK: Dan hadden die hee
ren kunnen waarschuwen.
De VOORZITTER vertrouwt, dat de zaak
best in orde kornt. Het is een gevolg van de
omstandigheden, dat het zoo geloopen is. Fei-
telijk zijn burgemeester en wethouders ook nog
niet in de gelegenheid geweest een voorstel te
doen, want toen de raad op 11 Maart 1.1. ver-
gaderd was, waren nog slechts f 4000 uitge
geven en was het dus nog niet te voorzien, dat
het toegestaan bedrag niet toereikend zou zijn,
ze dachten er mee toe te komen. Nu zijn het
j.uist de laatste 5 weken geweest, die zoo be-
duidend hoog zijn geloopen, meer dan f 1000,
waardoor er voor de laatste weken niet genoeg
meer is. De zaak is burgemeester en wethou
ders over het hoofd gegroeid. Nu was de
houden met de uitzoiuleringspositie waarin Ter
Neozeix, iii dit opzicht verkeert. Het college van
gedeputeerde staten heeft gefcraciht bij de re-
georirug ingang te doen vinden de meening, dat
hie.L geen cirsiswerkioosheid meer heersoht, is
ooi zaak gewordep, dat van weg'e den minister
ten siotte. maar i.0.% in de uitkeeringen werd
bijgodragen, en toen het eenanaal zoo ver was,
dat de gemeente 90 daarvan voor haar reke
ning moest houden hebben zij gezegd nu kun
je ook wel de voile 100 betalen. Zij waren
ook van meening, dat de verschiilende uitkee
ringen mioescen yerlaagd wonden. Wanneer
gedeputeerde staten op die wijze invloed willen
uitoefenen op burgemeester en wethouders
moeten deze rekening- houden met den wil van
den raad en zich daartegen verzetten. Zij heb
ben te bedenken, dat zij de besluiten van den
raad .moeten uitvoeren en kunnen niet voor den
eersten aanloop in hun schulp kruipen.
Door den voorzitter is te kennen gegeven,
dat het op 11 Maart 1.1. nog niet te voorzien
was, dat er geld te kort zou komen. Dat na
dien datum zooveel is uitbetaald is wel het
beste bewijs, dat het inderdaad hard noodig is,
want spreker is overtuigd, dat die uitkeeringen
toch voor 99 op de goede plaats gekomen
zijn.
Indien men besluit na 1 Mei niets meer te
doen, is men er nog niet van af en zal dit een
verhooging van het vermenigvuldigingscijfer
niet weehhouden. Het is toch logisch dat, in
dien de arbeidende klasse niets meer te vertee-
ren heeft, dit op anderen, die van hen leven
ock terugslaat em daardoor het totaal-inkomen
der gemeentenaren vermindert. Er zijn ook een
hoop menschen die weer moeten leven van het-
een de arbeidersgezinnen verteeren, het zijn
van de voedingsmiddelen de grootste consu-
rnenten. Doet men niets meer dan treft men
net alleen de arbeiders, doch ook de midden-
stand, de winkeliers en de ambaohtsmenschen.
Spreker doet daarom een beroep op de
menschlievendheid en rechtvaardigheid zijner
medeleden, 0111 de arbeiders niet in den steek
te laten. Hij wijst er op, dat de ministerieele
crisis, die zoolang geduurt heeft, ook al van
nadeeligen invloed is geweest op een mogelijk
herstel van den toestand onzer haven, daar zij
zeer zeker dat herstel zal hebben vertraagd.
Hij heeft de eer hen de volgende motie voor te
stellen
De raad der gemeente Ter Neuzen;
van oordeel, dat de heerschenide werkloosiieid
in het havenbedrijf nog steeds als crisiswerk-
loosiieid is te beschouwen, omdat het speciaal
tarief, lietwelk voor den oorlog voor deze ha-
Hij meent, dat het oogenbiik gekomen is,
cen en ander eens onder de oogen te zien. In-
>ven het voorstel van den heer Hamelink
moctht Worden afigestemd zou hij niet zeggen:
de steunverieening moet wag, dooh hij zou
wensehen, dat die op een andere basis werd in-
•gericht en zou dan willen voorsteilefi burge
meester en wethouders te verzoeken een rege-
lirig te willen ontweipen op den basis: de trans-
portarbei-ders van 1914, want dat zijn de crisis-
gaaf is nuttig besteed. Bewaar die menschew
dte webken widen doch voor wie geen werk ie,
voor een gang naar het armbestuur, doch &e-
hoed hen ook voor inzinking, in naam dec
Uhnsteiyke naastemiiefde. De neer Geemoadt
wii een scheming maken tussonen de rnerisc&ea
van 1914 en later, en de koordjes zoo strak
mogeujk aanlhaien. Hij moet in overweging
geven daarop nog eens te beiaden en spre
ker wendt zich tot de tai van arbeiders op de
werkloozen. Daamaast zou hij willen verzoe- pubiieke tribune ook de andere party meet
ken zoo mogelijk middelen te beramen om in
den nood der werkloozen te voorzien door werk-
verschaffing, want hij is overtuigd, dat tai van
weitklieden veel liever voor het geld, dat zij
ontvangen zouden willen werken, dan dat zij
het geld zonder mber krijgen. Hij meent overi-
gens, dat toch ook de heer Hamelink wel moet
overtuigd zijn, dat het op den tegenwoordigen
voet niet kan voortgaan.
De heer VAN DRIEL meent de scheeve voor-
stelling te moeten wegnemen, dat het aantal
ik tobvoegen: waakt, dat .de strijd met verioren
wordt door uwe lamiendigheid.
D,e heer f AN CADSAND geeft te keiines,
dat, gehoord de besprekingen, de kwestie voor
heon niet zoo moeiiijk is, en hij gemakkelijk kaji
besli&sen voor een opthouden met de steun/ec-
leening. Hij wil daarom geen steun onthouden,
doch die zal dan iangs anderen weg worde*
verleemd daar waar het noodig is, in anderen
vorm, hetzij door de diaconie of door het Bar-
gerlijk Armbestuur. Spreker weet wel, Je
bootwerkers thans zooveel grooter zou zijn dan gang daar naar toe is niet genoeglijk, maar als
in 1913 en 1914. Er waren toen drie ploegen ^et n.u eenmaal noodzakelijk blijkt is het to&k
sen van miinhout. S heenijk. De sie.uiiverleening moet c
van 78 personen voor het lossen van mijnhout,
voorts 80 bij den heer Van Cantfort, terwijl er
60 waren bij Little Johnston, en er tus-
schentijds ook nog disponibel waren voor ander
werk. Als men rekent, dat er nu 400 zijn in-
geschreven, klopt dat vrijwel. Daaronder zijn
er die 2 dagen maar ook anderen die reeds 23
S weken werkloos zijn geweest. Er is het vorig
jaar eenigen tijd geweest, dat alien konden
werken, tijdens den houtaanvoer, doch dat ver-
v.oer heeft zich opgelost in een zomercampagne
en is niet meer g-ekomen. Er is nu eenmaal
in het havenbedrijf geen werk.
De vraag waarom niet meer personen uit
Ter Neuzen aan de cokesfabriek werken, kan
misschien de heer Col,sen wel oplossen. Die
heeft zijn best genoeg gedaan omdat er in te
kweeken, Die kan weten waarom er zooveel
afgevloeid zijn, maar dat is ook gebeurd met
lieden van Sluiskil, die dus bij de fabriek wo-
nen. Daar zijn er die er al voor de tweede of
derde maal terug zijn. Dat er niet meer van
hier werken zit hem gewoon in den afstand van
Sluiskil naar Ter Neuzen. Maar er werken
er toch ook nog. Dan moet men ook niet uit
bet oog veriiezen, dat de werklieden toch ook
oonenden arbeid noodig hebben. De menschen
van Sluiskil hebben in dat opzicht veel voor
eiieening moet ophoudeo
daar wordt wel eens misbruik van gemaakt;
dat zou spreker kunnen aantoonen, doch hij
wenscht dat niet in openbare vergadering te
doen. Er is in openbare vergaderingen al meer-
malen van de zijde van den heer Hamelink gie-,
smaald over mijn gemis aan broederlijke liefde"
maar in elk gevai is dit sprekers standpuat,
en hij heeft dit gemeend te moeten uiteenzet-
ten, al is het misschien dat er straks weer eeti
kwakzalver komt die daar op wijst.
De (heeren VAN DRIEL en HAMELINK
protesteeren, doch de VOORZITTER boduidt
hen, dat ze straks het woord kunnen krijgen.
De Iheer D. SCHEELE stemt toe, dat alle
raadsleden bij den aanvang der steunregeling,
daar allemaal mee instemden. Toen was echter
de wereld dicht, en waren alien van de nood-
zakelijkheid der regeling overtuigd. Nu is er
echter t een andere tijd gekomen en is de
wereld Weer open en meent spreker, dat de
kwestie op andere wijze moet worden opgelost,
ill. door werkverruimiing.
Men kent het standpunt dat spreker omtrent
deze zaak aanneemt, hij zal daarvan niet ar-
wijken. Hij wil het voorstel -van burgemeester
en wethouders aanvaarden en den weg inslaan
die ook dool* den heer Van Cadsand is aange-
op die van Ter Neuzen, want er is geen duurder t: het niet willen voorstellen
plaatsje. Die menschen hebben daar al eens a so m n s^elurl, we8' ls> he menschen
wat dat men in de kom niet heeft en hun wei-
nig kost. Die kunnen er nog wat bij scharrelen.
De heer VAN RIET uit zijn verwondering,
vraag: wie moet het voorstel doen en dan is kracht is;
spreker van meening, dat het in het weliiww»-
pen belang der zaak is, indien het voorstel niet
van burgemeester en wethouders komt.
Toch heeft spreker iets niet begrepen. De
meening van gedeputeerde staten is sedert lang
bekend en nu begrijpt spreker niet, dat er j.l.
Dinsdag, toen de Commissaris der Koningin
i aan Ter Neuzen een bezoek heeft gebracht en
I de gelegenheid tot het verkrijgen van een
J audientie voor ieder open stond, geen der be-
tnokken Oirganisaties van die gelegenheid ge-
j bruik heeft gemaakt om Zijne Excellentie eens
te spreken en den toestand uiteen te zetten.
Natuurlijk is dit ook wel ter sprake gekomen
en is Z. Exc. door anderen op de hoogte ge-
steld, maar het ware toch naar de meening
besluit de bestaande steunregeling te ver-
lengen tot er een beslissing is genomen over
I het al of niet invoeren van een speciaal tarief
voor deze haven en den post op de begrooting
voor 1926 voor uitkeering aan uitgetrokken
i havenarbeiders met f 10.000 te verhoogen;
verzoekt burgemeester en wethouders er bij
de regeering op aan te dringen dat een deel der
j uitkeeiingen door liet rijk woidt teragbetaald.
De heer VAN RIET wijst er op, dat de steun
regeling voor de zoovfeelste maal hier ter
weg is
geen eten meer zullen hebben, er zal dan alleen
anders gesteund worden. Het kan best zyn,
dat thans menschen met kinders te weinig
krijigen, en dat die dan iets meer kunnen krij
gen.. Als men het wil voorstellen alsof, indien
de steunregeling vervallen is alle steun voor de
menschen weg is, dan komt hij daar tegen op.
Als de menschen geen werk kunnen krijgen
behooren zij dan te worden gesteund door de
armbesturen. Hij noemt dat even eerlijk, dan
A.nT*ro TV iVAn i 1 r~\ Trro rt« rln n vaa atv r> 1
ven van toepassing was nog steeds niet van dat de heer Geelhoedt er nu pas over begint te
denken om eens te probeeren een steunregeling
te maken voor de bootwerkers van 1914, want 1
dat zijn eigenlijk de crisistransportarbeiders. j
Waafom heeft de heer Geelhoedt met zijn frac- j>
tie dat niet reeds in Juni 1925 bedacht, en bij
de vaststelling der begrooting, toen zij voor-
voort te zetten
De heer HAMELINK meent op enkele din-
gen dieper te moeten ingaan. Door den heer
Van Driei is reeds aangetoond, dat het aantal
ontvangen. De weg daarheen is misschien iets
moeilijker, maar toch zal het moeten. Een re
geling als door den heer Geelhoedt bedee-ki,
acht hij ook moeiiijk en hij verwacht, dat die
op een fiasco zal uitloopen.
De iheer HAMELINK moet beginnen suet
van spreker beter geweest, indien de eerste
foelamgihebbeiiden hun toestand zeif eens hadden een ander deel der burgerij evehzeer door de
crajisporta.r'beiders met dat van 1914 niet zoo mKi Uc UIUC,, „a
sprake komt. Hij is overtuigd, dat alle dertien j veel verschilt maar men meet toch ook in het zich°te verfe^Tte^den pCers^onlijken Zt
,1 I r. J Ullv. Ia r\ - -k I a4aT» ATVVAlrA-n AATH" 1"\ Al! t AVI A IT AW TTOVAAAT I I ATl/iQ TTOTl TArtTl 171 1 TV
val van den heer Van Cadsand. Hy is zich met
bewust bij de besprekingen iema-nd te hebben
gekwetst en zeker ook niet de broederlijke
liefde van den heer Van Cadsand in twijfel te
raadsleden, indien zij hun hart laten spreken, oog houden, dat er verschillende van teen zijn
1 met de menschen te doen hebben, dat er zoo- afgegaan, door overlijden als anderszins en dat
veel zonder werk rondloopen, en hun gaarne er dan toch aanvulling moest komen? Verle-
zouden helpen. De raadsleden hebben echter J den jaar kwamen er 2 boo,ten met hout en als er
ook een andere verantwoordelyklheid, aangezien f toen nog iets anders gekomen had waren er
verklaard.
Alsnu brengt spreker in stemming het voor
stel van den heer Hamelink om den post voor
uitkeering aan uitgetrokken werkloozen te ver
hoogen met f 1800, waartegenover dan onder
ontvangsten den post inkomstenbelasting met
een gelijik bedrag moet worden verhoogd.
Dit voorstel wordt aangenomen met 7 tegen
5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Driei, Van
Dijke, Geelhoedt, R. Scheele, Verlinde, Colsen
en Hamelink; tegen stemmen de heeren Van
Riet, De Jager, Van Aken, D. Scheele en Van
Cadsand.
De heer HAMELINK bespreekt thans het
adres der organisaties. Toen hij dit bij de
stukken zag, was er geen voorstel van burge
meester en wethouders bij. Hij veronderstelt,
dat zij voorstellen het voor kennisgeving aan
te nemen of het af te wijzen, wat cp hetzelfde
neerkomt.
De VOORZITTER bevestigt dit.
De heer HAMELINK vraagt of, toen burge
meester en wethouders hun voorstel deden, zij
I crisis gedrukt wordt. Hij is het niet eens met
den heer Hamelink, dat alien die thans werkloos
rondloopen en voor de steunregeling zijn inge-
schreven crisiswerkloozen zijn. Indien men het
aantal bootwerkers van 1914 eens naging en
het vergeleek met hen die thans als transport-
arbeider zijn ingsehreven, zou men naar spre
ker meent zien, dat het aantal zeer sterk is toe-
genomen, ja, dat het wel verdubbeld is. Hoeveel
zijn er de laatst verloopen 10 jaren niet bij,ge
komen. Er loopen nu ook weer een groot aan
tal jonigens van 17 tot 18 jaar op straat, die
wellicht binnenkort ook in aanmerking kunnen
komen om ingeschreven te worden, zoodat we
kunnen verwaChten dat het aantal over niet te
langen tijd weer met een paar honderd is toe-
genomen. Moeten we die dan ook weer maar
onder crisiswerkloozen verstaan
Gezien de verschillende werken die uitge-
j voerd zijn, en waarbij men dan steeds werklie-
den van buiten Ter Neuzen ziet aangenomen,
vraagt hij zich toch wel eens af: kan daarvoor
toch geen reden zijn, Het is nu weer te zien
bij het (graven van het droogdok. Dat is een
Ter Neuzensche onderneming met ingezetenen
aan het roer, doch het graafwerk wordt ver-
hebben overwogen of we daarmede uit de moei-
geheel en al aan hun lot kan overlaten.
Hoe is de steunfoeweging in de wereld ge
komen? Als een gevolg van de oorlogscrisis-
toestand en principiijel heeft er zich in den aan
vang geen enkel raadsiid tegen verzet. Als
men er thans anders over denkt, kan dit alleen
een gevolg zijn van veranderde opvattingen,
dooh daarvoor bestaat geen aanleiding. De ha
ven van Ter Neuzen is tengevolge de omstan
digheden van den oorlog plat gelegd en die
gevolgen doen zich nog geiden, daar de specia-
le spoorwegtarieven op de Belgiscthe spoor-
wegen nog niet, evenals voor den oorlog, ook op
onze haven van toepassing zijn verklaard. Dat
dit zoo is blijkt wel daaruit dat verschillende
lichamen al het mogelijke inspannen om die
tarieven voor Ter Neuzen weer te verkrijgen
en dat dit ook een voornaam punt van over-
weging is geworden bij de beoordeeling van het
Verdrag met Belgie. Uit dit alles blijkt wel
duidelijk, dat hier nog wel degelijk crisis is.
En indien. dat standpunt gehuldigd wordt, kan
het niet anders of men dient overtuigd te zijn,
dat de crisis samen moet worden opgelost, in-
plaats van de menschen die er zoo zwaar door
worden getroffen aan hun lot over te laten.
De fout is, dat gedeputeerde staten zich in
het hoofd hebben gesteld, dat er geen crisis is,
doch in de laatste vergadering van de Provin
ciate Staten van Zeeland is in verband met de
motie in zake het Belgisch Verdrag toch ook
wel degelijk de kwestie van de Ter Neuzensche
havein aangeroerd. Ook de regeering heeft er
haar werk van gemaakt, en is overtuigd, dat
het een gevolg is van den oorlog. Welnu, indien -
dat zoo is, kan men de vraag wat er nu ge-
schieden moet alleen beantwoorden met het
standpunt in te nemen, dat de steunverieening
moet voortgaan.
Het spreekt van zeif, dat, indien zoo'n rege
ling langen tijd bestaat, er fouten worden ge
maakt en misbruiken insluipen, maar men moet
het kind daarom toch niet met het badwater
wegwerpen Men kan andere menschen toch
niet dupeeren omdat Jan, Piet of Klaas van, de
regeling misbruik hebben gemaakt? Neemt
dan maatregelen om die misbruiken te voorko-
men! Doch tegenover diegenen dan die naar
men wil misbruik maken,, staan tai van ande
ren die alleen door de crisis gedwongen er ,ge-
bruik van maken.
Wanneer er niet de minste kans meer be
st,ond, dat de vroegere toestand hier weer zal
kunnen terugkeeren was het iets anders, dan
was er reden voor het in stellen eeher afoopen-
de steunregeling. De fout is geweest, dat
ran hooger hand geen rikening heeft wille'i
j Neuzensche menschen dan niets anders als het
lossen van booten Of, is er iets anders, waar
om de patroons die menschen niet willen aan-
nemen
Hoeveel Ter Neuzenaars hebben aanvankelijk
met gewerkt aan de cokesovens en hoevelen
werken er nu nog? Het zou wel eens de moeite
waard zijn om te zien hoeveel er daar al van zijn
afgevallen. Spreker weet niet wat er de -reden
van is, dat de arbeiders uit Ter Neuzen blijk-
baar minder gewild zijn, maar het schijnt toch
een feit. En indien men nu nagaat, dat de
menschen van hier voor anderen arbeid dan het
lossen en laden van schepen er geregeld uit-
vallen, kan men toch maar niet van crisis
werkloozen blijven spreken. Velen die bij het
uitbreken van den oorlog jongens waren van
14, 15 en 16 jaar, staan nu als transportarbei-
der ingeschreven, doch zij waren destijds geen
bootwerker en men kan dus niet volhouden, dat
die als zoodanig door de crisis getroffen zijn.
Hij kan niet meegaan met voorstellen die ten
doel hebben enbloc een voorziening te treffen
voor alien die bij de bonden als transportarbei-
der ingeschreven staan.
De heer GEELHOEDT heeft zich bij de laat
ste behandelingen van deze kwestie op het
standpunt gesteld dat er hier nog steeds crisis-
werkloosheid heerscht en op dat standpunt
staat hij nog. Hij heeft er zich toen voor ver
klaard, dat de steunregeling op den bestaanden
voet zou worden voortgezet, doch moet daar
menschen te kort geweest. Indien er sind
1914 geen nieuwe kradhten zich als transport-
anbeiders hadden aangemeld, was bij eenig
werk aan de haven het aantal veel te klein
en zouden de werkgevers ze wel van elders
hebben gehaald.
En wat. moesten de jongelieden uit de krin-
gen der havenarbeiders anders doen dan zich
ook op dat werk toeleggen. De wereld was
dicht, want overal was werklooslheid. Er zijn
er die hun kinderen naar de ambachtsschool
I /hebben gezonden, die zich betrekkelijk gevoelde
opofferingen hebben getroost om hun kinderen
in een betere positie in de maatsehappij te
bren.g'en dan zij zeif hebben. Doch wat zag
men, nadat die kinderen hun diploma in den zak
hadden? Dat zij, na eenigen tijd bij een sloo-
perij te /hebben gewerkt bij gebrek aan werk
in hun vak zich ook als transportarbeider
moesten aarumelden. Moet men dan dezulken,
die er geld en moeite voor opgeofferd hebben
om een vak te leeren en die alleen noodgedron-
gen transportarbeider zijn geworden daarom
maar afwijzen? Hij zou dat zeer onbillijk
aohten. Het transportbedrijf is hier nu een
maal het hoofdbestaan en zoodra er ook eenige
drukte heerscht zijn er handen te kort. Die
jongelieden zijn nu van vakiieden weer opge
lost in de transportarbeiders, ofschoon het de
bedoeling hunner ouders was ze er buiten t,e
houden. Doch hoe moeten ze in de vakwereld
terug komen? Geeft den weg daarvoor maar
eens aan, roept spreker. Het valt niet gemak
kelijk, als men zeif van den steun moet leven
en een kind, dat misschien ook iets zou kunnen
verdienen op de ambachtsschool te'houden. Nu
ze hun diploma hebben kunnen ze in hun vak
geen weg want hier is geen plaats en naar den
vreemide kunnen ze niet, omdat ze nog niet in
hun ondenhoud kunnen voorzien en de ouders
then niet kunnen toestoppen. Wat de oorzaak
hebben getrokken.
De heer VAN CADSAND: Dat is herhaalds-
lijk voorgekomen.
De heer Tf A M lv 1 IN" K vervolgt voor zoovsr
hem bekend bij de debatten wel eens de toe
passing der kerkelijke beginselen in het aige-
meen in verband met te nemen besluiten te
hebben besproken, doch nimmer als zoodanig
den persoon van den heer Van Cadsand te heb
ben aangevallen. En indien deze niet nnder
aantoont wanneer dat dan wel zou gebeurd
zijn, moet hij dezen als een leugenaar beschou
wen.
Hij wijst er op, dat de heer D. Scheele te
kennen gaf, dat de wereld thans zou open zijn.
Hij wijst in dit verband echter op de gemeente
Hoe.k, waar men geen steunregeling had en
deze juist in den laatsten tijd in het leven heeft
geroepen, omdat men daar een 60 tot 70 werk
loozen heeft. Hieruit blijkt, dat die omstandig
heden niet alleen te Ter Neuzen voorkomen,
want men kan toch wel aannemen, dat die
menschen van Hoek alle werk zouden aangrij-
pen. Er blijkt alleen uit, dat er ook geen an
der werk is, en dat ze daarom leeg loopen.
Vroeger konden de menschen naar het bui
ten land, doch die gelegenheid bestaat thans
niet meer. Men moet ook niet uit het oog ver
iiezen, dat ons land telken jare met 100.900
personen toeneemt en dat de regeering zeif een
commissie in het leven heeft geroepen voor
werkverruiming en men ook van die zijde
traclht de kwestie op te lossen. En die zou
toch wel met voorstellen komen, indien er
werk was. Ondertusschen zitten we hier voor
de moeilijkheid met onze menschen. Spreker
en zijne partijgenooten zouden de menschen
ook liever zien werken, want hij kan zicih in-
denken welk een demoraliseerenden invloed het
■moet hebben, dat men zoo al ongeveer eer jaar
of vijf werkloos moet rondloopen. En als dat
nu niet de schuld is van de menschen zeif,
betreft, dat b.v. geen werklieden van hier ge- breng hen dan toch niet naar het armbesrour.
bruikt zijn voor het maken van het droogdok f p-r zjjn nog andere middelen. Men kan dat
----- verdedigen als een onontkoombare oplossmg,
is zeer eenvoudig. Indien de combinatie voor
dat werk een onderbaas uit Ter Neuzen had
genomen zouden er wel menschen uit rer Neu
zen aan gewerkt hebben, doch nu het er een uit.
een andere plaats was brengt die menschen
uit zijn gemeente mee. Als voorbeeld wijst
spreker ook nog op Zaamslag, waar lijnen voor
de tram worden, gelegd door menschen uit Phi
lippine, docii de onderbaas die dat werk uit-
voert woont te Philippine, ziedaar de veikla-
rinig.
Indien Je verschillende werkbazen die volk
noodig hebben hier een lijst hadden gegeven
van het benoodigd aantal, dan hadden ze hun
noodige mannetjes wel gekregen, en bovendien,
als er blijken niet te willen werken zou men
hen den steun onttrekken. Het groote aantal
de verbeelding.
teo-en tihans eenige reserve maken. Voor dezen transportarbeiders bestaat m
was er eeSg uitzicht dat binnen een bepaalden j Het is maar, dat er geen werk naar voren
m S 32 worfm opgelost wen de komt. Het vorig jw hektan
financieele vooruitzidhten der gemeente ook
beter, toen stoniden aan den raad nog niet de
schadeposten voor oogen die men later vemo-
men heeft.
fers gebracht, toen er een algemeene roep was,
dat het loon een beletsel was om hier werk te
krijgen. De werklieden begrepen wel, dat het
niets zou opleveren, maar ze hebben hun goe-
verband hierm.de en ook omdat d. toe- I
hebben een 100 minder hebben ontvangen
stand der haven sleepende blijft en ziende naar l
het groote bedrag, dat op de tot nu toe ge-
volgde wijze moet worden uitgegeven rijst on-
willekeurig de vraag of nu werkelyk de rubriek
bootwerkers, die door het stilvallen van het
havenbedrijf in 1914 door den oorlog werden
getroffen nu werkelijk zoo enomi is toegeno-
men sedert 1914. En daarin schuilt toch ten
slotte het criterium der zaak. Dat alleen. n.l.
de bootwerkers van 1914 zijn de crisiswerkloo
zen, want alien die zich later als zoodanig heb
ben laten inschrijven, als werkmam bij een be-
drijf, dat voor het oogenbiik ten doode schiint
dan vroeger, hetgeen hun gezinnen ook weei
heeft gedrukt.
Bij natuurrampen en waterrampen blijkt de
bevolking van Ter Neuzen steeds bereid steun
te verleenen aan de ongelukfcige getroffenen.
Zal men er nu minder voor gevoelen om de
eigen ingezetenen die door de ramp der wefk-
looshedd getroffen zijn te helpen? Ziet eens
naar den toestand in Emmen. Moet het dien
weg op Ter Neuzen wordt, indien men steun
onthoudt een tweede Emmen! Hij betreurt het,
dat door de houding der regeering deze ge-
schouwen.
van werklieden
werk is?
een bedriif waann
dooh hij meent, dat cle uitgaven voor de steun
regeling ten trnlle te verdedigen zijn. Die rat-.
maar spreker meent, dat er toch ook een an
dere is. Men kan de menschen toch niet d/ood
laten gaan. Hij wijst weer naar Emmen, waar
het overgroote deel der bevolking lijdende ls
aan t. b. c. Er wordt zooveel uitgegeven ter
bestrijding dier vreeselijke zdekte. Is het dan
niet beter deze te voorkomen en er de men
schen voor te bewaren dat ze door gebrek en
ontbering geheel onderkomen en door onvo.-
doende voeding en inzinking aan die ziekte ten
prooi vallen? Hij durft daarom met voile ynj-
moedigheid zijn voorstel handhaven.
De heer COLSEN zou, alvorens tot «m-
ming overgegaan wordt over het voorstel van
den "heer Hamelink gaarne vernemen oi bur
gemeester en wethouders niet eens kunnen on-
derzoeken of er geen werk te vinden is iat
men de menschen kan laten verrichten. Hy
heeft al eens op een werk te Sluiskil gewezen,
doch de raad heeft daarvan nog niets geooord.
Te Sluiskil ligt een groote kreek er daar
nevens een groote dijk, die naar hij meent we
zou mogen worden af.gegraven. Als die dyk
P-eslecht werd, kreeg men een mooie oppei-
vlakte bouwgrond besohikbaar, waaraan te
Sluiskil gebrek is. Hij vraagt of de heeren
Hamelink envGeelhoedt hun voorstel met zou
den kunnen intrekken en aan burgemeester en
wethouders verzoeken te overwegen of er geen
steun kan verleend worden in den vorm van
werkverschaffimg. Hij verklaart het ovengen.,
eens te zijn met den heer Geelhoedt, dater
vroeger bij lange na met zooveel bootwerkers
waren. Hij zou gaarne zien, dat de commissie
nog eens onderzocht wie in 1914 bootwerker
waren. Deze zou hij zooveel mogelijk te werk
willen stellen. Hij neemt aan, dat dit wel doer-
iijk zou zijn. Het voorstel van den heer Fa-
meldnk kan hij niet steunen.
(Zie verder het Eerste Blad.>