GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. op het verzoek dxl. 17 Nov. 1923, tot het aan- leggen en hebben van onder- en bovengrond- schie geieidingen in de kom der gemeente. Zoo als de heeren zich zullen herinneren is destijds besioten omtrent dat verzoek deskundige voor- liohting in te winnen, dat aanleiding is gewor- cieji tot het nemen van verschillende besluiten, doch een antwoord is hierop aan de maatschap- pij nog niet gegeven. Burgemeester en Wethouders hebben dat pas ingekomen schrijven nog niet kunnen behandelen en het staat niet op de agenda, doch spreker wiide er den raad niet onkundig van iaten. De bedoeling is het binnewkort te behan delen. Toah was het gemakkeiijk indien Bur gemeester en Wethouders het idee der heeren karuden, De heer t GILDE gelooft, dat de raad op 't oogenblik weinig anders kan doen dan het schrijven aannemen voor kennisgeving. Wat er ook gebeurt, hij zou de boel niet uit handen willen geven en hij betwijfelt of de P. Z. E. M., de raad moge dan voor wat de stroom- leverdng aan de Axelsehe vlaikte betreft er niets aan kunnen doen, omdat de palen aan een rijks- wag staan, wel het recht heeft zonder toestem- ming van den raad stroom te leveren in huis. De VOORZITTER wil naar aanleiding dezer opmerking omtrent de stroomlevering aan de Axelsehe Vlakte gaame vernemen, wat de raad in deze wenscht. Als de raad wenscht, dat hij optreedt tegen die stroomlevering aan ingeze- tetnen van deze gemeente zal hij dat doen. De heer OGGEL bevreemdt het, daarover van den heer't Gilde aanmerkingen te hooren, aan- geeien deze, toen er een aanvraag bij de ge meente was om een deel der garantie op zich te willen nemen, daarover terstond wenschte be- slist te zien, opdat de menschen daar ten spoe- diigste zouden kunnen worden geholpen. Nu ze sitroom kunnen krijigen, zou hij het weer willen beletten. De heer ',t GILDE: Er zijn nu inmdddels een hoop andere gezichtspunten naar voren ge- kotmen. Be heer KRUIJSSE wijst er op, dat cte heer H Gilde dan blijkbaar toch ook voelt, dat er omstandigheden kunnen voorkomen waardoor men van meening verandert. Dat heele betoog van den heer 't Gilde, over de geschiedenis der electrificatie noemt hij daarom niets anders dan geschetter en een streven naar reclame. Indien hij in het licht stelde, dat een lid toen sras en nu zoo gesproken 'had, dan vergeet hij er bij te voegen, dat de omstandigheden inmid- dels heel wat veranderd waren bij den tijd waarin de besprekingen over de electrificatie begonnen zijn. In de eerste jaren ging het over bet verleenen eener ooncessie. Toen is een ad- viseur benoemd en heeft deze een onderzoek in gesteld, waarvan het resultaat was, dat hij in overweging gaf de electrificatie van gemeente- wege zelf te exploiteeren en heeft de gemeente getracht- een contract voor stroomlevering te sluiten met de P. Z. E. M. Toen de raad na iangdurige onderhandelingen zoover was, dat hij met de commissarissen der P. Z. E. M. een contract gesloten had, werd dat door Gedepu teerde Staten niet goedgekeurd. De heer 't Gilde zou toch ook graag gezien hebben, dat het contract door Gedeputeerde Staten was goedgekeurd Daarom beteekenen al die aan- halingen van hetgeen gebeurd en op verschil- lep.de tijdstippen gezegd is niets. Indien spre ker de notulen ging na-snuffelen zou hij naar hij veronderstelt de menschen ook wel eens kunnen laten lachen door uitspraken van den heer 't Gilde op verscihillenrie tijdstippen ge- daan tegenover e'lkaar te plaatsen, De heer 't GILDE: Dan moet u dat eens doen. De heer KRUIJSSE zal daaraan zijn tijd met besteden, omdat het tot niets dient en de aaak er niet mee gebaat wordt. Hij noemt het daarom alleen geschetter. De heer 't GILDE zal daarop niet veel zeg- gen, want dan noemt de heer Kruijsse dat mis- sdhien ook geschetter, hij wil echter wel ver klaren er een paar nachtrusten aan te hebben opgeofferd, om deze historic eens goed uiteen te zetten, opdat de ingezetenen eens goed zul len kunnen nagaan aan wiens kant in deze de grootste werkzaamheid is geweest om de zaak tot een goede oplossing te krijgen. Het ver- hengt hem intussehen, dat de heer Kruijsse ac'eh nu eens in zijn ware gedaante heeft laten zuen; hij weet wel, dat het een doorp in 't oog van den heer Kruijsse is, dat spreker hier zit. ,Pe heer KRUIJSSE heeft te kennen, dat het geen erikel nut heeft, om hier nog eens te ko men vertellen wat een raadslid 8 jaren geleden heeft gezegd en wat hij later als zijn meening nitsprak. Dat is reclamemakerij. De Iheer 't GILDE achtte het wel degelijk noodig om een en ander hier eens in het ge- heugen terug te roepen, en hij laat zich niet het recht onitzeggen een zaak te verdedige.n op de wijze zooals haar belanig dat z.i. vordert. En indien de heer Kruijsse dat woord geschet ter niet terugneemt, kan hij hem wel vertellen, dat- hij niet veel plezier meer van hem be- leven zal. De heer VAN DIXHOORN stelt in het licht, dat de electrificatie dezer gemeente een lij- deaisgeschiedenis is. Hij wil het in verband daarmede over twee dingen hebben. In de eer ste plaats verklaart hij, dat het hem toch spijt, dat Burgeineester en Wethouders niet de op- dracht hebben uitgevoerd om te onderzoeken of electrificatie door middel van de gasfabriek mogelijk was. Dat onderzoek is niet naar zijn genoegen uitgevoerd. Dat eenvoudig volstaan sou worden met een schrijven daarover aan Gedeputeerde Staten of aan de Gedelegeerde •Oommissarissen der P. Z. E. M. en dat katte- beMetje van den directeur der gasfabriek was met zijn bedoeling. Hij wenschte een deskun dig rapport, waaruit zou blijken wat voordee- "iiger was: zelf stroom opwekken aan de gas fabriek of wel stroom afnemen. En hij zou dit alsnog wenschen. Niet, dat hij vertmeent, dat Gedeputeerde Staten dit, indien de raad het aou wenschen te doen, imimer zouden goedkeu- !ren, hij is wel overtuigd, dat ze dit nimmer xullen doen. Hij is zich niet bewust gezegd te kebben, dat hij er niet meer voor zou zijn om Bij de Kroon daartegen in, beroep te gaan. Spreker betoogt, dat er wel eens een zoo gun- *$tig rappoiomtrent zoo'n plan zou kunnen ink omen, dat het groote voordeel voor de ge meente omweersprekelijk vaststond en dan zou ihij de verantwoording om dat tegen te houden geheel willen leggen op de schouders van Ge- ♦feputeerde Staten. Men kan dan nog altijd meewerken om desnoodig naar de Kroon te gaan. Er is al ten zeerste de groote trom geroerd over het groote voordeel, dat de gemeente zou hebben van zelfopwekking van stroom door de gasfabriek. Spreker iheeft echter ook zijn ka- nalen waarlangs het mogelijk is wel eens he- trouwbare inlichtingen te krijgen en zoo heeft hij van zijn adviseur vemomen, dat de zelf- wpwekking niet voordeelig genoeg zal zijn. In de tweede plaats komt hii er tegen op, dat de heer 't Gilde zegt, dat hij zou gereti- reerd zijn tegenover den Oonnmissaris der Ko- ningin en_ Gedeputeerde Staten. Hij heeft ter gelegeniheid der conferentie wel gesproken over het onderhouden eener goede verstand- houding tusschen den raad en het college, maar de woorden die de heer 't Gilde hem in den mond legt heeft hij niet gesproken. Hij is er wel toe overgegaan om zijn stem te geven aan het garantievoorstel, omdat dit een accoord be- teeiiende en er geen beter voorstel was om de gemeente van electrisonen strcom te voorzien. Spreker heeft er wel opgestaan, dat de ge meente zelf de distributie ter hand zou nemen; dat heeft hij altijd gewild, maar Gedeputeerde Staten hebben dat nu eeumaal afgekeurd. Hij stelt zich nog altijd op hetzelfde standpunt. Hij heeft altijd veel gevoeld voor zelfopwekking van stroom aan de gasfabriek, maar het advies dat hij nu daarover heeft ontvangen, heeft hem wel eenigszins doen wankelen. Dat is echter niet gesohied, omdat hij zijn 'meaning wiide ten offer brenigen aan een goede verstandhouding met Gedeputeerde Staten. Er is geen sprake bij hem van retireeren. En wat de beschuldi- gingen aangaat van den heer 't Gilde omtrent inconsequentie door de eene maal zus en de andere maal zoo 'te spreken, wil hij onder de aamdacht brengen, dat de beer't Gilde zelf toch ook wel van standpoint veranderd is. In den beginne Kvilde hij niets van het rapport van wijien den heer Van der Hegge Zijnen weten, dan was daaraan niets dan goeds en nu gaat hij later zelf haar dat bureau om advies. Dat is toch ook geen vastheid van lijn. Spreker meent echter, dat het toch niet aangaat, dat de raadsleden 'e'lkaar op een dergelijke kleinzielige manier moeten gaan bestoken. Het stan'dpunt waarop spreker van af den beginne gestaan heeft en waarop hij nog staat is: dat hij electrioiteit wenscht, niet alleen voor de kom, maar voor de 'geheele ge meente, en dat daarvoor een accoord met de P. Z. E. M. zal 'moeten. worden gesloten aan- gezien het aan de gasfabriek niet kan. De VOORZITTER zou heden geen beslissing willen nemen, doch met het oog op een te doen voorstel graag de meaning der heeren hooren. De heer VAN DIXHOORN vraagt, wat J- P. Z. E. M. eigeinlijk fwenscht. De VOORZITTER: Vergunning om gelei- dingen te leggen in de straten der kom van de gemeente. De heer VAN DIXHOORN: En van de bui- tenwijken wordt niet gesproken Dan zou ik het nooit toestaan. De heer J. DE FEIJTER is het daarmede eens. De heer OGGEL: Dat is ook het gedacht van Burgeineester en Wethouders. De VOORZITTER zou ook wenschen de ge heele gemeente, of anders niet. De heer VAN DIXHOORN betoogt, dat de kom geen gebrek heeft aan licht, omdat men daar over gas als kunstlicht kan beschikken. Het zijn juist de buitenwijken waar men in de eerste plaats eleotriciteit ruoodig heeft. Hij zou aan een oplossing die niet de geheele gemeente omvat zijn stem niet kunnen geven. Het spijt hem, dat de P. Z-. E. M. niet wat royaler is. Hij is nog niet van een meerderheid in den raad verz-ekend, 'doch hij zou wel een oplossing weten die niet onibillijk zou zijn. En moest er dan nog eens een finaneieel offer nooddg zijn ten behoeve der buitenwijken, dan zou hij daarover niet willen spreken. De heer DIELEMAN juicht de meening van Burgemeester en Wethouders en verschillende raadsleden die zich reeds uitspraken toe, dat zij niet wenschen te heginnen met de kom, doch alleen gevoelen voor electrificatie der ge heele gemeente. Hij meent echter, dat er nu toch eerst nog eens een deskundig rapport zou moeten worden gevraagd omtrent de kosten van zelfopwek king va.n stroom aan de gasfabriek, anders kan men z.i. niet vooruit. Men heeft nu wel al uit spraken gehoord van verschillende deskun- digen; de eene beveelt het aan, een ander breekt het af, maar een bepaald rapport heeft de raad nog niet te zijner beschikking. De VOORZITTER geeft te kennen,. dat Bur gemeester en Wethouders dat niet hebfcen ge vraagd, omdat Gedeputeerde Staten te ken nen. gaven, dat ze in geen geval zouden toe staan, dat de gemeente zelf stroom ging op wekken, en dat de raad in meerderheid te ken nen gaf van die weigering niet bij de Kroon in beroep te zullen gaan. Zij meenden, dat het dan geen zin meer had dergelijik rapport te laten maken. De heer DIELEMAN aCht dat toch zeer ge- wenscht. Als de raad nu eens kon bewijzen, dat het voor de 'gemeente een groot voordeel zou zijn, dan zou er toch aanleiding kunnen zijn al het mogelijke te doen om dat te ver- krijgen. De VOORZITTER: Dan zou de raad toch van meening moeten veranderep. De iheer KRUIJSSE betwist dit; de raad heeft daarover nog nooit een. besluit genomen. In de conferentie heeft men daarover onder el- feaar zijn meening uitgesproken, doch de heer Van der Weijde heeft toen ook nog duidelijk doen uitkomem, dat ieder lid het recht behield in openbare vergadering te spreken en te stem- men, zooals 'hij dat wenschte. Er is toen alleen gezegdindien de raad voorruemens is in beroep te gaan kunnen we wel uiteengaan, want dan is thans 'geen bespreking noodig. Toen is door den raad Ce kennen gegeven, dat men zulks niet voornemens was en zijn de besprekingen voortgezet. De heer DIELEMAN meent, dat, als het rapport gunstig mocht uitvallen, de raad dan veel sterker zou staan tegenover Gedeputeerde Staten. Het zou een rapport moeten zijn van iemand die geheel neutraal staat en noch bij de P. Z. E. M. noch bij de gasfabriek is betrokken. De heer OGGEL merkt op, dat er al een rap port gemaakt is door iemand die in deze ge heel vrij staat van alles en die tot de conclu- sie kwam, dat het voor de gemeente zeer na- deelig zou zijn. Er is dan ook reeds op een en ander in de berekening van den gasdirecteur gewezen, dat niet juist was. Natuurlijk: het blijiven altijd ramingen en de eene deskundige spreekt soms de andere tegen «f komt tot ge heel andere conclusies. Het is juist, hetgeen zooeven is opgemerkt, dat de heer't Gilde den heer Van der Hegge Zijnen 'niet wiide geloo- ven, doch diens opvolger wel, want daar gdng hij om advies. Het is voor leeken moeilijk uit te maken waaraan men zich moet vasthoudeoi. De heer WEIJNS heeft omtrent deze lrwes- tie zijn eigen opinie en denkt, dat het nog veel meer .zal kosten, als de gasfabriek zelf de stroom moet opwekken. Hij kan zich echter vereenigen met den wensch van den heer Die- leman, om daarover ook nog eens een deskun dig rapport te vragen. In de tweede plaats geeft hij te kennen omtrent den brief van de P. Z. E. M. ook nog wel het een en ander te kunnen zeggen, doch dat zou hij in. besioten vergadering wenschen te doen. De heer DIELEMAN zou een goed deskun dig onderzoek wenschen; blijkt daaruit, dat het nadeeliger is, welnu, dan stapt de raad er van- zelf van af. Als het schadelijk is aanvaardt de raad het niet, maar is het veel goedkooper, dan kunnen Gedeputeerde Staten de P. Z. E. M. toch niet aan de gemeente opdringen. De heer't GILDE sluit zich aan bij het voor stel van den heer Dieleman; elk deskundig on derzoek juicht hij ten zeerste toe. Het spijt hem, dat de heer Van Dixhoorn beweert, dat hi), niet over in beroep gaan heeft gesproken. Hij wijst op bladziide 8 der notulen van de ver gadering van 17 November 1.1., 2e kolom !4e regel van boven staat: „Het zou ook wel niet zoiiiUer moainjlkheden gaan en Gedeputeerde Staten zouuen wel traciiten die poging te 0®- lemmeren, doch dan'gaan we maar weer naar de Kroon. Het gaat met tegen de persoon van Gedeputeerde Staten doch voor Axels belang. De zaak is het wel waard eens goed te worden uitgevischt", terwijl hij daarentegen in de be sioten vergadering waarin de conferentie met Gedeputeerde Staten plaats had zeide, dat hij ter wille van een goede verstandhouding met Gedeputeerde Staten er niet voor was in be roep te gaan en zijn stem maar aan het garan tievoorstel zou geven. Dat zullen wellicht de notulen dier conferentie, indien die al zijn ge- schreven, wel uitwijzen. De heer OGGEL meent, dat het ophalen dier herinneringen niets beteekent, ze doen niets teir zake, men kan er elkaar warm door maken, doch de zaak wordt er niet mee gediend. De heer VAN DIXHOORN heeft in deze kwestie heelemaal niet op de groote trom ge- slagen en laat zich ten deze niets in de schoe- nen schuiven. Hij herhaalt, niet op grond van een goede verstandhouding met Gedeputeerde Sta ten te hebben gestemd voor het verleenen eener g'arantie, doch omdat een andere oplossing hem hopeloos voorkwam. Overigens is hij het roerend eens met den heer Dieleman, dat er een grondiig en onpartijdig deskundig onder zoek behoort te worden ingesteld omtrent de kosten van zelfopwekking van stroom aan de gasfabriek, dat dient de raad te doen om te kunnen aantoonen, dat al het mogelijke is ge- daan om het voordeel der gemeente te be- traChten. Voor spreker is, dat onderzoek niet meer noodig; hij was eerst van een andere meening, doch thans ook wel overtuigd, dat het nadeeliger is. Er zijn echter vele anderen, die nog niet zijn overtuigd en daarom is zoo'n on derzoek inderdaad hoogst gewenscht en kan het. veel nut afwerpen. De VOORZITTER sehorst de openbare ver gadering, die overgaat in een zitting met ge sloten deuren. Na het weder opem.baar worden der verga dering ideelt de VOORZITTER irsede, dat in de volgende vergadering een voorstel zal gedaan worden omtrent de beantwoording van den brief van de P. Z. E. M. 12. Omvraag. a. De heer OGGEL herinnert, dat door, den heer't Gilde is meegedeeld, dat een lid van het aagelijKSch bestuur aan een buiten den raad stiaande op den bewusiten Zatendag zou hebben verteid dat Gedepuceerde Staten net garantie- aanbod van den raad hadden verworpen. iiij zou gaame gezien hebben, dat hij nu ook maar gezegd had wie dat geweest is, want nu kan het op alle ieden van het college slaan. Spreker stelt er prijs op te verklaren, dat hij niet bij de conferentie tagenwoordig is geweest. De heer't GILDE weet niet, wiie de zegsman geweest is, doch kan wel den persoon noemen tegen wie het door een lid van het dagelijksch bestuur gezegd is, des Zaterdags, wellicht on- geveer denzeifden tijd, dat de voorzitter tegen spreker zeide, dat hetgeen er was nog niet voor P'ubliciteit vatbaar was. Zooals hij zeide, was hier in Axel Zaterdags de markt er vol van. 's Maandags stond het in de Ter Neuzensclhe Courant, en spreker, die aanvankelijik te ken nen geeft in openbare zitting liever geen na- men te noemen voegt er aan toe, dat hij 's Woensdags te Ter Neuzen van den redacteur der Ter Neuzensche Courant vernam, dat hij het des Zaterdags reeds van een lid van het dagelijks'eh bestuur vernomen had. Het frap- peerde spreker, dat anderen vernemen moohten hetgeen voor hem, als raadslid, nog verborgen moest blijven. Do heer KOSTER vraagt nog, waar dat ge- rucht op de markt dan vandaan gekomen is, want hij is dien dag en ook den vorigen in het geheel niet in Axel geweest. Als nu de burge meester ook niets gezegd had, hoe wist men het dan hier? De VOORZITTER herhaalt er niets van ver teid te. hebben, alleen, toen de brief ontvangen was heeft hij, zooals reeds meegedeeld, er Dinsdags kennis van gegeven aan den redac teur van de Axelsehe Courant, opdat er publi- citeit aan zou gegeven worden. Toen de heer 't Gilde er Zaterdags naar vroeg kon hij er niets van vertellen, omdat er toen nog niets officieels bekend was. b. De heer 't GILDE vraagt of de voorzit ter geen mededeelingen kan doen hoe het staat met het kanaal van de Sassinig naar Axel en Hulst. De VOORZITTER kan daarvan op 't oogen blik niets bijzonders meedeelen. Hij verwacht binnenkort bestuursvergadering der vereeni- ging en verwacht in een volgende vergadering wel iets naders te zullen kunnen meedeelen. c. De heer DIELEMAN w,il twee vragen steilen in verband met de gasfabriek, in de eerste plaats of er nog geen antwoord binnen is van.Ter Neuzen omtrent gaslevering aan die gemeente en in de tweede plaats of Gedepu teerde Staten de geldleening van jf 60.000 voor uitbreiding der fabriek nog niet hebben goed gekeurd. De VOORZITTER deelt mede, dat van Ter Neuzen nog geen bericht is ingekomen. De heer OGGEL heeft vernomen, dat die zaak op de agenda der eerstvolgende vergade ring komt. De VOORZITTER: Neen, de eerstkomende nog niet, maar toch spoedig. De heer DIELEMAN meent, dat dit nu toch welletjes wordt en zou maar willen besluiten om het aan die gemeente gedaan aanbod in te trekken. Men kan er hier niet langer op waeh- ten en moet dan maar zijn eigen gang gaan. De VOORZITTER ontraadt, om nu in deze vergadering zoodanig gebruik te nemen en raadt aan nog eens te waehten tot de volgende vergadering. d. De heer DIELEMAN merkt op, dat men is blijven steken bij de bespreking over het ma- fan van een deskundig rapport over het zelf opwekken van eleetrischen stroom aan de gas fabriek. Door hem en verschillende andere leden is toch te kennen gegeven, dat dit de weg is, die nog bewandeld moet worden. De VOORZITTER: Dat te onderzoeken kan geen kwaad: ik sta daaromtrent aan uwe zijde. De heer DIELEMAN Dan komen we beter op de hoogte, we hebben nu al zooveel gehoord, maar dan zijn er altijd haken en oogen. De heer WEIJNS kan zich daar ook mee ver eenigen. hij wil niet den indruk vestigen, dat hij het bepaald in de richting van aansluating bij de P. Z. E. M. wil drijven. De heer OGGEL wijst er op, dat men dan zoo'n onderzoek moet laten instellen met de wetenscihap, dat er geen practische gevolgen uit kunnen voortkomen, want Gedeputeerde Staten staan de eigen fabricatie niet toe en met een beroep op de Kroon staat het zoo goed als vast, dat men geen te minste kans heeft gelijk te krijigen. Men moet dan een duur rapport laten maken om te voldoen aan den wensch van enkele leden. De heer DIELEMAN: Pardon, mijnheer de voorzitter, acluer mij staan ook de 14U0 acixes- seerende burgers, die ntizeiide wenschen. Een groot deel der burgerrj wenscht dae nchting uit te gaan. Blijkt dan dat het niet kan, dan Zijn ook zij overituigu, ivnjn voorstel spruit voont uit den wensch om tot eenheid te komen. De heer VAN DIXHOORN acht geen voor stel of besluit meer noodig. Er is mdertijd al besknen, dat Lu.gemeester en Wethouders zoo'n onderzoek zouden instellen, maar dat be- siiuit is nog niet overeenfeomstig de bedoeling uitgevoerd. Spreker had gewenscht, dat een grondig onderzoek was ingesteld. Lien moet daarvoor nemen een onpartijdig deskundige, die niet met de gemeente in ver- binding staat en er ook niets van verwachten kan, d»cih niet menschen die de gemeente mis- sc'hien eens als proefkonijn willen gebruiken, of er later wellicht een of ander aan willen verdienen. De heer OGGEL meent, dat zoo'n rapport dan allioht weer een f 1000 zal kosten, want zoo'n deskundige mag dan van de reeds bestaande gegevens geen gebruik maken, die moet geheel zelfstandig opnieuw beginnen. De VOORZITTER meent toch ook, dat het de zaak dienstig kan zijn. De heer VAN DIXHOORN: Ik heb de over- tuiging, dat er uit zal blijken, dat het niet zal kunnen, maar ik acht het goed, dat ook ande ren die overtuiging krijgen. De heer 't GILDE vraagt, of nu nog wel een ander onderzoek noodig is; hij wijst op het rapport van den directeur der gasfabriek en beschouwt een nieuw onderzoek als een klei- neeren van diens werk. Daar komt hij tegen op. Wel is hij voor ieder goed onderzoek. De VOORZITTER: Als de raad het wenscht, moet het dan maar gebeuren. De heer DIELEMAN geeft te kennen, dat het onderzoek moet gaan in een richting, die nog niet betreden is. Burgemeester en Wethouders moeten een deskundige benoemen. De heer BAERT verklaart zich daar ook voor. Indien niet wordt aanigetoond, dat eigsn opwekking van stroom aan de gasfabriek niet mogelijk is wegens de grootere kosten, indien dat het geval is, zal het grootste gedeelte van de burgerij niet tevreden zijn. De VOORZITTER zal deze zaak dan nader met de wethouders bespreken. Hij sluit de vergadering door het uitspxeken van het dankgebed. Vergadering van Donderdag 22 April 1926, des namiddags 2 uur. Voorzitter, de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoondig de leden: J. J. de Jager, D. van Aken, D. Soheele, P. van Cadsand, L. J. Geel'hosdt, R. Scheele, C. A. Verlinde, H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, B. N. van Dijke en J. van Riet. Afwezig de heer E. L. Freriks. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat de heer Freriks wegens onvoor- ziene ambtsbezigheden verhinderd is tegen- woordig te zijn, doch mogelijk in den loop der vergadering nog zal versohijnen. Hij stelt aan de orde: 1. Notulen. Het vaststellen van de notulen der vergade ring van 11 Maart 1.1., wordt aangebouden, daar deze noig niet in druk zijn verschenen. 2. Ingekomen stukken. a. Verslag der Gezondheidscommissie, wier zetel gevestigd is te Ter Neuzen over 1925. Aangenomen voor kennisgeving. 'o. Proces-verbaal der op 25 Maart 1926 ge- houden opneming der boeken en kas bij den gemeente-ontvanger, waarbij is gebleken, dat het fcatig slot over het dienstjaar 1924 bedraagt voor den gewomen dienst 23.603,92, en van den kapitaaldienst voor zoover daarover niet be- schikt is f 37,42, de inkomsten van den dienst 1925 hebben tot op datum bedraeen f 435.055,03% en die over 1926 ,f 47.490,28, te zamen f 506.186,65 V2de uitgaven over den dienst hebben bedragen 379.338,26% en die over 1926 33.844,24%, te zamen 13.182,51. zoodat in kas moest zijn 94.044,14%, hetgeen overeenkomt met de in kas bevonden en in het proces-verbaal omsChreven waarden. Aangienomen voor kennisgeving. c. Het raads'bes':uit van 11 Maart 1926 tot wijziging der beg noting voor 1925, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedepu teerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. d. Verslag der zeevaartschool te Vlissingen over 1925? Aangenomen voor kennisgeving. e. Een verklar'ng van G. Verpoorten, dat hij de voorwaanden aanvaard, waaronder hem bij raadsbesluit van 11 Maart 1.1. vergunning is verleend tot het bouwen van een erker boven gemeentegrond. f. Een, adres van R. Vieser, waarin deze verzoekt hem voor het bouwen van een w,oon- huis een stuk grond te willen vexkoopen, ge- legen sectde L, deel van no. 2208, grenzende aan het perceel sectie L no. 2208, van de Z. V. T. M., breed 7 M. en wel tegen den prijs van 8 per M2. Aangezien met adressant dienaangaande on derhandelingen worden gevoerd, stellen burge meester en wethouders voor, dit verzoek te stellen in hunne handen om bericht en raad. g. Een schrijven van de afdeeling Sluiskil van de vereenigiing V oik sonde rw ij s"die daar- in verzoekt, met ingang van 1 Mei 1926 aan de openbare school D te Sluiskil een assistent(te) te willen benoemen, in verband met de ver- meerdering van het aantal leerlingen, waar door na den genoemden datum een toestand zal ontstaan, die het voor 2 leerkraohten ondoenlijk zal maken aan 7 leerjaren met vokloend resul taat onderwijs te geven. Voor nadere bijzonderheden verzoeken ad res- santen kennis te willen nemen van de bijge- voegde memorie van toelichting welke bedoelt U een beeld te geven van den aan school D te waehten toestand. De memorie van toelichting luidt als volgt: Aansluitend op bijgaand verzoek hebben de ond'engeteekenden de' eer U de volgende toelich ting aan te bieden: Op den 16en Miaart, den eersten der vier data, die gelden voor de vaststelling van het aantal leerkradhten bedroeg het aantal leerlin gen op school D 66. Door toelating van een nieuwen leerling steeg dat aantal den 22sten Maart tot 67. Voor toelating op den Isten Mei a.s. hebben zich thans reeds 17 leerlingen aan- gemeid, terwijl met aan zekeilheid grenzende rvu,aia>CiiijiiijjjvU.li v1 liiv.u women, uat van t. Kiuueitn nog ue aainneiicung ce wacnten is. Vvaar nu hoogsions 0 'leerlingen als niet meer leerplicinoig op 1 ivrei de scnooi zullen ver- laten vermeeraem net aantal ieerimgen op dien aalurn mei 26 1 15 en zullen er dan dus. 67 4- 15 82 leerlingen op school D zijn m~ gesenreven. ue Bager onderwijs'wei 1920, na gewijzigd te zijn door de wetter: van uen 16 Eeoruari 1923 (BtaatSbiad no. 38) en van 20 Juni 1923 (titaatsbiad no. 287), stand Dij 73 leerlingen een aerde leerkradht toe voor rijksrekemng (artikel 28). Dit artikel is door de wet van 30 dun: 1U24 (.Staatsblad no. 3i9) tot 1 Januari 1930 buiten weriung gesieid en vervangen door het steisel van 48 leerlingen per onderwijzer. Het behoeft natuurlijk geen betocg, dat door de iaatste wets wijziging vooral de kleine scho- len gedupeerd zijn (i.e. school D). En aangezien dit ook door den wetgever naar onze meemng zoo werd gezien, is 'bij die- zellde wet van 30 Juni 1924 een nieuw artikel 9bis tusschengevoegd, dat den gemeenten de mogelijkheid biedt, assistenten aan te stellen aan scnolen met met meer dan 14i leerlingen. Resumeerend verzoeken ondergeteekenden U dus beleefd, bun aanvrage in ernstige over weging te willen nemen en wel om de volgen de redenen: 1. School D tell 7 leerjaren, waarvan de laagste drie voor rekening zijn van de onder- wijzeres, de hoogste vier voor rekening van het hoofd der school. Nu zal op 1 Med de aanvangsklasse niet min der dan 17 a 18 leerlingen tellen, een klasse dus, waar de onderwijzeres zonder overdrijving de handen aan vol heeft, willen de kinderen, die pas op school komen, het onderwijs ont vangen, dat hun toekomt. Indien nu de onder wijzeres behalve aan die reeds zooveel tijd en zorgen vergende le klasse, nog onderwijs moet geven aan de 2e en aan de 3e klasse, die beide circa 12 leerlingen telien, dan mee nan onder geteekenden zich aan geen overdrijving schul- dig te maken, wanneer ze zoo'n toestand fnui- kend voor het onderwijs noemen. 2. Toen andere scholen in deze gemeente, daartoe door de wet in staat gesteld, het 7e leerjaar afschaften of niet invoerden, kon daar van aan de openbare .school D geen sprake zijn en werd het hoofd opgedragen, leerlingen, die de school reeds verlaten hadden, opnieuw in te schrijven. En wanneer ondergeteekenden namens hun bestuur verklaren, van meening te zijn, dat ook het onderwijs in het 7e leerjaar zoo goed mo gelijk tot zijn recht moet komen, dan meemen zij daaraan te mogen toevoegen, dat daarvan geen sprake kan zijn, wanneer het hoofd der school naast dat zoo belangrijke en waarde- volle 7e leerjaar zijn zorgen heeft te wijden aan de 4e, de 5de en de 6e klasse, m. a. w. niet minder dan 4 klassen voor zijn rekening heeft. 3. Ten slotte meenen ondergeteekenden U te moeten wijzen op het onderwijs in de nuttige handwerken, dat bij het tegenwoordige steisel van de tweemanssehool niet die resultaten kan opleveren, welke redelijkerwijs verwacht zou den kunnen worden. Hiervoor meenen onderge teekenden te kunnen verwijzen naar wat ten aanzien van dat onderwijs reeds werd opge merkt in het jaarverslag over 1925 van de Commissie van Toezicht op het L. O. van Sluis- kil-Driewegen. Burgemeester en wethouders stellen voor dit sohrijven te stellen in hunne handen om be richt en raad. De heer COLSEN vraagt, of dit niet kan af- gehandeld worden. De VOORZITTER antwoordt ontkennend; dit eischt onderzoek en eventueel voarberei- ding, waarvoor sedert de ontvangst geen tijd meer was. Het schrijven is van morgen pas ingekomen. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. h. Een schrijven van gedeputeerde staten van Zealand, dd. 16 April 1926, waarin deze te kennen geven dat, nu uit het toelichtend schrij ven op het geldleeningsbesluit ten behoeve der ambachtsschool is gebleken, dat het niet de be doeling is elk jaar een gelijk bedrag af te las- sen, in elk geval in het leendngsbesluit behoort te worden bepaald, hoeveel jaarlijks ten minste zal worden afgelost. Zij verzoeken aanvulling van het besluit. Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding hiervan voor te bepalen, dat de lee- ning zal worden afgelost in 25 jaar in plaats van 2530 jaar. Met algemeene stemmen wordt aldus be sioten. i. Een adres van J. A. de Lege, die daarin verzoekt hem vo*r het bouwen van een woon- huis een strook grond te willen verkoopen aan de Oostzijde der Scheldekade, naast het woon- huis van den heer Dootjes, kadastraal bekend sectie L, deel van no. 1980. Hij verzoekt hem te willen verkoopen een breedte van 8 M. en een gezamenlijke oppervlakte van pl.m. 175 M2., voor den prijs van 8 per M2. Burgemeester en wethouders stellen voor op het verzoek gunstig te beschikken. Naar aanleiding eener vraag van den heer D. SCHEELE deelt de VOORZITTER mede, dat deze strook grond zoodanig wordt verkocht, dat er voldoende ruimte overhlijft om met paard en wagen aohter de kopschool te komen. Het voorstel van burgemeester en wethou ders, waarin de verschillende voorwaarden voor den verkoop zijn vervat, wordt aange nomen met algemeene stemmen. j. Een adres van de afdeeling Ter Neuzen van den Centralen Bond van Transportarbei- ders, van den Ned. R. K. Bond van Transport- arbeiders, van den Nederlandschen Bond van Qhr. Fabrieks- en Transportarbeiders, die daarin te kennen geven: dat in de desbetreffende raad'szitting de steunregeling voor uitgetrokken werkloozen Is vastgesteld tot 1 Mei 1926; dat tijdens de besprekingen gebleken is, dat de meerderheid van den raad van meening was, dat de bedragen van dien aard waren, dat deze geen verslechtering meer konden ondergaan; dat er sedert dien tijd in den toestand nog geen blijvende verbetering is te constateeren, en dus de steunregeling nog even noodzakelijk is dan destijds. Reden waarom zij zich tot den raad wenden met het verzoek de thans geldende steunrege ling te willen bestendigen. De VOORZITTER acht dit een zaak van groot belang en wil die maar aanstonds aan de orde stellen. Hierbij zijn eigenlijk twee kwesties betrok ken, want naast dit adres moeten burgemees ter en wethouders nog mededeelen, dat het be drag ad f 10.000, dat op de begrooting is ge- braoht voor steun aan uitgetrokken werkloo zen tot 1 Mei a.s. zoo goed als verhruikt is en in verband met de werkloosiheid niet toereikend zal zijn om tot dien datum de uitkeeringen te doen. Verschenen Zatendag 17 April, was er f 9582,33 uitgegeven en alzoo slecht.s f 417,67 in kas, terwijl de Iaatste weken gemiddeld ruirn

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 7