ALGEMEEK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No, 7888. Maandag 15 Maart 1936. 66e Jaargang s el m DIENSTPLICHT. ABONNEMENTSPRIJS: KEURING FSUILLIT0M. Parlementair Dagboek van Insider. Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6 60 per jaar Voor t buitenland 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling. Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrljdagavond. - i^Jtt .VOOR I'EN De Burgemeester van TER NEUZEN maakt k>elt«iud, dat de KEURINGSRAAD voor de inge schrevenen voor den dienstplicht, lichting 1927, deter gemeente zitting zal houden te Ter Neu zen, in de voormalig-e school A aan het School- plein op Vrijdag 9 April 1926, des voormiddags te 9,30 uur; op Zaterdag 10 April 1926, des voormiddags te 9 uur en op Maandag 12 April 1926, des voormiddags te 11,30 uur. Taak van den keuringsraad. Behalve in de na te noemen uitzonderings- gevallen geschieden voor den keuringsraad de meting en het geneeskundig onderzoek naar de geschiktheid voor den dienst. Ongeschikt voor den dienst worden geacht: 1. zij, die kleiner zijn dan 1.55 M.; 2. zfj, die lijden aan of behept zijn met ziek- ten of gebreken, vermeld in een bij Koninklijl, besluit vastgesteld keuringsreglement. Zjj, die bij de eerste maal, dat omtrent hun geschiktheid uitspraak wordt gedaan, verkee- ren in een der onder 1 en 2 bedoelde gevallen. werden geacht slechts tijdelijk ongeschikt te zijn, indien onderscheidenlijk: a. de lengte meer dan 1.50 M. bedraagt; b. aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte of het gebrek binnen een jaar zal hebben opge- houden te bestaan. In alle andere gevallen worden de onder 1 en 2 bedoelde personen geacht voorgoed onge schikt te zijn. Kij, die op grond van hun lichaamslengte voorgoed ongeschikt moeten worden, verklaara, behoeven geen onderzoek ter zake van ziekten of gebreken te ondergaan. Het onderzoek blijft geheel of ten deele ach- terwege, voor zoover blijkt, dat de gezondheids- toestand van den te keuren persoon het onder zoek niet gedoogt. De uitspraken van den keuringsraad worden in het openbaar medegedeeld. Wie voor den keuringsraad moeten verschijnen. In het algemeen is ieder, die voor den dienst plicht is ingeschreven en behoort tot boven- penoemde lichting, verplicht op de hierboven aangegeven plaats en tijd voor den keurings raad te verschijnen. Gelijke verplichting rust op den ingeschrevene van de daaraan vooraf- gaande lichting, die ten vorige jare bij de keu- ring tijdelijk ongeschikt is verklaard. Aan den Voorzitter van den keuringsraad kan worden verzocht om het onderzoek bij een anderen keuringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan •ngezegeld zijn, doch moet gefrankeerd ver- zonden worden. Desgewenscht kan hij het ver- •oekschrift ook imdienen hij den burgemeester, die alsdan zorgt voor de verzending. Op den ingeschrevene, die bij de thans te houden keuring tijdelijk ongeschikt wordt ver klaard, rust de verplichting om het volgend jaar opnieuw voor den keuringsraad te ver schijnen. Hij, die voor den keuringsraad verschijnt, is verplicht zich aldaar aan een onderzoek naar zijn lichaamslengte en, zoo noodig, aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen. Het staat den ingeschrevene vrij, bij de keu ring een geneeskundige verklaring omtrent de Jiehaamsgesteldheid over te leggen, opdat de keurende geneesheeren daamede rekening kunnen houden. Wie niet voor den keuringsraad behoeven te verschijnen. Voor den keuringsraad behoeven niet te ver schijnen de ingeschrevenen a. die zijn opgenomen in een krankzinni-, gen-, idioten-, doofstommen- of biindengesticht Voor deze ingeschrevenen wordt door de bo- struurders der gestichten een geneeskundige verklaring ingezonden, Uit het Amerikaansch door E. J. RATH. b. die doen biijken door ziekte of gebreken tot die verschijning buiten staat te zijn en niet zijn opgenomen in een gesticht als on der a bedoeld; De hier bedoelde personen worden onderzocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan dit onderzoek te onderwerpen. Het on derzoek geschiedt door een door den Voorzit ter van den keuringsraad aan te wijzen genees kundige. Dit onderzoek blijft echter achter- wege, wanneer aan den keuringsraad een ge neeskundige verklaring wordt ingezonden, die den raad voldoenden grond geeft om den in geschrevene ongeschikt te verklaren (zie om trent zulk een verklaring aan het slot onder dit hoofd). c. die zijn opgenomen in een rijksopvoe- dingsgesticht, een tuchtschool, een gevan- genis of een rijkswerkinrichting; Voor het onderzoek van deze categorie van ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen, als voor de categorie, onder b vermeld. d. dae hun beroep maken van de buitenland- sche zeevaart of van de zeevisscherij bui- tenslands; Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring wenschen, zich voor den keuringsraad aan het onc^erzoek onderwerpen, voor zoover zij geen gebruik hebben gemaakt van de gejegenheid om v6or 16 Maart een dergelijk onderzoek te ondergaan vanwege den Plaatselijke- of Gar- nizoenscommandant in een gamizoen of den Commandant der afdeeling Mariniers te Rot terdam. e. die langer dan een maand in het buiten land verblijven; Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo zij keuring wenschen, zich bij den keurings raad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kun nen bover.dien op de hiervoor aangegeven wpze met een eigenhandig geteekend verzoekschrift vragen om het onderzoek voor een anderen keuringsraad te ondergaan. Voorts kunnen deze ingeschrevenen, zoo zij niet voor een keuringsraad verschijnen, bij den keuringsraad voor de sluiting zijner zitting in- zenden een na 1 Maart afgegeven verklaring, waaruit blijkt: dat de ingeschrevene met geslachtsnaam, voornamen en leeftijd aan te duiden -door hen, die de verklaring hebben afgegeven, voor goed ongeschikt voor den dienst wordt geoor- deeld; en voorts de aard en de graad van de ziekte of het ge brek, op grond waarvan de ongeschiktheid aan- wezig wordt geacht, zoomede de bezwaren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. Deze verklaring moet de onderteekening dra- gen van twee geneeskundigen, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heelkunde. In Naderlandsch-Indie mag de verklaring door enkel dokters-djawa echter alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse geen ander geneeskundige is, en mag zij door een dokter-djawa met een ander geneeskundige alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse niet meer dan een ander geneeskundige is. De handteekeningen van hen, die de verklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bij- voeging, dat zij, door wie de handteekeningen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uit oefening van de genees- en heelkunde, dan wel dokter-djawa zijn. Zoo het stuk is ondertee- kend door een dokter-djawa, moet bovendien biijken, welke van de hierbedoelde gevallen aaruwezig is. De ingeschrevene wordt alleen voorg'oect on geschikt verklaard, ingeval de verklaring om trent de ongeschiktheid geen twijfel laat en niet aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte of het gebrek binnen een jaar zal hebben op- gehouden te bestaan; f. die een geestelijk of een godsdienstig- menschlievend ambt bekleeden of tot zoo- danig ambt worden opgeleid; Deze ingeschrevenen kunnen zich evenwel. indien zij dit wenschen, aan het onderzoek voor den keuringsraad onderwerpen. Zij kunnen bo- 10) Vervolg.) Ze waren alJebei uit hun humeur en ze wisten het. Ze zwegen geruimen tijd. Zelfs tot het oogenblik, dat het karretje onverwachts en onheilspellend stopte. Het Wrak stond niet eens op om naar het benzine-reservoir te kijken. Hij wist het. Hijhad^ het al twee uur lang verwacht. Een kwartier 3ang was de conversatie buitengewoon levendig. Wist hij niet, dat hij niet genoeg benzine had? Zeker wist hij dat. Dacht ze soms, dat hij sliep? Had hij geen extra tien liter-blik bij zich? Neen. Hoe kon dat, als hij twee valiezen moest meenemen en nog een hoop ande ren rommel? Waaroxn verknoeide hij dan zooveel benzine door dwars door de prai rie te rijden en te verdwalen? Waarom vond zij den weg niet, in plaats van naar een stommen berg te kijken? Waar was hij van plan benzine vandaan te halen? O, hij zou wel even om den hoek bij de garage gaan bestefllen. Wat ging hij doen? Van het uitzicht zitten genieten. Dacht ze soms, dat hij sou uitstappen om de auto voort te duwen? Toen ze zoo een poosje voortgegaan waren, stapte Sally uit en liep in doffe wanhoop een eindje den weg op. Hij was omiitstaanbaar en het scheen hem niets te kunnen scheien. Ze wist, dat ze met ple- zier een millioen dollar geven zou (als ze zooveel had) om thuis te zijn. Dit was nog erger, dan om midden in een rivier te staan, want dit was hopeloos! Waarschijnlijk waren ze mijlen ver overal vandaan. Als ze maar wist in wel ke richtina ze moest gaan, dan zou ze wel loopen. Het Wrak toonde in het geheel geen symptomen van loopen. Hij had een schaduwrijk plekje gevon- den onder een boom, aan den kant van den weg en lag daar te slapen. Tenslotte stapte Sally- maar weer in de auto, probeerde makkelijk te gaan zitten en dommelde eindelijk in. Toen ze wakker werd, was het donker en legde iemand de hand op haar arm. ,,Ik ben het." zei de stem van het Wrak. ,,Wat wat is er qebeurd?" „Tot nu toe niets. We staan nog steeds op dezelfde plaats. Maar er komt een auto aan in de verte en we krijoen dus hulp." Dit nieuws maakte haar klaar wakker. Ze keerde zich met een ruk om en keek de donkere prairie over. In de verte. ten minste een mijl weg, zag ze duidelijk de twee lichten van een naderende auto. Het Wrak stak zijn achteriicht. aan en slenter- de den weg af, den redders te gemoet. Sally keek hem na. Na een paar minuten geloopen te heb ben, bleef hij midden op den weg staan wiachten. Toen de naderende auto dich- terbij kwam, zag ze zijn gedaante scherp omlijnd tegen het schelle licht. Ze zag, hoe hij de hand ophief en wuifde. Ze hoonde. hoe de zware motor stopte. Daar- na stapte hij uit den lichtbundel en hoor- de ze stemmen. Een minuut verstreek. Toen kwam het vendien op de hiervodr aangegeven wijze met een eigenhandig geteekend verzoekschrift vragen om het onderzoek voor een anderen keuringsraad te ondergaan* g. die als vrij-williger behooren tot de land- macht, die zeemacht of de overzeesche weermacht. Ook zij, die tot den vrijwilligen landstorm behooren, behoeven niet voor den keuringsraad te verschijnen. Voor den ingeschrevene, op wien de verplich ting rust voor den keuringsraad te verschijnen, doch die aan den raad een door twee genees kundigen afgegeven verklaring zendt, welke den raad voldoenden grond geeft om den in geschrevene ongeschikt te verklaren, komt be doelde verplichting te vervallen. De genees kundige verklaring moet worden ingezonden zoo spoedig mogelijk nadat de ingeschrevene is opgeroepen om voor den keuringsraad te ver schijnen. De verklaring moet overigens vol- doen aan dezelfde vereischten, ten aanzien van de hiervoor onder e vermelde geneeskundige verklaring aangegeven. Indeeling bjj de zeemilitie of bij een der korpsen van het leger. De Voorzitter van den keuringsraad verza- melt tijdens de zitting gegevens omtrent de in deeling. In verband hiermede staat het den Inge schrevene vrij alsdan den Voorzitter mede te deelen, of hij, zoo hij tot gewoon dienstplich- tige mocht worden aangewezen, zou wenschen te worden bestemd voor de zeemilitie, voor de hospitaalsoldaten of voor een bereden korps en ook aan welk ander korps hij zich het liefst toegewezen zou zien. Ook kan hij zijn wen schen opgeven omtrent het gamizoen en het tijdvak van inlijving. Voorts kan de ingeschre vene den Voorzitter een schriftelijke verklaring ter hand stellen, ten bewijze, dat hij voor eenlg vak of voor eenigen arbeid bijzondere geschikt heid bezit. Met deze wenschen kan evenwel slechts re kening worden gehouden, voor zoover de dienst- belangen het toelaten. De ingeschrevene en zijn wettige vertegen- woordiger zijn verplicht de opgaven, die in ver band met de Dienstplichtwet aan hem worden gevraagd, naar waarheid te verstrekken (zie ook hetgeen hieromtrent is vermeld onder ..Strafbepalingen,''.) Herkeuring. Ten aanzien van !ken ingeschrevene, om trent wien de keuringsraad uitspraak heeft ge daan, kan bij den herkeuringsraad een nieuw geneeskundig onderzoek worden aangevraagd: a. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of diens wettigen vertegenwoor- diger; b. door elk der overige voor de gemeente ingeschreven personen of diens wettigen ver- tegenwoordiger. De aanvraag moet berusten op aannemelijke in het verzoekschrift omschreven gronden en binnen tien dagen na den dag, waarop de uit spraak in het openbaar is medegedeeld, zijn ingeleverd bij den burgemeester der gemeente waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt voor den dienstplicht ingeschreven is. Aanvragen, niet ingericht of niet ingeleverd op de hier omschreven wijze, kunnen geen ge- volg hebben. Verschijnt de ingeschrevene niet op den be- paalden tijd voor den herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door diens wettigen vertegenwoordiger, als vervallen beschouwd, tenzij hij verkeert in een der gevallen waarin hij tot verschijning niet in staat geacht wordt. Het nieuwe onderzoek geschiedt voor den j herkeuringsraad, die daartoe gewoonlijk zitting houdt in Juni. Indien het vanwege den herkeuringsraad te houden onderzoek niet mocht kunnen plaats hebben, wordt de ingeschrevene voor geschi'kt gehouden. Tusschenpersonen. Belanghebbenden bij de keuring doen goed zieh er voor te wachten, zich met tusschenper sonen in verbinding te stellen om voor den keuringsraad te worden afgekeurd, omdat, indien ongeschiktheid inderdaad aanwezig is. de afkeuring ook zonder de tusschenkomst van die personen zou plaats hebben. Afkeuring enz. door bedrog. Blijkt, dat iemand voor goed ongeschikt is verklaard als gevolg van bedrog, dan wordt hij op last van den Commissaris der Koningin in de provincie, binnen welke hij was ingeschreven. opnieuw voor den dienstplicht ingeschreven, zantschap bij den Paus, opzettelijk we- derom aan de orde zal worden gesteld. Inderdaad stelt het Kabinet zich daarbij niet op het standpunt van den wapen- stilstand, en dit temeer, waar Minister van Karnebeek tevreden is geweest met een Juisterpost" op 700 K. M. van Rome! De sociaal-democraten willen dit punt geheel zakelijk besohouwen, al dingen zij, gelijk _jrde heer Albarda zeide, niet naar de gunst tenzij hij reeds heeft geloot, in welk geval hij i van de Katholieken. Welke verklaring natuurlijk een dreunend gelach in de Ka- mer veroorzaakte. Was de rede van den soc.-democr. fractielijder gematigd, zelfs welwillend die van den heer Heemskerk muntte uit door bitsheid en vinnigheid. De anti- revolutionaire woordvoerder was wel bij- zonder goed op dreef, en hij heeft zijn vroegere coalitie-igenooten, de Chrdstelijk- Historischen, wel heel erg in den hoek gedreven. Deze fractie, aldus de heer Heemskerk, was vooraf gewaarschuwd, maar zij heeft den val van het Kabinet- Colijn welbewust voor haar rekening ge- nomen. Vruchteloos heeft de heer Snoeck Henkemans getracht, dit betoog te weerleggen; in zijn verwarring ging hij Earticuliere brieven en notulen van ge- eime conferenties voorlezen, waarmede hij de zaak nog veel erger maakte. Tot groot vermaak van de Kamer, die genoot van deze onthullingen en naar meer ver- langde, zoodat de heer Schaper riep: ,,Doe het deksel maar open!" Mr. Heemskerk zette tenslotte uiteen, op last van den Minister weder wordt geplaatst in de verhouding tot den dienstplicht, waarin hij stond, toen hij ongeschikt werd verklaard. Van deze beslissing geschiedt openbare ken- nisgeving. Strafbepalingen. De ingeschrevene, die verplicht is voor den keuringsraad te verschijnen en niet op de daar- voor aangegeven plaats en tijd verschijnt, of die aldaar verschenen zijnde, zich niet aan de meting of het geneeskundig onderzoek on der werpt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboet van ten hoogste honderd vijftig gulden. Hetzelfde geldt voor den ingeschrevene, die moet worden on derzocht op de plaats, waar hij zich bevindt, en zich niet onderwerpt aan de meting of het ge neeskundig onderzoek, en voorts den voor den dienstplicht in te schrijven of ingeschreven persoon en zijn wettigen vertegenwoordiger, die de in verband met de Dienstplichtwet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waar heid verstrekt. Pleegt hij een der genoemde feiten opzettelijk, dan wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. dat zijn fractie de voorstellen van dit Ka binet zakelijk zal overwagen; zij wil noch in de oppositie, noch ministerieel zijn. Een 206 van het Wetboek van Strafrecht, dat luidt als volgt: Met jaren 1°. hij, die zich opzettelijk voor den dienst bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of 1 laat maken; 2°. hij, die een ander op diens verzoek op zettelijk voor dien dienst ongeschikt maakt. 1 Indien in het laatste geval het feit den dood 1 j?'j'r>, tengevolge heeft, wordt gevangenisstraf van 1 aC r.emen. Deze inteenzettmg liet t gevangenisstraf van ten hoogste twee j 111 ,ue ue- nocn mimsieneej zijn. nen wordt gestraft: onberispelijk standpunt tegenover dit „noodhulp'.'-Kabinet, maar dat toch wel van een zeer koele genegenheid getulgt. Mr. Heemskerk heeft het dan ook noodig gevonden uiteen te zetten, waarom zijn groep groote reserve jegens dit Kabinet ten hoogste zes jaren opgelegd. Ter Neuzen, 11 Maart 1926. De Burgemeester, J. HUIZINGA t 12 Maart. Voordat met de Kamendebatten over de gister afgelegde Regeeringsverklaring een j aanvang werd gemaakt, werden verschil- lende interpellatieverzoeken ingewilligd. i Er zijn er thans reeds een zestal, welke zullen worden behandeld op „den be- j roemden nader te bepalen dag." De beraadslagingen werden geopend door den heer Albarda, die uiteraard na zijn onbeantwoord gebleven rede van de vorige week thans weinig nieuwe opmer- j kingen over de crisis kon maken. De so- i cialistische spreker herhaalde wel, dat hi) aan bitsheid jegens den premier niets te wenschen over. Ook Mr. Heemskerk deed, zij het in vragenden vorrn onthullin gen. Zullen de Christelijk-Historischen, zoodra zij herstel der coalitie wenschen medewerken tot den vai van Jhr, De Geer? Hebben zij zich niet steeds dieper ingegraven in de loopgraaf, van waaruit zij de coalitie hebben bestookt? Waarom heeft Jhr. De Geer aan zijn mede-Minister Colijn niet medegedeeld, dat hij een op- dracht tot Kabinetsformatie had ontvan- gen? Vvaarom is Mr. Limburg over boord geworpen? Mr. Limburg ging in den hoed,.dcch Jhr. De Geer kwam er uit Deze lijkrede aan het graf van de coali tie bevestigt voor wie er nog aan twijfel- den, dat de breuk volkomen is. En de ont hullingen van Mr. Heemskerk doen thans ook beseffen, waarom de heer Colijn, na de mislukking van Mr. Limburg, naar de Koningin is gegaan, met de mededeeling het ijidele hoop achtte om zonder nieuwe hii onmogel'ijk langer zijn functie kon verkiezingen den politieken toestand te zuiveren, maar overigens trad hij in een meer gedetailleerde beschouwing van het program van het nieuwe Kabinet. Zeker, het progam was niet geheel bevredigend, maar de heer Albarda sloofde zich uit om aan te toonen, dat het een veroordeelend vonnis beteekende over de politiek van Minister Colijn. blijven waarnemen. Maandenlang tracht- j te een van zijn Ministers een Kabinet te formeeren, waarin in geen geval de heer Colijn zitting zou hebben; tenslotte wist hij zelf de opdracht te krijgen, zonder daarvan mededeeling te doen aan den Minister-president. Men begrijpt nu ook de opdracht van de Koningin aan Jhr. De Geer om binnen eenige dagen een Kabinet Met nadruk wees de heer Albarda er j te formeeren, hoe dan ook samengesteld. voorts op, dat hoewel blijkens de Regee ringsverklaring de politieke vraagstukken zullen blijven rusten, het meest actueel, j het meest doornige vraagstuk: het Ge- 1 Wrak snel op het autotje toegeloopen. Aan zijn manier van loopen zag ze dade- lijk, dat er iets niet in den haak was. ..Waar is je geweer vroeg hij, toen hij bij haar was. ..Geweer?" fluisterde Sally. ..Wat is er aan de hand De stem van het Wrak klonk scherp en venijnig. ,,Dat zaakje daar bevalt me niet, zei hij. ,,Geef me je geweer." Sally had het al te voorschijn gehaald. maar ze begreep er niets van. ,,Wie zijn het? Wat willen zei" ,,Ik weet niet wie het zijn," zei het Wrak. ,,Maar ik wil het geweer hebben. Hier blijf in de auto." Ze wilde uitstappen, maar hij hield haar heb benzine noodig." tegen. ,,Als er geschoten wordt,",ver- De zware stem lachte. klaarde Sally, „zal ik het doen. Ik heb er meer ver stand van dan jij." Maar hij nam het geweer uit het fou- draal. ..Blijf in de auto," gelastte hij. ,,Ik zal alles wel doen. Niemamd zal gedeerd worden. Maar ik zal verdraaid gauw de waarheid te weten komen." Weg was hij en verdween in de rich- ting van de gloeiende lichten. Sally zag, dat hij het geweer achter den rug hield menschen erin, onder wie een chauffeur j in Jivrei. Het Wrak negeerde den chauf- j feur, hoewel hij hem terluiks in het oog j hield. Hij liep recht naar het portier en wendde zich tot een der drie inzittenden. ,,Ik vraag u nogmaals om een paar liter benzine", zei hij. ,,Ik moet het hebben. U kunt het makkelijk missen." „En ik verzoek u nogmaals naar den blte loopen,' antwoordde een zware stem. ,,We kunnen geen benzine missen. Duw liever je auto op zij, zoodat ik door kan rijden. Als je het alleen niet af kan, kan mijn chauffeur je helpen." ,,Die hulp heb ik niet noodig," zei het Wrak, zich met moeite beheerschend. ,,Ik ,,Ik ben geen benzinereservoir. Waar om heb je geen benzine genoeg bij je Dat moeten andere menschen ook doen. Jullie, met die kleine dingen, hebben altijd wat noodig. Ga uit den weg met dat ding." ,,Wij menschen. met ,,die kleine din gen", sprak t Wrak afgemeten, ,,zijn geen benzine-vreterL Als ik net zooveel had als u in uw tank hebt, zou ik van hier New-York kunnen rijden. U ge- naar Ze voelde een oogenblik bitter zelfver- j bruikt zoowat een liter per mijl. Jullie A"i J smijten er mee en jagen de prijzen op. Ik j vraag maar twlintia liter en ik zal er voor betalen. Krijg ik net ,,Neen." Plotseling veranderde de geheele hou- ding van het Wrak. Hij deed een stap achteruit, fcrok de pet diep over de oogen en haalde een ding te voorschijn. dat hij tpt nu achter den rug verborgen had. Zelfs in het donker kon men zien, wat ket wijt, dat ze het ding uit handen had ge geven. Hij was blijkbaar woedend; in ieder geval had hij geen verstand van een geweer hij was een hopeloos prul. HOOFDSTUK V. De zenuwachtige bandiet. Het was een groote, donkere auto, lang en log, met bagage op de voetplank, ba- gage achterop, drie reservewielen en vier was. Er zal veel moeten gebeuren, voordat de vroegere coalitie-partijen dit alles hebben vergeten! I Handen omhoog beval hij. „En i vli;g-" Een vrouwenstem gilde binnen in de auto en het vVrak bemerkte eerst toen, dat een van de personen een vrouw was. Maar hij had geen tijd om complimenten 1 te maken. Handen omhoogAllemaal. He, jij daar, vooraa.n Zoo. Ik wil voortdurend acht handen zien. En geen verdachte be- wegimgen, als het u biieft". Hij nam aan, dat er acht handen om- hoog gehouden werden, hoewel hij ze in het donker niet precies kon tellen, vooral omdat zijn oogen niet al te best waren. Maar dat konden ze natuurlijk niet weten. ..Luister nu." zei hij snel. „Doe precies wat ik zeg en doe het vlug. Geen praat- jes. Allemaal uitstappen aan dezen kant van den weg; ik zal de portieren wel open maken. Het zal buitengewoon gezond voor jullie zijn, erom te denken, dat ik zenuwachtig ben. ik ben gauw onoewon- den. Uitstappen nu; een voor een De chauffeur kwam eerst, de armen stijf omhoog. Daarna stapten drie perso nen uit, van wie de laatste rokken droeg. De man met de zware stem kuchte zenuw achtig. ,,Ik zal u tien ..Stilte beval het Wrak. ,,U zult pre cies doen wat ik wil. Jullie drieen" hij wees ze aan met zijn geweer. Jullie drieen naar voren, in het licht van de lam- pen, zoodat ik« jullie goed kan zien. In orde. Stop. Nu, chauffeur, heb ie een bus „Eh-eh-ja, mijnheer." „Haal die te voorschijn en zorg, dat je niet iets anders haalt." (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1