ALGEMEEK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No, 7888.
Maandag 15 Maart 1936.
66e Jaargang
s el m
DIENSTPLICHT.
ABONNEMENTSPRIJS:
KEURING
FSUILLIT0M.
Parlementair Dagboek van Insider.
Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6 60 per jaar
Voor t buitenland 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrljdagavond.
- i^Jtt .VOOR I'EN
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
k>elt«iud, dat de KEURINGSRAAD voor de inge
schrevenen voor den dienstplicht, lichting 1927,
deter gemeente zitting zal houden te Ter Neu
zen, in de voormalig-e school A aan het School-
plein op Vrijdag 9 April 1926, des voormiddags
te 9,30 uur; op Zaterdag 10 April 1926, des
voormiddags te 9 uur en op Maandag 12 April
1926, des voormiddags te 11,30 uur.
Taak van den keuringsraad.
Behalve in de na te noemen uitzonderings-
gevallen geschieden voor den keuringsraad de
meting en het geneeskundig onderzoek naar de
geschiktheid voor den dienst.
Ongeschikt voor den dienst worden geacht:
1. zij, die kleiner zijn dan 1.55 M.;
2. zfj, die lijden aan of behept zijn met ziek-
ten of gebreken, vermeld in een bij Koninklijl,
besluit vastgesteld keuringsreglement.
Zjj, die bij de eerste maal, dat omtrent hun
geschiktheid uitspraak wordt gedaan, verkee-
ren in een der onder 1 en 2 bedoelde gevallen.
werden geacht slechts tijdelijk ongeschikt te
zijn, indien onderscheidenlijk:
a. de lengte meer dan 1.50 M. bedraagt;
b. aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte
of het gebrek binnen een jaar zal hebben opge-
houden te bestaan.
In alle andere gevallen worden de onder 1 en
2 bedoelde personen geacht voorgoed onge
schikt te zijn.
Kij, die op grond van hun lichaamslengte
voorgoed ongeschikt moeten worden, verklaara,
behoeven geen onderzoek ter zake van ziekten
of gebreken te ondergaan.
Het onderzoek blijft geheel of ten deele ach-
terwege, voor zoover blijkt, dat de gezondheids-
toestand van den te keuren persoon het onder
zoek niet gedoogt.
De uitspraken van den keuringsraad worden
in het openbaar medegedeeld.
Wie voor den keuringsraad moeten
verschijnen.
In het algemeen is ieder, die voor den dienst
plicht is ingeschreven en behoort tot boven-
penoemde lichting, verplicht op de hierboven
aangegeven plaats en tijd voor den keurings
raad te verschijnen. Gelijke verplichting rust
op den ingeschrevene van de daaraan vooraf-
gaande lichting, die ten vorige jare bij de keu-
ring tijdelijk ongeschikt is verklaard. Aan den
Voorzitter van den keuringsraad kan worden
verzocht om het onderzoek bij een anderen
keuringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan
•ngezegeld zijn, doch moet gefrankeerd ver-
zonden worden. Desgewenscht kan hij het ver-
•oekschrift ook imdienen hij den burgemeester,
die alsdan zorgt voor de verzending.
Op den ingeschrevene, die bij de thans te
houden keuring tijdelijk ongeschikt wordt ver
klaard, rust de verplichting om het volgend
jaar opnieuw voor den keuringsraad te ver
schijnen.
Hij, die voor den keuringsraad verschijnt,
is verplicht zich aldaar aan een onderzoek naar
zijn lichaamslengte en, zoo noodig, aan een
geneeskundig onderzoek te onderwerpen.
Het staat den ingeschrevene vrij, bij de keu
ring een geneeskundige verklaring omtrent de
Jiehaamsgesteldheid over te leggen, opdat
de keurende geneesheeren daamede rekening
kunnen houden.
Wie niet voor den keuringsraad
behoeven te verschijnen.
Voor den keuringsraad behoeven niet te ver
schijnen de ingeschrevenen
a. die zijn opgenomen in een krankzinni-,
gen-, idioten-, doofstommen- of biindengesticht
Voor deze ingeschrevenen wordt door de bo-
struurders der gestichten een geneeskundige
verklaring ingezonden,
Uit het Amerikaansch door
E. J. RATH.
b. die doen biijken door ziekte of gebreken
tot die verschijning buiten staat te zijn en
niet zijn opgenomen in een gesticht als on
der a bedoeld;
De hier bedoelde personen worden onderzocht
op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze
binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht
zich aan dit onderzoek te onderwerpen. Het on
derzoek geschiedt door een door den Voorzit
ter van den keuringsraad aan te wijzen genees
kundige. Dit onderzoek blijft echter achter-
wege, wanneer aan den keuringsraad een ge
neeskundige verklaring wordt ingezonden, die
den raad voldoenden grond geeft om den in
geschrevene ongeschikt te verklaren (zie om
trent zulk een verklaring aan het slot onder
dit hoofd).
c. die zijn opgenomen in een rijksopvoe-
dingsgesticht, een tuchtschool, een gevan-
genis of een rijkswerkinrichting;
Voor het onderzoek van deze categorie van
ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen, als
voor de categorie, onder b vermeld.
d. dae hun beroep maken van de buitenland-
sche zeevaart of van de zeevisscherij bui-
tenslands;
Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring
wenschen, zich voor den keuringsraad aan het
onc^erzoek onderwerpen, voor zoover zij geen
gebruik hebben gemaakt van de gejegenheid
om v6or 16 Maart een dergelijk onderzoek te
ondergaan vanwege den Plaatselijke- of Gar-
nizoenscommandant in een gamizoen of den
Commandant der afdeeling Mariniers te Rot
terdam.
e. die langer dan een maand in het buiten
land verblijven;
Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo
zij keuring wenschen, zich bij den keurings
raad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kun
nen bover.dien op de hiervoor aangegeven wpze
met een eigenhandig geteekend verzoekschrift
vragen om het onderzoek voor een anderen
keuringsraad te ondergaan.
Voorts kunnen deze ingeschrevenen, zoo zij
niet voor een keuringsraad verschijnen, bij den
keuringsraad voor de sluiting zijner zitting in-
zenden een na 1 Maart afgegeven verklaring,
waaruit blijkt:
dat de ingeschrevene met geslachtsnaam,
voornamen en leeftijd aan te duiden -door
hen, die de verklaring hebben afgegeven, voor
goed ongeschikt voor den dienst wordt geoor-
deeld; en voorts
de aard en de graad van de ziekte of het ge
brek, op grond waarvan de ongeschiktheid aan-
wezig wordt geacht, zoomede de bezwaren,
door de ziekte of het gebrek veroorzaakt.
Deze verklaring moet de onderteekening dra-
gen van twee geneeskundigen, die ter plaatse
van afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van de
genees- en heelkunde. In Naderlandsch-Indie
mag de verklaring door enkel dokters-djawa
echter alleen dan worden afgegeven, wanneer
ter plaatse geen ander geneeskundige is, en
mag zij door een dokter-djawa met een ander
geneeskundige alleen dan worden afgegeven,
wanneer ter plaatse niet meer dan een ander
geneeskundige is. De handteekeningen van hen,
die de verklaring hebben afgegeven, moeten
behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bij-
voeging, dat zij, door wie de handteekeningen
zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uit
oefening van de genees- en heelkunde, dan wel
dokter-djawa zijn. Zoo het stuk is ondertee-
kend door een dokter-djawa, moet bovendien
biijken, welke van de hierbedoelde gevallen
aaruwezig is.
De ingeschrevene wordt alleen voorg'oect on
geschikt verklaard, ingeval de verklaring om
trent de ongeschiktheid geen twijfel laat en
niet aannemelijk wordt geacht, dat de ziekte
of het gebrek binnen een jaar zal hebben op-
gehouden te bestaan;
f. die een geestelijk of een godsdienstig-
menschlievend ambt bekleeden of tot zoo-
danig ambt worden opgeleid;
Deze ingeschrevenen kunnen zich evenwel.
indien zij dit wenschen, aan het onderzoek voor
den keuringsraad onderwerpen. Zij kunnen bo-
10)
Vervolg.)
Ze waren alJebei uit hun humeur en ze
wisten het. Ze zwegen geruimen tijd.
Zelfs tot het oogenblik, dat het karretje
onverwachts en onheilspellend stopte. Het
Wrak stond niet eens op om naar het
benzine-reservoir te kijken. Hij wist het.
Hijhad^ het al twee uur lang verwacht.
Een kwartier 3ang was de conversatie
buitengewoon levendig. Wist hij niet, dat
hij niet genoeg benzine had? Zeker wist
hij dat. Dacht ze soms, dat hij sliep? Had
hij geen extra tien liter-blik bij zich?
Neen. Hoe kon dat, als hij twee valiezen
moest meenemen en nog een hoop ande
ren rommel? Waaroxn verknoeide hij dan
zooveel benzine door dwars door de prai
rie te rijden en te verdwalen? Waarom
vond zij den weg niet, in plaats van naar
een stommen berg te kijken? Waar was
hij van plan benzine vandaan te halen?
O, hij zou wel even om den hoek bij de
garage gaan bestefllen. Wat ging hij doen?
Van het uitzicht zitten genieten. Dacht
ze soms, dat hij sou uitstappen om de auto
voort te duwen?
Toen ze zoo een poosje voortgegaan
waren, stapte Sally uit en liep in doffe
wanhoop een eindje den weg op. Hij was
omiitstaanbaar en het scheen hem niets te
kunnen scheien. Ze wist, dat ze met ple-
zier een millioen dollar geven zou (als ze
zooveel had) om thuis te zijn. Dit was
nog erger, dan om midden in een rivier
te staan, want dit was hopeloos!
Waarschijnlijk waren ze mijlen ver
overal vandaan. Als ze maar wist in wel
ke richtina ze moest gaan, dan zou ze wel
loopen. Het Wrak toonde in het geheel
geen symptomen van loopen.
Hij had een schaduwrijk plekje gevon-
den onder een boom, aan den kant van
den weg en lag daar te slapen.
Tenslotte stapte Sally- maar weer in de
auto, probeerde makkelijk te gaan zitten
en dommelde eindelijk in. Toen ze wakker
werd, was het donker en legde iemand
de hand op haar arm.
,,Ik ben het." zei de stem van het Wrak.
,,Wat wat is er qebeurd?"
„Tot nu toe niets. We staan nog steeds
op dezelfde plaats. Maar er komt een
auto aan in de verte en we krijoen dus
hulp."
Dit nieuws maakte haar klaar wakker.
Ze keerde zich met een ruk om en keek
de donkere prairie over. In de verte. ten
minste een mijl weg, zag ze duidelijk de
twee lichten van een naderende auto. Het
Wrak stak zijn achteriicht. aan en slenter-
de den weg af, den redders te gemoet.
Sally keek hem na.
Na een paar minuten geloopen te heb
ben, bleef hij midden op den weg staan
wiachten. Toen de naderende auto dich-
terbij kwam, zag ze zijn gedaante scherp
omlijnd tegen het schelle licht. Ze zag,
hoe hij de hand ophief en wuifde. Ze
hoonde. hoe de zware motor stopte. Daar-
na stapte hij uit den lichtbundel en hoor-
de ze stemmen.
Een minuut verstreek. Toen kwam het
vendien op de hiervodr aangegeven wijze met
een eigenhandig geteekend verzoekschrift
vragen om het onderzoek voor een anderen
keuringsraad te ondergaan*
g. die als vrij-williger behooren tot de land-
macht, die zeemacht of de overzeesche
weermacht.
Ook zij, die tot den vrijwilligen landstorm
behooren, behoeven niet voor den keuringsraad
te verschijnen.
Voor den ingeschrevene, op wien de verplich
ting rust voor den keuringsraad te verschijnen,
doch die aan den raad een door twee genees
kundigen afgegeven verklaring zendt, welke
den raad voldoenden grond geeft om den in
geschrevene ongeschikt te verklaren, komt be
doelde verplichting te vervallen. De genees
kundige verklaring moet worden ingezonden
zoo spoedig mogelijk nadat de ingeschrevene is
opgeroepen om voor den keuringsraad te ver
schijnen. De verklaring moet overigens vol-
doen aan dezelfde vereischten, ten aanzien van
de hiervoor onder e vermelde geneeskundige
verklaring aangegeven.
Indeeling bjj de zeemilitie of bij een der
korpsen van het leger.
De Voorzitter van den keuringsraad verza-
melt tijdens de zitting gegevens omtrent de in
deeling.
In verband hiermede staat het den Inge
schrevene vrij alsdan den Voorzitter mede te
deelen, of hij, zoo hij tot gewoon dienstplich-
tige mocht worden aangewezen, zou wenschen
te worden bestemd voor de zeemilitie, voor de
hospitaalsoldaten of voor een bereden korps en
ook aan welk ander korps hij zich het liefst
toegewezen zou zien. Ook kan hij zijn wen
schen opgeven omtrent het gamizoen en het
tijdvak van inlijving. Voorts kan de ingeschre
vene den Voorzitter een schriftelijke verklaring
ter hand stellen, ten bewijze, dat hij voor eenlg
vak of voor eenigen arbeid bijzondere geschikt
heid bezit.
Met deze wenschen kan evenwel slechts re
kening worden gehouden, voor zoover de dienst-
belangen het toelaten.
De ingeschrevene en zijn wettige vertegen-
woordiger zijn verplicht de opgaven, die in ver
band met de Dienstplichtwet aan hem worden
gevraagd, naar waarheid te verstrekken (zie
ook hetgeen hieromtrent is vermeld onder
..Strafbepalingen,''.)
Herkeuring.
Ten aanzien van !ken ingeschrevene, om
trent wien de keuringsraad uitspraak heeft ge
daan, kan bij den herkeuringsraad een nieuw
geneeskundig onderzoek worden aangevraagd:
a. door den ingeschrevene, wien de uit
spraak geldt, of diens wettigen vertegenwoor-
diger;
b. door elk der overige voor de gemeente
ingeschreven personen of diens wettigen ver-
tegenwoordiger.
De aanvraag moet berusten op aannemelijke
in het verzoekschrift omschreven gronden en
binnen tien dagen na den dag, waarop de uit
spraak in het openbaar is medegedeeld, zijn
ingeleverd bij den burgemeester der gemeente
waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt
voor den dienstplicht ingeschreven is.
Aanvragen, niet ingericht of niet ingeleverd
op de hier omschreven wijze, kunnen geen ge-
volg hebben.
Verschijnt de ingeschrevene niet op den be-
paalden tijd voor den herkeuringsraad, dan
wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door
den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of
door diens wettigen vertegenwoordiger, als
vervallen beschouwd, tenzij hij verkeert in een
der gevallen waarin hij tot verschijning niet in
staat geacht wordt.
Het nieuwe onderzoek geschiedt voor den j
herkeuringsraad, die daartoe gewoonlijk zitting
houdt in Juni.
Indien het vanwege den herkeuringsraad te
houden onderzoek niet mocht kunnen plaats
hebben, wordt de ingeschrevene voor geschi'kt
gehouden.
Tusschenpersonen.
Belanghebbenden bij de keuring doen goed
zieh er voor te wachten, zich met tusschenper
sonen in verbinding te stellen om voor den
keuringsraad te worden afgekeurd, omdat,
indien ongeschiktheid inderdaad aanwezig is.
de afkeuring ook zonder de tusschenkomst van
die personen zou plaats hebben.
Afkeuring enz. door bedrog.
Blijkt, dat iemand voor goed ongeschikt is
verklaard als gevolg van bedrog, dan wordt hij
op last van den Commissaris der Koningin in de
provincie, binnen welke hij was ingeschreven.
opnieuw voor den dienstplicht ingeschreven,
zantschap bij den Paus, opzettelijk we-
derom aan de orde zal worden gesteld.
Inderdaad stelt het Kabinet zich daarbij
niet op het standpunt van den wapen-
stilstand, en dit temeer, waar Minister van
Karnebeek tevreden is geweest met een
Juisterpost" op 700 K. M. van Rome! De
sociaal-democraten willen dit punt geheel
zakelijk besohouwen, al dingen zij, gelijk
_jrde heer Albarda zeide, niet naar de gunst
tenzij hij reeds heeft geloot, in welk geval hij i van de Katholieken. Welke verklaring
natuurlijk een dreunend gelach in de Ka-
mer veroorzaakte.
Was de rede van den soc.-democr.
fractielijder gematigd, zelfs welwillend
die van den heer Heemskerk muntte
uit door bitsheid en vinnigheid. De anti-
revolutionaire woordvoerder was wel bij-
zonder goed op dreef, en hij heeft zijn
vroegere coalitie-igenooten, de Chrdstelijk-
Historischen, wel heel erg in den hoek
gedreven. Deze fractie, aldus de heer
Heemskerk, was vooraf gewaarschuwd,
maar zij heeft den val van het Kabinet-
Colijn welbewust voor haar rekening ge-
nomen. Vruchteloos heeft de heer
Snoeck Henkemans getracht, dit betoog
te weerleggen; in zijn verwarring ging hij
Earticuliere brieven en notulen van ge-
eime conferenties voorlezen, waarmede
hij de zaak nog veel erger maakte. Tot
groot vermaak van de Kamer, die genoot
van deze onthullingen en naar meer ver-
langde, zoodat de heer Schaper riep: ,,Doe
het deksel maar open!"
Mr. Heemskerk zette tenslotte uiteen,
op last van den Minister weder wordt geplaatst
in de verhouding tot den dienstplicht, waarin
hij stond, toen hij ongeschikt werd verklaard.
Van deze beslissing geschiedt openbare ken-
nisgeving.
Strafbepalingen.
De ingeschrevene, die verplicht is voor den
keuringsraad te verschijnen en niet op de daar-
voor aangegeven plaats en tijd verschijnt, of
die aldaar verschenen zijnde, zich niet aan
de meting of het geneeskundig onderzoek on
der werpt, wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste veertien dagen of geldboet van ten
hoogste honderd vijftig gulden. Hetzelfde geldt
voor den ingeschrevene, die moet worden on
derzocht op de plaats, waar hij zich bevindt, en
zich niet onderwerpt aan de meting of het ge
neeskundig onderzoek, en voorts den voor den
dienstplicht in te schrijven of ingeschreven
persoon en zijn wettigen vertegenwoordiger,
die de in verband met de Dienstplichtwet van
hem gevraagde opgaven niet of niet naar waar
heid verstrekt. Pleegt hij een der genoemde
feiten opzettelijk, dan wordt hij gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden
of geldboete van ten hoogste zeshonderd
gulden.
dat zijn fractie de voorstellen van dit Ka
binet zakelijk zal overwagen; zij wil noch
in de oppositie, noch ministerieel zijn. Een
206 van het Wetboek van Strafrecht, dat luidt
als volgt:
Met
jaren
1°. hij, die zich opzettelijk voor den dienst
bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of 1
laat maken;
2°. hij, die een ander op diens verzoek op
zettelijk voor dien dienst ongeschikt maakt. 1
Indien in het laatste geval het feit den dood 1 j?'j'r>,
tengevolge heeft, wordt gevangenisstraf van 1 aC r.emen. Deze inteenzettmg liet
t gevangenisstraf van ten hoogste twee j 111 ,ue ue- nocn mimsieneej zijn. nen
wordt gestraft: onberispelijk standpunt tegenover dit
„noodhulp'.'-Kabinet, maar dat toch wel
van een zeer koele genegenheid getulgt.
Mr. Heemskerk heeft het dan ook noodig
gevonden uiteen te zetten, waarom zijn
groep groote reserve jegens dit Kabinet
ten hoogste zes jaren opgelegd.
Ter Neuzen, 11 Maart 1926.
De Burgemeester,
J. HUIZINGA
t
12 Maart.
Voordat met de Kamendebatten over de
gister afgelegde Regeeringsverklaring een j
aanvang werd gemaakt, werden verschil-
lende interpellatieverzoeken ingewilligd. i
Er zijn er thans reeds een zestal, welke
zullen worden behandeld op „den be- j
roemden nader te bepalen dag."
De beraadslagingen werden geopend
door den heer Albarda, die uiteraard na
zijn onbeantwoord gebleven rede van de
vorige week thans weinig nieuwe opmer- j
kingen over de crisis kon maken. De so- i
cialistische spreker herhaalde wel, dat hi)
aan bitsheid jegens den premier niets te
wenschen over. Ook Mr. Heemskerk
deed, zij het in vragenden vorrn onthullin
gen. Zullen de Christelijk-Historischen,
zoodra zij herstel der coalitie wenschen
medewerken tot den vai van Jhr, De
Geer? Hebben zij zich niet steeds dieper
ingegraven in de loopgraaf, van waaruit
zij de coalitie hebben bestookt? Waarom
heeft Jhr. De Geer aan zijn mede-Minister
Colijn niet medegedeeld, dat hij een op-
dracht tot Kabinetsformatie had ontvan-
gen? Vvaarom is Mr. Limburg over boord
geworpen? Mr. Limburg ging in den
hoed,.dcch Jhr. De Geer kwam er uit
Deze lijkrede aan het graf van de coali
tie bevestigt voor wie er nog aan twijfel-
den, dat de breuk volkomen is. En de ont
hullingen van Mr. Heemskerk doen thans
ook beseffen, waarom de heer Colijn, na
de mislukking van Mr. Limburg, naar de
Koningin is gegaan, met de mededeeling
het ijidele hoop achtte om zonder nieuwe hii onmogel'ijk langer zijn functie kon
verkiezingen den politieken toestand te
zuiveren, maar overigens trad hij in een
meer gedetailleerde beschouwing van het
program van het nieuwe Kabinet. Zeker,
het progam was niet geheel bevredigend,
maar de heer Albarda sloofde zich uit om
aan te toonen, dat het een veroordeelend
vonnis beteekende over de politiek van
Minister Colijn.
blijven waarnemen. Maandenlang tracht-
j te een van zijn Ministers een Kabinet te
formeeren, waarin in geen geval de heer
Colijn zitting zou hebben; tenslotte wist
hij zelf de opdracht te krijgen, zonder
daarvan mededeeling te doen aan den
Minister-president. Men begrijpt nu ook
de opdracht van de Koningin aan Jhr. De
Geer om binnen eenige dagen een Kabinet
Met nadruk wees de heer Albarda er j te formeeren, hoe dan ook samengesteld.
voorts op, dat hoewel blijkens de Regee
ringsverklaring de politieke vraagstukken
zullen blijven rusten, het meest actueel, j
het meest doornige vraagstuk: het Ge- 1
Wrak snel op het autotje toegeloopen.
Aan zijn manier van loopen zag ze dade-
lijk, dat er iets niet in den haak was.
..Waar is je geweer vroeg hij, toen
hij bij haar was.
..Geweer?" fluisterde Sally. ..Wat is
er aan de hand
De stem van het Wrak klonk scherp
en venijnig. ,,Dat zaakje daar bevalt me
niet, zei hij. ,,Geef me je geweer."
Sally had het al te voorschijn gehaald.
maar ze begreep er niets van.
,,Wie zijn het? Wat willen zei"
,,Ik weet niet wie het zijn," zei het
Wrak. ,,Maar ik wil het geweer hebben.
Hier blijf in de auto."
Ze wilde uitstappen, maar hij hield haar heb benzine noodig."
tegen. ,,Als er geschoten wordt,",ver- De zware stem lachte.
klaarde Sally, „zal ik het doen. Ik heb er
meer ver stand van dan jij."
Maar hij nam het geweer uit het fou-
draal.
..Blijf in de auto," gelastte hij. ,,Ik zal
alles wel doen. Niemamd zal gedeerd
worden. Maar ik zal verdraaid gauw de
waarheid te weten komen."
Weg was hij en verdween in de rich-
ting van de gloeiende lichten. Sally zag,
dat hij het geweer achter den rug hield
menschen erin, onder wie een chauffeur
j in Jivrei. Het Wrak negeerde den chauf-
j feur, hoewel hij hem terluiks in het oog
j hield. Hij liep recht naar het portier en
wendde zich tot een der drie inzittenden.
,,Ik vraag u nogmaals om een paar liter
benzine", zei hij. ,,Ik moet het hebben. U
kunt het makkelijk missen."
„En ik verzoek u nogmaals naar den
blte loopen,' antwoordde een zware
stem. ,,We kunnen geen benzine missen.
Duw liever je auto op zij, zoodat ik door
kan rijden. Als je het alleen niet af kan,
kan mijn chauffeur je helpen."
,,Die hulp heb ik niet noodig," zei het
Wrak, zich met moeite beheerschend. ,,Ik
,,Ik ben geen benzinereservoir. Waar
om heb je geen benzine genoeg bij je
Dat moeten andere menschen ook doen.
Jullie, met die kleine dingen, hebben altijd
wat noodig. Ga uit den weg met dat
ding."
,,Wij menschen. met ,,die kleine din
gen", sprak t Wrak afgemeten, ,,zijn
geen benzine-vreterL Als ik net zooveel
had als u in uw tank hebt, zou ik van hier
New-York kunnen rijden. U ge-
naar
Ze voelde een oogenblik bitter zelfver- j bruikt zoowat een liter per mijl. Jullie
A"i J smijten er mee en jagen de prijzen op. Ik
j vraag maar twlintia liter en ik zal er voor
betalen. Krijg ik net
,,Neen."
Plotseling veranderde de geheele hou-
ding van het Wrak. Hij deed een stap
achteruit, fcrok de pet diep over de oogen
en haalde een ding te voorschijn. dat hij
tpt nu achter den rug verborgen had.
Zelfs in het donker kon men zien, wat ket
wijt, dat ze het ding uit handen had ge
geven. Hij was blijkbaar woedend; in
ieder geval had hij geen verstand van
een geweer hij was een hopeloos prul.
HOOFDSTUK V.
De zenuwachtige bandiet.
Het was een groote, donkere auto, lang
en log, met bagage op de voetplank, ba-
gage achterop, drie reservewielen en vier
was.
Er zal veel moeten gebeuren, voordat de
vroegere coalitie-partijen dit alles hebben
vergeten!
I Handen omhoog beval hij. „En
i vli;g-"
Een vrouwenstem gilde binnen in de
auto en het vVrak bemerkte eerst toen,
dat een van de personen een vrouw was.
Maar hij had geen tijd om complimenten
1 te maken.
Handen omhoogAllemaal. He, jij
daar, vooraa.n Zoo. Ik wil voortdurend
acht handen zien. En geen verdachte be-
wegimgen, als het u biieft".
Hij nam aan, dat er acht handen om-
hoog gehouden werden, hoewel hij ze in
het donker niet precies kon tellen, vooral
omdat zijn oogen niet al te best waren.
Maar dat konden ze natuurlijk niet weten.
..Luister nu." zei hij snel. „Doe precies
wat ik zeg en doe het vlug. Geen praat-
jes. Allemaal uitstappen aan dezen kant
van den weg; ik zal de portieren wel open
maken. Het zal buitengewoon gezond
voor jullie zijn, erom te denken, dat ik
zenuwachtig ben. ik ben gauw onoewon-
den. Uitstappen nu; een voor een
De chauffeur kwam eerst, de armen
stijf omhoog. Daarna stapten drie perso
nen uit, van wie de laatste rokken droeg.
De man met de zware stem kuchte zenuw
achtig.
,,Ik zal u tien
..Stilte beval het Wrak. ,,U zult pre
cies doen wat ik wil. Jullie drieen" hij
wees ze aan met zijn geweer. Jullie
drieen naar voren, in het licht van de lam-
pen, zoodat ik« jullie goed kan zien. In
orde. Stop. Nu, chauffeur, heb ie een
bus
„Eh-eh-ja, mijnheer."
„Haal die te voorschijn en zorg, dat je
niet iets anders haalt."
(Wordt vervolgd