AI.BEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
fo. 7884.
Yrijdag 5 Maart 1936,
6e Jaargan
Adolf Stocker.
bTn nTn land.
BUITEN iT A H 0,
i
ABUNNEMENTSPRliS:
wm¥-
Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1.80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f6,60 per ]aar
Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Dit triad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag* en Vrijdagavond.
20 aEiSTBBXiAD.
Reeds 14 jaar geleden is Adolf Stocker
heengegaan, maar nog steeds is en blijft
er reden om op zijn werk te zien, en
vooral: op zijn bedoelingen. Hij heeft
meer uitgewerkt en is van grooter in-
vloed geweest dan men nu misschien wel
meent of weet, maar dan vergete men bij
de beoordeeling ook van deze persoonlijk-
heid vooral niet, hoe de groote oorlog met
al zijn diep ingrijpende gevolgen en met
zijn nog steeds voortdurende nasleep van
verwarringen in staat is geweest de be
teekenis ook van nog grooter figuren
in de schaduw te stellen. lemand heeft
opgemerkt, dat en in de herinneringen uit
het leven van Bebel, en in Bernstein's ge-
schriedenis van de Berlijnsche arbeiders-
beweging niet dan terloops van Stocker
melding wordt gemaakt, maar men zal
toch ten alien tijde de beteekenis van deze
of gene persoonlijkheid niet mogen af-
meten naar de meerder of minder belang-
rijke plaatsruimte die gezworen tegen-
standers aan de vermelding van zoo'n
figuur wijden. In ieder geval staat toch
wel vast, dat Stocker een nieuw domi-
nees-type ook in Duitschland deed ont-
staan: den politieken, sociaal 'aanvoelen-
den pastor. Welk een ongehoorde nieu-
wigheid, dat in zijn dagen moet zijn ge
weest, kunnen wij ons nog maar moeilijk
indenken. Men zou zich dan als 't ware
moeten verdiepen in de stille afgetrok-
kenheid en teruggetrokkenheid van de
Berlijnsche Kerk in de zeventiger jaren
van de vorige eeuw, waar zelfs een pro
fessor in de theologie aldaar, zijn studen-
ten den raad durfde geven, om vooral
geen huisbezoek te doen, opdat de mantel
van den profeet den drager daarvan niet
van de schouders zoude vallen En nu
staat daar eensklaps midden onder hen
een man op, die in het rumoer van een
vofkavergadecing slagvaardig er op los
gaat, die over de allernieuwste politieke
gebeurtenissen voordrachten ho«dt, die
een arbeiderspartij, grondt, en die met de
zijnen in de grootst denkbare openbaar-
heid christelijk-patriottische feesten viert,
maar tegen wien dan ook een ongehoord
felle beweging ontbrandt door de heele
Duitsche pers, en die zich door een bree-
de rij laster- en beleedigingsprocessen
moet heenslaan. Daar stond dus opeens
voor de menschen een strijd-predikant,
die om de ziel van zijn volk kampte niet
vanaf een hoogen kansel en dus altijd uit
vreemde verte, maar die dat deed midden
in het rumoer van alle-dag, terwijl hij ook
al spoedig op den Landdag en in den
Rijksdag om de bereiking van zeer be-
paalde politieke en kerkelijke doeleinden
worstelde.
Toch komt het ons voor, dat de betee
kenis van Stocker niet in de eerste plants
lag in de reeds genoemde werking op den
predikanten stand, maar dat die veel meer
lag in een onderdeel van zijn politiek-
religieus streven, namelijk in zijn positie-
nemen tegenover de socialistische bewe
ging. De naam van Stocker is op het al-
lernauwst verbonden aan het thema-
Kerk en proletariaat. Stocker is een van
de eersten, zoo niet de eerste, geweest,
die in grooten stijl heeft getracht een ant
woord te geven op de vragen, die aan de
Kerk wenden gesteld door de aanweziae
groote massa van de godsdienstlooze en
meestentijds socialistisch beinvloede mas
sa van het proletariaat. Nu is Stocker
met deze zaak wel niet geheel gereed ge-
komen, maar hier lag toch vooral zijn
levenstaak.
Misschien (zoo is er opgemerkt). in-
dien Stocker wat eenzijdiger had durven
zijn, en hij eens al zijn kracht had gezet
op de oplossing van het arbeidersvraag-
stuk door en in het Evangelie, dat dan
de oorspronkelijkheid van zijn streven
nog heel anders tot uitdrukking ware ge-
komen. En dus moet men in zijn leven
twee perioden wel goed uit elkander hou-
den: de eerste, die maar heel kort duurde,
en die begon met de beroemde vergade-
ring in den ijskelder Januari 1878, terwijl
deze geheel was vervuld met den strijd om
de bereiking van een doel, en een tweede
periode. die heel lang duurde, en die ge-
vuld was met allerlei gedachten, plannen
en bedoelingen. De eerste periode hield
einenlijk reeds op met het einde van haar
eerste jaar. Na de Rijksdag-verkiezingen
in 1878, die Stocker en zijn geestverwam-
ten een groote nederlaag brachten, werd
de christelijk-sociale arbeidersnartij om-
gezet in een christelijk-sociale partij".
wat dus wilde zeggen, dat de eigenaardige
en betrekkelijk zelfstandige beweging een
soort aanhangsel werd van de conserva-
tieve partij in Duitschland. Stocker is
niet sterk genoeg geweest en ziedaar
al dadelijk een van zijn grootste fouten
om op den duur een zekere mate machte-
loosheid te kunnen verdragen. Hij was te
veel q-p onmidd-elliik sutrces gericht en
daarom keek hij dadelijk "a z'in eerste
nederlaag al .anar nieuwe bondgenooten
om. Hij vc id die la r-■ conserve 'even
in de anti-semieten. Zoodoende kreeg hij
aanknooping bij een wijden kring van
arbeiders en bij een stuk middenstand en
bij den adel. Nu kreeg hij wel succes,
maar tevens had hij nu moeten afzien van
zijn oorspronkeiijke bedoelingen. Wel
heeft het probleem van den arbeidenden
stand nooit opgehouden hem bezig te
houden, maar zijn hoofddoel was nu toch
jaren lang veel breeder en daarom ook
minder diep. De in verband hiermede
door Stocker gevoerde strijd is niet zon-
der belang. maar ook lang niet zonder
tragiek. Eindelijk werden de plannen van
dezen christelijken idealist door Bismarck
aan stukken geslagen.
Van beteekenis blijft dus vooral het
bleek genoegzaam reeds uit het vooraf-
gaande wat Stocker wilde ten opzichte
van het sociale vraagstuk. Men kan ge-
rust zeggen, dat deze vraag tot nu toe aan
Protestantsche zijde nog nimmer in ernst
aan de orde was gesteld. De Katholieken
waren er reeds mede bezig, in de Evan-
gelische Kerk had men het echter nog
nooit verder gebracht darj tot het laten
houden van referaten op conferenties en
synodes. Nu kwam in het jaar 1874
Stocker naar Berlijn. De hoofdstad van
het rijk bevond zich in een heel moeilijke
periode. De liberalen beheerschten nog
't geheele geestelijke en zaken-leven. Pers.
literatuur en kunst alles was liberaal. De
nieuwe rijkdom na den oorlog (ten deze is
deze geschiedenis ook weer zoo leer-
zaam), maakte veel menschen plomp en
grof, en daarnaast stond dan de massa-
armoede in de Berlijnsche voorsteden.
Er was een geweldige maatschappelijke
crisis, waar de arbeiders natuurlijk het
ergst van te lijden hadden. Werkeloos-
heid. slechte betaling en overmatig lange
arbeid, maakten de ellende zoo groot.
Stocker zag voor het eerst in zijn leven
zoo'n jammer, een zoo algemeene godde-
loosheid en zoo algemeene verbittering,
dat deze aanblik hem geweldig aangreep.
Hij heeft later verklaard, dat het de anast
om zijn volk was. die hem naar de christe
lijk-sociale beweging dreef. Hij zag in
dat sociale vraagstuk een afgrond, die
voor het Duitsche leven gaapte. Hij
sprang er eerst in zonder de diepte te pei-
len, omdat hij niet anders kon. En men
heeft niet de minste reden om aan de
echtheid van dit gevoel te twijfelen.
Stocker was dus in zijn uitgangspunt
groot en dapper. Hij poogde de ontker-
stende massa weer tot terugkeer te bren-
gen naar de christelijke wereldbeschou-
wing. En het was bij hem heel iets anders
dan wat de gewone vroomheid in de ker-
ken verkondigde, terwijl 't ook ver buiten
en boven alies ging, wat de inwendige
zending had gepredikt. Het was de eerste
poging, die de Protestantsche kerk deed
om het geheel te omvatten.
Deze poging het dient erkend is
mislukt. Dat bleek maar al te spoedig,
en ook de nieuwe zelfstandigmaking van
de christelijk-sociale partij, die de onver-
moeide man in de laatste periode van zijn
leven in (1906) ondernam. heeft aan dit
droef resultaat niets kunnen veranderen.
Dit was echter niet alleen Stocker's
schuld. De kerk had veeleer behooren te
ontwaken. Reeds in 1848 bijvoorbeeld
had zij de onrust in de diepte van het
volksleven moeten bespeuren, en had zij
moeten beproeven, om daar een antwoord
op te geven, dat een wezenlijk antwoord
en niet slechts zinledig geklaag en slap
getroost was. Dat is toen niet gebeurd.
En nu waren daar die verbazend gegroei-
de steden, en daarin woonden die massa's
proletariers. Maar niemand had deze
menschen geholpen, niemand had hun
moed en vertrouwen teruggegeven, behal-
ve de sociaal-democratie. Dus kwam nu
de Kerk helaas te laat ten tooneele. Maar
toch: er waren toen nog heel andere mo-
gelijkheden dan nu. Nog was het kapitaal
aan vertrouwen, dat de Kerk oorspronke-
lijk bezeten had, niet in die mate opge-
bruikt, als later (vooral in Duitschland)
het geval werd.
Het was in ieder geval een historisch
moment, toen Adolf Stocker en de meest
bekende socialisten in die dagen tegen
over elkander stonden. De kerk ging
praten met het proletariaat, en deed dat
door een van haar beste en meest be-
gaafde vertegenwoordigers.
Drie dingen vallen dan vooral bij
Stocker op: hij was kerkelijk man, hij was
sociaal-voelend mensch, en hij was een
koningsgetrouw nationalist.
De sociaal-voelende Stocker is ons on-
getwijfeld het sympathiekst. Zijn erken-
tenis, dat men er tot nu toe niet in ge-
slaagd was om iets werkelijk en grondig
te verbeteren. was al dadelijk een stap in
de goede richting. Zijn sociaal program,
dat in de eischen zijner arbeiderspartij is
neerqelegd, is wel niet geheel. alleen
Stocker's werk. Hij is nooit theoreticus
geweest, maar altijd man van de praktijk.
Daarom hebben vrienden hem daarbij ge
holpen, en heeft hij duchtig rekening qe-
houden met wat in andere partiioroarams
o.a. der vooruitstrevende Katholieke
socialen, reeds was beschreven. Zoo
werd nu een ver doorgevoerde sociale
verzekering geeischt, de doorvoerinq ook
van verolicht'^ scheidsgerechten
van arbeid voor kinderen en getrouwde
vrouwen in fabrieken, een maximum ar-
beidstijd, enz. enz. Dit programma heeft
Stocker verdedigd met alle beslistheid
tegenover beide uiterste tegenstanders.
Velen verbaasde vooral zijn afkeer van de
sociaal-democratie. Hij zag daarin niets
dan utopie, beschouwde het als iets, dat
ondoorvoerbaar was, als iets on-christe-
lijks en daarom onmogelijks. Eenige waar-
deering vond men bij hem niet. Al die uit-
drukkingen en fell: gswijzen, die men
nog heden ten dac e bij de bestrijders
hoort, vindt men bij otocker reeds aan-
wezig. Wij zullen er hier geen staaltjes
van geven, vooral niet, omdat zij ons en
onbillijk en schromelijk overdreven voor-
komen. Dit alles hang; dan op zijn beurt
weer nauw samen met Stocke's kerkelijk-
heid. Hij was voor een streng belijdende
Kerk.
De gedachte, dat deze kerk, optredend
met 'n scherp geformuleerd sociaal pro
gramma te veel zou kunnen worden inge-
haald in den strijd der politieke meeningen,
heeft hem nooit hoofdbreken bezorgd.
Van hem is onder meer de uiting: ,,De
Godsdienst en speciaal het Christendom
hooren in het politieke, sociale, industriee-
le leven." En van dit stamdpunt uit heeft
Stocker dan ook kritiek geoefend op het
kerkelijk politieke terrain. Het zou mis
schien beter zijn geweest, als hij eens wat
scherper kritiek had geoefend op het wei-
nig practisch-christelijk leven van vele
kerkelijke lieden.
Doch Stocker's heele louding en misluk-
king worden vooral duidelijk, als men dan
daarbij nog in het oog vat, hoe hij te sterk
nationaal voelde. Men noemde hem
,,zwart-wit tot op de botten' en zei:
,,zwart-wit-rood was zijn banier." Hij was
alzoo n felle voorstanaer van de verbin-
ding van troon en altaar. En in zijn theo
logie en preeken was hij oer-conservatief.
Hij zei nooit eenigen werkelijken geloofs-
strijd te hebben gekend. En zoo was hij
dan ook eigenlijk geen man, die ijverde
voor het Godsrijk, maar een kerkist in den
ongunstigen zin des woords. Waar-
schijnlijk ligt hierin dan ook de reden,
waarom hij zijn pogingen zag mislukken.
Hij was niet breed gerteeg van opvatting.
niet breed genoeg ook van basis. Hij heeft
ook niet genoeg meegeleden met de prole
tariers. Hij is niet geworden als die Eene,
die zeggen kon: ,,De vogelen des hemels
hebben nesten en de vossen hebben holen,
maar de Zoon des menschen heeft niet
waar Hij het hoofd nederlegge Men kan
open oog hebben voor de beteekenis van
de Kerk zonder daarom voor het so
ciale nog alle heil te verbinden aan eenige
organisaue qua talis. Misschien is hij (het
lijkt wellicht een vreemde opmerking,
maar er ligt toch een diepe waarheid in)
ook nog te optimistisch geweest.
De Bijbel immers predikt nergens, dat
de wereld zal worden gered. De Bijbel
predikt redding uit de wereld, en de komst
van een nieuwen hemel en een nieuwe
aarde. waarin gerechtigheid wonen zal.
Stocker's les is een harde les, maar zij
kan tot zegen worden. Als wij een open
oog willen hebben voor veler socialen
nood, voor tallooze misstanden (ook mi
nog) en dan met sociale ontroering"
tegemoet willen komen aan de vragen en
eischen, die alom gehoord worden, kunnen
wij alien op de plaats, waar wij gesteld
zijn, er het onze aan meewerken om de
beloften en eischen van het Christendom
in vervulling te doen gaan. Dat kan ech
ter zeker niet gebeuren door het drijven
en jagen van partijen of door het aanhef-
fen van leuzen, maar kan slechts geschie-
den en doel treffen door toegewijde per-
sooniijkheden, die hun Christendom om-
zetten in daden, en die overal Christus
eischen van recht en gerechtigheid doen
hooren, maar er dan ook gehoor aan
geven allereerst in hun eigen, persoonlijk
leven.
Psrlementair Dagboek van Insider.
KAMERONTBINDING.
2 Maart.
Wie heden, zich naar het Kamerge-
bouw begevend, op het Binnenhof de dei-
nende menschenmenigte zag waaruit tel-
kens geagiteerde persfotografen schoten
om Kamerleden te ,,nemen"; wie in de zit-
tingszaal de talrijke Kamerleden en prop-
volle tribunes en loges aanschouwde, had
werkelijk moeite om zich in te denken, dat
moest worden beslist over een voorstel
van de sociaal-democraten.
Een wanhoopskreet, die bij geen enkele
andere partij intusschen instemming had
gevonden. En wie zich gespitst had op
crisisonthullingen, is wel zeer bedrogen
uitgekomen
De uitvoerige toelichting van den heer
Albarda stond op een hoog plan. Inder-
daad, de opvolger van Troelstra (die in
een loge zelf goedkeurend zat te knikken)
heefv zich den profetenmantel volkomen
waardig betoond, al zullen velen zijner
partijpenooten dezen keurigen, fijnbe-
snaarden man te veel ,,heer" vinden.
i Wanneer hij zich moeite geeft om in zijn
voordracht de vereischte dreiginq te leq-
gen, maakt dat aj heel weinig indruk T7~-
toen de heer Albarda sprak over de zware
verantwoordelijkheid, welke zou drukken
op hen, die zich tegen zijn ontbindings-
voorstel zouden verzetten, nam de ge
heele Kamer die verantwoordelijkheid ge-
laten op zich.
En terecht. De Kamer werd verzocht
te gelooven, dat Kamerontbinding het
redmiddel is, dat ons van alle politieke
moeilijkheden zal verlossen. Twee weken
voor de indiening van dit voorstel dacht
de heer Albarda zelf nog niet aan dit
wondermiddel. zelfs niet bij de bespreking
van de gedachte, dat de Kamer gedurende
de crisis zou moeten ingrijpen. Misschien
zegt het den sociaal-democraten wel iets,
dat hun voorstel alleen instemming heeft
gevonden bij den geachten afgevaardigde
uit Moskou
Het heette, dat Kamerontbinding noo-
dig is om Colijn's terugkeer onmogelijk te
maken. Waarom werd deze nieuwe leuze
dan niet aangeheven toen Dr. De Visser
zich weken-lang uitsloofde om den terug
keer van Colijn's Kabinet mogelijk te
maken Goed beleid had geeischt de op
lossing der crisis af te wachten. Dit
neemt niet weg, dat de critiek van den
heer Albarda op verscheidene punten fel
en raak was en voldoende stof bevatte
voor een debat van verscheidene dagen.
Het is intusschen anders geloopen.
Nadat de heer Albarda zijn voortreffe-
lijke rede had beeindigd, vroeg de Voor-
zitter herhaaldelijk wie het woord
wenschte, doch niemand kwam zich aan-
melden. Groote beroering ontstond; de
sociaal-democraten toonden zich blijkens
hun uitroepen onthutst en verontwaar-
digd over deze lompe bejegening van hun
fractieleider. Het was intusschen bekend.
dat verschillende fractieleiders redevoe-
ringen qereed hadden; ieder wist, dat de
heer Marchant het eerst zou spreken.
maar deze had juist de zaal verlaten en
niemand wilde voor hem invallen. De.
spanning nam hevig toe; telkens hief de
Voorzitter zijn hamer op, maar niemand
vroeg het woord. Waarop de Voorzitter
terecht de beraadslaging sloot en het
voorstel in stemming bracht, dat met 70
tegen 24 stemmen werd verworpen.
nr\» -Per uur reeds stroomde h~t Kamer-
gebouw weer leeg. Op het Binnenhof
was thans een sterke politiemacht aan-
wezig. wijl de politie op de hoogte was
gebracht van het plan van luidruchHoe
tribunebezoekers om mgr. Nolens te mo-
lesteeren. Een deur van het Kamern»-
bouw bleef hermetisch gesloten; die welke
toegang geeft tot de vertrekken van de
Ministers, want deze hielden zich verre
van dit gewoel.
Een gewoel voor een daqWant
wie kan ons zegaen wanneer ons Daq-
boek weer op regelmatige wijze kan wor
den hervat
fNGEZONDEN MEDEDEELINGEN
EEN MINISTERIE-DE GEER.
De Koningin heeft Maandagmiddag de
formatie van een extra-parlementair ka
binet opgedragen aan jhr. Mr. D. J. de
Geer.
Aivorens deze opdracht in beraad te
nemen, heeft de heer De Geer verzocht
eenige besprekingen te mogen houden.
Deze hebben tot het resultaat geleid,
dat hij gisteren aan de Koningin de vol-
gende Ministers heeft voorgedragen:
Buiteniandsche Zaken; Jhr. Mr. H. A.
van Karnebeek, Justitie: Mr. Dr. J. Don-
ner, Raad-adviseur bij het Departement
van justitie; Binnenlandsche Zaken en
Landbouw: Mr. J. B. Kan, secretaris-
generaal in algemeenen dienst; Onder-
wijs Kunsten en Wetenschappen: Mr. M.
A. M. Waszink, burgemeester van Heer-
len; Oorlog, a.i. van Marine; Prof. L. A.
van Royen, hoogleeraar aan de Tech-
nische Idoogeschool te Delft; Financien:
Jhr. Mr. D. J. de Geer; Waterstaat; Mr.
H. van d5r Vegte, lid van Gedeputeerde
Staten van Overijsel; Arbeid, Handel en
Nijverheid: Prof. Dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, lid van de Eerste Kamer; Kolo-
nien, Dr. J. C. Koningsbergen, oud-voor-
zitter van den Volksraad in Ned.-Indie.
Dr. P. VAN HOEK. f
De welbekende oud-directeur-generaal
van den Landbouw Dr. P. van Hoek, is
Woensdag op 61-jarfgen leeftijd over-
leden.
Zijn ambtelijke loopbaan is hij in 1890
begonnen als rijkslandbouwleeraar in N.
Brabant; in 1901 werd hij benoemd tot
opvolger van den heer Lohnis als inspec-
teur van het Middelb. Onderwijs, en
speciaal belast met het landbouwonder-
wijs; en in 1910 werd hij door Minister
Talma aangewezen tot opvolger van den
heer Lovink als direcieur-generaal van
den landbouw. Hij heeft in die functie
verschillende hervormingen voorbereid
op het gebied van landbou-.v onderwijs,
o.a. de vestiging van de landbouwhooge-
school te Wageningen, en een reorgani-
satie van de Rijkslandbouw-proefstations.
En in de oorlogsjaren heeft hij een zeer
moeilijke taak gehad. In het vereenigings-
leven op landbouwgebied was hij een be
kende figuur. en heeft hij o.a. veel gedaan
voor de keuring van de gewass-n te "eld?
en voor de fokkerij. fZ. !-
paarden Stamboek.)
DE VOLKENBONDSZITTINGEN.
De Nederlandsche Regeering heeft bij
het secretariaat-generaal van den Vol-
kenbond haar verwondering te kennen
gegeven over het feit, dat er slechts een
zeer korte spanne tijds bestaat tusschen
de bijeenkomsten van den Volkenbonds-
raad en van de Volkenbondsvergadering.
De Volkenbondsraad is bijeengeroepen
tegen 8 Maart a.s., des morgens elf uur,
en de Volkenbondsvergadering op den-
zelfden dag, des namiddags drie uur.
De besluiten van den Raad komen dus
plotseling in de Assemblee, zoodat er dus
voor de gedelegeerden van de verschil
lende landen geen gelegenheid bestaat
daaromtrent overleg te plegen.
Dit acht de Nederlandsche regeering
een groot bezwaar, vandaar haar^stap bij
het Volkenbondssecretariaat.
HOE VAALS GEHOLPEN ZAL
WORDEN.
Het Gemeentebestuur van Vaals ont-
ving een schrijven van Ged. Staten, waar
in uiteengezet wordt de wijze waarop en
de voorwaarden waaronder het Rijk be-
reid is de gemeente Vaals te helpen.
Als eerste voorwaarde moet Vaals zijn
vermenigvuldigingscijfer verhoogen en
van drie op vier Srengen. De rijksaccoun-
tant had verhooging verlangd tot vijf,
doch hiertegen hadden Ged. Staten be
zwaar.
Vaals zal voorts geholpen worden met
een leening, die iets hooger, echter niet
noemenswaard zal zijn dan het tekort op
de begrooting. Daarmee, zoo zei wethou-
der Delnoye. is Vaals echter niet gehol
pen en zeer zeker zal dit voorstel der re-
geerinq verworpen worden. Ged. Staten
hadden dan ook reeds, volgens den wet-
houder, aan den Minister bericht, dat het
voorstel totaal onvoldoende is en dat zij
niet genegen zijn, zooals de Minister ver-
langt, borg te blijven voor geregelde af~
lossing en rentebetaling.
Door het Gemeentebestuur wordt ge
tracht betere hulp te krijgen en daarom
waren Dinsdag burgemeester Rhoen, wet-
houders Wiertz en het raadslid Bux naar
Den Haag, om daaroVer te confereeren
niet alleen met den Minister, maar ook
met verschillende Kamerleden.
DE TOESTAND.
De Duitsche regeering heeft te War-
schau geprotesteerd tegen den ongebrei-
delden veldtocht die in de Poolsche pers
gevoerd wordt, naar aanleiding van de
inhechteni^nemingen van Duitschers in
Opper-Silezie. wien deelneming aan een
anti-Poolsche spionnage-organisatie ten
laste gelegd wordt. Wij gelooven graag,
schrijft de N. R. Crt., dat de Poolsche
kranten hun verontwaardiging hebben
gelucht en nog luchten over de ontdek-
king van een organisatie, aan welke aller
lei leelijks wordt toegesehreven. Zulk een
veldtocht is zeker te betreuren, omdat zij
bijdraagt tot gestadige vergiftiging van
de betrekkingen tusschen twee landen in
misschien ac: gevaarlijksteii stormhoec
van Europa. Abolissons la peine de mort;
mais que messieurs les assassins commen-
cent Als het waar is. dat Duitsche ele-
menten in Poolsch-Silezie tegen de veilig-
heid van den Po'olschen staat aan het
woelen zijn geweest, is de schuld voor
den veldtocht in de Poolsche pers a m
hen te wijten. En voorts gaan de Duit
schers zelven op het stuk van persve d-
tocli c:i Rolen geenszins vrij uit.
Vroeger hebben wii reeds 7. aandnchl
gevestigd op een anti-Poolsche«centrale te
Dantzig die geregeld alles verzamelt wat
er nadeeligs en* slechts -.-an Polen te reo-
gen valt en dit aan de Europeesche pers
in gehectografeerde communique's toe-
zendt. Van de laatst ontvanqen med "Ve
lingen van dien aard volge hier, uit hun
opschriften. een kleine bloemlezing: De
oorzaak van de crisis (bedoeld is; de oeco-
nomisc-he crisis te Dantzig) moet hoofd-
zakelijk gezocht worden in de nauwe aan-
eenscha'raling van Dantzig met den door
crisis q -chckteni&oolsci-
veling van de pers van de mindsrheid in
•i-yn »irfnfci*mrnT>yifTnrryrf,ift' r.jra,.,.Tg^f-vr."*va^3y.ssiffleffiE-s&jMe iZj&&zs±yiDitozz. t
NEUZENSCHE CO U RANT
9