AI.BEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. fo. 7884. Yrijdag 5 Maart 1936, 6e Jaargan Adolf Stocker. bTn nTn land. BUITEN iT A H 0, i ABUNNEMENTSPRliS: wm¥- Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1.80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f6,60 per ]aar Voor 't buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor 't buitenland alleen bij vooruitbetaling. Dit triad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag* en Vrijdagavond. 20 aEiSTBBXiAD. Reeds 14 jaar geleden is Adolf Stocker heengegaan, maar nog steeds is en blijft er reden om op zijn werk te zien, en vooral: op zijn bedoelingen. Hij heeft meer uitgewerkt en is van grooter in- vloed geweest dan men nu misschien wel meent of weet, maar dan vergete men bij de beoordeeling ook van deze persoonlijk- heid vooral niet, hoe de groote oorlog met al zijn diep ingrijpende gevolgen en met zijn nog steeds voortdurende nasleep van verwarringen in staat is geweest de be teekenis ook van nog grooter figuren in de schaduw te stellen. lemand heeft opgemerkt, dat en in de herinneringen uit het leven van Bebel, en in Bernstein's ge- schriedenis van de Berlijnsche arbeiders- beweging niet dan terloops van Stocker melding wordt gemaakt, maar men zal toch ten alien tijde de beteekenis van deze of gene persoonlijkheid niet mogen af- meten naar de meerder of minder belang- rijke plaatsruimte die gezworen tegen- standers aan de vermelding van zoo'n figuur wijden. In ieder geval staat toch wel vast, dat Stocker een nieuw domi- nees-type ook in Duitschland deed ont- staan: den politieken, sociaal 'aanvoelen- den pastor. Welk een ongehoorde nieu- wigheid, dat in zijn dagen moet zijn ge weest, kunnen wij ons nog maar moeilijk indenken. Men zou zich dan als 't ware moeten verdiepen in de stille afgetrok- kenheid en teruggetrokkenheid van de Berlijnsche Kerk in de zeventiger jaren van de vorige eeuw, waar zelfs een pro fessor in de theologie aldaar, zijn studen- ten den raad durfde geven, om vooral geen huisbezoek te doen, opdat de mantel van den profeet den drager daarvan niet van de schouders zoude vallen En nu staat daar eensklaps midden onder hen een man op, die in het rumoer van een vofkavergadecing slagvaardig er op los gaat, die over de allernieuwste politieke gebeurtenissen voordrachten ho«dt, die een arbeiderspartij, grondt, en die met de zijnen in de grootst denkbare openbaar- heid christelijk-patriottische feesten viert, maar tegen wien dan ook een ongehoord felle beweging ontbrandt door de heele Duitsche pers, en die zich door een bree- de rij laster- en beleedigingsprocessen moet heenslaan. Daar stond dus opeens voor de menschen een strijd-predikant, die om de ziel van zijn volk kampte niet vanaf een hoogen kansel en dus altijd uit vreemde verte, maar die dat deed midden in het rumoer van alle-dag, terwijl hij ook al spoedig op den Landdag en in den Rijksdag om de bereiking van zeer be- paalde politieke en kerkelijke doeleinden worstelde. Toch komt het ons voor, dat de betee kenis van Stocker niet in de eerste plants lag in de reeds genoemde werking op den predikanten stand, maar dat die veel meer lag in een onderdeel van zijn politiek- religieus streven, namelijk in zijn positie- nemen tegenover de socialistische bewe ging. De naam van Stocker is op het al- lernauwst verbonden aan het thema- Kerk en proletariaat. Stocker is een van de eersten, zoo niet de eerste, geweest, die in grooten stijl heeft getracht een ant woord te geven op de vragen, die aan de Kerk wenden gesteld door de aanweziae groote massa van de godsdienstlooze en meestentijds socialistisch beinvloede mas sa van het proletariaat. Nu is Stocker met deze zaak wel niet geheel gereed ge- komen, maar hier lag toch vooral zijn levenstaak. Misschien (zoo is er opgemerkt). in- dien Stocker wat eenzijdiger had durven zijn, en hij eens al zijn kracht had gezet op de oplossing van het arbeidersvraag- stuk door en in het Evangelie, dat dan de oorspronkelijkheid van zijn streven nog heel anders tot uitdrukking ware ge- komen. En dus moet men in zijn leven twee perioden wel goed uit elkander hou- den: de eerste, die maar heel kort duurde, en die begon met de beroemde vergade- ring in den ijskelder Januari 1878, terwijl deze geheel was vervuld met den strijd om de bereiking van een doel, en een tweede periode. die heel lang duurde, en die ge- vuld was met allerlei gedachten, plannen en bedoelingen. De eerste periode hield einenlijk reeds op met het einde van haar eerste jaar. Na de Rijksdag-verkiezingen in 1878, die Stocker en zijn geestverwam- ten een groote nederlaag brachten, werd de christelijk-sociale arbeidersnartij om- gezet in een christelijk-sociale partij". wat dus wilde zeggen, dat de eigenaardige en betrekkelijk zelfstandige beweging een soort aanhangsel werd van de conserva- tieve partij in Duitschland. Stocker is niet sterk genoeg geweest en ziedaar al dadelijk een van zijn grootste fouten om op den duur een zekere mate machte- loosheid te kunnen verdragen. Hij was te veel q-p onmidd-elliik sutrces gericht en daarom keek hij dadelijk "a z'in eerste nederlaag al .anar nieuwe bondgenooten om. Hij vc id die la r-■ conserve 'even in de anti-semieten. Zoodoende kreeg hij aanknooping bij een wijden kring van arbeiders en bij een stuk middenstand en bij den adel. Nu kreeg hij wel succes, maar tevens had hij nu moeten afzien van zijn oorspronkeiijke bedoelingen. Wel heeft het probleem van den arbeidenden stand nooit opgehouden hem bezig te houden, maar zijn hoofddoel was nu toch jaren lang veel breeder en daarom ook minder diep. De in verband hiermede door Stocker gevoerde strijd is niet zon- der belang. maar ook lang niet zonder tragiek. Eindelijk werden de plannen van dezen christelijken idealist door Bismarck aan stukken geslagen. Van beteekenis blijft dus vooral het bleek genoegzaam reeds uit het vooraf- gaande wat Stocker wilde ten opzichte van het sociale vraagstuk. Men kan ge- rust zeggen, dat deze vraag tot nu toe aan Protestantsche zijde nog nimmer in ernst aan de orde was gesteld. De Katholieken waren er reeds mede bezig, in de Evan- gelische Kerk had men het echter nog nooit verder gebracht darj tot het laten houden van referaten op conferenties en synodes. Nu kwam in het jaar 1874 Stocker naar Berlijn. De hoofdstad van het rijk bevond zich in een heel moeilijke periode. De liberalen beheerschten nog 't geheele geestelijke en zaken-leven. Pers. literatuur en kunst alles was liberaal. De nieuwe rijkdom na den oorlog (ten deze is deze geschiedenis ook weer zoo leer- zaam), maakte veel menschen plomp en grof, en daarnaast stond dan de massa- armoede in de Berlijnsche voorsteden. Er was een geweldige maatschappelijke crisis, waar de arbeiders natuurlijk het ergst van te lijden hadden. Werkeloos- heid. slechte betaling en overmatig lange arbeid, maakten de ellende zoo groot. Stocker zag voor het eerst in zijn leven zoo'n jammer, een zoo algemeene godde- loosheid en zoo algemeene verbittering, dat deze aanblik hem geweldig aangreep. Hij heeft later verklaard, dat het de anast om zijn volk was. die hem naar de christe lijk-sociale beweging dreef. Hij zag in dat sociale vraagstuk een afgrond, die voor het Duitsche leven gaapte. Hij sprang er eerst in zonder de diepte te pei- len, omdat hij niet anders kon. En men heeft niet de minste reden om aan de echtheid van dit gevoel te twijfelen. Stocker was dus in zijn uitgangspunt groot en dapper. Hij poogde de ontker- stende massa weer tot terugkeer te bren- gen naar de christelijke wereldbeschou- wing. En het was bij hem heel iets anders dan wat de gewone vroomheid in de ker- ken verkondigde, terwijl 't ook ver buiten en boven alies ging, wat de inwendige zending had gepredikt. Het was de eerste poging, die de Protestantsche kerk deed om het geheel te omvatten. Deze poging het dient erkend is mislukt. Dat bleek maar al te spoedig, en ook de nieuwe zelfstandigmaking van de christelijk-sociale partij, die de onver- moeide man in de laatste periode van zijn leven in (1906) ondernam. heeft aan dit droef resultaat niets kunnen veranderen. Dit was echter niet alleen Stocker's schuld. De kerk had veeleer behooren te ontwaken. Reeds in 1848 bijvoorbeeld had zij de onrust in de diepte van het volksleven moeten bespeuren, en had zij moeten beproeven, om daar een antwoord op te geven, dat een wezenlijk antwoord en niet slechts zinledig geklaag en slap getroost was. Dat is toen niet gebeurd. En nu waren daar die verbazend gegroei- de steden, en daarin woonden die massa's proletariers. Maar niemand had deze menschen geholpen, niemand had hun moed en vertrouwen teruggegeven, behal- ve de sociaal-democratie. Dus kwam nu de Kerk helaas te laat ten tooneele. Maar toch: er waren toen nog heel andere mo- gelijkheden dan nu. Nog was het kapitaal aan vertrouwen, dat de Kerk oorspronke- lijk bezeten had, niet in die mate opge- bruikt, als later (vooral in Duitschland) het geval werd. Het was in ieder geval een historisch moment, toen Adolf Stocker en de meest bekende socialisten in die dagen tegen over elkander stonden. De kerk ging praten met het proletariaat, en deed dat door een van haar beste en meest be- gaafde vertegenwoordigers. Drie dingen vallen dan vooral bij Stocker op: hij was kerkelijk man, hij was sociaal-voelend mensch, en hij was een koningsgetrouw nationalist. De sociaal-voelende Stocker is ons on- getwijfeld het sympathiekst. Zijn erken- tenis, dat men er tot nu toe niet in ge- slaagd was om iets werkelijk en grondig te verbeteren. was al dadelijk een stap in de goede richting. Zijn sociaal program, dat in de eischen zijner arbeiderspartij is neerqelegd, is wel niet geheel. alleen Stocker's werk. Hij is nooit theoreticus geweest, maar altijd man van de praktijk. Daarom hebben vrienden hem daarbij ge holpen, en heeft hij duchtig rekening qe- houden met wat in andere partiioroarams o.a. der vooruitstrevende Katholieke socialen, reeds was beschreven. Zoo werd nu een ver doorgevoerde sociale verzekering geeischt, de doorvoerinq ook van verolicht'^ scheidsgerechten van arbeid voor kinderen en getrouwde vrouwen in fabrieken, een maximum ar- beidstijd, enz. enz. Dit programma heeft Stocker verdedigd met alle beslistheid tegenover beide uiterste tegenstanders. Velen verbaasde vooral zijn afkeer van de sociaal-democratie. Hij zag daarin niets dan utopie, beschouwde het als iets, dat ondoorvoerbaar was, als iets on-christe- lijks en daarom onmogelijks. Eenige waar- deering vond men bij hem niet. Al die uit- drukkingen en fell: gswijzen, die men nog heden ten dac e bij de bestrijders hoort, vindt men bij otocker reeds aan- wezig. Wij zullen er hier geen staaltjes van geven, vooral niet, omdat zij ons en onbillijk en schromelijk overdreven voor- komen. Dit alles hang; dan op zijn beurt weer nauw samen met Stocke's kerkelijk- heid. Hij was voor een streng belijdende Kerk. De gedachte, dat deze kerk, optredend met 'n scherp geformuleerd sociaal pro gramma te veel zou kunnen worden inge- haald in den strijd der politieke meeningen, heeft hem nooit hoofdbreken bezorgd. Van hem is onder meer de uiting: ,,De Godsdienst en speciaal het Christendom hooren in het politieke, sociale, industriee- le leven." En van dit stamdpunt uit heeft Stocker dan ook kritiek geoefend op het kerkelijk politieke terrain. Het zou mis schien beter zijn geweest, als hij eens wat scherper kritiek had geoefend op het wei- nig practisch-christelijk leven van vele kerkelijke lieden. Doch Stocker's heele louding en misluk- king worden vooral duidelijk, als men dan daarbij nog in het oog vat, hoe hij te sterk nationaal voelde. Men noemde hem ,,zwart-wit tot op de botten' en zei: ,,zwart-wit-rood was zijn banier." Hij was alzoo n felle voorstanaer van de verbin- ding van troon en altaar. En in zijn theo logie en preeken was hij oer-conservatief. Hij zei nooit eenigen werkelijken geloofs- strijd te hebben gekend. En zoo was hij dan ook eigenlijk geen man, die ijverde voor het Godsrijk, maar een kerkist in den ongunstigen zin des woords. Waar- schijnlijk ligt hierin dan ook de reden, waarom hij zijn pogingen zag mislukken. Hij was niet breed gerteeg van opvatting. niet breed genoeg ook van basis. Hij heeft ook niet genoeg meegeleden met de prole tariers. Hij is niet geworden als die Eene, die zeggen kon: ,,De vogelen des hemels hebben nesten en de vossen hebben holen, maar de Zoon des menschen heeft niet waar Hij het hoofd nederlegge Men kan open oog hebben voor de beteekenis van de Kerk zonder daarom voor het so ciale nog alle heil te verbinden aan eenige organisaue qua talis. Misschien is hij (het lijkt wellicht een vreemde opmerking, maar er ligt toch een diepe waarheid in) ook nog te optimistisch geweest. De Bijbel immers predikt nergens, dat de wereld zal worden gered. De Bijbel predikt redding uit de wereld, en de komst van een nieuwen hemel en een nieuwe aarde. waarin gerechtigheid wonen zal. Stocker's les is een harde les, maar zij kan tot zegen worden. Als wij een open oog willen hebben voor veler socialen nood, voor tallooze misstanden (ook mi nog) en dan met sociale ontroering" tegemoet willen komen aan de vragen en eischen, die alom gehoord worden, kunnen wij alien op de plaats, waar wij gesteld zijn, er het onze aan meewerken om de beloften en eischen van het Christendom in vervulling te doen gaan. Dat kan ech ter zeker niet gebeuren door het drijven en jagen van partijen of door het aanhef- fen van leuzen, maar kan slechts geschie- den en doel treffen door toegewijde per- sooniijkheden, die hun Christendom om- zetten in daden, en die overal Christus eischen van recht en gerechtigheid doen hooren, maar er dan ook gehoor aan geven allereerst in hun eigen, persoonlijk leven. Psrlementair Dagboek van Insider. KAMERONTBINDING. 2 Maart. Wie heden, zich naar het Kamerge- bouw begevend, op het Binnenhof de dei- nende menschenmenigte zag waaruit tel- kens geagiteerde persfotografen schoten om Kamerleden te ,,nemen"; wie in de zit- tingszaal de talrijke Kamerleden en prop- volle tribunes en loges aanschouwde, had werkelijk moeite om zich in te denken, dat moest worden beslist over een voorstel van de sociaal-democraten. Een wanhoopskreet, die bij geen enkele andere partij intusschen instemming had gevonden. En wie zich gespitst had op crisisonthullingen, is wel zeer bedrogen uitgekomen De uitvoerige toelichting van den heer Albarda stond op een hoog plan. Inder- daad, de opvolger van Troelstra (die in een loge zelf goedkeurend zat te knikken) heefv zich den profetenmantel volkomen waardig betoond, al zullen velen zijner partijpenooten dezen keurigen, fijnbe- snaarden man te veel ,,heer" vinden. i Wanneer hij zich moeite geeft om in zijn voordracht de vereischte dreiginq te leq- gen, maakt dat aj heel weinig indruk T7~- toen de heer Albarda sprak over de zware verantwoordelijkheid, welke zou drukken op hen, die zich tegen zijn ontbindings- voorstel zouden verzetten, nam de ge heele Kamer die verantwoordelijkheid ge- laten op zich. En terecht. De Kamer werd verzocht te gelooven, dat Kamerontbinding het redmiddel is, dat ons van alle politieke moeilijkheden zal verlossen. Twee weken voor de indiening van dit voorstel dacht de heer Albarda zelf nog niet aan dit wondermiddel. zelfs niet bij de bespreking van de gedachte, dat de Kamer gedurende de crisis zou moeten ingrijpen. Misschien zegt het den sociaal-democraten wel iets, dat hun voorstel alleen instemming heeft gevonden bij den geachten afgevaardigde uit Moskou Het heette, dat Kamerontbinding noo- dig is om Colijn's terugkeer onmogelijk te maken. Waarom werd deze nieuwe leuze dan niet aangeheven toen Dr. De Visser zich weken-lang uitsloofde om den terug keer van Colijn's Kabinet mogelijk te maken Goed beleid had geeischt de op lossing der crisis af te wachten. Dit neemt niet weg, dat de critiek van den heer Albarda op verscheidene punten fel en raak was en voldoende stof bevatte voor een debat van verscheidene dagen. Het is intusschen anders geloopen. Nadat de heer Albarda zijn voortreffe- lijke rede had beeindigd, vroeg de Voor- zitter herhaaldelijk wie het woord wenschte, doch niemand kwam zich aan- melden. Groote beroering ontstond; de sociaal-democraten toonden zich blijkens hun uitroepen onthutst en verontwaar- digd over deze lompe bejegening van hun fractieleider. Het was intusschen bekend. dat verschillende fractieleiders redevoe- ringen qereed hadden; ieder wist, dat de heer Marchant het eerst zou spreken. maar deze had juist de zaal verlaten en niemand wilde voor hem invallen. De. spanning nam hevig toe; telkens hief de Voorzitter zijn hamer op, maar niemand vroeg het woord. Waarop de Voorzitter terecht de beraadslaging sloot en het voorstel in stemming bracht, dat met 70 tegen 24 stemmen werd verworpen. nr\» -Per uur reeds stroomde h~t Kamer- gebouw weer leeg. Op het Binnenhof was thans een sterke politiemacht aan- wezig. wijl de politie op de hoogte was gebracht van het plan van luidruchHoe tribunebezoekers om mgr. Nolens te mo- lesteeren. Een deur van het Kamern»- bouw bleef hermetisch gesloten; die welke toegang geeft tot de vertrekken van de Ministers, want deze hielden zich verre van dit gewoel. Een gewoel voor een daqWant wie kan ons zegaen wanneer ons Daq- boek weer op regelmatige wijze kan wor den hervat fNGEZONDEN MEDEDEELINGEN EEN MINISTERIE-DE GEER. De Koningin heeft Maandagmiddag de formatie van een extra-parlementair ka binet opgedragen aan jhr. Mr. D. J. de Geer. Aivorens deze opdracht in beraad te nemen, heeft de heer De Geer verzocht eenige besprekingen te mogen houden. Deze hebben tot het resultaat geleid, dat hij gisteren aan de Koningin de vol- gende Ministers heeft voorgedragen: Buiteniandsche Zaken; Jhr. Mr. H. A. van Karnebeek, Justitie: Mr. Dr. J. Don- ner, Raad-adviseur bij het Departement van justitie; Binnenlandsche Zaken en Landbouw: Mr. J. B. Kan, secretaris- generaal in algemeenen dienst; Onder- wijs Kunsten en Wetenschappen: Mr. M. A. M. Waszink, burgemeester van Heer- len; Oorlog, a.i. van Marine; Prof. L. A. van Royen, hoogleeraar aan de Tech- nische Idoogeschool te Delft; Financien: Jhr. Mr. D. J. de Geer; Waterstaat; Mr. H. van d5r Vegte, lid van Gedeputeerde Staten van Overijsel; Arbeid, Handel en Nijverheid: Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, lid van de Eerste Kamer; Kolo- nien, Dr. J. C. Koningsbergen, oud-voor- zitter van den Volksraad in Ned.-Indie. Dr. P. VAN HOEK. f De welbekende oud-directeur-generaal van den Landbouw Dr. P. van Hoek, is Woensdag op 61-jarfgen leeftijd over- leden. Zijn ambtelijke loopbaan is hij in 1890 begonnen als rijkslandbouwleeraar in N. Brabant; in 1901 werd hij benoemd tot opvolger van den heer Lohnis als inspec- teur van het Middelb. Onderwijs, en speciaal belast met het landbouwonder- wijs; en in 1910 werd hij door Minister Talma aangewezen tot opvolger van den heer Lovink als direcieur-generaal van den landbouw. Hij heeft in die functie verschillende hervormingen voorbereid op het gebied van landbou-.v onderwijs, o.a. de vestiging van de landbouwhooge- school te Wageningen, en een reorgani- satie van de Rijkslandbouw-proefstations. En in de oorlogsjaren heeft hij een zeer moeilijke taak gehad. In het vereenigings- leven op landbouwgebied was hij een be kende figuur. en heeft hij o.a. veel gedaan voor de keuring van de gewass-n te "eld? en voor de fokkerij. fZ. !- paarden Stamboek.) DE VOLKENBONDSZITTINGEN. De Nederlandsche Regeering heeft bij het secretariaat-generaal van den Vol- kenbond haar verwondering te kennen gegeven over het feit, dat er slechts een zeer korte spanne tijds bestaat tusschen de bijeenkomsten van den Volkenbonds- raad en van de Volkenbondsvergadering. De Volkenbondsraad is bijeengeroepen tegen 8 Maart a.s., des morgens elf uur, en de Volkenbondsvergadering op den- zelfden dag, des namiddags drie uur. De besluiten van den Raad komen dus plotseling in de Assemblee, zoodat er dus voor de gedelegeerden van de verschil lende landen geen gelegenheid bestaat daaromtrent overleg te plegen. Dit acht de Nederlandsche regeering een groot bezwaar, vandaar haar^stap bij het Volkenbondssecretariaat. HOE VAALS GEHOLPEN ZAL WORDEN. Het Gemeentebestuur van Vaals ont- ving een schrijven van Ged. Staten, waar in uiteengezet wordt de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het Rijk be- reid is de gemeente Vaals te helpen. Als eerste voorwaarde moet Vaals zijn vermenigvuldigingscijfer verhoogen en van drie op vier Srengen. De rijksaccoun- tant had verhooging verlangd tot vijf, doch hiertegen hadden Ged. Staten be zwaar. Vaals zal voorts geholpen worden met een leening, die iets hooger, echter niet noemenswaard zal zijn dan het tekort op de begrooting. Daarmee, zoo zei wethou- der Delnoye. is Vaals echter niet gehol pen en zeer zeker zal dit voorstel der re- geerinq verworpen worden. Ged. Staten hadden dan ook reeds, volgens den wet- houder, aan den Minister bericht, dat het voorstel totaal onvoldoende is en dat zij niet genegen zijn, zooals de Minister ver- langt, borg te blijven voor geregelde af~ lossing en rentebetaling. Door het Gemeentebestuur wordt ge tracht betere hulp te krijgen en daarom waren Dinsdag burgemeester Rhoen, wet- houders Wiertz en het raadslid Bux naar Den Haag, om daaroVer te confereeren niet alleen met den Minister, maar ook met verschillende Kamerleden. DE TOESTAND. De Duitsche regeering heeft te War- schau geprotesteerd tegen den ongebrei- delden veldtocht die in de Poolsche pers gevoerd wordt, naar aanleiding van de inhechteni^nemingen van Duitschers in Opper-Silezie. wien deelneming aan een anti-Poolsche spionnage-organisatie ten laste gelegd wordt. Wij gelooven graag, schrijft de N. R. Crt., dat de Poolsche kranten hun verontwaardiging hebben gelucht en nog luchten over de ontdek- king van een organisatie, aan welke aller lei leelijks wordt toegesehreven. Zulk een veldtocht is zeker te betreuren, omdat zij bijdraagt tot gestadige vergiftiging van de betrekkingen tusschen twee landen in misschien ac: gevaarlijksteii stormhoec van Europa. Abolissons la peine de mort; mais que messieurs les assassins commen- cent Als het waar is. dat Duitsche ele- menten in Poolsch-Silezie tegen de veilig- heid van den Po'olschen staat aan het woelen zijn geweest, is de schuld voor den veldtocht in de Poolsche pers a m hen te wijten. En voorts gaan de Duit schers zelven op het stuk van persve d- tocli c:i Rolen geenszins vrij uit. Vroeger hebben wii reeds 7. aandnchl gevestigd op een anti-Poolsche«centrale te Dantzig die geregeld alles verzamelt wat er nadeeligs en* slechts -.-an Polen te reo- gen valt en dit aan de Europeesche pers in gehectografeerde communique's toe- zendt. Van de laatst ontvanqen med "Ve lingen van dien aard volge hier, uit hun opschriften. een kleine bloemlezing: De oorzaak van de crisis (bedoeld is; de oeco- nomisc-he crisis te Dantzig) moet hoofd- zakelijk gezocht worden in de nauwe aan- eenscha'raling van Dantzig met den door crisis q -chckteni&oolsci- veling van de pers van de mindsrheid in •i-yn »irfnfci*mrnT>yifTnrryrf,ift' r.jra,.,.Tg^f-vr."*va^3y.ssiffleffiE-s&jMe iZj&&zs±yiDitozz. t NEUZENSCHE CO U RANT 9

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1