kcopen. Ze hebben daarna hier en daar uitge- zien en er is naar beste weten gehamdeld. De heer KOSTER deelt mede dat door hem versdhillende pogingen zijn aangewendom in de gemeente een paard te kcopen. Alle hout is echter geen timmerhout. Hij is met een com- missionair een halven dag rond geweest en toen zijn hem in de gemeente 7 paard en aange- weaen Van 2 paarden waren de eigenaars met bereid te verkoopen en bij de overige werden aulke hooge prijzen gevraagd, dat die met evenredig waren aan de kwaliteit der paarden. Hw is daarop nog eens uitgegaan en heeft toen 3 pa&rcten gezien. Het eeriste was ggii ilink, best paard, maar kwaad en dus niet voor den dienst bij de gemeente geschikt; het tweede paard had een gebrek en het derde is het paard dat aangekocht is en waarin hij naar zijn beste weten iets goeds meent te hebben ge- voniden. Burgemeester en Wethouders vonden voor aankoop het best geschikt een leege merne of een ruinpaard van 3 tot 6 jaar oud en die staan naar het schijnt in deze gemeente met. ©e heer VAN DE CASTEEL beweert, dat er goede paarden van 4 tot 6 jaar in de gemeente staan, er staan er zelfs 2 in de buurt van den heer Koster, n.l. bij Suij en IJsebaert, ook bij S. van Hoeve. De beer KOSTER verklaart bij Suij geweest te zijn en die wilde niet verkoopen, evenmm ais S. van Hoeve. Spreker zou ecbter /Kina gaan zeggen, dat hij in de plaats van te infor- meeren bij de commissionaire dit bij den heer Van de Casteel had moeten doen, want die schiint er meer van te weten dan zy; Be heer VAN DE CASTEEL: Ja, misschien was het wel goed geweest, als de geheele raad er iets van geweten had. De mededeeling wordt voor kenmsgevmg aangenomen. De heer 't GILDE vraagt, of er nog geen beslissing is gekomen van Gedeputeerde Sta ten omtrent het raadsbesluit tot het aangaan eener geldleenimg ad f 70.000 voor uitbreiding •der gasfabriek. Hij vindt dat dit lang duurt. Be VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur- geaneester en Wethouders de stukken terstond hellben ingezonden, doch dat er later een ver zoek om nadere inliehtingen is gekomen, die ook door Burgemeester en Wethouders gege ven zijn. Dat is toch de vorige vergadering meegedeeld? ©e heer 't GILDE weet daar mets van. Hij wij'St er op, dat Gedeputeerde Staten aan den raad bericht van verdaging hadden moeten ■ioen toekomen, want als zij dit niet doen en er is binnen een termijn van 30 dagen geen be slissing gevolgd, dan wordt volgens art. 197 der Gemeentewet het besluit als goedgekeurd beschouwd. Aangezien er meer dan 30 dagen verfoopen zijn en geen gemotiveerde kennisge ving van .verdaging is ingekomen, stelt spre ker zioh op het standpunt, dat het besluit goed- atekeurd is. De VOORZITTER deelt mede, dat een be richt van verdaging van de beslissing van Ge deputeerde Staten ingekomen is. Be heer 't GILDE: Met redenen omkleed? ®e VOORZITTER: Dat spreekt van zelf. Be heer 't GILDE zou hierover gaarne in het openbaar sprelcen, doch vraagt of de voor- aitter liever heeft, dat hij dit bij de rondvraag doei De VOORZITTER zou dan liever eerst de agenda afwerken. Aangenomen voor kennisgeving. i. Een schrijven van mevrouw de weduwe P. de Putter, waarin deze mededeeling doet van het overlijden van haren echtgenoot, gemeente- ontvanger, op 31 December 1925. Zij betuigt hartelijk dank voor de welwillendheid tijdens zijn laatste ziekte en ook daarvoor van het gemeentebestuur ondervonden. De VOORZITTER deelt mede dat dit schrij ven bereids met een brief van rouwbeklag is beantwoord. Aangenomen voor kennisgeving. j. Een adres van J. J. Ortelee, M. Maas, G. Mieras, W. Mieras, en A. Lenos, inwoners- markukramers te Axel, dat zij de ervaring heb ben opgedaan, sinds hun een plaats op het ge- meentelijk marktplein is aangewezen, om hun- ne waren aan den man te brengen, dat deze plaats onvoldoende levensvatbaarheid bezit en in dezen maar al te zeer bewaarheid wordt: „waar het volk is, is de nering" en zoowel de bewoners van de omliggende plaatsen als de inwoners van Axel zelf, die de markt bezoeken, van oudsher gehecht zijn aan de plaats waar de wekelijksche graanmarkt gehouden wordt; dat zij als inwoners (belastingbetalers) slechts met een bescheiden aantal zijn, die voor een niet onbelangrijk deel door de marktkra- merij in hunne behoeften moeten voorzien, en zij daardoor maar een bescheiden plaatsje noodig hebben, ja, dat zij nog bescheidener willen uitstallen dan op hunne tegenwoordige standplaats, teneinde zoo weinig mogelijk de pasage te hinderen redenen waarom zij den raad eerbiedig ver zoeken hen weder toe te laten op de eigenlijke graanmarkt, waar toch aan niet-gemeentena- ren nog altijd een plaats verleend wordt om eveneens koopwaar aan te bieden. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit verzoek te stellen in hunne handen am bericht en raad. De heer VAN DE CASTEEL zou het maar liever terstond afhandelen. De VOORZITTER raadt aan verzending naar Burgemeester en Wethouders. De heer 't GILDE vraagt of het dan zoo'r. bezwaar is, om dat terstond te behandelen. De VOORZITTER stelt er prijs op, den ge- wonen weg te volgen, en Burgemeester en Wethouders in staat te stellen advies uit te brengen. Groot bezwaar kan dit niet zijn, aan gezien er spoedig weer vergadering zal worden gehouden. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met algemeene stem- men. 3. Wijziging verordening openstelling se- cretarie. Burgemeester en Wethouders stellen voor te wijzigen: a. de verordening, regelende de uren, waar- op de secretarie in de gemeente Axel geopend, en voor het publiek toegankelijk zal zijn. 1 verordening, bepalende de uren, waar op het bureau van den burgerlijken stand, in deze gemeente, dagelijks voor het publiek ge opend zal zijn. Teneinde in de middaguren op de secretarie rustiger te kunnen doorwerken, wordt door hen voorgesteld, de uren, waarop deze voor het pu bliek geopend is, te beperken (doch deze niet geheel, zooals op vele andere gemeenten tot de morgenuren te bepalen), weshalve zij voorstel- len de uren voor het publiek thans te stellen op dagelijks van 9—12 en van 1—2 uur; des Zaterdags van 91 uur. Voor het bureau van den burgerlijken stand is het gewenscht, dat een zelfde regeling wordt getroffen. Zij bieden hiervoor de ontworpen verorde- mngen ter vaststelling aan. heer 't GILDE kan zich met dit voorstel met al te best vereenigen. Indien het perso- neel ter secretarie werkelijk zoo overbelast was, zou het iets anders zjjn, maar dit kan hij niet inzien. De verschillende werkkrachten zijn geroutineerde menschen, zodat hij meent, dat het volgens de thans bestaande regeling wel kan blijven. De ambtenaren zijn er toch voor het publiek en niet omgekeerd. Bij de voorge- stelde regeling zullen de buitenbewoners ge- dupeerd worden, daar die dan perse in de mor genuren zullen moeten komen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat bij dit voorstel volstrekt niet voorzit een streven om het pu'bliek daarvan de dupe te doen wor den, doch het belang van het werk der ambte naren. Er zijn werkzaamheden b.v. collationee- ren van brieven en stukken die men alleen goed kan uitvoeren in dien men daaraan onge- stoord en rustig kan voortwerken en dat gaat niet indien er gestadig publiek komt. Er zijn ter secretarie niet te veel ambtenaren en deze moeten in de gelegenheid worden gesteld bet werk op tijd en naar behooren klaar te maken. In andere gemeenten b.v. Ter Neuzen, Vlissin- gen en Middelburg, bestaan ook dergelijke regelingen. De heer DIELEMAN vraagt. of bij mvoermg van dezen maatregel het publiek in de morgen uren niet te veel opgehoopt zal worden. Hij meent, dat men Axel niet met Vlissingen en Middelburg kan vergelijken. De VOORZITTER meent, dat het geen be zwaar kan opleveren; hij acht het noodig, dat de ambtenaren een paar uren rustig kunnen werken. Bovendien, als mocht blijken, dat de regeling werkelijk aanleiding geeft tot moei- lijkheden, kan deze altijd weer gewijzigd worden. Het voorstel wordt aangenomen met 9 stem- men tegen 1. Voor stemmen de heeren Oggel, Koster, J. de Feijter, Kruijsse, Baert, Weijns, Dieleman, P. de Feijter en Van de Casteel; tegen stemt de heer 't Gilde. 4. Verzoek om gebruik te mogen maken van een lokaal der openbare school. Naar aanleiding van een verzoek van P. P. C. van Rijen, le luitenant, leider der militaire vooroefeningen, om tot het geven van militair onderricht gebruik te mogen maken van het verwarmd en verlicht gymnastieklokaal der openbare lagere school, en van het schietter- rein, stellen Burgemeester en Wethouders voor het gevraagde lokaal beschikbaar te stel len, onder de vroeger daarvoor geldende voor- waarden, waarbij o.m. wordt bepaald, dat eene vergoeding zal worden betaald van f 50 per jaar. De VOORZITTER voegt hier nog aan toe, dat het lokaal vroeger voor het gevraagde doel beschikbaar is gesteld, doch dat die oefe- ningen eenigen tijd niet gehouden zijn. De heer 't GILDE vraagt, of die oefeningen plaats hebben tijdens de schooluren. De VOORZITTER antwoordt ontkennend, die worden gehouden in de avonduren. De re geling daarvan geschiedt in overleg met het hoofd der school. Het voorstel wordt aangenomen met 9 stem- men tegen 1. Voor stemmen de heeren Oggel, Koster, J. de Feijter, Kruijsse, Baert, Weijns, Dieleman, P. de Feijter en Van de Casteel; tegen stemt de heer 't Gilde. 5. Verzoek om aankoop van grond. Naar aanleiding van een verzoek van J. C. Hamelink, om aan hem te verkoopen een per- ceel grond, gelegen in het verlengde van de Wilihelminastraaat, stellen Burgemeester en Wethouders voor aan adressant te verkoopen perceel 72 van het bouwplan, ter grootte van 207 M2., tegen den prijs van f 3 per M2. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 6. Aanvraag crediet voor bestraiing en rioleering. Ingekomen is: a. Een adres van J. A. Dregmans, en 42 an- deren, alien bewoners van de Lange Noord- straat, die daarin te kennen geven, dat zij met voldoening hebben gezien, dat verscheidene strateniii de gemeente door een grondige verbetering zieh thans aan de eisehen van het zich steeds uitbreidende verkeer aanpassen; dat nu evenwel de Lange Noordstraat, die de hoofdstraat van Axel is, door hare ongelijke stoepen en andere beletselen een poover figuur slaat, wat niet in het belang der neringdoen- den kan worden geacht; dat het wel voorkomt dat breed met stroo of vlas beladen wagens thans elkaar haast niet kunnen passeeren; reden waarom adressanten den raad verzoe- ken de Lange Noordstraat ook zoodanig te willen verbeteren dat zij aan de eiscben van het' moderne verkeer beantwoordt. b. Een adres van W. A. den Boggende en 33 anderen, alien bewoners van de Nieuw- straat, die daarin te kennen geven, dat de door hen bewoonde straat, wat de aanleg betreft, een der mooiste straten is der gemeente; dat dit echter ten aanzien van de ligging der straatsteenen niet kan worden gezegd, daar in- tegendeel de bestrating buitengewoon slecht is; dat ook de rioleering dringend verbetering behoeft, aangezien die bij sommige bewoners onder de huizen doorloopt en deze hiervan overlast ondervinden, zoodat reeds een gedeelte opnieuw gerioleerd moest worden, terwijl na dien tijd in het oude gedeelte ook verstopping plaats had, hetgeen op een onvoldoende func- tioneering van het riool w(jst; dat zij, ingeval tot nieuwe bestrating mocht worden overgegaan, gaarne bereid zijn"voor zoover eigenaar van de door hen bewoonde pan den afstand te doen van het eigendoms- recht op de strook grond, gelegen voor hun wo- ningen, zulks ten behoeve van de gemeente; dat het ook gewenscht is, dat voor de op deze strook grond gelegen stoepen een zekere uni- formiteit betracht wordt, hetgeen men bereikt, wanneer deze straat dezelfde soort stoepen krijgt als die der andere vernieuwde straten; reden waarom adressanten den raad verzoe- ken de Nieuwstraat opnieuw te bestraten en te rioleeren. Blijkens het rapport van den gemeente- opzichter eischt de rioleering van de Nieuw straat inderdaad vemieuwing. Voor het vernieuwen der bestrating met klinkers en het aanleggen van trottoirs van oasaltinetegels, benevens het verbeteren der rioleering worden de kosten geraamd op f 6704. Aangezien de keien die thans in de Nieuw straat leggen overeenkomen met die van de Noordstraat zouden de daar uit komende keien voor verbetering van de Noordstraat kunnen worden aangewend, hetgeen op dat werk een besparing geeft van ongeveer f 7000, op de op f 10.770 geraamde kosten. Voor het verbeteren dier straten en riolee ring vragen Burgemeester en Wethouders daarom een crediet aan van pi. m. f 12.000. Deze kosten kunnen grootendeels bestreden worden uit het batig slot van 1924, de gewone inkomsten van 1926 en het restant door't aan gaan van eene geldleening. De VOORZITTER geeft naar aanleiding van de twee verzoeken te kennen, dat Burgemeester en Wethouders_ van meening zijn, dat het aan- beveling verdient ook deze twee straten in overeenstemming te brengen met de andere straten in de gemeente, die in 1925 in orde ge- bracht zijn. De rioleering in de Nieuwstraat eisch voorziening en meet worden opgegraven en ook in de Noordstraat is de afwatering niet goed. De heer WEIJNS vraag-t of, Burgemeester en Wethouders overtuigd zijn, dat uitvoering van dit werk hard noodig is en of er soms ook nog andere straten liggen die verandering zouden behoeven. De VOORZITTER merkt op, dat een groot deel der straten thans in orde is gebracht en deze nu het eerst aan de beurt behooren te komen. Vemieuwing van de rioleering in de Nieuwstraat is perse noodig. Ook de Noord straat behoeft verbetering. Vooral aan het postkantoor is die niet in orde en er is ook geen rioleering, zoodat het hemelwater van die straat naar een punt moet afvloeien. De heer WEIJNS bemerkt, dat Burgemees ter en Wethouders dus ook in de Noordstraat rioleering noodig achten. Hij kan zich daar- mede wel vereenigen, maar heeft bezwaar tegen de manier, waarop Burgemeester en Wethouders de kosten willen dekken, n.l. door te beschikken over het goed slot der rekening over 1924. In plaats van dit direct te betalen zou hij de kosten willen dekken door een lee- ning, af te lossen in 20 jaren. Hij wil niet be- weren, dat het thans te bezwarend zou zijn om dat bedrag terstond te betalen, doch het gaat meer om het beginsel en hij is van oor- deel, dat het nageslacht, dat van deze werken zal profiteeren er ook wel wat aan betalen mag. De VOORZITTER wijst er op, dat de kosten slechts gedeeltelijk door het saldo van 1924 zouden worden gedekt doch voegt er aan toe, dat men het dekken der ko=ten ook gevoeglijk tot later kan laten rusten, om daarover later definitief te besliissen. De heer OGGEL meent, dat de heer Weijns liever het geheele bedrag door een leening zou dekken en hij het te drukkend acht, dit te beta len uit de gewone inkomsten. De VOORZITTER acht het anders aanbeve- lenswaard, de gemeente zoo min mogelijk in de schuld te stoppen. Indien het geld er is, moet men dit, naar zijn meening ook gebrui- ken. Men weet niet, welke tijden men na dezen nog krijgt en dat men wel eens spijt zou kun nen krijgen het geld, toen het er was, niet te hebben benut. Hij heeft geen bezwaar, een deel van het geld, n.l. een bedrag van f 6000 er voor te leenen. Hij zou dit echter nog eens willen afzien. De heer WEIJNS voert hiertegen aan, dat, als er geld in kas is, dat gemakkelijk gebruikt wordt en dat er zoo'n overschot was, komt toch omdat er teveel belasting is betaald. De VOORZITTER is van gevoelen, dat dit niet juist is uitgedrukt; het vermenigvuldi- gingscijfer werd in verband met bekende ge- gevens vastgesteld en nu is er meer ontvangen omdat het inkomen der ingezetenen is meege- vallen. De heer WEIJNS wijst er op, dat het een werk is, dat voor jaren goed is en dat er daar om niets tegen is, dat het nageslacht er ook wat aan betaalt. De heer 't GILDE wil dat denkbeeld gaarne steunen en vraagt, of Burgemeester en Wet houders bezwaar hebben dat over te nemen. De heer DIELEMAN is ook wel van meening dat het voorgestelde werk zeer nuttig is, maar acht het toch niet zoo direct noodig. Hij vraagt, of verbetering van den Buitenweg niet meer noodig is, en of eventueel de verbetering daar van ook nog niet tegelijk met deze straten kan geschieden. Dat Buitenwegje is het ellendigste straatje in de gemeente, de Noord- en Nieuw straat liggen nog veel beter en inciien het op een kiezen aankomt zou spreker de voorkeur geven aan de verbetering van het Buitenwegje. De VOORZITTER geeft t kennen, dat, als de raad meent, dat de verbetering van den Buitenweg moet worden ter hand genomen het 't best zal zijn dat Burgemeester en Wethou ders dan eens onderzoeken wat dit moet kos ten. Burgemeester en Wethouders hadden ge- dacht dat dit later kon volgen. De heer DIELEMAN kan niet met Burge meester en Wethouders accoord gaan, dat de Noord- en Nieuwstraat harder noodig zijn, en voorziet, dat als die thans gemaakt worden en er wordt geen verder besluit genomen, de Bui tenweg dan zal blijven liggen. De VOORZITTER ziet niet in, dat dit zou noodig zijn, want als er voor wordt geleend, is het toch gelijk in welk jaar het wordt uitge- Voerd. Hij wijst er voorts op, dat zooals uit het voorstel blijkt het werk aan de Nieuwstraat en Noordstraat verbonden is. De heer OGGEL: Omdat de keien uit de Nieuwstraat in de Noordstraat verwerkt worden. De heer t GILDE merkt op, dat het nu zoo ver is gekomen, dat Axel en voor wat de be- stratingen betreft netjes voor gaat staan. Heb ben Burgemeester en Wethouders nu ook al eens overwogen het indienen eener regeling voor het leiden van zwaar vervoer door be- paalde straten? De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders daarover wel al hebben gesproken, maar 'het nog niet tot een oplos- sing hebben kunnen brengen.. Misschien dat dit nu spoedig zal kunnen volgen. De heer OGGEL: Bij de besprekingen bleek dit een groot bezwaar te zijn in verband met de belemmering van het publiek verkeer. De VOORZITTER: Over die kwestie heerseht verschil van meening. De heer 't GILDE: Het zou toch voor den levensduur van verschillende straten in econo- misoh opzicht van veel beteekenis kunnen zijn De VOORZITTER: Indien de raad ons het ontwerpen eener regeling opdraagt, zullen we antwoord geven. De heer OGGEL wijst er op, dat indien men in de Nieuwstraat ook trottoirs zou maken ter breedte van 1,20 M., de straat te smal zou worden om elkaar daarin met wagens te passeeren, waarvan het gevolg zou geworden zijn dat men bepalen moest, dat die slechts van een zijde mocht worden bereden. Dat zon echter aanleiding geven tot moeilijkheden voor het verkeer, waarom beter geacht werd de straat niet te versmallen, doch smallere trot toirs te maken. Het valt toch niet tegen te spreken, dat het een bezwarende omstandig- heid is, dat de verbetering van straten aan leiding zou geven tot belemmeringen in het publiek verkeer. De heer J. DE FEIJTER verklaart, dat hij met zulke bepalingen niet zou kunnen instem- mer. en is van oordeel, dat het verkeer zoo mln mogelijk moet beiemmerd worden. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders, voor zoover dit het voor verbetering der bestrating en rioleering van de Nieuwstraat en Noordstraat betreft, wordt aangenomen met algemeene stemmen. 7. Commissie voor steunverleening aan werkloozen. De VOORZITTER herinnert, dat yldertijd is besloten tot het benoemen eener commissie voor steunverleening aan werkloozen, waarvan zouden deelmaken 4 werkgevers en 4 werk- nemers. Nu is gebleken, dat inmiddels een der benoemde leden-werknemers njet meer als werknemer moet beschouwd worden. Zij zou den nu gaarne van den raad vernemen, of dat lid naar zijn meening moet gehandhaafd blij ven. Zij stellen die vraag op grond van het destijds door den raad genomen, hiervoren aan- gehaald besluit. Bedioeide persoon is nog wel lid van de betrokken vereeniging, doch is geen werknemer meer. De heer't GILDE meent, dat dit niet behoort tot de competentie van den raad, en zou het oordeel daarover laten aan de betrokken orga- 111 ScltlG De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur gemeester en Wethouders geen bezwaar hebben tegen het handhaven van dien man, doch zij moeten rekening houden met het raadsbesluit. De heer BAERT meent, dat de categorie tot wie bedoelde afgevaardigde behoort in zijn plaats een ander zou kunnen aanwjjzen. De heer KRUIJSSE vraagt of hij door zijn organisatie wordt beschouwd als werknemer. De VOORZITTER deelt mede, dat zijn orga nisatie juist bericht heeft gezonden, dat hrj feitelijk niet meer als werknemer kan be schouwd worden, doch dat hij wel lid geble- ven is. De heer KRUIJSSE is van oordeel, dat Bur gemeester en Wethouders, als zij vasthouden aan de letter van het raadsbesluit, den man dan niet kunnen accepteeren en die organisatie kan verzocht worden een ander aan te wijzen. Indien deze daarmede niet accoord gaat, kan zij zich op den raad beroepen. De raadsleden kunnen er nu maar moeilijk over oordeelen, zij weten niet wie het is en hoe de omstandig- heden van den man zijn. De VOORZITTER acht dit nu juist gemak kelijk om een oordeel te geven, daar het alleen gaat over de feiten, doch niet over den persoon wien het betreft. De heer OGGEL: Ze hebben aan Burgemees ter en Wethouders geantwoord, dat hij geen werknemer meer is. De heer KRUIJSSE noemt het dan erg ge makkelijk. Als iemand als lid-werknemer is benoemd en hij behoort niet meer tot die cate gorie, kan men hem, als zoodanig niet hand- haven. De heer 't GILDE zou hem willen houden zoolang zijn organisatie hem vertrouwen schenkt. De heer KRUIJSSE: Maar als ze nu zelf zeggen, dat hij niet meer tot die categorie be hoort is het toch te gek om hem dan als zoo danig wel toe te laten? De VOORZITTER verklaart, dat Burgemees ter en Wethouders nu rekening kunnen houden met de opmerkingen, die naar aanleiding hun- ner vraag zijn gedaan. 8. Omvraag. De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter! Ofschoon het eigenlijk wel wat triestig wordt daar telkens en telkens over te moeten spreken, wou ik het nog eens hebben over de werkloosheid en de zorg voor de werkloozen in onze gemeente. Langzamerhand is het werk- loozenprobleem uitgedijd tot een chronisch ver- schijnsel, deels door snelle aanwas der bevol- king en anderdeels door verschillende maat- schappelijke wantoestanden, die ik hier liefst onbesproken laat. Hierdoor kunnen tenslotte, noch de gemeenten, noch het Rijk zich meer aan deze aangelegenheid onttrekken en is het vraagstuk der werkloozenbestrijding urgent en buitengewoon aetueel. Dank zij de actie van de moderne vakorganisatie hebben wij het in Axel zoover gekregen, dat een permanente commissie werkzaam is, die tot taak heeft het verleenen van steun in buitengewone gevallen vanwege de gemeente, zoodat Axel zoo op den keper beschouwd niet behoort tot de vele on- gunstige uitzonderingen van gemeenten, die als ze zijn aangesloten bij het Werkloosheids- besluit 1917 niets doen om in buitengewone gevallen te helpen. En al sta ik van meet af vrij sceptisch tegenover de werkwijze dezer commissie, toch dient erkend, dat niet elke klaoht van afgewezenen maar klaklkeloos voor gegrond kan worden verklaard. Ik ben wel degelijk overtuigd, dat voor misbruik moet worden gewaakt, al geloof ik ook, dat dit uit zonderingen zullen zijn. Wat echter in deze zaak het verdrietige is, nl. dat de Axelsche ar- beiders over het algemeen nog maar niet het besef hebben, dat er een weg is, waardoor het leed van de werloosheid kan worden verzacht en daaraan is te ontkomen. Dat is de weg van de „organisatie'' met een daaraan verbonden werkloozenkas. En nu treft het, dat de men schen toch niet afkeerig zijn van steun en zeer goed den weg naar de commissie weten en, wat het meeste treft, dat is het feit, dat van de 44 aanvragen om steun, er niet minder dan 36 zijn van orageorganiseerden. Dat is een zeer bedenkelijk en verontrustend verschijnsel, omdat daardoor een gevaar ontstaat, dat de prikkel om zich te organiseeren geheel en al verloren gaat en dat de menschen van de vak- bonden die week in week uit en jaar in jaar uit hunne contribute betalen en op deze ma nier offeren en wat het voornaamste is, de ge meente ontlasten, gaan zeggen in arren moede: „er wordt aan de niet oontribueerenden toch vanwege de gemeente gegeven, wij organi seeren ons dus niet En wanneer ik al een lans breek voor deze ongeorganiseerde arbeiders, dan is dat uit zuiver menschelijke overweging dat het ook menschen zijn en men ze niet naar het Burger- lijk Armbestuur kan verwyzen, wat in ieder geval voor een valide arbeider zeer vernede- rend is. Het gevaar bestaat nu, dat de van gemeentewege uitgetrokken post op de be- grooting van f 1000 zal zijn uitgeput voor een van de uitgetrokken georganiseerden zich op steun zal kunnen beroepen. Dez<? menschen zullen dan een treurige ervaring opdoen bij al hun ©pofferingsgezindheid en hun goeden wil om de gemeentekas te ontlasten. Zij zullen achter het net visschen, indien niet wordt in- gegrepen. Het is voor deze menschen dat ik aan Burgemeester en Wethouders wilde vra gen in de eerste plaats of zij in principe be reid zullen worden gevonden, om straks, wan neer dat bedrag op is en er nog nood is, op nieuw gelden te voteeren en in de tweede plaats of zij aan de commissie in opdracht wil len geven het ontwerpen van een bijzondere steunregeling voor de uitgetrokken ongeorga- niseerden. Op deze vragen had ik gaarne een gunstig antwoord. De VOORZITTER verklaart, dat het door Burgemeester en Wethouders zeer op prijs wordt gesteld, dat een deel der arbeiders zich heeft georganiseerd en door het betalen van contributie zich eeniger mate heeft verzekerd tegen de tijden van werkloosheid. En er wordt dan ook wel degelijk verschil gemaakt in de uitkeering aan georganiseerden en niet-geor- ganiseerden. De niet-georganiseerden ontvan gen als uitkeering 45 van het hier gelden de loon, terwijl de georganiseerden 60 krij gen. Het is zeker goed, dat de menschen zich organiseeren en zelf zorgen voor kwade dagen. Daarom krijgen zij die dit deden ook iets meer. En indien straks de tijd nadert, dat het be schikbaar gestelde crediet is verbruikt, dan gelooft spreker dat Burgemeester en Wethou ders wel vrijheid zullen vinden om bij den raad om een hooger bedrag aan te kloppen, om ook verder steun te verleenen, indien zulks in dit voorjaar nog noodig mocht blijken. De heer 't GILDE verklaart zich erg dank- baar over dit antwoord en vraagt of er dan ook nog iets wordt gedaan voor de uitgetrok- kenen De VOORZITTER merkt op, dat de georga niseerden die werkloos worden gedurende 6 weken uitkeering krijgen van hunne organisa tie, overeenkomstig het werkloozenreglement. Daarna komen ze in dezelfde conditie als de an deren, doch indien ze dan minder ontvangen dan ze anders van de organisatie krijgen, wordt dit verschil bijgepast. De heer 't GILDE zou gaarne zien, dat de georganiseerden ook werkelijk een voordeel van hun streven hebben. Hij gaat er overigens ook ten voile mede accoord, dat tegen misbruik wordt gewaakt. De VOORZITTER wijst er op, dat, zooals hij zooeven reeds zeide, de georganiseerden 60 van het dagloon krijgen, tegenover 45 aan de niet-georganiseerden. Het ligt in de bedoe- ling het volgend jaar dat verschil nog grooter te maken, nl. van 60 tot 35 Burgemees ter en Wethouders willen het sturen in de rich- ting, dat de menschen zich bij een werkloozen kas aansluiten. De heer 't GILDE acht dit een goed voor- nemen, dan ontlasten zij de gemeentekas. b. De heer 't GILDE wil het thans nog hebben over het niet goedkeuren van het raadsbesluit tot het aangaan eener geldleening voor uitbrengen van het gasnet naar de bui- tenbuurten. Hij moet in verband met hetgeen hij daaromtrent heeft gahoord en gezien wei tot de overtuiging komen, dat daar iets bij- zonders achter zit. Van de zijde der P. Z. E, M. wordt nl. onder de buitenbewoners een sterke actie gevoerd voor aansluiting bij het electrisch licht. Dit alles versterkt bij spreker den indruk, dat het er om te doen is de P. Z. E. M. in de gelegenheid te stellen het gemeen- tebestuur van Axel voor te zijn en dat dit niet langer mag wachten. Hij begrijpt niet, da: Burgemeester en Wethouders dit niet inzien. Van de zijde der P. Z. E. M. wordt er hard ge- werkt om de buitenbuurten aangesloten te krij gen en deze buitenom de gemeente te voorzien. Het is hier zoo gelegen: wie het eerst komt, het eerst maalt De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders over deze zaak in correspondence zijn met Gedeputeerde Staten. Hij gelooft, dat het 't beste is in deze niet te veel te zeggen. In de eerstvolgende raadszit- ting, die niet lang op zich zal laten wachten, zal omtrent een en ander wel iets meer kun nen worden meegedeeld. Het is juist, dat de P. Z. E. M. bezig is, te trachten zelf aansluitingen te krijgen, buiten om de gemeente, doch het is de vraag of Bur gemeester en Wethouders dat zullen toelaten. Want indien de vraag of de gemeente zelf stroom mag opwekken, bevestigend zou wor den beantwoord, zou men voor het geval ko men te staan, dat een deel der gemeente reeds door een ander van stroom werd voorzien. De heer OGGEL wijst er op, dat de heer 't Gilde nu zoo spreekt, maar destijds toch be- pleitte om de woningen aan de Axelsche vlakte ten spoedigste te helpen met een garantie van f 150 opdat deze bij Sluiskil zouden kunnen aansluiten. De heer 't GILDE noemt dat een verschil, omdat die buurt van uit Axel toch nimmer economisch zou te bedienen zijn. Maar hij wil in deze wijzen op het getreuzel dat»thans tot uiting komt. In November werd besloten tot het aangaan der leening van 70.000 gulden. Er waren verschillende reden, om met de voorbe- reiding van het werk voort te gaan, maar nu zijn we nog even ver. De menschen maken in verband met dat getreuzel den raad in het algemeen, maar bijzonder Burgemeester en Wethouders harde verwijten. De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit laatste dan in alien gevalle ten onrechte ge schiedt. Er is van deze zijde den noodigen spoed betracht. Terstond na het nemen van het besluit op 17 November is dit ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten ingezonden. Deze hebben daarop reeds bij schrijven van 27 No vember, verzonden 1 December 1.1. te kennen gegeven, dat het hun bevreemdt, dat een raadsbesluit als het toegezondene ter goedkeu ring werd aangeboden, zonder dat daarbij eenige omsohrijving wordt gegeven van de werken die voor het te leenen kapitaal van 70.000 zullen worden uitgevoerd. De kennisneming hiervan is toch voor alles noodig, willen zij aan het besluit onze goed keuring verleenen. Maar vooral bevreemdt hen het gemis van nadere toelichting dezer aangelegenheid, om dat toch hierbij noodwendig de vraag moet rij- zen of het, in verband met de voorgenomen electrificatie der gemeente, wel gewenscht kan zijn om thans aan het gasbedrijf nog eene uit breiding te geven als in het raadsbesluit be- doeld. Zij verzoeken daarom ons alsnog omtrent de uit te voeren werken en de mogelijke renta- biliteit daarvan zoo duidelijk mogelijk in te lichten. In verband hiermede hunne beslissing om trent het raadsbesluit verdagende wenschen zij thans reeds er op te wijzen, dat een ter mijn van 40 jaren met 4 jaren uitstel (waarom eerst in 1930 de eerste aflossing?) hen voor de aflossing van deze leening te lang voorkomt, omdat in den regel gasleidingen en installaties daarvoor binnen zoo'n tijdvak vemieuwing be hoeven. Door Burgemeester en Wethouders is hierop met een zeer uitvoerigen brief geantwoord en daarin de verschillende motieven naar voren gebracht, waarom het h.i. voor de gemeente van belang is, dat de uitbreiding van het gas- net tot stand komt. Burgemeester en Wethouders hebben zich in deze niets te verwijten en hebben het stand punt ingenomen, dat ingevolge het raadsbesluit het belang der gemeente vorderde. Het woord is nu aan Gedeputeerde Staten. Spreker heeft over deze zaak ook nog een onderhoud gehad met den Commissaris der Koningin. Later is er een brief gekomen van Gedeputeerde Staten waarin het gemeentebe- stuur op aanstaanden Donderdag wordt uitge- noodigd tot het houden eener conferentie met Gedeputeerde Staten. Het was daarom aan spreker zeer aangenaam, dat de heer 't' Gilde door het stellen zijner vraag, de gelegenheid heeft geschonken om in het openbaar mede deeling te kunnen doen van den stand van za- ken. En wat nu verder het publiek omtrent de houding van Burgemeester en Wethouders zegt, laat hij voor ieders rekening. De heer OGGEL zet nog uiteen, dat het waarlijk niet aan Burgemeester en Wethou ders ligt, dat met deze zaak getreuzeld is, doch wel aan den raad zelf, die telkens en tel kens nieuwe besluiten nam of aan Burgemees ter en Wethouders nieuwe opdrachten gaf, die weer tijd, voor studie en voorbereiding vor- derden, en waardoor ook moeilijkheden worden geschapen. Men moet niet vergeten, dat bii het laatstgenomen besluit ook weer werd op- gedragen de mogelijkheid te onderzoeken om zelf electrische stroom op te wekken. Als nu zoo'n opdracht wordt gegeven, kunnen Bur gemeester en Wethouders toch maar niet met een oplossing op andere wijze voortgaan, alsof er geen opdracht verstrekt is? De beantwoor- ding daarvan kost toch ook weer tijd? Er wordt hier ten onrechte een verwijt gemaakt aan Burgemeester en Wethouders.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 7