kcopen. Ze hebben daarna hier en daar uitge-
zien en er is naar beste weten gehamdeld.
De heer KOSTER deelt mede dat door hem
versdhillende pogingen zijn aangewendom in
de gemeente een paard te kcopen. Alle hout is
echter geen timmerhout. Hij is met een com-
missionair een halven dag rond geweest en
toen zijn hem in de gemeente 7 paard en aange-
weaen Van 2 paarden waren de eigenaars met
bereid te verkoopen en bij de overige werden
aulke hooge prijzen gevraagd, dat die met
evenredig waren aan de kwaliteit der paarden.
Hw is daarop nog eens uitgegaan en heeft toen
3 pa&rcten gezien. Het eeriste was ggii ilink,
best paard, maar kwaad en dus niet voor den
dienst bij de gemeente geschikt; het tweede
paard had een gebrek en het derde is het
paard dat aangekocht is en waarin hij naar zijn
beste weten iets goeds meent te hebben ge-
voniden.
Burgemeester en Wethouders vonden voor
aankoop het best geschikt een leege merne of
een ruinpaard van 3 tot 6 jaar oud en die
staan naar het schijnt in deze gemeente met.
©e heer VAN DE CASTEEL beweert, dat er
goede paarden van 4 tot 6 jaar in de gemeente
staan, er staan er zelfs 2 in de buurt van den
heer Koster, n.l. bij Suij en IJsebaert, ook bij
S. van Hoeve.
De beer KOSTER verklaart bij Suij geweest
te zijn en die wilde niet verkoopen, evenmm
ais S. van Hoeve. Spreker zou ecbter /Kina
gaan zeggen, dat hij in de plaats van te infor-
meeren bij de commissionaire dit bij den heer
Van de Casteel had moeten doen, want die
schiint er meer van te weten dan zy;
Be heer VAN DE CASTEEL: Ja, misschien
was het wel goed geweest, als de geheele raad
er iets van geweten had.
De mededeeling wordt voor kenmsgevmg
aangenomen.
De heer 't GILDE vraagt, of er nog geen
beslissing is gekomen van Gedeputeerde Sta
ten omtrent het raadsbesluit tot het aangaan
eener geldleenimg ad f 70.000 voor uitbreiding
•der gasfabriek. Hij vindt dat dit lang duurt.
Be VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur-
geaneester en Wethouders de stukken terstond
hellben ingezonden, doch dat er later een ver
zoek om nadere inliehtingen is gekomen, die
ook door Burgemeester en Wethouders gege
ven zijn. Dat is toch de vorige vergadering
meegedeeld?
©e heer 't GILDE weet daar mets van. Hij
wij'St er op, dat Gedeputeerde Staten aan den
raad bericht van verdaging hadden moeten
■ioen toekomen, want als zij dit niet doen en er
is binnen een termijn van 30 dagen geen be
slissing gevolgd, dan wordt volgens art. 197
der Gemeentewet het besluit als goedgekeurd
beschouwd. Aangezien er meer dan 30 dagen
verfoopen zijn en geen gemotiveerde kennisge
ving van .verdaging is ingekomen, stelt spre
ker zioh op het standpunt, dat het besluit goed-
atekeurd is.
De VOORZITTER deelt mede, dat een be
richt van verdaging van de beslissing van Ge
deputeerde Staten ingekomen is.
Be heer 't GILDE: Met redenen omkleed?
®e VOORZITTER: Dat spreekt van zelf.
Be heer 't GILDE zou hierover gaarne in
het openbaar sprelcen, doch vraagt of de voor-
aitter liever heeft, dat hij dit bij de rondvraag
doei
De VOORZITTER zou dan liever eerst de
agenda afwerken.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Een schrijven van mevrouw de weduwe
P. de Putter, waarin deze mededeeling doet van
het overlijden van haren echtgenoot, gemeente-
ontvanger, op 31 December 1925. Zij betuigt
hartelijk dank voor de welwillendheid tijdens
zijn laatste ziekte en ook daarvoor van het
gemeentebestuur ondervonden.
De VOORZITTER deelt mede dat dit schrij
ven bereids met een brief van rouwbeklag is
beantwoord.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Een adres van J. J. Ortelee, M. Maas, G.
Mieras, W. Mieras, en A. Lenos, inwoners-
markukramers te Axel, dat zij de ervaring heb
ben opgedaan, sinds hun een plaats op het ge-
meentelijk marktplein is aangewezen, om hun-
ne waren aan den man te brengen, dat deze
plaats onvoldoende levensvatbaarheid bezit en
in dezen maar al te zeer bewaarheid wordt:
„waar het volk is, is de nering" en zoowel de
bewoners van de omliggende plaatsen als de
inwoners van Axel zelf, die de markt bezoeken,
van oudsher gehecht zijn aan de plaats waar de
wekelijksche graanmarkt gehouden wordt;
dat zij als inwoners (belastingbetalers)
slechts met een bescheiden aantal zijn, die voor
een niet onbelangrijk deel door de marktkra-
merij in hunne behoeften moeten voorzien, en
zij daardoor maar een bescheiden plaatsje
noodig hebben, ja, dat zij nog bescheidener
willen uitstallen dan op hunne tegenwoordige
standplaats, teneinde zoo weinig mogelijk de
pasage te hinderen
redenen waarom zij den raad eerbiedig ver
zoeken hen weder toe te laten op de eigenlijke
graanmarkt, waar toch aan niet-gemeentena-
ren nog altijd een plaats verleend wordt om
eveneens koopwaar aan te bieden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor dit
verzoek te stellen in hunne handen am bericht
en raad.
De heer VAN DE CASTEEL zou het maar
liever terstond afhandelen.
De VOORZITTER raadt aan verzending naar
Burgemeester en Wethouders.
De heer 't GILDE vraagt of het dan zoo'r.
bezwaar is, om dat terstond te behandelen.
De VOORZITTER stelt er prijs op, den ge-
wonen weg te volgen, en Burgemeester en
Wethouders in staat te stellen advies uit te
brengen. Groot bezwaar kan dit niet zijn, aan
gezien er spoedig weer vergadering zal worden
gehouden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met algemeene stem-
men.
3. Wijziging verordening openstelling se-
cretarie.
Burgemeester en Wethouders stellen voor te
wijzigen:
a. de verordening, regelende de uren, waar-
op de secretarie in de gemeente Axel geopend,
en voor het publiek toegankelijk zal zijn.
1 verordening, bepalende de uren, waar
op het bureau van den burgerlijken stand, in
deze gemeente, dagelijks voor het publiek ge
opend zal zijn.
Teneinde in de middaguren op de secretarie
rustiger te kunnen doorwerken, wordt door hen
voorgesteld, de uren, waarop deze voor het pu
bliek geopend is, te beperken (doch deze niet
geheel, zooals op vele andere gemeenten tot de
morgenuren te bepalen), weshalve zij voorstel-
len de uren voor het publiek thans te stellen
op dagelijks van 9—12 en van 1—2 uur; des
Zaterdags van 91 uur.
Voor het bureau van den burgerlijken stand
is het gewenscht, dat een zelfde regeling wordt
getroffen.
Zij bieden hiervoor de ontworpen verorde-
mngen ter vaststelling aan.
heer 't GILDE kan zich met dit voorstel
met al te best vereenigen. Indien het perso-
neel ter secretarie werkelijk zoo overbelast was,
zou het iets anders zjjn, maar dit kan hij niet
inzien. De verschillende werkkrachten zijn
geroutineerde menschen, zodat hij meent, dat
het volgens de thans bestaande regeling wel
kan blijven. De ambtenaren zijn er toch voor
het publiek en niet omgekeerd. Bij de voorge-
stelde regeling zullen de buitenbewoners ge-
dupeerd worden, daar die dan perse in de mor
genuren zullen moeten komen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bij
dit voorstel volstrekt niet voorzit een streven
om het pu'bliek daarvan de dupe te doen wor
den, doch het belang van het werk der ambte
naren. Er zijn werkzaamheden b.v. collationee-
ren van brieven en stukken die men alleen
goed kan uitvoeren in dien men daaraan onge-
stoord en rustig kan voortwerken en dat gaat
niet indien er gestadig publiek komt. Er zijn
ter secretarie niet te veel ambtenaren en deze
moeten in de gelegenheid worden gesteld bet
werk op tijd en naar behooren klaar te maken.
In andere gemeenten b.v. Ter Neuzen, Vlissin-
gen en Middelburg, bestaan ook dergelijke
regelingen.
De heer DIELEMAN vraagt. of bij mvoermg
van dezen maatregel het publiek in de morgen
uren niet te veel opgehoopt zal worden. Hij
meent, dat men Axel niet met Vlissingen en
Middelburg kan vergelijken.
De VOORZITTER meent, dat het geen be
zwaar kan opleveren; hij acht het noodig, dat
de ambtenaren een paar uren rustig kunnen
werken. Bovendien, als mocht blijken, dat de
regeling werkelijk aanleiding geeft tot moei-
lijkheden, kan deze altijd weer gewijzigd
worden.
Het voorstel wordt aangenomen met 9 stem-
men tegen 1.
Voor stemmen de heeren Oggel, Koster, J. de
Feijter, Kruijsse, Baert, Weijns, Dieleman, P.
de Feijter en Van de Casteel; tegen stemt de
heer 't Gilde.
4. Verzoek om gebruik te mogen maken
van een lokaal der openbare school.
Naar aanleiding van een verzoek van P. P.
C. van Rijen, le luitenant, leider der militaire
vooroefeningen, om tot het geven van militair
onderricht gebruik te mogen maken van het
verwarmd en verlicht gymnastieklokaal der
openbare lagere school, en van het schietter-
rein, stellen Burgemeester en Wethouders
voor het gevraagde lokaal beschikbaar te stel
len, onder de vroeger daarvoor geldende voor-
waarden, waarbij o.m. wordt bepaald, dat eene
vergoeding zal worden betaald van f 50 per
jaar.
De VOORZITTER voegt hier nog aan toe,
dat het lokaal vroeger voor het gevraagde
doel beschikbaar is gesteld, doch dat die oefe-
ningen eenigen tijd niet gehouden zijn.
De heer 't GILDE vraagt, of die oefeningen
plaats hebben tijdens de schooluren.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend,
die worden gehouden in de avonduren. De re
geling daarvan geschiedt in overleg met het
hoofd der school.
Het voorstel wordt aangenomen met 9 stem-
men tegen 1.
Voor stemmen de heeren Oggel, Koster, J. de
Feijter, Kruijsse, Baert, Weijns, Dieleman, P.
de Feijter en Van de Casteel; tegen stemt de
heer 't Gilde.
5. Verzoek om aankoop van grond.
Naar aanleiding van een verzoek van J. C.
Hamelink, om aan hem te verkoopen een per-
ceel grond, gelegen in het verlengde van de
Wilihelminastraaat, stellen Burgemeester en
Wethouders voor aan adressant te verkoopen
perceel 72 van het bouwplan, ter grootte van
207 M2., tegen den prijs van f 3 per M2.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
6. Aanvraag crediet voor bestraiing en
rioleering.
Ingekomen is:
a. Een adres van J. A. Dregmans, en 42 an-
deren, alien bewoners van de Lange Noord-
straat, die daarin te kennen geven, dat zij met
voldoening hebben gezien, dat verscheidene
strateniii de gemeente door een grondige
verbetering zieh thans aan de eisehen van het
zich steeds uitbreidende verkeer aanpassen;
dat nu evenwel de Lange Noordstraat, die
de hoofdstraat van Axel is, door hare ongelijke
stoepen en andere beletselen een poover figuur
slaat, wat niet in het belang der neringdoen-
den kan worden geacht;
dat het wel voorkomt dat breed met stroo of
vlas beladen wagens thans elkaar haast niet
kunnen passeeren;
reden waarom adressanten den raad verzoe-
ken de Lange Noordstraat ook zoodanig te
willen verbeteren dat zij aan de eiscben van
het' moderne verkeer beantwoordt.
b. Een adres van W. A. den Boggende en
33 anderen, alien bewoners van de Nieuw-
straat, die daarin te kennen geven, dat de door
hen bewoonde straat, wat de aanleg betreft,
een der mooiste straten is der gemeente;
dat dit echter ten aanzien van de ligging der
straatsteenen niet kan worden gezegd, daar in-
tegendeel de bestrating buitengewoon slecht is;
dat ook de rioleering dringend verbetering
behoeft, aangezien die bij sommige bewoners
onder de huizen doorloopt en deze hiervan
overlast ondervinden, zoodat reeds een gedeelte
opnieuw gerioleerd moest worden, terwijl na
dien tijd in het oude gedeelte ook verstopping
plaats had, hetgeen op een onvoldoende func-
tioneering van het riool w(jst;
dat zij, ingeval tot nieuwe bestrating mocht
worden overgegaan, gaarne bereid zijn"voor
zoover eigenaar van de door hen bewoonde
pan den afstand te doen van het eigendoms-
recht op de strook grond, gelegen voor hun wo-
ningen, zulks ten behoeve van de gemeente;
dat het ook gewenscht is, dat voor de op deze
strook grond gelegen stoepen een zekere uni-
formiteit betracht wordt, hetgeen men bereikt,
wanneer deze straat dezelfde soort stoepen
krijgt als die der andere vernieuwde straten;
reden waarom adressanten den raad verzoe-
ken de Nieuwstraat opnieuw te bestraten en te
rioleeren.
Blijkens het rapport van den gemeente-
opzichter eischt de rioleering van de Nieuw
straat inderdaad vemieuwing.
Voor het vernieuwen der bestrating met
klinkers en het aanleggen van trottoirs van
oasaltinetegels, benevens het verbeteren der
rioleering worden de kosten geraamd op f 6704.
Aangezien de keien die thans in de Nieuw
straat leggen overeenkomen met die van de
Noordstraat zouden de daar uit komende keien
voor verbetering van de Noordstraat kunnen
worden aangewend, hetgeen op dat werk een
besparing geeft van ongeveer f 7000, op de op
f 10.770 geraamde kosten.
Voor het verbeteren dier straten en riolee
ring vragen Burgemeester en Wethouders
daarom een crediet aan van pi. m. f 12.000.
Deze kosten kunnen grootendeels bestreden
worden uit het batig slot van 1924, de gewone
inkomsten van 1926 en het restant door't aan
gaan van eene geldleening.
De VOORZITTER geeft naar aanleiding van
de twee verzoeken te kennen, dat Burgemeester
en Wethouders_ van meening zijn, dat het aan-
beveling verdient ook deze twee straten in
overeenstemming te brengen met de andere
straten in de gemeente, die in 1925 in orde ge-
bracht zijn. De rioleering in de Nieuwstraat
eisch voorziening en meet worden opgegraven
en ook in de Noordstraat is de afwatering niet
goed.
De heer WEIJNS vraag-t of, Burgemeester
en Wethouders overtuigd zijn, dat uitvoering
van dit werk hard noodig is en of er soms ook
nog andere straten liggen die verandering
zouden behoeven.
De VOORZITTER merkt op, dat een groot
deel der straten thans in orde is gebracht en
deze nu het eerst aan de beurt behooren te
komen. Vemieuwing van de rioleering in de
Nieuwstraat is perse noodig. Ook de Noord
straat behoeft verbetering. Vooral aan het
postkantoor is die niet in orde en er is ook
geen rioleering, zoodat het hemelwater van die
straat naar een punt moet afvloeien.
De heer WEIJNS bemerkt, dat Burgemees
ter en Wethouders dus ook in de Noordstraat
rioleering noodig achten. Hij kan zich daar-
mede wel vereenigen, maar heeft bezwaar
tegen de manier, waarop Burgemeester en
Wethouders de kosten willen dekken, n.l. door
te beschikken over het goed slot der rekening
over 1924. In plaats van dit direct te betalen
zou hij de kosten willen dekken door een lee-
ning, af te lossen in 20 jaren. Hij wil niet be-
weren, dat het thans te bezwarend zou zijn
om dat bedrag terstond te betalen, doch het
gaat meer om het beginsel en hij is van oor-
deel, dat het nageslacht, dat van deze werken
zal profiteeren er ook wel wat aan betalen mag.
De VOORZITTER wijst er op, dat de kosten
slechts gedeeltelijk door het saldo van 1924
zouden worden gedekt doch voegt er aan toe,
dat men het dekken der ko=ten ook gevoeglijk
tot later kan laten rusten, om daarover later
definitief te besliissen.
De heer OGGEL meent, dat de heer Weijns
liever het geheele bedrag door een leening zou
dekken en hij het te drukkend acht, dit te beta
len uit de gewone inkomsten.
De VOORZITTER acht het anders aanbeve-
lenswaard, de gemeente zoo min mogelijk in
de schuld te stoppen. Indien het geld er is,
moet men dit, naar zijn meening ook gebrui-
ken. Men weet niet, welke tijden men na dezen
nog krijgt en dat men wel eens spijt zou kun
nen krijgen het geld, toen het er was, niet te
hebben benut. Hij heeft geen bezwaar, een
deel van het geld, n.l. een bedrag van f 6000
er voor te leenen. Hij zou dit echter nog eens
willen afzien.
De heer WEIJNS voert hiertegen aan, dat,
als er geld in kas is, dat gemakkelijk gebruikt
wordt en dat er zoo'n overschot was, komt toch
omdat er teveel belasting is betaald.
De VOORZITTER is van gevoelen, dat dit
niet juist is uitgedrukt; het vermenigvuldi-
gingscijfer werd in verband met bekende ge-
gevens vastgesteld en nu is er meer ontvangen
omdat het inkomen der ingezetenen is meege-
vallen.
De heer WEIJNS wijst er op, dat het een
werk is, dat voor jaren goed is en dat er daar
om niets tegen is, dat het nageslacht er ook
wat aan betaalt.
De heer 't GILDE wil dat denkbeeld gaarne
steunen en vraagt, of Burgemeester en Wet
houders bezwaar hebben dat over te nemen.
De heer DIELEMAN is ook wel van meening
dat het voorgestelde werk zeer nuttig is, maar
acht het toch niet zoo direct noodig. Hij vraagt,
of verbetering van den Buitenweg niet meer
noodig is, en of eventueel de verbetering daar
van ook nog niet tegelijk met deze straten kan
geschieden. Dat Buitenwegje is het ellendigste
straatje in de gemeente, de Noord- en Nieuw
straat liggen nog veel beter en inciien het op
een kiezen aankomt zou spreker de voorkeur
geven aan de verbetering van het Buitenwegje.
De VOORZITTER geeft t kennen, dat, als
de raad meent, dat de verbetering van den
Buitenweg moet worden ter hand genomen het
't best zal zijn dat Burgemeester en Wethou
ders dan eens onderzoeken wat dit moet kos
ten. Burgemeester en Wethouders hadden ge-
dacht dat dit later kon volgen.
De heer DIELEMAN kan niet met Burge
meester en Wethouders accoord gaan, dat de
Noord- en Nieuwstraat harder noodig zijn, en
voorziet, dat als die thans gemaakt worden en
er wordt geen verder besluit genomen, de Bui
tenweg dan zal blijven liggen.
De VOORZITTER ziet niet in, dat dit zou
noodig zijn, want als er voor wordt geleend, is
het toch gelijk in welk jaar het wordt uitge-
Voerd. Hij wijst er voorts op, dat zooals uit het
voorstel blijkt het werk aan de Nieuwstraat
en Noordstraat verbonden is.
De heer OGGEL: Omdat de keien uit de
Nieuwstraat in de Noordstraat verwerkt
worden.
De heer t GILDE merkt op, dat het nu zoo
ver is gekomen, dat Axel en voor wat de be-
stratingen betreft netjes voor gaat staan. Heb
ben Burgemeester en Wethouders nu ook al
eens overwogen het indienen eener regeling
voor het leiden van zwaar vervoer door be-
paalde straten?
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders daarover wel al hebben
gesproken, maar 'het nog niet tot een oplos-
sing hebben kunnen brengen.. Misschien dat
dit nu spoedig zal kunnen volgen.
De heer OGGEL: Bij de besprekingen bleek
dit een groot bezwaar te zijn in verband met
de belemmering van het publiek verkeer.
De VOORZITTER: Over die kwestie
heerseht verschil van meening.
De heer 't GILDE: Het zou toch voor den
levensduur van verschillende straten in econo-
misoh opzicht van veel beteekenis kunnen zijn
De VOORZITTER: Indien de raad ons het
ontwerpen eener regeling opdraagt, zullen we
antwoord geven.
De heer OGGEL wijst er op, dat indien men
in de Nieuwstraat ook trottoirs zou maken ter
breedte van 1,20 M., de straat te smal
zou worden om elkaar daarin met wagens te
passeeren, waarvan het gevolg zou geworden
zijn dat men bepalen moest, dat die slechts
van een zijde mocht worden bereden. Dat zon
echter aanleiding geven tot moeilijkheden voor
het verkeer, waarom beter geacht werd de
straat niet te versmallen, doch smallere trot
toirs te maken. Het valt toch niet tegen te
spreken, dat het een bezwarende omstandig-
heid is, dat de verbetering van straten aan
leiding zou geven tot belemmeringen in het
publiek verkeer.
De heer J. DE FEIJTER verklaart, dat hij
met zulke bepalingen niet zou kunnen instem-
mer. en is van oordeel, dat het verkeer zoo mln
mogelijk moet beiemmerd worden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, voor zoover dit het voor verbetering der
bestrating en rioleering van de Nieuwstraat
en Noordstraat betreft, wordt aangenomen
met algemeene stemmen.
7. Commissie voor steunverleening aan
werkloozen.
De VOORZITTER herinnert, dat yldertijd is
besloten tot het benoemen eener commissie
voor steunverleening aan werkloozen, waarvan
zouden deelmaken 4 werkgevers en 4 werk-
nemers. Nu is gebleken, dat inmiddels een der
benoemde leden-werknemers njet meer als
werknemer moet beschouwd worden. Zij zou
den nu gaarne van den raad vernemen, of dat
lid naar zijn meening moet gehandhaafd blij
ven. Zij stellen die vraag op grond van het
destijds door den raad genomen, hiervoren aan-
gehaald besluit. Bedioeide persoon is nog wel
lid van de betrokken vereeniging, doch is geen
werknemer meer.
De heer't GILDE meent, dat dit niet behoort
tot de competentie van den raad, en zou het
oordeel daarover laten aan de betrokken orga-
111 ScltlG
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur
gemeester en Wethouders geen bezwaar hebben
tegen het handhaven van dien man, doch zij
moeten rekening houden met het raadsbesluit.
De heer BAERT meent, dat de categorie tot
wie bedoelde afgevaardigde behoort in zijn
plaats een ander zou kunnen aanwjjzen.
De heer KRUIJSSE vraagt of hij door zijn
organisatie wordt beschouwd als werknemer.
De VOORZITTER deelt mede, dat zijn orga
nisatie juist bericht heeft gezonden, dat hrj
feitelijk niet meer als werknemer kan be
schouwd worden, doch dat hij wel lid geble-
ven is.
De heer KRUIJSSE is van oordeel, dat Bur
gemeester en Wethouders, als zij vasthouden
aan de letter van het raadsbesluit, den man
dan niet kunnen accepteeren en die organisatie
kan verzocht worden een ander aan te wijzen.
Indien deze daarmede niet accoord gaat, kan
zij zich op den raad beroepen. De raadsleden
kunnen er nu maar moeilijk over oordeelen, zij
weten niet wie het is en hoe de omstandig-
heden van den man zijn.
De VOORZITTER acht dit nu juist gemak
kelijk om een oordeel te geven, daar het alleen
gaat over de feiten, doch niet over den persoon
wien het betreft.
De heer OGGEL: Ze hebben aan Burgemees
ter en Wethouders geantwoord, dat hij geen
werknemer meer is.
De heer KRUIJSSE noemt het dan erg ge
makkelijk. Als iemand als lid-werknemer is
benoemd en hij behoort niet meer tot die cate
gorie, kan men hem, als zoodanig niet hand-
haven.
De heer 't GILDE zou hem willen houden
zoolang zijn organisatie hem vertrouwen
schenkt.
De heer KRUIJSSE: Maar als ze nu zelf
zeggen, dat hij niet meer tot die categorie be
hoort is het toch te gek om hem dan als zoo
danig wel toe te laten?
De VOORZITTER verklaart, dat Burgemees
ter en Wethouders nu rekening kunnen houden
met de opmerkingen, die naar aanleiding hun-
ner vraag zijn gedaan.
8. Omvraag.
De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter!
Ofschoon het eigenlijk wel wat triestig
wordt daar telkens en telkens over te moeten
spreken, wou ik het nog eens hebben over de
werkloosheid en de zorg voor de werkloozen in
onze gemeente. Langzamerhand is het werk-
loozenprobleem uitgedijd tot een chronisch ver-
schijnsel, deels door snelle aanwas der bevol-
king en anderdeels door verschillende maat-
schappelijke wantoestanden, die ik hier liefst
onbesproken laat. Hierdoor kunnen tenslotte,
noch de gemeenten, noch het Rijk zich meer
aan deze aangelegenheid onttrekken en is het
vraagstuk der werkloozenbestrijding urgent en
buitengewoon aetueel. Dank zij de actie van
de moderne vakorganisatie hebben wij het in
Axel zoover gekregen, dat een permanente
commissie werkzaam is, die tot taak heeft het
verleenen van steun in buitengewone gevallen
vanwege de gemeente, zoodat Axel zoo op den
keper beschouwd niet behoort tot de vele on-
gunstige uitzonderingen van gemeenten, die
als ze zijn aangesloten bij het Werkloosheids-
besluit 1917 niets doen om in buitengewone
gevallen te helpen. En al sta ik van meet af
vrij sceptisch tegenover de werkwijze dezer
commissie, toch dient erkend, dat niet elke
klaoht van afgewezenen maar klaklkeloos voor
gegrond kan worden verklaard. Ik ben wel
degelijk overtuigd, dat voor misbruik moet
worden gewaakt, al geloof ik ook, dat dit uit
zonderingen zullen zijn. Wat echter in deze
zaak het verdrietige is, nl. dat de Axelsche ar-
beiders over het algemeen nog maar niet het
besef hebben, dat er een weg is, waardoor het
leed van de werloosheid kan worden verzacht
en daaraan is te ontkomen. Dat is de weg van
de „organisatie'' met een daaraan verbonden
werkloozenkas. En nu treft het, dat de men
schen toch niet afkeerig zijn van steun en
zeer goed den weg naar de commissie weten
en, wat het meeste treft, dat is het feit, dat
van de 44 aanvragen om steun, er niet minder
dan 36 zijn van orageorganiseerden. Dat is een
zeer bedenkelijk en verontrustend verschijnsel,
omdat daardoor een gevaar ontstaat, dat de
prikkel om zich te organiseeren geheel en al
verloren gaat en dat de menschen van de vak-
bonden die week in week uit en jaar in jaar
uit hunne contribute betalen en op deze ma
nier offeren en wat het voornaamste is, de ge
meente ontlasten, gaan zeggen in arren moede:
„er wordt aan de niet oontribueerenden toch
vanwege de gemeente gegeven, wij organi
seeren ons dus niet
En wanneer ik al een lans breek voor deze
ongeorganiseerde arbeiders, dan is dat uit
zuiver menschelijke overweging dat het ook
menschen zijn en men ze niet naar het Burger-
lijk Armbestuur kan verwyzen, wat in ieder
geval voor een valide arbeider zeer vernede-
rend is. Het gevaar bestaat nu, dat de van
gemeentewege uitgetrokken post op de be-
grooting van f 1000 zal zijn uitgeput voor een
van de uitgetrokken georganiseerden zich op
steun zal kunnen beroepen. Dez<? menschen
zullen dan een treurige ervaring opdoen bij
al hun ©pofferingsgezindheid en hun goeden
wil om de gemeentekas te ontlasten. Zij zullen
achter het net visschen, indien niet wordt in-
gegrepen. Het is voor deze menschen dat ik
aan Burgemeester en Wethouders wilde vra
gen in de eerste plaats of zij in principe be
reid zullen worden gevonden, om straks, wan
neer dat bedrag op is en er nog nood is, op
nieuw gelden te voteeren en in de tweede
plaats of zij aan de commissie in opdracht wil
len geven het ontwerpen van een bijzondere
steunregeling voor de uitgetrokken ongeorga-
niseerden.
Op deze vragen had ik gaarne een gunstig
antwoord.
De VOORZITTER verklaart, dat het door
Burgemeester en Wethouders zeer op prijs
wordt gesteld, dat een deel der arbeiders zich
heeft georganiseerd en door het betalen van
contributie zich eeniger mate heeft verzekerd
tegen de tijden van werkloosheid. En er wordt
dan ook wel degelijk verschil gemaakt in de
uitkeering aan georganiseerden en niet-geor-
ganiseerden. De niet-georganiseerden ontvan
gen als uitkeering 45 van het hier gelden
de loon, terwijl de georganiseerden 60 krij
gen. Het is zeker goed, dat de menschen zich
organiseeren en zelf zorgen voor kwade dagen.
Daarom krijgen zij die dit deden ook iets meer.
En indien straks de tijd nadert, dat het be
schikbaar gestelde crediet is verbruikt, dan
gelooft spreker dat Burgemeester en Wethou
ders wel vrijheid zullen vinden om bij den raad
om een hooger bedrag aan te kloppen, om ook
verder steun te verleenen, indien zulks in dit
voorjaar nog noodig mocht blijken.
De heer 't GILDE verklaart zich erg dank-
baar over dit antwoord en vraagt of er dan
ook nog iets wordt gedaan voor de uitgetrok-
kenen
De VOORZITTER merkt op, dat de georga
niseerden die werkloos worden gedurende 6
weken uitkeering krijgen van hunne organisa
tie, overeenkomstig het werkloozenreglement.
Daarna komen ze in dezelfde conditie als de an
deren, doch indien ze dan minder ontvangen
dan ze anders van de organisatie krijgen,
wordt dit verschil bijgepast.
De heer 't GILDE zou gaarne zien, dat de
georganiseerden ook werkelijk een voordeel
van hun streven hebben. Hij gaat er overigens
ook ten voile mede accoord, dat tegen misbruik
wordt gewaakt.
De VOORZITTER wijst er op, dat, zooals hij
zooeven reeds zeide, de georganiseerden 60
van het dagloon krijgen, tegenover 45 aan
de niet-georganiseerden. Het ligt in de bedoe-
ling het volgend jaar dat verschil nog grooter
te maken, nl. van 60 tot 35 Burgemees
ter en Wethouders willen het sturen in de rich-
ting, dat de menschen zich bij een werkloozen
kas aansluiten.
De heer 't GILDE acht dit een goed voor-
nemen, dan ontlasten zij de gemeentekas.
b. De heer 't GILDE wil het thans nog
hebben over het niet goedkeuren van het
raadsbesluit tot het aangaan eener geldleening
voor uitbrengen van het gasnet naar de bui-
tenbuurten. Hij moet in verband met hetgeen
hij daaromtrent heeft gahoord en gezien wei
tot de overtuiging komen, dat daar iets bij-
zonders achter zit. Van de zijde der P. Z. E,
M. wordt nl. onder de buitenbewoners een
sterke actie gevoerd voor aansluiting bij het
electrisch licht. Dit alles versterkt bij spreker
den indruk, dat het er om te doen is de P. Z.
E. M. in de gelegenheid te stellen het gemeen-
tebestuur van Axel voor te zijn en dat dit niet
langer mag wachten. Hij begrijpt niet, da:
Burgemeester en Wethouders dit niet inzien.
Van de zijde der P. Z. E. M. wordt er hard ge-
werkt om de buitenbuurten aangesloten te krij
gen en deze buitenom de gemeente te voorzien.
Het is hier zoo gelegen: wie het eerst komt,
het eerst maalt
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders over deze zaak in
correspondence zijn met Gedeputeerde Staten.
Hij gelooft, dat het 't beste is in deze niet te
veel te zeggen. In de eerstvolgende raadszit-
ting, die niet lang op zich zal laten wachten,
zal omtrent een en ander wel iets meer kun
nen worden meegedeeld.
Het is juist, dat de P. Z. E. M. bezig is, te
trachten zelf aansluitingen te krijgen, buiten
om de gemeente, doch het is de vraag of Bur
gemeester en Wethouders dat zullen toelaten.
Want indien de vraag of de gemeente zelf
stroom mag opwekken, bevestigend zou wor
den beantwoord, zou men voor het geval ko
men te staan, dat een deel der gemeente reeds
door een ander van stroom werd voorzien.
De heer OGGEL wijst er op, dat de heer
't Gilde nu zoo spreekt, maar destijds toch be-
pleitte om de woningen aan de Axelsche vlakte
ten spoedigste te helpen met een garantie van
f 150 opdat deze bij Sluiskil zouden kunnen
aansluiten.
De heer 't GILDE noemt dat een verschil,
omdat die buurt van uit Axel toch nimmer
economisch zou te bedienen zijn. Maar hij wil
in deze wijzen op het getreuzel dat»thans tot
uiting komt. In November werd besloten tot
het aangaan der leening van 70.000 gulden. Er
waren verschillende reden, om met de voorbe-
reiding van het werk voort te gaan, maar nu
zijn we nog even ver. De menschen maken
in verband met dat getreuzel den raad in het
algemeen, maar bijzonder Burgemeester en
Wethouders harde verwijten.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
laatste dan in alien gevalle ten onrechte ge
schiedt. Er is van deze zijde den noodigen
spoed betracht. Terstond na het nemen van het
besluit op 17 November is dit ter goedkeuring
aan Gedeputeerde Staten ingezonden. Deze
hebben daarop reeds bij schrijven van 27 No
vember, verzonden 1 December 1.1. te kennen
gegeven, dat het hun bevreemdt, dat een
raadsbesluit als het toegezondene ter goedkeu
ring werd aangeboden, zonder dat daarbij
eenige omsohrijving wordt gegeven van de
werken die voor het te leenen kapitaal van
70.000 zullen worden uitgevoerd.
De kennisneming hiervan is toch voor alles
noodig, willen zij aan het besluit onze goed
keuring verleenen.
Maar vooral bevreemdt hen het gemis van
nadere toelichting dezer aangelegenheid, om
dat toch hierbij noodwendig de vraag moet rij-
zen of het, in verband met de voorgenomen
electrificatie der gemeente, wel gewenscht kan
zijn om thans aan het gasbedrijf nog eene uit
breiding te geven als in het raadsbesluit be-
doeld.
Zij verzoeken daarom ons alsnog omtrent de
uit te voeren werken en de mogelijke renta-
biliteit daarvan zoo duidelijk mogelijk in te
lichten.
In verband hiermede hunne beslissing om
trent het raadsbesluit verdagende wenschen
zij thans reeds er op te wijzen, dat een ter
mijn van 40 jaren met 4 jaren uitstel (waarom
eerst in 1930 de eerste aflossing?) hen voor de
aflossing van deze leening te lang voorkomt,
omdat in den regel gasleidingen en installaties
daarvoor binnen zoo'n tijdvak vemieuwing be
hoeven.
Door Burgemeester en Wethouders is hierop
met een zeer uitvoerigen brief geantwoord en
daarin de verschillende motieven naar voren
gebracht, waarom het h.i. voor de gemeente
van belang is, dat de uitbreiding van het gas-
net tot stand komt.
Burgemeester en Wethouders hebben zich in
deze niets te verwijten en hebben het stand
punt ingenomen, dat ingevolge het raadsbesluit
het belang der gemeente vorderde. Het woord
is nu aan Gedeputeerde Staten.
Spreker heeft over deze zaak ook nog een
onderhoud gehad met den Commissaris der
Koningin. Later is er een brief gekomen van
Gedeputeerde Staten waarin het gemeentebe-
stuur op aanstaanden Donderdag wordt uitge-
noodigd tot het houden eener conferentie met
Gedeputeerde Staten. Het was daarom aan
spreker zeer aangenaam, dat de heer 't' Gilde
door het stellen zijner vraag, de gelegenheid
heeft geschonken om in het openbaar mede
deeling te kunnen doen van den stand van za-
ken. En wat nu verder het publiek omtrent
de houding van Burgemeester en Wethouders
zegt, laat hij voor ieders rekening.
De heer OGGEL zet nog uiteen, dat het
waarlijk niet aan Burgemeester en Wethou
ders ligt, dat met deze zaak getreuzeld is,
doch wel aan den raad zelf, die telkens en tel
kens nieuwe besluiten nam of aan Burgemees
ter en Wethouders nieuwe opdrachten gaf, die
weer tijd, voor studie en voorbereiding vor-
derden, en waardoor ook moeilijkheden worden
geschapen. Men moet niet vergeten, dat bii
het laatstgenomen besluit ook weer werd op-
gedragen de mogelijkheid te onderzoeken om
zelf electrische stroom op te wekken. Als nu
zoo'n opdracht wordt gegeven, kunnen Bur
gemeester en Wethouders toch maar niet met
een oplossing op andere wijze voortgaan, alsof
er geen opdracht verstrekt is? De beantwoor-
ding daarvan kost toch ook weer tijd? Er
wordt hier ten onrechte een verwijt gemaakt
aan Burgemeester en Wethouders.