0— 300 K.W.U.
300— 600
600— 1000
1000— 2000
2000— 3500
3500— 5000
5000— 7000
7000—10000
De gemeente heeft het recht om op haar
kosten bij iederen meter door de P. Z. E. M.
een controieimecer te uoen piaatsen van een
door haar goed te keuren systeem en iabn-
kaat.
Indien de gemeente van dit recht gebruik
maakt zal de verbruikte hoeveelheid electri-
citeit gerekend worden naar het gemiddelde
van de aanwijzingen van beide meters.
Voor het geval, dat de aanwijzing op de
beide meters meer dan 6 verschilt zai die
meter waarvan vermoed woidt, dat hij fou-
tief aanwijst worden geijkt. De kosten wor
den gedragen door den eigenaar van dien
meter.
Wanneer de gemeente of de P. Z. E. M.
meent, dat de aanwijzing van een meter
meer dan 3 van de werkelijke waarde af-
wijkt dan moet op verlangen van een van
beide partijen deze meter geijkt worden.
De ijkingen van meters geschieden in ge-
meen overleg tussohen de gemeente en de
P. Z. E. M. of wanneer zulks door een van
beiden wordt verlangd door een door beiden
als betrouwbaar erkende instellmg. Blijkt bij
de ijking, dat de fout grooter is dan 5 dan
komen de kosten die op de ijking vallen ten
laste van den eigenaar, terwijl in het tegen-
overgestelde geval degene die de ijking ver-
langde de kosten draagt.
Wanneer de aanwijzing van een niet ge-
controleenden meter of van 2 elkander con-
troleerende meters voor meer dan 5 van
de werkelijkheid afwijkt worden de aflezingen
naar de resultaten van de ijking gecorrigeerd.
Die correctie loopt echter in geen geval over
een grootere tijdruimte dan 3 maanden.^
Is door eenigerlei oorzaak het verbruik op
geenerlei wijze uit de meterstanden af te lei-
den dan zal' het naar billijkheid geschat wor
den. Voor deze schatting zullen de vooraf-
gaande en de volgende maand als basis dienen.
Voor de door de P. Z. E. M. geleverde elec-
triciteit is verschuldigd voor een verbruik van.
daarboven
0,20
0,18
0,16
,,0,14%
0,13
,,0,12
0,11
0,10
0,09
Indien de gemiddelde prijs van de steen-
kolen met een stookwaande van 7200 cal. in
een kalenderjaar stijigt boven 10,— per 1000
K.G. vrij aan de centrale, dan zal telkens
0,075 cent per kilowattuur, dat door de kilo-
wattuurmeters wordt aangewezen, meer be-
taald moeten worden voor elke stijging. van
f 0,50 boven 10,
De meterhuur zal 5 per maand bedragen.
Artikel 8.
Maandelijks dient de P. Z. E. M. voor het
stroomverbruik in de voorafgaande maand en
voor de meterhuur bij de gemeente een reke-
ning in, die binnen 14 dagen wordt voldaan.
De aansluitingshuur bedoeld in artikel 5,
wordt maandelijks telkens voor 1/12 op de
rekeninig gebracht.
Aan het einde van ieder jaar zal een be-
rekening voor de kolenclausule plaats vinden.
De vereffening hiervan zal plaats vinden
binnen een maand na indiening dezer reke-
ning.
Geschillen tusschen de gemeente en de 1
Z. E. M. over door laatstgenoemde gevorderde
of haar toekomende bedragen heffen de ver-
plichting van de gemeente tot betaling binnen
deri gestelden termijn niet op, maar zullen, zoo
noodig na de betaling t<$t oplossing gebracht
worden.
Artikel 9.
De P. Z. E. M. is uitsluitend gerechtigd om
de leiding, die zij verbrak, te herstellen.
Mochten tengevolge van de staking der
stroomlevering schade geleden, of kosten ge-
rnaakt zijn, dan is de gemeente verplicht,
deze aan de P. Z. E. M. te vergoeden.
Artikel 10
Wanneer door de gemeente of de P. Z. E. M.
een overeenkomst betreffende de stroomleve
ring wordt opgez&gd, moet de opzegging bij
deurwaardersexploit geschieden.
Artikel 11.
In alle gevallen, waarin tusschen partijen
meeningsverschil bestaat omtrent de uitleg-
ging of toepassing van de bepalingen dezer
overeenkomst of in gevallen, daarin niet voor
zien of geregekl en waaromtrent partijen niet
tot overeenstemming kunnen geraken het-
geen zal moeten blijken uit het zenden van
een aangeteekend schrijven door de meest ge-
reede partij gericht tot de wederpartij, waarin
dit zal worden geconstateerd zal de beslis-
sing, met uitsluiting van den competenten
rechter, worden opgedragen aan drie scheids-
lieden van Nederlandsche nationaliteit, waar
van door elk der partijen binnen veertien da
gen nadat het hierboven bedoelde aangetee-
kende schrijven door de wederpartij is ont-
vangen, een is te benoemen; deze beiden zul
len tezamen een derden scheidsman aanwijzen.
Mochten partijen het over de keuze dier
scheidslieden niet eens worden, dan zal de
meest gereede partij bevoegd zijn, den kan-
tonrechter te Middelburg te verzoeken 3 des- j
kundigen te bencemen, nadat zij vooraf aan de
wederpartij bij deurwaardersexploit zal hebben
aamgezegd, dat zij dat verzoek zal indienen.
Deze scheidslieden zullen als goede mannen
naar billijkheid in hoogste ressort uitspraak
doen en bepnlen wie de kosten zal dragen, ter-
wiil beide contracteerende partijen zich verbin-
den aan de uitspraak van dit scheidsgerecht
z''ch te onderwerpen.
Artikel 12.
De P Z E M. behoudt zich het recht voor
om zoodra een of ander publiekrechtelijk
lichaam tot naasting van de onderneming clei
P-Z. E M. overgaat. de reohten en verpncntm
gen uit deze overeenkomst voortspruitend aan
he publiekrechtelijk lichaam over te dragen.
Artikel 13.
De P. Z. E. M. is door overeenkomsten tot
stroomlevering slechts gebonden, nadat zij de
noodige goedkeuringen en vergunningen van de
daartoe bevoegde autoriteiten heeft verkiegen.
Artikel 14.
De kosten dezer overeenkomst worden door
de P. Z. E. M. gedragen.
Ingeval registratie van de overeenkomst
wordt geeischt, worden de kosten daar\an ge
dragen door de partij die, dit contract of haai
haudteekening ontkennende, registratie noodig
De heer COLSEN deelt mede, dat ziekte van
een der heeren van de P. Z. E. M. oorzaak is,
dat op het laatste schrijven van burgemeester
en wethouders nog geen antwoord is ontvan-
gen. Hij merkt op, dat burgemeester en wet
houders "te kennen geven automatische bedie-
ning der pompen niet te vertrouwen. Gaame
zou hij weten waarom.
De heer HAMELINK zou ook gaarne zien,
dat burgerneester en wethouders een toelich-
ting voor die meening gaven.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur
gemeester en wethouders vreezen, dat automa
tische bediening niet steeds zal voldoen; des-
kundigen zijn het daaromtrent lang niet eens.
Zij willen ook nog wel aan automatische be
diening vasthouden, maar niet wanneer het
zooveel moet kosten als de P. Z. E. M. thant
voorrekent. Indien de P. Z. E. M. vasthoudt
aan de harerzijds toegezonden voorwaarden,
zouden burgemeester en wethouders ze niet
willen aanvaarden.
De heer HAMELINK: Wat dan?
De VOORZITTER: Dan zouden we liever
een vaste bediening aanstellen, die naar we
rneenen niet zooveel zal kosten.
De heer HAMELINK meent, dat men toch
evengoed stroom zal moeten nemen van de
P. Z. E. M., daar de Industrieele Maatschappij
niet onder alle omstandigheden den benoodig-
den stroom leveren kan, En er is nog een be-
zwaar. Het vooruitzicht bestaat, dat de P. Z.
E. M. over 15 jaar hier toch stroom zal gaan
leveren. Dan zou er weer een geheel nieuwe
installatie moeten gemaakt worden en zal het
op die wijze toch duurder worden.
Burgemeester en wethouders kunnen nu wel
zeggen, dat ze niet accoord gaan met de voor
waarden van de P. Z. E. M. en niet willen toe-
geven aan de garantie voor 15 jaar, waatvoor
zeker veel te zeggen is, doch om een andere
oplossing te vinden is gemakkelijker gezegd
dan gedaan, om dat men naar de Industrieele
Maatschappij zal moeten, en, indien die nog
zou kunnen toezeggen, dat ze den noodigen
stroom zal leveren, de installatie over 15 jaar
moet worden veranderd.
De heer GEELHOEDT kan zich met den ge-
heelen opzet niet vereenigen, omdat de P. Z.
E. M. de gemeente de voile kosten van den
aansluitingskabel enz. wil laten betalen en
daarvoor zelfs een garantie vraagt van 15
jaar. Hij meent, dat dit tot 10 jaar zou be-
hooren te worden teruggebracht. Als burge
meester en wethouders daaraan vasthouden,
ziet hij er niet veel van komen, want de direc-
tie van de P. Z. E. M. zal wel aan hare bepa-
ling vasthouden, dat is men van haar gewoon.
En of de P. Z. E. M. na 15 jaar in de kom
dezer gemeente stroom zal gaan leveren zit
nog. De Industrieele Maatschappij heeft toch
gezegd, dat de pomp van 7% P. K. ten alle
tijde kan beginnen te werken en dat zij dan ook
kan zorgen voor stroom van een er bij te zet-
ten pomp van 20 P. K. Dat zal dan toch voor-
deeliger uitkomen.
In het contract zit ook nog een kolenclau
sule en een bepaling over stroomverlies, die de
kosten nog hooger kan opvoeren.
Hij zou het daarom dienstig achten te in-
formeeren of de Industrieele Maatschappij
hare toezegging die destijds gedaan is nog ge-
stand wil doen.
De heer yAN RIET meent, dat de admini
strates der centrale alhier gezegd heeft, dat,
indien hij de geheele zaak op zich mag nemen,
hij garandeert, dat de pompinstallatie voldoen-
de bediend zal worden. Indien de P. Z. E. M.
niet aan het verlangen van burgemeester en
wethouders zou willen voldoen, zou hij in oyer-
weging geven eerst nog eens bij de Industrieele
Maatschappij te vragen hoe deze staat ten op-
zichte van de bemaling'.
De heer VAN DRIEL merkt op, dat de heer
Van Riet nogal wat kennis blijkt te hebbemyan
de centrale en nu een balletje opwerpt, om de
zaak weer van de P. Z. E. M. terug te brengen
naar de Industrieele Maatschappij. Hij moet
er echter op wijzen, dat de adviseur der ge
meente, de heer Ir. Bongaerts, aan de In
dustrieele Maatschappij heeft gevraagd of zij
in staat was om de noodige pompen te bedie-
nen en dat daarop afwijzend antwoord geko-
men is. Nu wil men dan weer terug tot een
pomp van 20 en een van 7% P. K., hetgeen
volgens het advies niet voldoende is.
Indien het nu maar alleen de buurt van
spreker betrof doch het geldt het geheele
lage gedeelte van de kom zou hij zeggen,
laat die zaak nog maar eens wat rusten. De
overstrooming komt zoo gemiddeld een keer of
vier paar jaar voor, en de menschen die daar
wonen worden er wel eenigszins aan gewoon,
en zorgen, dat ze hetgeen ze droog willen hou-
den wat hooger bergen, opdat het water er
niet bij kan komen als dit weer eens op de
straat komt en in de woningen stroomt.
Hij voor zich zou er daarom geen bezwaar
in zien het nog eens af te wachten, in plaats
van daar zoo'n bjjzonder duren installatie met
dure bedekklng daar te stellen. Wie weet of
men later door de gasinstallatie ook niet een
goedltoopere oplossing kan krijgen. Laat men
het nog eens een paar jaar afzien, want het
is inderdaad een improductief werk.
De VOORZITTER merkt op, dat, indien een
andere weg zal worden ingeslagen, er eerst nog
een ander raadsbesluit zal noodig zijn, aange-
zien deze zich heeft uitgesproken voor automa
tische bemaling. Burgemeester en wethouders
hebben gemeend, dat besluit te moeten uitvoer
ren en zijn dus gaan onderhandelen met de
P. Z. E. M., nadat de Industrieele Maatschappij
had te kennen gegeven, dat niet te kunnen
verzorgen. Burgemeester en wethouders vin
den de bepalingen echter wel wat te zwaar.
De heer VERLINDE was altijd van meening,
dat, indien de ovemame van een electrisch
bedrijf andere motoren of dergelijke installa-
ties noodig zijn, het nieuwe bedrijf de kosten
van de verandering moet dragen. Hij dacht,
dat dit een kwestie is die al eens is uitgemaakt
De VOORZITTER herinnert, dat dit ter
sprake is gekomen, toen de P. ZE. M. had te
kennen gegeven te willen onderhandelen over
overneming van de centrale alhier, en dat bur
gemeester en wethouders het voor rekening
van den nieuwen concessionaris plaatsen van
andere motoren e.d. als voorwaarde had ge-
steld. in de toekomst zal dit zeker ook wel
geschiedeit. j
De heer HAMELINK wijst er op, dat de
deskundige in zijn eerste rapport heeft te ken
nen gegeven, dat voor afdoende bemaling 60
P. K. noodig waren. Nu kan men toch wel
begrijpen, dat dan 27 P. .K. niet voldoende
kan zijn. Indien blijken mocht, dat de bedie
ning door de Industrieele Maatschappij een
paar honderd gulden goedkooper kwam dan
die door de P. Z. E. M. zou hij het daarop niet
-willen laten afspringen, omdat de bediening
door laatstgenoemde ten slotte omdat men daar
als het ware onbeperkt over stroom kan be-
sehikken afdoende kan besehouwd worden.
Overigens gaat hij volkomen accoord met bur
gemeester en wethouders, dat de P. Z. E. M. er
wel wat te diep inkapt, want zij wil in 15 jaar
die installatie door de gemeente alleen laten
beialen, terwijl die toch na 15 jaar niet waar-
deloos is. Het is ook voor haar van belang, dat
ze hier in de kom stroom levert. Er is door
den deskundige vastgesteld, dat er op een ge
geven oogenblik moet kunnen beschikt worden
over veel P. K. voor afvoer van water. Hij
heeft zich ten slotte met 40 P. K. als een mini
mum vereenigd. Op een -betrekkelijk gering
financieel versohil moet men het niet laten af
springen, daar toch aan automatische bedie
ning de voorkeur moet worden gegeven.
De heer DE JAGER geeft te kennen, dat de
ervaring bij automatische bediening heeft g'e-
leerd, dat er dan toch dikwijls ook nog een man
bij moet.
De VOORZITTER wijst er op, dat de ge-
meenteraad het rapport heeft van haren advi
seur, die automatische bediening aanbeveelt en
dat men zich daaraan thans dus dient vast te
houden.
De heer VERLINDE is het daarmede eens.
Het staat eveneens vast, dat deze aanvankelijk
60 P. K. heeft noodig geacht, en zich alleen
na bespreking-en met 40 P. K. heeft tevreden
gesteld. Indien de raad alzoo van dit advies
zou afwijlten en een mindere capaciteit der
pompen vaststellen, dan rust de verantwoor-
ding daarvoor op den raad en niet meer op de
adviseur.
De VOORZITTER is het daarmede eens.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt aangenomen met algemeene stem-
men.
15. Wijziging gemeentebegrooting 1926.
Bij schrijven d.d. 29 December 1925 is door
gedeputeerde staten teruggezonden de gemeen
tebegrooting voor 1926. waaromtrent eenige
opmerkingen worden gemaakt van administra-
tieven aard, en waarin gedeputeerde staten met
betrekking tot de steunverleening aan werk-
loozen, onder verwijzing naar hun schrijven d.d.
20 Nov. j.l. burgemeester en wethouders ver
zoeken aan den raad voor te stellen om, nu de
werkloosheid in deze gemeente permanent
dreigt te worden, zoo spoedig mogelijk midde-
len te beramen, waardoor langs een andere dan
den tot dusver gevolgden weg aan de daardoor
ontstane behoeften wordt tegemoet gekomen.
Ingevolge dat schrijven stellen burgemeester
en wethouders voor, in de begrooting voor 1926
de volgende wijzigingen aan te brengen:
onder de inkomsten te vermeerderen:
bijdragen van particulieren in de kosten van
verpleging van arme krankzinnigen 215; ver-
haal van pensioenbijdragen 15; totale ver-
meerdering der inkomsten 230;
onder de uitgaven te vermeerderen:
reis- en verblijfkosten f200; kosten wegens
het ontwerpen van een uitbreidingsplan f 1000;
belooning en premien aan brandmeesters en
spuitlieden 300onderhoud van brandblusch-
middelen en reddingsmiddelen 450; kosten
van den keuringsdienst ingevolge de Vleesch-
keuring-swet f400; kosten ter zake van verze-
kering, pensionneering, enz. van ambtenaren
en beambten 60; aanschaffen en onderhouden
van schoolboeken, leermiddelen en schoolbe-
hoeften 400; subsidie voor scholen voor bet
lager nijvefheidsonderwijs /100; kosten van
overbrenging, plaatsing en vernleging van
arme krankzinnigen ,f485; vermeerdering der
uitgaven f3625; vermeerdering der inkomsten
f 230blijft totale vermeerdering der uitgaven
3395.
batig slot overgebracht van hoofdstuk I
49,15; bijdrage aan hoofdstuk VII van den
kapitaaldienst f4915; batig slot overgebracht
1T 41 OO An
neemt dit niet aan, doch zal er zich bij neer-
leg.gen, indien de voorzitter dat verklaart, zich
voorbehoudende daar een nader onderzoek naar
te zullen instellen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat niet
het werk der vereeniging daar rechtstreeksch
onder valt, doch wel de gegeven cursussen,
welke uitgaan van de Middelburgsche Indus-
trieschool, waarbij de vereeniging „Hulpbe-
toon door Samenwerking", wier statuten ook
Koninklijk gcedgekeurd zijn, zich heeft aange-
sloten, Voor het geven van de verschillende
cursussen voor lingeriewerk en costuumnaaien
krijgt zij nu de beschikking over de z.g. wan-
delende leerares, die van wege de Middelburg
sche Industrieschool wordt uitgezonden. De
voorwaarde daarvoor is, dat dan van de betrok-
ken gemeente waar zoo'n cursus gevestigd is
in het aandeel der kosten 30 wordt betaald.
Die cursussen worden thans op 30 plaatsen ge
geven. Men is nu nog met een vierde plaats in
onderhandeling. Komt daar ook een cursus tot
stand, dan zullen de kosten nog iets dalen.
De heer D. SCHEELE herinnert dat de sub
sidie vroeger is toegekend aan een gewone ver
eeniging, doch hij meent, dat het nu maar niet
aangaat, dat zoo'n vereeniging zonder daarin
den raad te kennen zich gaat aansluiten bij een
andere vereeniging om daardoor te vallen on
der de Nijverheidswet, en dat de gemeenteraad
.dan verplicht wordt om de op die manier aan
de gemeente geendosseerde wissels te betalen.
Men voelt toch wel, dat ®t niet opgaat; hij
is van oordeel, dat de vereeniging met de haar
toegekende subsidie moet zien toe te komen,
en maar niet op eigen geldgenheid hoogere
verplichtingen op zicji mag nemen, alvorens
zij verzekercl is die te kunnen betalen, of an-
ders moet zij dat uit eigen zak doen.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat,
indien deze school viel onder de Nijverheids
wet er ook gelden zouden worden ontvangen
van omliggende gemeenten, aangezien dat niet
gebeurt, kan hij nog niet aannemen, dat de
vereeniging een recht op die subsidie kan doen
gelden. Zijn bezwaar gaat overigens niet tegen
het voteeren van die f 106, doch wel tegen de
manier waarop deze worden voorgesteld. Moet
het, dan is het wat anders.
De VOORZITTER verklaart nogmaals, dat
de vereeniging er zelf niet onder valt, doch
wel de door hare bemiddeling van wege de
Middelburgsche Industrieschool gegeven cur
sussen. Deze worden gahouden in Vlissingen,
Breskens en Ter Neuzen. Kan men er nog
een plaats bijkrijgen, dan zullen de kosten
van hoofdstuk I 33,09; aankoop van rente- -T a\,KOSyn
gevend goed 37,42; bijdrage aan hoofdstuk ^s dalen. Kunnen de heeren met goedvmden
6 s i de thans voor 1924 voorgestelde f 100 alsnog
te geven, dan kan spreker het ook niet helpen,
doch dan zal de school gesloten moeten worden.
VIII7 van den kapitaaldienst f 44,82; bij
drage van hoofdstuk VII van den kapitaal
dienst f44,82; nadeelig slot overgebracht van
hoofdstuk I 44,82.
De vermeerdering der uitgaven ad f 3395 te
dekken door verhooging der plaatselijke inkom-
stenbelasting.
De heer HAMELINK maakt aanmerking op
den post van f 100 voor subsidie aan scholen
voor lager nijverheidsonderwijs, die zal worden
uitgekeerd aan de vereeniging „Hulpbetoon
door Samenwerking". Het gaat hier niet tegen J
die subsidie als zoodanig, doch tegen de wijze
waarop getracht worclt, dat bedrag binnen te
smokkelen. Bij de behandeling der begrooting
is de post van f 100 tot f 200 verhoogd, de raad
heeft er ook genoegen mee genomen, dat zij
ook voor 1925 met f 100 wordt verhoogd, doch
nu wordt bij wijziging del' begrooting nog voor
gesteld ook voor 1924 f 100 meer te geven. Dit
behoorde aan de orde te zijn gesteld als afzon-
derlijk punt, doch niet als wijziging der be
grooting, waarvan de posten wel eens aan de
aandacht der leden ontsnappen. Hij meent, dat
die wijzigingen alleen bedragen mogen betref-
fen die een gevolg zijn van reeds genomen
raadsbesluiten en waarbij de wijziging alzoo
niets meer dan een fbrmaliteit is. Er moet
echter niet beproefd worden om iets binnen te
halen langs een weg dien miss'chien aan de
aandacht der leden ontsnapt.
De heer D. SCHEELE sluit zich bij dit be-
toog aan. De voorzitter had die kwestie af-
zonderlijk aanhangig moeten maken. Zoo gaat
het niet goed en spreker gaat met den post
niet mee.
De VOORZITTER protesteert tegen de voor-
stelling van de zaak door den heer Hamelink,
er bestaat hier geen toeleg om het bedrag bin
nen te smokkelen en het is ook geen gewone
wijziging <jer begrooting. De begrooting voor
1926 is van gedeputeerde staten terugontvan-
en met eenige bemerkingen van administratie-
ven aard, die enkele wijzigingen of verande-
ringen in de cijfers noodzakelijk maken. Nu
wordt tegelijk voorgesteld de verdere wijzigin
gen die inmiddels noodig zijn gebleken, ook in
de begrooting op te nemen. Zoo b.v. de wijzi
ging in de jaarwedde van den kfeurmeester.
De heer HAMELINK: Daar wil ik mij niet
tegen verzetten!
De VOORZITTER: Met betrekking tot de
vereeniging „Hulpbetoon door Samenwerking"
is nader gebleken, dat deze, door het gemis van
de /100 subsidie ook over 1924 in ongelegen-
heid komt. Dat houdt verbamd met de subsidie
die het Rijk heeft.
Het was ons op 12 November 1.1. niet bekend,
dat zich de moeilijkheid voordeed. De vereeni
ging heeft nader te kennen gegeven dankbaar
te zijn voor die subsidie, doch dat het ten op-
zichte van 1924 voor de moeilijkheid bleef zit-
ten. Burgemeester en wethouders hebben naar
aanleiding daarvan gemeend ook nog voor 1924
die f 100 weer te moeten voorstellen en hebben
het op deze wijziging der begrooting gebracht
waarbij naar spreker meent in de toeliohting
duidelijk de strekking is omschreven en dus
van binnensmokkelen geen sprake kan zijn.
De heer HAMELINK kan zich met de Mel
ting van den voorzitter niet vereenigen. Het is
vollconien juist, dat aan de orde gesteld wordt
een wijziging van de begrooting van 1926, naar
aanleiding van opmerkingen van gedeputeerde
staten, doch die f 100 hetreffen een subsidie
over 1924 en staan dus geheel buiten de be-
gfooting voor 1926. Hiervodr is naar sprekers
meening een afzonderlijk .voorstel noodig.
De VOORZITTER meent, dat de heer Hame
link zich aan een stroothalm vastklampt. De
rekening over 1924 is afgedaan en daarop kan
dat bedrag dus niet meer uitbetaald worden.
Dit kan niet anders geschieden dan op de be
grooting van dit jaar en het staat in de toe-
lichting toch duidelijk omschreven. Spreker
ziet niet in, dat dit door een afzonderlijk voor
stel duidelijker zou uitgekomen zijn. Het is nu
pas aan het licht gekomen, dat het gemis van
dat bedrag de vereeniging in moeilijkheden
brengt.
De heer HAMELINK vraagt, of de gemeente
wettelijk verplicht is, dat bedrag te betalen.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend;
het betreft het nijverheidsonderwijs, in de kos
ten waarvan de staat 70 betaalt, onder
voorwaarde, dat 30 op andere wijze wordt
gedekt. Door het gemis dier f 100 komt de
ereeniging niet aan het noodige bedrag. Spre-
De l^er HAMELINK: Ik herhaal, dat het
bij mij"-niet tegen het bedrag gaat, maar wel
tegen de manier waarop het wordt voorge
steld. Er behoort een afzonderlijk voorstel te
worden gedaan, opdat de ledeh in de gelegen-
heid komen het nader te onderzoeken.
De VOORZITTER: Het betreft een aanvul-
ling van de begrooting en is daarin dus 'vol-
De heer HAMELINK: Wel voor de gewone
S zaken, doch niet als het uitgaven betreft die
i feitelijk 1924 betreffen.
Het voorstel wordt voor zoover betreft de
i verhooging van den post voor kosten van nij-
verheidsonderwijs met f 100, verworpen met 8
I tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Aken, Freriks,
i Van Dijke, Van Riet en De Jager; tegen stem-
j men de heeren D. Scheele, Van Cadsand, Geel-
1 hoedt, R. Scheele, Verlinde, Colsen, Hamelink
en Van Driel.
i Overigens wordt het voorstel aangenomen
met algemeene stemmen.
De VOORZITTER: Dan zullen we de school
j moeten sluiten!
De heer HAMELINK: Dat moet u weten.
j Dat zal dan niet de schuld zijn van den raad,
i want het is wel duidelijk, dat het niet gaat
i over "het bedrag. Het is wel opmerkelijk, dat
het voor een deel juist de tegenstemmers van
heden zijn die bij de behandeling der begroo-
j ting voor 1924 hebben getracht de subsidie van
I f 200 te houden tegenover de voorstellers en
-stemmers van heden, die ze toen van f 200
j tot f 100 hebben teruggebracht.
16. Oinvraag.
De heer VAN DRIEL informeert naar een
paal der electrisohe verlichting in den Nieuwe-
diepweg, waaraan nog wel een arm zit, doch
geen lamp. Is dit met voorkennis van burge
meester en wethouders? Verder staat daar bij
de weduwe Veerman een lamp zonder be-
schermer.
De VOORZITTER zal hiernaar een onder
zoek laten instellen.
De openbare vergadering wordt geschorst en
gaat over in eene met gesloten deuren.
Na het weder openbaar worden der vergade
ring wordt het voorstel van burgemeester en
wethouders om hun college een c?ediet te ver-
leenen van 1000 voor het laten vervaardigen
van een uitbreidingsplan der gemeente, aan
genomen met algemeene stemmen.
De VOORZITTER sluit de vergadering.
ker is desgewensoht bereid straks in commis-
soriale vergadering de kwestie tot in bijzonder-
heden uiteen te zetten. Dat deze kwestie nog
niet eerder aan het licht is getreden vindt zijn
oorzaak in de achterstand in de behandeling der
rekeningen in Den Haag waar men het vorig
jaar nog pas tot de rekening over 1923 was
genaderd.
De heer HAMELINK verzoekt den voorrirter
nader aan te toonen, dat de subsidie voor deze
vereeniging onder de Nijverheidswet valt. Hij
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergadering van Dinsdag 2 Februari 1926,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, M. W.
Koster, A. E. C. Kruijsse, J. Weijns, J. M.
Baert, A. Th. 't Gilde, Ed. van de Casteel, F.
Dieleman, J. de Feijter en P. de Fester.
Secretaris de heer J. L. J. Maris.
Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformttlier.
Hij zegt hierna het volgende:
Mijne Heeren
Evenals andere jaren wil ik ook bij deze
eerste vergadering in het jaar 1926, mijne ge-
lukwenschen aanbieden bij de wisseling des
jaars aan U, mijne heeren Wethouders, aan U,
heeren leden van den Raad, alsmede aan den
Secretaris, met Uwe gezinnen.
Waar een groot gedeelte van ons land op het
einde van 1925 en begin van 1926 door een
rarnp (de watersnood) werd getroffen en de
gevolgen thans nog niet zijn te overzien, bleef
deze gemeente, Gotle zij dank, voor een derge
lijke ramp gespaard.
Juist op Oudejaarsavond werd onze ge-
meente-ontvanger ons door den dood ontno-
men, hij, die ruim 10 jaren de gemeente als
ambtenaar heeft gediend. In hem verliest de
gemeente een ambtenaar, die steeds eerlijk
zijne werkzaamheden heeft verricht. Ik meen
dan ook, dat de nagedachtenis van den over-
leden ontvanger lang bij ons zal blijven voort-
leven.
Het jaar 1925 is een niet onbelangrijk jaar
voor onze gemeente geweest. Een groot ge
deelte van het rioleeringswerk en bestratings-
werk in de kom der gemeente werd uitgevoerd.
Op het door de gemeente aangekochte en in
gereedheid gebrachte nieuwe gedeelte werd
druk gebouwd.
Hoewel aan de electrificatie-plannen van
onze gemeente steeds gewerkt wordt, mocht dit
tot op heden tot geen oplossing komen.
Ook de gasuitbreiding naar Ter Neuzen is
nog loopende.
Laten wij hopen, dat dit spoedig tot eene op
lossing komt.
De gezondheidstoestand in het vorige jaar
was zeer bevredigend. Besmettelijke ziekten
kwamen niet voor.
De financieele toestand van onze gemeente
is goed te noamen.
Over de economische toestand valt niet zoo
te klagen, hoewel de resultaten van den land-
bouw niet zoo schitterend zijn te noemen.
De bevolking van Axel bedroeg op 1 Januari
1926 5796 zielen, alzoo eene vooruitgang van
77 personen; 54 huwelijken werden gesloten;
133 werden er geboren, terwijl het aantal over-
ledenen 56 bedroeg.
Ook heb ik behoefte U dank te brengen voor
het vertrouwen, mij in 1925 in zoo ruime mate
geschonken, waartoe U mij de volbrenging van
mijne taak hebt vergemakkelijkt.
Ik hoop, dat de goede toon, die er tijdens
de beraadslagingen over verschillende onder
werpen in 1925 heerschte gedurende de ver-
gaderingen in 1926 niet worde verbroken.
Moge God onze gemeente sparen voor ram-
pen en onheilen en ons alien de lust, de kracht
en de gezondheid geven om ook wederom in
1926 in het belang van onze dienbare gemeente
Axel en hare ingezetenen werkzaam te mogen
zijn en Zijn zegen geven op de door ons te ver-
richten arbeid.
De heer BAERT neemt als oudste raadslid
het woord om namens den gemeenteraad den
voorzitter wedeiikeerig alle goeds toe te wen-
schen zoowel voor zijn persoon als voor zijn
gezin en de hoop uit te spreken, dat hem
kracht en sterkte moge worden geschonken om
de vergadering te leiden in het belang der ge
meente. Terechit is door den Voorzitter aan-
gestipt, dat het jaar '25 niet ongunstig is ge
weest. Moge zijne leiding en zijn beheer er
aanleiding toe geven, dat in '26 dezelfde wet-
vaart genoten wordt en de gemeente voor ram-
pen gespaard blijven.
Aan de orde komt:
1. Notulen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de
notulen der vergadering van 17 December i.l.
vast te stellen, zooals deze in druk zijn ver-
schenen.
De heer OGGEL merkt op, dat in punt 6
staat, dat hij, zou gezegd hebben met betrek
king tot den boventalligen onderwijzer, dat het
hem spijt, dat de inspecteur zich niet flinker
had uitgedrukt. In plaats van inspecteur moet
daar echter gelezen worden „de commissie van
toezicht" die door hem in dat verband ge-
noemd is.
Hierna' worden de notulen met algemeene
stemmen vastgesteld.
2. Mededeelingen en ingekomen stukken.
a. Het raadsbesluit van 17 December 1.1.,
betreffende aankoop van grond van J. A. Cap-
pon, J. van Alten en D. Dekker, voorzien van
het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde
Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Het raadsbesluit van 17 December 1J.,
betreffende het aangaan eener geldleening ad
f 5000 ten behoeve van het gemeentelijk grond-
bedrijf, voorzien van het bewijs der goedkeu
ring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, d.d. 29 December 1925, waarbij de
goedkeuring wordt bericht van de begrooting
voor den dienst 1926.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. De raadsbesluiten van 17 December 1.1.,
tot wijziging der gemeentebegrooting en die
van het gemeentelijk grondbedrijf voor 1925,
voorzien van het bewijs der goedkeuring door
Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Verslag van de commissie tot wering van
schoolverzuim over het jaar 1925. Daaruit
blijkt, dat in de eerste vergadering des jaar*
werden herbenoemd tot voorzitter en secretaris
reap, de heeren D. A. van Houte en J. L. J.
Maris.
De werkzaamheden waren dit jaar niet zoo
omvangrijk als het jaar te voren. De commi»-
sie kreeg 97 gevallen in onderzoek. In 1924
was dit 142. De commissie is evenwel van
meening, dat het aantal verzuimen nog gerin-
ger kon zijn, wanneer de ouders hunne mede-
werking verleenen en hunne kinderen niet voor
kleine bagatellen en voor welbekende onwet-
tige redenen de school laten verzuimen.
Van de personen die opgeroepen zijnom voor
de commissie te verschijnen kwamen 43 niet op.
De verzuimen die de commissie in behande
ling kreeg hadden betrekking op leerlingen van
de navolgende scholen: openbare school te Axe!
27, waarvan 6 als wettig werden beoordeeld,
Ghr. Nationale school te Axel 44, waarvan 14
als wettig werden beoordeeld, R.K. school te
Axel 5. waarvan 2 wettig, bijz. school te Zaam-
slag, Ter Neuzensche straat 2, waarvan geen
wettig, bijz. school te Zaamslag, Polderstraat
j 1, niet wettig.
Bij de rest, waarop als niet wettig beslist is,
zijn nog een 5tal gevallen waarop door de com
missie geen beslissing werd genomen, omdat 2
gevallen buiten de schuld van het aansprakelijk
hoofd van het gezin de school niet bezochten
en 3 gevallen wegens verzuim van leerlingen
die de laatste dagen van het cursusjaar de
school niet meer bezochten, omdat zij met 1
April d. a. v. de school voor goed zouden ver-
laten.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Proces-verbaal van de op 2 Januari 1926
ten kantore van den waarnemenden gemeente-
ontvanger gehouden opneming der boeken en
kas, waarbij is gebleken, dat het batig slot van
den gewonen dienst 1924 bedraagt f 9694,24 en
van den kapitaaldienst 192,73%, dat ten bate
van den dienst 1926 komt het batig slot der
rekening van den dienst 1923 ad f 10574,81%
en dat de inkomsten over 1925 hebben bedra
gen .f 219.848,29, samen f 240.310,08, terwijl
de uitgaven over 1925 hebben bedragen
213.466,08%, zoodat in kas moest zijn
f 26.843,99%, juist overeenkomende met het
totaal der in kas bevonden en in het proces-
verbaal omschreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. De VOORZITTER deelt mede, dat door
Burgemeester en Wethouders de heer W. A.
den Boiggende voorloopig is belast met de waar-
neming van het kantoor van den gemeente-
ontvaniger.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. De VOORZITTER deelt namens Burge
meester en Wethouders mede, dat door hen ten
behoeve van den reinigingsdienst en andere
werkzaamheden voor de gemeente een paard is
cL3.ri
De heer VAN DE CASTEEL vindt het ge-
schikt, dat van gemeentewege een paard voor
den reinigingsdienst is aangekocht, doch hij
adit het nogal erg, dat dit paard in een andere
gemeente is aangekocht, terwijl er hier zooveel
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur
gemeester. en Wethouders hebben gemeend in
het belang der gemeente een paard te moeten