ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN.
No. 7878.
Maandag 15 Februari 1928,
66e Jaargang.
Hinder-wet.
Het hois van den zonderling.
ABONNEMENTSPRliS:
BINKEMLAHD.
Het Nederlandsch-Belgisch Verdrag.
fiJlLIIlOI.
"vr^Thinnfin Ter Neuzen f 1 40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor
Voor ^ed Indie en Amerika /2,70 per 3 maanden - Voor 't overig buitenland 3,35 per 3 maanden - Abonnementen
Qit hlad verschijnt iederen Maandag., Woensdag- en Vrl]dagttvond.
uitbetaling fr. per post ;f6,60 per jaar
voor't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
groote does 66 cts.
Indertijd is gemeld, dat ook door de
R. K. Werkgeversvereeniging eene com-
missie was benoemd ter bestudeering van
het Nederlandsch-Belgisch Verdrag.
Die commissie bestond uit de heeren:
Ir. G. F. H. Houben te Amsterdam, voor-
zitter, F. B. G. de Meijer te Ter Neuzen,
H. J. Smeets te Roermond, P. J. M. Ver-
schure te Amsterdam, P. H. Vismans te
Rotterdam, Dr. L. G. Kortenhorst en Mr.
A. A. W. Diepenbrock, secretarissen.
Het uitvoerig rapport dier commissie
is thans verschenen.
Naar het inzicht der commissie ware
het beter geweest, indien de Minister van
Buitenlandsche Zaken bij deze herziening
van het tractaat van 1839 een zoodanige
aplitsing van den inhoud van het nieuwe
verdrag had bepleit, dat het politieke ge-
deelte (het art. 1 betreffende de ophef-
fing der Belgische onzijdigheid en van het
verbod om van Antwerpen een oorlogs-
haven te maken) gescheiden zou zijn ge-
houden van het zuiver economische ge-
deelte (betreffende de waterwegen).
Het politieke gedeelte zou dan zoo
noodig aanstonds tot stand gebracht kun-
aen worden, terwijl voor het andere deel
de onderhandelingen opnieuw, nu op zui
ver economische basis, zouden kunnen
worden gevoerd. De resultaten van die
besprekingen kunnen dan in een speciale
overeenkomst worden neergelegd.
Het is schier overbodig er hier nog
eens op te wijzen. dat bij genoemde on
derhandelingen, die zeer zeker een zoo
fjewenschte economische toenadering zul-
en moeten bevorderen, de belangenge-
meenschap tusschen beide landen niet zoo
moet worden geconstrueerd, dat Belgie
alleen de voordeelen en Nederland de na-
deelen van een dergelijke overeenkomst
zou moeten ondervinden.
De commissie verzoekt het bestuur er
bij den Minister op aan te dringen, om,
nu de omstandigiheden met betrekking tot
de politieke verhouding Nederland
Belgie sinds 1920 belangrijk zijn gewijzigd,
alsnog de mogelijkheid van verwezenlij-
king van dit voorstel nader te willen over-
wegen.
Bij de artikelsgewijze behandeling staat
de commissie in het bijzonder stil bij het
Schelde-regiem.
Van ERICH EKENSTEIN.
37) (Vervolg.)
Mevrouw Torwesten was natuurlijk de
?rootste sensatie van de geheele zaak.
ieen wonder dus, dat de rust in de zaal
niet terugkeereo wilde, en dat alleen de
bedreiging van den voorzitter om de zaal
&e laten ontruimen, hielp de rust te her-
stellen.
Daarna maakte hij haar opmerkzaam
op haar recht, om als echtgenoote van den
beklaagde het afleggen van den eed te
weigeren.
Mevrouw Torwesten antwoordde ech
ter, dat ze van die gunst geen gebruik
wenschte te maken.
Dan moet ik u onder eede verhoo-
ren, mevrouw.
Daartoe ben ik bereid.
Mevrouw Torwesten maakte reeds
haar langen zijden handschoen los om
haar rechterhand te ontblooten, toen Dr.
Herrlinger plotseling opstond.
Ik protesteer tegen de beeediging
van die vrouw klonk net luid en scherp
door de zaal.
Aller oogen richtten zich verbaasd op
den spreker.
Mag ik u om een nadere verklaring
van dit protest verzoeken vroeg de voor
zitter koel. Voor zoover ik weet, heeft
het vooronderzoek niets ten nadeele van
Dat vreemde schepen op de Wester-
Schelde geheel aan onze terriotoriale
rechtsmacht zullen worden onttrokken,
wordt een ,,juridisch monstrum" genoemd.
En wat het onderhoud van de vaargeul
betreft, meent de commissie, dat de be-
palingen van dit verdrag, welke op dit
vraagstuk betrekking hebben, zouden
kunnen worden vervangen door een of
meer artikelen die inhouden, dat de Ne-
derlandsche Staat bereid is, onder nader
te noemen voorwaarden, concessies te
verleenen lot -het verrichten van die wer
ken, welke moeten dienen tot onderhoud
en bediening van het Nederlandsch ge
deelte der Schelde.
Hetzij. een dergelijke concessie van Bel
gische zijde zal worden aangevraagd door
den Belgischen Staat, door een particu-
liere maatschappij of een lichaam waarin
b.v. de Belgische Staat voor het grootste
deel het kapitaal verstrekt, in ieder geval,
wordt dan bereikt, dat en de Nederland-
sche souvereiniteit behouden blijft en zich
afdoende demonstreert, en dat de kosten
zullen worden gedragen geheel of groo-
tendeels door degenen, ten wiens behoeve
de betrokken werken moeten worden ver-
richt worden.
Ofschoon de commissie zich bewust is,
dat een regeling als hierboven beschreven
in beginsel vrijwel lijnrecht tegenoverge-
steld is aan die, welke in het Verdrag
voorkomt, meent zij het bestuur toch te
mogen vragen, de aandacht van den Mi-
nister op de wenschelijkheid van een zoo-
danig concessie-stelsel te willen vestigen.
Bezwaren worden verder.o.a. gemaakt
tegen de regeling van de loodsgelden en
van de visscherij op de Ooster- en Wes-
ter-Schelde.
Van het kanaal AntwerpenMoerdijk
wordt voor Belgie alleen voordeelen,
voor Nederland alleen nadeelen ver-
wacht.
De kanalen naar Limburg beteekenen
ongetwijfeld een vooruitgang voor Lim
burg en O. N.-Brabant. Van nationaal
oogpunt beschouwd is het echter de vraag
of men kan zeggen, dat dit voordeel op-
weegt tegen hetgeen van de tot stand-
kom'ing van deze kanalen tevens het ge-
volg zal zijn: dat n.l. het scheepvaartver-
kee'r uit Limburg, een deel van Noord-
Brabant, Luik en een deel van het West-
Duitsche industriegebied van de Neder-
landsche havens zal worden afgeleid naar
Antwerpen.
Het rapport gaf de R. K. Werkgevers
vereeniging aanleiding tot het zenden van
een adres aan de leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, waarin wordt
te kennen gegeven:
dat het tot standkomen van een
Verdrag, dat beoogt de onderlinge poli
tieke en economische verhouding van
Nederland en Belgie definitief te regelen
en daardoor de kans op internationale ge-
schillen in de toekomst zooveel mogelijk
te verkleinen, op zichzelf genomen een
"gebeurtenis is, welke groote waardeering
verdient en tot blijdschap stemt:
dat echter de economische offers, welke
van Nederland in dit Verdrag worden ge-
esicht zeer zwaar zijn;
dat tenminste verwacht had mogen
worden, dat, tegenover de offervaardig-
deze getuige aan het licht gebracht.
Omdat dat onderzoek zich alleen
met het tegenwoordige van de getuige
heeft opgehouden. Ik ben echter in staat
u ook enkele dingen uit haar verleden te
kunnen mededeelen. We hebben zoo even
toen de gewone vragen tot de beklaagden
gericht werden van John Lytton alleen
gehoord: reeds veroordeeld met tvee ja-
ren wegens diefstal. Staat u mij toe u
over die zaak eenige nadere feiten mee te
deelen
Zou dat ons niet onnoodig ophou-
den viel de voorzitter in. Het hoort niet
bij deze zaak.
Het hoort er wel bij. De heeren ge-
zworenen moeten zich een juiste voorstel-
ling van de familie Lytton kunnen maken,
om de rest te begrijpen.
Goed. Maar ik verzoek u kort te
zijn.
Dat is ook in mijn belang. Die dief
stal werd begaan bij een juwelier in Lon-
den, en wel zoo, dat een jongmensch
John Lytton, gebruik maakte van de oner-
varenheid van de boekhoudster daar. Het
meisje was een nicht van den chef en ge-
noot diens voile vertrouwen. Lytton, die
haar onder een valschen naam met huwe-
lijksbeloften genaderd was, bedwelmde
haar met chloroform en stal daarna sie-
raden ter waarde van duizend pond ster
ling. Twee vingerafdrukken leidden tot
onbdekking van den dader.
Deze vingerafdrukken zijn hier aan-
wezig, viel de voorzitter hem in de rede,
men heeft ze van Scotland Yard gestuurd,
toen inlichtingen over de Lyttons ge-
vraagd werden. Daar diezelfde vinger-
heid der Nederlandsche Regeering, van J
eenige bereidwilligheid van Belgische
zijde zou zijn gebleken ten opzichte van
de verlangens, welke Nederland ten aan-
zien van zijn economische betrekkingen
met Belgie gaarne verwezenlijkt zou zien;
dat de oorzaak van de offervaardigheid
der Nederlandsche Regeering en van de
afwezigheid van genoegzame tegemoet-
koming van Belgische zijde moet worden
gezocht in de politiekT verhoudingen tus
schen Nederland en Belgie gedurende de
jaren 19181920;
dat aan den Minister van Buitenland
sche Zaken ongetwijfeld eer toekomt voor
de wijze, waarop Zijne Excellence in die
jaren de Nederlandsche souvereiniteits-
belangen heeft verdedigd;
dat echter verschillende bepalingen van
het Verdrag duidelijk de sporen dragen
van de in die dagen bestaande minder
gunstige onderlinge verhouding tusschen
Nederland en Belgie, daar uit den inhoud
dier bepalingen blijkt, dat de Neder
landsche Regeering ten koste van offers
op economisch gebied, de politieke ver
houding tusschen de beide landen heeft
willen zuiveren;
dat, nu de omstandigheden met betrek
king tot de politieke verhouding Neder
landBelgie belangrijk zijn gewijzigd,
thans met een verwijzing naar de toen-
malige verhouding die toezeggingen
geenszins voldoende kunnen worden ge-
motiveerd;
dat het bestuur derhalve verzoekt aan
dit Verdrag, althans in den vorm, waarin
het op 28 'April 1925 door de Regeering
bij de Kamer is ingediend, goedkeuring
te willen onthouden.
Tenslotte vestigt de commissie de aan
dacht op de belangen van Ter Neuzen.
Dit heeft als zeehaven beteekenis ge-
kregen sedert de doortrekking van den
spoorweg Gent—Ter Neuzen en het aan-
leggen van den spoorweg MechelenTer
Neuzen, die in 1871 werd voltooid.
Daar Belgie, Luxemburg, Noord-
Frankrijk en Zuid-Duiischland het achter-
land der haven van T;r Neuzen vormen,
is deze zeehaven geheel afhankelijk van
maatregelen der Belgische Regeering, om
dat voor af- en aanvoer der ladingen ge
bruik gemaakt moet worden van Belgische
spoorwegen.
Tot het uitbreken van den oorlog werd
de zeehaven Ter Neuzen ten opzichte van
de door de Belgische regeering ingestelde
speciale tarieven voor uitvoergoederen
over het algemeen gelijk gesteld met de
Belgische havens.
x oen na het eindigen van den oorlog de
Belgische Regeering de uitzonderings-
tarieven opnieuw invoerde, werd Ter
Neuzen van dit voorrecht uitgesloten.
Wel heeft Belgie aangeboden die uit-
zonderingstarieven ook weer aan de haven
Ter Neuzen te verleenen, maar onder
voorwaarde, dat deze alleen voor Ter
Neuzen met 10 zouden worden ver-
hoogd.
Door die voorwaarde was de concessie
niet te aanvaarden, daar de spoorweg-
vrachten naar Ter Neuzen alsdan hoe-
wel aanzienlijk verlaagd, ten opzichte van
het gewone tarief toch nog juist zoo
hoog' zouden blijven, dat de Belgische ha
vens hun voorrang behielden.
Het is een niet te weerleggen feit. dat
Ter Neuzen zich van de voor deze haven
zeer nadeelige gevolgen van de oorlog
onmiddellijk zal kunnen herstellen. indien
de tarieven, die voor de Belgische havens
gelden, ook niet voor haar van toepas-
sing zijn.
afdrukken voorkwamen in de kamer,
waar Chambers gedood werd ontdekte
men, dat deze daar aanwezig moest zijn
geweest, wat hij ook dadelijk toegaf.
Herrlinger glimlachte.
Waarom Omdat hij reeds een keer
door die afdrukken verraden, dadelijk in-
zag, dat hij dit moest bekennen. Hij zegt,
dat hij den moordenaar overvallen had. Ik
verzoek de heeren gezworenen echter zich
te blijven herinneren, dat door die afdruk
ken de aanwezigheid van Lytton bewe-
zen is.
Dat alles heeft toch niets met de ge
tuige te^naken.
Zeker. U zult het dadelijk begrij
pen. Van de gestolen voorwerpen werd
geen spoor gevonden. Later werd vast-
gesteld, dat een deel dadelijk in Parijs en
1 de rest in New-York verkocht werd. De
oude Lytton was dadelijk na d.en diefstal
naar New-York gegaan. Een paar weken
later is hij daar aangehouden wegens zak-
kenrollerij, ik zeg dat juist, omdat hij zoo-
even niet heeft gezegd, dat hij reeds eer-
der bestraft was, maar men kon hem niet
bewijzen, dat hij ook de sieraden verkocht
had. Evenmin als ,,La belle Adisane die
zich in Parijs daarmee bezighield. Ook zij
werd aangehouden, maar had haar zaakje
zoo goed opgeknapt, dat men haar niets
bewijzen kon. Ze werd wegens gebrek
aan bewijs vrijgesproken, de rechtbank
was echter overtuigd van haar schuld. De
aanvoerder was, evenals bij deze zaak in
Weenen, de oude Lytton, die, zooals ik
bewijzen kan, stamt uit een familie van
misdadigers. Zijn ouders en broers stier-
ven in een tuchthuis. En juist zooals hier
De Gemeente Ter Neuzen is daaren-
boven thans genoodzaakt groote bedragen
te besteden aan werkloozen-uitkeeringen,
noodig tengevolge van de werkloosheid
die indirect grootendeels veroorzaakt
wordt door het feit, dat voor Ter Neuzen
de speciale spoorwegtarieven niet gelden.
Vanaf 1919 hebben de organisaties van
belanghebbenden te Ter Neuzen herhaal-
delijk den steun ingeroepen onzer Regee
ring om van Belgie te verkrijgen, dat de
verhouding Belgie—Ter Neuzen op be-
vredigende wijze zou worden vastgelegd.
Tot nu toe heeft de Regeering geen
noemenswaardige resultaten in deze kun
nen bereiken.
De Regeering heeft meermalen aange-
voerd, dat zij geen rechten ter dezer zake
doet gelden tegenover Belgie; er moest
een beroep gedaan worden op de welwil-
lendheid van Belgie en afgewacht moest
worden tot Belgie zelf aan onze Regee
ring een of meer gunsten zou vragen of
van haar zou bedingen, maar de Neder
landsche Regeering heeft daarbij beloofd.
de belangen van Ter Neuzen dan voor
alle andere verlangens van Nederland
sche zijde te zullen bepleiten. Het kan
geen bevreemding wekken, dat de belang
hebbenden nu ten zeerste zijn teleurge-
steld, aangezien blijkens het'tractaat door
Belgie veel is gevraagd, haar veel is toe-
gestaan, doch wederkeerig zeer weinig is
vastgelegd ten bate van Nederlandsche
belangen, met name voor de haven van
Ter Neuzen niets. Gezien het feit, dat de
aan Belgie toegekende zeer groote voor
deelen, met niet geringe financieele ver-
plichtingen van Nederland voor het
maken en onderhouden van werken ten
bate der Belgische havens, Antwerpen en
Gent, mocht toch zeker als tegenhanger
een bevredigende regeling voor de haven
van Ter Neuzen niet ontbreken.
De situatie is immers, welbeschouwd,
zoo: bedoelde Belgische havens hebben
waterwegen noodig over Nederlandsch
gebied, de Nederlandsche haven Ter
Neuzen heeft landwegen noodig over Bel-
gisch gebied.
DE KABINETSCRISIS.
Mr. Limburg heeft zich Zaterdag naar
H. M. de Koningin op Het Loo begeven,
teneinde H. M. op de hoogte te stellen
van den stand van zaken.
In tegenstelling met de loopende ge-
ruchten is het, naar vernomen wordt, on-
juist, dat de moeilijkheden, die zich bij de
kabinetsformatie voordoen, verband hou
den met het Nederlandsch-Belgisch ver
drag.
Het is niet van belang ontbloot te ver-
melden, dat de kabinetsformateur, de heer
Mr. J. Limburg, bijzonder veel gewicht
schijnt te hechten aan de deelneming van
rechtsche personen aan zijn kabinet. Wij
vernemen althans, dat hij zeer zijn best
heeft gedaan, eenigen mee te krijgen. Bij
de onderhandelingen met verschillende
personen over de vorming van een extra-
parlementair kabinet moet Minister De
Geer een zoodaffige actieve rol hebben
vervuld, of nog vervullen, dat men hem
in politieke kringen den hulp-formateur
noemt. (Hbl.)
MR. LIMBURG ZET ZIJN
POGINGEN VOORT.
Naar het Corr.-Bur. verneemt, zet Mr.
J. Limburg, die H. M. de Koningin verslag
heeft uitgebracht van den stand van za
ken metbetrekking tot de vorming van
een extra-parlementair kabinet, zijn po-
gingen tot kabinetsformatie voort.
stond Adisane schijnbaar niet in verbin-
diivg met haar familie, maar leidde een
teruggetrokken leven. Ze verkeerde niet
met haars gelijken. Steeds echter was ze
in iedere stad tegelijk met den artist
Chambers en haar beide broers. Ik ver
zoek u dat feit te willen onthouden. Ik
zal het later door verschillende documen-
ten bewijzen. Sinds de veroordeeling van
john Lytton traden ze als: ..Brothers Co
pley" op.
De officier trommelde ongeduldig op de
tafel.
Ik dacht, dat de verdediger ons wil
de zeggen, waarom hij tegen het onder
eede verhooren van de laatste getuige
protesteerde.
Zeker. Ik wilde deze inleiding al
leen geven om aan te toonen, dat die ge
tuige reeds vaker een twijfelachtige rol
heeft gespeeld en niet te vertrouwen is.
Dat zal de heeren gezworenen dadelijk
nog duidelijker worden, als ik er aan toe-
voeg, dat zij het waagt hier te verschijnen
onder een valsch masker......
Ik riep mevrouw Torwesten uit.
Wat valt u in Hoe komt u daarbij
Wilt u ons en iedereen niet doen
gelooven, dat u de vrouw van mijn client
is
Een oogenblik was het, alsof een blik-
semsnelle uitdrukking van schrik over
haar.gezicht vloog. De oogen van de bei
de Lyttons rustten strak op haar. In de
zaal heerschte een ademlooze stilte.
Toen richtte zij zich trotsch op en zag
den voorzitter lachend aan.
Het schijnt, dat mijnheer de advo-
caat plotseling zijn verstand verloren
WOORDEN EN DADEN.
Voor de verkiezingen werd een groot
deel van den spreektijd gewijd an ont-
wapening, vredelievendheid tn wtreldvrede.
Ieder heugt n'g wel het debat van ge-
nernal Snijders in den Haagschen D eren-
tain. De ontwapenende dames en heeren
leken meer op bloeddorstige dierrn dan op
apostelen des vredes.
In Zaandam dienen eommunistncbe en
scciaal-democratiscbe raadsleden en geest-
verwante gemeente amb enaren elkander
een p k s'aag toe, cmdat ze versehiilende
opvattingen huldigfn omtrent een plaatse-
lijke staking.
Toen er onlacgs staking was lij den
bouw van het magazijn „De Bijenkorf" in
Den Qaag, werd een man, die om werk
was komen vragen, maar niet aangenonun
was, op het Buitenhof door stakers van
zijn fiets geworpen en mishandeld.
Een koetsier, die met paard en wagen
achter het terrein van //De Bijenkorf"
stoi d, kenurkte, toen hij wou wegrijden,
dat de strengen en broekriemen van het
tuig waren doorgesneden en bovendien (o,
toppur t van wreedheid en lafhartigheid
zijn paard kreupel was gemaakt.
En een paar wrken geleden stonden voor
de Utrechtsehe Rechtbank enkele vo'ge-
lingen van den heer Kees Boeke terecht,
die "onder de leuze van „de wapens neer"
eem'ge politie-Rgenten met kruppe's be-
werkt hadden onder het geroep van ,,slaat
ze dood
Toen deze vredesvi ienden en vrieudinpen
hun strafeisch van den Officier van Justitie
in ontvangst namen, werden er onder ge-
weldig tumult twee oude schoenen en een
grcot model Engelsche sleutel naar de
rechterstbfel geslingerddoor een der
schoenen werd een verslaggever tusschen
de schouders getroffen en wel zoodenig,
dat hij zgn werk niet kon voortzetten.
Wij zullen het nu hierbij maar !aten.
Het aangevoerde is voldoende om zich een
juis'e opvatting te vormen van den afstand
tusschen veler woorden en da^en.
DE 1NDISCHE EN DE
NEDERLANDSCHE GULDEN.
Het zai altijd een merkwaardig frit
blijven, dat de Javasche Bank gedurende
de moei'gke oorlogsjaren in staat is ge
weest, de goudpariteit van het lndische
geld (e handhaven. In de na-oorlogsjaren
bleek echter, dat er voor de lndische cir-
culatiebank nog grootere moeilijkheden
kucnen bestaan dan de oorlogsomstandig-
heden. In de jaren 1921 1924 toch bleek
haar goudreserve met voldoende om alle
nadeelige gevolgen van fouten op finan-
cieel gebied, met name vac de Regeering,
te kunnen keeren. Terwijl de waarde van
den Indischen uitvoer in den rege' aan
zienlijk de waarde vj-n den invoer overtreft,
overtrof in 1921 de waarde van den import
die van den export met hijna f 13 millioen.
Juist in dien tijd moesten de groote be-
stell'ngen, door Indie in 1913 en 1920,
jaren van schijnwelvaart, gedaan, worden
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Overspannen Zenuwen
vragen een Kalmeerend en Zenuwsterkend
middel. Mijnhardt's Zenuwtabletten be-
antwoorden volkomen aan dit doel.
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
heeft. Ik verzoek u hem mijn trouwakte
te toonen, die "bij de andere papieren ligt,
zoodat hij kan zien, dat mijn huwelijk on-
danks zijn gloeiend verlangen nog niet
ontbonden is.
Dr. Herrlinger bleef volkomen kalm.
Terwijl de voorzitter in de akten blader-
de, nam de officier mevrouw Torwesten
scherp op.
U blijft er dus bij, mevrouw Tor
westen te zijn
Natuurlijk.
En u zoudt onder dien naam den
eed willen afleggen
Zeker. Ze lachte weer. Wie zou ik
dan zijn, als ik niet Torwesten's vrouw
was
Herrlinger boog koel.
Ik dank u. Toen ging hij met scher-
pe stem verder:
j 11 hebt alien de woorden van deze
j getuige gehoord, mijne heeren. Ik heb
daaraan alleen dit toe te voegen: de dame
die zich hier uitgeeft voor de vrouw van
mijn client, is dat in waarheid nooit ge
weest. Ze huwde, vijf jaren geleden, in
haar q-eboorteplaats, het kleine Iersche
dorp Bilburney, den artist Fred Cham
bers, ze mocht dus niet een tweede huwe
lijk aangaan, omdat haar man nog leefde.
In het tumult, dat nu ontstond, verzonk
de kreet, dien Georg Torwesten uitstiet.
La belle Adisane stond bleek, onbewege-
lijk. Geen trek op haar gelaat verried
schrik of angst.
Was haar rust een soort verlamming,
of voelde ze zich ook nu nog zeker
(Wordt vervolgd.)
UZENSCHE COU RANT
■KM
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
Itrengen ter openbare kennif, dat ter Gemeente-
Seeretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen
van A J. 1>E LE LIJS, slager te Sluiskil, gem.
Ter Neuzen, orn VERG VNNING tot het plaat-
sen van een electromotor in zijne slachterij in het
perceel kadastraal bekend in Sectie G. No. 1008.
Op Maandag den 1 Maart a s des namiddags te 3
»ur, zal in bet Gemeentebuis gelegenheid bestaan
ohi bezwaren tegen de inwilliging van dit
verzoek in te brengen en deze mondeling enschrif-
tediik toe te lichten.
Zoowei de verzoeker, als zij die bezwaren heb ben,
knnnen gedurende d r i e d a g e u, voor het boven-
gemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis
nemen van de ter zake ingekomen scbrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd dat volgens de bestaande jurisprudents
niet tot beroep gerechtigd zijn, zij, die niet overeen-
komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het geme'entebestuur zijn verschenen, ten-
emde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. -»
Ter Neuzen, 15 Februari 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. IIUIZINGA. Burgemeester.
B I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.