ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. No. 7878. Maandag 15 Februari 1928, 66e Jaargang. Hinder-wet. Het hois van den zonderling. ABONNEMENTSPRliS: BINKEMLAHD. Het Nederlandsch-Belgisch Verdrag. fiJlLIIlOI. "vr^Thinnfin Ter Neuzen f 1 40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor Voor ^ed Indie en Amerika /2,70 per 3 maanden - Voor 't overig buitenland 3,35 per 3 maanden - Abonnementen Qit hlad verschijnt iederen Maandag., Woensdag- en Vrl]dagttvond. uitbetaling fr. per post ;f6,60 per jaar voor't buitenland alleen bij vooruitbetaling. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. groote does 66 cts. Indertijd is gemeld, dat ook door de R. K. Werkgeversvereeniging eene com- missie was benoemd ter bestudeering van het Nederlandsch-Belgisch Verdrag. Die commissie bestond uit de heeren: Ir. G. F. H. Houben te Amsterdam, voor- zitter, F. B. G. de Meijer te Ter Neuzen, H. J. Smeets te Roermond, P. J. M. Ver- schure te Amsterdam, P. H. Vismans te Rotterdam, Dr. L. G. Kortenhorst en Mr. A. A. W. Diepenbrock, secretarissen. Het uitvoerig rapport dier commissie is thans verschenen. Naar het inzicht der commissie ware het beter geweest, indien de Minister van Buitenlandsche Zaken bij deze herziening van het tractaat van 1839 een zoodanige aplitsing van den inhoud van het nieuwe verdrag had bepleit, dat het politieke ge- deelte (het art. 1 betreffende de ophef- fing der Belgische onzijdigheid en van het verbod om van Antwerpen een oorlogs- haven te maken) gescheiden zou zijn ge- houden van het zuiver economische ge- deelte (betreffende de waterwegen). Het politieke gedeelte zou dan zoo noodig aanstonds tot stand gebracht kun- aen worden, terwijl voor het andere deel de onderhandelingen opnieuw, nu op zui ver economische basis, zouden kunnen worden gevoerd. De resultaten van die besprekingen kunnen dan in een speciale overeenkomst worden neergelegd. Het is schier overbodig er hier nog eens op te wijzen. dat bij genoemde on derhandelingen, die zeer zeker een zoo fjewenschte economische toenadering zul- en moeten bevorderen, de belangenge- meenschap tusschen beide landen niet zoo moet worden geconstrueerd, dat Belgie alleen de voordeelen en Nederland de na- deelen van een dergelijke overeenkomst zou moeten ondervinden. De commissie verzoekt het bestuur er bij den Minister op aan te dringen, om, nu de omstandigiheden met betrekking tot de politieke verhouding Nederland Belgie sinds 1920 belangrijk zijn gewijzigd, alsnog de mogelijkheid van verwezenlij- king van dit voorstel nader te willen over- wegen. Bij de artikelsgewijze behandeling staat de commissie in het bijzonder stil bij het Schelde-regiem. Van ERICH EKENSTEIN. 37) (Vervolg.) Mevrouw Torwesten was natuurlijk de ?rootste sensatie van de geheele zaak. ieen wonder dus, dat de rust in de zaal niet terugkeereo wilde, en dat alleen de bedreiging van den voorzitter om de zaal &e laten ontruimen, hielp de rust te her- stellen. Daarna maakte hij haar opmerkzaam op haar recht, om als echtgenoote van den beklaagde het afleggen van den eed te weigeren. Mevrouw Torwesten antwoordde ech ter, dat ze van die gunst geen gebruik wenschte te maken. Dan moet ik u onder eede verhoo- ren, mevrouw. Daartoe ben ik bereid. Mevrouw Torwesten maakte reeds haar langen zijden handschoen los om haar rechterhand te ontblooten, toen Dr. Herrlinger plotseling opstond. Ik protesteer tegen de beeediging van die vrouw klonk net luid en scherp door de zaal. Aller oogen richtten zich verbaasd op den spreker. Mag ik u om een nadere verklaring van dit protest verzoeken vroeg de voor zitter koel. Voor zoover ik weet, heeft het vooronderzoek niets ten nadeele van Dat vreemde schepen op de Wester- Schelde geheel aan onze terriotoriale rechtsmacht zullen worden onttrokken, wordt een ,,juridisch monstrum" genoemd. En wat het onderhoud van de vaargeul betreft, meent de commissie, dat de be- palingen van dit verdrag, welke op dit vraagstuk betrekking hebben, zouden kunnen worden vervangen door een of meer artikelen die inhouden, dat de Ne- derlandsche Staat bereid is, onder nader te noemen voorwaarden, concessies te verleenen lot -het verrichten van die wer ken, welke moeten dienen tot onderhoud en bediening van het Nederlandsch ge deelte der Schelde. Hetzij. een dergelijke concessie van Bel gische zijde zal worden aangevraagd door den Belgischen Staat, door een particu- liere maatschappij of een lichaam waarin b.v. de Belgische Staat voor het grootste deel het kapitaal verstrekt, in ieder geval, wordt dan bereikt, dat en de Nederland- sche souvereiniteit behouden blijft en zich afdoende demonstreert, en dat de kosten zullen worden gedragen geheel of groo- tendeels door degenen, ten wiens behoeve de betrokken werken moeten worden ver- richt worden. Ofschoon de commissie zich bewust is, dat een regeling als hierboven beschreven in beginsel vrijwel lijnrecht tegenoverge- steld is aan die, welke in het Verdrag voorkomt, meent zij het bestuur toch te mogen vragen, de aandacht van den Mi- nister op de wenschelijkheid van een zoo- danig concessie-stelsel te willen vestigen. Bezwaren worden verder.o.a. gemaakt tegen de regeling van de loodsgelden en van de visscherij op de Ooster- en Wes- ter-Schelde. Van het kanaal AntwerpenMoerdijk wordt voor Belgie alleen voordeelen, voor Nederland alleen nadeelen ver- wacht. De kanalen naar Limburg beteekenen ongetwijfeld een vooruitgang voor Lim burg en O. N.-Brabant. Van nationaal oogpunt beschouwd is het echter de vraag of men kan zeggen, dat dit voordeel op- weegt tegen hetgeen van de tot stand- kom'ing van deze kanalen tevens het ge- volg zal zijn: dat n.l. het scheepvaartver- kee'r uit Limburg, een deel van Noord- Brabant, Luik en een deel van het West- Duitsche industriegebied van de Neder- landsche havens zal worden afgeleid naar Antwerpen. Het rapport gaf de R. K. Werkgevers vereeniging aanleiding tot het zenden van een adres aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin wordt te kennen gegeven: dat het tot standkomen van een Verdrag, dat beoogt de onderlinge poli tieke en economische verhouding van Nederland en Belgie definitief te regelen en daardoor de kans op internationale ge- schillen in de toekomst zooveel mogelijk te verkleinen, op zichzelf genomen een "gebeurtenis is, welke groote waardeering verdient en tot blijdschap stemt: dat echter de economische offers, welke van Nederland in dit Verdrag worden ge- esicht zeer zwaar zijn; dat tenminste verwacht had mogen worden, dat, tegenover de offervaardig- deze getuige aan het licht gebracht. Omdat dat onderzoek zich alleen met het tegenwoordige van de getuige heeft opgehouden. Ik ben echter in staat u ook enkele dingen uit haar verleden te kunnen mededeelen. We hebben zoo even toen de gewone vragen tot de beklaagden gericht werden van John Lytton alleen gehoord: reeds veroordeeld met tvee ja- ren wegens diefstal. Staat u mij toe u over die zaak eenige nadere feiten mee te deelen Zou dat ons niet onnoodig ophou- den viel de voorzitter in. Het hoort niet bij deze zaak. Het hoort er wel bij. De heeren ge- zworenen moeten zich een juiste voorstel- ling van de familie Lytton kunnen maken, om de rest te begrijpen. Goed. Maar ik verzoek u kort te zijn. Dat is ook in mijn belang. Die dief stal werd begaan bij een juwelier in Lon- den, en wel zoo, dat een jongmensch John Lytton, gebruik maakte van de oner- varenheid van de boekhoudster daar. Het meisje was een nicht van den chef en ge- noot diens voile vertrouwen. Lytton, die haar onder een valschen naam met huwe- lijksbeloften genaderd was, bedwelmde haar met chloroform en stal daarna sie- raden ter waarde van duizend pond ster ling. Twee vingerafdrukken leidden tot onbdekking van den dader. Deze vingerafdrukken zijn hier aan- wezig, viel de voorzitter hem in de rede, men heeft ze van Scotland Yard gestuurd, toen inlichtingen over de Lyttons ge- vraagd werden. Daar diezelfde vinger- heid der Nederlandsche Regeering, van J eenige bereidwilligheid van Belgische zijde zou zijn gebleken ten opzichte van de verlangens, welke Nederland ten aan- zien van zijn economische betrekkingen met Belgie gaarne verwezenlijkt zou zien; dat de oorzaak van de offervaardigheid der Nederlandsche Regeering en van de afwezigheid van genoegzame tegemoet- koming van Belgische zijde moet worden gezocht in de politiekT verhoudingen tus schen Nederland en Belgie gedurende de jaren 19181920; dat aan den Minister van Buitenland sche Zaken ongetwijfeld eer toekomt voor de wijze, waarop Zijne Excellence in die jaren de Nederlandsche souvereiniteits- belangen heeft verdedigd; dat echter verschillende bepalingen van het Verdrag duidelijk de sporen dragen van de in die dagen bestaande minder gunstige onderlinge verhouding tusschen Nederland en Belgie, daar uit den inhoud dier bepalingen blijkt, dat de Neder landsche Regeering ten koste van offers op economisch gebied, de politieke ver houding tusschen de beide landen heeft willen zuiveren; dat, nu de omstandigheden met betrek king tot de politieke verhouding Neder landBelgie belangrijk zijn gewijzigd, thans met een verwijzing naar de toen- malige verhouding die toezeggingen geenszins voldoende kunnen worden ge- motiveerd; dat het bestuur derhalve verzoekt aan dit Verdrag, althans in den vorm, waarin het op 28 'April 1925 door de Regeering bij de Kamer is ingediend, goedkeuring te willen onthouden. Tenslotte vestigt de commissie de aan dacht op de belangen van Ter Neuzen. Dit heeft als zeehaven beteekenis ge- kregen sedert de doortrekking van den spoorweg Gent—Ter Neuzen en het aan- leggen van den spoorweg MechelenTer Neuzen, die in 1871 werd voltooid. Daar Belgie, Luxemburg, Noord- Frankrijk en Zuid-Duiischland het achter- land der haven van T;r Neuzen vormen, is deze zeehaven geheel afhankelijk van maatregelen der Belgische Regeering, om dat voor af- en aanvoer der ladingen ge bruik gemaakt moet worden van Belgische spoorwegen. Tot het uitbreken van den oorlog werd de zeehaven Ter Neuzen ten opzichte van de door de Belgische regeering ingestelde speciale tarieven voor uitvoergoederen over het algemeen gelijk gesteld met de Belgische havens. x oen na het eindigen van den oorlog de Belgische Regeering de uitzonderings- tarieven opnieuw invoerde, werd Ter Neuzen van dit voorrecht uitgesloten. Wel heeft Belgie aangeboden die uit- zonderingstarieven ook weer aan de haven Ter Neuzen te verleenen, maar onder voorwaarde, dat deze alleen voor Ter Neuzen met 10 zouden worden ver- hoogd. Door die voorwaarde was de concessie niet te aanvaarden, daar de spoorweg- vrachten naar Ter Neuzen alsdan hoe- wel aanzienlijk verlaagd, ten opzichte van het gewone tarief toch nog juist zoo hoog' zouden blijven, dat de Belgische ha vens hun voorrang behielden. Het is een niet te weerleggen feit. dat Ter Neuzen zich van de voor deze haven zeer nadeelige gevolgen van de oorlog onmiddellijk zal kunnen herstellen. indien de tarieven, die voor de Belgische havens gelden, ook niet voor haar van toepas- sing zijn. afdrukken voorkwamen in de kamer, waar Chambers gedood werd ontdekte men, dat deze daar aanwezig moest zijn geweest, wat hij ook dadelijk toegaf. Herrlinger glimlachte. Waarom Omdat hij reeds een keer door die afdrukken verraden, dadelijk in- zag, dat hij dit moest bekennen. Hij zegt, dat hij den moordenaar overvallen had. Ik verzoek de heeren gezworenen echter zich te blijven herinneren, dat door die afdruk ken de aanwezigheid van Lytton bewe- zen is. Dat alles heeft toch niets met de ge tuige te^naken. Zeker. U zult het dadelijk begrij pen. Van de gestolen voorwerpen werd geen spoor gevonden. Later werd vast- gesteld, dat een deel dadelijk in Parijs en 1 de rest in New-York verkocht werd. De oude Lytton was dadelijk na d.en diefstal naar New-York gegaan. Een paar weken later is hij daar aangehouden wegens zak- kenrollerij, ik zeg dat juist, omdat hij zoo- even niet heeft gezegd, dat hij reeds eer- der bestraft was, maar men kon hem niet bewijzen, dat hij ook de sieraden verkocht had. Evenmin als ,,La belle Adisane die zich in Parijs daarmee bezighield. Ook zij werd aangehouden, maar had haar zaakje zoo goed opgeknapt, dat men haar niets bewijzen kon. Ze werd wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken, de rechtbank was echter overtuigd van haar schuld. De aanvoerder was, evenals bij deze zaak in Weenen, de oude Lytton, die, zooals ik bewijzen kan, stamt uit een familie van misdadigers. Zijn ouders en broers stier- ven in een tuchthuis. En juist zooals hier De Gemeente Ter Neuzen is daaren- boven thans genoodzaakt groote bedragen te besteden aan werkloozen-uitkeeringen, noodig tengevolge van de werkloosheid die indirect grootendeels veroorzaakt wordt door het feit, dat voor Ter Neuzen de speciale spoorwegtarieven niet gelden. Vanaf 1919 hebben de organisaties van belanghebbenden te Ter Neuzen herhaal- delijk den steun ingeroepen onzer Regee ring om van Belgie te verkrijgen, dat de verhouding Belgie—Ter Neuzen op be- vredigende wijze zou worden vastgelegd. Tot nu toe heeft de Regeering geen noemenswaardige resultaten in deze kun nen bereiken. De Regeering heeft meermalen aange- voerd, dat zij geen rechten ter dezer zake doet gelden tegenover Belgie; er moest een beroep gedaan worden op de welwil- lendheid van Belgie en afgewacht moest worden tot Belgie zelf aan onze Regee ring een of meer gunsten zou vragen of van haar zou bedingen, maar de Neder landsche Regeering heeft daarbij beloofd. de belangen van Ter Neuzen dan voor alle andere verlangens van Nederland sche zijde te zullen bepleiten. Het kan geen bevreemding wekken, dat de belang hebbenden nu ten zeerste zijn teleurge- steld, aangezien blijkens het'tractaat door Belgie veel is gevraagd, haar veel is toe- gestaan, doch wederkeerig zeer weinig is vastgelegd ten bate van Nederlandsche belangen, met name voor de haven van Ter Neuzen niets. Gezien het feit, dat de aan Belgie toegekende zeer groote voor deelen, met niet geringe financieele ver- plichtingen van Nederland voor het maken en onderhouden van werken ten bate der Belgische havens, Antwerpen en Gent, mocht toch zeker als tegenhanger een bevredigende regeling voor de haven van Ter Neuzen niet ontbreken. De situatie is immers, welbeschouwd, zoo: bedoelde Belgische havens hebben waterwegen noodig over Nederlandsch gebied, de Nederlandsche haven Ter Neuzen heeft landwegen noodig over Bel- gisch gebied. DE KABINETSCRISIS. Mr. Limburg heeft zich Zaterdag naar H. M. de Koningin op Het Loo begeven, teneinde H. M. op de hoogte te stellen van den stand van zaken. In tegenstelling met de loopende ge- ruchten is het, naar vernomen wordt, on- juist, dat de moeilijkheden, die zich bij de kabinetsformatie voordoen, verband hou den met het Nederlandsch-Belgisch ver drag. Het is niet van belang ontbloot te ver- melden, dat de kabinetsformateur, de heer Mr. J. Limburg, bijzonder veel gewicht schijnt te hechten aan de deelneming van rechtsche personen aan zijn kabinet. Wij vernemen althans, dat hij zeer zijn best heeft gedaan, eenigen mee te krijgen. Bij de onderhandelingen met verschillende personen over de vorming van een extra- parlementair kabinet moet Minister De Geer een zoodaffige actieve rol hebben vervuld, of nog vervullen, dat men hem in politieke kringen den hulp-formateur noemt. (Hbl.) MR. LIMBURG ZET ZIJN POGINGEN VOORT. Naar het Corr.-Bur. verneemt, zet Mr. J. Limburg, die H. M. de Koningin verslag heeft uitgebracht van den stand van za ken metbetrekking tot de vorming van een extra-parlementair kabinet, zijn po- gingen tot kabinetsformatie voort. stond Adisane schijnbaar niet in verbin- diivg met haar familie, maar leidde een teruggetrokken leven. Ze verkeerde niet met haars gelijken. Steeds echter was ze in iedere stad tegelijk met den artist Chambers en haar beide broers. Ik ver zoek u dat feit te willen onthouden. Ik zal het later door verschillende documen- ten bewijzen. Sinds de veroordeeling van john Lytton traden ze als: ..Brothers Co pley" op. De officier trommelde ongeduldig op de tafel. Ik dacht, dat de verdediger ons wil de zeggen, waarom hij tegen het onder eede verhooren van de laatste getuige protesteerde. Zeker. Ik wilde deze inleiding al leen geven om aan te toonen, dat die ge tuige reeds vaker een twijfelachtige rol heeft gespeeld en niet te vertrouwen is. Dat zal de heeren gezworenen dadelijk nog duidelijker worden, als ik er aan toe- voeg, dat zij het waagt hier te verschijnen onder een valsch masker...... Ik riep mevrouw Torwesten uit. Wat valt u in Hoe komt u daarbij Wilt u ons en iedereen niet doen gelooven, dat u de vrouw van mijn client is Een oogenblik was het, alsof een blik- semsnelle uitdrukking van schrik over haar.gezicht vloog. De oogen van de bei de Lyttons rustten strak op haar. In de zaal heerschte een ademlooze stilte. Toen richtte zij zich trotsch op en zag den voorzitter lachend aan. Het schijnt, dat mijnheer de advo- caat plotseling zijn verstand verloren WOORDEN EN DADEN. Voor de verkiezingen werd een groot deel van den spreektijd gewijd an ont- wapening, vredelievendheid tn wtreldvrede. Ieder heugt n'g wel het debat van ge- nernal Snijders in den Haagschen D eren- tain. De ontwapenende dames en heeren leken meer op bloeddorstige dierrn dan op apostelen des vredes. In Zaandam dienen eommunistncbe en scciaal-democratiscbe raadsleden en geest- verwante gemeente amb enaren elkander een p k s'aag toe, cmdat ze versehiilende opvattingen huldigfn omtrent een plaatse- lijke staking. Toen er onlacgs staking was lij den bouw van het magazijn „De Bijenkorf" in Den Qaag, werd een man, die om werk was komen vragen, maar niet aangenonun was, op het Buitenhof door stakers van zijn fiets geworpen en mishandeld. Een koetsier, die met paard en wagen achter het terrein van //De Bijenkorf" stoi d, kenurkte, toen hij wou wegrijden, dat de strengen en broekriemen van het tuig waren doorgesneden en bovendien (o, toppur t van wreedheid en lafhartigheid zijn paard kreupel was gemaakt. En een paar wrken geleden stonden voor de Utrechtsehe Rechtbank enkele vo'ge- lingen van den heer Kees Boeke terecht, die "onder de leuze van „de wapens neer" eem'ge politie-Rgenten met kruppe's be- werkt hadden onder het geroep van ,,slaat ze dood Toen deze vredesvi ienden en vrieudinpen hun strafeisch van den Officier van Justitie in ontvangst namen, werden er onder ge- weldig tumult twee oude schoenen en een grcot model Engelsche sleutel naar de rechterstbfel geslingerddoor een der schoenen werd een verslaggever tusschen de schouders getroffen en wel zoodenig, dat hij zgn werk niet kon voortzetten. Wij zullen het nu hierbij maar !aten. Het aangevoerde is voldoende om zich een juis'e opvatting te vormen van den afstand tusschen veler woorden en da^en. DE 1NDISCHE EN DE NEDERLANDSCHE GULDEN. Het zai altijd een merkwaardig frit blijven, dat de Javasche Bank gedurende de moei'gke oorlogsjaren in staat is ge weest, de goudpariteit van het lndische geld (e handhaven. In de na-oorlogsjaren bleek echter, dat er voor de lndische cir- culatiebank nog grootere moeilijkheden kucnen bestaan dan de oorlogsomstandig- heden. In de jaren 1921 1924 toch bleek haar goudreserve met voldoende om alle nadeelige gevolgen van fouten op finan- cieel gebied, met name vac de Regeering, te kunnen keeren. Terwijl de waarde van den Indischen uitvoer in den rege' aan zienlijk de waarde vj-n den invoer overtreft, overtrof in 1921 de waarde van den import die van den export met hijna f 13 millioen. Juist in dien tijd moesten de groote be- stell'ngen, door Indie in 1913 en 1920, jaren van schijnwelvaart, gedaan, worden INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Overspannen Zenuwen vragen een Kalmeerend en Zenuwsterkend middel. Mijnhardt's Zenuwtabletten be- antwoorden volkomen aan dit doel. Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten heeft. Ik verzoek u hem mijn trouwakte te toonen, die "bij de andere papieren ligt, zoodat hij kan zien, dat mijn huwelijk on- danks zijn gloeiend verlangen nog niet ontbonden is. Dr. Herrlinger bleef volkomen kalm. Terwijl de voorzitter in de akten blader- de, nam de officier mevrouw Torwesten scherp op. U blijft er dus bij, mevrouw Tor westen te zijn Natuurlijk. En u zoudt onder dien naam den eed willen afleggen Zeker. Ze lachte weer. Wie zou ik dan zijn, als ik niet Torwesten's vrouw was Herrlinger boog koel. Ik dank u. Toen ging hij met scher- pe stem verder: j 11 hebt alien de woorden van deze j getuige gehoord, mijne heeren. Ik heb daaraan alleen dit toe te voegen: de dame die zich hier uitgeeft voor de vrouw van mijn client, is dat in waarheid nooit ge weest. Ze huwde, vijf jaren geleden, in haar q-eboorteplaats, het kleine Iersche dorp Bilburney, den artist Fred Cham bers, ze mocht dus niet een tweede huwe lijk aangaan, omdat haar man nog leefde. In het tumult, dat nu ontstond, verzonk de kreet, dien Georg Torwesten uitstiet. La belle Adisane stond bleek, onbewege- lijk. Geen trek op haar gelaat verried schrik of angst. Was haar rust een soort verlamming, of voelde ze zich ook nu nog zeker (Wordt vervolgd.) UZENSCHE COU RANT ■KM Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Itrengen ter openbare kennif, dat ter Gemeente- Seeretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van A J. 1>E LE LIJS, slager te Sluiskil, gem. Ter Neuzen, orn VERG VNNING tot het plaat- sen van een electromotor in zijne slachterij in het perceel kadastraal bekend in Sectie G. No. 1008. Op Maandag den 1 Maart a s des namiddags te 3 »ur, zal in bet Gemeentebuis gelegenheid bestaan ohi bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling enschrif- tediik toe te lichten. Zoowei de verzoeker, als zij die bezwaren heb ben, knnnen gedurende d r i e d a g e u, voor het boven- gemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen scbrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd dat volgens de bestaande jurisprudents niet tot beroep gerechtigd zijn, zij, die niet overeen- komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het geme'entebestuur zijn verschenen, ten- emde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. -» Ter Neuzen, 15 Februari 1926. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. IIUIZINGA. Burgemeester. B I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1