TerNstuensche Courant Het huis van den zonderiing. Vrtidag 29 Januari 1926. Ko. 7669. Herhalingsoefeningen. VIUILLITOS. B i n K N L k BUITENLAND. Van ERICH EKENSTEIN. 30) (Vervolg.) Halt, waar gaat dat heen Wat heb jullie in onzen tuin te maken? Hallo, Karl, daar willen een paar uitknijpen, riep plotseling iemand dicht bij hen en een resolute vrouwspersoon versperde hen den weg. Maar inplaats van te schrik- ken, herademde Heidy. Dat was een be- kende stem. Juffrouw Gobel. Goddank. Wat een geluk, dat we juist in uw tuin geraakt zijn, zei ze. U zult ons wel heloen. Juffrouw Heidy? stamelde de vrouw verschrikt. Hoe komt u om godswil s nachts in deze buurt? En dat, terwijl ze hiernaast op misdadigers jagen. Mijn man wou juist eens gaan kijken. Roep hem gauw. Maar hem alleen. Daar komt hij al. Met onzen knechtHardop riep ze: Stuur Ludwig terug, Karl. Hij moet aan den anderen kant van den tuin bij de sloot de wacht houden. Niemand mag er over gaan. Kom jij bij mij, Karl. Ze stonden verborgen achter een boschje zoodat ze nog niet gezien waren: Heidy hoorde hoe de eene zieh verwij- derde en de andere naderbij kwam. Intusschen zei juffrouw Gobel heel ernstig: HET ZILVEREN HUWELIIKSFEEST VAN HET KONINKLIJK ECHTPAAR. 1901 7 Februari 1926. In den vroegen herfst van het jaar 1900 logeerde een jonge man incognito als Graaf Von Biilow in een eenvoudig loge- ment nabij Konig. Tijdens een wandeling werd hij op een buitenweg aangesproken door een man, die hem gejaagd de mede- deeling bracht, dat de eenzame wandelaar des middags ten paleize te Konig werd verwacht. Deze korte, maar veelzeggende bood- schap gaf Hertog Hendrik van Mecklen burg want dat was de jonge man de zekerheid, dat hij door Koningin Wilhel- mina als haar gemaal werd aanvaard. Enkele dagen daarna kwam de Konin gin op Het Loo terug, en het feit, dat de toenmalige Minister-President was uitge- noodigd om aldaar aanwezig te zijn, deed vermoeden, dat het uitstapje naar Konig iets anders was dan een eenvoudig familie- bezoek had gegolden. Den dag daarna ging dan ook een Koninklijke boodschap aan de Staten-Generaal, en op 17 October 1900 verscheen 't bijzondere nummer van de Staatscourant, waarin mededeeling van de verloving werd gedaan. Op 7 Februari had het huwelijk, dat door een groot aantal vorsten en vorstin- nen werd bijgewoond, plaats. Het burger- lijk huwelijk werd ten paleize te s Graven- hage, door den toenmaligen Minister van Justitie, den heer Cort van der Linden, voltrokken. De plechtigheid in de kerk werd geleid door den hofprediker, Dr. Van der Flier, die de eerste was, die daar- bij op den nieuwen staat van den Hertog, tot Prins verheven, mocht doelen. Na af- loop van het feestmaal ten paleize sprak de Koningin-Moeder met begrijpelijk ont- roerde stem de gasten toe en uitte de beste wensehen voor het geluk van haar kin- deren. In den laten namiddag vertrok het vorstelijk echtpaar naar Het Loo, uitge- U zei, dat wij u zouden helpen, juf frouw Heidy. Dat wil ik ook heel graag doen. Maar daar ginds is het niet in den haak en we weten, dat daar geen eerlijke menschen wonen, daarom Hoe weet u, dat uw buren niet eer- lijk zijn? viel Heidy haar in de rede. Mijn zwager was laatst bij ons en zag toen toevallig de oude van hiernaast. Hij heeft dien tuin ook pas kort geleden gekocht. Niemand hier kent hem en zijn beide knechten. Maar Anton zegt, dat hij den ouden Bremer in T^merika gezien heeft, waar hij heel anders heette en voor zakkenrollerij-gevangen gezeten heeft. We hebben het aan niemand gezegd en niet met die lui gesproken. Maar nuu bent immers uit hun tuin gekomen en hebt een man bij u...... Hij hoort niet bij die menschen, dat zweer ik u, juffrouw Gobel. 't Is mijn verloofde. De menschen daar wilden hem vermoorden en ik heb hem gered. U kent mij immersals ik voor hem borg sta. gelooft u me toch wel. De oude Gobel was er nu ook bijge- komen en had naar Heidy's woorden ge- luisterd. Hij zag zijn vrouw aan en krabde verle- gen achter zijn oor. Alles goed en wel, juffrouw, we kennen u wel, maar we willen toch niet graag in ongelegenheid raken. U kunt u ook wel vergissen en - Neen. Zeker niet. - Als het later bekend werd. Dat is heelemaal niet noodig. U hoeft me maar met twee dingen te helpen. ten eerste: aan niemand zeggen, dat wij leide gedaan door de vele bruiloftsgasten, die vanaf het balcon van het paleis tot het laatste oogenblik het echtpaar bleven nawuiven. Spoedig volgden bezoeken van de Ko ningin en Haar Gemaal aan Amserdam, Rotterdam en andere steden provincien des lands. De intocht te Amsterdam zal gedenkwaardig blijven om het noodweer, dat zieh daarbij deed gelden, maar de Koningin liet de rijtuigkappen neerdoen, en onder stroomenden regen deed het Koninkl. echtpaar zijn intocht in de hoofd- stad, toegejuicht door vele duizenden, die geduldig hadden gewacht. Prins Hendrik is er vrij spoedig in ge- slaagd de sympathie van Nederland te winnen. Zijn opvoeding was eenvoudig en verstandig; in zijn jeugd ondernam hij groote reizen, en deed zieh daarbij als een onverschrokken jager kennen. Bij de be- kende scheepsramp te Hoek van Holland in 1907 heeft de Prins, gevaar niet ont- ziende, zieh aan boord van de loodsboot, begeven en persoonlijk de redders tot de grootst mogelijLe krachtsinspanning aan- gespoord. Vanaf dat oogenblik was zijn belanostelling voor alles wat het redding- wezen betreft, gewonnen, terwijl ook bij het Roode Kruis velen hem mochten leeren kennen en waardeeren. Overigens is de positie van den Prins geen gemakkelijke geweest, maar hij heeft de rol, hem door de omstandigheden toe- bedeeld, met tevredenheid en opgewekt- heid vervuld. Op 30 April 1909 werd uit het huwelijk van Koningin en Prins een dochter ge- boren. Prinses Juliana is onder geheel andere omstandigheden opgeqroeid dan Haar Moeder. De jeugd van onze Konin gin is in vele opzichten een zonnige ge weest, maar toen Koning W311em III in 1890 de oogen sloot, was het tienjarige kind Koningin en vanaf dat oogenblik kon haar jeugd niet zijn als die van andere kinderen. Maar Prinses Juliana behoefde zieh niet voor te bereiden op een aanvaar- ding van het koningschap reeds op zoo jeugdigen leeftijd. Menschelijker wijze ge sproken, zal zij niet voor haar meerder- jarigheid het Koninklijk hermelijn op haar schouders zien neervallen. De Koningin heeft dan ook Haar dochter in het onge- stoord bezit van haar jeugd gelaten, en, in tegenstelling met wat bij haar kon geschie- den, een kring van jeugdige vrienden en vriendinnen om haar heen geschapen. Alleen in de moeilijke dagen van 1918 heeft de Koningin Prinses Juliana eenige malen medegenomen om Nederland te wijzen op het bezit van dit koningskind, haar eventueele opvolgster: en bij elk be- zoek werd men getroffen door de innige verhouding tusschen moeder en dochter. Geen gewest van Nederland, geen plaats van beteekenis, waar het Koninklijk echtpaar in deze kwarteeuw van regeering niet meer dan eens is geweest. Geen Nederlander, die niet zonder veel moeite kans heeft gehad om beiden van aange- zicht tot aangezicht te zien. De Koningin was te midden van Haar volk bij vreugde en bij leed; bij de reeselijke overstroo- mingen, die ons land in de vorige maand teisterden, heeft men haar toewijding opnieuw kunnen waardeeren. In dat op- zicht toonde zij steeds haar afkomst van het huis van Oranje, welks afstamming teruggaat tot de tijden van Clovis en dat een der oudste vorstenhuizen van Europa vormt. Het zilveren bruiloftsfeest van het Koninklijk echtpaar zal dan ook niet alleen in haar vaderland met (ditmaal) stille, doch oprechte vreugde worden herdacht, maar zeker ook in het buitenland ,,niet on- opgemerkt voorbijgaan!" INWISSELING VAN 1NGETROKKEN ZILVERBONS. Bij Kon. besluit van den 13den dezer is bepaald: Tot en met 31 December 1926 zullen ten kantore van het agentschap van het ministerie van Financien te Amsterdam tegen wettig betaalmiddel kunnen wor den ingewisseld: a. de bij Kon. besluit van 15 Februari 1919 (St.bl. no. 42) ingetrokken zilver- j bons van f 2,50, aangeduid in art. 1 van het Kon. besluit van 31 Maart 1.915 (St.bl. no. 174), zooals dat is gewijzigd hier geweest zijn en ten tweede:-te zien, of de weg veilig is. Dat is alles, wat' ik van u verlang. Weer zagen de Gobeis elkaar weifelend aan. Heidy vroeg vleiend: Vertrouw me toch. Hij is ziek, hij moet nu rust hebben, en die kan ik alleen hem verschaffen. Later zal ik alles wel vertellen, maar hou ons nu om Godswil niet langer op. Toen zei de vrouw, geroerd door Heidy's toon: Ga dan, vader. Zie, of de straat vei lig is. Als onze juffrouw Heidy zoo spreekt, zal ze wel weten wat ze doet. De oude ging zwijgend heen. Een oogenblik later kwam hij terug met het bericht, dat buiten geen mensch te- zien was. Heidy drukte beiden de hand en voerde Torwesten, die het heele gesprek in stom- me«verbazing bijgewoond had, mee. De zijweg, waar de auto stond, lag een eindje voorbij den tuiningang. Zonder ongevallen bereikten ze den wagen. Is er geen andere weg, als die we ?ekomen zijn? vroeg Heidy aan den chauf- eur. O, ja. Als ik hier verder rijd, komen we bij een straat, die naar den Prater voert. Maar dat is een omweg als u naar de stad moet. Dat geeft niet. Ga uw gang. Daar na gaf ze hem het adres van haar woning. Ze schoof Torwesten in de auto, steeg zelf ook in en zonk uitgeput in de kussens. Nu eerst voelde ze, hoe moe ze was. Toen de wagen zieh in beweging zette. vroeg Torwesten angstig: j bij Kon. besluit van 14 Juni 1918 (St.bl. no. 357), als zilverbons van de eerste soort; b. de bij Kon, besluit van 28 Januari 1921 (St.bl. no. 46) ingetrokken zilver bons van f 1, aangeduid in art. 1 van het Kon. besluit van 22 April 1916 (St.bl. no. 168), zooals dat laatstelijk is gewijzigd bij Kon. besluit van 19 Februari 1920 (St.bl. no. 82), als zilverbons van de eer ste soort. HET VERMISTE VLIEGTUIG. Dinsdag is bij zeer gunstig weder de Zuiderzee bezuiden de lijn Enkhuizen Stavoren door twee groepen watervlieg- tuigen afgezocht naar eventueele wrak- stukken van het verloren vliegtuig der Jandmacht. Men heeft eehter niets gevon- den. Ook de kanonneerboot ,,Hadda" uit Helder heeft met hetzelfde doel een onder- zoek op de Zuiderzee ingesteld. Ook deze boot moest zonder resultaat terugkeeren. HET VERDRAG MET BELGIe. De afd. Rotterdam van het Nationaal Comite van Actie tot Wijziging van het Verdrag met Belgie heeft zieh thans uitge- breid tot ongeveer 500 leden, Deze ver- tegenwoordigen tal van kringen uit de burgerij en verschillende politieke partijen. DE EX-KEIZER EN DE WATERSNOOD. De ex-Keizer heeft een tweede zending wollen goederen aan de door den water- snood geteisterde streken gezonden. EEN COMITe TE GENT. Te Gent is onder voorzitterschap van den consul een comite gevormd, teneinde in de provincie Oost-Vlaanderen gelden te verzamelen voor de door de overstroo- mingen in Nederland geteisterden. Het comite bestaat uit de heeren: H. J. Goe- mans, consul der Nederlanden. J. J. van Silfhout, en A. A. F. Noest, resp. voorzit- ter en secretaris van de Nederlandsche Vereeniging van Weldadigheid te Gent, J. van der School en L. Holtrigter, resp. voorzitter en secretaris der vereeniging „Nederland." DE MARTELARESSEN VAN DEN STEMPLICHT. De „Gereformeerde gemeenten" (z.g. oud-Geref. etc.) hidden onlanqs een sy- node. De classis Middelburg vroeg, naar we in „De Saambinder" lezen, den bij- stand der Synode in haar protest tegen den stemplicht en bijzonder tegen vrou- wen-stemdwang. De bedoeling is, dat namens de Synode zal worden geprotes- teerd tegen de wet. Er werd ter yergade- ring nadruk op gelegd, dat men niet zal pruttelen tegen de straf. Wil men, zoo betuigde men, onze vrouwen beboeten en in de gevangenis werpen, omdat men meent, dat zij kwaad doen, de Heere geve haar genade deze onrechtvaardige straf blijmoedig te dragen. Doch een woord van protest diene te gaan tegen de wetgeving, die meer en meer met Gods rechten spot, en ons volk ten verderve voert. Met algemeene stemmen is door deze Synode besloten aan de deputaten bij de Hooge Overheid te verzoeken dit protest over te brengen. i KEURINGSDIENST VAN AUTO'S. Door den keuringsdienst van auto's in Zeeland is proces-verbaal opgemaakt tegen denzelfden chauffeur, die het auto- busongeluk bij Tholen heeft gehad en die thans met een bus reed, waarvan de rem- men niet in orde waren. BELANGRIJKE CONCENTRATIE VAN WERKGEVERSORGANI- SATIES. Wat velen reeds lang hebben bepleit is thans geschied: de drie belangrijkste werk- "geversvereenigingen in ons land, zijn tot fusie gekomen, en zijn opgegaan in het nieuw opgerichte Verbond van Neder landsche Werkgevers. Bij deze gelegenheid werden belang- wekkende redevoeringen gehouden door de voorzitters der fusioneerende organisa- ties. De heer Ir. C. F. Stork sprak het ver- trouwen uit, dat ,,ook in de gereorgani- ,,seerde Vereeniging het streven naar be- ,,dachtzame maar daarom niet te angst- ,,vallige verbetering van arbeidstoestan- ,,den en sociale voorzorg zal blijven heer- „schen." Waar breng je me heen, Heidy? Ik ben zoo moe. Breng me naar huis - ja, lieve George we gaan ook naar huis. Daar kun je ongestoord uitrusten. Mevrouw Siebert werd midden in den nacht door een bellen gewekt. Verschrikt kleedde ze zieh en snelde naar beneden, want ze dacht niet anders, dan dat Heidy buiten een ongeluk overkomen was. Toen ze de deur eehter opende stond Heidy zelf voor haar en daarnaast een man, dien ze niet dadelijk herkende, want hij had zijn jaskraag omhoog en een muts op zijn hoofd. Georg, riep ze angstig vlak daarna. Maar wat ziet hij er( uit. Mijn God is er dan Stil, viel Heidy haar in de rede. Nie mand mag vooreerst weten, dat hij hier bij ons is. Ze schoof hem naar binnen en sloot de deur achter zieh. Hij is ziek, u hebt gelijk moeder, fluisterde ze daarna. Laten we hopen, dat men ons tenm-rnste een paar dagen tijd gunt om hem bij te iSten komen. Morgen vroeg ga ik naar mijnheer Hempel om alles met hem te bespreken. Nu moeten we Georg eehter eerst helpen. HOOFDSTUK XIV. Dr. Herrlinger ging ongeduldig sinds een half uur in de wachtkamer van den commissaris op en neer. Het scheen alsof dr. Wasmut vandaag door bijzonder gewichtige zaken in beslag genomes werd. Voortdurend qingen man ner in en uit, de telephoon was den ge- heelen tijd in werking en nu was de in- De heer J. C. Redele zeide, dat de werk gevers ,,verwachten hier te vinden een ,,hecht gebouw, waarin de Nederlandsche industrie zieh thuis zal gevoelen, wetende, „dat hare belangen tot recht en tot uiting zullen komen, vereenigende, waarin wij .alien een zijn, rekening houdende en eer- ,,biedigende eens ieders overtuiging, ook ,,waar die afwijkt van die van anderen..: De heer Alb. Spanjaard tenslotte herin- nerde o.a. aan „de voortdurende pogingen „van de Regeering om de industrie maar steeds nieuwe lasten, in den vorm van ,,belastingen of heffingen op te leggen. ,,Veel van die pogingen zijn mede door ,,ons werk en dank zij de steeds betere ,,samenwerking der verschillende organi- ,,saties, een samenwerking waartoe ook de ,,Nijverheidsraad veel heeft bijgedragen, ,,verzacht of geheel verijdeld." Tot algemeen voorzitter van het nieuwe verbond, omvattende 417 individueele leden en bovendien 38 vereeniqingen van werkgevers, in totaal 1476 nijveren, die naar ruwe schatting circa 300.000 arbei- ders in hun dienst hebben, werd gekozen Dr. F. G. Wakker, die dit voorzitterschap aanvaardde met een uitvoerige rede, waar in hij de overtuiging uitsprak, dat „zoowel „tot werkgevers als werknemers het besef ,,zal doordringen, dat krachtige samen- „werking van alien, die bij de productie ,,betrokken zijn, noodig is om onzen be- ,,staanden levensstandaard te behouden ,,en zoo mogelijk te verhoogen." Tenslotte vroeg Dr. Waller „de voile ,,aandacht van het verbond voor de bestu- ,,deering van alle middelen, die er toe kunnen bijdragen om een betere ver- ,,standhouding te scheppen tusschen werk gevers eft werknemers. CARNAVAL EN DE OVERSTROOMING. Ged. Staten van Limburg hebben in een brief aan de colleges van B. en W. in die provincie de vraag gesteld of het thans, nu overal giften verzameld worden ter leniging van den nood in de over- stroomde streken, wel oirbaar is dit feest te vieren op de wijze als waarop dat in deze provincie op vele plaatsen nog steeds pleegt te geschieden. „Deze vraag stellen is, meenen wij. haar beantwoorden. Het is ons bekend, dat reeds vroeger in meerdere gemeenten de raad tot algeheele afschaffing van ht carnavalsfeest is over- gegaan. Wij willen u thans niet vragen dit loffelijk voorbeeld te volgen, maar meenen in dezen ernstigen tijd toch niet te mogen nalaten n beroep te doen op de besturen van die gemeenten, waar men daartoe nog niet gekomen is, om den raad maatregelen voor te stellen, die er toe leiden, dat al- thans voor dit jaar de openbare viering van het carnavalsfeest achterwege blijft". DE TOESTAND. Het oordeel over de premiere, door Luther's nieuwe regeering Dinsdag in dan Duitschen Rijksdag gegeven, moet luiden, dat zij het niet eens tot een succes d'estime bij het gros van de toehoorders heeft kunnen brengen. Erger nog, schrijft de N. R. Crt., zij heeft reeds een nederlaag geleden door toedoen van de sociaal-de- mocraten, van wie zij het moet hebben om het tot een meerderheid te kunnen brengen. Met de 160 vaste stemmen die het kabinet-Luther achter zieh heeft, is het gedoemd om telkenmale in doodsge- vaar te geraken, wanneer dp 131 sociaal- democraten (er zitten 493 leden in den Rijksdag) haar niet bijvallen. Dinsdag leed het fiasco in een kwestie die nog niet voor leven en dood van het kabmet beslissend was. Doordat de sociaai-de- mocraten zieh bij de oppositie-partijen aansloten, werd, volgens voorstel van de Duitsch-nationalen, besloten, dat de be- raadslaging over de regeeringsverkla- ring gepaard zou gaan met de behande- ling van de Duitsch-nationale interpel- latie over Duitschland's toetreding tot den Volkenbond. Wat was de reden, dat de sociaal-democraten aldus de re geering een hak hielpen zetten Zij deden het stellig niet uit liefde voor de Duitsch-nationalen, maar omdat de heele regeeringsverklaring hun niet aanstond. Volgens een bericht uit Berlijn,. was een specteui Malmar al een kwartier lang bij hem. Herrlinger zag op zijn hprioge. t Was al na zessen. Voor het sluiten kon hij dus niet weer op zijn bureau terug zijn. Toen overdacht hij nogmaals, wat hem tot een bezoek aan Wasmut gebracht had. Tegen den middag was Heidy Siebert bij hem gekomen, geheel in de war, met het bericht, dat Hempel aJ bijna een week uit de stad was. Ze had hem een bezoek wil len brengen om het resultaat van haar na- sporinqen mee te deelen, en toen had zijn bediende het haar verteld. Daarna had Herrlinger lang en breed met Heidy over de zaak gesproken en even voor het eind van hun onderhoud was er een telegram gekomen van de volgende inhoud: ,,Ik heb 't gezonden. Over Marseille terug om de expeditielijst na te zien. Zwijg vooreerst. S. H." Hij had het niet noodig qeoordeeld. Heidy den inhoud te vertellen en was ook vast besloten. oolc tegenover Wasmut zieh geen woord daarover te laten ontvallen. Misschien was het het beste, tegen hem zoo terughoudend mogelijk te zijn men wist niet, wat hij van plan was. Dr. W^asmut verzocht u binnen te komen, zei Titz plotseling. De commissaris ontving den jongen rechtsgeleerde bijzonder vriendelijk. Hij scheen in een uitstekende stemming te zijn. Als Herrlinger eehter niet zoo geheel met zijn eigen gedachten bezig geweest was, zou hij in het lachje van den commissaris zeker een spoor van ironie ontdekt hebben. (Wordt vervolgd.) VAN De Burgemeester van TEU NEUZEN roept de in het verlofgangersregister dezer gemeente ingeschreven verlofgangers, hieronder vermeld. bij dezen op, ora in 1926, ieder voor het achter zijn naain aangegeven tiidvak, krachter.s art. 31, eerste lid, in verband met art. 33 der Dienstplichtwet (Staatsblad 1922, no. 43), voor Herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te komen. bo Geslachtsnaam eu V voornamen. o M 1 j 2 Korpsen en onder- deelen. 3 Tijdstip 4 Plaats van opkomst. 5 van Cruiningen Pieter Hendrik du I'uij Hector Eduard Ol a T—i o CM o» 14e Reg. Infanterie. lie Reg. Infanterie. 22 Febr. 1926. 22 Febr. 1926. Bergen op Zoom. Bergen op Zoom. TT It) La Ij AilV i or verlofgangers moeten zorg dragen, dat zij zieh, ieder op den voor hem voorgeschreven dag, in uniform gekleed en voorzien van hnn zakboekje en van dever- dere tot hun verlofsuitrusting behoorende voorwerpen van bleeding en uitrusting op de plaats van be- stemming aanmelden zoo zij verblijf houden in de plaats van opkomst, uiterlijk 8 uur voormiddags zoo zij verblijf houden binnen 20 Kilometer (b(jna 4 uur gaans) van de plaats van opkomst, uiterlgk 10 uur voormiddags; e. de overige verlofgangers voor zooveel zij binnen het Rijk verblijf houden, zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van op komst, vvaarheen zij zieh met het eerstvertrekkend openbaar middel van vervoer langs de op de vervoer- bewjjzen aangegeven route moeten begeven voor zooveel zij buiten het Rijk verblijf houden, voor 4 uur namiddags. VERHINDERING. De dienstplichtige, die wegens ziekte, of om een andere reden in de ualstrekte onmogelijkheid verkeert om op den be- paalden datum in werkelijken dienst te komen, moet zieh naar de plaats van bestemming begeven zoodra hjj daartoe in staat is. De opkomst van een dergelijken dienstplifhtige blijft eehter voorloopig achterwege, indien zij niet binnen 3 dagen na den bepaalden dag heeft plaats gehad. De dienstplichtige ontyangt dan nader bericht omtrent den tijd, waarop hij moet epkomen. Bestaat de reden van verhindering in de aan- wezigheid van ziekte of gebreken, dan dient de verlof- ganger hiervan zoodra mogelijk door overlegging van <>en gelegaliseerde geneeskundige verklaring ter ge- meente-secretarie te doen blijken. STRAFBEPALINGEN. Hij, die zonder geldige reden niet tijdig aan deze oproeping voldoet, stelt zieh aan bestraffing bloot en blijft verplicht zieh •javerwgld bij zijn korps aan te naelden. Bovendien kan hij o.a. door een ambtenaar van de rijks- of gemeentepolitie, door de marechaussee of de militaire palitie aangehouden en naar de plaats van bestem ming overgebracht worden. VBRVOER De verlofgangers die per spoor, tram of stoomboot moeten reizen, of op de reis e6n of meer veren moeten passeeren en in wier zakboekje aanwezig zijn de vereischteop wit papier gedrukteen metrooden inktingevulde vervoerbewijzenen passage- biljetten, behoeven zieh voor hun vertrek naar hot korps niet ter Gemeente-secretarie aan te melden, doch kunnen zieh rechtstreeks naar het station of de aanlegp'aats van -artrck begeven zij stellen aldaar hun zakboekje ter hand aan den beambte, met de uitgifte van plaatsbewijzen belast, of aan den veerman. De verlofgangers behooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven, alsmede de strook van het vervoer bewijs. aangezien deze strook hun gewoonlijb ge- darende de reis moet dienen als plaatsbewijs, Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoerbewijs of passagebiljet, ingericht om daarop de reis te kunnen volbrengen dan wel van het veer of van de veren gebruik te maken, moeten zieh vdor hun vertrek naar het korps ter gemeentesecre- tarie aanmelden, ten einde aldaar in het bezit te worden gesteld van het vereischte vervoer- ofandcr bewjjs. Verlofgangers, die in hetbuitenland verblijf houden, kebben reclrt op vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk en dient om zieh recht streeks naar de plaats van opkomst te begeven Bevindt zieh in hun zakboekje gaen vervoerbewijs, ingericht om daarop te kunnen worden vervoerd van de Nederlandsche gemeente af, waar zij de reis voor Rijksrekening wensehen aan te vangen, dan wordt hun, op hun verzoek, het vereischte ver voerbewijs toegezonden door den burgemeester der gemeente, waar zij in het verlofgangersregister zijn ingeschreven. Het is noodig, zieh ten minste een half uur voor het vertrek van den trein, de tram of de stoomboot aan het station of de aanlegplaats te bevinden. DAGGELD. De verlofgangers, die zieh vier of meer uren voor het tijdstip van aanmelding op reis moeten begeven, genieten desgewenseht op de dagen der reis een daggeld van f 0.25, ongeaeht den rang, dien zij bekleeden. Zij, die aanspraak bebben op daggeld en dit wensehen te ontvangen, moeten het in ontvangst nemen ter gemeente-secre tarie, den laatsten werkdag voor het vertrek naar het korps. YR1JSTELLINGENZ. Aan de herhalingsoefeningen nemen niet deel a. Zij, die elders wonen dan in NederlandBelgie, HannoverWestfalen en de Rijnprovincie b. zij, die wonen in Belgie, Hannover, West falen, en de Rijnprovincie, voor zoover zij voor den dag van opkomst bij hun commandant een verkla ring inzenden, waaruit blijkt, dat zij meer dan drie uur gaans van de Nederlandsche grens af wonen deze verklaring moet zijn afgegeven door het hoofd van het plaatselijk bestuur of van de politie of door een Nederlandsch consulair ambtenaar c. zij, die zieh tjjdens de herhalingsoefeningen buitenslands bevinden ter uitoefening van de zee- vaart (hieronder niet begrepen de zeevisscherij); voorts kan de Minister van Oorlog geheele of gedeeltelijke vrijstelling van de herhalingsoefeningen verleenen aan dienstplichtigen. d. die gedurende zoodanigen tijd vrijwillig in werkelijken dienst zijn geweest, dat op grondvande door hen in dien tijd verkregen geoefendheid de herhalingsoefeningen niet of niet voor den vollen duur noodig worden geacht e. die tijdens den duur der herhalingsoeleningen onmisbaar zijn voor hun ambt, betrekkingof bedrijf; die kostwinner zijn, tenzij er meer reden is voor toekenning van vergoedingalleen komen hier- bij in aanmerking zij, die kostwinner zijn voor 1. hun echtgenoote; 2. hun bloed- en aanverwanten in de rechte linie 3. hun andere bloed- en aanverwanten in den tweeden graail 4. hun pleegouders; 5. degenen, in wier onderhoud zij ingevolge rechterlijk vonnis moeten voorzien; g. die onmisbaar zijn voor de instandhouding van de middelen van bestaan van de onder bedoelde personen. Wat onmisbaarheid en kostwinnerschap be- treft, moet in het oog worden gehouden, dat vrijstelling om een van deze redenen slechts in dringende gevallen zal worden verleend. Zij, die meenen op een van deze gronden voor vrijstelling in aanmerking te komen, of die op een anderen tijd of in een ander garnizoen wensehen op te komen, kunnen zieh met een daartoe strek- kend verzoekschrift tot den Minister van Oorlog wenden. Dit verzoekschrift behoeft niet gezegeld te zijn, maar moet gefrankeerd worden toegezenden. Het verdient aanbeveling dergelijke verzoeken bij den burgemeester in te dienen, die alsdan voor de opzending zorg draagt. Dergelijke verzoeken kunnen eehter slechts bij uitzondering worden toegestaan. VERGOEDING. Indien ten gevolge van het verblijf in werkelijken dienst van den opgeroepen verlofganger voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of komen te ontbreken aan de personen, hiervoor onder f bedoeld, kunnen deze personen in aanmer king komeu voor een geldelijke vergoeding, zoo den verlofganger wegens dienstbelang geen vrijstelling van de herhalingsoefeningen wordt verleend. Verdere inlichtingen hieromtrent kunnen ter gemeentesecre- tarie worden gevraagd. RENTEKAART. Zij, die ingevolge de Invaliditeits- wet verplicht verzekerd zijn, handelen in hun eigen belang door hun rentekaart mede te brengen bij hun opkomst. Ter Neuzen, 27 Jan, 1926. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. rt

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 5