ALGEMEEN HIEUWS- EN APVERTENTIEBLAP VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 780Q. Vrijdag 8 Jarmari 1926. 66e Jaargang. Staat der Gesneente-Eigepdommen. j Martinus van Tours. ABONNbMENTSPRIJS BINNENIAND. A Voor binnen Ter Neuzen 1,40 per.3 maarden^-- Vow buitaVonnemGTn™oo^ Voor Ned. Indie en Amerika J2,70 per 13Q X3I-i.A.X)' Rurupmeester en Wethouders van TER NEUZEN »?ken bekfnd dat een afschrift van den staat van hetgeen naar het burgerlijk recht eigendom 5" genfeente is. tegen betaling der kosten, ter gemeente-secretarie verkr'igbaar is. ■fer Neuzen, den 7 januari 1926. Burgemeester en Wethouders voornoemd,, 1 HU1Z1NGA, Burgemeester. B. 1. Z0NNEV1JLLE, Secretans. la zijn standaardwerk over de Her- vocmde kerkgebouwen van, (de stad) Gwxningen, zegt Prof. Van Rhijn, als hi] vewneldt, hoe de hoofdkerk (de Martini) was opgedragen aan en dus onder lending stond van Martinus, bisschop van 1 ours: ..Martinus was ontegenzeggelijk een m- tevesssante figuur. Wij wiilen de juist- heid der bewering in dit artikel bewijzen. Te meer verbaast de invloed van dezen man, als wij bedenken, dat hij in het ge- heel geen geschriften heefit nagelaten, en dat hij zich verre hield van alien weten- schappelijken arbeid. Er moeten dus an dere oorzaken zijn voor zijn grooten en sterken invloed. Hij was geen geleerde, zooals zijn wat jongere tijdgenoot Hiero- aymus, die in 420 stierf, en hij verdient ook niet den naam van kerkvader, als Ambrosius, die in 397 overleed. ZeKer deed hij aan bespiegeling, maar deze be- spiegelingen en meditaties gingen bij hem gepaard met allerlei practischen arbeid. Hij trad forsch op tegen heidensche af- goderij en evenzeer tegen de Ariaansche kefcterij, maar hij was daarnaast tot groote zaohtheid geneigd, als hij oog in oog tegen- over de menschen kwam te staan. Hij was eem gevoelsmensch: hartelijk, voor indruk- ken vatbaar, teer, niet bijzonder diep, van blik of geest, maar wel buitengewoon vol- hardend; hij mocht met Paulus zeggen. dat hij ze alien overtrof, maar hij wilde toch niets liever zijn dan aller dienaar; hij was op aarde thuis, volkomen, maar hij was toch nog meer thuis in de onzichtbare werekl, zoodat hij zooals een van zijn biografen het zoo aardig uitdrukt ,.den duivel ook onder een masker erkende, met Engelen en Apostelen verkeerde als een mas met zijn vriend, en hij herhaaldelijk met openbaringen van den verheerlijkten Christus verwaardigd werd Het jaar zijner geboorte moet zijn ge- weest 316 of 317 en deze zal dus zijn sa- mengevallen met den aanvang van de kerstening van het Romeinsche rijk dat groote en belangrijke keerpunt in de ge schiedenis. Moge Constantijn al privi leges hebben geschonken aan het Chris tendom, en mag hij persoonlijk monotheist zijn aeweest, Evangeliebelijder was hij aiet. Ten einde zijn invloed in de mach- tige heidensche kringen te behouden, bieef hij b.v. opperpriester van den Ro- meinschen eeredienst. Een openlijke be- lijdenis van het Christendom vermeed Constantijn zorgvuMig en opzettelijk, en eeest op zijn sterfbed (337) liet hij zich doopen. Zoo mag dus gerust worden ge- zegd, dat zijn bekeering er eer een was tot de Kerk dan tot Christus. Constantijn zag in de Kerk het eenige middel om de eenheid en zedelijke wedergeboorte van het Rijk te bevorderen. En zoo genoot de Kerk een tijd van sterken bloei en van machtige begunstiging. Een gevoelig hart als dat van Martinus koa natuurlijk voor en om deze dingen aiet onbewogen blijven. Ook het gods- dienstige leven begon nieuwe vormen aan te aemen en nieuwe vragen kwamen op en naar voren. Zoo interesseerde men zich bijzonder voor de kwestie: wie en wat Christus eigenlijk was. In welke betrek- king Hij stond tot God Wat de verhou- ding was van Zijn menschheid tot Zijn Godheid Hoe Zijn Godheid te rijmen was met Gods eenheid Te Alexandre omtbrandde de strijd. Arius bracht door zijn ontkenningen de geheele Kerk in rep en roer. Constantijn zelf kon natuurlijk de diepe beteekenis van deze geschillen niet vatten; het eenige, waarmee hij rekende. was: de eenheid van het Rijk, en daarom riep hij in den zomer van 325 te Nicea in Bithynie een algemeene Kerkvergadering samen. Bijna de gansche Kerk was daar vertegenwoordigd en ook de Keizer in hoogst eigen persoon verscheen er. 318 bisschoppen moeten er been zijn gereisd. Het was een vergadering van martelaars: daar waren heel wat menschen aanwezig, die (om met Paulus te spreken) ,,de littee- kenen van Christus Jezus in hun lichaam dragen". Daar werd de bekende en nogal hfeede geloofsbelijdenis van Nicea op- g»Siefct. Dit alles is op de ontwikkeling ya» Martinus van grooten invloed ge- wfeest. Hn dan was hij bovendien monnik Zoolang de werekl heidensch was, kon ie ernstige Christen best in haar leven, maar zoodra zij christelijk werd, achtte de ernstige mensch zich geroepen haar te oatvluchten. Zoo ging het ook met Mar tinus. Geboren te Sabaria, in Honoarije, en opgevoed te Ticinum, het latere Pavia INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. tegon heeschheid (in Italie), werd hij eerst voor den krijgs- dienst bestemd, en ontving daarom ook zijn martialen naam (ontleend aan Mars, den krijgsgod)Maar deze bestemming strookte' n'iet met het religieuze gemoed van den knaap. Als jongen van 10 jaar verzocht hij den Bisschop om onder de Katechumenen te mogen worden opgeno- men, en twee jaren later zocht hij reeds de kringen der asceten op, het een zoowel als het ander tegen den wil van zijn ouders, die dan ook gedaan wisten te krijgen, dat hij onder de wapens moest komen. Maar ook onder ,,dienst'' bracht hij het dienen van anderen trouw in toe- passing. Alles wat hij kon, spaarde hij op van zijn soldi) om aan noodlijdenden steun te verleenen. Ellende kon hij niet zien. in een strengen winter, toen hij al les weggegeven had behalve zijn wape- nen en mantel, trof hij een bijna naakten bedelaar aan, die door iedereen werd veronachtzaamd, maar Martinus gaf de helft van zijn kleed aan dien bedelaar en bedekte zichzelf zoo goed en zoo kwaad als het ging met de andere helft. Des nachts, in den slaap, verscheen hem de Christus, bedekt met het stuk, dat Marti nus had weggegeven. Toen eindelijk zijn regiment tegen de Germanen moest op- trekken, besioot hij het leger te verlaten. En hij kreeg vrij gemakkelijk zijn ontslag. Tot voltooilng van zijn religieuze vor- ming ging Martinus nu naar Poitiers, tot Hilarius, een van de beroemdste ver- tegenwoordigers van de Niceensche rechtzinnigheid. Kort daarop bezocht hij zijn heidensche ouders, maar deze reis was heel moeilijk. Hij viel in de Alpen onder de roovers, en hij was bijna gedood. Zijn gesprek met deze lieden maakte ech- ter zulk een machtigen indruk, dat een hunner zich bekeerde en hem den weg naar Milaan wees. Bij zijn ouders aan- gekomen, mocht hij de vreugde smaken, zijn moeder tot bekeering te brengen, maar zijn vader bleef fanatiek. Echter werd Martinus nu door de Arianen, die verbitterd waren om den invloed en den zegen zijner prediking, mishandeld en verbannen. Sindsdien zien wij hem te Milaan, vanwaar hij echter ook weer verdreven werd. Via allerlei plaatsen kwam hij eindelijk bij Hilarius te Poitiers aan. Er wordt verteld, dat hij hier twee menschen uit de dooden zou hebben op- gewekt. En toen te Tours de Bisschops- zetel vacant kwam, begeerde men aldaar Martinus. Doch deze. weigerde. Hij was niet genegen zijn klooster te verlaten. Een burger van Tours, Rusticius, bedacht toen een list. Hij smeekte, dat Martinus zou komen en zijn kranke vrouw gene- zen. Nu ging de Heilige mede, en vond hij buiten het klooster een groote menigte, die van alle kanten was samenqestroomd, en die hem als eerewacht naar Tours ver- gezelde en hem de Bisschoppelijke waar- digheid opdrong. Zijn concurrent was een zekere Defensor, vermoedelijk bis schop van Angers, maar de voorlezing van Psalm 8 3 ,,Uit den mond der kin- deren en der zuigelingen hebt Gij u lof toe bereid wegens uwe vijanden om den vijand en beschermer (in het Latijn staat: Defensorem) te vernietigen" gaf den doorslag. Sedert dien woonde Martinus onafgebroken te Tours. De Galliers, onder wie Martinus thans leefde, waren berucht om hun valsch- heid en wraakzucht. In de steden heersch- te groote weelde, doch in de dorpen nij- pende armoede. Het landvolk was ook nog overwegend heidensch en hun religie was een lage vorm van Panthei'sme. Zij vereerden bosschen en boomen, steenen en bronnen. De verwoestinq van een tempel zouden deze heidensche dorpelin- gen nog hebben geduld, maar zij verzet- ten zich met man en macht, als Martinus een eik wilde veil en. De heiligheden wer- den in processie rondgedragen en de dooden op heidensche wijze ter aarde be- steld. Zoo stonden heidendom en Chris tendom in het maatschappelijke naast el- kander. En te midden van deze zoo dood- arme wereld kwam nu een geloovig idealist als Martinus te leven, een man, die, zeker, Bisschop was, maar die tege- lijkertijd monnik wenschte te blijven. Een tijdlang bewoonde Martinus een eel bij de kerk, maar later bouwde hij buiten de stad het klooster Marmoutier, waarheen slechts een smal voetpad toegang ver- leende. Hier kon hij alleen zijn en kon hij leven in den diepsten eenvoud. Wel was hij geen theoloog, maar des te grooter was zijn kracht op het gebied der prac- tijk. De Gallische boeren vreesden den strengen man niet zonder reden. Ge- schenken nam hij alleen bij uitzondering aan. Geld, dat hij ontving, gebruikte hij niet eens voor het klooster (naar zijn meening was de Christelijke gemeente zelve verplicht om daarvoor te zorgen), maar hij besteedde dat geld om er qevan- genen mee los te koopen. En nooit kwam hij de machtigen der aarde in het gevlei. Toen de keizer hem eens ter maaltijd noodigde, verklaarde Martinus ronduit, dat hij nooit zou kunnen aanzitten met een man, die den eenen Keizer onttroond en een anderen vermoord had. Ook met de geestelijkheid stond hij op gespannen voet, omdat hij met Christus' eischen meer ernst maakte dan de meesten hunner. En dit conflict bereikte zijn hoogtepunt, toen er scheuring kwam in de Spaansche kerk, en Martinus de zijde koos van Priscillia- nus. De ervaringen, die hij daarbij op- deed, waren van dien aard, dat hdartinus zich niet meer met de Bisschoppen inliet en geen Synode meer bijwoonde. Zoo is het leven van Martinus een be- stendige openbaring geweest van goed- heid en macht, van macht en goedheid. Volgens een zijner levensbeschrijvers was hij de dertiende Apostel, beschikkend over vuur en water, wind en hagel, ziek- te en dood, mensch en dier. En inzon- derheid dankte hij zijn populariteit aan zijn suggest!eve macht over kranken. Daarvan worden vele en krasse staaltjes genoemd, die wij hier echter wegens plaatsgebrek niet kunnen mededeelen. Ook was Martinus beslist visionair. Het bovennatuurlijke was voor hem geen abstractie, dat buiten zijn zieleleven om- ging, de hoogere wereld was hem niet vreemd. Maar daarbij en daartegenover stond evenzeer een zware strijd met de geestelijke machten. Zelfs in zijn sterven iiet de Satan hem niet los. Het laatst ontmoeten wij Martinus te Candes, een klein plaatsje aan den linkeroever van de Loire, waar hij een geschil tusschen qees- telijken wilde vereffenen. Toen hij den vrede hersteld had, en hij reeds naar zijn klooster wilde terugkeeren, werd hij krank; zijn krachten begaven hem. Hij riep zijn leerlingen samen, en zeide hun, dat zijn ontbinding nabij was, want Mar tinus wist het uur van zijn dood. De broeders waren diep bedroefd en ween- den luid. ..Waarom, o vader, verlaat gij ons of aan wien zult gij ons in onze troosteloosheid overgeven Roofzuch- tige wolven zullen uwe kudde aanvallen. En wie zal ons voor hunne beten be- schermen, wanneer de herder geslagen is? Wij kennen uw verlangen naar Christus; uw loon staat vast; heb liever medelijden met ons. die gij achterlaat Door deze woorden bewogen, antwoord- de hij de weenende broeders in een qebed tot den Heer: .Wanneer ik, o Heer, voor uw volk nog noodig ben, wijs ik den arbeid niet af; Uw wil geschiede... Werkelijk zwaar, o Heer is de strijd, maar wanneer Gij beveelt, wil ik dien voortzetten; onder Uwe vanen wil ik dienen, zoolang het U behaagt. Ontziet Gij den ouderdom, mij wel; Uw wil ge schiede. Deze, voor wie ik in zorg ben, zult Gij zelf bewaken." Zijn jongeren wilden wat stroo onder zijn lichaam leg- gen, waarop hij zeide: ,,Het betaamt den Christen in asch te sterven; gaf ik een ander voorbeeld, dan zondigde ik." En toen men hem op zijn zijde wilde leggen, wees hij dat af, en sprak: ,,Laat ik liever naar den hemel dan naar de aarde zien, broeders, opdat mijn geest, nu hij gereec is naar zijn eigen sferen te gaan, gericht worde op den Heer." Hierop verscheen hem nog eens de duivel. „Wat doet gij, hier, bloedig monster Aan mij hebt gij niets; Abrahams schoot. neem mij op Met deze woorden ontsliep hij. Zijn aan- gezicht schitterde als van een engel; zijn leden schenen wit als sneeuw. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 50-40-35-30 ct per Vi pond HET ROODE KRUIS EN WATERSNOOD. DE De Koningin betuigt hare groote tevredenheid. Nu het hoogtepunt van de ramp, door de overitrooming veroorzaakt, voor ij is en m n het werk, dat in allerijl verricht werd om de eerste hulp te verleenen aan de slachtoff'ers, eenigszins kan overzien, hebben wij scbrijftde H. Cri. een o derhoud gehad met den secretaris generaal van het Nederlandsche Roode Kruis, mr, G. van Slooten Azn., die zoo w lwillend was on- danks zijn overdrukke bezigheden, ons ge- dnre de een uur te w ord te staan over de verrichtingen van h t Roode Kruis ten beh eve der door den vloed getroffenen. Wij waren hier in het centrale punt der organisatie, aldus mr. van Slooten, eeniger mate roorbereid op de komende gebeurte nissen en op Oudejaarsm ddag om 2 uur was bet Hoofdbestuur juist in besprek'ng over de te nemen maatregelen, wanneer het steeds stijgen.le rivieswater tot een cata strophe aanleiding mocht geven, toen het eerste alarmeerde telegram uit het Zuiden bi: neukwam, hetgeen de mededeeling be- helsde dat een der Maasdijken was bezweken. Onmiddellijk gingen toen de telegrammen naar de KringcommissarisseD in de Zu de- lijke provincies uit, teneinde hen te waar- schuwen zich gereed te houden om hnlp te "bieden op die punten, waar dit noodig zou blijken. Elke provincie ressorteert onder een rringcommissaris, alleen Overijoel en Noord- Holland zpn in deze verdeeling gesplist. De kringen beschikken over de groote magazijnen van het Ro' de Kruis, die in slle groottre steden zijn gestationeerd De mogazijnen bevaben alles, wat dienstbaar is voor de eerste hulpverleening in tijd van oorlog, maar haar inhoud wordt, als vanzelf spreekt cok hij groote rampen be- schikbaar gesteld. Niet alleen verplegings- en verbaudma- teriaal, maar ook hetgeen benoodigd is voor het vervoer van zieken en gewonden, bevinden zich in deze magazijeer. Volledige transportcolonnes kunnen hier worden uit- gerust en de mannen, die er deel van uit- maken. zijn speciaal opgeieid om op kritieke oogenblikken onmiddellijk hulp te verleenen. Het Roode Kruis was dus direct paraat en niet alleen in de tedreigde gebieden, maar in het geheele land s*onden de kring- commissarissen met hun mannen gereed, om op het eerste t^eken naar het terrein van de ramp te vertrekken. De geheele organisatie van het Roode Kruis is er op ingericht, om zoo srel en zoo uitgebr-id mogelijk hulp te verleecen. In dit opzirht is bet wel het meest ge- lijkend op een oorlogsorganisatie, maar overigens heeft het, en gelukkig, veel meer met rampen in vredestijd van doen. Op het oogenblik is de eerste hulp ver- leening vrijwel afgeloopen. De magazijnen zijn in het Zuiden ook nagenoeg uitg>put en een 800 a 900 bedden met volledig toebehooren zijn in een paar dagen ten behoeve der vluchte'ingen verstrekt. Enor me pakketten Gon da- kaarsen en ettelijke kisten met rantsoenen zijn naar de geiso- lerrde plaatsen verzonden. Met grooten lof gewaagde de secretaris- generaal van het werk, dat de Roode kruis- mannen en hun leiders tijdens het hoogte punt van de ramp hebben gepresteerd. Zonder eenige hapering :s het reddings- en ondersteuningvwerk verloopen. Alles bleek pa^klaar voor de hulpverschaffing en de organisatie bleek tot in onderdeelen te kloppen. DagHijks krijgt men hiervan nog de be wijzen, want de te'egrammen en andere ber'chten blijven stroomen naar het hoofd bureau aan de Princessegracht, waar een speciale staf zich met de ontvangst en verdere afwikkeling be^ighoudt. Het net. welks centrale punt hier ligt, overspant het geheele overstroomingsgebied en iedere maatregel heeft zoodoende zgn onmiddellijk nuttig effect. Ook de Koningin liet zich gedurende haar toeht door de geteisterde streken, jegens den voorzitter van het Roode Kruis, jhr. Roell, die haar vergere'de, waard- erend uit over de act:e der vereeniging. Op het oogenblik, nu de verzoeken om onmiddellijke hulp van de slachtoffers op de plaats zelve, eenigszins luwen, richt het Roode K uis meer zijn aandacht op de verzorging der vluchteiingen, die in Maas tricht," Roermond, Nijmegen, Arnhem, Ede en Tie! zijn o dergebracht, grootendeels in ontruimde militaire kazernes Daarheen worden thans de hulpmiddelen uit de kriDgmagazijnen gedirige rd vcor zoov r zij benoodigd zijn. Ook stelt de vereeniging verplegend per soneel beschik'aar, want de bans is niet uitgrsloten, dat in deze concentratie-punten epidemische ziekten ontstaan. In Tiel b.v, blijken de mazelen onder de kinderen te zijn uitgebroken, welke ziekte zich snel uitbreidt. Een aantsl verpleeg- sters is derwaarts gezor.d n. Ret Roode Kruis arb idt in en om de overstroomingsgebieden in nauw contact met Oorlog. Alle verplegingsartikelen worden gratis ter beschikking gesteld z o ook het overige maieriaal. Hi rmede gaan groote uitgaven gepaard, maar de verees i- ging hoopt dat de Ntderlandsche welda- digheid blijken zal, wanneer volge' de week de inzamel ng voor het Roode K uis wordt gehoaden. Het Interna io: ale Roode Kruis comite, dat te Geneve zeteit, heeft zich op de h ogte doen stellen van den omvang der ramp in ons land, evei als de Lique Internationale de Ja Croix Rouge teParps Van beide •orporaties werden sympath e betuigingen oi.tvangen. De president der Ligue Internationale de la Croix Rouge, captain Petersen, zal morgen hier ter stede aankomen en onder Riding van eenige leden van het boofd- bes'uur, het overstroomde gebied bezoeken. De mogelijkheia is niet uit.gesloten, dat deze toeht per vliegtuig geschiedt. Het INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. relaas van onzen specialen vc-rslaggever, die door de lucht de geteisterde streken bezocht, heeft tot dit voornemen aanleiding gegeven. Bet contact met de internatiorale ver eeniging heeft niet de strekking. om de milddaHgbeid in het luitcnland ten be hoeve der slachtoffers op te wtkken. leder laLd zorgt zooveel moge.'ijk voor zichzelf, ook Nederland. Dagelijks vergadert in deze dagen het hoofd! estuur aan de Prir.cessegracht, om den toestand en de in verbaDd daarmcete nemen maatregelen, te bespreken. Ook de Prins, de eere-voorzitter, ne mt. aan deze besprekingen regelmatig deel. NATIONALS OPROEP TOT STEUN. De volgende oproep is tot het Neder landsche volk gericht „Wederom treft ons land een groote ramp. De uitvoerige ber'chten in de pers behoeven geen nadtre toelichiing. Gelde- lijke steun aan de slachtoffers van den watersncod moet zoo spoedig mogelijk ver- leend worden. Onze eommissie is in staat in den eersten nood te vcorzien, doch haar geldmiddelen ten bedrage van rond 250.000 zullen, gez en den omvarg van de ramp, spoed^g uitgeput zijn. Ahij doen een d in- gend teroep, om ons in staat te stellen, waar noodig steun te blijven verleenen. Giften zullen dankbaar 'n ontvangst ge- nomen worden door onzen penningmeester, jhr. H. M. van Loon, Keizersgracbt 579— 581 te Amsterdam, Rekening Alg. Ver. Commissie bij de heeren Hope Co.. Post- giro no. 8578, Gem Giro AA no. 491. In het belang van een goede organisatie en beboor'ijke besteding en verantwoording der giften is bet gewenscht, uitsluitend aan of voor onze commissie giften te geven ten bate der slachtoffers van den watersmod. Van de Koningin mocbten wij reeds 10.000 ontvangen als eerste blgk van haar belangstelling. De Algemeene Vereenigde Commissie tot leniging van rampeD door water- snood in Nederland W. de Vlugr, burgemeester ^au Am sterdam, Voorzitter; Walrave Ro'sse- vain, voorzitter van administrateuren van het Fonds der Commissie mr. A. W Gerritzen, Secretaris, Heerergracht 286, Amsterdam jhr. A. M. van Loon, Penningmeester. Amsterdam; mr. W. J. M. WesterwoudtJ. M Telders mr. L. Ch. van EeghenF. J. M. van Ogtrop mr A. A. baron van der Feltz H. W. '"an Marie; F. Lief'inck Hzn. Paul May; mr. J. A van Sonsbeek" TER NEUZEN, 8 Januari 1925. DENKT OM UW RIJWIELPLAATJE! Gisteren was het, zooals wij reeds meldden, de fatale dag, waarop ieder wielrijder moest voorzien zijn van een nieuw rijwielplaatje. Naar wij vernemen. zijn gisteren alhier verschillende wiel- rijders en -rijdsters, die in dit opzicht vergeetachtig waren, door de betrokken ambtenaren aangehouden en bekeurd CHR. WINTERLEZING. Gisteravond trad in de Ned. Herv. Kerk alhier voor een zeer talrijk gehoor op Prof. Dr. Th. L. Haitjema, van Gro- ningen, met het onderwerp: ,.Het Kruis van Christus en de menschen van dezen tijd". Naffat de heer J. Christiaanse de bijeenkomst op de gebruikelijke wijze had geopend, verkreeg Prof. Haitjema het woord, die allereerst behandelde de ver schillende vormen van tegenstelling van het Kruis van Christus met den moder- nen mensch, als daar zijn: 1°. Onver- schilligheid. 2°. de z.g. godsdienstige opwaking, 3°. de breede waardeering van God door den modernen mensch, en 4°. de heftige vijandschap. De hedendaagsche mensch leeft al dus spreker als in een cirkel, waar het Kruis van Christus is buitengesloten en IJia U>a J8»H Li iLII. awr IT m^^3^XS3SS£^B^sS^S&kA& ,8-T. ZENSCHE COURA settS ROOKTABAn ROCDFjTEk ■meoDORus NIEMEUER

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1