ALGEMEEN HIEUWS- EN APVERTENTIEBLAP VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 780Q. Vrijdag 8 Jarmari 1926.
66e Jaargang.
Staat der Gesneente-Eigepdommen. j
Martinus van Tours.
ABONNbMENTSPRIJS
BINNENIAND.
A
Voor binnen Ter Neuzen 1,40 per.3 maarden^-- Vow buitaVonnemGTn™oo^
Voor Ned. Indie en Amerika J2,70 per
13Q X3I-i.A.X)'
Rurupmeester en Wethouders van TER NEUZEN
»?ken bekfnd dat een afschrift van den staat
van hetgeen naar het burgerlijk recht eigendom
5" genfeente is. tegen betaling der kosten, ter
gemeente-secretarie verkr'igbaar is.
■fer Neuzen, den 7 januari 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,,
1 HU1Z1NGA, Burgemeester.
B. 1. Z0NNEV1JLLE, Secretans.
la zijn standaardwerk over de Her-
vocmde kerkgebouwen van, (de stad)
Gwxningen, zegt Prof. Van Rhijn, als hi]
vewneldt, hoe de hoofdkerk (de Martini)
was opgedragen aan en dus onder lending
stond van Martinus, bisschop van 1 ours:
..Martinus was ontegenzeggelijk een m-
tevesssante figuur. Wij wiilen de juist-
heid der bewering in dit artikel bewijzen.
Te meer verbaast de invloed van dezen
man, als wij bedenken, dat hij in het ge-
heel geen geschriften heefit nagelaten, en
dat hij zich verre hield van alien weten-
schappelijken arbeid. Er moeten dus an
dere oorzaken zijn voor zijn grooten en
sterken invloed. Hij was geen geleerde,
zooals zijn wat jongere tijdgenoot Hiero-
aymus, die in 420 stierf, en hij verdient
ook niet den naam van kerkvader, als
Ambrosius, die in 397 overleed. ZeKer
deed hij aan bespiegeling, maar deze be-
spiegelingen en meditaties gingen bij hem
gepaard met allerlei practischen arbeid.
Hij trad forsch op tegen heidensche af-
goderij en evenzeer tegen de Ariaansche
kefcterij, maar hij was daarnaast tot groote
zaohtheid geneigd, als hij oog in oog tegen-
over de menschen kwam te staan. Hij was
eem gevoelsmensch: hartelijk, voor indruk-
ken vatbaar, teer, niet bijzonder diep, van
blik of geest, maar wel buitengewoon vol-
hardend; hij mocht met Paulus zeggen. dat
hij ze alien overtrof, maar hij wilde toch
niets liever zijn dan aller dienaar; hij was
op aarde thuis, volkomen, maar hij was
toch nog meer thuis in de onzichtbare
werekl, zoodat hij zooals een van zijn
biografen het zoo aardig uitdrukt ,.den
duivel ook onder een masker erkende, met
Engelen en Apostelen verkeerde als een
mas met zijn vriend, en hij herhaaldelijk
met openbaringen van den verheerlijkten
Christus verwaardigd werd
Het jaar zijner geboorte moet zijn ge-
weest 316 of 317 en deze zal dus zijn sa-
mengevallen met den aanvang van de
kerstening van het Romeinsche rijk dat
groote en belangrijke keerpunt in de ge
schiedenis. Moge Constantijn al privi
leges hebben geschonken aan het Chris
tendom, en mag hij persoonlijk monotheist
zijn aeweest, Evangeliebelijder was hij
aiet. Ten einde zijn invloed in de mach-
tige heidensche kringen te behouden,
bieef hij b.v. opperpriester van den Ro-
meinschen eeredienst. Een openlijke be-
lijdenis van het Christendom vermeed
Constantijn zorgvuMig en opzettelijk, en
eeest op zijn sterfbed (337) liet hij zich
doopen. Zoo mag dus gerust worden ge-
zegd, dat zijn bekeering er eer een was
tot de Kerk dan tot Christus. Constantijn
zag in de Kerk het eenige middel om de
eenheid en zedelijke wedergeboorte van
het Rijk te bevorderen. En zoo genoot de
Kerk een tijd van sterken bloei en van
machtige begunstiging.
Een gevoelig hart als dat van Martinus
koa natuurlijk voor en om deze dingen
aiet onbewogen blijven. Ook het gods-
dienstige leven begon nieuwe vormen aan
te aemen en nieuwe vragen kwamen op
en naar voren. Zoo interesseerde men zich
bijzonder voor de kwestie: wie en wat
Christus eigenlijk was. In welke betrek-
king Hij stond tot God Wat de verhou-
ding was van Zijn menschheid tot Zijn
Godheid Hoe Zijn Godheid te rijmen
was met Gods eenheid Te Alexandre
omtbrandde de strijd. Arius bracht door
zijn ontkenningen de geheele Kerk in rep
en roer. Constantijn zelf kon natuurlijk de
diepe beteekenis van deze geschillen niet
vatten; het eenige, waarmee hij rekende.
was: de eenheid van het Rijk, en daarom
riep hij in den zomer van 325 te Nicea in
Bithynie een algemeene Kerkvergadering
samen. Bijna de gansche Kerk was daar
vertegenwoordigd en ook de Keizer in
hoogst eigen persoon verscheen er. 318
bisschoppen moeten er been zijn gereisd.
Het was een vergadering van martelaars:
daar waren heel wat menschen aanwezig,
die (om met Paulus te spreken) ,,de littee-
kenen van Christus Jezus in hun lichaam
dragen". Daar werd de bekende en nogal
hfeede geloofsbelijdenis van Nicea op-
g»Siefct. Dit alles is op de ontwikkeling
ya» Martinus van grooten invloed ge-
wfeest.
Hn dan was hij bovendien monnik
Zoolang de werekl heidensch was, kon
ie ernstige Christen best in haar leven,
maar zoodra zij christelijk werd, achtte
de ernstige mensch zich geroepen haar te
oatvluchten. Zoo ging het ook met Mar
tinus. Geboren te Sabaria, in Honoarije,
en opgevoed te Ticinum, het latere Pavia
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
tegon heeschheid
(in Italie), werd hij eerst voor den krijgs-
dienst bestemd, en ontving daarom ook
zijn martialen naam (ontleend aan Mars,
den krijgsgod)Maar deze bestemming
strookte' n'iet met het religieuze gemoed
van den knaap. Als jongen van 10 jaar
verzocht hij den Bisschop om onder de
Katechumenen te mogen worden opgeno-
men, en twee jaren later zocht hij reeds
de kringen der asceten op, het een zoowel
als het ander tegen den wil van zijn
ouders, die dan ook gedaan wisten te
krijgen, dat hij onder de wapens moest
komen. Maar ook onder ,,dienst'' bracht
hij het dienen van anderen trouw in toe-
passing. Alles wat hij kon, spaarde hij op
van zijn soldi) om aan noodlijdenden
steun te verleenen. Ellende kon hij niet
zien. in een strengen winter, toen hij al
les weggegeven had behalve zijn wape-
nen en mantel, trof hij een bijna naakten
bedelaar aan, die door iedereen werd
veronachtzaamd, maar Martinus gaf de
helft van zijn kleed aan dien bedelaar en
bedekte zichzelf zoo goed en zoo kwaad
als het ging met de andere helft. Des
nachts, in den slaap, verscheen hem de
Christus, bedekt met het stuk, dat Marti
nus had weggegeven. Toen eindelijk zijn
regiment tegen de Germanen moest op-
trekken, besioot hij het leger te verlaten.
En hij kreeg vrij gemakkelijk zijn ontslag.
Tot voltooilng van zijn religieuze vor-
ming ging Martinus nu naar Poitiers, tot
Hilarius, een van de beroemdste ver-
tegenwoordigers van de Niceensche
rechtzinnigheid. Kort daarop bezocht hij
zijn heidensche ouders, maar deze reis
was heel moeilijk. Hij viel in de Alpen
onder de roovers, en hij was bijna gedood.
Zijn gesprek met deze lieden maakte ech-
ter zulk een machtigen indruk, dat een
hunner zich bekeerde en hem den weg
naar Milaan wees. Bij zijn ouders aan-
gekomen, mocht hij de vreugde smaken,
zijn moeder tot bekeering te brengen,
maar zijn vader bleef fanatiek. Echter
werd Martinus nu door de Arianen, die
verbitterd waren om den invloed en den
zegen zijner prediking, mishandeld en
verbannen. Sindsdien zien wij hem te
Milaan, vanwaar hij echter ook weer
verdreven werd. Via allerlei plaatsen
kwam hij eindelijk bij Hilarius te Poitiers
aan. Er wordt verteld, dat hij hier twee
menschen uit de dooden zou hebben op-
gewekt. En toen te Tours de Bisschops-
zetel vacant kwam, begeerde men aldaar
Martinus. Doch deze. weigerde. Hij was
niet genegen zijn klooster te verlaten.
Een burger van Tours, Rusticius, bedacht
toen een list. Hij smeekte, dat Martinus
zou komen en zijn kranke vrouw gene-
zen. Nu ging de Heilige mede, en vond
hij buiten het klooster een groote menigte,
die van alle kanten was samenqestroomd,
en die hem als eerewacht naar Tours ver-
gezelde en hem de Bisschoppelijke waar-
digheid opdrong. Zijn concurrent was
een zekere Defensor, vermoedelijk bis
schop van Angers, maar de voorlezing
van Psalm 8 3 ,,Uit den mond der kin-
deren en der zuigelingen hebt Gij u lof
toe bereid wegens uwe vijanden om den
vijand en beschermer (in het Latijn staat:
Defensorem) te vernietigen" gaf den
doorslag. Sedert dien woonde Martinus
onafgebroken te Tours.
De Galliers, onder wie Martinus thans
leefde, waren berucht om hun valsch-
heid en wraakzucht. In de steden heersch-
te groote weelde, doch in de dorpen nij-
pende armoede. Het landvolk was ook
nog overwegend heidensch en hun religie
was een lage vorm van Panthei'sme. Zij
vereerden bosschen en boomen, steenen
en bronnen. De verwoestinq van een
tempel zouden deze heidensche dorpelin-
gen nog hebben geduld, maar zij verzet-
ten zich met man en macht, als Martinus
een eik wilde veil en. De heiligheden wer-
den in processie rondgedragen en de
dooden op heidensche wijze ter aarde be-
steld. Zoo stonden heidendom en Chris
tendom in het maatschappelijke naast el-
kander. En te midden van deze zoo dood-
arme wereld kwam nu een geloovig
idealist als Martinus te leven, een man,
die, zeker, Bisschop was, maar die tege-
lijkertijd monnik wenschte te blijven. Een
tijdlang bewoonde Martinus een eel bij
de kerk, maar later bouwde hij buiten de
stad het klooster Marmoutier, waarheen
slechts een smal voetpad toegang ver-
leende. Hier kon hij alleen zijn en kon hij
leven in den diepsten eenvoud. Wel was
hij geen theoloog, maar des te grooter
was zijn kracht op het gebied der prac-
tijk. De Gallische boeren vreesden den
strengen man niet zonder reden. Ge-
schenken nam hij alleen bij uitzondering
aan. Geld, dat hij ontving, gebruikte hij
niet eens voor het klooster (naar zijn
meening was de Christelijke gemeente
zelve verplicht om daarvoor te zorgen),
maar hij besteedde dat geld om er qevan-
genen mee los te koopen. En nooit kwam
hij de machtigen der aarde in het gevlei.
Toen de keizer hem eens ter maaltijd
noodigde, verklaarde Martinus ronduit,
dat hij nooit zou kunnen aanzitten met een
man, die den eenen Keizer onttroond en
een anderen vermoord had. Ook met de
geestelijkheid stond hij op gespannen
voet, omdat hij met Christus' eischen meer
ernst maakte dan de meesten hunner. En
dit conflict bereikte zijn hoogtepunt, toen
er scheuring kwam in de Spaansche kerk,
en Martinus de zijde koos van Priscillia-
nus. De ervaringen, die hij daarbij op-
deed, waren van dien aard, dat hdartinus
zich niet meer met de Bisschoppen inliet
en geen Synode meer bijwoonde.
Zoo is het leven van Martinus een be-
stendige openbaring geweest van goed-
heid en macht, van macht en goedheid.
Volgens een zijner levensbeschrijvers was
hij de dertiende Apostel, beschikkend
over vuur en water, wind en hagel, ziek-
te en dood, mensch en dier. En inzon-
derheid dankte hij zijn populariteit aan
zijn suggest!eve macht over kranken.
Daarvan worden vele en krasse staaltjes
genoemd, die wij hier echter wegens
plaatsgebrek niet kunnen mededeelen.
Ook was Martinus beslist visionair. Het
bovennatuurlijke was voor hem geen
abstractie, dat buiten zijn zieleleven om-
ging, de hoogere wereld was hem niet
vreemd. Maar daarbij en daartegenover
stond evenzeer een zware strijd met de
geestelijke machten. Zelfs in zijn sterven
iiet de Satan hem niet los. Het laatst
ontmoeten wij Martinus te Candes, een
klein plaatsje aan den linkeroever van de
Loire, waar hij een geschil tusschen qees-
telijken wilde vereffenen. Toen hij den
vrede hersteld had, en hij reeds naar zijn
klooster wilde terugkeeren, werd hij
krank; zijn krachten begaven hem. Hij
riep zijn leerlingen samen, en zeide hun,
dat zijn ontbinding nabij was, want Mar
tinus wist het uur van zijn dood. De
broeders waren diep bedroefd en ween-
den luid. ..Waarom, o vader, verlaat gij
ons of aan wien zult gij ons in onze
troosteloosheid overgeven Roofzuch-
tige wolven zullen uwe kudde aanvallen.
En wie zal ons voor hunne beten be-
schermen, wanneer de herder geslagen
is? Wij kennen uw verlangen naar
Christus; uw loon staat vast; heb liever
medelijden met ons. die gij achterlaat
Door deze woorden bewogen, antwoord-
de hij de weenende broeders in een qebed
tot den Heer: .Wanneer ik, o Heer,
voor uw volk nog noodig ben, wijs ik den
arbeid niet af; Uw wil geschiede...
Werkelijk zwaar, o Heer is de strijd,
maar wanneer Gij beveelt, wil ik dien
voortzetten; onder Uwe vanen wil ik
dienen, zoolang het U behaagt. Ontziet
Gij den ouderdom, mij wel; Uw wil ge
schiede. Deze, voor wie ik in zorg ben,
zult Gij zelf bewaken." Zijn jongeren
wilden wat stroo onder zijn lichaam leg-
gen, waarop hij zeide: ,,Het betaamt den
Christen in asch te sterven; gaf ik een
ander voorbeeld, dan zondigde ik." En
toen men hem op zijn zijde wilde leggen,
wees hij dat af, en sprak: ,,Laat ik liever
naar den hemel dan naar de aarde zien,
broeders, opdat mijn geest, nu hij gereec
is naar zijn eigen sferen te gaan, gericht
worde op den Heer." Hierop verscheen
hem nog eens de duivel. „Wat doet gij,
hier, bloedig monster Aan mij hebt gij
niets; Abrahams schoot. neem mij op
Met deze woorden ontsliep hij. Zijn aan-
gezicht schitterde als van een engel; zijn
leden schenen wit als sneeuw.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
50-40-35-30 ct
per Vi pond
HET ROODE KRUIS EN
WATERSNOOD.
DE
De Koningin betuigt hare groote
tevredenheid.
Nu het hoogtepunt van de ramp, door
de overitrooming veroorzaakt, voor ij is
en m n het werk, dat in allerijl verricht
werd om de eerste hulp te verleenen aan
de slachtoff'ers, eenigszins kan overzien,
hebben wij scbrijftde H. Cri. een o derhoud
gehad met den secretaris generaal van het
Nederlandsche Roode Kruis, mr, G. van
Slooten Azn., die zoo w lwillend was on-
danks zijn overdrukke bezigheden, ons ge-
dnre de een uur te w ord te staan over
de verrichtingen van h t Roode Kruis ten
beh eve der door den vloed getroffenen.
Wij waren hier in het centrale punt der
organisatie, aldus mr. van Slooten, eeniger
mate roorbereid op de komende gebeurte
nissen en op Oudejaarsm ddag om 2 uur
was bet Hoofdbestuur juist in besprek'ng
over de te nemen maatregelen, wanneer het
steeds stijgen.le rivieswater tot een cata
strophe aanleiding mocht geven, toen het
eerste alarmeerde telegram uit het Zuiden
bi: neukwam, hetgeen de mededeeling be-
helsde dat een der Maasdijken was bezweken.
Onmiddellijk gingen toen de telegrammen
naar de KringcommissarisseD in de Zu de-
lijke provincies uit, teneinde hen te waar-
schuwen zich gereed te houden om hnlp
te "bieden op die punten, waar dit noodig
zou blijken.
Elke provincie ressorteert onder een
rringcommissaris, alleen Overijoel en Noord-
Holland zpn in deze verdeeling gesplist.
De kringen beschikken over de groote
magazijnen van het Ro' de Kruis, die in
slle groottre steden zijn gestationeerd De
mogazijnen bevaben alles, wat dienstbaar
is voor de eerste hulpverleening in tijd
van oorlog, maar haar inhoud wordt, als
vanzelf spreekt cok hij groote rampen be-
schikbaar gesteld.
Niet alleen verplegings- en verbaudma-
teriaal, maar ook hetgeen benoodigd is
voor het vervoer van zieken en gewonden,
bevinden zich in deze magazijeer. Volledige
transportcolonnes kunnen hier worden uit-
gerust en de mannen, die er deel van uit-
maken. zijn speciaal opgeieid om op kritieke
oogenblikken onmiddellijk hulp te verleenen.
Het Roode Kruis was dus direct paraat
en niet alleen in de tedreigde gebieden,
maar in het geheele land s*onden de kring-
commissarissen met hun mannen gereed,
om op het eerste t^eken naar het terrein
van de ramp te vertrekken.
De geheele organisatie van het Roode
Kruis is er op ingericht, om zoo srel en
zoo uitgebr-id mogelijk hulp te verleecen.
In dit opzirht is bet wel het meest ge-
lijkend op een oorlogsorganisatie, maar
overigens heeft het, en gelukkig, veel meer
met rampen in vredestijd van doen.
Op het oogenblik is de eerste hulp ver-
leening vrijwel afgeloopen. De magazijnen
zijn in het Zuiden ook nagenoeg uitg>put
en een 800 a 900 bedden met volledig
toebehooren zijn in een paar dagen ten
behoeve der vluchte'ingen verstrekt.
Enor me pakketten Gon da- kaarsen en ettelijke
kisten met rantsoenen zijn naar de geiso-
lerrde plaatsen verzonden.
Met grooten lof gewaagde de secretaris-
generaal van het werk, dat de Roode kruis-
mannen en hun leiders tijdens het hoogte
punt van de ramp hebben gepresteerd.
Zonder eenige hapering :s het reddings-
en ondersteuningvwerk verloopen. Alles
bleek pa^klaar voor de hulpverschaffing en
de organisatie bleek tot in onderdeelen te
kloppen.
DagHijks krijgt men hiervan nog de be
wijzen, want de te'egrammen en andere
ber'chten blijven stroomen naar het hoofd
bureau aan de Princessegracht, waar een
speciale staf zich met de ontvangst en
verdere afwikkeling be^ighoudt. Het net.
welks centrale punt hier ligt, overspant
het geheele overstroomingsgebied en iedere
maatregel heeft zoodoende zgn onmiddellijk
nuttig effect.
Ook de Koningin liet zich gedurende
haar toeht door de geteisterde streken,
jegens den voorzitter van het Roode Kruis,
jhr. Roell, die haar vergere'de, waard- erend
uit over de act:e der vereeniging.
Op het oogenblik, nu de verzoeken om
onmiddellijke hulp van de slachtoffers op
de plaats zelve, eenigszins luwen, richt
het Roode K uis meer zijn aandacht op de
verzorging der vluchteiingen, die in Maas
tricht," Roermond, Nijmegen, Arnhem, Ede
en Tie! zijn o dergebracht, grootendeels
in ontruimde militaire kazernes
Daarheen worden thans de hulpmiddelen
uit de kriDgmagazijnen gedirige rd vcor
zoov r zij benoodigd zijn.
Ook stelt de vereeniging verplegend per
soneel beschik'aar, want de bans is niet
uitgrsloten, dat in deze concentratie-punten
epidemische ziekten ontstaan.
In Tiel b.v, blijken de mazelen onder de
kinderen te zijn uitgebroken, welke ziekte
zich snel uitbreidt. Een aantsl verpleeg-
sters is derwaarts gezor.d n.
Ret Roode Kruis arb idt in en om de
overstroomingsgebieden in nauw contact
met Oorlog. Alle verplegingsartikelen
worden gratis ter beschikking gesteld z o
ook het overige maieriaal. Hi rmede gaan
groote uitgaven gepaard, maar de verees i-
ging hoopt dat de Ntderlandsche welda-
digheid blijken zal, wanneer volge' de week
de inzamel ng voor het Roode K uis wordt
gehoaden. Het Interna io: ale Roode Kruis
comite, dat te Geneve zeteit, heeft zich op
de h ogte doen stellen van den omvang
der ramp in ons land, evei als de Lique
Internationale de Ja Croix Rouge teParps
Van beide •orporaties werden sympath e
betuigingen oi.tvangen.
De president der Ligue Internationale
de la Croix Rouge, captain Petersen, zal
morgen hier ter stede aankomen en onder
Riding van eenige leden van het boofd-
bes'uur, het overstroomde gebied bezoeken.
De mogelijkheia is niet uit.gesloten, dat
deze toeht per vliegtuig geschiedt. Het
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
relaas van onzen specialen vc-rslaggever,
die door de lucht de geteisterde streken
bezocht, heeft tot dit voornemen aanleiding
gegeven.
Bet contact met de internatiorale ver
eeniging heeft niet de strekking. om de
milddaHgbeid in het luitcnland ten be
hoeve der slachtoffers op te wtkken.
leder laLd zorgt zooveel moge.'ijk voor
zichzelf, ook Nederland.
Dagelijks vergadert in deze dagen het
hoofd! estuur aan de Prir.cessegracht, om
den toestand en de in verbaDd daarmcete
nemen maatregelen, te bespreken. Ook de
Prins, de eere-voorzitter, ne mt. aan deze
besprekingen regelmatig deel.
NATIONALS OPROEP TOT STEUN.
De volgende oproep is tot het Neder
landsche volk gericht
„Wederom treft ons land een groote
ramp. De uitvoerige ber'chten in de pers
behoeven geen nadtre toelichiing. Gelde-
lijke steun aan de slachtoffers van den
watersncod moet zoo spoedig mogelijk ver-
leend worden. Onze eommissie is in staat
in den eersten nood te vcorzien, doch haar
geldmiddelen ten bedrage van rond 250.000
zullen, gez en den omvarg van de ramp,
spoed^g uitgeput zijn. Ahij doen een d in-
gend teroep, om ons in staat te stellen,
waar noodig steun te blijven verleenen.
Giften zullen dankbaar 'n ontvangst ge-
nomen worden door onzen penningmeester,
jhr. H. M. van Loon, Keizersgracbt 579—
581 te Amsterdam, Rekening Alg. Ver.
Commissie bij de heeren Hope Co.. Post-
giro no. 8578, Gem Giro AA no. 491.
In het belang van een goede organisatie
en beboor'ijke besteding en verantwoording
der giften is bet gewenscht, uitsluitend
aan of voor onze commissie giften te
geven ten bate der slachtoffers van den
watersmod. Van de Koningin mocbten
wij reeds 10.000 ontvangen als eerste
blgk van haar belangstelling.
De Algemeene Vereenigde Commissie
tot leniging van rampeD door water-
snood in Nederland
W. de Vlugr, burgemeester ^au Am
sterdam, Voorzitter; Walrave Ro'sse-
vain, voorzitter van administrateuren
van het Fonds der Commissie mr. A.
W Gerritzen, Secretaris, Heerergracht
286, Amsterdam jhr. A. M. van Loon,
Penningmeester. Amsterdam; mr. W.
J. M. WesterwoudtJ. M Telders mr.
L. Ch. van EeghenF. J. M. van
Ogtrop mr A. A. baron van der Feltz
H. W. '"an Marie; F. Lief'inck Hzn.
Paul May; mr. J. A van Sonsbeek"
TER NEUZEN, 8 Januari 1925.
DENKT OM UW RIJWIELPLAATJE!
Gisteren was het, zooals wij reeds
meldden, de fatale dag, waarop ieder
wielrijder moest voorzien zijn van een
nieuw rijwielplaatje. Naar wij vernemen.
zijn gisteren alhier verschillende wiel-
rijders en -rijdsters, die in dit opzicht
vergeetachtig waren, door de betrokken
ambtenaren aangehouden en bekeurd
CHR. WINTERLEZING.
Gisteravond trad in de Ned. Herv.
Kerk alhier voor een zeer talrijk gehoor
op Prof. Dr. Th. L. Haitjema, van Gro-
ningen, met het onderwerp: ,.Het Kruis
van Christus en de menschen van dezen
tijd". Naffat de heer J. Christiaanse de
bijeenkomst op de gebruikelijke wijze had
geopend, verkreeg Prof. Haitjema het
woord, die allereerst behandelde de ver
schillende vormen van tegenstelling van
het Kruis van Christus met den moder-
nen mensch, als daar zijn: 1°. Onver-
schilligheid. 2°. de z.g. godsdienstige
opwaking, 3°. de breede waardeering
van God door den modernen mensch, en
4°. de heftige vijandschap.
De hedendaagsche mensch leeft al
dus spreker als in een cirkel, waar het
Kruis van Christus is buitengesloten en
IJia U>a J8»H Li iLII. awr IT m^^3^XS3SS£^B^sS^S&kA&
,8-T.
ZENSCHE COURA
settS
ROOKTABAn
ROCDFjTEk
■meoDORus
NIEMEUER