AL6EMEEN NIEUWS- EK ADVERTENTfBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEBEN. Het huis van den zonderling. t No. 7857. Vrijdag 1 Januari 1988 66e Jaargang ABOMESflEMTSPSIJS: fiuarx&s v.m jbxaA-JD' De Jaarswisseling. F B tllLLBTOy. i Ml de Ejbs TER HEUZENSCHE EBB38K& wssisamsm Voor binnen Ter Neuzen. 1,40 per 3 rnaanden Vine Ned. indie en Ainerika f 2,70 per 3 niaanden Voor buiten Ter Neuzen tr. per post 1.80 per 3 rnaanden Bij vooruitbetaiing fr. per post /fhb0 per jaar - Voor 't overig buiteniand 3,35 per 3 maanden Abonnementen voor't buiteniand alleen bij vooruitbeiaiinj: Hoe ook het moderne leven, waarin ailes wordt ingericht op'het „vooruit! steeds sneller!" ons meer en meer naar bet materialisme dringt en weiniq tijd ,aat voor idealen, blijven er toch tijdstip- pen en omstandigheden, voortgesproten uit oude gebruiken, aan welker invloed we ons niet kunnen onttrekken en die ons nopen althans een wijle stil te staan om een terugblik te werpen op onze afge- leode levensbaan en ook wel de kansen te berekenen waarheen deze ons verder zullen voeren. Qelukkig dat dit zoo is, dat er van die rustpunten komen, tijden van herinnering, overwegen en vooruitzien ook van een vragen waarheen Immers, we leven steeds voort, in vas- ten reqel zien we den dageraad gloren en den nacht Veer aanbreken, we weten, dat elk etmaal ons nader brengt aan den eindpaal, doch velen loopen daar in het algemeen gedachteloos overheen, omdat dit zoo gev/oon is, en aldoor teruakomt. Doch, wanneer een bijzondere aanleiding de lengte van de reeds afgelegde levens baan ons in de gedachten brenqt, ontwelt als het ware met verbazing aan het ge- moed de opmerking: .reeds zoolang!" iBen aanleiding tot herinnering, tot na- deraken, is de Oudejaarsavond, de over- gang van Oud naar Nieuw, bij uit- aesaerdheid. De Oudejaarsavondklok oefent dan altijd een grooten invloed uit. In werkelijkheid is er geen overganq, aeen stilstand, geen verandering. De dagen, de jaren en tijden glijden ruste- loos voort, als het zand der rivier, als de rollende golven van den onafzienbaren Oeeaan. Wij, menschen. bezitten zelve den tijd. Tijd doet denken aan eene wij- zerplaat met mechanisch beweeg, rond- draaiende uurwijzers, een kleinen. die de urea, aanwyisf, eep grpoten. die deze,„in stukjes rerdeelt. 'lijd cloet denken aan het op- en ondergaan der zon, aan de ronddraaiende assen van wentelende pla- neten, aan den mensch, die geboren wordt en opgroeit en sterft, die komt, maar ook weer henengaat. De realiteit kent geen tijd, geen gisteren. geen morgen. sfechts eea heden, een eeuwig heden, indien we dat zeggen mogen. want ook eeuwig is een tijdbegrip. Zoo luidt de mensch zelve de Oude jaarsavondklok, en ook, terwijl deze luidt, vliedt de tijd voort, want in den weg der eeuwen staan geen mijipalen. Hij luidt haar op het tijdstip, dat het uurwerk, vol- aens berekeningen naar het groote uur werk des heelals geregeld, den overganq aangeeft. Daarom, ofschopn het oogenblik van overhang eigenlijk hiets is en wij niet kun nen verwachten, dat'het nieuwe jaar iets geheel riieuws, iets anders, iets buitenqe- woons brengen zal, dat de laatste dag y van het oude anders is dan de eerste dag van het nieuwe, de dreunende tonen van de Oudeiaarsavondklok, die weergalmen door de ijle ruimte, in dorp en stad, doen iets trillen in ons hart, omdat zij, hoewel zuiver menschelijk/ ons mysterieus toe- schijnen. De grondtoon van aller menschen qe- dachten, het lied, dat de ziel dan inzon- derheid zingt en telkens en telkens, als gedwonqen, herhaalt. is: weemoed, on}- dat hij het hoort, ziet en bekennen moet. dat hij verqankelijk is, dat zooveel in het weggestorven jaar hem weer dntzonk, dat eenmaal alles hem ontzinken zal, maagd en vriend, qeld en goed; kroon en goud en scepter, flonkerend gesteente en rui- schend gewaad. pen en boek instrument en penseel, alles, ja alles: de dood zal in i i'iw Hiimawii mi urn i ih n f iiinma komen en het wegzwiepen met den bezem der beeindiging in den bodemloozen, noolt verzadigden afgrond der verganke- lijidxeid. Allerlei komt dan naar boven dat men geleerd he-eft en kent, bij den denkende althans, een gedicht, een spreuk, eens aan de knieen der moeder geleerd, of een lied of een kerkgezang, b.v. Bui-en, dagen, rnaanden, jaren, "liegen als een sev:tduw lieen." of ook: „Gelijk het gras is ons kortstondig leven, Gelij-k een bloem, die, op het veld verheven, 'Wel sieiiijk pronkt, maar krachtloos is [en teer; Wanneer de wind zich over 't land laat [hooren, Dan knakt haar steel, haar schoonheid [gaat verloren, Men kent en vindt haar standplaats [zelfs niet meer". Inderdaad De tijd is als een schaduw. De mensch is als een bloem, en ook bloe- men op het levenspad blijken maar al te vaak slechts bloemen te zijn, die ras ver- welken, waarvan op 't onverwachts den steel knakt, wanneer het qeraas, getier en gebulder van den wind zich met de me- talen stem der klokketoonen vermenqt. Dat'alle vleesch gras is, is erg, doch dat ,de bloemen tusschen het gras, die het leven mooi maken, die ook in het afge- loopen jaar door hare tooverkracht met het leven deden verzoenen verqanke lijk zijn, is erger. Al het dierbare, het zoete, het bekende, beminde, slechts bloem Wel verschillend is het terugdenken en het vooruitzien der menschen op den stillen Oudejaarsavond, op een tijdstip, dat zelfs de natuur rust, om straks te ont- waken tot een krachtig, nieuw leven. Door de meeste menschen wordt de Oudejaarsavond gevierd in den gezelli- gen familiekring, die dan dikwerf ook iets grooter dan qewoonlijk is, omdat juist tegen dezen tijd van 't jaar de reeds ver- spreide deelen^van het ouderlijk huis zich plegen te vereenigen, teneinde nog eens van het samenzijn te smaken. Moge er ook nu in iedere huiskamer een vriendelijk iicht stralen, een licht, waarbij zooveel een ander aanzien krijgt, waarbij oude grieven vergeten worden, waarbij wij in de harten, die tot dusverre, meer dan wenschelijk, voor ons waren, aandoeningen, herinneringen, vooruit- zichten opmerken, meer samenstemmend met de onze dan wij hadden kunnen ver- moeden. Moge de kring, dien wij met de onzen vormen, een symbool zijn van de onderlinge liefde, die ons samenbindt, zoodat alles wat deze zou kunnen ver- storen, wordt uitgebannen en, wat haar vaster en inniger kan maken op den voorgrond treedt. Oudejaarsavond kan op verschillende wijze worden gevierd, kan tot uiteenloo- pende gedachten aanleiding geven. In hoe verschillende omgeving kan hij ons aantreffen, in hoevelerlei stemming kan hij worden doorgebracht. De juichtonen over verkregen, over toenemend, over herkregen geluk; de jammerklachten over verdwenen genot, bedrogen verwachtin- qen, teleurgestelde hoop, verijdelde droo- men; de wanhoopskreten over een ver- beuzeld jaar, over verspeelde kracht, be- dorven geluk, weggeworpen vrede; de beden, de verzuchtingen van een berouw- vol gemoed, tot nieuwe krpchtsinspan- ning bereid, dit alles stijgt in den Oude jaarsavond op naar den zwijgenden hemel. Daar zijn er voor wie het scheidend jaar ongunstig is geweest, die afscheid hebben moeten doen van geliefde tocht- genooten door het leven, hun in een *vreeselijk oogenblik van het hart ge- scheurd, getroffen door de steeds maaien- Van ERICH EKENSTEIN. 18) Vervolg.) Dan een plotseling, verblindend flik- kerlicht, een vreemd schudden in handen e» voeten der danseres, een opvlammen van rookwerk in de gouden urnen van den tempel en de droom verzonk. De witgekleede gestalte rustte weer roerloos op den achtergrond. Het gordijn viel Iangzaam toe, de muziek stierf weg. In het tweede tafreel dezelfde gestalte in het rozige licht van een toovertuin. waar palmen hun kronen uitbreidden over geurende ro'zen. Nu klonk de muziek als vogelzang, zacht en zoet. Een langdurige bijval volgde la belle Adisane boog twee keer verlegen bijna linksch, rtiet een ^acht kinderlijk lachje en rverdween. Geen applaus of roepen bracht haar w'feer naar voren. Eenig, schitterend, riepen de dames in 'extase en vele heeren -vielen haar hii. Alleen een heer. clie zich bij Wasmut en Karsten had aamgesloten, zei geergerd: de zeis, die overal zijn offers neernt, zoo- i wel in de paleizen, als in de schamele hut- ten, die zijn offers zoekt, zoowel onder de jongeren als onder de ouderen. Zoo staren er naar de ledige plaats aan den haard, waar een vader, een moeder i aan het gezin werd ontrukt, of ook naar de ledige wieg, die de hoop van het ge- j zin bevatte, doch Wier levenslamp naar cnze menscheiijke ppvatting te vroeg, te ontijdig werd geol' pcht. Maar ook zijn er, die met dankbaar- heid kunnen rondzien in den kring. die nog alien bevat, die -een jaar te voren daar bijeen waren, in een kring, die welli-cht ook nog verrijkt is. Daar zijn ook ouders, echtgenooten, die met grooten dank in het hart zijn vervuld, wanneer zij zich herinneren de bange uren, doorwaakt aan wieg, aan de sponde, de spanning, waarin zij in die tijden hebben verkeerd, toen ziekte van een geliefd wezen het gevaar van een verlies onder de oogen deed zien en het groote geluk, dat zij smaakten, toen zij in den kamp om het leven bleken te overwinnen, en het ge liefde wezen hun als opnieuw werd ge- schonken. Falrijke gebejien stijgen ook omhoog, overvloeiende van dank aan den Almach- tige voor het aanzijn, van dankbaarheid voor de weldaden die wedervaren zijn. berusting schenkend aan hen wie het leed niet spaarde, al was het dan ook, dat de smart hen tot in het diepst van de ziel trof, kracht afsmeekende voor het verder afleagen van het levenspad. Ongetwijfeld doemen voor onze oogen voorvallen of omstapdigheden op van bij- zonder zwaar getroffenen. In het schei- dende jaar bleven deze niet achterwege. Hoe moet het de getroffen gezinnen in de verwoeste plaats^n in het Oosten van ons vaderland te moe-de geweest zijn, toen een natuurkracht, op een tijd korter dan dien we noodig hebben dit neer te schrijven, hun tehuis verwo^stte. En ge luk' ;g hi even toen cz verliezen aan men- schenlevens beperkt hetgeen bij een der- qelijke ramp een wonder mag heeten. Do*h juist in verbar-d met die ramp is ge- bleken, dat de liefde tot onze naasten nog niet de wereld uit is en is uit binnen- en buitenland een zoodani-gen steun ver- leend. dat althans de materieele nood kon worden gelenigd. Omherstelbaar echter is het lot, dat door de woedende stormen is overkomen aan de bemanning der Terschellinger- loods'ooot en niet te verqoeden het ver lies, dat hunne gezinnen daardoor komen te lijden. Daar zal geen opgewekte toon heerschen waar hun familie bijeen is. evenmin als zulks het geval zal zijn in de hutten der overblijvende betrekkingen van de Maassluische visschers, die in denzelfden stormnacht hun leven Iieten. en bij de verschillende families, die offers aan de zee brachten, waarbij zeker niet te vergeten zij, die omkwamen bij de scheepsrampen op de Zuiderzee. En hoe droef moet -het er ook uitzien bij de betrekkingen van hen, die offers te betreuren hebben door de vreeseliike ramp van de laatste dagen, aan 't Th-ool- sche Veer, waar een zestal vrouwen en kinderen, die thuis verwacht werden, als gevolg van een wie weet hoe klein 'mecha nisch gebrek eener machine in de duistlr- nis in het water omkwamen. Donker zal het er in de harten der overblijvenden uitzien, en vermoedeliik- zal herhaaldelijk een „waarom?" opwel- len, een vraag echter, waaroo het ant- woord achterwege blijft. Mogen zij echter alien qeschraaqd worden, om ook deze bittere uren weer te boven te komen, want het valt volko- men te beseffen, dat bij zulke beproevin- gen meer dan gewone berusting en kracht noodig is, om ten slotte het hoofd weer te kunnen opheffen. Wat een ontnuchtering. Wasmut zag hem aan met een blik van medelijdende geriagschatting. Was het mogelijk, dat iemand niet'in staat was dit hooge, reine te waardeeren. N-een, la belle Adisane kon onmogelijk die vrouw zijn, welke naar dr. Herrlin- gers mededeelingen over haar huwelijk met Torwesten vermoed had. Het moest destijds in Londen anders toegegaan zijn. Zeker was zij het ge weest, die Torwesten had laten gaan, nadat ze ondervonden had, dat hij harer niet waardig was. Terwijl hij dit overdacht, volgde hij mechanisch zijn vrienden naar den uit- gang, want velen. die slechts gekomen waren om de droomdanseres te zien. ver- lieten nu voor het begin van het volgende nummer de zaal. Plotseling hoorde Hempel achter zich een vrouwenstem halfluid zeggen: Ja, ze is veel gevaarlijker, dan ik dacht. Ik werd er bijna bang van. Hij keerde zich om en zag in een mooi meisjesgezichtje door zwart haar om- lijst met groote blauwe ooqen, die nu angstig naar haar qeleider opzagen. Wat beteekenden die vreemde woe kcndeti toch alleer zien dan een'kunstenares alleen. Doelde dat gevaarlijk zijn op de schoonheid van Adisane? G; - het hier om vrouwelijke ijverzucht Wasmut voelde plotseling een inner- lijken drang om op het meisje te letten en te zien wie haar qeleider was. Een van de dames van zijn qezelsc.bap wendde zich echter met een vraaq tot hem, zoodat hij niet zijn aandacht kon wijden aan het paartje dat hem interes- seerde. Toen hij omzag waren beiden in het gedrang verdwenen en hij kon ze niet teruqvinden. Ze moesten den tuin dadeliik na het optreden van de droomdanseres hebben verlaten. HOOFDSTUK IX. Intusschen qinqen de twee, die Was mut tevergeefs in den tuin qezocht had, zwijgend den weg langs. 't Was Heidy Siebert, die Silas Hem- pel gevraagd had, met haar naar Olvm- pion te gaan, omdat ze Torwestens vroitw mpest zien. eer ze verder besluiter nam. Nu. u is immers zoo stil iuffrouw Heidy. zei de detective eindelijk. Heeft die A.disave 11 misschien betooverd dat nqer seres betrekkinq hebben. Maar d: n moest die jonge dame in haar iets anders B-etooVerd Neen. TP nrtiiBrs wat achter dat maskpr steekt. En toch, Fe wenschen ware het, dat op dezen avond elk onzer, in welke stemming hij ook verkeerd en in welke omgeving hij zich ook bevinden moge, althans een oogenblik zich alleen bevond, alleen met zich zelf. Er is zooveel in ons drukke, koortsachtige leven, dat ons van ons zelve afleidt, zooveel dat ons gelegenheid biedt -maar al te gretig aangegrepen om aan ons zelf te ontvluchten. En het ware juist zoo goed, indien wij ons dwongen op den Oudejaarsavond, al was het maar een oogenblik, met onze gedach ten eens gansch en al alleen te zijn, en opzij zetten wat onze gedachten inneemt; en verstrooit, onze persoonlijke wen schen, onze vluchtige begeerten, straks door andere ver-drongen. Terwijl alles om ons heen stil en rustiq schijnt, jaagt de groote levensstroom voort met iedere slingering van het uur werk, waarop wij de uren, de minuten tellen, die het oude jaar nog te leven heeft. In ijlende vaart, in onverstoorbaren gang, gaat hij voort, gaan wij ruede, en wij beseffen, dat, gelijk het yjisteren was, het ook morgen zijn zal. En als dergelijke gewaarwordinqen over ons komen, klein en nietig, hopeloos als wij zijn. dan voelen wij ons tegenover een macht staan, waar- aan wij nog geen naam weten te geven. welker bedoelingen wij niet vatten, welker wezen wij niet kunnen doorgronden. Dat is de groote macht, de liefdemacht, waar- aan geen offer, geen krachtsinspanning, geen liefde, te groot is. Overal zien wij ievensteekenen van een geest, die groot en goed is, en leeft en werkzaam is in de harten der menschen. Het ware te wen schen, dat wij uit de talrijke ervaringen van ons leven, die wij misschien den Oudejaarsavond voor onzen qeest laten voorbijgaan, althans deze als de alles beheerschende hadden vastgehouden, dat alles het betere in ons kan opwekken, alles ons kan adelen en in waarachtig leven ons kan doen winnen. Bij alles, wat het oude jaar van ons nam, ons schonk, of ons behouden liet bij al wat het nieuwe jaar ons hopen of vreezen, wenschen of duchten doet, zijn wij zeker van een Lielde, die is, en onder alles blijft. De blijde, vroolijke moed. die de kleinere en grootere onvolmaaktheden van het leven weet te dragen en te over winnen, zal ons niet ontbreken, indien wij slechts de kracht bezitten. die, van binnen uit, louterend op de menschenziel werkt. NIEUWJAAR. Weer komt een nieuwe jaarkring aangegleden, Als schakel in de keter. van. den tijd, Die voor ons het reeds afgelegd verleden, Verbindt met de toekomst'ge eeuwigheid. Wat 't oude jaar ons geven mocht aan [vreugde, In onze herinn'ring garen wij 't bijeen, En wat't ons aan rampspoed gaf te dragen, Daar zetten wij ons nu maar over heen. Zoo gaan wij weer met frisschen moed [beginnen, De nieuwe phase van den levensstrijd, Al hopend, dat het nieuwe jaar ons brenge, Naast rnoeite en zorg ook iets, dat ons verblijdt. „Gelukkig Nieuwjaar" klinkt nu allerwegen; „Gelukkig Nieuwjaar" gaat van mond tot [mond, „Gelukkig Nieuwjaar" wenscht ook Uitgeefster [en Redactie, Aan alle lezers in deez' nieuwe stond'. INTERNATIONALE VREDES- KLANKEN. Het Kerstfeest bracht de gedachte van Vrede op Aarde" iq de hoofdqn en harten. Maar om dien 'vrede pngestoord te doen rondwaren, moet er allereerst als ik het toevallig niet wist, zou ik wer- kelijk betooverd zijn en haar erg bewon- deren, want in ieder geval is ze een groo te kunstenares. Helaas. Want wie op het toonee! zoo qoed de reine engel kan spelen, zal het in het leven ook wel kunnen. In elk geval is het geen wonder, dat ze zelfs een man als Torwesten in haar netten ving. Hebt u dien heer gezien voor ons, die, toen we Olympion verlieten, zich om- keerde en u aanstaarde.waarschijnlijk omdat hij uw woorden over Adisane... Neen. Ik heb op niemand qelet. Ik was heelemaal in de war. 't Was dr. Wasmut, die uw Georq teqenwoordiq laat vervolgen. O. die Ja. En de groote bewonderinq voor de danseres scheen uit zijn ooqen. Ik wed, dat hij absoluut niet meer denkt aan de mogelijkheid, dat die vrouw ooit iets slechts heeft qedaan. Die onschuld heeft hem geheel verward, ofschoon hij anders aeen domoor is. - Ja, ze heeft alle menschen in de war gebracht en de mehschen. die vroe- qer misschien nog op Georqs -"de waren. omdat ze dachten, dat hij do- een sluwe --- If)oyu rmrsoob bedroc^o v.-as cul - len nu zeker de partij van dr. asihut kiezen. vrede zijn tusschen de volkeren. De wensch naar vrede is oprecht en alge- meen, maar de middelen ter verwezen- lijikin.g van dien wensch zijn daarom nog niet zoo gemakkelijk in toepassing te brengen. In de tijden der ouden, zoowel Grieken als Romeinen, wier dichters en redenaars den vrede reeds bezongen, kende men arbitrage-scheidsgerecht al als middel om geschillen tusschen landen en volken zonder bloedvergieten op te lossen. Maar de toepassing was zwak, omdat de oor- log in die tijden van voortdurend wapen- geweld een normaal verschijnsel werd geacht. Naarmate echter de geschiedenis - voortging, veranderde dat, en in de zeventiende en achttiende eeuw komen scheidsrechtelijke uitspraken. ook tus schen belangrijke Staten in Europa, meer dan eens voor. De negentiende eeuw bracht niet alleen toeneming van het aantal dezer beslissin- gen, maar ook grooter zekerheid en regel- maat. Tevoren toch was het aldus, dat over de vraag of een scheidsgerecht zou worden ingesteld, eerst werd beslist op het oogenblik, dat het geschil uitbrak. I Dan heerschten aan weerszijden reeds wantrouwen en spanning, die zulk een regeling belemmerden. Vandaar, dat men er toe over-ging om verdragen te sluiten, die bepaalden, dat of zekere soorten van geschillen, of alle geschillen met uitzonde- ring van enkele aangewezene, altijd aan een scheidsgerecht zouden worden onder- worpen. Nederland ging in 1904 met Denemarken, in 1908 met Italie verdragen aan, krachtens welke, dat met alle ge- schillen het geval zou zijn. Maar de groote landen zonderden geschillen, die .,eer en levensbelangen" betroffen, uit. I Daar nu juist zulke geschillen de meest f gevaarlijke zijn, kon arbitrage nog weinig doeltreffend werken en ook den grooten oorlog niet voorkomen. Maar na de instelling van den Volken- f bond is dat anders geworden. Het in 1919 aangenomen grondverdrag(pact) eischt van de leden onderwerping van geschil len, hetzij aan arbitrage, hetzij aan uit- spraken van den Raad. Is deze laatste echter niet eenstemmig, dan blijven de partijen vrij hoe te handelen. Dan kan er S dus toch oorlog tusschen de leden van den Volkenbond ontstaan! Vandaar, dat in 1924 het bekende protocol van Geneve werd aangenomen. Daarin werd opnieuw i door middel van arbitrage oorlog ver- s hoed als zich zulk een niet-eensiemmige uitspraak voordeed. j Het protocol echter werd niet inge- voerd. De tractaten van Locarno het - zijn er totaal zeven, die een geheel vor- men hebben het nu gedeeltelijk vervan- gen. Zij maken, dat als zich geschillen voordoen welke en van welke beteeke- nis ook hetzij tusschen Duitschland en Frankrijk of Italie in het Westen. hetzij tusschen Duitschland en Polen of Tsjecho- Slowakije in het Oosten. de arbitrage de oplossing moet brengen. Het vreedzaam middel dus en niet de wapenen zijn dan aan het woord. Ziedaar een overwinning van beteeke- nis van de oude en toch nog zoo nieuwe gedachte van internationaal scheidsge recht. Een overwinning van het verstand op het geweld. die het Vrede op Aarde" bij dit Kerstfeest hoopvoller deed weer- klinken dan eenige jaren tevoren. Maar tegelijk ook alien ook en niet het mins-1 in Nederland aanspoorde. om onze j kracbten onverpoosd in dienst te stellen van deze goede zaak, welke in de ..Ver- eeniging voor Volkenbond en Vrede" te j s Gravenhaqe haar belichaming vjndt. i ..Vrede op Aarde" ruischte eertijds door de ceders van den Libanon. ..Vrede op Aarde" is thans de internationale vre- desklank,-welke vannit het vredige Locar no nch over de geheele wereld voort- plant! Zij verzonk weer in een diep zwijgen. En hoe staat het nu met uw plan vroeg de detective na een pauze. Hebt u dat opgegeven Neen. We hebben immers geen anderen weg meer, nu alle andere sporen van de vluchtelingen uitgewischt zijn. Zoudt u daarmee niet te veel van u zelve vergen Ik hoop het niet. Een vaste wil kan veel doen. Ik zal altijd aan Georg den ken, dat zal me kracht geven tot alles. En u Ik wacht ecrst berich'ten e» oor- tretten af. die ik nit Londen besteld heb. Dan zullen we verder zien. Portretten van de Copleys had u hier ook kunnen krijqen. In Apollo" worden ze immers verkocht. Die deugen niet. Ten eerste brengt het costuum ons al in de war. en da-'1 werd ons verzekerd, dat ze er absoluut niet op geleken. Daar zullen de Copleys wel hun bedoeling raee qehad hebben. Ver der heb ik een portret van den oude en een paar feiten uit ziin leven noodig Maar hier. is de tram. We kunnen een heel eind met elkaar qaan I. aat ons'Mvs instappen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1926 | | pagina 1