AL6EMEEN NIEUWS- EK ADVERTENTfBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEBEN.
Het huis van den zonderling.
t
No. 7857.
Vrijdag 1 Januari 1988
66e Jaargang
ABOMESflEMTSPSIJS:
fiuarx&s v.m jbxaA-JD'
De Jaarswisseling.
F B tllLLBTOy.
i Ml
de
Ejbs
TER HEUZENSCHE
EBB38K& wssisamsm
Voor binnen Ter Neuzen. 1,40 per 3 rnaanden
Vine Ned. indie en Ainerika f 2,70 per 3 niaanden
Voor buiten Ter Neuzen tr. per post 1.80 per 3 rnaanden Bij vooruitbetaiing fr. per post /fhb0 per jaar -
Voor 't overig buiteniand 3,35 per 3 maanden Abonnementen voor't buiteniand alleen bij vooruitbeiaiinj:
Hoe ook het moderne leven, waarin
ailes wordt ingericht op'het „vooruit!
steeds sneller!" ons meer en meer naar
bet materialisme dringt en weiniq tijd
,aat voor idealen, blijven er toch tijdstip-
pen en omstandigheden, voortgesproten
uit oude gebruiken, aan welker invloed
we ons niet kunnen onttrekken en die ons
nopen althans een wijle stil te staan om
een terugblik te werpen op onze afge-
leode levensbaan en ook wel de kansen
te berekenen waarheen deze ons verder
zullen voeren.
Qelukkig dat dit zoo is, dat er van die
rustpunten komen, tijden van herinnering,
overwegen en vooruitzien ook van een
vragen waarheen
Immers, we leven steeds voort, in vas-
ten reqel zien we den dageraad gloren en
den nacht Veer aanbreken, we weten, dat
elk etmaal ons nader brengt aan den
eindpaal, doch velen loopen daar in het
algemeen gedachteloos overheen, omdat
dit zoo gev/oon is, en aldoor teruakomt.
Doch, wanneer een bijzondere aanleiding
de lengte van de reeds afgelegde levens
baan ons in de gedachten brenqt, ontwelt
als het ware met verbazing aan het ge-
moed de opmerking: .reeds zoolang!"
iBen aanleiding tot herinnering, tot na-
deraken, is de Oudejaarsavond, de over-
gang van Oud naar Nieuw, bij uit-
aesaerdheid. De Oudejaarsavondklok
oefent dan altijd een grooten invloed uit.
In werkelijkheid is er geen overganq,
aeen stilstand, geen verandering. De
dagen, de jaren en tijden glijden ruste-
loos voort, als het zand der rivier, als de
rollende golven van den onafzienbaren
Oeeaan. Wij, menschen. bezitten zelve
den tijd. Tijd doet denken aan eene wij-
zerplaat met mechanisch beweeg, rond-
draaiende uurwijzers, een kleinen. die de
urea, aanwyisf, eep grpoten. die deze,„in
stukjes rerdeelt. 'lijd cloet denken aan
het op- en ondergaan der zon, aan de
ronddraaiende assen van wentelende pla-
neten, aan den mensch, die geboren wordt
en opgroeit en sterft, die komt, maar ook
weer henengaat. De realiteit kent geen
tijd, geen gisteren. geen morgen. sfechts
eea heden, een eeuwig heden, indien we
dat zeggen mogen. want ook eeuwig is
een tijdbegrip.
Zoo luidt de mensch zelve de Oude
jaarsavondklok, en ook, terwijl deze luidt,
vliedt de tijd voort, want in den weg der
eeuwen staan geen mijipalen. Hij luidt
haar op het tijdstip, dat het uurwerk, vol-
aens berekeningen naar het groote uur
werk des heelals geregeld, den overganq
aangeeft.
Daarom, ofschopn het oogenblik van
overhang eigenlijk hiets is en wij niet kun
nen verwachten, dat'het nieuwe jaar iets
geheel riieuws, iets anders, iets buitenqe-
woons brengen zal, dat de laatste dag
y van het oude anders is dan de eerste dag
van het nieuwe, de dreunende tonen van
de Oudeiaarsavondklok, die weergalmen
door de ijle ruimte, in dorp en stad, doen
iets trillen in ons hart, omdat zij, hoewel
zuiver menschelijk/ ons mysterieus toe-
schijnen.
De grondtoon van aller menschen qe-
dachten, het lied, dat de ziel dan inzon-
derheid zingt en telkens en telkens, als
gedwonqen, herhaalt. is: weemoed, on}-
dat hij het hoort, ziet en bekennen moet.
dat hij verqankelijk is, dat zooveel in het
weggestorven jaar hem weer dntzonk, dat
eenmaal alles hem ontzinken zal, maagd
en vriend, qeld en goed; kroon en goud
en scepter, flonkerend gesteente en rui-
schend gewaad. pen en boek instrument
en penseel, alles, ja alles: de dood zal
in i i'iw Hiimawii mi urn i ih n f iiinma
komen en het wegzwiepen met den bezem
der beeindiging in den bodemloozen,
noolt verzadigden afgrond der verganke-
lijidxeid.
Allerlei komt dan naar boven dat men
geleerd he-eft en kent, bij den denkende
althans, een gedicht, een spreuk, eens aan
de knieen der moeder geleerd, of een lied
of een kerkgezang, b.v.
Bui-en, dagen, rnaanden, jaren,
"liegen als een sev:tduw lieen."
of ook:
„Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
Gelij-k een bloem, die, op het veld verheven,
'Wel sieiiijk pronkt, maar krachtloos is
[en teer;
Wanneer de wind zich over 't land laat
[hooren,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid
[gaat verloren,
Men kent en vindt haar standplaats
[zelfs niet meer".
Inderdaad De tijd is als een schaduw.
De mensch is als een bloem, en ook bloe-
men op het levenspad blijken maar al te
vaak slechts bloemen te zijn, die ras ver-
welken, waarvan op 't onverwachts den
steel knakt, wanneer het qeraas, getier en
gebulder van den wind zich met de me-
talen stem der klokketoonen vermenqt.
Dat'alle vleesch gras is, is erg, doch dat
,de bloemen tusschen het gras, die het
leven mooi maken, die ook in het afge-
loopen jaar door hare tooverkracht met
het leven deden verzoenen verqanke
lijk zijn, is erger. Al het dierbare, het
zoete, het bekende, beminde, slechts
bloem
Wel verschillend is het terugdenken
en het vooruitzien der menschen op den
stillen Oudejaarsavond, op een tijdstip,
dat zelfs de natuur rust, om straks te ont-
waken tot een krachtig, nieuw leven.
Door de meeste menschen wordt de
Oudejaarsavond gevierd in den gezelli-
gen familiekring, die dan dikwerf ook iets
grooter dan qewoonlijk is, omdat juist
tegen dezen tijd van 't jaar de reeds ver-
spreide deelen^van het ouderlijk huis zich
plegen te vereenigen, teneinde nog eens
van het samenzijn te smaken.
Moge er ook nu in iedere huiskamer
een vriendelijk iicht stralen, een licht,
waarbij zooveel een ander aanzien krijgt,
waarbij oude grieven vergeten worden,
waarbij wij in de harten, die tot dusverre,
meer dan wenschelijk, voor ons waren,
aandoeningen, herinneringen, vooruit-
zichten opmerken, meer samenstemmend
met de onze dan wij hadden kunnen ver-
moeden. Moge de kring, dien wij met de
onzen vormen, een symbool zijn van de
onderlinge liefde, die ons samenbindt,
zoodat alles wat deze zou kunnen ver-
storen, wordt uitgebannen en, wat haar
vaster en inniger kan maken op den
voorgrond treedt.
Oudejaarsavond kan op verschillende
wijze worden gevierd, kan tot uiteenloo-
pende gedachten aanleiding geven. In
hoe verschillende omgeving kan hij ons
aantreffen, in hoevelerlei stemming kan
hij worden doorgebracht. De juichtonen
over verkregen, over toenemend, over
herkregen geluk; de jammerklachten over
verdwenen genot, bedrogen verwachtin-
qen, teleurgestelde hoop, verijdelde droo-
men; de wanhoopskreten over een ver-
beuzeld jaar, over verspeelde kracht, be-
dorven geluk, weggeworpen vrede; de
beden, de verzuchtingen van een berouw-
vol gemoed, tot nieuwe krpchtsinspan-
ning bereid, dit alles stijgt in den Oude
jaarsavond op naar den zwijgenden
hemel.
Daar zijn er voor wie het scheidend
jaar ongunstig is geweest, die afscheid
hebben moeten doen van geliefde tocht-
genooten door het leven, hun in een
*vreeselijk oogenblik van het hart ge-
scheurd, getroffen door de steeds maaien-
Van ERICH EKENSTEIN.
18)
Vervolg.)
Dan een plotseling, verblindend flik-
kerlicht, een vreemd schudden in handen
e» voeten der danseres, een opvlammen
van rookwerk in de gouden urnen van
den tempel en de droom verzonk.
De witgekleede gestalte rustte weer
roerloos op den achtergrond. Het gordijn
viel Iangzaam toe, de muziek stierf weg.
In het tweede tafreel dezelfde gestalte
in het rozige licht van een toovertuin.
waar palmen hun kronen uitbreidden
over geurende ro'zen.
Nu klonk de muziek als vogelzang,
zacht en zoet.
Een langdurige bijval volgde la belle
Adisane boog twee keer verlegen bijna
linksch, rtiet een ^acht kinderlijk lachje en
rverdween.
Geen applaus of roepen bracht haar
w'feer naar voren.
Eenig, schitterend, riepen de dames
in 'extase en vele heeren -vielen haar hii.
Alleen een heer. clie zich bij Wasmut en
Karsten had aamgesloten, zei geergerd:
de zeis, die overal zijn offers neernt, zoo-
i wel in de paleizen, als in de schamele hut-
ten, die zijn offers zoekt, zoowel onder
de jongeren als onder de ouderen.
Zoo staren er naar de ledige plaats aan
den haard, waar een vader, een moeder
i aan het gezin werd ontrukt, of ook naar
de ledige wieg, die de hoop van het ge-
j zin bevatte, doch Wier levenslamp naar
cnze menscheiijke ppvatting te vroeg, te
ontijdig werd geol' pcht.
Maar ook zijn er, die met dankbaar-
heid kunnen rondzien in den kring. die
nog alien bevat, die -een jaar te voren daar
bijeen waren, in een kring, die welli-cht
ook nog verrijkt is. Daar zijn ook ouders,
echtgenooten, die met grooten dank in
het hart zijn vervuld, wanneer zij zich
herinneren de bange uren, doorwaakt
aan wieg, aan de sponde, de spanning,
waarin zij in die tijden hebben verkeerd,
toen ziekte van een geliefd wezen het
gevaar van een verlies onder de oogen
deed zien en het groote geluk, dat zij
smaakten, toen zij in den kamp om het
leven bleken te overwinnen, en het ge
liefde wezen hun als opnieuw werd ge-
schonken.
Falrijke gebejien stijgen ook omhoog,
overvloeiende van dank aan den Almach-
tige voor het aanzijn, van dankbaarheid
voor de weldaden die wedervaren zijn.
berusting schenkend aan hen wie het leed
niet spaarde, al was het dan ook, dat de
smart hen tot in het diepst van de ziel
trof, kracht afsmeekende voor het verder
afleagen van het levenspad.
Ongetwijfeld doemen voor onze oogen
voorvallen of omstapdigheden op van bij-
zonder zwaar getroffenen. In het schei-
dende jaar bleven deze niet achterwege.
Hoe moet het de getroffen gezinnen in
de verwoeste plaats^n in het Oosten van
ons vaderland te moe-de geweest zijn,
toen een natuurkracht, op een tijd korter
dan dien we noodig hebben dit neer te
schrijven, hun tehuis verwo^stte. En ge
luk' ;g hi even toen cz verliezen aan men-
schenlevens beperkt hetgeen bij een der-
qelijke ramp een wonder mag heeten.
Do*h juist in verbar-d met die ramp is ge-
bleken, dat de liefde tot onze naasten nog
niet de wereld uit is en is uit binnen- en
buitenland een zoodani-gen steun ver-
leend. dat althans de materieele nood kon
worden gelenigd.
Omherstelbaar echter is het lot, dat
door de woedende stormen is overkomen
aan de bemanning der Terschellinger-
loods'ooot en niet te verqoeden het ver
lies, dat hunne gezinnen daardoor komen
te lijden. Daar zal geen opgewekte toon
heerschen waar hun familie bijeen is.
evenmin als zulks het geval zal zijn in de
hutten der overblijvende betrekkingen
van de Maassluische visschers, die in
denzelfden stormnacht hun leven Iieten.
en bij de verschillende families, die offers
aan de zee brachten, waarbij zeker niet
te vergeten zij, die omkwamen bij de
scheepsrampen op de Zuiderzee.
En hoe droef moet -het er ook uitzien
bij de betrekkingen van hen, die offers
te betreuren hebben door de vreeseliike
ramp van de laatste dagen, aan 't Th-ool-
sche Veer, waar een zestal vrouwen en
kinderen, die thuis verwacht werden, als
gevolg van een wie weet hoe klein 'mecha
nisch gebrek eener machine in de duistlr-
nis in het water omkwamen.
Donker zal het er in de harten der
overblijvenden uitzien, en vermoedeliik-
zal herhaaldelijk een „waarom?" opwel-
len, een vraag echter, waaroo het ant-
woord achterwege blijft.
Mogen zij echter alien qeschraaqd
worden, om ook deze bittere uren weer
te boven te komen, want het valt volko-
men te beseffen, dat bij zulke beproevin-
gen meer dan gewone berusting en
kracht noodig is, om ten slotte het hoofd
weer te kunnen opheffen.
Wat een ontnuchtering.
Wasmut zag hem aan met een blik van
medelijdende geriagschatting.
Was het mogelijk, dat iemand niet'in
staat was dit hooge, reine te waardeeren.
N-een, la belle Adisane kon onmogelijk
die vrouw zijn, welke naar dr. Herrlin-
gers mededeelingen over haar huwelijk
met Torwesten vermoed had.
Het moest destijds in Londen anders
toegegaan zijn. Zeker was zij het ge
weest, die Torwesten had laten gaan,
nadat ze ondervonden had, dat hij harer
niet waardig was.
Terwijl hij dit overdacht, volgde hij
mechanisch zijn vrienden naar den uit-
gang, want velen. die slechts gekomen
waren om de droomdanseres te zien. ver-
lieten nu voor het begin van het volgende
nummer de zaal.
Plotseling hoorde Hempel achter zich
een vrouwenstem halfluid zeggen:
Ja, ze is veel gevaarlijker, dan ik
dacht. Ik werd er bijna bang van.
Hij keerde zich om en zag in een mooi
meisjesgezichtje door zwart haar om-
lijst met groote blauwe ooqen, die nu
angstig naar haar qeleider opzagen.
Wat beteekenden die vreemde woe
kcndeti toch alleer
zien dan een'kunstenares alleen.
Doelde dat gevaarlijk zijn op de
schoonheid van Adisane? G; - het hier
om vrouwelijke ijverzucht
Wasmut voelde plotseling een inner-
lijken drang om op het meisje te letten en
te zien wie haar qeleider was.
Een van de dames van zijn qezelsc.bap
wendde zich echter met een vraaq tot
hem, zoodat hij niet zijn aandacht kon
wijden aan het paartje dat hem interes-
seerde. Toen hij omzag waren beiden in
het gedrang verdwenen en hij kon ze niet
teruqvinden.
Ze moesten den tuin dadeliik na het
optreden van de droomdanseres hebben
verlaten.
HOOFDSTUK IX.
Intusschen qinqen de twee, die Was
mut tevergeefs in den tuin qezocht had,
zwijgend den weg langs.
't Was Heidy Siebert, die Silas Hem-
pel gevraagd had, met haar naar Olvm-
pion te gaan, omdat ze Torwestens vroitw
mpest zien. eer ze verder besluiter nam.
Nu. u is immers zoo stil iuffrouw
Heidy. zei de detective eindelijk. Heeft
die A.disave 11 misschien betooverd dat
nqer
seres betrekkinq hebben. Maar d: n
moest die jonge dame in haar iets anders
B-etooVerd Neen.
TP
nrtiiBrs
wat achter dat maskpr steekt. En toch,
Fe wenschen ware het, dat op dezen
avond elk onzer, in welke stemming hij
ook verkeerd en in welke omgeving hij
zich ook bevinden moge, althans een
oogenblik zich alleen bevond, alleen met
zich zelf. Er is zooveel in ons drukke,
koortsachtige leven, dat ons van ons zelve
afleidt, zooveel dat ons gelegenheid
biedt -maar al te gretig aangegrepen
om aan ons zelf te ontvluchten. En
het ware juist zoo goed, indien wij ons
dwongen op den Oudejaarsavond, al was
het maar een oogenblik, met onze gedach
ten eens gansch en al alleen te zijn, en
opzij zetten wat onze gedachten inneemt;
en verstrooit, onze persoonlijke wen
schen, onze vluchtige begeerten, straks
door andere ver-drongen.
Terwijl alles om ons heen stil en rustiq
schijnt, jaagt de groote levensstroom
voort met iedere slingering van het uur
werk, waarop wij de uren, de minuten
tellen, die het oude jaar nog te leven heeft.
In ijlende vaart, in onverstoorbaren
gang, gaat hij voort, gaan wij ruede, en
wij beseffen, dat, gelijk het yjisteren was,
het ook morgen zijn zal. En als dergelijke
gewaarwordinqen over ons komen, klein
en nietig, hopeloos als wij zijn. dan voelen
wij ons tegenover een macht staan, waar-
aan wij nog geen naam weten te geven.
welker bedoelingen wij niet vatten, welker
wezen wij niet kunnen doorgronden. Dat
is de groote macht, de liefdemacht, waar-
aan geen offer, geen krachtsinspanning,
geen liefde, te groot is. Overal zien wij
ievensteekenen van een geest, die groot
en goed is, en leeft en werkzaam is in de
harten der menschen. Het ware te wen
schen, dat wij uit de talrijke ervaringen
van ons leven, die wij misschien den
Oudejaarsavond voor onzen qeest laten
voorbijgaan, althans deze als de alles
beheerschende hadden vastgehouden, dat
alles het betere in ons kan opwekken, alles
ons kan adelen en in waarachtig leven
ons kan doen winnen.
Bij alles, wat het oude jaar van ons
nam, ons schonk, of ons behouden liet
bij al wat het nieuwe jaar ons hopen of
vreezen, wenschen of duchten doet, zijn
wij zeker van een Lielde, die is, en onder
alles blijft. De blijde, vroolijke moed. die
de kleinere en grootere onvolmaaktheden
van het leven weet te dragen en te over
winnen, zal ons niet ontbreken, indien wij
slechts de kracht bezitten. die, van binnen
uit, louterend op de menschenziel werkt.
NIEUWJAAR.
Weer komt een nieuwe jaarkring aangegleden,
Als schakel in de keter. van. den tijd,
Die voor ons het reeds afgelegd verleden,
Verbindt met de toekomst'ge eeuwigheid.
Wat 't oude jaar ons geven mocht aan
[vreugde,
In onze herinn'ring garen wij 't bijeen,
En wat't ons aan rampspoed gaf te dragen,
Daar zetten wij ons nu maar over heen.
Zoo gaan wij weer met frisschen moed
[beginnen,
De nieuwe phase van den levensstrijd,
Al hopend, dat het nieuwe jaar ons brenge,
Naast rnoeite en zorg ook iets, dat ons
verblijdt.
„Gelukkig Nieuwjaar" klinkt nu allerwegen;
„Gelukkig Nieuwjaar" gaat van mond tot
[mond,
„Gelukkig Nieuwjaar" wenscht ook Uitgeefster
[en Redactie,
Aan alle lezers in deez' nieuwe stond'.
INTERNATIONALE VREDES-
KLANKEN.
Het Kerstfeest bracht de gedachte van
Vrede op Aarde" iq de hoofdqn en
harten. Maar om dien 'vrede pngestoord
te doen rondwaren, moet er allereerst
als ik het toevallig niet wist, zou ik wer-
kelijk betooverd zijn en haar erg bewon-
deren, want in ieder geval is ze een groo
te kunstenares.
Helaas. Want wie op het toonee!
zoo qoed de reine engel kan spelen, zal
het in het leven ook wel kunnen. In elk
geval is het geen wonder, dat ze zelfs een
man als Torwesten in haar netten ving.
Hebt u dien heer gezien voor ons, die,
toen we Olympion verlieten, zich om-
keerde en u aanstaarde.waarschijnlijk
omdat hij uw woorden over Adisane...
Neen. Ik heb op niemand qelet. Ik
was heelemaal in de war.
't Was dr. Wasmut, die uw Georq
teqenwoordiq laat vervolgen.
O. die
Ja. En de groote bewonderinq
voor de danseres scheen uit zijn ooqen.
Ik wed, dat hij absoluut niet meer denkt
aan de mogelijkheid, dat die vrouw ooit
iets slechts heeft qedaan. Die onschuld
heeft hem geheel verward, ofschoon hij
anders aeen domoor is.
- Ja, ze heeft alle menschen in de
war gebracht en de mehschen. die vroe-
qer misschien nog op Georqs -"de waren.
omdat ze dachten, dat hij do- een sluwe
--- If)oyu rmrsoob bedroc^o v.-as cul -
len nu zeker de partij van dr. asihut
kiezen.
vrede zijn tusschen de volkeren. De
wensch naar vrede is oprecht en alge-
meen, maar de middelen ter verwezen-
lijikin.g van dien wensch zijn daarom nog
niet zoo gemakkelijk in toepassing te
brengen.
In de tijden der ouden, zoowel Grieken
als Romeinen, wier dichters en redenaars
den vrede reeds bezongen, kende men
arbitrage-scheidsgerecht al als middel om
geschillen tusschen landen en volken
zonder bloedvergieten op te lossen. Maar
de toepassing was zwak, omdat de oor-
log in die tijden van voortdurend wapen-
geweld een normaal verschijnsel werd
geacht. Naarmate echter de geschiedenis -
voortging, veranderde dat, en in de
zeventiende en achttiende eeuw komen
scheidsrechtelijke uitspraken. ook tus
schen belangrijke Staten in Europa, meer
dan eens voor.
De negentiende eeuw bracht niet alleen
toeneming van het aantal dezer beslissin-
gen, maar ook grooter zekerheid en regel-
maat. Tevoren toch was het aldus, dat
over de vraag of een scheidsgerecht zou
worden ingesteld, eerst werd beslist op
het oogenblik, dat het geschil uitbrak.
I Dan heerschten aan weerszijden reeds
wantrouwen en spanning, die zulk een
regeling belemmerden. Vandaar, dat men
er toe over-ging om verdragen te sluiten,
die bepaalden, dat of zekere soorten van
geschillen, of alle geschillen met uitzonde-
ring van enkele aangewezene, altijd aan
een scheidsgerecht zouden worden onder-
worpen. Nederland ging in 1904 met
Denemarken, in 1908 met Italie verdragen
aan, krachtens welke, dat met alle ge-
schillen het geval zou zijn. Maar de
groote landen zonderden geschillen, die
.,eer en levensbelangen" betroffen, uit.
I Daar nu juist zulke geschillen de meest
f gevaarlijke zijn, kon arbitrage nog weinig
doeltreffend werken en ook den grooten
oorlog niet voorkomen.
Maar na de instelling van den Volken-
f bond is dat anders geworden. Het in 1919
aangenomen grondverdrag(pact) eischt
van de leden onderwerping van geschil
len, hetzij aan arbitrage, hetzij aan uit-
spraken van den Raad. Is deze laatste
echter niet eenstemmig, dan blijven de
partijen vrij hoe te handelen. Dan kan er
S dus toch oorlog tusschen de leden van
den Volkenbond ontstaan! Vandaar, dat
in 1924 het bekende protocol van Geneve
werd aangenomen. Daarin werd opnieuw
i door middel van arbitrage oorlog ver-
s hoed als zich zulk een niet-eensiemmige
uitspraak voordeed.
j Het protocol echter werd niet inge-
voerd. De tractaten van Locarno het
- zijn er totaal zeven, die een geheel vor-
men hebben het nu gedeeltelijk vervan-
gen. Zij maken, dat als zich geschillen
voordoen welke en van welke beteeke-
nis ook hetzij tusschen Duitschland en
Frankrijk of Italie in het Westen. hetzij
tusschen Duitschland en Polen of Tsjecho-
Slowakije in het Oosten. de arbitrage de
oplossing moet brengen. Het vreedzaam
middel dus en niet de wapenen zijn dan
aan het woord.
Ziedaar een overwinning van beteeke-
nis van de oude en toch nog zoo nieuwe
gedachte van internationaal scheidsge
recht. Een overwinning van het verstand
op het geweld. die het Vrede op Aarde"
bij dit Kerstfeest hoopvoller deed weer-
klinken dan eenige jaren tevoren. Maar
tegelijk ook alien ook en niet het mins-1
in Nederland aanspoorde. om onze
j kracbten onverpoosd in dienst te stellen
van deze goede zaak, welke in de ..Ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede" te
j s Gravenhaqe haar belichaming vjndt.
i ..Vrede op Aarde" ruischte eertijds
door de ceders van den Libanon. ..Vrede
op Aarde" is thans de internationale vre-
desklank,-welke vannit het vredige Locar
no nch over de geheele wereld voort-
plant!
Zij verzonk weer in een diep zwijgen.
En hoe staat het nu met uw plan
vroeg de detective na een pauze. Hebt u
dat opgegeven
Neen. We hebben immers geen
anderen weg meer, nu alle andere sporen
van de vluchtelingen uitgewischt zijn.
Zoudt u daarmee niet te veel van
u zelve vergen
Ik hoop het niet. Een vaste wil kan
veel doen. Ik zal altijd aan Georg den
ken, dat zal me kracht geven tot alles.
En u
Ik wacht ecrst berich'ten e» oor-
tretten af. die ik nit Londen besteld heb.
Dan zullen we verder zien.
Portretten van de Copleys had u
hier ook kunnen krijqen. In Apollo"
worden ze immers verkocht.
Die deugen niet. Ten eerste brengt
het costuum ons al in de war. en da-'1 werd
ons verzekerd, dat ze er absoluut niet op
geleken. Daar zullen de Copleys wel
hun bedoeling raee qehad hebben. Ver
der heb ik een portret van den oude en
een paar feiten uit ziin leven noodig
Maar hier. is de tram. We kunnen een
heel eind met elkaar qaan I. aat ons'Mvs
instappen.
(Wordt vervolgd.)