ALGEMEEN nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
No. 7847.
Maandag 7 December 1925.
65e Jaargang.
Parlementaif Feuilleton.
Hut huis van den zondeiling.
ABONNLMENTSPRIJS:
35 0 ILL ST 0 M.
B I N N E N L A N 0.
B U IT E N t N 0
vZ Nedflndfe ^nTme/ita" 2.703pr3"ma''anden
III.
De taak van den stenograaf in het
moderne parleinent, in dezen tijd van ge-
weldige welsprekendheid, is in vergelij-
king met vroeger wel zeer verzwaard.
Vooreerst door de spanning, die t qevolg
is van de aandacht. waar mede hij de
redevoecingen moet volgen, welke in v er-
band met den dikwerf tot op enkele minu-
ten gerantsoeneerden spreektijd. veelal
met bliksemsnelneid en onder een kruis-
vaur van interrupties worden uitgespro-
ken. Maar voorts ook door de omstandig-
Seid, dat een der ..geachte" afgevaardig-
den-epi the ton van dezelfde waarde als net
dw. dr. aan het slot van een brief op
een der uiterste banken een causerie houdt
uitsluitend voor zichzelf, en vele drente-
leade leden de gemeenschap tusschen
,,#preker" en stenograaf verbreken. Men
>Jet den stenograaf dan als een Laocoon
zich kronkelen en wringen om te verstaan
wat niemand kan en wil verstaan, en
soma met een wanhopend gebaar te ken
nen geven, dat het onmogelijk is, die mis-,
schien onsterfelijke woorden op te van-
gen en te vereeuwigen. Soms wekt dit lot
deernis; wij kennen een minister, die in
zoodanig geval den stenograaf kwam
troosten, dat hij wel dat gepraat kon laten
,,zwemmen omdat hij, minister, er toch
niet op zou antwoorden. Maar wij kennen
ook een afgevaardigde, die tijdens de be-
kende vacantiestemming vlak voor het
reqes, den stenograaf in het oor kwam
toeteren, hoe zijn aan het woord zijnde
politieke tegenstander het naar zijn mee-
tting moest zeggen!
Gram verhaalt ons van een stenograaf,
die zich in een dergelijk geval op een zeer
gewaagde wijze uit den nood gered moet
hebben. Een afaevaardigde, die gewoon-
lrjk eenmaal 's jaars het woord voerde
zoo verdienstelijk zijn er helaas al te wei-
nig tegenwoordig! had een redevoering
uitpgesproken, die in het rumoer totaal
verloren was gegaan. De betrokken ste
nograaf herinnerde zich echter, dat de
geachte afgevaardigde' het vorig jaar
een dergelijke redevoering gehouden had.
Snel schreef hij de verjaarde redevoering
over, met eenige wijzigingen, deed haar
als een versch product den redenaar voor-
zetten en deze hechtte er zijn zegel aan!
Anderszijds wordt de taak van den
stenograaf verlicht, wanneer de redenaar
zijn rede op schrift gesteld heeft. EchtP--
kan zelfs deze copij niet altijd zonder meer
aan den zetter worden overgegeven,
sedert een afgevaardigde eigen verkor-
tingen had bedacht en had neergeschre-
ven, dat hij tegen het aanhangige wets-
ontwerp was
Inderdaad bezitten slechts zeer weini-
gen de gave van het woord! Vooral in
onzen veelsprekenden tijd is ieder. die het
woord voert, volstrekt nog geen redenaar.
De achteruitgang in standing van onze
vertegenwoordigende lichamen mani-
festeerende zich wel het duidelijkst in
de talrijke weinig verzorgde redevoerin
gen. Trouwens, de veelal straffe rantsoe-
neering van den spreektijd, laat weinig
gelegeniheid meer tot het uitspreken van
een monumentale rede. ..P a r 1 e m a-
niak ken", die een hagelbui van woor-
ckn op hun omgeving doen neerkletteren;
wier razende dolle haast van spreken
den toehoorder zelfs het maken van be-
hoorlijke aanteekeningen belet; die een
oratorisch snelheidsrecord trachten ,e be-
reiken zij spreken ten slotte alleen
voor den stenograaf.
Zeer weinig redenaars, aldus werd in-
dertijd op het Stenografisch Congres te
Londen betoogd, spreken 200 woorden
in de minuut; wie beproeft 250 woorden
te lezen (niet te spreken) doet niets dan
rammelen (a mere gabble). De tegen-
woordige praktijk brengt de gemiddelde
spreeksnelheid echter veelal dichter bii de
250 dan bij de 200 woorden maar ge-
lukkig heeft de moderne stenografie zich
ook liierbij weten agm te passen!
Tal van sprekers keuvelen ook, alsof zij
thuis zaten bij een kop koffie. Zij begin-
<nen volzinnen, die zij vergeten te vol-
tooien; herhalen ze, verwarren zich in hun
woorden, of kiezen een onjuiste uitdruk-
king voor een gedachte.
Zoo hebben wij uit den mond van rede
naars vernomen:
dat sprekers voorganger den spijker op
den verkeerden kop had geslagen;
dat een winkelier niet kan worden aan-
gesloten op een kookgasmeter;
dat de suikerbiet de reddende engel is,
waarop de landbouw drijft;
dat les wordt gegeven in een lokaal met
veel gerij;
dat pachters last van mond- en klauw-
zeer hebben;
dat een sleeperswagen er het bijltje bij
had neergelegd;
dat boomen lijden aan vernielzucht;
dat men bij een dergelijke aanbieding
met beide handen moest toehappen;
dat men zich blij maakt met een doode
musch, die men eerst heeft opgeblazen;
dat in het debat oud zeer was opge-
warmd;
dat de S. D. A. P. haar voornaamste
geboorte niet in Engeland heeft gehad,
ongeacht de talrijke gezegden, die voor
een dubbelzinnige uitlegging vatbaar zijn
dikwijls tot groote verwondering van
den argeloozen spreker daardoor groo
te hilariteit verwekten.
Ook het aantal stijlbloempjes. dat in
den loop der jaren geplukt is in den tuin
der letteren, is oneindig gToot. Hoevel"
sprekers hebben ,.alle hens aan dek geroe-
pen" om allerlei karweitjes te doen, die
men nu juist niet aan Doord pieegt te
doen; hebben „de stoute schoenen aange-
trokken"; hebben ,,een spaak in het wiel
gestoken hebben urenlang gesproken
over de vele muisjes ,,die een staartje
hadden"?
Van ERICH EKENSTEIN.
8) Vervolg.)
Je hebt gelijk. Er is wat raadsel-
achtigs bij. Heb je ook aan den tijd ge-
dacht? Karl Lagler heeft bier om kwart
na twaalf licht gezien. De chauffeur uit
Baden heeft om negen uur bericht gekre-
gen, dat zijn meester naar Weenen wilde,
en hem al tegemoet kwam. Ze moeten
elkaar dus om half tien ongeveer ontmoet
hebben. Dat wil dus zeggen, dat Torwes-
ten al bijna twee en een half uur weg
w)as, toen hier licht aan 't venster werd
gezien.
Er kan ook uit volgen, dat Torwes-
ten al weer op zijn villa terug kan zijn.
Maar hij werd den volgenden mor-
gen toch levend in Weenen gezien! Mijns
inziens kan zijn afwezigheid alleen door
anderen benut zijn, om hier in te breken.
Het zou niet den eersten keer zijn, dat
misdadigers bij het verdeelen van den
buit oneenigheid kregen en de een den
ander uit den weg ruimde. Het lijk kan hij
in het bosch ergens begraven hebben.
Dat schijnt me tenslotte het waarschijn-
lrjkste. Maar die hond, die hond, waarom
gaf die geen geluid.
Td^en inbraak pleit ook omstan-
DE WEDERKEERIGHEID IN HET
VERDRAG MET BELGIe-
Door ..Spectator Stupefactus" is bij
H. D. Tjeenk Willink en Zn., Haarlem,
een brochure uitgegeven, waarvan de
strekking ligt in het betoog, dat het trac-
taat niet op wederkeerigheid berust, maar
op een offer.
Uit hetgeen men er van hoorde. neemt
de schrijver aan, dat er bij het tot stand
komen van het verdrag drie phases te on-
derscheiden zijn.
Eerst heeft er een voorspel plaats ge
had, waarbij alleen beginselen ter sprake
kwam en. Een afwijzin^i van territoriale
eischen, maar ruime toezeggingen over
andere aangelegenheden.
Daarop volpde een cjroot aanlal bespre-
kingen, waarbij van Hoilandsche zijde een
schaar eminente mannen in het vuur wer-
den gebracht, die de hoofdpunten hebben
onderzocht en daarbij gehandicapt waren
door de toezeggingen uit het voorspel.
Bovendien schijnt in sommige, zelfs
hoofdpunten van hun advies te zijn afge-
weken.
Zij hadden hun adviezen uit te brengen
over de vele kwesties door de Belgen op-
geworpen, maar men voerde te veel een
verdedigingsoorlog, zonder eigen krijgs-
plan, zoodat over verschillende belangrijke
aangelegenheden de belanghebbenden in
Holland, of zelfs d' daartoe aangewezen
officieele organen, niet of niet tijdig ge-
raadpleegd werden.
In het derde stadium moest eenheid
worden gebracht in de samenstelling van
het ontwerp. Over alles ging een sfeer
van Belgische agrr^siviteit en van Hoi-
landsche zijde eei soort idealisme, dat
tegenover den vinnigen aanval de vredes-
bazuinen stak en geen oogenblik er aan
heeft getwijfeld dat de aan Belgie gedane
concessies noodig waren uit een oogpunt
van hooger altruisme, dat in de toekomst
de volkeren zal moeten regeeren.
Wanner wij ons nu bij voortduring
moeten blijven afv.ragen hoe sommige ar-
tikelen moeten worden uitgelegd, hoe het
komt, dat men aan de zijde der Hoiland
sche Reaeering heeft kunnen gelooven,
dat de Wielingenkwestie goed en wel be-
graven wias door de nota-wisseling van 3
April 1925, dan staat ons verstand stil.
Als het juist is, dat de Wielingenkwestie
acuut aan de orde komt door den text van
art. IV 1 en 3, dan moeten wij vreezen,
dat onsamenhangend werk gedaan is en
dat de personen met de eindreaactie be-
last, niet berekend waren voor hun taak,
of niet»genoegzaam tijd hebben gehad om
alles nauwgezet woord voor woord te
overwegen."
Vervolgens betoogt de schrijver, dat de
opheffing van Belgie's neutraliteit ons den
waarborg ontneemt tegen de Fransche in
trigues in Belgie: en bespreekt en critiseert
hij uitvoerig' de kostenregelingen, de ge-
meenschappelijke commissies. de water-
wegen en de verkeersregelingen.
In een hoofdstuk over. ,,de geest van
het verdrag" merkt de schrijver dan o.a.
het volgende op:
Na de vorige zeven artikelen zal het
hopen wij, den lezer thans meer dan duide-
lijk zijn, dat er allerwegen aan het verdrag
wat hapert, in 't groote en in t kleine.
Wij weten nu eenmaal, dat in het leven
der staten als in dat der menschen een
groote mond en een" vuist veel doen kun
nen als men goede bondgenooten heeft.
In 1919 heeft het gespannen. Dat we
ten wij nu pas druppelsgewijs. Wij
weten ook, dat men vreesde voor een
mogelijke bezetting van Maastricht door
Belgische en geallieerde troepen en dat
er toen een man is geweest, verguisd en
vergeten, die den val van Maastricht zou
hebben doen betalen zoo, dat heel de
Belgische Patriotards op hun neus zou-
den hebben gekeken. Het was dit be-
wustzijn van kracht, dat onze Regeering
alle territoriale eischen deed afslaan,
waarvoor alleen de woordvoerder den
dank der natie kreeg en niet de man ach-
"ter de schermen die tot dit gebaar in staat
had gesteld.
Daarna heeft men als goede diploma-
ten, de gemoederen trachten te bedaren,
door bereidverklaring redelijke eischen
te willen inwilligen. Hierdoor wofi men
twee dingen: de welwlillendheid van alle
redelijke menschen entijd.
Men had dezen tijd kunnen benutten
om het Nederlandsche volk, ja heel de
wereld op de hoocjte te helpen waarom
het ging. Dit is niet gebeurd en nu staan
wij voor een merkwaardig ontwerp ver
drag. dat misschien heel geheimpjes en
knusjes aan elkaar gelijmd is met termen
van wederkeerigheid en commissies van
wedericeerigheid, maar waarbij Sijmen de
Kaaskop steeds het gelag betaalt zonder
eenige wederkeerigheid.
En verder:
De Schelderegeling deugt noch in
groote dingen als het verzuim van Zee-
iand's belang, noch in kleine als de loods-
gelden. En wat, als de Deurlo en het
Oostgat verslibt en dus alleen Belgische
loodsen dienst zullen doen krachtens het
verdrag De waterafvoerregelingen zijn
gebrekkig, de kostenregelingen ondoor-
dacht. De kanalen, die Nederland's be
lang dienen kunnen, ontbreken. Het land-
verkeer speelt schuilevink en het water-
verkeer wordt den Belgen in handen ge-
speeld.
Daartegen zijn er geen waarborgen
tegen verdere annexatie-dreigingen en
opstokerijen (zie de bestaande naturali-
satiewetgeving, ten aanzien van inmburg
en Brabant, die op de annexionistische
gedachte berust). Het Gezwel van Baer-
le-Hertog blijft bestaan en de Wielingen
kwestie wordt dringender dan ooit door
de ondoordachte instelling der Schelde-
commissie. En bij dit alles staan wij bloot
aan de voortduring van de oneerlijke
concurrentie door de ontheffing der droits
d entrepot en de vrije sleepaiensten, tegen
voortduring, zelfs uitbreiding waarvan
wij geener'lei waarborg krijgen.
Dit Verdrag is met recht een Ramp
voor het Vaderland.
Dit mag niet worden goedgekeurd.
TIJDREGELING.
Verschenen zijn de verslagen van het
afdeelingsonderzoek van de Tweede Ka-
mer betreffende de wetsvoorstellen der
heeren Van der Waerden c.s. en Braat,.in
zake de tijdregeling.
Zeer vele leden erkenden de wensche-
lijkheid om in het tijdvraagstuk tot een
compromis te geraken, dat ook voor de
tegenstanders van den zomertijd aanne-
melijk is.
De beide aanhangige wetsvoorstellen
trachten dit compromis te bereiken in ver-
schillenden zin. Terwijl het voorstel-
Braat de oplossing zoekt in verkorting van
den termijn van den zomertijd, is in het
voorstel-Van der Waerden de oplossing
gezocht in vermindering van het tijdsver-
schil.
Verscheidene leden gaven aan een op~
lossing in laatstgenoemden zin de voor-
keur, zij konden zich dan ook in beginsel
met het voorstel-Van der Waerden c.s.
vereenigen.
DE MINISTERIeELE CRISIS
IN DUITSCHLAND.
Het is niet de gowone loop van zaken
schrijft de N. R. Cr., dat een re
geering kort na een parlementaire
overwinning aftreedt, gelijk het Duitsche
kabinet-Luther, nadat de Rijksdag met een
stevige meerderheid de Locarno-wet be-
krachtigd had. Deze crisis is de epiloog,
op het aftreden van de Duitsch-nationale
ministers voor de bekrachtiging. De coali-
tie van Duitsch-nationalen, Duitsche
volkspartij, centrum en niet-officieel door
hun partij erkende democraten had daar-
mee afgedaan en er bleef een romp-kabinet
over, waarin de onbezette departementen
ad interim werden aangenomen, doordat
sommige ministers zich voorloopig op twee
j stoelen nederzetten. De sociaal-democra-
tische partij heeft verdiend opnieuw re-
geeringspartij te worden, omdat zij bij de
stemming over het tractaat van Locarno
een constructieve politiek heeft gevolgd,
in plaats van de aanvankelijk aangekon-
digde negatieve, welke ten doel had de
Duitsch-nationalen mede de verantwoor-
ding te laten dragen voor een eventueele
mis'lukking van het werk van Locarno.
Het lijdt nauwelijks twijfel, of de sociaal-
digheid, dat er niets vermist wordt van
de vele kostbare voorwerpen in de villa.
Och dat bewdjst niets. Doortrapte
dieven zijn wel zoo verstandig niets mee
te nemen, wat hun bij verkoop verraden
zou. We moeten eerst de opening van de
brandkast afwaohten. Zal het nog lang
duren, eer men daar klaar mee is?
Ik denk het niet. Maar hoe zouden
dieven de kast kunnen openen zonder ze
te beschadigen? Zelfs de smid, die het nu
doet, kan dat niet!
Maar als het hun gelukt was, een
afdruk van het slot te krijgen? De kast is,
zooals men zegt, van een oude constructie
en minder gecotnpliceerd dan de moderne
safes!
Dr. Wasmut keek een oogenblik voor
zich. toen zei hij zacht. met een blik op het
cafe:
Ik kan het niet helpen, maar lk ver-
trouw die Laglers toch niet recht! On-
danks hun eerlijke gezichten. Ik denk er
nog maar steeds aan, dat je ze eerst bijna
hebt moeten dwingen om naar de villa te
gaan. Zooeven hoorde ik bovendien ook
nog, dat Titus met Rosina verloofd is.
Hij werd in de rede gevallen door een
veldwachter, die hem mededeel-de, dat de
brandkast geopend was.
Men ging weer naar boven naar de
villa.
In de kast vond men een lijst van pa-
pieren van waarde, twee oude miniaturen
op ivoor geschilderd, naar het scheen
familieportretten, Torwesten's geboorte-
acte en een bundel geel geworden brieven.
Van goud of geldswaardigheden geen
spoor.
Dus toch diefstal, zei dr. Wasmut,
want het is niet te denken, dat Torwesten
absoluut geen geld in huis zou hebben.
Of zou hij alles meegenomen hebben? Dat
zou mogelijk zijn!
Nog eens sloeg hij de lijst van gelds-
waardige stukken op. In de linker boven-
hoek stond met kleine letters geschreven:
Duplicaat op het kantoor van dr. Herr-
linger.
Dr. Herrlinger! Nu weten we ten-
minste den naam van zijn zaakwaarnemer,
zei Wasmut tevreden. Ik ken den advo-
caat persoonlijk. Waarschijnlijk kan hij
ons meer van de zaak vertellen. Zei je
niet, Brotzler, dat een van de kamers
boven voor dr. Herrlinger bestemd was,
die een vriend van je meester was?
Ja. Ze zijn*heel goede vrienden. Dr.
Herrlinger kwam hier vaak voor een paar
dagen.
Er ligt nog iets, merkte Hempel op,
wijzend naar een opgevouwen blad pa
pier, dat onder de miniaturen lag.
Wasmut greep er naar en vouwde het
uit. Hetzelfde oogenblik toonde zijn ge-
laat een uitdrukking van grenzelooze ver-
bazing.
\Vat een trouwacte! Torwesten
is oretronwd.
Hempel zag over den schouder van zijn
vriend.
Ja, dat was een trouwacte van het den
Sden April 1915 te Londen gesloten hu-
welijk tusschen Georg Torwesten en
Mary Anne Lytton.
Voor eenige jaren pas: Hoe vreemd.
dat niemand daarvan iets wist!
Toen verstomde hij. Hij dacht aan
Heidy Siebert.
'De villa Solitudo werd ambtelijk ver-
zegeld. Barry bleef bij de Laglers. Dr.
Wasmut en Silas Hempel aten ylug in
Baden en gingen toen door naar Weenen.
Hempel vergezelde zijn vriend nog in
diens bureau om te hooren of er misschien
al een bericht over den vermisten auto
was binnengekomen.
Er was nog niets van bekend. Maar
een heer wachtte op dr. Wasmui
Dr. Herrlinger! riep de politieman
verrast. U komt werkelijk als geroepen!
Ik hoorde pas voor een paar uren, dat u
vriend en zaakwaarnemer van den ver-
dwenen Torwesten bent
Daarom kwam ik juist hier! onder-
brak de jonge advocaat glimlachend. Ik
las uw berichtje in de couranten en wilae
u geruststellen. Torwesten is n.l. niet ver-
dwenen zooals u denkt, maar hij heeft een
buitenlandsche reis ondemomen. Van-
morgen kreeg ik een express-brief van
hem. met het verzoek hem dadelijk een
aanwijzing van 20.000 kronen op de Lin-
zer Bank te zenden, wat ik natuurlijk ge
daan heb Hii schrijft. dat hij over New-
York naar Philadelphia reizen wi' waar
op he*: oogenblik een groote landbouw-
tentoonstelling is.
democraten willen meewerken aan de
vorming van een nieuwe regeering, Het
maakt den indruk, dat zij met zich zouden
laten praten, d. w. z. dat zij zulk een me-
dewerking voor de andere partijen niet on
mogelijk zouden maken door het stellen
van al te krasse eischen volgens hun eigen
program. Maar naarmate de bereidwillig-
heid van de sociaal-democraten om mee te
regeeren zich is gaan manifesteeren, merkt
men, dat de „Unlust" bij de volkspartij
die den rechtervleugel van het romp-
kabinet vormde, grooter wordt. Dit heeft
zijn oorzaak in overwegirtgen van binnen-
landsche politiek natyurlijk, omdat er tus
schen de tv/ee partijen op dit oogenblik
geen verschil bestaat over het buiten-
landsch beleid. Evenals de sociaal-demo
craten, wil de Duitsche volkspartij, in wel
ke vooral de groote industrieelen verte-
genwoordigd zijn, dat de geest van Locar
no „doorwerkt" en daaraan geen belem-
meringen in den weg gelegd worden.
Wat de binnenlandsche politiek betreft,
zou er ongetwijfeld verschil tusschen bei
de uiterste vleugels van een nieuwe groote
coalitie bestaan over de regeling van de
belastingen en beschermende tariefbepa-
lingen (hoewel de industrieelen van de
voikspartij b.v. zich nooit warm hebben
kunnen maken over de bescherming van
den landbouw door graanrechten), maar
aangezien over deze kwesties een compro
mis niet onmogelijk lijkt (gelijk in het ver-
leden zulke verschillen tusschen Duitsche
partijen dikwijls bij schikking geregeld
zijn), is men geneigd aan een dieper en
moeiilijker te overbruggen verschil van
meening tusschen beiden te denken. De
groote coalitie is mogelijk, omdat zij ook
vroeger in de eerste jeugd van de Duit
sche republiek heeft bestaan. Dit was in
den tijd, dat de volkspartij de republiek
uiterlijk aanvaardde en een sociaal-demo-
craat president van het Duitsche rijk was.
Inmiiddels is er alweer veel veranderd.
President Hindenburg moge tot geen be-
paalde partij behooren, hij is met dat al de
candidaat van 't nationalistische Duitsch-
land geweest. In de Duitsche volkspartij
zijn de tijdelijk onderdurkte monarchale
ideeen weer sterker geworden. In dat op-
zicht hellen zij naar de Duitsch-nationalen
over, terwijl de sociaal-democraten, zooals
vazzelf spreekt voor en na, bij den repu-
blikeinschen regeeringsvorm zweren. Het
vorige ministerie was reeds doordat er
Duitsch-nationalen in zaten geen onver-
deeld, republikeinsch gezind ministerie.
De vraag is nu, wat het karakter van het
nieuwe ministerie zal worden, en dit lijkt
ons op het oogenblik de groote moeilijk-
heid bij de oplossing van de ministerieele
crisis.
In den Pruisischen Landdag heeft de
communist Pieck dezer dagen gewaar-
schuwd, dat de monarchisten weer den
een of anderen Putsch in het schild vcer-
den. Minister Severing, de sociaal-demo-
craat, heeft ontkend, dat men voor zoo
iets bang behoefde te zijn en vertrouwen
uitgesproken in de organen, die geroepen
zijn in zulk een geval de republiek te ver-
dedigen. Maar ondar.ks dit, valt niet te
ontkennen, dat de monarchisten van liever
lede met grooter zeifbewustzijn gaan op-
I treden. De stoutigheden van de aanhan-
gers van het oude regime bij militaire
plechtigheden enz. zijn toegenomen. De
eenige dam tegen een beweging tot her-
stel van de monarchic zou door de meer-
derheid van het Duitsche volk gevofmd
moeten worden. De vroegere geaiiieerden
zouden nauwelijks lust toonen verder te
gaan dan platonische protesten, omdat
juisf een verzet van het buitenland met
daden koren op den molen van de natio-
nalisten zou zijn. De meerderheid van het
Duitsche volk is vermoedelijk op het
Wasmut en Heuipel zagen elkaar in
stomme verbazing aan.
Jammer, dat u dien oplichters dat
geld in handen gespeeld hebt, zei de laat-
ste eindelijk. De advocaat deinsde terug.
Deoplichters? Ik kan u verze-
keren, dat Torwesten zelf den brief ge
schreven heeft! Oplichting is uitgesloten!
-Dat mag u gerust gelooven, doctor.
Toch heeft hij hec gedwongen gedaan. en
de bandieten, die hem ontvoerden, strijken
het geld op
Hemontvoeren? U spreekt
in raadselen! Hij wil immers naar de ten-
toonstelling in
Och, dat is alleen maar om tijd te
winnen, tot u later eens tot de ontdekking
zou zijn gekomen, dat dat spoor u misleid
heeft! Of denkt u werkelijk, dat de
dwaasheid van een zonderling zoover kan
gaan, dat hij midden in den nacht naar
Amerika gaat, terwijl hij zijn hond opsluit
en zijn bediende op reis is. Maar zelfs, al
was dit waar, Torwesten moest toch van
Weenen uitgaan en dan zou het eenvoit-
diger geweest zijn. als hij s morgens de
aanwijzing van u gehaald had, dan die
telegrafisch in Lirrz te bestellen. waar hij
zijn reis dus onderbreken moest.
Dat is waar
Zoo! En nu zullen we u vertellen.
wat onze vermoedens zijn. Hempel deed
het in 't kort en eindigde: Het meest
v: baa&de ons het bericht, dat Torwesten
gehuwd is. Weet u meer da.;-van7
w/ordt vervo'od.
TER
JZENSCHE CO U RANT
-f i TiT1" "Y'TTi MfiffiWn J
- liU.teZj&e+biZir -