AL6EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
PUROL
Maandag 30 November 1935,
65® Jaargang
Aanbesteding.
Het huis van den zondetling.
7844
ABONNEMLNTSPRIJS:
BiNNENLAWD.
8UILL KTOH.
Schrale lippen
en ruwe nuid
BUITENLAND,
Voor Nay. ^"wtenVand'f S maaLT-^Abonnmento'JJ^'^litaSd JSta'bI'^ooraitbet.ling.
vo»jr INcdIno10 0n iti0riat* j j r -
Bnrgemeester en Wethouders van de
genaeente ZAAMcLAG, zijn voo nemens,
•p Donderdag 10 Dacembei" 1925,
d«s voormiddags ten 10 lire, ten Raad-
luniite in het openbaar aan te btsteden
De levering monteering en inbedrijtstelling
van een compleet laagspanningsnet in de
geraeente ZAAMSLA6, (gehuchten Othene,
Griete en Val].
Bestek en teekenbgen zijn tegen be-
taling van 7,50 per stel verkrijgbaar
vanaf heden.
Zaamslag. 19 November 1925.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER Pzn Burgemeester.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
de crisis.
Naar „Het Volk" meldt, zal Mr.
Marchant, indien het hem niet mogelijk is
eea meerderheidskabinet te vormen, aan
de Koningin mededeelen, de opdracht tot
vorming van een kabient niet te kunnen
aa^vciarclen. Hij zal dus in cjeen cjeval
eea minderheidskabinet vormen.
NEDERLAND EN DE VOLKEN-
BOND.
De „Star" beweert, dat de Volkenbond
binnenkort een onderzoek zal instellen
naar den toestand in de Nederlandsche
kolonien ten aanzien van den dwangar-
beid, in verband met art. 6 der conventie
nopens slavernij en dwangarbeid, waar-
bij de onderteekenaars dezer conventie
zich verplichten, alien gedwongen ar-
beid, behalve dien voor het algemeen be-
lang, zoo spoedig mogelijk a£ te schaffen.
Verder meldt het blad, dat Dr. Nansen
in den loop van het volgende jaar drie
ameadementen op deze conventie zal in-
dieaen.
Naar aanleiding van bovenstaand
,,Star"-bericht, deelt men te bevoegder
plaatse mede, dat deze voorstelling geheel
ontuist is.
De grond van het bericht is vermoede-
lijk, dat, gelijk in het aan de Staten-
Generaal overgelegd verslag van de zesde
Volkenbondsvergadering, is medegedeeld,
de Noorsche gedelegeerde, Dr. Nansen.
bij de behandeling van het protocol inzake
de slavernij, die voorstellen heeft mge-
diend, waarvan er een tot strekkinq had,
te komen tot een bestudeering van de ar-
beidstoestanden van inlanders.
Men heeft hieromtrent geen beslissinq
genomen en er mede volstaan, de indie-
ning van het voorstel in het commissie-
rapport te vermelden ter kennisneming
van de regeeringen.
Dat de eventueele bestudeering speciaal
de Nederlandsche overzeesche gewesten
zou hebben betroffen. of dat deze gewes
ten in dit verband ook slechts zouden zijn
genoemd, kan ten stelligste worden tegen-
gesproken.
HET HIETVELD.
Naar het Vad. verneemt zal de Christ,
iarichting voor mannelijke Drankzuchti-
gen „Het Hietveld" te Beekberqen, met
ingang van 1 Febr. a.s. opgeheven wor
den.
Het geregeld te kleine aantal patienten
en de onzekere financien hebben de com-
missie ten slotte genoodzaakt aan het
hoofdbestuur van de Nat. Chr. Geheel-
onthouders-Vereeniging voor te stellen
tot sluiting van deze inrichting over te
gaan.
ZWEMMEN LEEREN IS NOODIG.
,,Leven,is niet noodig, de zee bevaren
is noodig zeiden de Romeinen para-
doxaal. In ons land waar jaarlijks zoo
velen verdrinken, zou men moeten zeg-
gen: leven is niet noodig, maar zwemmen
feeren is noodig. Met genoegen nemen
we daarom uit ,,De Nederl. Ouder-
raad" het bericht over, dat eenigen tijd
geleden een combinatie te Leeuwarden
voor de zwemschool a. d. Grote Wiel geld
noodig had. De gemeente hielp met een
renteloos voorschot, op voorwaarde, dat
de kinderen van de openbare school uit
het 6e en 7e leerjaar, gratis zwemles zou
den krijgen.
Die zwemschool ligt uur 9aans van
de stad en nu krijgen de Leeuwarder
scholieren een gratis heen-en-weer-reis
in een omnibus-auto naar het zwembad.
De gymnastiekonderwijzers geven de
leerlingen geheel belangeloos zwemlessen.
de vermiste loodsschoener.
De marinevaartuigen die zijn uitgezouden
om de vermiste loodsschoener van ier-
schelling op te sporen, zijn onverrichter-
zake teruggekeerd en u;t de omstandigheid
dat reeds reddingsboeien en kleedingstuk-
ken van de bemaunb g van den loods
schoener zijn aaugespoeid, moesten leiden
tot het aannemen van de dvoeie zekerheid
dat het schip met de emanning verloren
is. Uit de omstandigheid dat reeds Don
derdag een ea ander aanspoelde leidt men
dat het onheil kort onder de kust heeft
plaats gehad. De verslagenhe d op het
eiland Teivchelling is b grijpelijk zeer
groot.
Dat het loods aartuig, met een beman
ning. waakzaam om andere schepen tegen
ondergang te behoeden, zelf een prooi van
den storm en de golven is geworden maakt,
schrijft het „HbL", den ondergang van den
loodsschoener des te treffender. Het is een
bij uitstek eerbiedwaardig beroep, dat van
loods. Men moet man zijn van stavast,
wil men bet aandurven. Hoe vaak waagt
niet een loods het veege lijf als hij zich in
de dobberende jol Iqj vliegend weer naar
't schip, dat beloodsing vraagt, door den
storm been worst-It om de touwladder te
kunnen grijpen, die langszij van het slin-
gerend schip hangt.
Wie ooit bij stormweir een loods aan
boord zag komen op zee. kan niet, zonder
dat het hem warm wordt om het hart,
denken aan die wakkeren, die leve-sgevaar
te troste ren vanze fsprekenden plichtach-
ten.
En nu is een dertiental van deze brave
zeeiui he' off r geworden van de zee, die
zij voor anderen beveiligden. Het geheim
van de wo steling met golveu en wind van
deze mannen, om het warme leven te be
houden, waaraan ieder normaal mensch
hangt en h akt, dat droevige geheim geven
de golven niet prijs, al zal stra; s wellicht
hier en daar de outz e!de rest, van wat
eenmaal een dapped zeeman was, op het
strand worden gespoeld.
Daar is rouw in de gezinnen van loods
en leerling, vim scb pper en stuurman, van
knecht en kok en daar is een door bewon-
dering voor de slachtoffers verdiept mee-
gevoel met deze weduwen en wezen wier
onrust over de mannen in de smaitelijke
zekerheid is verkeerct, dat zij offers zijn
geworden van de eeuwige worsteling met
de zee.
Wij kunnen alleen in eerbied denken aan
de smart dezer vrouwen en moeders, wier
mannen zijn gebleveh in den strijd voor
anderer vebigheid.
Van ERICH EKENSTEIN.
5) (Vervolg.)
Was hij alleen of met een ander
heer?
Alleen. De chauffeur zat voorin en
Georg achter.
En waaruit besluit u, dat het de-
zejfde auto is dien men gisteravond ge-
vonden heeft Hebt u den wagen dan
zoo nauw.keurig bekeken
Ja. Ten eerste was hij heel opval-
lend. Heel anders dan andere auto's die
ik ooit gezien heb. Helgroen met twee
roode biezen; zoo moet die andere er ook
uitgezien hebben. En ten tweede zag
Georg er zoo voornaam uit, zooals hij
daar in de auto zat, dat ik nog een poosje
om den hoek bleef staan en hem trotsch
nazag. Zoo kon ik den auto goed zien en
het nummer ook.
In welke richting ging hij
Niet ver meer maar tot het Palace-
hotel. Daar stapte Georg uit. Ik zag hem
in 't hotel verdwijnen en toen ging ik
weer vender.
Hempel zag zwijgerad voor zich been.
In t Palace-hotel. Daar woonde La
belle Adisane immers ook Was dat toe-
val
Plotseling vroeg hij: Waarom
trouwde u dan niet als u zooveel van el-
kaar hield.
DE OVERBEVOLKING VAN JAVA.
Een der moeilijkste problemen, waar-
voor de Regeering in Indie staat, is wel
de binnen betrekkeiijK korten tijd te ver-
wachten overbevolking van Java.
De inheemsche bevolking van dat
eiland wordt thans op 37 millioen qe-
schat en neemt jaarlijks met circa x/ mil
lioen toe. Blijft de bevolking naar ver-
houding toenemen, dan zal er binnen en-
kele tientallen van jaren op het eiland
zelf voor een aanzienlijk aantal inheem-
schen geen werk en daardoor geen voed-
sel zijn.
De Indische Regeering is diep door-
drongen van den ernst van dit vraagstuk
en is reeds in verschillende opzichten
handelend opgetreden. De maatregelen,
waardoor zij die overbevolking tracht te
keeren, zijn tweeerlei: lu. bevordering
eener fabrieksnijverheid op Java en 2°.
bevordering der emigratie van Javanen
naar schaarsch bevolkte buitengewesten.
Het denkbeeld van bevordering der fa
brieksnijverheid van regeeringswege is in
den wereldoorlog ontstaan. V el werd in
het Nederlandsche Parlement reeds af
en toe de wenschelijkheid betoogd om een
Indische groot-industrie te scheppen, om
de Indische bevolking uit den landbouw-
staat tot den industrieelen staat on te hef-
fen. maar het bleef bij beschouwingen.
De wereldoorlog bracht in Indie, even-
als in vele andere landen, duidelijk aan
het licht, hoe men in tal van opzichten
voor de bevrediging van zijn maatschap-
elijke bchoeften op -het buitenland was
- aangewezen. Indie, bijna geheel zonder
eigen fabrieksnijverheid, was dit nog meer
dan andere landen. En het was de wensch
naar een eigen industrie, die in Septem
ber 1915 leidde tot de instelling van een
commissie tot bevordering van de fa
brieksnijverheid.
Verschillende industrieen in Indie
moesten, na een kommervol bestaan, of
opgeheven of verplaatst worden. de rub-
berfabriek te Bandoeng, de in Indie wer-
kende oliefabrieken, welker Ndensge-
schiedenis nog maar al te goed in het pe-
heugen ligt, de kaarsenfabriek te Bank
Papan, die naar China verplaatst werd.
Het ^eeft op den duur niets, een industrie
kunstmatig in het leven te roepen. De
Rhein-Elbe Union, door voordeehg con
tract met de Regeering, er toe verlokt een
fabriek voor bruggenbouw en spoor-
waqonsfabricage in Cheribon te vestigen,
heeft de fabriek doen sluiten en het per-
soneel is naar Duitschland terugqekeerd.
Hoe het met de papierfabriek te Padala-
ring zal gaan, wanneer deze haar product
slechts leveren kan tegen marktpriis is
een vraan, die de toekomst zal moeten be-
antwoorden.
Van een Inlandsche groot-industrie is
I binnen afzienbaren tijd geen sprake om
de eenvoudige reden, dat de Inlandsche
i Maatschapnii geen ondernemers, noch
i bedrijfsleiders voortbrengt. Verbetermg
en bevordering van de Inlandsche klein-
nijveriheid is uiterst moeilijk; kwaliteits-
waard?ering is bij Inlandschen afzet vrij-
wel uitgesloten. Maar al is de bevorde
ring van de Inlandsche nijverheid een
zaak van langzame wording, van taai oe-
duld en onverzwakte toewijding, toch
mag de moed niet opgegeven worden om
wat in de kiem aanwezio is, verder te
doen groeien.
Met het tweede middel tot afwending
der gevaren, verbonden aan de dreigen-
de overbevolking, namelijk de emigratie
naar de buitengewesten, is de Regeering
in 1905 begonnen door een groot terrein
in de Lampomgsche districten te bestem-
men voor kolonisatie van Javaansche emi-
granten. Hoewel die emigratie in den
begiqne met groote moeilijkheden te kam-
pen had, kan thans gezegd worden, dat
zij geslaagd is. Op het oude kolonisatie-
terrein Gedong Tataan zijn thans 20.000
op het nieuwe terrein in de onderafdee-
ling Kota Agoeng ruim 5000 Javanen ge-
vestigd. Het grootste gedeelte dier terrei-
nen is gei'rrigeerd; de radi-oogst be-
draagt 50 tot 60 pikol per bouw. een
uiterst gunstig cijfer vergeleken met Java,
waar het gemiddelde niet meer bedraagt
dan 23 pikol per geslaagden bouw.
Bij de Indische begrooting voor 1926
stelt de Regeering verschillende maat
regelen voor om de bestaande kolonisatie
uit te breiden. Door die maatregelen
denkt men 8000 bouws te kunnen be-
vloeien, waardoor er dan weer plaats is
voor 6000 gezinnen.
Toch moet men van deze kolonisatie
als maatregel tegen dreigende overbevol
king geen te groote verwachtingen koes-
teren," want het duurt geruimen tijd, eer
een Javaansche volksplanting in de bui
tengewesten tot stand komt. Te Gedong
Tataan wonen nu 5000 gezinnen, dus on-
geveer 20.000 zielen, doch het heeft twin-
tig jaar gekost om dit resultaat te berei-
ken. Vooral in den beginne, als de kolo-
nisten ontginningswerk moeten doen, is
hun bestaan moeilijk. Daarom is het beter
volksplantingen te beginnen in streken,
die reeds min of meer zijn opengelegd, en
waar de kolonisten ook op andere wijze
dan door ontginning van boschgronden
werk en voedsel kunnen vinden. Daarom
is het uitermate gewenscht, dat het stich-
ten van volksplantingen zooveel mogelijk
hand in hand gaat met de openlegging
van de buitengewesten door het vestigen
van ondememingen aldaar.
Vandaar, dat vooral met het oog op de
te groote en steeds toenemende bevolking
van Java de openlegging der buitenge
westen door het vestigen aldaar van
Europeesche ondememingen zulk een
enorm belang is.
Voor zoover men thans kan zien, zullen
dus de besproken maatregelen in de toe
komst niet voldoende zijn om de met een
half millioen zielen per jaar toenemende
bevolking van Java aan het noodige voed
sel te helpen.
Naar onze meening dient de Regeering
het bevolkingsvraagstuk voor Java door
een speciaal daarvoor ingesteld orgaan te
doen bestudeeren, om aan de hand van
diens adviezen het gevaar zooveel moge
lijk te bezweren. Maar daarnaast zal in
de onvoedende politiek der Regeering ten
opzichte van den Javaan veel veranderd
moeten worden. Men moet hem leeren
zichzelf te helpen en economisch op eigen
beenen te staan. Totnutoe dacht de Re
geering voor den Javaan, men deed voor
Jiem, men leerde de bevolking resultaten
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Doos 30-60-90ctTube 80ct
te aanvaarden, zonder zich te bekomme-
ren om de wijze van totstandkomen, men
leerde haar hulp van derden te verwach-
ten, niet zichzelf in te snannen. Daarin
1 moet in de eerste plaats verandering
komen.
Er zal daarbij vrede moeten worden
genomen met een oogenschijnlijk gerin-
gere volmaaktheid. Er zal meer geduld
geoefend moeten worden; er zal diploma-
tiek talent getoond moeten worden. er zal
moeten worden berust en uit handen.ge-
geven. Daartegenover zal het verant-
woordelijkheidsgevoel en daarmede de
arbeidslust van belanghebbenden moeten
worden ontwikkeld; alsdan zullen vele
j moeilijkheden overwonnen worden.
Heidy Siebert kleurde.
Ik zei u immers al dat ik mama on-
derhouden moetGeorg is maar reiziger.
Ik weet niet hoeveel hij verdient, maar
toen ik eens van trouwen sprak, zei hij,
dat we nog wat moesten wachten.
En is u overtuigd, dat Brand het
eerlijk met u meent
Zeker Daaraan kan niemand twij-
felen, die hem kent, antwoordde zij met
glinsterende oogen. Waarom vraagt u
dat
Hempel antwoordde met een vraagt
Hebt u een portret van uw ver-
i loofde
Ja. Ik heb het meegenomen, omdat
u het toch misschien noodig hebt. t Is
zijn nieuwste portret, en het lijkt spre-
kend.
Ze zocht in haar taschje en reikte Hem
pel toen het portret toe. Nauwelijks had
hij er een blik geworpen, of hij week ver-
rast terug. De foto, die Heidy Siebert
hem gegeven had, als die van haar ver-
loofde, was dezelfde. die hij zelf in zijn
portefeuille droeg.
Er kon geen twijfel zijn, of de millionair
Torwesten en de reiziger Brand waren
een en dezelfde persoon.
Heidy had zijn verbazing bemerkt.
Wat is er? Waarom bent u zoo
geschrokken vroeg ze verontrust. Kent
u Georg misschien
Hempel antwoordde niet dadelijk.
Zijn verstand waarschuwde hem. Heidy
niet de w'aarheid te zeggen, voor hij zelf
den samenhang begreep. Of ze was een
arm bedrogen meisje. met wie Torwesten
nooit ernstige bedoelingen had gehad, of
hij had goede gronden voor zijn dubbel
leven. Dat moest eerst opgehelderd wor
den, voor Heidy Siebert op de hoogte
gebracht werd. Oaarom zsi hij alleen
maar:
Het portret kwatn me bekend voor,
doch ik kan me op het oogenblik niet
herinneren, of ik mijnheer Brand al eens
eerder ontmoet heb. In elk geval zal ik
probeeren, zijn verdwijnen op te helderen.
Heidy ademde verlicht op. Toen zei ze:
Dank u En nu nog iets. Ik zei u,
dat we arm waren, dat is ook zoo. Maar
van mijn vader hebben we een kleine
erfenis, die we als noodpenning bewaai-
den Het zijn 8000 kronen. Mama vindt
het goed, dat geld te besteden om Georg
weer te viuiien. Spaar dus. alstublieft
niets, wat klaarheid geven kan. Omdat
Georgs lijk niet gevonden is. hebben we
nog hoop misschien heeft hij een on-
geluk gekregen of ligt hij ergens ziek of
gewond. Denkt u niet, dat dat mogelijk
zou zijn
Silas Hempel zag geroerd in net jonge.
mooie gezichtje. Laat ons het hopen, zei
hij ernstig.
Het was duidelijk, dat na Heidy bie-
bert's opgaven het Palace-hotel het uit-
gangspunt voor de verdere nasporingen
zou vormen. Hempel begaf zich dan ook
dadelijk daarheen.
Men herinnerde zich de helgroene auto-
mobiel daar heel goed. vooral, doordat
door de berichten in de bladen de zaak
actueel was geworden. In het getoonde
portret herkende de portier den heer, die
in den auto gekomen was. Hij had naar
de droomdanseres La belle Adisane ge-
DUITSCHLAND.
De Duitsche Rijksdap heeft Vrijdag het
wetsvoorstel in zake de verdragen van
Locarno en de toetreding van Duitsch
land tot den Volkenbond met een flinke
meerderheid 291 tegen 174 stemmen
aangenomen. Slechts drie der aanwezige
leden drie leden van de Beiersche
Volkspartij onthielden zich van stem
ming.
Tegen de wet stemden de Volkischen,
de Duitsch-nationalen, de Economische
Vereeniging en de communisten. Tegen-
over deze reactionaire partijen stonden
echter alle andere partijen, ook de Beier
sche Volkspartij, welke bij de afzonder-
lijke stemming over artikel twee be-
treffende Duitschlands toetreden tot den
Volkenbond mede had tegengestemd.
In deze laatste. beslissende, vergade-
ring hebben nog verschillende sprekers
het standpunt van hun fracties uiteen-
gezet. Maar wij behoeven hierop natuur-
lijk niet meer in te gaan. lets nieuws kon
hierbij niet te berde worden gebracht. na
alles wat omtrent Locarno reeds is ge
zegd en geschreven.
Van belang was alleen, schrijft het
Hbl., wat de spreker van de Beiersche
Volkspartij opmerkte omtrent de bezwa-
ren tegen de toetreding tot den Volken
bond zoolang in de nevenquaesties. d.w.z.
ten aanzien van de z.g. ..Riickwirkungen
geen bevredigend resultaat was verkre-
gen. De spreker gaf uiting aan zijn wan-
trouwten in de tegemoetkomingen van ge-
allieerde zijde en wilde door een uitstel
van de toetreding tot den Volkenbond
een stok achter de deur houden om de ge-
allieerden tot meer toeqevendheid te
dwingen. Maar nu de meerderheid in den
Rijksdag hier niets van wilde weten, zou
de Beiersche Volkspartij toch voor het
wetsvoorstel in zijn geheel stemmen, om-
dat de mislukking van den arbeid van Lo
carno ook door de Beiersche Volkspartij
noodlottig werd geacht.
Bij de stemming was zeer zeker van be
lang, dat wel eenigszins tegen de ver-
wachting de Duitsch-nationalen een-
parig tegenstemden. Zij die in deze par-
vraagd, was door den portier naar de eer
ste verdieping verwezen. waar de kun-
1 stenares kainer en 8 bewoonde, en was
I dadelijk ontvangen. Een vol uur lang
j bleef Torwesten bij den danseres. Toen j
i gingen ze samen in zijn wagen weg.
\Vaarheen wist de portier niet.
Mile. A-disane w'as des namiddags in
een anderen auto teruggekomen en een
uur later naar Boedapest vertrokken,
waar ze den volgenden dag voor de eerste
keer zou optrec'.en. Dat was alies, wat
Hempel te weten kon komen. Het^be-
vestigde wel zijn vermoeden, dat Tor
westen relaties met de droomdanseres i
had. Was hij gekomen om die voort te
zetten of af te breken Eigenlijk was
die vraag alleen van belang in betrekking
tot Heidy Siebert.
Maar Heidy's innige liefde had in Silas
Hempel zooveel deelname gewekt, dat hij
toch trachten wilde, die vraag op te los-
sen. Hij dacht daarbij aan het kamermeis-
je en de bekende nieuwsgieriqheid van
zulke jonge meisjes. Zou zij, omdat de
belle Adisane op 't oogenblik in Weenen j
een beroemde persoonlijkheid was, niet
aeluisterd hebben? En des te eerder, daar
het vroege uur in den morgen haar be-
zoek van een heer toch opvallen moest j
Tot zijn teleurstelling bleek het kamer-
meisje een witte raaf in haar geslacht. Ze
was niet jong meer en ziekelijk en ver- j
klaarde, niet de geringste belangstelling
te hebben voor dergeliike dingen. Daar j
bleef ze bij, ondanks geld en goede woor-
den. Ze had den heer aangediend en ver- j
der niet om hem bekommerd. Niet eens
den naam herinnerde zij zich, omdat ze
het kaartje, zonder het te lezen. had bin-
nengebracht.
Gedurende deze vergeefsche pogmgen,
om iets te weten te komen, was het Silas
Hempel opgevallen, dat een heer voort-
durend in de gang op en neer liep en
trachtte iets van het gesprek te hooren.
Hij ergerde zich daarover en brak daar
om het gesprek af. Toen hij, nadat hij
zich door den portier het Boedapester
adres van de danseres had laten geven,
het hotel verliet, stond buiten weer de
zelfde heer en verzocht nu om vuur voor
zijn sigaar. Daarbij zei hij:
U hebt het kamermeisje zooeven
naar dien heer gevraagd, die gisitermor-
qen bij ,,La belle Adisane is geweest Mag
ik vragen, of u persoonlijk belang bij die
zaak hebt
Hempel bekeek den met overdreven
elegance gekleeden heer verwonderd.
Hoe komt u bij die vraag? Natuur-
lijk zal ik er belang bij hebben. als ik naar
iets informeer
Bent u door de politie gezomden
Neen. Waarom
Nu, t zou immers kunnen Wezen,
dat dien mijnheer een ongeluk overkomen
was. men heeft den auto immers gevon
den. Ik dacht zoo, er is immers over al-
lerlei rare dingen door die twee gespro-
ken, en omdat u niet van de politie bent,
wil ik het u wel vertellen, als u er belang
in stelt.
Weet u er dan iets van riep Hem
pel die zich voor den eigenaardigen man
begon te interesseeren. Wie bent u
(Wordt vervolgd.)