AL6EMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. w Kloosterbaisem No. 7837. Vrijdag 13 November 1925 65e Jaargang. Vondel als Opvoeder. ABUNNfc MENTSPRIJS DoVt Uw Schocnen Goad BINNEHLAND. DE fi joe p^tabak gjaUEg/BTjai IBJOA-P. Parlementair Dagboek van insider. yStrMKMHVXmaVHt nftr o maandpn Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /¥>,60 per jaar vSTr NedMndie en Amerikk 2,70^ per 3 maanden - Voor 't overig buitenland 3,35 per 3 maanden - Abonnementen voor't buitenland alleen bij vooru.tbetalmg. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN Op ckieerlei wijze, van drie verschil- lernk zijden, kan men dit anderwerp op en aanvatten. Vondel als opvoeder dat kan beteekenen precies wat er staat: hoe Vondel zelf heeft opgevoed, en wat de resoltaten van dat zijn opvoedmgswerk zijn geweest. Vondel als opvoeder dat kan na- tuurliik 6ok beteekenen: wat deze dichter mi speciaal heeft geschreven. dat in nauw of nauwer verband staat met de opvoe- dinq, of wil men: met de paedagogie. Daar willen wij dus ook iets van zeggen- En in de derde plaats kan dat opschrift Vondel als opvoeder" ook nog worden opgevat in den allerbreedsten zin: dat Vondel als schrijver, als fijnvoelend en diep-religieus denker aUen, die met hem in aanraking komem iets verder brengt op den levensweg. Dat is ook opvoeden, en opgevoed-worden, als wij ontmoeten een, die zelf opgevoed was. Wat nu die eerste en meest-voor-de- hand-liqgende opvatting van ons onder- werp betreft: Vondel is op dit gebied met bijzonder belang wekkend. en de re- sultaten, die hijzelf bereikt heeft met de opvoeding van zijn kinderen. en speciaa dan wel ten opzichte van zijn naamgenoot Joost, zijn zoodanig, dat niemand zal kun nen zeggen, -dat Vondel ten deze °p mooie resultaten kon bog en. Zelf kind uit een groot gezin, heeft hij ook ver- scheiden kinderen gehad. Nadat hi] in 1628 zijn broeder Willem had verloren, over wien Brandt hem nog vijftig jaren later hoorde zeggen: „Ik zou wel kunnen schreien, als ik aan mijn broeder denk. Mi) qinq mij ver te boven kwamen er aller- lei harde slagen, die hem op t ernstigst troffen. Diaar was vooreerst de dood van hun jongentje Gonstantijn, bij wiens over- lijden hij 't treffende gedichtje maakte: Oorastantijmtje, t zalig kijndje, Gherubijntje van omhoog, F)'u«lelheiie.n hier beneden, Uitlacht met een lodderoog. ..Mooder!" zeit hij, „waarom sohreit gfl Waarom greit gij op mijn lijk? Boven leef ik, boven zweef ik, Bageltje van 't Hemelrijk! Bk ik blink er, en ik drinik er, 't -Geen de sohinker alles goeds, Smhenikt de zielen, die daar krielen, Oertel van veel overvloeds." lj»er dan reizen, met gepeizen, Naar paleizen, uit het slik Detzer wereld, die zoo dwerrelt, Beuwig gaat voor oogenblik. En dan kort daarop sterft hun Saartje, 't lieve meisje, dat hem zoo heel veel vreugde verschafte, terwijl hij in 1635 zijn vrouw moet begraven. Toen was een tijdlang zijn bezieling weg, en als hij ein- delijk weer begint te dichten, behoeft net ons met te verwonderen, dat in de Gijs- brecht die beroemde regels verschijnen over de ,,Oprechte trouw". regels. zoo bekend, dat wij ze hier niet beh-oeven af te schrijven. Toch was dit alles nog niets, verqe- leken bij het zware leed over zijn naam genoot. ,,Noem geen kinders naar uwen naam moet Vondel gezegd hebben, „want die wordt gebrandmerkt, als zij niet deugen "Wij gaan op de bijzonder- heden van dit verdriet hier niet in. maar het is waarlijk niet vreemd, dat juist uit deze jaren zijn stukken over David da- teeren, waar wij straks nog op terug wil len komen. Wie had het toch ook kunnen denken, dat uit dit gezin zoo n telg zou spruiten. Wij worden als vanzelf her- innend aan Vandels uitspraak: „JAaai 't vol! eg altijd niet, dat juist de [kinders bloeien en komen in de deugd der oud'ren op [te groeien; 't Gebeurt wel, dat degeen, die van den [vromen kwam, door schelmerij ontaardt van zijnen [eersten stam'. En zoo werd het dan rondom onzen dichter steeds stiller en steeds eenzamer. Hij moest bijna alien missen: kinderen en kleinkinderen Ook zijn kleinzoon Wil lem ontviel hem door den dood (1670) en Vondel diohtte toen: Gun Willean van den Vondel rust. Dees' jonige bloem verging met lust; en liet den grafworm luttel spijs de del aooht God in 't Paradijs. Toen had hij nog maar alleen zijn dochter Anna over, maar ook die stierf (1672). zoodat hem nog restte zijn klein zoon joost, schoenmakersknecht, wiens belangen de stok-oude grootvader in 1677 (dus 90 jaar pud) nog ging beplei ten, v/aarna hij in 1679 stierf. In Vondels familie is w6l bewaarheid zijn bewering: ,,Men vond nooit huis, of 't SAjhortte aan kinders of aan ouders! en vooral die treffende regels: •«h d'ouders teelen *t ldnt, en maken ['t groot met smart, ket kleene treerit op 't kleed, de groote [trreSn op 't hart! Vondel als opvoeder. Wat heeft Von del nu speciaal met betrekking tot de op voeding geschreven Opzettelijk mis schien wel niets. Een van zijn biografen zal wel gelijk hebben, die beweerd heeft: Vondel heeft nooit iets gewild; zoo doel- bewust is hij -nimmer geweest". Wij doen natuurlijk slechts een paar grepen. Over Vondels Jefta hebben wij indertijd reeds iets geschreven, en dat herhalen wij dus nu niet. Uit zijn Jozef in Dotan citeeren wij alleen, hoe Vondel in dat stuk er tegen op komt, dat Jozef het troetelkind thuis is geweest. Ruben erkenit volmon- dig de fouten in de opvoeding van zijn vader, hij heeft dan ook herhaaldelijk ge- tracht zijn vader te waarschuwen, maar „de crude man" (Jacob) ~;ng toch maar op dien weg voort. Heel mooi teekent Vondel het ook, hoe vooral Levi en Simeon hun vader vijandig gezind zijn, en deze zoons zich zelfs niet ontzien om de fouten van hun vader op te rakelem, zooals elders Cham geniet van een mis- stap van Noadh Vooral wordt heel fee der geteekend de liefde van Ruben, die innig spijt heeft over 't verkeerde optre- den van zijn broers, en die zich dan leven- dig in-denkt de smart van zijn ouden va der, als deze straks zijn zoon zal moeten missen. Dit diepe medevoelen van Vondel m de Jozefstukken, wordt echter nog in de schaduw gesteld door diens bescbrijvin- qen in de beide stukken „David in bal- lingschap en David hersteld Vondel teekent zoo prachitig, hoe deze koning verblijd is over het feit, dat Absalom werkelijk op den goeden weg schijnt te gaan. „'ik Had deez' godvruchti-gheid en tijding [dezen nacht van mijnen Absalom, dien schoonen, [niet verwacht", zoo spreekt David, en de Rei vangt aan: „Zingt ter eere van de kroon, nu de zoon trekt op vaders weLbehagen. Nu gehoorzajne Absalom met de zon God zijn offers op zal dragen En deze paedagogische regels geeft de zang ons ook: „Tusschen bloed en bloedverwairt is een band van natuur, niet licht te breken. Van een boom sbheurt nimmer tak zonder krak, aonder zucht en jammerteeken. Tussehen vader en zijn kind dat hij mint, is de taaiste band van magen. Daar natuur, geraakt in strijd, maehtig lijdt, wat ze kan en niet kan dragen." Maar straks verkeert deze blijdschap van den vader maar al te zeer. Absalom stookt op schan-delijke wijze zijn aanhang op. Ook hij ontziet zich niet om de fou ten van zijn vader te noemen. Men zie b.v.: „Wat heil verwacht gij? Want een [overspeelsters zoon wordt dertel opgevoed, om over land en lieden, na vaders dood gezalfd, tirannig te gebieden. Waar heeft de koning ooit de dapperheid [beloond Vraagt dat Uria, die zich streng en [eerlijk toont, op d'aarde slaapt, en, na zijn vrome [wapendaden, met eenen moordbrief aan den veldheer [wordt verraden." Tegenover al dien ondank stelt echter David zijn vergevende va-derliefde. „Een vaders hart verschoont, verkleent [zijn zoons gebreken En daarom is David, tot veler veront- waardiaing, altijd nog zacht gestemd jegens Absalom. Ja, hij zou gaarne tegen over Absalom de minste willen zijn, en vraagt bijvoorbeeld aan de priesters: „Verdooft het min mijn glans, den [vader op de knden Zien liggen voor den zoon, hem smeeken [om genade En als dan, ondanks al die liefde van den vader en ondanks alle pogingen van Thamar en anderen, Absalom toch door- zet, en eindelijk zelf het slachtoffer wordt van den door hem ontketenden strijd, krijgen wij de aandoenlijke vaderklacht te hooren: „Ooh, Absalommijn zoon! hoe vreesde [ik voor dien tocht! Ooh, Absalom, och, of ik voor u [sterven mocht! Och, Absalom, mijn zoon, de waandste [van mijne ei-ven, Gaf God, och, Absalom, dat ik voor u [mocht sterven!'' Vondel als opvoeder wij zeiden het reeds kan ook beteekenen: in hoeverre Vondel ons opvoedt door zijn voorbeeld. Men kan nooit zijn geschriften lezen zon der diep onder den indruk te komen van 's dic-hters Godsvruoht. En vroomheid, ware vroomheid, wordt pas langs den weg der ervaring verkregen. Dat blijkt om niet meer thans te noemen uit Vondels levenseinde. Want hoe ook ge stagen, en hoe ook vexlaten, hij liet zijn God met los. Tegen zijn nichtje Agnes Block moet hij eens gezegd hebben: ,,ik heb geen lust in den d.od", waarop zij, met de haar eigene gevatheid moet heb ben geantwoord met een wedervraag: ,,Maar hebt cjij dan wel lust in het eeuwige leven Men begrijpt Vondels antwoord. Tot zijn voile overtuiging is onze dichter echter gerijpt door zijn rijke ervaringen. En zoo is h:: voor ons alien opvoeder, opvoeder ook tot het geloof, opvoeder tot geloofsvertrouwen, opvoe der ook tot een leven tot eer van God en in liefde tot den naaste. En dus heeft ook hierin Vondel zijn eigen regels bewaarheid: „Wanneer men heet vol lee rd, is 't eerste les begost.' 10 November. De politiek is het leven zelf, en het politieke brandpuntde Tweede Kamer, is tenslot'e de weerspiegeliag van het werke- lijke leven der natie. Dit bleek wel duidelijk, teen president Buys de Beeren rouck 1 ij den aanvarg der vergaderirg voorstelde, as. Donderdag de Marinebegrooting aan de orde te stellen. Maandagavond was in de Residentie een stevige protestvergadering g houden, waarin afkeuring werd uitgesproken, dat het vraag- stuk van de sp itsing der Marine zou worden behandeld zonder dat de Minister het rap port der betreffer.de commissie tijdig had ovrrgelegd. Verscheidene Kamerleden waren op deze protestvergadering aanwezig door een tanner, Mr. Dresselr.uijs, werd er zelfs het woord gevoerd en aanstonds besteeg deze dan ook het spreekgestoelte om voor te stellen, de begrocting niet voor 1 Dec. te behandelen. Waarop juist de Kamer leden, die de protestvergadering hadden bezocht, naar voren snelden om dit voorstel te ondersteunen INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Vanaf 26 cent per ons. den heer van Braambeek over de Duitsche spoorwegtarieven (wie haav wil lezen, neme slechts voor zich de N. R. C. vanl3Juli; zoo houdt men redevoeringen in de Tweede Kamer Neen, bp deze begrooting kwam weder aan de orde een voorstel van den heer Kersten om het Gezantschap bij den Paus op te heff n Het was steeds de zwakke plek in de Ooalitie, maar zouden de sociaal-democraten wederom als redders optreden Ziedaar de reden waarom te middernacht, toen het voorstel tot opheffing aan de orde kwam, de zittingszaal een woeligen aanblik boodin de Katholieke rractie, welke nog tussehen de middag- en avondzitting vergaderd had, heerschte een loogst nerveuze stemming. De heer Nolens wist blijkbaar watstond te gebeuren als eerste spreker kwam hij, onder doodsche stilte verklaren, dat bij aanneming van het voorstel zijn fractie zou overwegen, of aan de b'grooting steun can worden verleend, en zelfs aan dit labinet, samengesteld uit rechtsche groe- pen, die hun stem aan het voorstel zouden geven. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Toen zelfs de beer Nolens inging tegen 's voorzitters voorstel, was deze zoo ver standig, dit terug te nemen „ter nadere overwi ging".hetgeen teteekent, dat het detinitief van de taan is. Bij de voortzetting van het politieke debat kwamen achtereenvolgens aan het woord Mr Van Gijn, die een niet malsche critiek op het Staatsmijn e rijf oefende Mr. Van Rappard, die de belangen van den landbouw bij de samenstelling van het kabinet niet naar behooren behartigd achtte en ten slotte de eerst" spreker, Mr. Heems kerk. Hoewel handig als gewoonlijk, was deze toch niet erg op d^eef Door zijn rede, op zachten toon, bijna aarzelend uit gesproken, herkende men den pittiger. rede- naar van weleer bijna niet. Bljjkbaar ge voelde Mr. Heemskerk $ich niet gehee: opgewassen tegen de taaK eener ernstige verdediging der Coalitie of wierp ueavond- vergadering haar schaduwen reeds voornit? In deze toch kwam aan de orde de be grooting van Bnitenlandsche Zaken. Men meene niet, dat de groote opkomst van Kamerleden en volgepropte tribunes uit sluitend golden de interessante beschouwin gen van Mr. Dresselhuys over Geneve en Locarnode techniscbe uiteenzetting van INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. ij in Uw nig, lendienen of spieren. Pijn door rheumatiek, jicht, podagra, ischias, stram- head, stijven nek en rheumatisch-e zenuw- pijnen, Probeer eens Akker's Klooster- balsem. Hij maakt uw spieren lenig, geneest alle ongemakken en lijden, die door boven- genoemde ziekten ontstaan. Neem heden eens een proef. Morgen zijt gij verbaasd en tevreden over de uitwerking er van. Kloosterbalsem verkrijgbaar bij Firma A. OverbeekeLeunis te Ter Neuzen. Dit was de aaowijzing. dat de sociaal- democraten, opgejaagd door den boon zoowel van tegenstanders als van eigen intellectueelen in hun partgen, hun draai zouden nemeD. De heer Vliegen kwam dit haperend bevestigen met de verklaring, dat zijn groep voor de opheffing zou stemmen. Te half twee ging de Kamer uiteen, morgen valt de beslissing over het voorstel en daarmede tevens over het voortbestaan van dit Kabinet en van de coalitie. De vrijzinnig-democraten die zich, merkwaardig genoeg, nog niet hebben uitgesproken, hebben haar, naar onze becijferiDg, geheel in handen. De heer Marchant telt nog zijn knoopen zalik welV zal ik n:et 11 November. Een groote drukte op het Binnenhof; fotogralen, welke de Kamerleden, die ko men aanwandelen onder de lens nemen een lange rij puoliek, dat de tribune straks zal bestormen. In de zitt ngszaal de lucht vol crisis- geruchten. Achter de groene tafel de Regeering volledig aanwezig, in de bankjes vrijwel alle Kamerleden present. De Voorzitter stelde aanstonds aan de orde de stemming over het voorstel tot opheffing van het Gezantschap bij den Paus Aangezien de beraadslaging over dit voor stel was gestaten, hesto: d nog slechts de gelegenheid om een z g.u. korte verk'aring af te leggen. De heer Marehar t, van wiens fractie de beslissing afliing. nam onder luid „sst"-geroep het woord. door den leider der Katholieke fractie", aldus de heer Marchant, „aan de beslissing van de Kamer een pol tieke beteekenis is ge- gev^n van verre strekking. moeten wg onze houding herzien Men heeft nog de vorige week verzekerd. dat met de handhaving van de Coalitie het allerhoogste belang des Vaderlands is gemoeid. Welnu, wij wen schen aan de Regeeringsmeerderheid de gelegenheid niet te onthouden om de juist- he'd dier stelling te bevestigen". Met deze sarcastische verklaring was de toestand duideljjk Onder diepe stilte werd gestemdwaar slechts de Katholieken en de Anti-Revolutionnairen tegen het voor stel tot opheffing stemden, we'd dit met 52 tegen 42 slemmtn aangenomen On- middelljjk daarop stond Minister Coign op en legde de volgende verklaring af „In verband met de omstand'gheid dat de rier Katholieke Ministers mjj hebben medegedeeld, dat zjj in de aan neming van het amendement tot schrap- ping van de gelden. bestemd vo oh ret hebben van een Geza*. tschap bij het Va'icaan, aanleiding zullen vinden om aan H. M. de Koningin on's'ag uit hnn ambt te verzoeken, zal de politieke toe- stand, die daardoor ontstaan is, mede gelet op den inhoud der hedennacht door den leider der Katholieke Kamerfractie afgebgde verklaring. onder de oogen moet worden gezien Onder die om- standigheden schgnt de voortzettirg der beraadslaging over de Staatsbegrooting niet doelmatig en verzoek ik mitsdien schorsing dier beraadslagingen Onder een onbeschrijfelijke verwarring werd daarop de vergadering gesloten. Ver- bitterd en vertoornd zat daar de Katho lieke fractie, zegevierend de heer Kersten, bedrukt de Christelijk Historischen. Hef- tige verwijten werdeu tussehen de leden der rechtsche partijen gewisseld. De zit- ting had nog geen kwartier geduurd, maar zjj veroorzaakte een radelooze stemming, en zal historische beteekenis krijgen. Een half uur later vergaderde de Eerste Kamer, bijeengeroepen tot het afdoen van eenige kleine wetsontwerpen. Blgklaar was de Regeering door de beslissing der Tweede Kamer zoozeer overrompeld. dat zij vevzuimae in de Eerste Kamer mede- deeling te doen van de ingetreden crisis. De Eerste Kamer. hoffelijk als altjjd. wilde den onthutsten Minister Schokking niet wegjagen en deed de ontwerpen zeer snel af. Het was staatsrechterlgk op het kantje af maar de situatie was pijnlijk en strookte geheel niet met den crisistoestand en met goede parlementaire zeden Ons Parlementair Dagboek en dit spijt ons "oor onze lezers wordt door deze ernstige crisis wel onverwacht afge- broken. Wanneer zal het weer kunnen worden hervat HE1 TRACTAAT MET BELG1E De Nederlander (c.-h heeft haar hoofd- artikelptaats inge:uimd voor twee artikelen van mr. P. Donker Curtius over het trac- taat met Be'gie. Ze zgn ,Non poesumus" getiteld en culmineeren in de volgende conclusie: De debetzijde van het verdrag is biermede vastgesteldmen vindt daarop geboekt achtersteiling van Nederlandsche economi- sche bij ttelgische belangen, bovendien aan- tasting van „hoogheidsrechten", erkennen wg het ruiterlijkaantasting van onze souvereiniteit. En nu de creditzjjde. Wanneer men de memorie van toe'ichting openslaat dan valt op de belangrgke plaa!sr ii'gernimd voor 't reeds bekende histor sche verloop van de ouderhandelingen welke in het jaar 19Y9, die van 1925 ?ijn vooraf- gegaan. Algemeen mag als bekend beschouwd worden de gelukkige wijze waarop toen de min ster van naitenlandsche zaken terri torial eischen heeft afgeweven. Allerwegen is hem deswege hulde gebracht, een hulde, weike men gaarne ves jaren later nogmaals uitdrs kkelrjk wil herhalen Bekend is ook dat onder den druk van Versailles, onze regeeriug toen bereid was gevonden, om z'er ver te gaan 'n de te- gemoetkoming aan Belgische eiscben met fcetrekking tot het Scheldebeheer en kanalen. Bekend is ook dat deze tegemoetkomende houdi' g bij on?e zuidelijke naburen a' zeer weinig waardeeriDg vord en dat zij, en niet wij, de ouderhandelingen afbraken, in verband met hunne pretenties in zake de Wielingen. Sindsdien is al heel veel in de wereld gewijzigd. Het verdrag van Versailles, hoe of men het ook moge bekjjken, is geen succes gebleken. noch politiek. n'g -conomisch, noch financieel Via Spa en Londen is men te Locarno aangeland waarom nn moeten de verhondirgen tussehen Neder- land en Be.lgi? - en alleen tij nog steeds bezien worden onder den druk em in den geest van 1919, Dit is wat de memorie van trelichling doet, wanneer zij er op wgst, dat het belang van het ver-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 1